Regioprofiel
Monteur Elektrotechnische Installaties, niveau 2 Versie 1 augustus 2010 Dit is een product van het project Samenwerking Competentiegericht Onderwijs Gelderland-Overijssel. Hierin werken de volgende ROC’s, bedrijven en brancheorganisaties samen: ROC Aventus, Deltion College, Graafschap College, ROC Landstede, ROC Nijmegen, Rijn IJssel, ROC Rivor, ROC van Twente en ROC A12 ROI Achterhoek Rivierenland, InstallatieWerk Oost & Flevoland, de Vrienden van Elektro Nijmegen, de Vrienden van Elektro& Installatietechniek Zwolle e.o., UnetoVNI, Kenteq en OTIB/ RBPI De bedrijven Breman, Burgers Ergon, El-Tec, Energie Service, Energiewachtgroep Zwolle, Feenstra Verwarming, Geas Energiewacht, Hearkens, Heijmans, Huisman Elektrotechniek, Imtech Building Services, Inviro, ITN, JWR Elektrotechniek, Kuijpers Installaties, Leertouwer, RTP Elektrotechniek, Unica Zwolle, Van den Berg Installateurs, Van Dorp Installaties, Wolter & Dros en Zeggelaar Beheer Het project wordt gefinancierd door OTIB en Kenteq Het projectmanagement berust bij bureau Batouwe
©
CGO Gelderland-Overijssel - Monteur Elektrotechnische Installaties niveau 2 / 1-8-10
Regioprofiel
Monteur Elektrotechnische Installaties, niveau 2 1 augustus 2010
Regioprofiel In het samenwerkingsproject Competentiegericht Onderwijs Gelderland-Overijssel werken de negen LPI’s, de negen ROC’s, Kenteq, Uneto-VNI en OTIB gezamenlijk aan de invoering van competentiegericht onderwijs. Een van de activiteiten van het project is het uitwerken van zogenoemde regioprofielen1. Een regioprofiel is de concretisering van een uitstroomprofiel van de Kwalificatiedossiers Installeren. Het regioprofiel bevat2: • De (minimale) beroepshandelingen die de monteur op het betreffende niveau moet beheersen als beginnend beroepsbeoefenaar3 • De vereiste theorie in inhoud en niveau • De attitude/beroepshouding. Bij de beroepshandelingen wordt vermeld of deze behoren tot de “basis” (= het programma dat voor iedereen geldt) of tot het “extra” pakket (= specialisme van een bedrijf, verdieping, plus-pakket, keuzemogelijkheid). Uitgangspunt voor deze laatste invulling zijn specifieke behoeften van leerlingen en bedrijven. Daarbij geldt: breed opleiden voor de regio, specifiek voor een bedrijf/deelnemer. De vereiste theorie is uitgewerkt naar onderwerpen. Per onderwerp is onderscheid gemaakt naar kennis (= de leerling moet globaal begrijpen wat het onderwerp inhoudt; er heeft geen verdieping plaats met formules en verdiepingsopgaven) en verdieping (= van de leerling wordt verwacht dat hij over de onderwerpen opgaven kan maken met gebruik van enkelvoudige formules)4. De attitude/beroepshouding is de uitwerking van de niet-technische competenties.
Werkwijze Elk regioprofiel is uitgewerkt door een werkgroep, bestaande uit vakdocenten van verschillende ROC’s, vakdeskundigen van bedrijven en een opleidingsadviseur van Kenteq (= de voorzitter en rapporteur van de werkgroep). De conceptuitwerking is voorgelegd aan de stuurgroep van het project. Daarin zijn alle LPI’s en ROC’s vertegenwoordigd. Na de voorlopige vaststelling door de stuurgroep heeft elk LPI/ROC het conceptregioprofiel met de achterban besproken. Hierbij is in het bijzonder inbreng gevraagd van de kleinere bedrijven (deze hebben minder mogelijkheden in menskracht om in de werkgroepen te participeren). Op-/aanmerkingen zijn verwerkt waarna de stuurgroep het regioprofiel heeft vastgesteld. In het schooljaar 2010-2011 testen de LPI’s en ROC’s de profielen uit. Op basis van de bevindingen in de praktijk zullen de werkgroepen de regioprofielen actualiseren voor het nieuwe opleidingsjaar (2011-2012).
