1718 Begraafplaats Groenesteeg Leiden Herstelplan Begraafplaats Den Haag 21 februari 2014
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE ......................................................................................................................................... 2 1.INLEIDING .................................................................................................................................................... 3 2.BETROKKEN PARTIJEN .............................................................................................................................. 4 3.KADASTRAAL OBJECT................................................................................................................................ 5 4.MONUMENTGEGEVENS............................................................................................................................. 6 5.OPNAME ...................................................................................................................................................... 7 6.HERSTELMETHODIEK................................................................................................................................. 8 6.1.ALGEMEEN ........................................................................................................................................... 8 6.2.NATUURSTEEN..................................................................................................................................... 8 6.3.STELWERK GRAF ................................................................................................................................. 9 6.4.METSELWERK .................................................................................................................................... 10 6.5.HEKJES ............................................................................................................................................... 11 6.6.GROEN ................................................................................................................................................ 12 6.7.ALGEMENE OMSCHRIJVINGEN ........................................................................................................ 14 7.BIJLAGEN .................................................................................................................................................. 20
2
1.INLEIDING OPDRACHT Het Herstelplan Begraafplaatsis opgesteld in opdracht van de gemeente Leiden. Contactpersoon dhr. R.D. Jansen, omgevingsmanager projectmanagementbureau. Buiten de opdracht vallen: - het entreegebouw, de aula. - brug - toegangshek - paden / verharding - verlichting - bewegwijzering - groenvoorziening - walkanten - overig meubilair. DOEL Doel van de rapportage is een brede opname van de huidige staat van de begraafplaat en het opstellen van een herstelplan met als doel instandhouding en het begeleiden van verval, toegespitst op de graven. INVENTARISATIE EN INSPECTIE De inspecties zijn uitgevoerd in weken zes en zeven van het jaar 2014. De inspectie is visueel uitgevoerd waarbij graven niet zijn geroerd. In de volgende fasen zal, afhankelijk van het traject dat doorlopen zal gaan worden, deze inspectie met bijbehorend herstelplan verder gespecificeerd worden. Er is aandacht besteed aan de graven individueel, grafhekken, het groen dat nadelige invloed heeft of gaat hebben op de graven, en het aanwezige metselwerk. Tevens zijn de herstelwerkzaamheden van de voorgaande restauratie door Braaksma&Roos architectenbureau in 1993 in relatie tot de huidige staat meegenomen in de herstelmethodiek. RAPPORT OPGESTELD Februari 2014 Ing. E. v. Boxtel Braaksma&Roos Architectenbureau B.V
3
2.BETROKKEN PARTIJEN OPDRACHTGEVER Gemeente Leiden - Contactpersoon: dhr R.D. (Rob) Jansen Adresgegevens Stationsplein 107 2312 AJ LEIDEN Postbus 9100 2300 PC LEIDEN Tel. nr.: 071 - 516 59 13 Mob.nr: 06 – 52 45 16 85 e-mail:
[email protected] e-mail: secretariaat:
[email protected] ARCHITECTENBUREAU Braaksma&Roos Architectenbureau Contactpersonen: - Projectarchitect: Dhr. Y. (Yske) Braaksma - Projectleider: Dhr. E. (Emiel) v. Boxtel Toussaintkade 52 2513CL Den Haag www.braaksma-roos.nl Tel: 070-3615363 Tel (EvB): 070-3114033 Mob nr. (EvB): 06-57571503 e-mail: EvB:
[email protected] e-mail: YB:
[email protected] MONUMENTENZORG LEIDEN Erfgoed Leiden en Omstreken - Dhr A. R. (Anne Rients) Slotema , senior adviseur monumenten Boisotkade 2A Postbus 16113 2301 GC Leiden www.erfgoedleiden.nl 071 516 5299 e-mail:
[email protected] STICHTING Stichting Groenesteeg Contactpersoon: - Mvr. A. (Anneke) Jesse e-mail:
[email protected] - Dhr. L. (Lodewijk) Kallenberg e-mail:
[email protected]
4
3.KADASTRAAL OBJECT ADRES Groenesteeg 126 2312 SR te LEIDEN Kadastrale aanduiding: Kadastrale gemeente: Leiden Sectie: C Kadastraal object 2320 / 2321 http://monumentenregister.cultureelerfgoed.nl/php/main.php?cObject=Object&cAction=show&cOffset= 3&cOBJnr=24699&cLast=64090&oField=OBJ_RIJKSNUMMER&oOrder=&sCompMonNr=&sCompMo nName=&sStatus=&sHoofdcatego FUNCTIE J Oorspronkelijke functie Uitvaartcentrum en begraafplaats Bijzondere gegevens van de locatie: De graven zijn onder te verdelen in twee typen: zandgraven en keldergraven. Uitgangspunt 1993: Na herstel mag er geen verschil te zien zijn tussen deze typen. zijn De typen graven zijn te verdelen in liggende en staande graven. Van deze graven zijn er 9 monument. Internet website: http://www.begraafplaatsgroenesteeg.nl/
5
4.MONUMENTGEGEVENS STATUS GEBOUW / TERREIN Rijksmonument, Rijksmonument nummer: 24699 Groenesteeg 126 2312SR Leiden Zuid-Holland (gemeente Leiden) Contactpersoon: dhr/mvr Anne Rients Slotema ,
[email protected] KORTE OMSCHRIJVING Begraafplaats en –onderdl. Derde kwart van de 19e eeuw (aula) 19e eeuw (begraafplaats) Salomon van der Paauw REDEGEVENDE OMSCHRIJVING BESCHRIJVING BEGRAAFPLAATS GROENESTEEG Begraafplaats "Groenesteeg" en aula. De begraafplaats ligt op een bolwerk aan de ZO.-zijde van de oude stad op de hoek van de Zijlsingel en de Nieuwe Rijn. Het in eclectische trant opgetrokken aulagebouw dateert uit het derde kwart van de 19e eeuw en is ontworpen door de stadsbouwmeester Salomon van der Paauw. Gepleisterd rechthoekig gebouw met verdieping en flauw hellend zadeldak. Veelhoekige pilasters op de hoeken, waaromheen de cordonlijst en de kroonlijst zijn omgekornist. Getoogde inrijdeur en zijvensters, evenals de overige vensters, die rechthoekig zijn met afgeschuinde hoeken, voorzien van geprofileerde lijsten op kleine consoles. De vensters, voorzover niet blind, hebben zesruitsschuiframen. Naast de aula een ijzeren toegangshek met hardstenen obeliskvormige pijlers. Op de begraafplaats 19e eeuwse zerken en grafmonumenten.
