Monument: Amsterdam, Tweede Citroëngarage
REGISTER Monumentnummer Identificatienummer Basisregistratie Provincie Gemeente Plaats Straat/huisnummer Postcode Kadastrale aanduiding Datum inschrijving in register beschermde monumenten Datum, deel en nummer van inschrijving in openbare registers Aanduiding of korte omschrijving Complexonderdeel van complex [naam of complexnummer]
0363100012087748 Noord Holland Amsterdam Amsterdam Stadionplein 22 1076 CM Amsterdam AC AC 960
Garage
KENNIS: WAARDERING I Cultuurhistorische waarde: belang van het object/complex 1. als bijzondere uitdrukking van (een) culturele, sociaaleconomische en/of bestuurlijke/beleidsma tige en/of geestelijke ontwikkeling(en); 2. als bijzondere uitdrukking van (een) geografische, landschappelijke en/of historisch-ruimtelijke ontwikkeling; 3. als bijzondere uitdrukking van (een) technische en/of typologische ontwikkeling(en); 4. wegens innovatieve waarde of pionierskarakter; 5. wegens bijzondere herinneringswaarde. II Architectuur- en kunsthistorische waarde: (bijzonder) belang van het object/complex 1. voor de geschiedenis van de architectuur en/of bouwtechniek; 2. voor het oeuvre van een bouwmeester, architect, ingenieur of kunstenaar; 3. wegens de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp; 4. wegens het bijzondere materiaalgebruik, de ornamentiek en/of monumentale kunst; 5. wegens de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur(onderdelen). III Situationele en
De garage is een toonbeeld van de toenemende consumptiemaatschappij, waarin de auto voor het eerst binnen het bereik van velen kwam.
De garage is een goed voorbeeld van de ontwikkeling naar een gebouw met meerdere verdiepingen, die via een hellingbaan toegankelijk zijn.
De garage vormt een ensemble met andere gebouwen op het Stadionplein die eveneens door Wils ontworpen zijn en zo een stilistische ontwikkeling van zijn werk laten zien. Het ontwerp heeft bijzondere esthetische kwaliteiten.
ensemblewaarde 1. betekenis van het object als essentieel (cultuurhistorisch, functioneel en/of architectuurhistorisch en visueel) onderdeel van een complex; 2. a. bijzondere, beeldbepalende betekenis van het object voor het aanzien van zijn omgeving; b. bijzondere betekenis van het complex voor het aanzien van zijn omgeving, wijk, stad of streek; 3. a. bijzondere betekenis van het complex wegens de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing in relatie tot de onderlinge historisch-ruimtelijke context en in relatie tot de daarbij behorende groenvoorzieningen, wegen, wateren, bodemgesteldheid en/of archeologie; b. bijzondere betekenis van het object wegens de wijze van verkaveling/ inrichting/ voorzieningen. IV Gaafheid en herkenbaarheid: belang van het object/complex 1. wegens de architectonische gaafheid en/of herkenbaarheid van ex- en/of interieur; 2. wegens de materiële, technische en/of constructieve gaafheid; 3. als nog goed herkenbare uitdrukking van de
De gezamenlijke door Wils ontworpen gebouwen vormen één geheel als slotakkoord van het Plan Berlage.
Het gebouw is nog geheel gaaf in opzet en structuur.
Ondanks beplating en witte verf is het oorspronkelijke bouwmateriaal nog gaaf. Het gebouw sinds de oplevering tot heden (2012) in gebruik als Citroën garage.
