Monument: Epe, Norelbosweg 8, begraafplaats en aula REGISTER Monumentnummer Identificatienummer Basisregistratie Provincie Gemeente Plaats Straat/huisnummer Postcode Kadastrale aanduiding Datum inschrijving in register beschermde monumenten Datum, deel en nummer van inschrijving in openbare registers Aanduiding of korte omschrijving Complexonderdeel van complex [naam of complexnummer]
Gelderland Epe Epe Norelbosweg 8 8161 AS EPE EN OENE A 3009
Algemene begraafplaats met begraafplaatsaula
KENNIS: WAARDERING I Cultuurhistorische waarden: belang van het object/complex 1. als bijzondere uitdrukking van (een) culturele, sociaaleconomische en/of bestuurlijke/beleidsma tige en/of geestelijke ontwikkeling(en); 2. als bijzondere uitdrukking van (een) geografische, landschappelijke en/of historisch-ruimtelijke ontwikkeling; 3. als bijzondere uitdrukking van (een) technische en/of typologische ontwikkeling(en); 4. wegens innovatieve waarde of pionierskarakter; 5. wegens bijzondere herinneringswaarde. II Architectuur- en kunsthistorische waarden: (bijzonder) belang van het object/complex 1. voor de geschiedenis van de architectuur en/of bouwtechniek;
De begraafplaats is een uitdrukking van de ontwikkelingen op funerair gebied, in het bijzonder als voorbeeld van een algemene begraafplaats met aula uit de Wederopbouw.
De begraafplaats is een voorbeeld van een gemeentelijke of algemene begraafplaats, een type dat na de Tweede Wereldoorlog opkwam en niet altijd meer gescheiden was op basis van religie.
De graftekens zijn van historische en genealogische waarde. Ze vormen een bijzondere herinnering aan de bewoners uit de omgeving.
De begraafplaats is een voorbeeld van de naoorlogse functionalistische tuinarchitectuur. Kenmerkend hiervoor is de rol van het reeds aanwezige landschap in het ontwerp. Zo zijn vele bomen van het oorspronkelijke gemengde bos behouden, waardoor de begraafplaats een bosachtig karakter heeft. Nieuwe beplanting werd gebruikt om de ruimte verder te definiëren en om accenten of oriëntatiepunten te creëren. Kenmerkend voor deze stroming is ook de geometrische vormentaal, zoals de rechte paden, rechthoekige kamers met de zerken in rechte rijen, vierkante plantvakken en rechte hagen. Het ensemble van de graftekens is van kunsthistorisch belang en geeft een beeld van de veranderingen in de vormgeving van graftekens. Aanvankelijk mochten alleen eenvoudige, rechthoekige graftekens liggend of staand worden aangebracht. In een later stadium is dit losgelaten en ontstaat er meer differentiatie in de graftekens.
2. voor het oeuvre van een bouwmeester, architect, ingenieur of kunstenaar;
3. wegens de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp; 4. wegens het bijzondere materiaalgebruik, de ornamentiek en/of monumentale kunst; 5. wegens de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur(onderdelen). III Situationele en ensemblewaarden 1. betekenis van het object als essentieel (cultuurhistorisch, functioneel en/of architectuurhistorisch en visueel) onderdeel van een complex; 2. a. bijzondere, beeldbepalende betekenis van het object voor het aanzien van zijn omgeving; b. bijzondere betekenis van het complex voor het aanzien van zijn omgeving, wijk, stad of streek; 3. a. bijzondere betekenis van het complex wegens de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing in relatie
De begraafplaats is een voorbeeld van een naoorlogse begraafplaats binnen het oeuvre van de tuinarchitect/docent Wim C.J. Boer (Boskoop 1922 – 1999). Boer neemt een bijzondere plaats in tussen de naoorlogse landschapsarchitecten. Hij nam zowel de ontwerpopvattingen als de maatschappelijke visie van het Nieuwe Bouwen over. Tuinarchitectuur zag hij, als een van de eersten, los van de plantenkwekerij. Hij verwerkte maatschappelijke veranderingen (zoals het naoorlogse optimisme, de gemeenschapszin en het welvaartsdenken) sneller in zijn ontwerpopvattingen dan collega’s. Daardoor is hij van grote betekenis voor zijn vakgebied. De begraafplaats is hier een uitdrukking van, bijvoorbeeld in de functionalistische vormgeving. De begraafplaats heeft een overwegend bosachtige sfeer en de grafvelden zijn sober, besloten en intiem. Het geheel heeft een sfeer van eenvoud en nietigheid. Boer hanteerde op consequente en compromisloze wijze zijn ontwerpuitgangspunten, waardoor hij een hoge kwaliteit wist te bereiken.
