Milieuprogramma Haaglanden 2012 Vastgesteld door het dagelijks bestuur Stadsgewest Haaglanden op 21 december 2011
Inhoudsopgave
pagina
Voorwoord
2
Samenvatting van ambities en doelen
3
1.
Doelen en activiteiten 2012 integrale beleidsthema’s 1.1. Duurzame ontwikkeling 1.1.1. Visie duurzame ontwikkeling Haaglanden 1.1.2. Milieu in ruimtelijke plannen 1.2. Klimaat en energie
4 4 4 5 7
2.
Doelen activiteiten 2012 overige milieuonderwerpen 2.1. Luchtkwaliteit 2.2. Externe veiligheid 2.3. Handhavingssamenwerking 2.4. Geluid
11 11 14 15 17
3.
Terugblik Duurzame ontwikkeling Klimaat en energie Luchtkwaliteit Externe veiligheid Handhavingssamenwerking Geluid
19 19 20 23 25 26 27
Bijlagen Financieel overzicht 2012
29
1
Voorwoord
Ambitie De ambitie van het Stadsgewest Haaglanden is dat de regio ook op langere termijn een prettig, schoon en veilig leefklimaat heeft. Dat levert een belangrijke bijdrage aan een concurrerend (inter)nationaal vestigingsklimaat. Een duurzame ontwikkeling staat hierbij voorop: ecologische, economische en sociale belangen moeten zich in evenwicht (blijven) ontwikkelen. Het Stadsgewest werkt hierbij samen met de negen regiogemeenten en het bedrijfsleven en werkt ook aan de totstandkoming van de metropoolregio.
Het Kabinet heeft besloten de WGR+regio niet meer als verplichte samenwerkingsvorm in stand te houden, maar staat welwillend tegenover de ontwikkeling van een metropoolregio als herkenbare identiteit voor de samenwerking van de gemeenten uit de regio Rotterdam en de regio Haaglanden.
Kaders Het Regionaal Milieuplan Haaglanden 2008 t/m 2012 en het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP) vormen de kaders voor dit milieuprogramma. Beleidsonderdelen waar het beleidsveld Milieu een sturende rol heeft met impact op andere beleidsvelden zijn: Duurzame ontwikkeling 1. 2. Klimaat en energie Overige milieuactiviteiten waarvoor samenwerkingsafspraken zijn gemaakt en die onder dit milieuprogramma vallen, zijn: programma luchtkwaliteit, 1. 2. programma handhavingssamenwerking, 3. programma externe veiligheid 4. programma geluid.
Meten is weten Voor een beter inzicht en eventueel bijsturen van beleid is de verdere ontwikkeling van meetsystemen van belang, zoals duurzaamheidsbalans Haaglanden, regionale CO2monitor en de monitoring Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).
Financiering De financiering van de kosten voor het uitvoeren van dit milieuprogramma komt van: a. de stadsgewestelijke begroting 2012, onderdeel Milieu en personeelskosten b. middelen die van en via de provincie Zuid-Holland worden ontvangen: externe veiligheid, middelen Nationale Samenwerkingsprogramma Lucht, Kwaliteitsimpuls Ruimte en Milieu (KRM).
2
Samenvatting van Ambities en Doelen Hieronder staan per onderwerp de ambities, die vervolgens vertaald worden naar concrete doelen.
Ambitie Duurzame ontwikkeling “In 2030 behoort de regio Haaglanden tot de duurzame regio’s van de Randstad.” Milieu in ruimtelijke plannen
Klimaat en energie In 2050 is de regio klimaatneutraal
Luchtkwaliteit Op tijd voldoen aan de normen voor luchtkwaliteit: voor NO2 en van PM10.
Externe veiligheid Een veilige leefomgeving als het gaat om gevaarlijke stoffen Handhavingssamenwerking Een adequate handhaving en vergunningverlening.
Geluid In 2030 minimaal voldoen aan de wettelijke normen van geluidsbelasting.
Doelen 1. 2. 3. 1.
Duurzaam denken en doen: Meetbaar maken van duurzaamheid Dialoog met andere partijen en duurzaamheidsdoelen verbinden. Duurzame gebiedsontwikkeling met behulp van de Kwaliteitsimpuls Ruimte en Milieu 2. Duurzaam gebruik van de ondergrond door een Regionale beleidsvisie ondergrond en een Module Ondergrond Duurzaamheidsprofiel op Locatie (DPL).
