MONITOR WERK Meting mei 2013
32663 Mei 2013 Peter Mulder Tim Vermeire © Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
1
Inhoud
1. Management summary
2. Resultaten De Achmea Stemmingsindex van Nederland – Externe meting Special: Werk – Externe meting
Onderzoeksverantwoording
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
2
Inleiding
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
3
Inleiding (1) Achtergrond en doelstelling De Achmea Volgens Nederland Monitor is een terugkerend onderzoek en heeft als doel de stemming in Nederland te meten (‘De Achmea Stemmingsindex’), in een perspectief te plaatsen en daarnaast verschillende maatschappelijke onderwerpen uit te diepen. Dit rapport over de Achmea Volgens Nederland Monitor van mei 2013 geeft, naast de stemmingsindex van dit moment, ook een beeld van de maatschappelijke opvattingen over werk in Nederland. In dit rapport komen de volgende onderwerpen aan de orde: De Achmea Stemmingsindex van Nederland: De stemmingsindex en de ontwikkeling daarin (% juiste richting / % verkeerde richting en toelichting hierop) Het (relatieve) belang van 14 maatschappelijke onderwerpen. Special: pensioen: Stellingen omtrent werk.
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
4
Inleiding (2) Resultaten in PowerPoint rapport en uitsplitsingen naar doelgroepen beschikbaar Dit rapport bevat de resultaten van de metingen van mei 2013. De uitkomsten van de meting worden (waar mogelijk) op een aantal punten vergeleken met de voorgaande externe metingen (7e meting februari 2013, 6e meting augustus 2012 en de 5e meting van juni 2012). Naast dit PowerPoint rapport, is een zeer uitgebreid tabellenboek beschikbaar met tal van uitsplitsingen naar doelgroepen, zoals mannen en vrouwen, leeftijdsgroepen, opleidingsniveaus, politieke ‘kleur’, et cetera.
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
5
Management summary
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
6
Belangrijkste bevindingen Stemmingsindex In mei 2013 is men positiever gestemd over de ontwikkeling van Nederland dan in 2012 Stemming blijft nog altijd overwegend negatief Het indexcijfer van mei 2013 is -29%. Dit is een significante stijging vergeleken met de laatste twee stemmingen van 2012, toen de stemmingsindexcijfers -40% bedroegen. De overwegend negatieve stemming wijten Nederlanders vooral aan de economische crisis, bezuinigingen en de individualisering in de maatschappij. Deze onderwerpen worden wederom het vaakst aangehaald door Nederlanders.
Het thema Werkeloosheid mengt zich tussen belangrijkste thema’s ‘Gezondheidszorg’ en ‘Onderwijs’ De rangorde van de top-3 belangrijkste thema’s is in mei 2013 veranderd: werkeloosheid behoort nu met gezondheidszorg en onderwijs tot de belangrijkste onderwerpen. Opvallend is dat de staatsschuld door Nederlanders iets minder belangrijk wordt gevonden dan in februari 2013.
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
7
Belangrijkste bevindingen Werk (1) Nederlanders erkennen de toegevoegde waarde van oudere werknemers Een groot deel van de Nederlanders (84%) vindt dat oudere werknemers jongere werknemers moeten begeleiden. Tevens vindt een meerderheid dat er teveel kennis en ervaring zou verdwijnen indien oudere werknemers plaatsmaken. Ongeveer een kwart van de Nederlanders (28%) is wel van mening dat oudere werknemers plaats moeten maken voor jongere werknemers. Wanneer er een leeftijd wordt genoemd (60+), dan is een merendeel van mening dat oudere werknemers gedeeltelijk moeten stoppen om jongeren een kans te geven.
Een lager salaris en minder verantwoordelijkheden bespreekbaar bij meerderheid van de Nederlanders Een groot deel van de Nederlanders (79%) vindt het acceptabel om minder verantwoordelijkheid te accepteren. En een kleine meerderheid vindt dat Nederlanders terug moeten kunnen gaan in functie en salaris. Zes op de tien Nederlanders geeft aan een lager salaris te accepteren om aan het werk te blijven.