Het materiaalgebruik van het plein rond de aula en het exterieur van de aula (grindstenen, hout) is aan de binnenzijde van de aula doorgezet, waardoor een sterk ensemble is gecreëerd.
De aula en de eigenlijke begraafplaats vormen een historisch, functioneel en ruimtelijk ensemble.
De situering in het bos schermt de begraafplaats af van de buitenwereld. De begraafplaats gaat door de vele bomen en een ontbrekende erfafscheiding op in het omringende bos en het bos is onderdeel van de begraafplaats. Deze integratie van de begraafplaats en het bos is onderdeel van het ontwerp.
Bij het ontwerp van de begraafplaats is Boer uitgegaan van het reeds aanwezige landschap. Zo zijn vele bomen van het oorspronkelijke gemengde bos behouden. Hagen, paden en zerken bepalen de indeling van het terrein. De begraafplaats heeft hierdoor een sterk bosachtig karakter.
tot de onderlinge historisch-ruimtelijke context en in relatie tot de daarbij behorende groenvoorzieningen, wegen, wateren, bodemgesteldheid en/of archeologie; b. bijzondere betekenis van het object wegens de wijze van verkaveling/ inrichting/ voorzieningen. IV Gaafheid en herkenbaarheid: belang van het object/complex 1. wegens de architectonische gaafheid en/of herkenbaarheid van ex- en/of interieur; 2. wegens de materiële, technische en/of constructieve gaafheid; 3. als nog goed herkenbare uitdrukking van de oorspronkelijke of een belangrijke historische functie; 4. wegens de waardevolle accumulatie van belangwekkende historische bouwen/of gebruiksfasen; 5. (van specifiek het complex) wegens de gaafheid en herkenbaarheid van het gehele ensemble van samenstellende onderdelen (hoofd- en bijgebouwen, hekwerken, tuinaanleg e.d.); 6. in relatie tot de structurele en/of visuele gaafheid van de stedelijke, dorpse of landschappelijke
De aula is ongewijzigd. De aanleg van de begraafplaats is behouden.
De aula en de aanleg en beplanting van de begraafplaats zijn gaaf behouden. De begraafplaats is nog als zodanig in functie. De oorspronkelijke functie is dan ook goed herkenbaar.
Op de begraafplaats zijn vanaf 1965 tot op heden graven aangebracht. De graven dateren uit alle perioden en geven een beeld van de ontwikkelingen in graftekens. Aanvankelijk mochten alleen eenvoudige, rechthoekige graftekens liggend of staand worden aangebracht. In een later stadium is dit losgelaten en ontstaat er meer differentiatie in de graftekens. De historische, functionele en ruimtelijke relatie van de aula en de eigenlijke begraafplaats bestaat nog steeds.
De situering in het bos en de ruimtelijke relatie met het omringende bos zijn onveranderd.
omgeving. V Zeldzaamheid 1. belang van het object/complex wegens absolute zeldzaamheid in architectuurhistorisch, bouwtechnisch, typologisch of functioneel opzicht; 2. uitzonderlijk belang van het object/complex wegens relatieve zeldzaamheid in relatie tot één of meer van de onder I t/m III genoemde kwaliteiten.
De begraafplaats is tamelijk uniek vanwege zijn innovatieve en functionalistische karakter.
Onderdelen zonder monumentale waarde: - Exterieur - Interieur Receptiegeschiedenis, prijzen e.d. Overige
KENNIS: FEITEN Oorspronkelijke functie Typologie Huidige functie (met jaartal) Naam object Stijl/stroming Bouwtijd (ook de planfase) Architect(en)/ontwerper(s) Uitvoerder (aannemer e.d.) Opdrachtgever gebouw, constructietechniek Interieur/afwerking
Uitvaartcentra en begraafplaatsen Algemene begraafplaats Begraafplaatsaula Algemene begraafplaats (2012) Begraafplaatsaula (2012) Functionalistische tuinarchitectuur (circa 1962-64 (ontwerp); 1964 (aanleg); 1965 (eerste graf) Willem Christiaan J. (Wim) Boer (Boskoop 1922 – Emmen 2000), tuinarchitect
Aula: gevels van baksteen, houten gevelafwerking, houten kozijnen, platdak. Aula: vloer van grindtegels, wanden van schoon metselwerk, houten kozijnen en deuren, pilaren met
Stedenbouwkundige ligging, situering
Archeologische relevantie ondergrond
hout omkleed, plafond van houten schrootjes. De begraafplaats is gelegen in de bossen ten noorden van Epe. Ten zuidwesten van de begraafplaats is een villawijk in de bossen gesitueerd. De begraafplaats ligt voor zever bekend niet op een terrein van archeologische verwachtingswaarde.
