MODERNE LETTERKUNDE NA WO II TEKSTENBIJLAGE
NEDERLANDS 2E EN 3E JAARS
Frits opende de deur, droeg zijnfieis de trap op en zeiie hem rechtop in het berghnk. Op dal ogenblik ging de deur van de li/kamer open en zijn vader. in zwartwollen kamerjas, trad in de gang, '(iwdemiddag'. zei Frits. 'Wel'. vroeg zijn vader, 'ieis nieuws beleefd"? Zijn gezicht was geplooid in een glimlach. 'Nee, dat niet', anlwoordde Frits. 'Wai zegje?' vroeg de man, hel hoofd naar voren brengend. 'Alles gewoon'. zeiFrilx. 'He?' vroeg zijn vader. 'Allex gaal zijn gang', zei Frits nu laid, halfroepend. Zijn vader zweeg en Hep voor hem nil de gang in. Frits ging snel de zijkamer binnen en draaide de gaxkarhel uii; daarna Hep hij achler zijn vader aan naar de huiskamer.
'Jnop', :ci Frits, 'ik hoefie nutuurlnk met ic veriellen. tlat ie gauw kaul wordl. Maar ln-h jfje at voorgeMeld. »«/ /«• :uli darn. al\ lit'l zover gekamen is? De kant i\ grain, dat lift imk in hel midden gaal uiivallen. Dal je fen echie kale plek knjgi. />/ mil'\iert bijzundcr. Dan lijkje net een oude kerel. /.tilting net alleen van voren dunm-r \\ordi. is er nog niet veeluun de hand. Maar ah die kaalte konit. iwf /r dan wel. wuije nu»el daen'.'' 'Nee', zei Joop glimlachend. "/•> warden veruiiiHende uerkwiju-n aanbevulen om kualheid le IwMnjden'. :ei Frits, 'maar dm ix oplichieni en de welenschap xiaal hier vrijwel madueliwx. Maar er n/« middelen om de leegie te verbergen. Dal haul ik niei uii een boek:jij hadhet ook kunnen welen. maarje kijki met omje been.' '
'Ah een van de besluurderx van de:e auto's een foul maakl', dacht hij, 'en ik worddoodgereden, lalhet bericht thuix verdriel brengen. grool mixbaar. (iexield. dat er geen ouden r//n. (Am lal hel een ireunge mededeling voor de familie ztjn. Maar ah er ook geen familie is, wte :al hel sich dan aanirekken? Wte'? Ilii kreeg pun in de bor\t en vuelde in zijn ogen iranen opkomen. Hij keek aihterom. 'Hel achierlichl brandt'. :ei hij bij zichzelf. l>e schemering vie! in. b.
C'.K
/
% hJkd**
—^
Hij nam defies biide hah op. l-r :a, een /,/,,„„ ,,,A,i „,, „„., ,,.„ Vl.lt, ,„„,, 'Ressen-appel'. lashijzacht. 'Ressen-appel'zei hij bij zichzelf. 'bessenappel. Help ons. eeuwige, onze God. Zie onze nood. Uii de diepten roepen wij lot u. I'erschrikkclijk,' 'Moeder', zei hij. 'Ja, muis', antwoordde ze. 'Moeder', zei hij. 'hetgeeft niet. maar het is geen wijn.' 'Geen wijn?' vroeg ze, zich omdraaiend. 'Die man zegl: 'Appel-bessen, vruchtenwijn. Wijn, zegt die man.' 'Ja', dacht Frits, 'die man zegt: Appel-bessen. wijn. Het is trouwens Ressen-appel. O. zieons. Grijpin.' 'Nee', zei hij. 'wijn is het niet. Hel staat er ook gewoon op. Ressen-appel. Rereid uii hei sap van vers geplukle. eerste kwaliieit rode bessen en goudreinetien. Het is gewoon sap. Metsuiker, mogen wehopen. Maar met wijn heeft hel nietx te maken.' 'l.aai eens kijken', zei ze en nam defies van hem over. Ze luurde op hel etikei, keek daarna over haar bril heen en gafdejles lerug. 'Ik zie niets' zei ze. 'de bril is beslagen. Straks zal ik binnen wel eens kijken.' 'Je hoefi nicuejkijkcn, het ix geen wijn'. zei Frits.