Toenemende jeugdwerkeloosheid wordt door merendeel gezien als gevaar voor de samenleving Ruim 80% bestempelt de groeiende jeugdwerkeloosheid als een gevaar voor de samenleving. Minder dan de helft vindt echter dat de jeugdwerkeloosheid erger is dan ouderenwerkeloosheid. De meeste Nederlanders zien nog voldoende mogelijkheden voor 45-plussers. Zes op tien denkt dat het nog mogelijk is om na je 45ste te wisselen van beroep. Ook is een meerderheid bereid om na hun/haar 45ste te investeren in een opleiding om van baan te switchen.
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
8
Belangrijkste bevindingen Werk (2) Er is weinig draagvlak voor afschaffing van de werkeloosheidsuitkering Slechts 6% is voorstander voor het afschaffen van de werkeloosheidsuitkering. Ook denkt maar een klein deel dat de afschaffing van de werkeloosheidsuitkering voor een doorstroming zorgt.
Een ruime meerderheid wordt gelukkig van het werk en heeft een goede privé-werk balans De meeste Nederlanders zijn gelukkig met hun baan. Ruim 70% wordt gelukkig van zijn/haar werk en zes op de tien Nederlanders geeft aan een goede privé-werk balans te hebben. Slechts 17% zou liever een ander beroep uitoefenen.
De economische crisis wordt gezien als de grootste oorzaak van de stijgende werkeloosheid; een derde is bang om zijn/haar baan te verliezen door de crisis Met stip op 1 wijten Nederlanders de toenemende werkeloosheid aan de economische crisis. Een kleine meerderheid (54%) vindt dat ze door de economische omstandigheden worden belemmerd om te switchen van baan. Dit gegeven uit zich ook in de angst voor banenverlies: een derde van de Nederlanders is bang om zijn/haar baan te verliezen door de crisis. Op ruime afstand op de economische crisis worden de open grenzen, mismatch tussen opleiding en de arbeidsmarkt en lage animo voor eenvoudig werk als oorzaken gezien voor de toenemende werkeloosheid. De vergrijzing en duurdere kinderopvang spelen een veel kleinere rol.
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
9
Resultaten Achmea Stemmingsindex – Externe meting
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
10
Volgens een kleine meerderheid (54%) ontwikkelt Nederland zich in de verkeerde richting De economische crisis, bezuinigingen en individualisering worden wederom het meest genoemd Achmea Stemmingsindex Nederland
Toelichting ontwikkeling Nederland
8e meting Mei ‘13 Met een Stemmingsindex van -31 is de Achmea-medewerker iets negatiever dan de Nederlander.
Achmea stemmingsindex* : -29 60%
40% 20%
We behoren tot de welvarendste landen ter wereld! Hoge leeftijdsverwachting. Ik durf rustig over straat te lopen. Het bezuinigingsbeleid gaat de goede kant op. Ik ben er van overtuigd dat de economie weer aantrekt.
25% Juiste richting
0%
Verkeerde richting -20% -40%
Ik heb het idee dat mensen zich steeds meer bewust worden van alles wat er om hen heen gebeurt .
-54%
-60%
*De Achmea stemmingsindex is berekend als het percentage Nederlanders dat vindt dat Nederland zich in ‘de juiste richting’ ontwikkelt minus ‘de verkeerde richting’. A1: Hoe vindt u dat Nederland zich ontwikkelt?
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
Mensen die netjes sparen of gespaard hebben, worden gestraft. Dit geldt ook voor de ouderen. De sociale maatschappelijke verhoudingen baren mij zorgen. Nederland ontwikkelt zich tot een maatschappij van pure individualisten. We zitten in een crisis en door de bezuinigingen durven mensen hun geld niet uit te geven. Basis n= 750
11
De stemmingsindex van mei ‘13 is positiever dan van de metingen in ‘12 De stemming blijft nog altijd overwegend negatief Ontwikkeling Achmea Stemmingsindex Nederland
Achmea stemmingsindex* :
8e meting
7e meting
6e meting
5e meting
mei’13
februari ‘13
augustus ‘12 ’12
juni ’12
-29
-38
-40
-40
25%
20%
19%
20%
60% Mannen zijn positiever dan vrouwen (30% vs. 20% hebben juiste richting gekozen) in mei 2013
Hoogopgeleiden zijn positiever dan laagopgeleiden (34% vs. 19% hebben juiste richting gekozen) in mei 2013
40% 20%
Juiste richting
0% Verkeerde richting -20% -40%
-54%
-58%
-59%
-60%
-60%
*De Achmea stemmingsindex is berekend als het percentage Nederlanders dat vindt dat Nederland zich in ‘de juiste richting’ ontwikkelt minus ‘de verkeerde richting’.
