Monument: Tilburg, Aula, Universiteit REGISTER Monumentnummer Identificatienummer Basisregistratie Provincie Gemeente Plaats Straat/huisnummer Postcode Kadastrale aanduiding Datum inschrijving in register beschermde monumenten Datum, deel en nummer van inschrijving in openbare registers Aanduiding of korte omschrijving Complexonderdeel van complex [naam of complexnummer]
0855100000227345 Noord- Brabant Tilburg Tilburg Warandelaan 2 5037 AB Tilburg AB 742
Universiteitsgebouw/aula met groenaanleg
KENNIS: WAARDERING I Cultuurhistorische waarde: belang van het object/complex 1. als bijzondere uitdrukking van (een) culturele, sociaaleconomische en/of bestuurlijke/beleidsma tige en/of geestelijke ontwikkeling(en); 2. als bijzondere uitdrukking van (een) geografische, landschappelijke en/of historisch-ruimtelijke ontwikkeling; 3. als bijzondere uitdrukking van (een) technische en/of typologische ontwikkeling(en); 4. wegens innovatieve waarde of pionierskarakter; 5. wegens bijzondere herinneringswaarde. II Architectuur- en kunsthistorische waarde: (bijzonder) belang van het object/complex 1. voor de geschiedenis van de architectuur en/of bouwtechniek; 2. voor het oeuvre van een bouwmeester, architect, ingenieur of kunstenaar; 3. wegens de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp; 4. wegens het bijzondere materiaalgebruik, de ornamentiek en/of monumentale kunst; 5. wegens de bijzondere samenhang tussen exterieur en
Het gebouw is van belang als uitdrukking van de groei van universiteiten en hogescholen in de jaren zestig, veroorzaakt door de geboortegolf na de Tweede Wereldoorlog, de toegenomen welvaart en emancipatie en het streven van de overheid om kennisachterstand in te halen. Het gebouw is representatief als onderdeel van het campusmodel, dat zich na de oorlog bij de universiteiten ontwikkelde.
Het gebouw wordt algemeen gezien als het hoogtepunt in het oeuvre van de architect Jos. Bedaux. Het markeert de overgang in zijn werk van traditionele naar een modernere stijl, waarbij het gebruik van musschelkalk als gevelbekleding kenmerkend wordt voor het werk van Bedaux. Wat zich vertaalt door fraaie verhoudingen, rijk materiaal van het gebouw en de zorgvuldige detaillering. Bedaux heeft natuursteen en baksteen op ambachtelijke wijze toegepast. In het natuursteen van één van de gevels is een kunstwerk aangebracht door Jan Vaes, met het Bijbelse thema van de vijf wijze en de vijf dwaze maagden. Er is sprake van een bijzondere samenhang tussen interieur en exterieur. Bij één van de binnenhoven is een gevel grotendeels in glas uitgevoerd, de vloer
interieur(onderdelen).
III Situationele en ensemblewaarde 1. betekenis van het object als essentieel (cultuurhistorisch, functioneel en/of architectuurhistorisch en visueel) onderdeel van een complex; 2. a. bijzondere, beeldbepalende betekenis van het object voor het aanzien van zijn omgeving; b. bijzondere betekenis van het complex voor het aanzien van zijn omgeving, wijk, stad of streek; 3. a. bijzondere betekenis van het complex wegens de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing in relatie tot de onderlinge historisch-ruimtelijke context en in relatie tot de daarbij behorende groenvoorzieningen, wegen, wateren, bodemgesteldheid en/of archeologie; b. bijzondere betekenis van het object wegens de wijze van verkaveling/ inrichting/ voorzieningen. IV Gaafheid en herkenbaarheid: belang van het object/complex 1. wegens de architectonische gaafheid en/of herkenbaarheid van ex- en/of interieur; 2. wegens de materiële,
van natuursteen en marmer is doorgezet in de tuin van een van de binnenhoven waardoor het lijkt alsof het interieur en de tuin in elkaar overlopen.
Het gebouw is van betekenis als hoofdgebouw van de universiteitscampus, waar de aula is gevestigd.
Het gebouw heeft betekenis als afsluiting van de van oost naar west gesitueerde as in het stedenbouwkundig plan van Jan van der Laan. De stad gaat hier over in het bos, de Warande.
De relatie van het gebouw met de omgeving en de groenaanleg van de voormalige buitenplaats ‘De Oude Warande’ rondom het gebouw is van hoge kwaliteit.
Het gebouw is in hoge mate gaaf bewaard gebleven.
3.
4.
5.