De radio wax warm gewarden. 'De Zwerversgaan verdermel Sensalie Nummer Ken', zei de omroeper. 'Tuut luut te luui luul', zei zijn moeder, loenhelnuntmer began, 'verschrikkelijk.' 'Jemoetjazzmuziekproberen te volgen', zei Frits. Hij zat op een stoel dichl bij het toestel. 'Kan dat gemier niet a/?' vroeg zijn vader en richne zicH op. 'Nee', zei Frits, 'je moei eens luisieren. dan zulje horen, dat het geen onsamenhangend lawaai is. Het orkesi geeft hel ritnte aan, de saxofoon speelt de melodie en de improvisaiies.' 'Maar het kan wel zachter', zei de man en draaide de knop terug. I Herns ging hij weer liggen. Frits nam de knop vast en draaide die langzaam, bij beetjes weer naar rechts op de ogenbiikken. dot alleen een zwakke drum If horen wax.
Ll;
Toen hij ihuixkwam, zat zijn vader in een stoel bij lafel ie lezen. 'F.nig nieuws?' vroeg hij in hel Engels. 'Nee, niets'. antwoordde Frits. Er hing een zware walm van pijptabak. Op de leuning van een stoel bij de kachel lagen de kleren van zijn moeder. 'Ja'. zei hij bij zichzelf. 'we zijn thuisgekomen.' Zijn vader keek roerloos voor zich uii. Zi/n rechter hand lag op een klein boek uitgestrekt. Langzaam richne hij zijn blik op Frits. 'Als hij maar niet ien gaal zeggen'. dacht deze. Uii de achterkamer klonk of en toe. versiikt, een snikkendgeluid. 'Hel is versiikt en onduidelijk', zei Frits bij zichzelf. 'hel is niet zo hard, dat ik het horen kan. Ik kan het niet horen.'
(i*)l
"
Deprofaeurs
Aan de uitkant van de stad, naast het stort dat in de zomer heel de voorstad verpest, naast de houtzagerij, daar woont meneer Swaem die een schoenenfabriek heeft 'the english shoe', en die heel de oorlog laarzen gemaakt heeft, eerst heimelijk voor de todten en later onbeschaamd voor de wehrmacht. Ze reden met hun camions bjnnen, de poort toe en het licht uit... Mama, kort en dik en een beetje gemeen, kon de Duitse officieren tegemoet lopen en aanspreken in het Duits dat geen Duits was maar beschaafd-boerenvlaams met veel gebaren, en met een grijnslach die uit domheid zei: neem ons niet kwalijk dat we met u miljoenen verdienen zodat we ons al drie piano's gekocht hebben, vier bontmantels en twee radio's — een voor het salon waar de Duitse officieren zich met ons een stuk in hun laarzen zuipen, en een voor boven waar papa naar de Engelse post luistert om te weten wat wij met ons geld moeten doen. En papa die even dik en gemeen was, vocht iedere dag met zichzelf om Swaemke de schoenmaker van zich af te schudden en meneer Swaem te worden, en wandelde daarom van het ene eind van zijn schoenfabriek naar het andere al smorend aan een dikke sigaar, maar hij haastte zich aan de poort om te kunnen vertellen, wat men op de Engelse post gezegd had. Maar buiten Boone, die naast hem woonde en autobanden verkocht had aan het Duitse leger en daar schatten mee verdiend had en die iedere middag konijn of kip at, en dan vloekte als het maar eens doodgewoon friten met biefstuk was, buiten die Boone was het slechts arm voorstadsvolk dat eerbiedig naar meneer Swaem luisterde maar heimelijk dacht:
we zullen u na de oorlog in de bak doen steken. Dat belette toch niet dat Boone Anglofiel was die naar De Stem van Amerika luisterde en vertelde dat men vliegende forten had waar de Duitse vliegers tegen aanbotsten en in brokstukken bleven aanhangen, zodat men ermee terug naar Amerika vloog want de Amerikanen, dat zijn kerels! En dan stak hij een halve tros druiven in de mond, aan 400 frank de kilo, zodat het sap over zijn kin droop. En meneer Swaem zei: dat ze het die Duitsers maar eens goed geven, want het zijn alien smeerlappen ik weet het genoeg, ik heb in de andere oorlog krijgsgevangen gezeteri. En met de vette hand aan de mond om te toneri dat het een geheim was, maar toch luid genoeg om het aan de andere kant van het stort te laten horen, zei hij ook: ik heb 10.000 frank aan de witte brigade gegeven. En dan, almeteens was het bevrijding en daar aan de uitkant van de stad leek het bijna op een kermis: er hing aan de schoenfabriek een vlag zo groot dat men buiten een stukje van de dakgoot niets meer van de straatgevel zag, en er hing een spandoek van die gevel naar de gevel van Boone: WELCOME. En onder dat welcome stopte een auto van de witte brigade, en ze gingen bij meneer Swaem binnen met revolvers in de vuist en kwamen weer buiten met een sigaar tussen de lippen. En dat het volk van de voorstad hen deed de bak instoppenr Nee dat is niet waar, als men met hen sprak herinnerde zich zelfs niemand meer dat daar iedere nacht Duitse camions met laarzen werden volgeladen.