6
5.OPNAME OPNAME EN HERSTELWERKZAAMHEDEN De herstelwerkzaamheden (volgend uit de opname) zijn opgenomen in de tabel in bijlage 1. TABEL De tabel geeft informatie over: - Het vakletter - Het grafnummer - Foto behorende bij graf. Zie bijlage 2. Er zijn uitsluitend foto’s gemaakt van graven waar een herstelmethode is toegewezen. - Staand of liggend graf, betreft het een liggende of staande zerk. - Kelder of zandgraf, betreft het een graf met gemetselde grafkelder voorzien van zerk of zerk op zand. - Monumentstatus indien toegekend. - Grafhekjes. H = Hekje aanwezig H = Hekje aanwezig op oude stukken (voorgaande restauratie) H* = Gaten tbv hekje aanwezig H_ = Hekje aanwezig, niet tijdens voorgaande restauratie - Nummer herstelmethode. 1 t/m 48. Zie voor verdere uitleg hoofdstuk 6 Herstelmethodiek. Enkele voorgenomen herstelmethoden (nummers) zijn niet van toepassing gebleken en dientengevolge weggelaten uit de tabel. In verband met de relatie tussen de op locatie gemaakte opname en de gegevens in de tabel zijn de nummers niet opgeschoond. AANPAK 1993 De aanpak in 1993 is ingevoegd in bijlage 4. Op tekening is inzichtelijk gemaakt bij welke graven men op bases van een opname voornemens was werkzaamheden uit te voeren. De aanpak is opgedeeld in 6 verschillende vormen van aanpak: - Opnieuw stellen - Ophogen en opnieuw stellen - Aanschuiven - Lijmen - Betonplaat - RVS bandje STICHTING De stichting Groenesteeg heeft simultaan de grafhekjes en de grafpaaltjes geïnspecteerd. Doel is inzichtelijk te maken waar grafhekjes staan en gestaan hebben, en waar grafpaatjes staan, ontbreken, behoren te staan of zijn verzakt. Zie bijlagen 5 en 6.
7
6.HERSTELMETHODIEK
6.1.ALGEMEEN Ten behoeve van de herstelwerkzaamheden van het voegwerk van keldergraven zal een aanname gedaan worden. Door de aanwezigheid van de zerken is hier momenteel geen opname voor mogelijk. Voor het herstellen van voegwerk aan de buitenzijde van de keldergraven zijn enkele graven reeds opgenomen. Ten behoeve van alle niet opgenomen vierkante meters zal een aanname gedaan worden.
6.2.NATUURSTEEN 1. GEEN WERKZAAMHEDEN. De aangetroffen afwijkingen worden binnen het huidige kader geaccepteerd. Er zullen geen werkzaamheden aan het graf worden uitgevoerd in volgende fasen. 2. KLEINE SCHEUR. HANDMATIG REPAREREN In het natuurstenen onderdeel bevindt zich een gestabiliseerde scheur. Om esthetische redenen of om inwateren te voorkomen moet de scheur worden dichtgezet. Hiervoor de scheur met minimale breedte zwaluwstaartvorming uitslijpen en repareren met Jahn M70 natuursteenherstelmortel in de kleur van de verweerde natuursteen. Het einde van de scheur voorzichtig inboren om het ‘uitlopen tot nul’ te voorkomen. In overleg met de directie kan worden besloten de scheur alleen in te wassen. 3. INWATERENDE BRANDLAGEN. REPAREREN MET REPARATIEMORTEL Brandlagen (stylolieten) zijn een gebrek in de vorm van een grillig vertand grensvlak in kalksteen (met name hardsteen). Als een zwart onoplosbaar residu op het grensvlak voorkomt, spreekt men van een ‘zwarte ader’ of ‘brandlaag’. Indien de afstand tussen de styloliet en het zichtvlak van de steen meer dan 4 cm bedraagt, zal de styloliet de duurzaamheid van de steen in het algemeen niet beïnvloeden. Over het algemeen hoeft er aan brandlagen (stylolieten) niets te worden gedaan, echter wanneer deze inwateren kunnen ze door weersinvloeden schade veroorzaken. Inwaterende brandlagen met minimale breedte zwaluwstaartvorming uitslijpen en repareren met Jahn M70 natuur herstelmortel in de kleur van de verweerde natuursteen. Het einde van de brandlaag voorzichtig inboren om het ‘uitlopen tot nul’ te voorkomen. In overleg met de directie kan worden besloten de styloliet alleen in te wassen. 4. ENKELVOUDIGE BREUK. REPARATIE MET KLEINE DOKEN OF GROTE DOKEN OF MORTEL Er dient grote aandacht besteed te worden aan het hijsen van de zerk om breuk te voorkomen. De steen moet met balkhout en klemmen gezekerd worden. Eén van onderstaande herstelmethodes zal worden toegepast om de breuk te herstellen. In eerste instantie, bij voldoende draagkrachtige ondergrond (betonplaat of metselwerkranden) zal herstelmethode 1 worden toegepast: schrale mortel. Herstellen met doken gebeurd in overleg met directie in kleine of grote doken. MORTEL De breukvlakken reinigen met warm water en kokosborstel. Weggebroken stuk zerk op een bestaande betonnen plaat aanbrengen in een schrale traskalkmortel. Hierbij is het belangrijk dat de hardheid van de mortel zachter moet zijn dan de bovenliggende steen. In de mortel groeven aanbrengen om eventueel doorsijpelend water af te voeren. KLEINE DOKEN Een enkelvoudige breuk kan ter plaatse worden hersteld. Beide delen bij elkaar houden en vanaf de zijkant schuin over de breuk naar twee richtingen toe een rvs316 dook aanbrengen Ø10x150mm. Per breuk 2 doken opnemen. De breuk eerst reinigen en spaarzaam (met dotten) verlijmen, er mag geen lijm uit de breuklijn puilen. Zorgen dat het zichtvlak van beide delen weer in één lijn ligt. Boorgaten repareren met Jahnmortel
8
GROTE DOKEN De steen is gebroken met een grote breuk. De losse delen moeten aan elkaar gelijmd worden met rvs316 doken Ø20x400 mm. De bestaande plaat demonteren, de breukvlakken reinigen met water en opstellen zoals onderstaande afbeelding. Per breuk 2 doken gebruiken. De breuk spaarzaam ( met dotten) verlijmen, er mag geen lijm uit de breuklijn puilen. Zorgen dat het zichtvlak van beide delen weer in één lijn ligt. De plaat opnieuw stellen. Wanneer de kans op schade te groot is mag de steen ter plaatse worden gerepareerd zonder de steen te demonteren. 