1. Ten opzichte van 1990 minder CO2uitstoot: in 2020 30%, in 2030 50% en in 2050 klimaatneutraal 2. De regio is een koploper in de toepassing van schone energie 3. Maximaliseren van de energiebesparing.
1. Hoofdstuk 5 Wet Milieubeheer: In 2011 voldoen aan de EUnormen voor fijnstof (PM10) In 2015 voldoen aan de EUnormen voor stikstofdioxiden (NO2) 2. Schone (motor)brandstoffen, duurzame warmte, schone lucht. Passende inventarisatie en borging van externe veiligheidsaspecten.
- Effectieve en efficiënte samenwerking in de handhaving en de vergunningverlening - Transparante en eenduidige aanpak van toezicht en handhaving van milieuregels. - In 2013 start de Omgevingsdienst Haaglanden. Terugdringen van geluidsbelasting in de regio.
In de volgende hoofdstukken staat de uitvoering van activiteiten die in het jaar 2012 worden verricht om de gezamenlijke regionale ambities en regionale doelen te halen.
3
1.
DOELEN EN ACTIVITEITEN 2012: Integrale beleidsthema’s
1.1. Duurzame ontwikkeling In het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP) van april 2008 staat de ambitie dat de regio een duurzaam stedelijk netwerk wil worden. De negen duurzaamheidschakels uit het RSP staan voor integraliteit vanwege de onderlinge verbinding van deze gezamenlijke doelen, die gevoed worden vanuit de sectorale programma’s. Het betreft hier: bereikbaar, schoon en klimaatneutraal, sociaal sterk, klimaatbestendig, ruimte voor wonen, ruimte voor werken, ruimte voor recreatie, natuur en biodiversiteit, veilig.
1.1.1. Visie Duurzame ontwikkeling De Visie op duurzame ontwikkeling regio Haaglanden van mei 2008 gaat zelfs een stap verder: de ambitie is dat de regio Haaglanden in 2030 de duurzaamste regio in de Randstad is. De ambitie is daarmee een kapstok om duurzame ontwikkeling leidend te laten worden en zijn voor ons handelen. Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen en gaat uit van een evenwichtige groei van de drie P’s: 1. Planet: het ecologisch kapitaal/kwantiteit en kwaliteit van de natuur 2. People: het sociaal-cultureel kapitaal/ fysiek en geestelijk welbevinden/welzijn van mensen 3. Prosperity of profit: het economisch kapitaal/gezonde economische/maatschappelijke ontwikkeling. Verbetering van de ene P gaat hierbij niet ten koste van een van de beide andere P’s. Doelen: A. Bevorderen van duurzaam denken en doen B. Meten van duurzame ontwikkeling C. Dialoog aangaan met andere partijen over streefwaarden/verbinden van duurzaamheidsdoelen.
A.
Bevorderen van duurzaam denken en doen
Dit doel vraagt een continu proces van leren en doen gericht op het internaliseren van duurzame ontwikkeling als een van belangrijkste uitgangspunten voor het handelen. Acties • Opzetten, aanbieden en begeleiden van trainingen - op basis van concrete casussen - om te leren duurzame ontwikkeling in het eigen werk toe te passen • Benoemen van cursusdeelnemers tot ambassadeur duurzame ontwikkeling met de opdracht anderen te enthousiasmeren ook duurzaam te denken en te doen • Verbinden van de ambassadeurs in een netwerk, waarvoor regelmatig netwerkbijeenkomsten en bijspijkertrainingen worden georganiseerd om het enthousiasme te behouden en te versterken. De effecten van deze drie acties worden gemonitord: wat is het resultaat voor nuttige toepassing op andere praktijkgevallen. De duurzaamheidsonderwerpen, aangekaart tijdens de bijeenkomst Haaglanden 3D uit oktober 2010, vormen de basis voor een verder traject om ambtenaren praktijkervaring te laten opdoen met duurzame ontwikkeling in het eigen werk. Voorbeeld van een project waarop met de regiogemeenten wordt samengewerkt is FSC-hout: Dit project is erop gericht dat gemeenten a. 100% gebruikmaken van FSC hout en b. voor eigen werken uitsluitend FSC gecertificeerde bedrijven inschakelen en c. dat er meer FSC hout door ontwikkelaars en bouwers binnen de gemeenten en andere organisaties wordt gebruikt. Acties: Afspraken maken over het gebruik van FSC hout met de woningcorporaties die nog geen FSCconvenant hebben afgesloten in het kader van de uitwerking van de regionale prestatieafspraken Monitoren van het convenant en voorbereiden van vernieuwing van het convenant in 2012.