1
Het Regioprofiel beschrijft het wat van het onderwijs en doet geen uitspraken over het hoe van het
2
Beroepshandelingen, theorie en attitude/beroepshouding komen in de onderwijsuitvoering in sa-
3
Beroepshandelingen moet men breed zien in de context van het beroep, bijvoorbeeld het leggen en
onderwijs. menhang met elkaar aan bod. aansluiten van kabels; dit kunnen sterkstroom-, maar ook data-, telefoon-, brandmeld- en/of beveiligingskabels zijn. 4
De landelijke programma’s voor rekenen en taal en voor Leren, Loopbaan en Burgerschap zijn als bijlagen van toepassing.
©
CGO Gelderland-Overijssel - Monteur Elektrotechnische Installaties niveau 2 / 1-8-10
1
Monteur Elektrotechnische installaties niveau 2 Beroepshandelingen
Bij de beroepshandelingen wordt aangegeven of deze behoren tot • de “Basis” = het programma dat voor iedereen geldt; • het “Extra” pakket = specialisme van een bedrijf, verdieping, pluspakket, keuzemogelijkheid. Uitgangspunt voor deze invulling zijn specifieke behoeften van leerlingen en bedrijven. Daarbij geldt: breed opleiden voor de regio, specifiek voor een bedrijf/deelnemer.
Beroepshandeling Gereedschap / materiaal Gebruik handgereedschap en elektrisch materieel Gebruik speciaal materieel (rolsteiger, hoogwerker) Bewerken van staal en kunststof Gebruik bevestigingsmiddelen Tekening lezen Tekening lezen bouwkundig Tekening lezen elektrotechnisch, installatietekening en –schema en aansluittekeningen van zowel sterkstroom als zwakstroom Symbolenkennis t.b.v. elektrotechnische tekeningen Tekening lezen besturingspaneel (hoofd / stuurstroom / aansluitklemmenstrook) Tekeningen handmatig aanpassen t.b.v. actuele werktekeningen
X X X X X
X
Kabel Monteren / leggen (grond) kabel
X
X
X X X X X
Buis Monteren inbouw- en centraaldozen Monteren (flexibele) buis inbouw Monteren (platte) buis opbouw Draad trekken
X X X X
Aansluiten / monteren Schakelmateriaal (in- en opbouw) Verlichtingsarmaturen (in- en opbouw)
X X
CGO Gelderland-Overijssel - Monteur Elektrotechnische Installaties niveau 2 / 1-8-10
Extra
X X X X
Goot / ladderbaan Goot monteren (kabel- en wandgoot) Ladderbaan monteren
Coderen bekabeling Monteren snoeren / flexibele kabel Monteren/ leggen kabel voor zwakstroominstallaties Monteren snoeren / flexibele kabel Stekerbare (plug en Play) montage
©
Basis
2
Beroepshandeling Licht schakelingen (serie, wissel, kruis, dubbelpolig) Noodverlichting monteren en aansluiten Componenten zwakstroom bijvoorbeeld brandmelders, rookmelders, UTP aansluitingen, patchpannels 1 fase apparatuur Motoren (directe inschakeling) Eenvoudige 3 fase apparatuur Uitgebreide 3 fase apparatuur Opnemers / actuatoren Cee-form materiaal Buiteninstallaties (verlichting / w.c.d) Pers- en lasverbindingen (steek / draai) Verdeelinrichting Samenstellen monteren en aansluiten verdeelinrichting t/m 80A (1 en 3 fase)zoals Huis- verdeelinrichting Wijzigen / uitbreiden verdeelinrichting t/m 80A (1 en 3 fase) Aansluiten patchpannel en/of centrale Aarding Monteren (hoofd) aarding installatie bij verdeelinrichting Monteren aarding badkamer Paneelbouw Relaistechniek (hoofd- en stuurstroom) Mechanische montage paneel Montage apparatuur in paneel (relais, PLC, beveiligingsapparatuur + overige besturings- en bedieningsapparatuur Montage paneelbedrading Modificatie paneelbedrading Frequentieregelaars / softstarters monteren Mini PLC aansluiten
©
Basis X
X X X X X X X X X X
X X X
X X
X X X X X X X
Veiligheid VCA basis Veilig werken aan laagspanningsinstallaties Controle op veilig werken (eigen werk) Toepassen van specifieke voorschriften
X X X X
In bedrijf stellen / controle / storingen zowel sterk- als zwakstroom Assisteren bij het in bedrijf stellen installatie Visuele controle installatie (eigen werk) Uitvoeren van (eenvoudige) metingen aan installatie Eenvoudige storingen zoeken
X X X X
CGO Gelderland-Overijssel - Monteur Elektrotechnische Installaties niveau 2 / 1-8-10
Extra
3
Vereiste theorie
De minimale theorie voor de Monteur elektrotechnische installaties op niveau 2 is uitgewerkt in een aantal onderwerpen. Per onderwerp is onderscheid gemaakt naar: •
Kennis = de leerling moet globaal begrijpen wat het onderwerp inhoudt. Er heeft geen verdieping plaats met formules en verdiepingsopgaven. Het is wenselijk dat kennis wordt ondersteund door een practicum
•
Verdieping = van de leerling wordt verwacht dat hij over de onderwerpen opgaven kan maken met gebruik van enkelvoudige formules.