Basis n= 750
A1: Hoe vindt u dat Nederland zich ontwikkelt? © Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
12
Het thema ‘Werkeloosheid’ mengt zich tussen ‘Gezondheidszorg’ en ‘Onderwijs’ als belangrijke topics De staatsschuld wordt iets minder belangrijk gevonden; immigratie en integratie belangrijker Belang van maatschappelijke onderwerpen
Mei ‘13
Aug ‘12
Feb ‘13
8e meting
7e meting
6e
meting
% zeer / tamelijk belangrijk Gezondheidszorg
70%
27%
2%
Werkloosheid
57%
38%
3%
Onderwijs
58%
36%
4%
Economie
48%
Normen en waarden
45%
57%
4%
35%
4%1%
Veiligheid
36%
53%
8%
Pensioenen
37%
51%
9% 1%
Wonen
29%
Milieu
25%
Verschil tussen arm en rijk
zeer belangrijk
52%
14%
48%
10% 0%
19%
47%
17%
Immigratie en integratie
17%
46%
23%
Staatsschuld
11%
54%
31%
Kloof tussen burgers en politiek
Europa
58%
20% tamelijk belangrijk
A4: Hieronder staan nogmaals de maatschappelijke onderwerpen. Kunt u aangeven hoe belangrijk u deze onderwerpen vindt? © Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
3%
*58%
23%
4%
*77%
33% 40%
60%
tamelijk onbelangrijk
2% *62%
25% 28%
45%
2%
80%
6% 8%
97% 95% 95% 93% 93% 89% 88% 87% 79% 76% 70% 69% 63% 55%
98% 93% 94% 93% 92% 90% 90% 89% 78% 80% 69% 74% 58% 56%
97% 93% 95% 93% 92% 89% 89% 87% 79% 78% 68% 71% 66% 60%
100% zeer onbelangrijk
*Significant verschil t.o.v. Achmea-medewerkers
Opvallend is dat de Staatsschuld significant minder belangrijk wordt gevonden ten tijden van de economisch crisis
Basis n= 750
Significant verschil t.o.v. de 7e meting
13
Resultaten special: Werk – Externe meting
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
14
Een groot deel van de Nederlanders erkent de toegevoegde waarde van oudere werknemers voor jongere werknemers Mensen werkzaam in de handel en industrie (86%) vinden vaker dat oudere werknemers plaats moeten maken voor jonge werknemers dan mensen werkzaam in de dienstverlening (62%)
Jongere en oudere werknemers
Oude en jonge werknemers hebben gelijke kansen
94%
Oudere werknemers moeten jongere werknemers begeleiden.
84%
Iedereen ouder dan achttien heef t de plicht om te werken of te studeren.
84%
5%
10% 11%
Overwegend eens
Als oudere werknemers plaatsmaken verdwijnt er teveel kennis en ervaring.
78%
Elk individu is in principe zelf verantwoordelijk voor zijn of haar inkomen.
19%
71%
Werkgevers zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling van hun werknemers.
25%
68%
Oudere werknemers moeten plaatsmaken voor jongere werknemers.
26%
28% 0%
Overwegend oneens
68% 20% (zeer) eens
40%
60%
80%
100%
(zeer) oneens
n= 375 B1: Bent u het eens of oneens met onderstaande uitspraken?
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
15
Minder verantwoordelijkheden en salaris bespreekbaar bij meerderheid van de Nederlanders om aan het werk te blijven; zes op de tien zou een lager salaris accepteren Eigen verantwoordelijkheid voor inkomen
Vrouwen (65%) zouden eerder een lager salaris accepteren dan mannen (55%)
De mensen die nu niet werken, maar wel kunnen, moeten aan het werk.