4
B.
Meten van duurzame ontwikkeling
In 2011 is samen met de andere sectoren van het Stadsgewest en Telos1 verder gewerkt aan het aanvullen, verfijnen van de eerste Duurzaamheidsbalans Haaglanden van juni 2010. De Duurzaamheidsbalans is een eerste uitwerking van de Visie op duurzame ontwikkeling en meet in hoeverre de bovengenoemde langere termijnambities worden gerealiseerd. De balans maakt duurzame ontwikkeling concreet door het benoemen van maatschappelijke effecten van het beleid. Hiermee is de balans een instrument voor het meten van duurzame ontwikkeling – de langere termijn – van de regio Haaglanden. Acties • Opstellen van een tussentijdse rapportage voor het Dagelijks bestuur met het oog op het nagaan van kansen van duurzaamheidswinst. • Leveren van input (aanbevelingen) voor te stellen beleidsprioriteiten.
C. Dialoog aangaan met andere partijen/verbinden van duurzaamheidsdoelen De duurzaamheidsbalans geeft een basis voor de dialoog tussen beleidsvelden, tussen verschillende overheidslagen en met bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties over de boven- en ondergrenzen van na te streven tussendoelen richting het realiseren van de gestelde ambitie van “meeste duurzame regio van de Randstad”. De regio Rotterdam heeft, mede op basis van een eind 2010 verschenen NIROV-analyse over de stand van zaken duurzame ontwikkeling bij de stadsregio’s, aangegeven nauw te willen samen werken met het Stadsgewest om een eigen brede duurzaamheidsmonitor te realiseren als middel om duurzame ontwikkeling in beide regio’s verder te brengen en als instrument voor de metropoolregio. Actie: Samenwerking zoeken met de regiogemeenten en de Stadsregio Rotterdam.
1.1.2. Milieu in ruimtelijke plannen In een beperkt gebied als Haaglanden is de druk op de ruimte voor de vele verschillende functies als wonen, werken, verkeer, winkelen en recreëren hoog. Ruimtelijke ontwikkelingen bieden bedreigingen maar ook steeds meer kansen voor het milieu. Kansen liggen er vooral in het gezamenlijk zoeken naar win-winsituaties bij ruimte en milieu, gericht op een evenwichtige balans van de drie P’s van duurzame ontwikkeling: planet, people en prosperity. Doelen: A. Duurzame gebiedsontwikkeling met behulp van de Kwaliteitsimpuls Ruimte en Milieu B. Duurzaam gebruik van de ondergrond door een Regionale beleidsvisie ondergrond en een Module Ondergrond Duurzaamheidsprofiel op Locatie (DPL)
A. Duurzame gebiedsontwikkeling/Kwaliteitsimpuls Ruimte en Milieu Het stimuleren van duurzame gebiedsontwikkeling door inzet van de Kwaliteitsimpuls, die zorgt voor instrumenten om duurzaamheidsprincipes een vast onderdeel te laten worden van ruimtelijke planprocessen bij alle gemeenten in Haaglanden. Het betreft: Ontwikkeling en verbetering van instrumenten, zoals Actualisatie van het rapport Milieunormen in bestemmingsplannen en Opstellen van een Handreiking sociaal beleid in ruimtelijke plannen Training van methoden voor versterking van de integrale en intersectorale aanpak, zoals Praktijkuitvoering van duurzame ontwikkeling in het gebied Rijswijk-Zuid Faciliteren van kennisontwikkeling en –uitwisseling, zoals Duurzame ontwikkeling regio Haaglanden met andere overheden en maatschappelijke organisaties Verkenning interferentiegebieden bodemenergie Opzetten en aanbieden van cursussen, trainingen en workshops.
1
Telos, Brabants centrum voor duurzame ontwikkeling.