En eenpaar vrouwen zeggen dat OOK deEngelsen smeerlappen %jn want fe hebben naar hen geschoten terwijl %e foals gewoonte kolen gingen stelen van Je spoorwegen — maar %e kunnen niet verdragen dat een gewe^en qvarte dat %egt, want als qj de Engelsen iets verwi/ten of als de ^warten hen iets verwtjten, dan betekent dat HEEL WAT AN-
DERS. En Louis die een anarchist een nihilist een vie^edst is, %egt dat wij Je^uske op ons knieen moeten bidden om ons van de Canade^en te verlossen. En Philomene die in Duitsland heeft gewerkt en teruggekeerd is met een kind, van^elfsprekend van een Duitser, goat nu met de Canade^en dansen terwijl de vliegers overhangen die Bertijn bombarderen en %e \egt: men kan toch niet EEUWIG btijven treuren.
Rode nacht
En. dan, die nacht dat de sirenen nogmaals locidcn en mijn vrouw haast uit gewoontc xci: pak gij dc kleinc alvast en loop de tuin in, ik kom achtcrna met ccn dcken — ik geloof dat ze het in haar slaap reeds zeggen zou — die nacht, o hou mijn schrijf machine vast dat ik niet sentimcntccl word... Ik duwde hen de put in en wierp de dekcn over him kop en zette mij tc sterven. Daar wicrp men al de eerste rode fusee, ginder, ecu hclc eind achtcr de rij werkmanshuizen, en daar nog een zie zie en nog een. Het is de spoorlijn die men aftekent, zei ik. Doch de spoorlijn? Daar hing en reeds fusee's boven ons huis en er achter en er voor, wij haddcn een blocdrood huis en de rij werkmanshuizen was ccn blocdrodc rij. Het was een stad uit een speelgoedwinkel geworden. Is het de spoorlijn die men aftekent? vroeg mijn vrouw, en mijn zoon die dc echo is: is het de spoorlijn, pa? Ja, zei ik en ondertussen hicld ik mijn hart vast. En Staf Spies en zijn vrouw en Mathilde met haar kinderen en de protestant en heel die armemenscnbuurt die geen kclder had, kwam in de kelderingen van het huis in aanbouw naast ons een schuiloord zoeken. Staf Spies, die in andere nachten een sigarct rookt en commentaar gecft 'zie dit en hoor dat', keek en zei niets. Na zag hij en nu zweeg hij. Hij hicld met een rode hand een rode sigaret vast en trachtte het trillen zijner vingeren tegen te houden. Ik dacht toen dat het met ons gebakken was, iets dat ik trouwcns ook al eens vroeger had gedacht, toen die plank van onder mij wegschoot hoog op de steiger en toen in de fabriek die naphtelamp ontplofte. Maar dat heeft nu geen belang, ik wierp mij in de put en stopte het hoofd onder de deken en hoorde mijn zoontjc zeggen: en vcrlos ons van de kwade amen. Mijn vrouw maakte zich lastig omdat het zo lang duurde, waarom gooien ze dan niet .gewoon, zei ze. Ja dat was het, gooien en stcrvcn, maar men kon toch niet die hele rode nacht door zitten sterven. Ik kroop uit de put en keek rond, het brandde ginder op het rangeerstation en we hadden niet eens horen yooicn. De vliegers trokken weg en het rood weerde zich dapper om
