Modulebeschrijvingen Master Learning & Innovation 2016-2017
1
Inhoudsopgave Veranderen in het perspectief van leren als bouwsteen ........................................................................ 3 Innovatief Ontwerpen van Onderwijs ..................................................................................................... 4 Digitaal leren innoveren .......................................................................................................................... 5 Projecten en kwaliteit in onderwijsorganisaties ..................................................................................... 6 Begeleiden van onderwijskundige veranderingen .................................................................................. 7
2
Veranderen in het perspectief van leren als bouwsteen Het onderwijs is (altijd) in beweging. Vanuit de overheid wordt verwacht dat scholen invulling geven aan hun maatschappelijk opdracht om leerlingen minimaal datgene te leren wat wettelijk is vastgelegd. Hoe scholen dat willen doen staat hen vrij. En dat is een mooie uitdaging. Want vormgeven aan leren kan op vele manieren. Dat blijkt uit de veelheid aan schooltypen die we in Nederland kennen. Zicht krijgen op waartoe leerlingen/studenten opgeleid worden en hoe inzichten vanuit onderzoek en praktijk daaraan een bijdrage leveren is een noodzakelijke basis voor docenten die zich willen scholen tot Master Learning & Innovation. Daarom is deze module ‘Veranderen in het perspectief van leren’ de eerste module die wordt aangeboden in de opleiding. Hiermee wordt een fundament gelegd voor het handelen als Master Learning & Innovation in de praktijk. In deze module komen relevante concepten, modellen en theorieën op het gebied van veranderen in de onderwijscontext aan bod. De focus is op die kennis, vaardigheden en attitude die uiteindelijk bijdraagt aan het verbeteren van het leren van leerlingen. Er is veel aandacht voor het concretiseren van de eigen opvattingen van de student over wat goed en zinvol onderwijs is. Door middel van allerlei didactische werkvormen die ook in de eigen organisatie toepasbaar zijn worden studenten gestimuleerd met elkaar in gesprek te gaan over hoe leren in het werk gaat. Hoe leren leren bevorderd kan worden voor leerlingen én voor docenten. Welke rol een MLI-er kan innemen en welke tools daarbij ingezet kunnen worden om dit leren te bevorderen. Na afloop van deze module is de student in staat een onderbouwde visie op leren en innoveren in een onderwijssetting te formuleren. De student kan zijn opvattingen over waartoe leerlingen opgeleid worden benoemen als ook vanuit welke bronnen deze overtuigingen tot stand zijn gekomen. Ook is de student in staat aan te geven, vaak m.b.v. modellen en vanuit concepten, welke knelpunten en kansen er zijn als het gaat om onderwijsinnovatie in de eigen beroepspraktijk. De module wordt afgerond met het opstellen van 5 toetsvragen naar aanleiding van de 5 modulebijeenkomsten. Per bijeenkomst formuleert de student een toetsvraag waarvan de aanleiding gelegen is in de eigen beroepspraktijk. Daarnaast formuleer t de student een antwoord op de geformuleerde vraag en wordt het antwoord beargumenteerd. De vragen moeten voldoen aan criteria t.a.v. heldere formulering, onderbouwing en praktijkrelevantie.
3
Innovatief Ontwerpen van Onderwijs als bouwsteen In deze onderwijseenheid, die we liever ‘denktijd’ noemen omdat het denken en leren niet alleen in de lestijd op de opleiding plaatsvindt, kijken we naar trends en ontwikkelingen in de maatschappij op globaal en nationaal niveau. Je ontdekt welke invloed de diverse ontwikkelingen hebben op het onderwijs en welke ontwikkelingen zich afspelen in het onderwijs. Welke ontwikkelingen zijn er waar te nemen? Op welke diepere grondslagen rusten die? (Hoe) hebben deze ontwikkelen je eigen beroepspraktijk beïnvloed? Je bekijkt je eigen beroepspraktijk en gebruikt hiervoor verschillende invalshoeken zoals de sociologische, de maatschappij kritische of filosofische invalshoek. De dialoog is de leidende werkvorm. De ‘uitkomsten’ van de bijeenkomsten (‘dialoogtafels’) voeden mede jouw idee voor je pitch die je in de vijfde bijeenkomst houdt. Je probeert met behulp van collega’s, literatuur en expertkennis, maar vooral door ‘outside the box’ te denken, te komen tot een passend en gedurfd ontwerp als antwoord op een gesignaleerde behoefte in je eigen onderwijsorganisatie. Hierbij hoef je je niet te laten te begrenzen door “…wetten en praktische bezwaren”. Het gaat vooral om de kracht van het idee (ontwerp) en de creativiteit van denken. Na een centrale, voor alle studenten bedoelde startbijeenkomst, waarin ook dialoogvaardigheden worden geoefend, volgen drie dialoogtafels waar steeds een thema wordt verkend vanuit de door Thomas Ziehe gehanteerde begrippen ‘binnenwereld (innerworld) en ‘buitenwereld’ (outside world). Je presenteert je ontwerp aan een onafhankelijk panel van deskundigen en je schrijft een pleidooi. De relatie tussen de analyse en het ontwerp dient robuust en op masterniveau onderbouwd te zijn.
