Monument: Tilburg, Station REGISTER Monumentnummer Identificatienummer Basisregistratie Provincie Gemeente Plaats Straat/huisnummer Postcode Kadastrale aanduiding
Datum inschrijving in register beschermde monumenten Datum, deel en nummer van inschrijving in openbare registers Aanduiding of korte omschrijving
Complexonderdeel van complex [naam of complexnummer]
0855100000221176 Noord- Brabant Tilburg Tilburg Spoorlaan 35, Tilburg Tilburg Tilburg Tilburg Tilburg Tilburg
N N N N N
18256 18257 18259 18295 18296
Station, bestaande uit stationsgebouw met ontvangsthal, voetgangerstunnel, restaurant, winkels, dienstruimten, twee perrons met wachtruimten, fietsenstalling, keermuren, klokkentoren, seinhuis, busstation, voorplein, voorrijstrook.
KENNIS: WAARDERING I Cultuurhistorische waarde: belang van het object/complex 1. als bijzondere uitdrukking van (een) culturele, sociaaleconomische en/of bestuurlijke/beleidsma tige en/of geestelijke ontwikkeling(en); 2. als bijzondere uitdrukking van (een) geografische, landschappelijke en/of historisch-ruimtelijke ontwikkeling; 3. als bijzondere uitdrukking van (een) technische en/of typologische ontwikkeling(en);
4. wegens innovatieve waarde of pionierskarakter;
5. wegens bijzondere herinneringswaarde. II Architectuur- en kunsthistorische waarde: (bijzonder) belang van het object/complex 1. voor de geschiedenis van de architectuur en/of bouwtechniek; 2. voor het oeuvre van een bouwmeester, architect, ingenieur of kunstenaar; 3. wegens de
Het is van belang als uitdrukking van een belangrijke maatschappelijke ontwikkeling, de groei van het personenvervoer per spoor, waarbij langere afstanden werden afgelegd.
Het station is een uitdrukking van de ontwikkeling om spoorlijnen te verhogen, een zogenaamd hoogspoor.
Het station is van groot belang als typologisch vernieuwend voorbeeld van een station als doorgangsruimte. In de stationsarchitectuur was het gebruikelijk gesloten gevels te bouwen. Met deze traditie is met dit gebouw gebroken. Van der Gaast ontwikkelde na de Tweede Wereldoorlog het concept van de overkapping als paraplu waaronder transparante gebouwen staan. In station Tilburg is dit concept volledig tot ontplooiing gekomen. Het station is een zeer vroeg voorbeeld van een high-tech oplossing voor een complexe bouwopgave. Er is gebruikt gemaakt van vernieuwende staalconstructies. Voor het eerst werden hypparschalen in staal gebouwd. Tevens zijn hier voor het eerst in een stationsgebouw bij de bouw roltrappen toegepast, om de perrons vanuit de tunnel toegankelijk te maken. Daarmee vertegenwoordigt het station innovatieve waarde. Het station vormde een voorbeeld en inspiratie voor stationsarchitectuur in de decennia daarna.
Het station is vertegenwoordigt hoge architectuurhistorische waarde, het is van belang voor de architectuurgeschiedenis en de bouwtechniek. Het gebouw wordt algemeen gezien als het hoogtepunt in het oeuvre van de architect Van der Gaast. Het gebouw is tevens van belang vanwege de
hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp; 4. wegens het bijzondere materiaalgebruik, de ornamentiek en/of monumentale kunst; 5. wegens de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur(onderdelen).
III Situationele en ensemblewaarde 1. betekenis van het object als essentieel (cultuurhistorisch, functioneel en/of architectuurhistorisch en visueel) onderdeel van een complex; 2. a. bijzondere, beeldbepalende betekenis van het object voor het aanzien van zijn omgeving; b. bijzondere betekenis van het complex voor het aanzien van zijn omgeving, wijk, stad of streek; 3. a. bijzondere betekenis van het complex wegens de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing in relatie tot de onderlinge historisch-ruimtelijke context en in relatie tot de daarbij behorende groenvoorzieningen, wegen, wateren, bodemgesteldheid en/of archeologie; b. bijzondere betekenis van het object wegens de wijze van verkaveling/ inrichting/ voorzieningen.
hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp. En vanwege de toepassing van monumentale kunst (glasmozaïeken bij de ingangen) Het station is van belang vanwege de bijzondere samenhang tussen het exterieur en het interieur waarbij binnen en buiten met elkaar zijn verweven door de schikking van transparante volumes onder de overkapping. Hiermee worden doorzichten bereikt van de stad naar het spoor en vanaf het spoor naar de stad.