5
B. Duurzaam gebruik van de ondergrond 1. Regionale beleidsvisie ondergrond Ruimtelijke afstemming in de ondergrond, onder andere voor een duurzame regionale energiehuishouding door het ontwikkelen van een beleidsvisie voor duurzaam gebruik van de ondergrond. De visie geeft inzicht op de mogelijke bijdrage van de ondergrond aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, zoals de ontwikkeling naar een duurzame energiehuishouding. Acties: Ontwikkelen van de beleidsvisie op basis van de zgn. Verkenning interferentiegebieden Bodemenergie Vervolgens inventariseren van lopende initiatieven bij de Haaglandengemeenten Gezamenlijk met de gemeenten de thema’s voor de regionale visie vaststellen Uitwerken van de visie met ondersteuning van externe deskundigheid, onder verantwoordelijkheid van de stuurgroep Hartverwarmend Haaglanden als opdrachtgever Deelnemen aan de Beleidsgroep Ondergrond in het kader van het Convenant bodembeleidsontwikkeling en aanpak spoedlocaties. Onder leiding van het IPO richt de beleidsgroep zich in de vervolgfase op de transitie naar duurzaam gebruik van de ondergrond. Voor de uitwerking van de beleidsvisie ondergrond wordt een projectgroep samengesteld, waarvoor alle gemeenten worden uitgenodigd.
2.
Module DPL
Het ontwikkelen van een hulpmiddel om de verschillende belangen en het gebruiken van de ondergrond af te wegen: een prototype van een DPL- module waarmee gebruikers • een taal hebben om te communiceren over duurzaam gebruik van de ondergrond. Voor experts en nietexperts is dan duidelijk wat de belangrijkste aspecten zijn van duurzaam ondergrondgebruik bij stedelijke gebiedsontwikkeling en hoe daar concrete verbeteringen geboekt kunnen worden; • de duurzame prestatie van de ondergrond kunnen meten. De module berekent voor elk van de aspecten een duurzaamheidsscore, die gebruikt kan worden om in samenspraak met andere betrokkenen verbeterkansen te zoeken, te sturen op duurzaam gebruik van de ondergrond, plannen met elkaar te vergelijken, ambities te kwantificeren, prioriteiten te stellen. Acties: Definiëren van (ruimtelijke) indicatoren voor het gebruik van de ondergrond en deze verwerken in een praktische tool volgens de DPL-methode. Testen van een eerste versie in een casus in de regio Haaglanden, om de praktijkwaarde van de module te bepalen; verwerking van de ervaringen in deze casus, resulterend in het prototype van DPL Ondergrond. Hiertoe worden de volgende stappen ondernomen: a. Keuze indicatoren b. Uitwerken rekenregels, data en referenties c. Ontwikkelen testmodule op basis van de DPL structuur d. Testen module in praktijkcasus in Haaglanden e. Kennisdeling f. Bijstellen prototype en integratie in DPL. De gemeenten Den Haag en Rijswijk fungeren als casus voor het testen van de module.
6
1.2.
Klimaat en energie
Voor het tegengaan van klimaatverandering ligt een grote kans in het verminderen van broeikasgassen, vooral van CO2. De ambitie van de regio is om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Doelen: A. Klimaatneutraliteit door minder CO2uitstoot: in 2020 30%, in 2030 50% en in 2050 100% klimaatneutraal B. De regio wil koploper zijn in de toepassing van schone en hernieuwbare energie C. De regio wil de energiebesparing maximaliseren.