6.
technische en/of constructieve gaafheid; als nog goed herkenbare uitdrukking van de oorspronkelijke of een belangrijke historische functie; wegens de waardevolle accumulatie van belangwekkende historische bouwen/of gebruiksfasen; (van specifiek het complex) wegens de gaafheid en herkenbaarheid van het gehele ensemble van samenstellende onderdelen (hoofd- en bijgebouwen, hekwerken, tuinaanleg e.d.); in relatie tot de structurele en/of visuele gaafheid van de stedelijke, dorpse of landschappelijke omgeving.
V Zeldzaamheid 1. belang van het object/complex wegens absolute zeldzaamheid in architectuurhistorisch, bouwtechnisch, typologisch of functioneel opzicht; 2. uitzonderlijk belang van het object/complex wegens relatieve zeldzaamheid in relatie tot één of meer van de onder I t/m III genoemde kwaliteiten. Onderdelen zonder monumentale waarde: - Exterieur - Interieur
De oorspronkelijke belangrijke functie is gehandhaafd.
Het object is van belang als zeldzaam exemplaar van het type universiteitsgebouw dat contemplatief van karakter is.
Receptiegeschiedenis, prijzen e.d.
Over het gebouw is na oplevering gepubliceerd in de vakbladen Bouw, Katholiek Bouwblad, Baksteen en in Vrij Nederland. In 1986 verscheen een lovend artikel over het gebouw in het tijdschrift Brabantia. Jos. Bedaux is zeer geliefd in de regio Tilburg/Goirle. Woonhuizen van zijn hand zijn over het algemeen goed bewaard gebleven. Zijn oeuvre is hoofdzakelijk in de provincie Noord-Brabant is gerealiseerd. Bedaux had geen officiële opleiding tot architect, behoorde niet tot een architectuurstroming en was geen theoreticus. Om deze redenen is de waardering voor zijn oeuvre buiten de provincie Noord-Brabant laat op gang gekomen. De laatste jaren staat zijn werk in de belangstelling, er is een stichting Jos. Bedaux opgericht onder voorzitterschap van Jo Coenen, er is een publicatie over Bedaux verschenen in de Bonas-reeks van het NAi en er is een tentoonstelling van zijn oeuvre georganiseerd. Het Cobbenhagengebouw is op verzoek van de universiteit in 2009 aangewezen als gemeentelijk monument.
Overige
KENNIS: FEITENVERZAMELING Oorspronkelijke functie Typologie Huidige functie (met jaartal)
Cultuur, gezondheid, wetenschap, Onderwijs en wetenschap Universiteitsgebouw Universiteitsgebouw Universiteitsgebouw (2012)
Naam object
Momenteel wordt het gebouw “Cobbenhagengebouw” genoemd. De oorspronkelijke naam is Gebouw A.
Stijl/stroming
Niet in te delen bij specifieke stroming.
Bouwtijd (ook de planfase)
Opdracht verstrekt aan Jos. Bedaux in september 1950. Eerste ontwerp 1950-1951. Tweede ontwerp 1952 Derde ontwerp 1955. in samenwerking met J.A. van der Laan, Definitief ontwerp 1959. Opening in 1962 door Koningin Juliana.
Architect(en)/ontwerper(s) Uitvoerder (aannemer e.d.) Opdrachtgever
Jos Bedaux, J.A. (Jan) van der Laan Bouw-& Adviesbureau Ir. K. Bakker en Ir. H.A. Dicke, constructie, N. Kloots (advies) Katholieke Economische Hogeschool Tilburg
Exterieur
Rechthoekige plattegrond met twee binnenhoven.
Gevels alle vier even hoog (11 meter). Aula, centraal trappenhuis en de grote collegezaal steken er bovenuit. Vensters in verschillende formaten, ritmisch geplaatst. Geveldelen met geprefabriceerde puien. Een brede onderdoorgang in de oostgevel leidt naar een van de binnenhoven. In de binnenhoven een groenaanleg met geometrisch ontwerp. gebouw, constructietechniek
De buitengevels zijn bekleed met platen van lichtgrijze Muschelkalk. Zij bestaan uit drie halfsteenswanden met twee spouwen waarvan de verbindingen ten opzichte van elkaar verspringen. Vloeren van beton, rustend op de binnenste spouwmuur. Binnenwanden in gele handvormsteen in een speciaal formaat van 25x4 cm, gebakken door een Nederlandse steenfabriek. Geprefabriceerde glazen puien.