Het station is met zijn prominente ligging aan de Spoorlaan, waarbij de markante overkapping van weerszijden van de laan goed is te zien, van een bijzondere en beeldbepalende betekenis voor het aanzien van Tilburg.
Het station is van bijzondere betekenis vanwege de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing in relatie tot de historisch ruimtelijk context en de daarbij horende infrastructuur. Het station en bijbehorend hoogspoor nemen een bijzondere positie in tegenover het centrum van de stad. Zo ligt de entree recht tegenover de belangrijkste aanvoerstraat naar de binnenstad.
IV Gaafheid en herkenbaarheid: belang van het object/complex 1. wegens de architectonische gaafheid en/of herkenbaarheid van ex- en/of interieur; 2. wegens de materiële, technische en/of constructieve gaafheid; 3. als nog goed herkenbare uitdrukking van de oorspronkelijke of een belangrijke historische functie; 4. wegens de waardevolle accumulatie van belangwekkende historische bouwen/of gebruiksfasen; 5. (van specifiek het complex) wegens de gaafheid en herkenbaarheid van het gehele ensemble van samenstellende onderdelen (hoofd- en bijgebouwen, hekwerken, tuinaanleg e.d.); 6. in relatie tot de structurele en/of visuele gaafheid van de stedelijke, dorpse of landschappelijke omgeving. V Zeldzaamheid 1. belang van het object/complex wegens absolute zeldzaamheid in architectuurhistorisch, bouwtechnisch, typologisch of functioneel opzicht; 2. uitzonderlijk belang van het object/complex wegens relatieve zeldzaamheid in
Het stationsgebouw is redelijk gaaf,
De technische constructie van de overkapping is van belang vanwege zijn gaafheid. De oorspronkelijke functie is nog aanwezig en zeer goed herkenbaar.
Het station is binnen de stedelijke omgeving gaaf bewaard gebleven.
De vormgeving van het dak is uniek en ook innovatief qua constructieberekening
relatie tot één of meer van de onder I t/m III genoemde kwaliteiten. Onderdelen zonder monumentale waarde: - Exterieur - Interieur Receptiegeschiedenis, prijzen e.d.
n.v.t. n.v.t. In de literatuur wordt het station gezien als hoogtepunt in het oeuvre van Van der Gaast, als een van de hoogtepunten in de na-oorlogse architectuur en als een van de belangrijkste twintigste-eeuwse stationsgebouwen.
Overige
KENNIS: FEITENVERZAMELING Oorspronkelijke functie Typologie Huidige functie (met jaartal)
Handel, kantoren, opslag, transport Transport Spoorwegstation Spoorwegstation (2012).
Naam object Stijl/stroming Bouwtijd (ook de planfase)
n.v.t. Functionalisme, naoorlogs modernisme 1957-1965 Presentatie eerste schetsen februari 1959 Goedkeuring definitief plan oktober 1960 Start bouw 24 oktober 1961 Feestelijke ingebruikname 16 november 1965
Architect(en)/ontwerper(s)
Ir. K. (Koenraad) van der Gaast Ingenieursbureau Oosterhoff Tjebbes en Barends (constructie-advies) De Vries Robbé & Co. (uitvoering constructie) Heerkens Van Bavel P. Buys (glasmozaïeken) Nederlandse Spoorwegen
Uitvoerder (aannemer e.d.) Opdrachtgever Exterieur
Het station bestaat uit een gebouw met aan de linkerzijde een restaurant (op pilotis), winkels, in het midden een ontvangsthal, rechts dienstruimten en een fietsenkelder, en twee perrons. Het geheel wordt overdekt door een grote overkapping. Aan de oostzijde een klokkentoren. Aan de voorzijde een voorrijstrook en
gebouw, constructietechniek
een voorplein met winkels. Aan de linkerzijde een busstation, aan de rechterzijde een expeditieterrein voor vrachtwagens en de fietsenstalling, die gelegen is onder het postperron. Vanuit die ontvangsthal loopt een voetgangerstunnel die met trappen en roltrappen toegang biedt tot de perrons. De klokkentoren is opgetrokken in metselwerk met een gedeeltelijke bekleding van natuursteen, en doet tevens dienst als schoorsteen. In de toren is een klokkenspel aangebracht. Het dak is samengesteld uit twaalf hypparschalen, in twee rijen van zes. De schalen meten elk 21 bij 21 meter en zijn van elkaar gescheiden door lichtstroken van circa 4,20m breed, die de perrons van daglicht voorzien. De schalen zijn bekleed met hout. Het dak wordt gedragen door tien steunpunten, verdeeld over drie rijen. Vier betonnen portalen staan op het eerste perron. Zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde van het gebouw staan drie stalen pylonen. Deze pylonen zijn schuin geplaatst en steken door het dak heen. Spankabels verbinden de pylonen met de randbalken van de hypparschalen. Op het tweede perron staan twee wachtgebouwen. De gebouwen hebben betonnen plinten met daarop een frame van stalen H-balken. Daarbinnen zijn glaspuien aangebracht met staalprofielen. De borstwering is gevuld met groen opaalglas, daarboven zijn grote raamvlakken aangebracht, daarboven een rij bovenlichten.