6. ENKELVOUDIGE / MEERVOUDIGE BREUK / STEEK. BETONPLAAT AANBRENGEN Er dient grote aandacht besteed te worden aan het hijsen van de zerk om breuk te voorkomen. De steen moet met balkhout en klemmen gezekerd worden. De zerk is meervoudig gecompliceerd gebroken en zal opnieuw gesteld moeten worden op een stabiele ondergrond. De delen van de zerk moeten worden gemerkt en opgenomen. De breukvlakken reinigen met warm water en kokosborstel. Onder de zerk een betonnen plaat aanbrengen, waarna de delen in een traskalkmortel op de plaat worden gelegd. In de mortel groeven aanbrengen om eventueel doorsijpelend water af te voeren. Bij keldergraven een prefab betonplaat aanbrengen binnen de kelderwand met bovenzijde van de kelderwand gelijk zodat de betonplaat uit het zicht blijft. Betonplaat laten rusten op rvs316 beugels gemonteerd met rvs chemische ankers. GRAFNUMMER 100 De zerk verkeert in zodanige slechte staat dat herstel niet meer mogelijk is. Losse stukken bij elkaar leggen zodat het graf geen storende werking heeft op zijn omgeving en het graf geleidelijk en begeleid laten vervallen. Zie voor behandeling graf 105, foto 1701. 8. MEERVOUDIGE BREUK IN STAANDE ZERK, RVS HULPCONSTRUCTIE AANBRENGEN De staande zerk is op meerdere plekken (horizontaal) gebroken. De restauratiemethode uit het verleden heeft niet geholpen en wellicht extra schade aangericht. Deze restauratiemethode bestond uit een natuurstenen achterplaat welke verlijmd werd aan de dunne staande zerken. Door het verzakken van de zerk is de achterplaat aan de zerk gaan “hangen” met breuk (opnieuw) tot gevolg. Eerst dient gecontroleerd te worden of de achterplaat van de zerk is te verwijderen zonder de zerk beschadigen. Als dit mogelijk is, dan dient de plaat verwijderd te worden. Er dient met grote zorg en voorzichtigheid te worden gewerkt. De plaat aan de achterzijde voorzien van een RVS corset dat middels rvs beugels de dunne platen vasthoudt op zijn plek. Per gebroken zerkdeel uitgaan van 2 corsetbeugels. De rvs corset voorzien van zware betonnen voet, welke onder het maaiveld wordt aangebracht op verdichte grond van schoon zand. 10. BEVESTIGINGEN GEDENKPLAAT HERSTELLEN Deel van de bevestigingen van de bestaande gedenkplaat ontbreekt. Aanvullen conform bestaand. 12. ONTBREKENDE DOOK. VERVANGEN IN RVS In de natuursteen bevond zich een ondeugdelijke dook of kram. Nieuw dook aanbrengen in rvs316 in dezelfde afmeting als bestaand. Aangieten met lood. 14. VOEGWERK SLECHT. VOEGEN HERSTELLEN. Op een enkele plaats aan het grafmonument is het voegwerk slecht. Er rekening mee houden dat 100% van het voegwerk zal moeten worden vervangen. Exacte plaats en hoeveelheid in overleg met de directie. Voor het vervangen van voegwerk zie voor technische uitvoering punt 26 en de algemene omschrijving.
6.3.STELWERK GRAF 15. GROND IS VERZAKT. AANVULLEN MET ZAND Rond het graf is de grond verzakt. De reden hiervoor kan verschillen. In enkele gevallen is ten gevolge van het inklinken van de grond hoogteverschil ontstaan. De grond rond het monument aanvullen met wit zand of zwarte aarde in overeenstemming met de omliggende graven.
9
16. SCHEEF GEZAKT. OPNIEUW STELLEN LIGGENDE GRAVEN Het grafmonument en/of zerk is scheef gezakt en moet opnieuw worden gesteld. Waar nodig zand aanvullen om de scheefstand te herstellen. De ondergrond uitvlakken en verbeteren. Het graf hoeft niet exact waterpas te worden gesteld, maar in harmonie met de omliggende grafmonumenten. STAAND GRAF De staande steen staat los of scheef. Meestal is dit het gevolg van een verkeerde fundering, een te klein voetstuk, roestende doken of een slechte kwaliteit natuursteen. De grond onder de steen stabiliseren en verbeteren en de steen opnieuw stellen. 19. GESCHEURDE ZERK. LOS TERUG LEGGEN, AANSCHUIVEN. Wanneer de zerk middendoor is gescheurd in grote fragmenten en er geen reden is om aan te nemen dat deze verder zal gaan scheuren, kan deze los worden teruggelegd. De delen opnemen, Eventuele begroeiing tussen de breuk verwijderen (breukvlakken reinigen met water en kokosborstel), de ondergrond uitvlakken en verbeteren, waarna de delen vlak en tegen elkaar kunnen worden gesteld. 20. ZERK OP ROEF VERSCHOVEN. TERUGSCHUIVEN De zerk is van de roef verschoven. Hier kunnen verschillende oorzaken de reden zijn. Men kan de zerk scheef teruggeleegd hebben na een begrafenis, maar meestal is de oorzaak van het verschuiven het eigen gewicht van de zerk. Doordat deze meestal op een schuine roef ligt, kan de zerk na vele jaren zijn gaan verschuiven. Ook kan het verzakken van het hele grafmonument door het inklinken van de grond de oorzaak ervan zijn dat de zerk is verschoven. De zerk moet worden teruggeschoven op zijn originele plaats. 21. ROEF VERZAKT. OPNIEUW STELLEN De roef van het grafstel is verzakt. Meestal is dit het gevolg van het inklinken van de grond en/of een slechte fundering. Roef ontgraven en opnieuw stellen. Grond verdichten met schoon zand tot de goede draagkrachtige ondergrond ontstaat.. 23. SCHEEFSTAND DOOR WORTELGROEI. NIETS AAN DOEN Op een monumentale begraafplaats komt het vaak voor dat doorgeschoten bomen en struiken het grafmonument wegdrukt en beschadigd. Het kleine conifeertje dat men vroeger heeft geplant is uitgegroeid tot een enorme boom. Vaak zien we dat een boom zich heeft ‘ontfermd’ over een graf en zijn de wortels over het graf heen gegroeid. Begroeiing en graf zijn één geworden. Dit geeft een prachtig sfeerbeeld aan de begraafplaats. Er hoeft derhalve niets aan te worden gedaan. 23. SCHEEFSTAND DOOR WORTELGROEI. HERPLAATSEN Op een monumentale begraafplaats komt het vaak voor dat doorgeschoten bomen en struiken het grafmonument wegdrukt en beschadigd. Het kleine conifeertje dat men vroeger heeft geplant is uitgegroeid tot een enorme boom. Vaak zien we dat een boom zich heeft ‘ontfermd’ over een graf en zijn de wortels over het graf heen gegroeid. Begroeiing en graf zijn één geworden. Ondanks het prachtige sfeerbeeld heeft (of zal) de begroeiing schade aan het graf gaan veroorzaken. Conform punt 16 zal de zerk met bijbehoren worden herplaatst nabij zijn oorspronkelijke positie opdat de (verdere) schade kan worden voorkomen. Na ontgraven deel grond dient in overleg met directie besloten te worden waar en hoe de zerk moet wo4rden herplaatst. Bij staande zerken rekenen op een nieuwe betonnen voet welke als fundering en bescherming zal dienen voor de onderzijde van de zerk.