A. Klimaatneutraliteit Het Stadsgewest heeft de Routekaart Haaglanden klimaatneutraal (juni 2011) ontwikkeld, die inzet op de belangrijkste bronnen van CO2-uitstoot in de regio: verkeer en vervoer, woningen en de glastuinbouw. Ook moet komende jaren vooral ingezet worden op energiebesparing. Uitvoeren van het actieprogramma van de Routekaart Haaglanden klimaatneutraal betekent onder andere: Opzetten en uitvoeren van regionale klimaat- en energieprojecten, vooral gericht op energiebesparing in de bestaande bouw, de glastuinbouw en het verkeer en vervoer. Opzetten van een projectorganisatie voor de uitvoering van de Routekaart. Uitwerking ondersteuning op maat gemeentelijk klimaatbeleid. Zoeken en aangaan van strategische samenwerking in de regio voor de uitvoering van het actieplan van de Routekaart. Onderzoek naar mogelijke vormen van een regionaal duurzaam energiedienstenbedrijf. De SLOK-regeling Alle klimaatprojecten uit de Routekaart vormen een versterking van en aanvulling op gemeentelijke SLOK (Stimuleringsregeling Lokaal Klimaatinitiatieven)-projecten, met uitzondering van het project FSChout convenant. Gemeenten kunnen de inzet van het Stadsgewest desgewenst opvoeren als cofinanciering bij de eindverantwoording van de subsidieregeling. De SLOK-regeling eindigt in 2013. Actie: Met de gemeenten een notitie uitwerken hoe gemeentelijk klimaatbeleid gecontinueerd kan worden en hoe regionale samenwerking en ondersteuning daarbij meerwaarde kan bieden. Met iedere gemeente wordt afzonderlijk de ondersteuning op maat uitgewerkt. De samenwerking met de gemeente Den Haag is al uitgewerkt.
Klimaat- en energieprojecten Routekaart Om de doelstellingen te realiseren is een integrale aanpak met alle beleidsvelden van het Stadsgewest noodzakelijk. Dit krijgt vorm in een aantal thema’s. Hieronder worden vooral die kwesties belicht waar het beleidsveld milieu samenwerkt met de andere beleidsvelden en nadrukkelijk een stimulerende rol vervult.
a.
Verkeer en vervoer: Verkeer en vervoer zijn in belangrijke mate verantwoordelijk voor de uitstoot van CO2 en van andere schadelijke stoffen. Acties Milieu: In dit kader voert het Stadsgewest de campagne Rijden op groengas. Groengas past goed in de genoemde transitie. Bovendien wordt ook de uitstoot van andere schadelijke stoffen voorkomen, zodat deze maatregel bijdraagt aan de verbetering van de luchtkwaliteit. Haalbaarheid onderzoeken van een biomassacentrale onder andere voor hernieuwbare motorbrandstof. Ontwikkelen van een strategie voor transitie van fossiele motorbrandstoffen naar klimaatneutrale brandstoffen.
7
b.
Wonen In de regionale prestatieafspraken (RPA) 2010 - 2014 voor nieuwbouw en woonruimteverdeling zijn voor het eerst ook afspraken opgenomen over energie en duurzaam bouwen. Het Stadsgewest heeft een inventarisatie uitgevoerd van nieuwbouw- en renovatieplannen, en ketelvervangingsprojecten van corporaties. De werkgroep RPA bestaande uit vertegenwoordigers van gemeenten, corporaties en het Stadsgewest werkt de afspraken verder uit. Acties Milieu: Stimuleren dat gemeenten op lokaal niveau bilaterale convenanten sluiten met de woningbouwcorporaties, waarin per corporatie op maat voor de specifieke woningvoorraad afspraken worden gemaakt over energiebesparing en duurzaam bouwen. Hiervoor wordt in de regionale werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de corporaties, gemeenten en het Stadsgewest gewerkt aan een gezamenlijke agenda en een eerste tussenrapportage. De inventarisatie van onderhoud- en renovatieplan vormt hiervoor de basis. Samen met corporaties en gemeenten het organiseren van een bewonerscampagne gericht op bewustwording van energiebesparing. In de werkgroep RPA worden gemeenten vertegenwoordigd door medewerkers van de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Pijnacker-Nootdorp.
c.
Werken Naast woningen vormen kantoren in de regio Haaglanden een belangrijk segment van de gebouwde omgeving. De Routekaart laat zien dat kantoren verantwoordelijk zijn voor 7% van de CO2-uitstoot. Samen met de gemeente Den Haag is in 2011 een project gestart, waarin bij enkele tientallen kantoren een duurzaamheidsscan – o.a. de energetische kwaliteit van de panden – wordt uitgevoerd. Het biedt transparantie en verbetering van de duurzaamheid van de regionale kantorenmarkt. Onder het kopje Warmtestrategie en grondgebruik staan de acties voor wat de glastuinbouw betreft. Acties Milieu: • Uitvoeren van een aantal duurzaamheidsscans bij kantoren in de regio. In de scans wordt gekeken naar de energetische kwaliteit van de panden en mogelijkheden voor energiebesparing. Ook wordt gekeken naar andere aspecten van duurzaamheid. • Bespreken van de resultaten van de scans met de eigenaar/gebruikers van de onderzochte panden. • Maken van een totaaloverzicht van de uitkomsten van de scans met een advies voor verdere verduurzaming van de regionale kantorenmarkt.