rood tc blijvcn, maar ginder heel ver was de nacht gcwordcn gelijk hij steeds is, zwart met pinkclendc sterren. En stil, zo stil dat gc plots, ginder ik wcct niet waar, dc bommcn hoorde vallen. Staf Spies en zijn vrouw en Mathilde en haar kinderen en heel dc buurt die naast ons in de keldcring had gczeten, kwam boven en kakelde tegen clkaar op. Het is op Koflrijk, zei Staf Spies die met zijn kop scheef stond te luisteren. Waar? vroeg Mathilde zo maar terwijl ze het toch gchoord had. Op Kortrijk, herhaaldc hij en heel de piukelende nacht was vol van het woord Kortrijk. En ik dacht aan Kortrijk, aan Binges die met mij krijgsgevangen had gezctcn en waar ik een heel olijkc brief naar geschrcven had en mij geantwoord had dat hij lam was, dat hij in ccn zetcl zat met nikkcl aan de bcnen, en ik vroeg mij af hoe hij met dat nikkel dc put zou zijn ingelopen. Toen het volk dat de veldcn was ingevlucht — en ginder nog meer angst had uitgestaan, want er warcn daar parachutisten gedaald, zegden ze fluistercnd — toen die tcrugkeerden zei Staf Spies: de wcreld is wccral ecus gcspaard voor vandaag. Want de wereld van Staf Spies is die rij werkmanshuizen en Kortrijk behoort daar niet meer toe, dat is ccn andere wereld. Een lange rij van pitslichtjcs staptc door dc tuintjes in dc rode nacht die weer een zwartc nacht was gewordcn. Alleen ginder aan het rangeerstation bleef een trein brandcn. En in een boop volk dat door de Duitsers was bijeen gebracht werd gemitraillesrd, maar ene die zicb een sekonde te vroeg liet vallen lag er uren tussen de doden znnder te durven beivegen — V avonds in bet duister kroop hij er tussenuit en ging zicb in de aalpiit verbergen, alleen met zijn kop boven. En madame Lammens die geen twee frank meer in buis heeft en zegt dat de oorlog volgeiule week zal gedaan zijn, krijgt in de zondagavond ruzie met baar man omwille van zijn pijp, waarvan hij vraagt om die op de stoep de as uit te kloppen — en madame Lammens klopt de as uit, plus bij ongeluk het restje tabak, en haar mm staat woeclend recht en slaat zijn pijp kapot, en madame Lammens krijgt een krak in baar kop en is dood. En de broer van die manke uit de Spaarzaambeidstraat is naar Duitsland weest werketi en komt nu naar buis met een vrouw, een Duitse, en hij mag van die Duitse vrouw niet meer terug, ae zegt dat het ginder in Dttitsland slecht is, bet re&iem en zo — want ze zit daar in de Spaarzaamheidstraut midden anti-Duitsgesinden.
SCHOOL DER POeZIE
»
*
ik ben geen lieflijke dichter ik ben de schiel^ke oplichter der liefde, zie onder haar de haat en daarop een kaaklende daad. lyriek is de seeder der politiek, ik ben niets dan omroeper van oproer en aijn mystiek is het bedorven voer van leugens waaraee de ieugd zi :h uitziekt.