6.4.METSELWERK 26.SLECHT VOEGWERK BUITENZIJDE GRAF, VOEGWERK VERVANGEN Het merendeel van het voegwerk is slecht of ligt los en werkt het verval van het monument in de hand, terwijl goed voegwerk juist bijdraagt aan het behoud van het monument. Uitgegaan wordt van algemene vervanging van het voegwerk rondom de velden met keldergraven en 2 m2 herstelwerk in de walkant bij veld D (in de hoek bij graven 525t/m532). Het herstelwerk dient tot 300mm onder het maaiveld te worden hersteld, hiervoor dient een deel van het maaiveld te worden ontgraaft. 10
Het herstellen van het voegwerk dient op de onderstaande wijze te gebeuren. Het uitslijpen en uithakken van het voegwerk volgens de volgende omschrijving: - Met een dunne slijpschijf het hart van de voeg verwijderen; - Met een scherpe voegbeitel de overige mortelresten verwijderen, zodanig dat er een voegruimte ontstaat die dezelfde diepte heeft als de hoogte van de voeg, vrij van gruis en stof; - De voegen, indien deze een te kleine hoogte hebben of niet goed bereikbaar zijn, met een beitel of aangepast gereedschap uithakken of krabben; - E.e.a. zodanig uitvoeren dat de steen niet beschadigd wordt; - Wanneer er naar oordeel van de directie te veel is weg geslepen, dient dit op kosten van de aannemer te worden hersteld; - 24 uur voor het voegen de ‘dagproductie’ verzadigen met schoon water, zodanig dat de voegmortel kan verharden zonder dat de ondergrond water uit de voegmortel kan onttrekken; - De nieuwe voeg aanbrengen. Kleur en samenstelling in overleg met de directie, na bemonstering van proefvakken conform het omliggende werk. Uitgangspunt is dat er met kant en klare mortel (Jahn o.g.) gevoegd wordt; - De voeg als aanbrengen overeenkomstig het bestaande werk; - Gedurende het werk en naderhand de nodige maatregelen nemen ten einde de voeg te beschermen en goed uit te laten harden (o.a. afdekken met zeilen en benevelen). Nadat de werkzaamheden klaar zijn de grond weer aanvullen en verdichten m.b.v. van water tot oorspronkelijke hoogte - Bij regen of een mogelijkheid daartoe dient de aannemer voldoende beschermingsmaatregelen te nemen ten einde smetvlekken uit te sluiten. Op tekening en opnamestaat. Let op: Zowel op tekening als opnamestaat aangegeven, deels alleen op tekening. Dit heeft te maken met geconstateerde schaden en aangenomen schaden. 27. BOVENKANT METSELWERK KELDER SLECHT. AFPELLEN TOT GEZONDE STEEN EN OPNIEUW OPMETSELEN Het metselwerk aan de bovenkant van de kelder verkeert in slechte staat en zal tot verder verval van de grafkelder leiden. Het bestaande metselwerk afpellen tot de gezonde steen. Het geheel opnieuw opmetselen met afgebikte bestaande stenen en afvoegen met dezelfde voegmortel als bestaand met hetzelfde model voeg. Rekening houden met Jahn M110 voegmortel o.g. kapotte stenen vervangen door nieuwe, in dezelfde kleur en structuur als de bestaande stenen. Het herstel van de kelder per zijde van de kelder uitvoeren zodat de zerk niet hoeft te worden gelicht. Wanneer de zerk echter wel moet worden verwijderd dan dient dit uiterst zorgvuldig te gebeuren met voldoende ondersteuning om breuk te voorkomen. XX METSELWERK SLECHT. HERSTELLEN Zie tekening. Geen verwijzing in opnamestaat. Een gedeelte van het metselwerk verkeert in slechte staat. Het slechte en losse metselwerk afpellen tot de gezonde steen en met bestaande schoongebikte stenen opnieuw opmetselen. Gebroken en gescheurde stenen vervangen in een steensoort als bestaand. Het metselwerk afvoegen zoals de bestaande voegen. Daarbij dient de uiterste zorg te worden besteed, dat het nieuwe voegwerk qua kleur en structuur aansluit bij het bestaande werk . Rekening houden met Jahn M110 voegmortel o.g. Aanname opnemen in raming.
6.5.HEKJES 32. VERF AFGEBLADDERD, ZIKLAAG IN HET ZICHT, OPNIEUW SCHILDEREN. De verf op het object is deels verdwenen. Er dient onderzoek te worden gedaan naar de kleurstelling en de toegepaste verfsoort. In overleg met de monumentenzorg kan besloten worden het object opnieuw te schilderen. Er wordt vooralsnog vanuit gegaan dat het object opnieuw zal worden geschilderd in dezelfde kleuren en met hetzelfde verfsysteem als bestaand of met een verfsysteem dat aansluit op het bestaande werk. Rekening houden met het schilderen in een siliconenenhars-emulsieverf. ALLE HEKJES 11
34. BEVESTIGING HEKWERK GEROEST, RESTAUREREN EN SCHILDEREN De bevestiging van het hekwerk veroorzaakt door roestvorming schade aan of in de natuursteen. De bestaande bevestigingen van het hek demonteren. Losse onderdelen ontdoen van roest , vervolgens verven met grondverf. Voor verven met de grondverf dient het materiaal roest-, vuil-, vet- en stofvrij te zijn. Na drogen losse onderdelen vervolgens nogmaals verven en nat in nat verbinden. Na droging nog één maal volledig schilderen. Schilderen met een corrosiewerende grondverf en met zinkstofhoudende op kleur gebrachte dekverf. Het hek weer op de oude plaats monteren in de natuursteen. De bevestigingspunten in en aan het natuursteen of metselwerk aangieten met lood. Het lood nadrijven ten behoeve van een waterdichte aansluiting. 36. GRAFKETTINGEN ONTBREKEN. NIETS AAN DOEN Grafketting of een deel daarvan ontbreekt. Om het graf in zijn oude luister terug te brengen zouden er nieuwe kettingen moeten worden geleverd, echter het ontbreken van kettingen heeft geen schade aan het monument tot gevolg en ze hoeven derhalve niet te worden bijgemaakt. Daarnaast zijn de huidige aanwezige kettingen veelal van aluminium, overwogen kan worden deze te verwijderen. Eventuele losse haken wel vastzetten. 40. PAALTJES ONDER HEKWERK STELLEN, BESTAAND HEKWERK HERPLAATSEN. De bestaande natuurstenen paaltjes welke als poten onder de hekwerken staan zijn niet meer goed uitgericht, omgevallen of verzonken in het maaiveld. Paaltjes uitnemen en opnieuw stellen op de uitgevlakte en verbeterde ondergrond.