oorspronkelijke of een belangrijke historische functie; 4. wegens de waardevolle accumulatie van belangwekkende historische bouwen/of gebruiksfasen; 5. (van specifiek het complex) wegens de gaafheid en herkenbaarheid van het gehele ensemble van samenstellende onderdelen (hoofd- en bijgebouwen, hekwerken, tuinaanleg e.d.); 6. in relatie tot de structurele en/of visuele gaafheid van de stedelijke, dorpse of landschappelijke omgeving. V Zeldzaamheid 1. belang van het object/complex wegens absolute zeldzaamheid in architectuurhistorisch, bouwtechnisch, typologisch of functioneel opzicht; 2. uitzonderlijk belang van het object/complex wegens relatieve zeldzaamheid in relatie tot één of meer van de onder I t/m III genoemde kwaliteiten. Onderdelen zonder monumentale waarde: - Exterieur - Interieur Receptiegeschiedenis, prijzen e.d. Overige
KENNIS: FEITENVERZAMELING Oorspronkelijke functie Typologie Huidige functie (met jaartal)
Handel, kantoren, opslag, transport. Garage Garage (gebouwd 1962, nog steeds functionerend 2012)
Naam object Stijl/stroming Bouwtijd (ook de planfase)
De Stijl 1959 (ontwerp) 1960-1962 (bouw)
Architect(en)/ontwerper(s) Uitvoerder (aannemer e.d.) Opdrachtgever
Wils, J. (Jan) 1891-1972 N.V. Nelis te Uitgeest (aannemer)
Exterieur
Het gebouw, op rechthoekige grondslag, telt drie bouwlagen met daaronder een kelder en daarboven een parkeerdek. Aan de noordzijde zijn op het dak een kantine, technische ruimten en een autolift gebouwd. Op de zuidwesthoek bevindt zich een kleine opbouw voor het trappenhuis met spiltrap, die tot in de kelder doorloopt. Gewapend beton. Glazen vliesgevels. Recent: exterieur bekleed met witgemoffelde aluminium gevelplaten. Hierachter de oorspronkelijke donkergrijze en zwarte leisteen.
gebouw, constructietechniek
Interieur (indeling)
interieur, techniek en materialen
Kunstwerken/orgels/ gedenktekens/meubels die
Citroën Nederland
Op de open verdiepingen zijn functie-eenheden als kantoren, receptie, portiersloge, toiletgroepen, wasruimten, wachtkamers, showrooms, reparatiewerkplaatsen, spuiterij en andere (technische) ruimten ondergebracht in centrale ‘eilanden’ of in afzonderlijke ruimten langs de zuid- oost of noordgevel. Extern zijn deze eenheden ook als zodanig te onderscheiden. Met uitzondering van de kelder die bijna in zijn geheel is ingericht als magazijn, zijn de open ruimten bestemd voor auto’s: elke verdieping voor een bepaald soort auto. De verdiepingen zijn met elkaar verbonden middels hellingbanen, die zich vanaf de hoofdingang op de zuidoosthoek vertakken naar de begane grond, de verdiepingen en naar de kelder. Het parkeerdek is voor auto’s via de autolift te bereiken. Behalve het trappenhuis op de zuidwesthoek, zijn er nog enkele secundaire verkeersruimten in de vorm van trappenhuizen met steektrappen en een personenlift, centraal in het gebouw en aan de oostzijde. Gewapend beton, geasfalteerde hellingbanen. Centrale werkruimten met glazen ruiten in ijzeren kozijnen en ijzeren deuren. Zwarte leisteen als wandafwerking in de hal van de personeelsingang.
onderdeel zijn van het monument nr. 1 Materiaal/techniek Locatie (in/aan het beschermde monument) Kunstenaar Voorstelling Datering Stijl/stroming Afmetingen nr. 2 Materiaal/techniek Locatie (in/aan het beschermde monument) Kunstenaar Voorstelling Datering Stijl/stroming Afmetingen
Brons In de hal van de voormalige personeelsingang (rechts in de voorgevel) Roth, B. (Bram) Abstract, organisch gevormd wandreliëf
Gepleisterd beton Voorgevel begane grond rechts van de voormalige personeelsingang (rechts in de gevel). Ook in de tochtpui van de ingang zelf op de linker- en rechterwand. Abstracte voorstelling; blokken in reliëf en verdiepte velden: hoog, laag, vierkant en rechthoekig.
Groen erfgoed: beplanting
nvt
Stedenbouwkundige ligging, situering
Het pand bevindt zich aan het Stadionplein en maakt onderdeel uit van het gebouwencomplex rond het Olympisch Stadion in het gebied ten westen van de Amstelveenseweg in Amsterdam Zuid.