nw.es,
ik bericht, dat de dichters var. fluweel schuw en humanisties iood gaan. voortaan zal de hete y'zeren ke«i der ontroerde beulen auzikaal ;pengaan. nog ik, die in deze bundel woon als een rat in cie val, snak naar het riocl van revolatie en roep: rjjaratten, hoon, hoon nog deze veel te schone poezieschool*
Grond worden8 graa, kever, ochtendnevel, smaak aan de tong van bet grazend vee en vlees zijn, veer. mest en molsboop vorden, bliksemvis in de sloot, ma&r zo mogelijk voile aart zvellende korrel; en gegeten vorden om man te zijn, vrouv te zijn, ja, vooral opnieuv naens te zijn en zichzelf in liefde te verzaaelen. WHEN WE WER£ VERY IOONG
Verkoolde veryoeste brokken 'van neergeaciioten bommenwerpers z^a de onheilstekens, waarondar ik jong nog speeld*
^L c^^ 7\jUut* Co*«*^uUi
Tussen afgeknott* boraen en verschroeid struikgewas boven anj sonaverduistsriagen, zat ik in d* cockpit, saja hand en, die onvetend contact zochten aet de dood, in het verstoorde spinneweb vaa het nieuwgeurend stuur. In dikke stukken kogelvrQ glas ving ik het schaarse licht op, dat uitliep op de grond, eea lauwe, bleke plas. Later ging ik verward naar huis: ik vond ook die dag het spoor nog niet, d,*_sl»epateea. van de t$d in het mile zacd*
•
O K »•• . ^
HANS LODEIZEN Naarden 1924 Lausanne 1950 GERRIT K.OUWKNAAR Amsterdam 1923
S Y B R E N POLET Kanipcn 192-4
BERT SCHIERBEEK Glanerbrug 1918
LUCEBERT Amsterdam 1924
PAUL RODENKO Den Haag 1920
SIMON VINKENOOG Amsterdam 1928
HANS ANDRF.US Amsterdam 1926
REMCO C A M P E R T Den Haas 1929
| A N H ANl.O kindum;: 1912
HUGO G L A U S BruRisc 1929
R U D Y K O U S 1) R O E K Siantar 1929
J A N G. E L B U R G \VcmcIdini;c 1919
LitccbtTl VERDEDIGING VAN DE 50-ERS kamrradcn. sr onzt conjrituntic taal ijeseh rijn t*nzi- vcrzen x«iak tr rw«*ur mrt erva warcn wij van curopa dc (Jimezen. wa*. holiafu* ecu rose pcrzikentuin. onze poeite rou dan cenvoudig zijn. rou zijn een kopje thce met rozenhladcn
elad.
maar in Holland staat een huis: daar won en vrczen voor luizen. ladclichtcrs en voor sowjetraden: daar wonen struise dochtcrs. sioere zonen die met een kale god in 't trappcrtaal — terwijl de radio der buren raast — in .swing en .sweet te met. ceilen zijn en daarna radcn. de hollandse cultuur is hoi van Helen. hcf leven in commissie niet alleen een zcdc. ook genade d<* eu.ien zaken eigen rielcn rijn hordclen. zodat de vreugde met een vrecmde vrouw in bed. des andcren daag.s in kutse vcrren omgezet. met ru ; sen als het zaad. maar kraken als kostschool.se gcwaden. ^ij leitcrdames en gij letterheren. <jij die in herenhuizen diep :it uit te pluizen daden. tk 2cy Daden van genot en van ontberen, wanneer l»ij Make rimhaud of haudclaire leest. hoort. door onze \erzen jaagt hun heilige geest: de hlote kont dcr kun.st tc kussen onder uw sonnettcn en balladen. (jij. gij zijt door hrt hoye hoog vcrhevcn en dompclt uw gcest met zeven luiers in de zweetbadcn. in het purijatoir van nog maar net beschrcven schandelevcn. Iijdon uw handrn ook aan t bijtrn in dc nacht
CP. uw hiHen nan dc stoepstenen in de kille nacht. sr.oi-pen uw lippcn giftige besscn uii groene daglioekbladcn? want door de groene dagboekbladen wreten zich uit mghtbarmeisjes artistteke maden. ncke gebarcn, slappc spt rmatozoiden ».pan uw priesters en profeten. gij geniet van de:e parasieten het meest. gij en uw gestileerde neten op het heest. het night bar meisjesbeest en juist tussen de-krullendc venusharen. fluister niet dat wij eten levend vuil. reeds duizend eeuwen schrceuwen gi» -en wij vuil uit de naden der zekerheden en dan. uw fluistercn \erduistert niet het kwade. noc/n het: dronke tine, limousine, leshiennc en het kapitaal. noem het: kom in tern en jerusaK ai en kadaveraal. straks dat allcs :al u verneuken en verkreukelen en dan — godvcrdoniine — geen genade. fiuister niet, als waart flfj de progressieven. dat wij \-erouderd zijn. herkauwende de dada. uw lauwe leuze liggen op het water lacigs onze kaden. gummi-alen in uw elastieke artis^eke dood en nog gij neuzelt over jeugd en deugdprohlemen. financiele nood straks zult gij stinkend in uw lauwe school verknnkelen en dan — godverdomme — geen genade. alleen woet. xredig ncderland. ik en mijn kamcraden. wij houden dc miizc als een paraplu in onze broeken en zoeken ons Hckadentenlot in het record: te braden. volledig bruin te braden in de nenaden van rwelgen en vcrvloeken. tegen uw muur zwellen wij met het rapalje tot een blaas een zware ;ak met lachen. krampen. gillcn en gcraa.s: uw hemcl wordt met onze zwerende ervaring overladen.