Meten is weten: de regionale CO2-monitor Om te kunnen beoordelen of de klimaatdoelstellingen worden gehaald, ontwikkelde het Stadsgewest samen met de gemeenten de regionale CO2-monitor. Deze web applicatie geeft inzicht in de huidige CO2uitstoot in Haaglanden. Samen met de gemeenten worden de effecten van de uitgevoerde projecten geregistreerd in het systeem. Agentschap.nl ontwikkelde een protocol voor de monitoring van de broeikasgasemissies van lokale overheden. Door het Stadsgewest is voor de Haaglanden gemeenten een in-company training georganiseerd om te leren werken met dit protocol. Eind 2011 is de regionale CO2-emissie op basis van het protocol vastgesteld. Op het gebied van CO2-monitoring wordt ook samengewerkt met Stadsregio Rotterdam en provincie ZuidHolland. Doel is het meten van de mate waarin de RSP-doelstellingen voor vermindering van de CO2-uitstoot, meer energiebesparing én productie van duurzame energie worden gerealiseerd Acties: Samen met de regiogemeenten verzamelen van gegevens en invoeren van resultaten van klimaatenergieprojecten in de regionale monitor Waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de beschikbare gegevens Opstellen van rapportages over CO2-emissie Gebruiken van de resultaten voor het actieplan Duurzame energie in het kader van het Covenant of Mayors (doel hiervan is: het verhogen van de energie-efficiëntie en het gebruik van duurzame energiebronnen op hun grondgebied).
8
B. Hernieuwbare energie De Routekaart laat de kansen zien die de regio heeft om in de eigen energievraag te voorzien met hernieuwbare energiebronnen, zoals zonne-energie, bodemenergie, energie uit biomassa en windenergie. a.
Verduurzaming energiehuishouding: warmte Voor de verduurzaming van de warmtevoorziening is een warmtestrategie opgesteld die door de stuurgroep Hartverwarmend Haaglanden wordt uitgevoerd conform het convenant voor Warmte Haaglanden (2010). De wethouder duurzaamheid van de gemeente Delft zit de stuurgroep voor. Beoogd wordt reductie van CO2-uitstoot door het ontwikkelen van warmtenetten/lokale warmteprojecten in Haaglanden, die op termijn aan elkaar worden geregen tot een regionaal warmtenet. Acties: Subsidiëring van collectieve warmteprojecten (o.a. haalbaarheidsonderzoeken, uitvoeringsmaatregelen en warmtemakelaar). Afstemmen met Stadsregio Rotterdam, de provincie Zuid-Holland over warmteprojecten mede in relatie tot de vorming van de metropoolregio evenals over de diverse overlegstructuren en –circuits. Uitvoeren van (vervolg)activiteiten op basis van het convenant voor Warmte Haaglanden. Leveren van een bijdrage aan de Green Deal Warmte, die in oktober 2011 is ondertekend door de provincie Zuid-Holland en het Rijk. Deze Green Deal stimuleert collectieve warmteprojecten door onder andere het wegnemen van juridische belemmeringen en het organiseren van bijeenkomsten. Het Stadsgewest ondertekent begin 2012 de Green Deal warmte. Begin 2012 zullen op basis van deze Green Deal, (vervolg)afspraken worden gemaakt tussen de provincie Zuid Holland en lokale stakeholders uit de provincie waaronder het Stadsgewest.
b.
Verduurzaming energiehuishouding: bodemenergie Het benutten van bodemenergie - zoals warmte/koudeopslag in de bodem (WKO) en geothermie - past in de transitie naar een duurzame energiehuishouding. Acties: Ondersteuning van acties ter oplossing van de onvoorziene ‘bijvangst’ van twee geothermiebronnen van tuinders in Pijnacker-Nootdorp, waarbij olie en gas mee naar boven worden gepompt. Ontwikkeling van een module Ondergrond voor DPL (DuurzaamheidsProfiel van een Locatie) en een regionale visie op de ondergrond
c.