6.6.GROEN 42. DOOR BEGROEIING OPNAME BEPERKT. Bij dit graf was niet alle schade op te nemen omdat het monument geheel of gedeeltelijk is overwoekerd door begroeiing. Rekening houden met een extra stelpost van EUR 1000,= per graf. 43. ALGENGROEI. REINIGEN MET STOOM Over het algemeen hoeft algengroei niet te worden verwijderd. Echter in enkele gevallen kan het wenselijk zijn dit toch te doen. Wanneer er gereinigd moet worden, dient dit te gebeuren met een kleine tot redelijke hoeveelheid stoom, zonder of met weinig druk. Alvorens tot deze vorm van reiniging over te gaan dient op tenminste één representatief proefvlak een proefreiniging te worden gedaan. De mate van reiniging en het risico op schade kan daarmee worden bepaald. Zo nodig wordt op grond van het proefvlak besloten een andere vorm van reiniging toe te passen. Voordeel van werken met stoom is dat de reinigende werking zich tot in de 9oppervlakkige) poriën uitstrekt. Het vuil dat niet te stek gehecht is, wordt relatief gemakkelijk losgemaakt. Mits met beleid toegepast een goede methode. Enkel toepassen bij twee gedenktekens op de grafzerken. 45. BEGROEIING KAN SCHADE GAAN VEROORZAKEN, VERWIJDEREN Op veel plaatsen komt begroeiing voor welke in de loop der tijd schade aan het monument zal veroorzaken. Deze kunnen een landschappelijke waarde hebben en sfeerbepalend zijn voor het desbetreffende grafveld. Overleg noodzakelijk. 46. SCHADE DOOR BEGROEIING. BEGROEIING VERWIJDEREN De begroeiing rond het graf heeft schade veroorzaakt (en zal schade blijven veroorzaken). De begroeiing heeft geen landschappelijke waarde en moet inclusief de wortels worden verwijderd. Wanneer bij het verwijderen van de wortels schade aan het grafmonument zal ontstaan, dan de wortels inspuiten met een worteldodend middel.
12
47. SCHADE DOORBEGROEIING. NIETS AAN DOEN De begroeiing rond hetgraf heeft schade veroorzaakt of zal schade gaan veroorzaken. De begroeiing heeft landschappelijke en/of esthetische waarde, waardoor het niet hoeft te worden verwijderd. 48. GRAFGRIND ONTBREEKT. BIJVULLEN Over het algemeen hoeft grafgrind niet te worden bijgevuld, maar op een enkele plaats zal het bijvullen van grafgrind de schoonheid van het grafmonument ten goede komen, met name op plaatsen waar het grafperk alleen nog maar bestaat uit een lelijke betonplaat. Fijn gewassen grind bijvullen. In overleg met alle partners bepalen welke graven in aanmerking komen.
13
6.7.ALGEMENE OMSCHRIJVINGEN Verwering Bij alle uit te voeren werkzaamheden mag de bestaande afwerking en verwering niet worden aangetast. In geen geval mag het grafmonument worden opgeschuurd of gereinigd met agressieve schoonmaakmiddelen. Mossen niet verwijderen! Bewerking Wanneer er nieuwe onderdelen moeten worden geleverd moeten deze gemaakt zijn van dezelfde steensoort als bestaand met dezelfde afwerking (zoals b.v. frijnen, scharreren of spitsen). Het werk dient gefrijnd te worden conform het bestaande werk. Dit houdt in dat van de nieuw te leveren steen het aantal slagen per 100 mm, de breedte van de randslag en het patroon waarin de slagen gelegd worden gelijk zijn aan de bestaande steen. Werkzaamheden op de begraafplaats Omdat het project een begraafplaats betreft zullen de werkzaamheden in nauw overleg met de opdrachtgever moeten worden uitgevoerd. Dat vereist flexibiliteit van de aannemer.. Demonteren Onder demonteren verstaan we het uitnemen van een werkstuk of onderdeel van natuursteen met de bedoeling dit, al dan niet na bewerking, te plaatsen dan wel dit te deponeren. Bij het demonteren van natuursteen worden, in overeenstemming met de directie, zodanige maatregelen getroffen en een zodanige werkwijze gevolgd dat de beschadiging van het werkstuk of onderdeel tot het uiterste beperkt blijft. Het demonteren wordt uitgevoerd door een restauratie steen- of beeldhouwer met aantoonbare ervaring. Voor de keuze van de steen- of beeldhouwer is goedkeuring van de directie vereist. De directie toetst op vaardigheid en ervaring. Te demonteren stukken en onderdelen moeten worden gemerkt. Omliggend, te handhaven werk mag niet worden beschadigd. Gebruikte werktuigen en werkmethoden dienen aangepast te zijn aan de aard van het werk, e.e.a. ter goedkeuring van de directie. Het demonteren moet in overleg geschieden met de opdrachtgever en de rechthebbenden. Verankering Een verankering die wordt toegepast of wordt gehandhaafd mag door voorspelbaar krimpen of uitzetten geen schade aan het werk teweeg kunnen brengen. Een verankering moet aan de volgende eisen voldoen: Onbehandeld ijzer kan in principe niet meer worden toegepast als dookmateriaal, vanwege de kans op schade door corrosie (uitzetten). Bij hergebruik van bestaande verankeringen zijn conserverende behandelingen noodzakelijk. Gegalvaniseerd ijzer is niet geschikt, omdat de zinklaag niet blijvend is en omdat bij kleine beschadigingen het ijzer toch nog roest. Een uitzondering vormen elementen van ijzer die zich niet in het muurwerk bevinden, maar daaraan zijn verankerd. Verankeringen in het muurwerk van dergelijke elementen dienen dan vervangen te worden door niet roestende ankers of moeten extra behandeld worden tegen corrosie (bijvoorbeeld volgens de duplex-methode, waarbij ijzer wordt verzinkt (thermisch of geschoopeerd) en vervolgens wordt voorzien van een coating). Afhankelijk van de situatie kan als vervangend materiaal gebruik gemaakt worden van brons, koper, roestvast staal (AISI316 chroomnikkelstaal), serpentino of glasfiber. Wanneer er aan de rvs ankers gelast moet worden dan AISI316TI gebruiken. De verankering moet gemaakt zijn van een materiaal dat geen verkleuringen veroorzaakt in de steen. Het materiaal waarmee de verankering wordt vastgezet moet bestaan uit mortel, lijm of lood. Wanneer er trekkrachten op de verankering worden uitgeoefend is het van belang dat dit materiaal, waarmee de rest van het dookgat is gevuld zo stabiel mogelijk is. Dat wil zeggen dat het niet gemakkelijk verbrokkelt, maar wel voldoende vormvast is. Lood voldoet aan deze eisen. Verankeringen die in het zicht komen, dienen bij voorkeur in brons te worden uitgevoerd.