.. Eerste publikatie van 'Oote' in bet tijdschrift Roeptng.
OOTE
Dm in in t* U 4m D™ &«
'
0« e* A ..
OteMC
BM
Oott Mttt ootc k
Of M «
Oe AB o
B ke
Bi * «din& nk
KM D i d Jd.
D«* J Jo« t «M M, 4»
REIIEX REHEX
"MMMMMKnvAttltingK «M»l4lmML
I eg>
*: t «
II
i* -4 * 1 -i 55 "j
x
*—
14
i (—~*
21! 03 I I
a
#g ^ >^>
<*!
-s-
atonaal bloemlezing uit de gedichten van ham aodraus - rwmco eampart - hu0a data Jan g. «lburg - Janfcanfo- garrtt kmraraaaar hans lod*lz«n - iacttWt > pxtl rodaok*
nmengesleU en ingeleid door ibn«* vinlnneog
tekeningen van
hatvl appal •« tamaltla
a. a. m. dob, uHgever '^grav 1951
vneK
ichaffen
.\i*f rrfrntMijk tint trr ore Eiwam, mnel «lc ilrijdmarht. ilrh nipt I Ir vrirndrlijtt O naamd. naai clf* hph.,.. „„ ten paar Idapivn CP Urn Dit Jaatste lijkt ons bijzondfi tortreurensH-aardig: a vraaar o( deze vxxjrn Lurebert tftl c«JanRdc dnn «el r?n [lauwe (trap was. had hij als pvnswinna.-.r 01 rechi op pen »-eKvillcndc
Bekroond diclter met gevolg.,5 door de politic verwijderd O
Ujtschuddinu; bij prijsuitreikin^
l,Keizer" Lucebert werd
Burgemeester d^Ailly wenste verkleed geselschap niet op ernstige bijeenkomst
(MET XU\ HELLEBAARDIERS)
uit Sted. Museum verjaagd i an dp Anwtrfdamw h - OrMrt. dip publK-rprt otiitrr "p Euutn l-ucphrrt. bad Uch »«•«" BTflteM I$B earfawtdp Of. aaarHaap ««M> fp *un halpn. lltf mrMdp itrh IP fcwort avrr B*fet vrtfclprrf ala »krlEpr~. nvrt MB iQn itfa> rnkrtp brllrftwrdtpn pn In Srorlbrhap «•>• pabrlr llmtajlrn \Hrn4rlt, dlr lf(n IWiOtoirftaft \armdpn. OP dotnp* «-hl*r o|p|. K( narrn atdpra uttc«BLardl((iJ allppn haudpn vast ke>rrpn doer tr 1»l*». Co rfa mnutp Lurpbrrtlanrn (indoVn frra l«fllallp« voor dpi* bptlnfpn •I. Mpn cmorltt rrn OHttram-rtaftmyt aaar bavp«
De hcer D. A. M. nhmcnriUk. refcrpndaris voor Kunslxakcn. (oonde zirh tijdrns hc-t Rt-nooylilk samenzjjn, waartncric do •rnslifie avond word hrslotrn, niol ontvankclijk voor dc rntiek van onkclc annwo/tjn kunBlcnaars cii hnncirr.ircn dtp vnn moninc warrn. dat ..de politioncle aclie" ccn te drastisrhc
Rocde smaak, oni in ccn n aver ren dccurum-kwpstic naars in ccn arlrstirkc oniu naarj?ccsliRc tnslantic ats hulp lc roepcn. Ik stel derh.i hcer Uinnendijk de Gemeci hel jaaf 1BS4 met oorkfuidt* ncn, WPRCII* ambtclijke lamli
De overhcid reikt prijzen uit
VREEMD EERBETOON IN STEDELIJK MUSEUM
Dichter Luceberi door politie uit museum gejcragd ..ICeizer van de Vijftigers" experimonteerde ook met kleding
-It Februarizon Weer gaat de wereld als een meisjeskamer open het straatgebeuren zeilt uit witte verten aan arbeiders bouwen met ahunen handen aan een raamloos huis van trappen en piano's. De populieren werpen met een schoolse neiging elkaar een bal vol vogelstemmen toe en heel hoog schildert een onzichtbaar vUegtuig helblauwe bloemen op hemelblauwe zude. De zon speck aan myn voeten ab een ernstig kind. Ik draag het donzen masker van de eerste tentewind.