4
Digitaal leren innoveren als bouwsteen Op veel scholen is het gebruik van ICT een belangrijke pijler geworden. Zo belangrijk dat als de digitale leeromgeving onvoldoende bereikbaar is, dit tot consequentie heeft dat docenten met de handen in het haar komen te zitten. Toch blijkt ondermeer uit onderzoek van de Organisation for Economic Cooperation and Development (OECD), dat de inzet van ICT niet zonder meer leidt tot beter onderwijs. De inzet van ICT vraagt veel aandacht en zorg, met name in de implementatie: hoe komt de school tot één lijn en bepaalt niet de zwakste schakel de uitkomst van de implementatie? In de module Digitaal Leren Innoveren leert u een innovatie op het gebied van ICT, vorm te geven. Dat wordt gedaan door eerst te kijken hoe deze innovaties op uw school plaatsvinden. Vervolgens kijkt u van daaruit hoe ‘volgens de stand van de wetenschap’ dit traject geoptimaliseerd zou kunnen worden. U krijgt dus handvaten om in de praktijk van uw school tot verbetervoorstellen te komen. Een belangrijke voorwaarde voor zinvolle invulling van deze module is het hebben van de mogelijkheid om op schoolniveau een ICT-innovatie vorm te geven en (mini)onderzoek te mogen doen naar hoe het in het verleden plaatsvond. Naast het aanreiken van nieuwe kennis, wordt van de student verwacht actief te participeren in de colleges: het verzamelen van gegevens over de stand van zaken in de school rondom digitalisering (of een onderdeel daarvan) en komen tot een verbetervoorstel.
5
Projecten en kwaliteit in onderwijsorganisaties als bouwsteen Het onderwijs zit in een glibberig spagaat. Enerzijds is de school verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en anderzijds moet de school verantwoording afleggen in een cultuur van meten die weliswaar veel data genereert, maar niet altijd tot weten leidt. In deze module wordt je uitgedaagd om vanuit een eigen, doordachte visie op onderwijskwaliteit te bepalen welke gegevens nodig zijn om de kwaliteit van de school zichtbaar te maken. Je leert de kwaliteitszorg van de eigen organisatie op waarde te schatten. In het tweede deel van de module staat projectmatig creëren centraal. Hoe vertaal je een probleem of een doelstelling naar een uitdagend en uitvoerbaar project? Hoe overleeft een project de hectiek van elke dag in een school en hoe kunnen projectresultaten geborgd worden? En hoe heeft dat alles te maken met de kwaliteit van het onderwijs? Deze module legt een basis waarop je vanuit een onderbouwde visie op onderwijskwaliteit een bijdrage kunt leveren aan de kwaliteitszorg in de eigen organisatie. Bovendien leer je een onderwijsvernieuwing projectmatig vorm te geven. Wat wordt er van jou verwacht? Je gaat onderzoek doen naar de inhoud en opzet van de kwaliteitszorg in je eigen organisatie. Op basis van de analyse formuleer je conclusies en aanbevelingen. Vervolgens schrijf je samen met medestudenten een projectplan met als doelstelling het verhogen van resultaten op een bepaald gebied dat vanuit het waarderingskader van de inspectie of het accreditatiekader achterblijft en verbetering behoeft. Op basis van literatuur en analyse onderbouw je de gemaakte keuzes in het projectplan. Met je projectteam presenteer je het projectplan bondig en overtuigend. Je reflecteert in een schriftelijk verslag op je competentieontwikkeling en hebt hierbij specifiek aandacht voor de samenwerking tijdens de module.
6
Begeleiden van onderwijskundige veranderingen als bouwsteen Het begeleiden van veranderingen in onderwijsorganisaties lijkt simpel; de verandering is helder, alleen het team moet nog mee. De werkelijkheid is echter weerbarstiger. Juist het meenemen van het team blijkt nogal eens een hele uitdaging. In deze module leer je om vanuit analyse van groepsprocessen effectief veranderingen te begeleiden in je rol van begeleider van veranderprocessen. In de bijeenkomsten bestudeer je diverse theorieën rondom interactieprocessen in teams. Je ontdekt hoe je om kunt gaan met verschillen in teams en leert wat effectieve interventies zijn in de rol van begeleider van groepsprocessen. Naast theorie speelt reflectie een belangrijke rol in deze module. Je neemt immers jezelf mee in je rol van veranderkundige, met je eigen focus en aannames. Wat is jouw voorkeursrol binnen veranderprocessen, ben je liever de expert of juist de procesbegeleider? Door het kennen van jezelf word je je bewust van je eigen voorkeur voor bepaalde interventies en krijg je inzicht in de vraag wat hieraan ten grondslag ligt. Door deze bewustwording kun je na afloop van deze module ook andere keuzes maken en wordt je handelingsrepertoire in het begeleiden van teams bij onderwijsveranderingen groter en rijker. Tijdens deze module reflecteer je op een tweetal beeldopnames van jezelf in de rol van begeleider van onderwijsveranderingen. In een verslag wordt dit reflectieproces beschreven en geanalyseerd, waarbij een verbinding met relevante masterliteratuur zichtbaar is.
7