86%
8%
Ik ben zelf verantwoordelijk voor mijn eigen ontwikkeling tijdens mijn loopbaan.
84%
11%
Het is niet sociaal om in Nederland een opleiding te volgen en dan niet te werken.
84%
12%
Het moet acceptabel worden om minder verantwoordelijkheid te accepteren.
79%
Het verschil tussen het minimumloon en een uitkering moet groter worden.
71%
Ik zou een lager salaris accepteren om te blijven werken.
23%
60%
Werknemers moeten terug kunnen gaan in f unctie en salaris.
31%
57% 0%
20% (zeer) eens
Overwegend eens
14%
27% 40%
60%
80%
100%
(zeer) oneens
n= 375 B1: Bent u het eens of oneens met onderstaande uitspraken?
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
16
De toenemende jeugdwerkeloosheid wordt door een overgroot deel gezien als gevaar voor de samenleving 83% vindt dat 60-plussers een stapje terug moeten doen voor de jongeren 50-plussers (94%) zien de toenemende jeugdwerkloosheid als groter gevaar voor de samenleving dan 18-34 jarigen (79%) of mensen van middelbare leeftijd (35-49) (81%)
Werkeloosheid en pensioen (1)
Toenemende jeugdwerkloosheid is een gevaar voor de samenleving.
87%
60 plussers moeten gedeeltelijk kunnen stoppen om de jongeren kans te geven.
9%
83%
Na je 45ste is het mogelijk om van beroep te wisselen als dat nodig is.
61%
Ik ben bereid om na 45 te investeren in een opleiding om van beroep te wisselen.
60%
Er moet arbeidsduurverkorting worden ingevoerd tegen jeugdwerkloosheid.
33%
20%
46%
40 uur per week werken moet de norm worden.
20% (zeer) eens
De meningen zijn verdeeld
33%
37% 0%
Overwegend eens
12%
Overwegend oneens
55% 40%
60%
80%
100%
(zeer) oneens
n= 375 B1: Bent u het eens of oneens met onderstaande uitspraken?
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
17
Er is weinig draagvlak voor afschaffing van de werkeloosheidsuitkering; Nederlanders in zware beroepen wordt een vroeger pensioen gegund Mensen met een laag inkomen zijn minder bereid om geld in te leveren om hun baan te behouden (27%) dan mensen met een midden (46%) of hoog inkomen (55%)
Werkeloosheid en pensioen (2)
Mensen in zware beroepen mogen eerder met pensioen.
88%
Ik ben bereid geld in te leveren om mijn baan te behouden.
42%
Jeugdwerkloosheid is erger dan ouderenwerkloosheid.
41%
Ouderenwerkloosheid is erger dan jeugdwerkloosheid.
Overwegend eens De meningen zijn verdeeld
44% 51%
31%
52%
Overwegend oneens
Geen onderscheid maken tussen lichte en zware beroepen bij pensioenleef tijd.
17%
Af schaf fing van de werkloosheidsuitkering zorgt voor doorstroming. De werkloosheidsuitkering moet worden af geschaf t.
9%
79%
13%
72%
6% 0%
83% 20% (zeer) eens
40%
60%
80%
100%
(zeer) oneens
n= 375 B1: Bent u het eens of oneens met onderstaande uitspraken?
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
18
Een derde van de Nederlanders is bang om zijn/haar baan te verliezen door de crisis; zes op de tien vindt dat de flexibilisering van de arbeidsmarkt is doorgeschoten
Zekerheid over baanbehoud
De f lexibilisering van de arbeidsmarkt is doorgeschoten.
61%
18%
Overwegend eens
De vakbond is een noodzakelijke partij om mijn belangen te behartigen.
53%
Ik ben bereid loon in te leveren voor meer vrije tijd.
32%
39%
Ik ben bang om door de crisis mijn baan te verliezen.
43%
35%
Bedrijven moeten zich richten op het aannemen van jongeren.
24%
Bedrijven moeten oudere werknemers ontslaan om jongeren aan te nemen.
23%
De vakbond beschermt vooral de belangen van oudere werknemers.