14
Lijmen Wanneer lijm wordt gebruikt om iets te repareren, dan moet men ervoor zorgen dat het gelijmde vlak geen barrière vormt in de vochthuishouding van het omliggende werk (dus verlijmen met dotten). Dit speelt vooral wanneer de te verlijmen vlakken horizontaal in het werk liggen en de steen relatief poreus is. De volgende lijmsoorten zijn geschikt in de restauratie: Acrylaatdispersies, mits in dotten verwerkt. Epoxylijm Polyurethaanlijm Polyesterlijm is in principe niet geschikt Mortelreparatie Een in specie aangebrachte reparatie wordt altijd na verharding bewerkt en geschiedt door bewerken in aansluiting op de bestaande toestand of door bewerken volgens de oorspronkelijke techniek. Het imiteren van een bewerking in de nog onverharde specie is alleen toegestaan wanneer dit uitdrukkelijk in het bestek is aangegeven. Met de bewerking wordt aangesloten op het omringende oppervlak, zonder het omringende werk te bewerken. Een in specie aangebrachte reparatie wordt bij enige omvang bevestigd aan de ondergrond door verankeren. De specie mag door zijn chemische en fysische eigenschappen geen schade veroorzaken aan het achterliggende werk. Met name is van belang dat de porositeit van het aangeheelde stuk overeenkomt met die van de ondergrond en dat er geen stoffen uit de specie vrij kunnen komen, die nadelig zijn voor het bestaande werk. Bij het bewerken van de mortel wordt een goede aansluiting op het omringende originele werk gemaakt, zonder het omringende werk zelf te bewerken (bewerken is dus tegelijkertijd accorderen van de mortel). Bij voorkeur vindt dit plaats door de (verharde) mortel te bewerken. Er zijn echter gevallen denkbaar, waarbij op deze wijze minder goed een imitatie van het omliggende werk is te maken en/of de kans te groot is, dat de reparatie bij een dergelijke behandeling beschadigt, onthecht, los breekt of anderszins negatief wordt beïnvloed. In die gevallen kan worden besloten de bewerking in de nog niet (geheel) verharde specie aan te brengen. Voor het repareren van hardsteen is een maatwerk reparatiemortel onontbeerlijk. Maatwerk mortelreparatie is een reparatie mortel waarbij grondstoffen worden gebruikt, speciaal voor de betreffende ondergrond en situatie. Jahn M70 natuursteen herstelmortel toepassen in de kleur en structuur van de verweerde natuursteen, aangepast aan de fysische en mechanische eigenschappen van de desbetreffende natuursteen. Toelichting op reparatiemortel voor hardsteen: Het gebruik van een mortel met een hoge poreusheid op dit van zichzelf behoorlijk dichte materiaal is niet logisch en een glad oppervlak kun je de mortel niet geven. In dit geval ligt het gebruik van een specifiek samengestelde zeer dichte mortel voor de hand. Die mortel kenmerkt zich onder andere door het ontbreken van grovere fracties en een volmaakte zeefkromme. De specie krijgt een zeer lage watercementfactor (om krimp te voorkomen) en zal vooral met plastificeerders of andere modificaties verwerkbaar moeten worden gemaakt. Voor hardsteen Jahn M701 hardsteen reparatiemortel toepassen. Hijsen Wanneer een steen met steekvorming moet worden gehesen is het gevaar groot dat deze zal gaan breken. Er dient grote aandacht besteed te worden aan het hijsen van de zerk om breuk te voorkomen. De steen moet met balkhout en klemmen gezekerd te worden voor het hijsen en transporteren. Opslag Uitgenomen en nieuw werk moet altijd onderstopt worden met een beschermend materiaal. Het daartoe gebruikte materiaal mag niet roesten of verkleuringen veroorzaken. Het te stapelen werk dient onderling gescheiden te zijn door stophout dat loodrecht boven elkaar ligt. Transport Tijdens transport en gedurende opslag dienen maatregelen te zijn genomen om de steen afdoende te beschermen tegen beschadiging. Steen die nog gevuld is met bergwater of op andere wijze aanzienlijk nat is (geworden) is in sommige gevallen niet of minder vorstbestendig. Deze steen moet voldoende worden beschermd tegen bevriezing. Tenzij anders bepaald wordt natuursteen tijdens transport en opslag beschermd tegen regen, opspattend water en andere directe of indirecte weersinvloeden die van negatieve invloed op de kwaliteit van de steen kunnen zijn. Op een pallet gestapelde kwetsbare onderdelen van natuursteen moeten door een beschermend materiaal van elkaar gescheiden zijn. Deze
15
beschermende materialen mogen geen schade veroorzaken aan het werk (verkleuringen e.d.) spanbanden mogen niet van roestend metaal zijn en op kwetsbare hoeken van een werkstuk moet gebruik gemaakt worden van hoeklijnen. Bij verticaal transport van stukken die zwaarder zijn dan 25 kg kan wanneer de omstandigheden dat toelaten gehesen worden met nylon banden. Ibach-methode De Ibach-methode is een conserveringstechniek die er op gericht is originele (bouw)fragmenten te behouden in hun huidige, uiterlijke verschijningsvorm door middel van impregnering met een acrylhars met behulp van de vacuüm-drukmethode evan de firma Ibach. De Ibach-methode wordt over het algemeen slechts toegepast voor die objecten die op een andere manier niet (historisch) verantwoord te behouden en te restaureren zijn. De methode is onomkeerbaar, iets wat in het kader van monumentenzorg vaak ter discussie staat. Voor objecten van grote kunsthistorische waarde is deze methode echter toegestaan, indien blijkt dat andere methoden niet het gewenste resultaat zullen opleveren. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de toetsingscriteria en de overwegingen met betrekking tot restauratie van een historisch waardevol object op een andere wijze tot stand komt dan bij een meer ‘gewoon’ monument. Dankzij de impregnatietechniek kunnen authentieke materialen en vormen, die anders als verloren zouden moeten worden beschouwd, voor de toekomst worden gehouden. Doordat deze methode echter zeer kostbaar is, blijft de toepassing hiervan beperkt. De natuursteen conservatie door volledige impregnatie met methyl-acrylaat is een in Duitsland ontwikkelde restauratiemethode voor zeer kwetsbare natuursteen objecten. De impregnatie met organische acrylhars geschiedt door middel van de vacuüm drukmethode. Het procédé is volgens de specialisten van de RACM een afdoende en betrouwbare methode gebleken om in bijzondere gevallen het verval van belangrijke objecten en fragmenten zo goed mogelijk stop te zetten. Reinigen De graven hoeven niet te worden gereinigd,alleen wanneer dit expliciet vermeld is in de schaderapportage. Het is weinig zinvol om de graven tot het niveau als nieuw te willen reinigen. Binnen zeer korte tijd vindt immers weer een zeker vervuiling plaats. Wat behoudender