Interieur (indeling)
interieur, techniek en materialen
Kunstwerken/orgels/ gedenktekens/meubels die onderdeel zijn van het monument
Toegepaste materialen: staal, glas, hout, beton, baksteenmetselwerk. Het kleurgebruik van de overkapping is roomwit voor het staalconstructie, zwart voor de houten bekleding. Het kleurgebruik voor de gebouwen is omgekeerd: zwart voor de staalconstructie, roomwit voor de invulling met puien. Hal over twee verdiepingen, oorspronkelijk waren hier de loketten, tegenwoordig winkels. Vanuit het linkerdeel van de hal bereikt men een tunnel met trappen en roltrappen die naar de twee perrons leiden. Aan de rechterzijde was een snelgoedafdeling en een bagagedepot. Tegenwoordig bevinden zich hier loketten. Terrazzo voor de vloeren in de hal en de tunnel, Fietsenkelder in beton. Betonnen stoeptegels op de perrons (perron 1 is later geasfalteerd), wandtegels (aangebracht in 2002).
nr. 1 Materiaal/techniek Locatie (in/aan het beschermde monument) Kunstenaar Voorstelling Datering Stijl/stroming Afmetingen
Negen panelen met glasmozaïek (polychroom, figuratief) Bij de ingang, aan weerszijden van de deuren. Piet Buys Het komen en gaan van gehaaste reizigers 1965 290x112 centimeter elk.
Nr 2 Materiaal/techniek Locatie Vervaardiger Datering Afmetingen bijzonderheden
Klokkenspel
Groen erfgoed: beplanting
n.v.t
Stedenbouwkundige ligging, situering
In het stedenbouwkundig ontwerp voor Tilburg dat na de Tweede Wereldoorlog is uitgevoerd, is een oostwestverbinding gerealiseerd om de toegenomen verkeersstromen door de stad te leiden. Het spoor werd verhoogd en kreeg onderdoorgangen, zodat het niet langer een barrière vormde tussen twee delen van de stad. De Spoorlaan werd een brede boulevard binnen de nieuwe cityring. Het oude station maakte plaats voor een nieuw station, op het punt waar de Stationsstraat op de Spoorlaan uitkomt. Er was slechts een smalle strook beschikbaar zodat het station zo dicht mogelijk tegen de spoorbaan aangebouwd werd. Het gebouw werd op een verhoogd emplacement geplaatst. Een deel van het station kwam onder de perrons te liggen. Door het plaatsen van een grote overkapping werden spoor en stad visueel met elkaar verbonden. De opvallend vormgegeven overkapping zorgt voor de goede zichtbaarheid van het gebouw vanaf beide zijden van de Spoorlaan.
Archeologische relevantie ondergrond
Het station ligt niet in een gebied met archeologische verwachtingswaarde.