38% 62%
Overwegend oneens
70%
19% 0%
De meningen zijn verdeeld
54% 20% (zeer) eens
40%
60%
80%
100%
(zeer) oneens
n= 375 B1: Bent u het eens of oneens met onderstaande uitspraken?
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
19
Een ruime meerderheid wordt gelukkig van het werk en heeft een goede privé-werk balans; slechts 17% wil een ander beroep uitoefenen Vrouwen (59%) worden door de economische omstandigheden meer belemmerd om van baan te wisselen dan mannen (48%)
Tevredenheid over baan
De overheid moet het aantrekkelijker maken om 45-plussers aan te nemen.
83%
Ik word gelukkig van mijn werk.
11%
73%
Ik heb een goede privé-werk balans.
11%
64%
De economische omstandigheden belemmeren mij om te wisselen van baan.
18%
54%
Werknemers moeten zich voorbereiden op demotie in hun carriere.
23%
41%
Ik zou liever een ander beroep uitoef enen.
De meningen zijn verdeeld
42%
17% 0%
Overwegend oneens
63% 20% (zeer) eens
Overwegend eens
40%
60%
80%
100%
(zeer) oneens
n= 375 B1: Bent u het eens of oneens met onderstaande uitspraken?
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
20
De economische crisis wordt gezien als de grootste oorzaak van de stijgende werkeloosheid Daarna volgt op ruime afstand de open grenzen in Europa
Oorzaken van stijgende werkeloosheid naar belang 6,0 Economische crisis 5,0
4,5
4,0
4,6
3,7 3,4 3,1
3,0
2,0
Open grenzen Europa Opleidingen sluiten niet goed aan op arbeidsmarkt Minder animo voor eenvoudig werk
1,8 Vergrijzing
1,0 Duurdere kinderopvang 0,0 Gemiddelde per statement
1 = grootste oorzaak 6 = kleinste oorzaak n= ?? B21: Kunt u aangeven in hoeverre de volgende oorzaken een rol spelen in de stijging van de werkeloosheid door een rangschikking te maken? De stijging van de werkloosheid komt vooral door: © Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
21
Onderzoeksverantwoording
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
22
Onderzoeksverantwoording externe meting Methode
Het onderzoek is online uitgevoerd op het Online Intomart GfK panel. Respondenten uit het Online Intomart GfK panel ontvingen via een e-mail een uitnodiging met daarin een link naar de online vragenlijst.
Veldwerkperiode
Het veldwerk voor dit onderzoek werd uitgevoerd in mei 2013. De gemiddelde invulduur van de vragenlijst bedroeg 10 minuten.
Doelgroep & steekproef De doelgroep voor dit onderzoek bestaat uit consumenten in de leeftijd 18 jaar en ouder, representatief voor Nederland. De representatieve steekproef bestaat uit n=750 Nederlanders. Rapportage
Naast deze PowerPoint rapportage is er eveneens een uitgebreid tabellenboek beschikbaar met uitsplitsingen van de resultaten naar relevante achtergrondkenmerken zoals geslacht, leeftijd, opleiding, sector, links-rechts zelfplaatsing, politieke interesse, aantal uur betaalde arbeid, bedrijfsomvang, branche, gezinssamenstelling, levensfase en regio. Belangrijke verschillen tussen groepen worden ook in dit rapport aangestipt.
Certificering
Het onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met het kwaliteitssysteem van Intomart GfK dat is gecertificeerd volgens de normen van NEN-EN-ISO 9001, ISO 20252 en ISO 26362. Intomart GfK onderschrijft de gedragsregels van E.S.O.M.A.R. (European Society for Opinion and Market Research) en is lid van de brancheorganisatie MOA (zie http://www.moaweb.nl). Het is toegestaan de uitkomsten van onderzoek extern te publiceren. Wel dient in dat geval bij de onderzoeksresultaten als bron "Intomart GfK
" te worden vermeld. Exclusiviteit van verzamelde gegevens is gebaseerd op de Gedragscode van de MOA, art. 5 (zie http://www.moaweb.nl)
© Intomart GfK 2013 | 32663 Achmea Volgens Nederland Werk | Mei 2013
23