reinigen, en daarbij het meest gehechte vuil laten waar het is, verdient daarom aanbeveling. Voor monumenten geldt bovendien dat de (eerbiedwaardige) oude leeftijd best mag worden afgelezen. Een tot de nieuw staat gereinigd graf maakt een onechte indruk en doet het monument geen goed. Een van de grote voordelen van natuursteen is dat er (bij de juiste toepassing, onder normale omstandigheden) bijna geen onderhoud aan gepleegd hoeft te worden. Onderhoud beperkt zich dan tot een enkele keer op zachte wijze reinigen, zoals het verwijderen van los liggend of aanhangend vuil door te stoffen, door handmatig met een borstel of een doek en (warm) water en eventueel een neutrale detergent afnemen, het afborstelen van mosgroei of dergelijke. De frequentie van deze behandeling is afhankelijk van de steensoort, de plek waar het zich bevindt en de eisen die men stelt. Het reinigen is een behandeling die overigens niet vanzelfsprekend is. Bij beschermde monumenten moeten alle andere dan de hiervoor bedoelde eenvoudige vormen van reinigen worden opgevat als een wijziging van het monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of de provinciale of gemeentelijke monumentenverordening. Dit houdt in dat een aanvraag om vergunning als bedoeld in die wet of de verordening noodzakelijk is en in die aanvraag expliciet het voornemen tot het reinigen moet worden gemeld. Het is feitelijk niet juist om alle wijzigingen van het uiterlijk van het natuursteen als ‘vervuiling’ te kenschetsen. Beter is het om dergelijk verschijnselen, die noodzakelijkerwijs samen hangen met de expositie van het natuursteen, te bestempelen als ‘vergrijzing’. Die vergrijzing zal doorgaans meerder oorzaken kennen en slechts voor een deel het gevolg zijn van vervuiling. Zo heeft een verse steen, afhankelijk van de soort, soms een andere kleur dan een steen die langere tijd is geëxposeerd. Die verkleuring noemt men patina. Verwijderen van patina is dus ook geen reinigen maar is het beschadigen van de steen en bij beschermde monumenten dus ook verboden. Daarnaast zijn er bepaalde processen die samenhangen met de expositie, die niet alleen met vervuiling te maken hebben. Of men de gevolgen van die processen kan of moet bestrijden met reinigen hangt samen met die processen. Het is dus evident dat men deze processen moet kennen, wil men op verantwoorde wijze voor al dan niet reinigen kunnen kiezen. Zo is bekend van sommige zandsteensoorten dat als gevolg van de bewerkingen en expositie de korrels aan het oppervlak in stukken kunnen breken en daardoor hun samenhang met de rest van de steen kunnen verliezen. De vervuiling treedt dan op als vervangend bindmiddel en daarom is reiniging van
16
vervuilde zandsteen een hachelijke zaak .Kalksteensoorten kunnen een zogenaamde gipskorst vormen. Uittredende vrije kalk vormt op plaatsen waar weinig afspoeling plaats vindt met elementen uit het milieu een korst van gips op de steen, die door de daarin ingekapselde vuildeeltjes doorgaans zwart va kleur is. Een dunnen gipskorst biedt de steen nog enige bescherming, maar als de gipskorst te dik wordt gaat deze averechts werken. Dikke, omkrullende gipskorsten met daarachter morbide materiaal zijn een teken dat men het proces van gipskorstvorming al te lang heeft laten doorgaan. Gipskorsten die te dik dreigen te worden moet men daarom verwijderen. Voorwaarde is te allen tijde dat wanneer vuil verwijderd wordt, het oppervlak van de steen niet mag worden aangetast. Wanneer de eis gesteld wordt dat de oorspronkelijke kleur weer in beeld komt, kan beter overwogen worden deze kleur met verf aan te brengen (retoucheren). Stomen Stomen is het reinigen met een kleine tot redelijke hoeveelheid stoom, zonder of met weinig druk. Alvorens tot deze vorm van reiniging over te gaan dient op tenminste één representatief proefvlak een proefreiniging te worden gedaan. De mate van reiniging en het risico op schade kan daarmee worden bepaald. Zo nodig wordt op grond van het proefvlak besloten een andere vorm van reiniging toe te passen. Voordeel van weken met stoom is dat de reinigende werking zich tot in de (oppervlakkige) poriën uitstrekt. Het vuil dat niet te sterk gehecht is, wordt relatief gemakkelijk losgemaakt. Mits met beleid toegepast een goede methode. Mortel De mortel die gebruikt wordt bij het herstel van de graven moet compatibel zijn. Dat wil zeggen dat deze mortel door zijn aard en samenstelling past bij het onderhanden werk. Moderne mortels die voor nieuwbouw zijn samengesteld voldoen zelden aan die eis. Rekening houden met een kant en klare traskalkmortel van Tubag en Jahn M110 voegmortel Smeedwerk Oude verflagen verwijderen. Indien ijzer ontroest of schoongemaakt moet worden kan dit door borstelen, slijpen, beitsen of stralen (grit, water en zand en dergelijke). Het nieuw te gebruiken materiaal moet zijn: IJzer volgens EN10025 S235 JR Gietijzer, continu gegoten gelamelleerd (of laminair) gietijzer in de kwaliteeit GG25 Constructiestaal S275 JR Hekwerken Het losmaken en demonteren van onderdelen e.d. uit hekpijlers, kolommen en voetblokken mag in principe alleen plaatsvinden door uitboren of uithakken. Het afbranden van bevestigingspunten met een snijbrander is alleen in uitzonderlijke gevallen en na overleg met de directie toegestaan. Indien er geen andere mogelijkheden voorhanden zijn, dienen voorzorgsmaatregelen genomen te worden om schade te voorkomen. Dit om vervolgschade aan de natuursteen te voorkomen. Ook het doorslijpen of doorzagen van bevestigingspunten kan schade geven in de vorm van bruinverkleuringen van ijzerdeeltjes die zich hechten aan het omringende materiaal. Tevens worden, door genoemde werkwijze, nog goede onderdelen onbruikbaar. Deze werkzaamheden worden, in overleg met de smid en/of steenhouwer, door de aannemer uitgevoerd. De ontbrekende ornamenten vernieuwen overeenkomstig de bestaande vorm en afmetingen. De slechte onderdelen herstellen. Verbindingen die geklonken of gebout zijn dienen bij roestvorming te allen tijde gedemonteerd te worden ten behoeve van herstel en conservering. Alle bestaande onderdelen welke met smeedbanden bevestigd zijn dan wel geweld of geklonken zijn, nazien en overeenkomstig de bestaande toestand herstellen. Bij het tegen elkaar monteren van onderdelen moet op het raakvlak van elk der onderdelen een extra laag lijvige dikke verf worden aangebracht. Deze laag mag bij het tegen elkaar monteren van de onderdelen niet droog zijn. Klinkverbindingen die voorzien zijn van een loodstrook tussen de verbinding eveneens voorafgaande aan het klinken voorzien van een lijvige verflaag. De klinkverbindingen moeten waterdicht zijn, de klinknagels dienen voor zover nodig nagekookt te worden. Laswerk is in beginsel niet toegestaan. Indien laswerkzaamheden noodzakelijk zijn is nader overleg met de directie noodzakelijk. Bij laswerk het staal waar dit door de las wordt ingesloten staalblank ontroesten. Bij laswerk alle onderdelen vakkundig rondom gasdicht aan elkaar lassen met een daarvoor geëigende lasmethode, na het lassen de lassen slijpen zodat laspitten en dergelijke zijn verwijderd. De bevestigingspunten in en aan het natuursteen of metselwerk aangieten met lood. Het lood na drijven ten behoeve van een waterdichte aansluiting. Deze werkzaamheden worden in samenwerking