Verduurzaming energiehuishouding: zonne-energie Het verstedelijkt gebied Haaglanden biedt vele mogelijkheden voor het plaatsen van zonnepanelen op daken van huizen en andere gebouwen. De verwachting is dat hierdoor circa 250 kton CO2-uitstoot wordt vermeden. Acties: Bekendheid geven in een promotiecampagne aan de Zonnekaart Haaglanden en de subsidieregeling voor zonne-energiesystemen. Benutten van mogelijkheden voor collectieve inkoop van zonne-energiesystemen, afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek, dat in 2011 is uitgevoerd. Uitvoeren van de subsidieregeling voor zonne-energiesystemen.
d.
Verduurzaming energiehuishouding: productie van biomassa. Het betreft hier het realiseren van een biomassacentrale in Haaglanden voor 2020 voor de verwerking van natte biomassastromen. Acties: Deelnemen aan kansrijke projecten samen met regionale partners Formuleren van een vervolgtraject op basis van de uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek van de gemeente Den Haag naar biomassaverwerking Overleggen in de regionale klankbordgroep over biomassa, waarin de gemeenten Den Haag, Westland en Pijnacker-Nootdorp zitting hebben.
e.
Verduurzaming energiehuishouding: windenergie. Het RSP gaat uit van het realiseren van 30 Megawatt windenergie in 2020.
9
Acties: Overleg met de provinciale stroomversneller windenergie (bedoeld om via een innovatieve aanpak belemmeringen in gewenste ontwikkelingen op te lossen) om de beperkte kansen die er voor windenergie zijn in de regio toch een stap verder te brengen. Dit in verband met de provinciale doelstelling van 54 MW. Ontwikkelen van alternatieven als de 30 MW niet kan worden gerealiseerd in de regio, in relatie tot de regionale routekaart klimaatneutraal Haaglanden. Er wordt samengewerkt met de gemeenten Den Haag, Zoetermeer, Midden-Delfland, Rijswijk en PijnackerNootdorp.
C.
Energiebesparing De woningvoorraad is verantwoordelijk voor zo’n 30% van het energieverbruik. Er zijn nog geen pasklare oplossingen om dit snel te veranderen.
a.
Voorbeeldprojectenprogramma energiebesparing woningen Dit programma beoogt het realiseren van doorbraken in de verschillende sectoren van de woningvoorraad om te komen tot een energieneutrale woningvoorraad. Gewerkt wordt aan nieuwe samenwerkingsvormen in de bouwkolom, financieringsvormen en gemeentelijke regelgeving, die de uitrol van grote energiebesparingsprojecten in de regio mogelijk moeten maken. Acties: Stimuleren passief bouwen in de regio door het ondersteunen van: - nieuwbouwprojecten in o.a. Rijswijk Zuid, Palthelaan Zoetermeer, Erasmusveld, Oranjewijk Wateringen. - planontwikkeling van enkele bestaande woningcomplexen van woningcorporaties die grote ambities voor energiebesparing hebben. Projecten op basis van subsidieregelingen initiëren, uitwerken en ondersteunen. Het gaat hierbij allereerst om de subsidieprogramma’s van SEV Energiesprong: “Alle lichten op groen” en “voorbeeldige VVE’s”. Ondersteunen kansrijke warmteprojecten zoals in de wijk Steenvoorden in Rijswijk samen met de woningcorporaties Rijswijk Wonen en Vidomes. Ontwikkelen van een strategie energiebesparing door particuliere verhuurders.
b.
Energiebesparing in het kader van verruimde reikwijdte. Actie: stimuleren dat er bij de Omgevingsdienst Haaglanden extra aandacht wordt gegeven aan de energiebesparing in het kader van vergunningverlening en handhaving.
c.
Klimaatfonds Haaglanden Sinds 2011 is het Stadsgewest partner van het Klimaatfonds Haaglanden, dat projecten voor CO2-reductie stimuleert bij non-profit organisaties in de regio. Het klimaatfonds moet gaan fungeren als vliegwiel voor de uitvoering van CO2-reducerende projecten, bijvoorbeeld de Haaglanden LED op! actie. In deze actie kunnen inwoners tegen gereduceerd tarief een gloeilamp omwisselen tegen een hoogwaardige, energiezuinige LEDlamp.