Onderwerp
Kennis van
Verdieping
Rekenen Rekenen +, -, x, ÷ Rekenen breuken oplossen
X X
X X
Rekenen verhoudingen berekenen Rekenen procenten Rekenen lengtematen berekenen
X X X
X X X
Elektriciteit Lading en stroom Elektrisch spanningverschil Geleiders en isolatoren Productie van elektriciteit Elektrische energiebronnen Wet van Ohm Weerstand van geleiders Serieschakeling Parallelschakeling
X X X X X X X X X
X X X X X X X X
Schakelingen Gemengde schakeling (eenvoudig) Elektrische energie (KWh) Elektrisch vermogen Opgenomen vermogen Spanningsbronnen Serieschakeling van spanningsbronnen Parallelschakeling van spanningsbronnen
X X X X X X X
Wisselspanning Eenvoudige meetinstrumenten (multimeter: spanning / stroom (AC/DC) en Ohms) Magnetisch veld Magnetisme Elektromagnetisme / motorprincipe / relais Inductiespanning Generatorprincipe Frequentie en periodetijd Effectieve waarde en Ohmse belasting
©
CGO Gelderland-Overijssel - Monteur Elektrotechnische Installaties niveau 2 / 1-8-10
X
X X
X
X X X X X X X
4
Onderwerp
Kennis van
Spoelen en condensatoren Spoel (gedrag / gebruik) Condensator (gedrag / gebruik)
X X
Logische schakelingen en driefasen Waarheidstabel Schakelfuncties Symbolen / poorten (overzicht logische functies) Driefasenwisselspanning Sterschakeling Driehoekschakeling Belasting v/d fasen v/e 3-fasen wisselstroomnet Opgenomen vermogen bij belasting in Y- en ∆-schakeling Fase-onderbreking in Y- en ∆-schakelingen
X X X X X X X X X
Omzetten Eenfasetransformator (opbouw en werking) Soorten transformatoren Diode / gelijkrichting
X X X
Verdieping
X
Beroepshouding
In het kwalificatiedossier zijn de relevante (niet-technische) competenties opgenomen (= kolom “Niet-technische
competenties”). Kortom wat de monteur elektrische installa-
ties niveau 2 moet laten zien als juist “beroepshouding” is uitgewerkt in de eerste kolom.
Beroepshouding
Niet-technische competenties
Is gemotiveerd/enthousiast Samenwerken en overleggen Stelt zich collegiaal op Kan goed samenwerken, overleggen en afstemmen Bespreekt problemen met zijn collega’s Signaleert onveilige situaties Neemt deel aan: Toolbox meeting, werkoverleg/werkverdeling Kan vanuit tekeningen werkzaamheden uitvoeren Vakdeskundigheid toepassen Zoekt zelf naar oplossingen/toont eigen initiatief/is besluitvaardig Kan werken onder druk/ weet prioriteiten te stellen Toont inzet/werktempo/doelmatigheid/heeft discipline Heeft gevoel voor ruimte, richting en benodigde montagetijd Zet de juiste gereedschappen en materialen in. Materialen en middelen inzetten Heeft zorg voor gereedschap en materieel Verspilt geen onnodig materiaal of gereedschap
©
CGO Gelderland-Overijssel - Monteur Elektrotechnische Installaties niveau 2 / 1-8-10
5
Beroepshouding Het bestek/offerte toepassen Werkt ordelijk en zorgvuldig De uitgevoerde werkzaamheden voldoen aan de norm Heeft voldoende sociale vaardigheden Werkplek/huis/veiligheidsregels toepassen Instructies opvolgen Op tijd aanwezig Schone en opgeruimde werkplek
©
Niet-technische competenties Op behoeften en verwachtingen van de “klant” richten
Instructies en procedures opvolgen
CGO Gelderland-Overijssel - Monteur Elektrotechnische Installaties niveau 2 / 1-8-10
6
Toelichting niveaus Monteur, Eerste monteur en Leidinggevende Monteur Werktuigkundige of Elektrische Installaties 1 augustus 2010
Monteur W of E Installaties
Basis
Niveau 2
Extra Basis
Niveau 3
Leidinggevende Monteur W of E Installaties
Eerste Monteur W of E Installaties
Extra Basis
Niveau 4
Extra
Opmerking: De opleiding Eerste Monteur Werktuigkundige of Elektrische Installaties kun je pas volgen na de opleiding Monteur Werktuigkundige of Elektrische Installaties. De opleiding Leidinggevende Monteur kan als zelfstandige opleiding worden gevolgd (4 jaar) via de gemengde of theoretische VMBO-opleiding of als doorstroming na opleiding Eerste Monteur. De Het
“Basis” = het programma dat voor iedereen geldt. “Extra” pakket = specialisme van een bedrijf, verdieping, pluspakket, keuzemoge-
lijkheid. Uitgangspunt voor deze invulling zijn specifieke behoeften van leerlingen en bedrijven. Daarbij geldt: breed opleiden voor de regio, specifiek voor een bedrijf/deelnemer.