17
met de aannemer en/of steenhouwer uitgevoerd. Leveren van gesmede spijkers, krammen, haken, duimen etc. nodig voor een behoorlijke uitvoering en oplevering van het werk. Bovenstaande onderdelen worden door de aannemer aangebracht naar de aard van het werk. Bestaande bevestigingspunten dienen van het hekwerk te worden afgeslepen en vervangen te worden in rvs316TI. Alle bevestigingsmiddelen in de steen moeten in rvs316 worden uitgevoerd. Conservering Oud smeedwerk mag niet thermisch verzinkt worden gezien het open karakter van het ijzer en hoge koolstofgehalte. Het zoutzuur dringt diep in de poriën van het ijzer en blijft in het materiaal achter, wardoor van binnenuit de aantasting (roestvorming) weer plaat zal vinden. Verzinken tast ook het karakter van het object aan. Het smeedwerk roestvrij maken en vakkundig laten schooperen. Het geschoopeerde smeedwerk beschermen met een primer. Nieuw gemaakt ijzerwerk kan/mag wel thermisch verzinkt worden. In nader overleg kan besloten worden het blanke ijzer niet te schooperen maar op de traditionele manier te behandelen (vertinnen) en met verschillende verflagen af te werken. Alle nieuw te leveren en opnieuw te gebruiken ijzerwerken, voor zover niet anders omschreven, dienen voor het aanbrengen behandeld te worden met een grondlaag, tussenlagen en een toplaag. Ornamenten, zoals opengewerkte en samengestelde bladvormen en dergelijke, dienen voor het aanbrengen per onderdeel roestwerend behandeld te worden en indien noodzakelijk geschilderd. Indien tijdens het transporteren, monteren of wat dan ook, conserveringslagen beschadigen, moeten de beschadigde gedeelten ter plaatse worden ontroest en geconserveerd, een en ander in overleg met de directie. Het staalwerk stralen SA 2,5 Renoveren en repareren van het staalwerk Nastralen tot SA 3 Het staalwerk voorzien van een zinklaag d.m.v. schooperen, laagdikte 40-50 mµ Binnen 24 uur het staalwerk voorzien van een primerlaag laagdikte 50-60 mµ Bijvoorbeeld Beltipox 2-componenten zinkfosfaat o.g. Het staalwerk daarna voorzien van een aflaklaat in kleur antraciet, laagdikte 40-50 mµ Bijvoorbeeld Belticrijl hooglglans 2-componenten aflak o.g. Aanbrengen reparatiemortel - De fabrikant van de mortel zal, alvorens tot het vervaardigen van de mortel over te gaan, enige monsters van de aanwezige natuursteen moeten nemen. De samenstelling van de mortel, alsmede de kleur wordt bepaald aan de hand van de monsters. - Bij sterk verweerde natuursteen is het van belang de fabrikant opdracht te geve nde kleur aan te passen aan het schoongemaakte, doch gepatineerde oppervlak en niet, zoals gebruikelijk, aan de kleur van het breukvlak. - Bij het aanbrengen van de mortel dient de gebruiksaanwijzing van de fabrikant stipt te worden opgevolgd. - Rond de reparatieplek moet de slechte en verweerde steen ruim worden verwijderd. Daartoe wordt, indien mogelijk met strakke lijnen , de reparatieplek afgetekend. Binnen deze lijnen wordt de steen weggehakt tot op de gezonde steen, taps uitlopend voor de hechting (B). het aanhechtingsvlak wordt enigszins opgeruwd, schoon geblazen en ontdaan van gruisresten. - Conform de voorschriften en aanwijzingen van de fabrikant van de mortel, de steen bevochtigen tot deze geen vocht meer opneemt en wachten tot de waterfilm van de steen is verdwenen. - Dit proces zo nodig herhalen tot de steen zo vochtig is dat er geen water meer aan de mortel zal worden onttrokken door zuiging van de steen. - Aanmengen en aanbrengen van de mortel mag uitsluitend plaatsvinden indien de minimale verwerkingstemperatuur en verhardingstemperatuur gegarandeerd is. De mortel wordt aangemengd door toevoeging van de juiste hoeveelheid water conform de voorschriften van de fabrikant. - De mortel, conform de voorschriften, aanbrengen met een overmaat van 2 mm. ( C). Zonodig de mortel in meerder lagen aanbrengen en in de reparatieplek glasfiberdoken of koperen schroeven ter verankering aanbrengen. - Na uitharding van de voorgaande laag de cementhuid verwijderen. Na het opnieuw bevochtigen (zie boven) de volgende laag aanbrengen.
18
- De mortel beschermen tegen te snelle uitdroging door de inwerking van de zon en wind. Soms zal het nodig zijn de verharding te laten plaatsvinden onder natte kompressen. - Nadat de mortel voldoende is uitgehard wordt deze, conform het oorspronkelijke of omringende natuursteenwerk behakt of geschuurd. (D) - Indien nodig de reparaties bijkleuren met pigmenten.
19
7.BIJLAGEN Bijlage 1: OPNAME TABEL d.d. 21-02-2014 Per Vak staan in chronologische volgorde de grafnummers met bijbehorende opname Bijlage 2 FOTOBOEK d.d. 21-02-2014 De begraafplaats is opgedeeld in vakken (Vakken A t/m K). Conform deze vakindeling zijn in bijlage 1 de gemaakte foto’s ingedeeld. De vakindeling is te vinden op de tekening van de gemeente Leiden in bijlage 2. Bijlage 3 TEKENING IB 13346 d.d. 21-02-2014 14-01-2013, gemaakt door de gemeente Leiden Projectnummer 13-IB-004, Blad 1 Formaat A0 Schaal 1:200 Vakindeling en grafnummers. Bijlage 4: TEKENING RESTAURATIE 1993. d.d. 21-02-2014 Werknummer 9.369 Originneel Formaat A0. In herstelplan verwerkt als A3 bladen. Schaal 1:250 Op de tekening is de voorgestelde aanpak van de begraafplaats te zien. Er kan niet worden uitgesloten dat er tijdens de “bouw”werkzaamheden in 1993 is afgeweken van de voorgestelde werkzaamheden. Op basis van de huidige gemaakt opname is te verwachten dat er minimale afwijkingen zijn. Deze zijn momenteel niet inzichtelijk. Bijlage 5: HEKJES BEGRAAFPLAATS GROENESTEEG d.d. 21-02-2014 Inventarisatie van de positie van grafhekken in 1986, 1992 en 2014 Bijlage 6: PAALTJES OP BEGRAAFPLAAT GROENESTEEG d.d. 21-02-2014 Inventarisatie van de grafpaaltjes (nummering) van de zandgraven. Er is onderscheid gemaakt in ontbrekende paaltjes, paaltjes die gedraaid dienen te worden, paaltjes die verzonken zij in de grond (omhoog), Paaltjes die verplaatst zijn en verplaatst dienen te worden.
20