ConsteUatie Steil en ysheet staat de nacht hermetisch over de aarde de maan hamert staag en geluidloos op 't geluidloos metaal van de daken «Ml K
Het water rijgt onder de huizen zijn ketting van duistere kralcn sterren en katten seinen elkaar oude koningsverhaten Aan *t kalkwitte kruis van hun leger liggen parcnde minnaars genageld een raderwerk tussen hun dijen hun tanden ineengeslagcn
REMCOCAMPERT EEN VERGEEFS GEDICHT Zoalsjeloopt, door de kamer uit het bed naar de tafel met de kam, zal geen Rgd ooit lopen.^ \
Zoakjepraat, met je tanden in mi jn mond en je oren om mijn tong, zal geen pen ooit praten. Zoalsjezwiigc, • " •" ' mettebloedinmignrug door jeogen in mijn hals, zal geen poezieooit zwijgen.
v
Een gedicht als ccn ding een glazen draaideur en de Chinese ober die steeds terugkeert met andere schotels een parkvachter die zijn nagels bijvijlt tussen siberische kinderen uit naine een vehus van dc voortijd .saaen met een spin op de snelweg een gias moedermelk, een geel gesteven aooking een bij, een pennemes beide stekend, een vliegtuig <|at oplost in dorpsregen
een gedicht als ding.
Lucebert! "hart dat niet hard nag zijn hart dat niet hard kan zijn het hoofd de hovenier van het hart een tuin vol puin maar een zon"
De buigzaamheid van het verdriet in een wereld van louter plczier kwam ik haar tegen, glimlachend, en ze zei: wat liefde is geweest luister ernaar in de bomen en ik knikte en we liepen nog lang in de stilte tuin. de wereld was van louter golven en ik zonk in haar ab een lijk naar beneden het water sloot boven mijn hoofd en even voelde ik een vis langs nuj striken in de stilte zee. dag zei ik tegen haar dag kom ik je nog eens tegen, glimlachend maar de wind bites weg haar gezicht in het water en ik knikte en ik werd onzichtbaar in het stilte leven.
Kwade morgen Vuil schuim van dromen aan dc rand van de slaap. Aangespoeld op een kust zonder een punt van herkenning n Woestijn van een dag. Een giftiKe zon wet haar angel. (Hans Andreus)
Zander tiiel (fragment) slapen en laat opstaan vet van het zweet duizelend en zonder woorden hete douche gevolgd door een koudeen dan koffie en naar buiten starcn
of bij de kachel zitten plan-en dadenloos dezestigerjaren in swinging amsterdam
IRemco Campert)
Laten de vogels protesteren tegen de branding, tegen het schuim tegen de vliegende vissen laten de vogels protesteren tegen de opgezette vogels tegen de vogelschemering (...) laten de vogels gandhibeesten monniken van assist zijn.