Interieur (indeling)
Het interieur kent nog grotendeels de oorspronkelijke indeling. Interieur: begane grond: bibliotheek, hoofdtrappenhuis, instituten, senaatszaal, kamer curatoren, administratiekamers, koffiekamer, aula, collegezaal, werkkamers, twee. Daaromheen gangen die zich hier en daar verbreden zodat ontmoetingsplekken ontstaan. Een tussenverdieping (mezzanine) met silentium en leeszaal. Op de verdieping een werkcollegezaaltje, collegezaal, trappenhuis, koffiekamer voor hoogleraren en docenten, kamers voor hoogleraren, de kamer van de rector magnificus, instituten, het balkon van de aula, een collegezaal en een psychologisch laboratorium. Kelder: bibliotheek, boekenmagazijn, centraal magazijn, werkplaatsen, garderobe, cv-ruimte, fietsenstalling, collegezaal. Hier was ook de luchtverversingsinstallatie ondergebracht.
interieur, techniek en materialen
Wanden van schoon metselwerk in gele handvormsteen. De (lichtgrijze) voegen zijn gevuld met specie met grof zand en geborsteld. De meeste wanden krijgen indirect licht door lichtkoepels of lichtstroken, veel wanden hebben strijklicht. Vloer van Noorse leisteen met banden van wit marmer. Glazen wanden. Grote trap met balustrade van metaal, witgeschilderd met goudkleurige knoppen.
Kunstwerken/orgels/ gedenktekens/meubels die onderdeel zijn van het monument nr. 1 Materiaal/techniek Locatie (in/aan het beschermde monument) Kunstenaar Voorstelling
wandkleed In aula
M. Saint Saens Orpheus
Datering Stijl/stroming Afmetingen
Groen erfgoed: beplanting
Het tuinontwerp in de twee binnenhoven is van Pieter Buys. De natuurstenen vloer van het gebouw loopt door in de tuin. Het karakter van de tuin wordt bepaald door grasveldjes, haagjes en enkele kleine boompjes.
Stedenbouwkundige ligging, situering (incl. aanduiding windstreek), omgeving van belang
In het stedenbouwkundig ontwerp voor Tilburg dat na de Tweede Wereldoorlog is uitgevoerd, is een oostwestverbinding gerealiseerd om de toegenomen verkeersstromen door de stad te leiden. Enkele kilometers voor de beëindiging aan de westzijde kreeg de as een verbreding. Aan een zijde werd een woonwijk gerealiseerd, aan de andere kant was een bebouwing voorzien met losse objecten in het groen. Het gebouw voor de Economische Hogeschool was bedoeld als afsluiting van de as. Het vormt de overgang naar de Warande. Voor de stadsuitbreiding is een deel van het bos opgeofferd. Voorzien was een deel van het bos te behouden, maar vanwege de slechte staat was het nodig om een groot deel van de bomen te kappen. Kleine groepen bomen zijn gespaard en opgenomen in de nieuwe parkaanleg.
Archeologische relevantie ondergrond
Het gebouw ligt niet op een terrein met archeologische verwachtingswaarde.
Geschiedenis Roerende objecten van belang voor het gebouw
De (oorspronkelijke) lichtarmaturen zijn in sterke mate sfeerbepalend en vervullen een belangrijke decoratieve rol binnen het verder sobere interieur.
Relevante wijzigingen
De natuurstenen platen op de vloer zijn gevoegd om praktische redenen, onder andere omdat veel dames met dunne hakken in de voegen zouden zijn blijven steken. Renovatie in 2012 door architect Jacq. de Brouwer van Bedaux De Brouwer. Daarbij zijn diverse maatregelen getroffen om het gebouw te verduurzamen. Rond de binnenplaats is dubbel glas aangebracht en er is een sedumdak aangebracht.
Bezocht
Bezocht door L.J.J. von Santen juli 2012. Interieur niet
toegankelijk vanwege renovatie Overige
KENNIS: BRONNEN Primaire bronnen, kaarten, literatuur, documentatie, websites Nr. 1 Nr. 2 Nr. 3 Nr. 4 Nr. 5 Nr. 6
Interviews bewoners, gebruikers
Christel Leenen m.m.v. Evelien van Es, Jos. Bedaux architect (1910-1989), Rotterdam 2010. Frans van der Ven, Jos. Bedaux architect, Tilburg 1989 M. Ouwendijk, “De katholieke Hogeschool in Tilburg”, Brabantia 35 (1986) 5, pp. 5-8 A. Buffinga, “De r.k. economische hogeschool in Tilburg: een kritische bespreking”, in Bouw 20 (1964), pp. 436-442 “Een moderne economische hogeschool te Tilburg: ook om economische redenen in baksteen uitgevoerd”, in: Baksteen 4 (1962) nr 5, pp. 18-25 A.J.J, van Rooij, “Twee hogescholen: langs de spanningslijnen tussen synthese en analyse”, in: Katholiek Bouwblad 31 (1963), pp. 437-441