Archeologische relevantie ondergrond
De garage ligt voor zover bekend niet in een gebied met archeologische verwachtingswaarde.
Geschiedenis
Dit is de tweede Citroëngarage van Jan Wils op het Stadionplein. Dit gebouw nam de functie van garage over van het eerste gebouw dat toen volledig werd ingericht als kantoor- en verkoopruimte. De twee gebouwen vormen een onderdeel van het door Wils bebouwde terrein rond het eveneens door hem gebouwde Olympisch Stadion. Samen met het eerste Citroëngebouw geeft het uitdrukking aan de decennialange aanwezigheid van het automobielbedrijf Citroën in dit gebied. In de periode waarin Wils deze garage bouwde werd zijn bureau versterkt door de architecten F. Ottenhof en M.J.B. Meysen.
Roerende objecten van belang voor het gebouw
Relevante wijzigingen
De kassa’s in de noordelijke gevel zijn recent (jaartal onbekend maar waarschijnlijk ná 2002) verdwenen achter witgemoffelde aluminium gevelplaten. In de verkoopgelegenheid bevonden zich een drietal gesmeed ijzeren panelen van Van den IJssel. Deze zijn bij de meest recente verbouwing (datum onbekend) tot showroom verdwenen; huidige locatie onbekend.
Bezocht
Eline Jörg, 7 augustus 2012, interieur en exterieur bekeken en gefotografeerd. Eline Jörg 21 augustus 2012, interieur.
Overige
De tweede Citroëngarage, gebouwd op de plek van de voormalige Olympische schermzaal, vormt het sluitstuk van een gebied waarin alle gebouwen en artefacten zijn ontworpen door architect Jan Wils. Het terrein werd in 1926, met het oog op de Olympische Spelen van 1928, bouwrijp gemaakt en aan de westzijde begrensd door een met gebogen loop gegraven gracht, de Stadiongracht, die in 1915 ook al door Berlage in diens Plan Zuid was voorzien. Met de bouw van het Olympisch Stadion op deze plek deed zich de mogelijkheid voor om Plan Zuid ook aan de westzijde – naast de Berlagebrug in het oosten en het Zuiderstation in het zuiden – een monumentaal accent te geven. Hiertoe werd de verkeersstructuur uit het oorspronkelijke Plan Zuid ‘in de geest van Berlage’ gewijzigd door de dienst der Publieke Werken en stadsarchitect A.R. Hulshoff, met als belangrijkste resultaat de monumentale stedenbouwkundige oost-west as tussen het Van Tuyll van Serooskerkenplein en het Stadionplein, met als sluitstuk de Marathontoren en het Olympisch Stadion. Het sportcomplex werd daarmee tot ijkpunt van de ontwikkeling van de wijk. Komende uit de richting van het Van Tuyll van Serooskerkenplein verbreedt de monumentale as zich eerst in het Stadionplein, om daarna weer te versmallen en te eindigen in een klein voorplein direct voor het stadion. Aan dit voorplein werden een tijdelijk krachtsportgebouw (zuidzijde) en een tijdelijk schermgebouw (noorden) neergezet, die beide na afloop van de spelen weer werden afgebroken. Het stedenbouwkundig concept werd echter gehandhaafd.
KENNIS: BRONNEN Primaire bronnen, kaarten, literatuur, documentatie, websites Nr. 1
A. J. Looyenga, Stadion, stadionplein en Stadionwijk in Amsterdam, Cuypersbulletin 8 (2002) nr. 1 pp 814
Nr. 2 Nr. 3 Nr. 4 Nr. 5
Interviews bewoners, gebruikers
Bedrijfsgebouw Citroën N.V. te Amsterdam. Bouw (1964) pp. 830-836. H. van Bergeijk, Jan Wils, De Stijl en verder, Rotterdam, 2007. E. Daale & E.G. van der Plas, De omgeving van het Olympisch Stadion, Amstelodamum 90 (2003) nr 4 pp. 3-8 M.T. van Thoor, Toppers in gevaar: bescherming van het individuele monument, Amsterdam monumenten & archeologie 1 (2002) pp 128-135