Toegepaste materialen Kunstwerken/orgels/ gedenktekens/meubels die onderdeel zijn van het monument Groen erfgoed: aanleg/beplanting
De begraafplaats is een zogenaamde bosbegraafplaats. Op het terrein was oorspronkelijk een gemengd loof- en naaldhoutbos aanwezig. Dit bos is behouden in de opzet van de begraafplaats. De onderbeplanting werd verwijderd. Nieuwe beplanting is aangebracht om de ruimtes te definiëren en om accenten of oriëntatiepunten te creëren. De begraafplaats kent geen erfafscheiding (anders dan een eenvoudig hekwerk) en gaat naadloos over in de omringende bossen. Het entree- en middengebied kent een bestrating van vierkante grindtegels in een blokvormig patroon. Hierin zijn rechthoekige plantvakken opgenomen die zijn afgezet met grind stoepranden en beplant met groenblijvende heesters en coniferen. Midden op dit bestrate gedeelte staat de aula. Vanuit het bestrate gedeelte loopt een hoofdontsluiting naar de achterzijde van het terrein. Aan weerszijden zijn de grafvelden gesitueerd. De hoofdpaden zijn geasfalteerd. De grafvelden zijn vormgegeven als twee rijen van vier rechthoekige groene kamers die uit het bos zijn gespaard. De kamers aan de linker zijde zijn onderling verschoven, waardoor de aswerking van de hoofdontsluiting wordt getemperd. Onverharde, rechte paden verbinden de kamers onderling. Langs de paden zijn de graven in twee of drie rijen gelegd. Enkele grove dennen en loofbomen zijn als solitairen tussen de graven bewaard. De kamers zijn omzoomd door lage taxushagen. Tussen de kamers zijn eveneens rijen met graven gesitueerd. De afmetingen van de kamers en de tussenruimtes zijn gebaseerd op een stramien, waardoor een afgewogen en rustgevend karakter is bereikt. De
losse situering van de solitaire bomen en perken met struiken doorbreekt dit strenge patroon. Geschiedenis
Het achterste veld aan de rechter zijde is speciaal voor katholieken gereserveerd. Een groot houten kruis markeert dit. Aanvankelijk mochten alleen eenvoudige, rechthoekige graftekens liggend of staand worden aangebracht. In een later stadium is dit losgelaten en ontstaat er meer differentiatie in de graftekens.
Roerende objecten van belang voor het gebouw Relevante wijzigingen Bezocht
Jojanneke Clarijs, 08-10-2012: begraafplaats en exterieur en interieur aula.
Overige
Boer ontwierp een groot aantal begraafplaatsen. De begraafplaats in Epe is zeer sober vormgegeven en is typerend voor Boers opvattingen uit de jaren 1950 en 1960 over rustig, harmonieus vormgegeven begraafplaatsen. Boer streefde naar een eenvoudig verloop van de begrafenis, waarbij de volgorde van kist gevolgd door de rouwstoet niet werd onderbroken. De situering in het bos schermde de begraafplaats af van de buitenwereld. Boer situeerde vaak de aula bij de hoofdingang van de begraafplaats, opdat deze functioneerde als een overgang tussen binnen en buiten, tussen leven en dood. Boer ontwierp de aula tevens als belangrijkste oriëntatiepunt. Het creëren van kamers, vergelijkbaar met de moduleaanpak (stempels) in de woningbouw, is een nieuw fenomeen. De strakke, functionele hoofdopzet van het entreegebied en de kamers, aangevuld met losse, schilderachtige detaillering in de vorm van plantperken is kenmerkend voor zijn ontwerpen uit deze periode.
KENNIS: BRONNEN Primaire bronnen, kaarten, literatuur, documentatie, websites Nr. 1 Nr. 2
D.C. Louwerse, Wim Boer; beschrijving en documentatie van zijn beroepspraktijk, Wageningen 1982. Oldenburger-Ebbers, C.S., Backer, A., Blok, E., Gids voor de Nederlandse Tuin- en landschapsarchitectuur,
deel West, Rotterdam 1998 Interviews bewoners, gebruikers