In de klokkentoren
Geschonken door Comité Herdenking Oorlogsslachtoffers Tilburg
Geschiedenis Relevante wijzigingen
Oorspronkelijk bezat het stationsgebouw een zonneterras, dit is gesloopt. De ruimte die is gebouwd als bagageruimte en goederenloods doet dienst als fietsenstalling en
fietsenwinkel. In 1991 is de overkapping gerenoveerd, waarbij in overleg met Van der Gaast de houten delen zwart zijn geschilderd en het staal roomwit. In 2002 het gebouw gerenoveerd door Box architecten. Hierbij is de ontvangsthal gewijzigd. De loketten aan de achterwand zijn verwijderd en vervangen door winkels. Op de plaats waar oorspronkelijk het bagageloket was, aan de rechterzijde, is een loket aangebracht. De vier kroonluchters uit de bouwtijd zijn verwijderd en vervangen door plafondlampen. Het (schoon) metselwerk van het ontvangstgebouw en de toren zijn geschilderd in een gele kleur. Ook is toen de blauwe kleur aangebracht op de kokerlamellen op de buitenzijde van de eerste verdieping. Op de kokerlamellen zijn nieuwe opschriften en uurwerken aangebracht. Er zijn zonneschermen aangebracht. In de entrees zijn nieuwe automatische schuifdeuren geplaatst. Aan de rechterzijde ter plaatse van het dienstgedeelte is op de begane grond metselwerk verwijderd om winkelpuien te maken. Er is een bruggetje over de fietstunnel gemaakt. Bij de overstekken boven de uitgang en de tunnel naar fietskelder zijn verlaagde plafonds met verlichting aangebracht. In de loop der jaren zijn diverse wijzigingen doorgevoerd zoals het plaatsen en vervangen van automaten, bewegwijzering etcetera. Veel vensters zijn dichtgezet of afgeplakt waardoor de transparantie van het gebouw is afgenomen. Bij de entree van de fietskelder is een betonnen reliëf aangebracht, het oorspronkelijke grijze beton is overgeschilderd en in enkele vakken zijn de kleuren geel, rood en blauw aangebracht. Roerende objecten van belang voor het gebouw Bezocht
Bezocht door L.J.J. von Santen 24 juli 2012
Overige
KENNIS: BRONNEN Primaire bronnen, kaarten, literatuur, documentatie, websites Nr. 1
K. van der Gaast, “Ontwerp stationsgebouw Tilburg”,
Nr. 2 Nr. 3 Nr. 4 Nr. 5 Nr. 6 Nr 7 Nr 8 Nr 9 Nr. 10 Nr 11 Nr 12 Nr 13
in: Bouw 1963 nr 28 pp 914-915 K. van der Gaast, “Stationsoverkapping te Tilburg” in: Bouw, 1964 nr 10 pp 311-312 K. van der Gaast, “Het nieuwe stationsgebouw te Tilburg, Bouw, 1966 nr 18 pp 648-652 P. Wilhelm, “Stationsoverkapping te Tilburg”, in TABK, 1964 pp 619=624 C. Douma, Stationsarchitectuur in Nederland 19381998, Zutphen 1998 pp 105-109 M. Kuipers, Toonbeelden van de wederopbouw Leon van Meijel Hans Ibelings, Nederlandse architectuur in de twintigste eeuw, 1995, pp 92-95, 110. J. van Dal, Architectuur langs de rails, Overzicht van stationsarchitectuur in Nederland, 1981 p. 85-110 K. Brummel, Architectuurgids Tilburg 1850-2001, Tilburg 2002 A.Barnhard, “Stations Van der Gaast” in: Forum, 1984, nr 4, pp 152-157 “Stationsoverkapping te Tilburg, Katholiek Bouwblad 1964 pp 620-624 Crimson architectural historians, De Collectie. Cultuurhistorische visie naoorlogse stationsgebouwen. In opdracht van Bureau Spoorbouwmeester, Rotterdam 2006-2007
Nr. 14
Hurk-van Haagen, T. van den, K. van der Gaast (1923-1993), Transparantie en overhulde constructies. Rotterdam, 2004 Hurk-van Haagen, T. van den, “Station Tilburg 40 jaar” in: Tilburg. Tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur. 23 (2005) e, pp. 86-92
Nr 15
Leeuwen, W.R.F. van en H. Romers, Een spoor van verbeelding: 150 jaar monumentale kunst en decoratie aan Nederlandse stationsgebouwen, Amsterdam/Oosterbeek 1988
Interviews bewoners, gebruikers