Monteur Werktuigkundige of Elektrische Installaties Rol en verantwoordelijkheden De monteur werktuigkundige of elektrische installaties heeft een uitvoerende rol. Hij werkt onder supervisie van een (vakvolwassen) collega, leidinggevende of een project-/bedrijfsleider. Bij onbekende situaties raadpleegt hij zijn leidinggevende. Hij is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen werk.
Complexiteit De monteur werktuigkundige of Elektrische installaties werkt voor een deel volgens standaardwerkwijzen. Hij maakt gebruik van algemene basiskennis en basisvaardigheden op het gebied van installaties. Hij kan bij de uitvoering van zijn werkzaamheden altijd terugvallen op een vakvolwassen collega of leidinggevende.
Eerste Monteur Werktuigkundige of Elektrische Installaties Rol en verantwoordelijkheden De eerste monteur werktuigkundige of elektrische installaties heeft een uitvoerende en vaktechnische begeleidende rol. Hij werkt zelfstandig eventueel onder een leidinggevende of een project-/bedrijfsleider. Hij speelt –binnen de grenzen- in op wisselende/onverwachte omstandigheden. Hij is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen werk en het resul-
©
CGO Gelderland-Overijssel - Toelichting Monteur WI en EI niveaus 2, 3 en 4 / 1-8-10
7
taat van het werk van de monteurs die hij begeleidt. Tevens draagt hij verantwoordelijkheid voor de veiligheid op de werkplek.
Complexiteit De eerste monteur werktuigkundige of elektrische installaties werkt voor een deel volgens standaard werkwijzen. Een ander deel werkt kan hij naar eigen inzicht uitvoeren. Hij maakt gebruik van algemene kennis en vaardigheden op het gebied van installaties. Hij kan bij de uitvoering van zijn werkzaamheden altijd terugvallen op een leidinggevende.
Leidinggevende Monteur W of E Installaties Rol en verantwoordelijkheden De Leidinggevende monteur werktuigkundige of elektrische installaties heeft een leidinggevende en uitvoerende rol. Hij werkt zelfstandig onder supervisie van een project-/ bedrijfsleider. Hij is verantwoordelijk voor de voortgang van het installatieproces op de werkplek en de kwaliteit van het op te leveren werk. Daarnaast is hij verantwoordelijkheid voor de veiligheid op de werkplek. De leidinggevende monteur geeft leiding aan en is vraagbaak voor een groep monteurs van diverse niveaus. Hij is aanspreekpunt voor externen. Hij installeert mee. Echter, hoe groter het project, hoe minder hij installeert. Bij echte grote projecten geeft hij alleen nog maar leiding.
Complexiteit De Leidinggevende monteur werktuigkundige of elektrische installaties heeft een diversiteit aan werkzaamheden. Hij werkt voor een deel volgens standaard werkwijzen. Een ander deel van het werk kan hij naar eigen inzicht uitvoeren. Hij maakt gebruik van specialistische kennis van en vaardigheden voor uitoefening van het beroep en theoretische kennis op het gebied van installaties en deelproducten. Hij kan bij de uitvoering van zijn werkzaamheden altijd terugvallen op een vakvolwassen collega of leidinggevende.
©
CGO Gelderland-Overijssel - Toelichting Monteur WI en EI niveaus 2, 3 en 4 / 1-8-10
8