10
2.
Overige milieuactiviteiten
Dit hoofdstuk beschrijft de programma’s: Luchtkwaliteit, Handhavingssamenwerking, Externe Veiligheid en Geluid.
2.1 Programma Luchtkwaliteit De regio Haaglanden wil een kwaliteit van het milieu met een gezonde en goede luchtkwaliteit voor bewoners en werkenden in Haaglanden. Dat is op sommige plekken, zoals langs drukke wegen, niet altijd vanzelfsprekend. Overschrijdingen van de normen voor de luchtkwaliteit kunnen een belemmerende factor zijn voor het realiseren van ruimtelijke ontwikkelingen als woningbouw of een nieuwe weg. De regio Haaglanden werkt mee aan de uitvoering van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL)2 dat doorloopt tot januari 2015. De gemeente Den Haag neemt als G4-gemeente zelfstandig deel aan het NSL en heeft haar eigen actieprogramma luchtkwaliteit in het NSL ingebracht. Doel: Verbetering van de luchtkwaliteit in de regio. Minimaal voldoen aan de EUafspraken voor de grenswaarden: fijnstof (PM10) in juni 2011 en stikstofdioxide (NO2) in januari 2015. Actuele A. B. C. D.
A.
onderwerpen zijn: Verkeer: promotie en stimuleren van rijden op groengas Energie: stimuleren van collectieve warmtenetten Gebouwen: stimuleren van groene daken. Overige acties: stimuleren van elektrisch vervoer, transitie naar schoner (openbaar) vervoer, handhaven van milieuzones, stadsdistributie en monitoring NSL
Maatregelen gericht op verkeer: stimuleren van rijden op groengas
Promotie en Convenant Rijden op groengas Groengas als transitiebrandstof naar nog schonere brandstoffen. Hier werkt het Stadsgewest samen met marktpartijen en overheden aan het behalen van de gezamenlijke doelen uit het Convenant Rijden op Groengas Haaglanden van maart 2011: 2.012 auto’s in 2012, 9 vulpunten in 2012 en groengaslevering aan de vulpunten. Acties: subsidieverlening van aardgasvoertuigen subsidieverlening aardgas/groengasvulpunten betalen van wagenparkscans voor bedrijven en overheden monitoren van de gemaakte afspraken in het Convenant. Voorts: stimuleren gemeenten bij aanbestedingen, zoals in collectief vervoerscontracten, ook de eis van rijden op groengas in het bestek op te nemen onderzoeken van de haalbaarheid van de productie van biogas in de regio (zie hoofdstuk Klimaat, project Biomassacentrale Haaglanden). Eind 2012 wordt het Convenant Rijden op Groengas Haaglanden geëvalueerd door de convenantspartners. Het Convenant loopt door tot 31 december 2020. 2
NSL is de balans met alle maatregelen van Rijk/ provincies/gemeenten om de luchtkwaliteit te verbeteren en bevat ook alle grote ruimtelijke overheidsactiviteiten waarover de komende 5 jaar een besluit nodig is.
11
a.
Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010: nadere regels aardgasvoertuigen De looptijd is tot eind 2014. Vanaf 2009 tot november 2011 zijn 150 personenauto’s/bestelauto’s gesubsidieerd.
b.
Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010: nadere regels groengasvulpunten Voor het rijden op aardgas is het beschikbaar zijn van voldoende aardgasvulpunten in de regio noodzakelijk. Medio 2011 zijn hier 4 aardgasvulpunten3 operationeel. Er zijn 2 nieuwe vulstations in voorbereiding. De regeling eindigt 31 december 2011, maar krijgt een langere doorlooptijd. Er is 1 subsidieaanvraag gedaan en verleend.
B.
Energie: Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010: nadere regels collectieve warmtenetten De regeling is bedoeld o.a. voor gemeenten, woningbouwverenigingen en projectontwikkelaars. Een totaalbudget van € 791.000,- is gereserveerd. De subsidie is bedoeld voor aanvragen voor studies, het inhuren van een warmtemakelaar en investeringskosten voor collectieve warmtesystemen. Uitwerking vindt plaats onder de kop Hartverwarmend Haaglanden (par. Klimaat en energie).
C.
Gebouwen: Subsidieverordening Luchtkwaliteit Haaglanden 2010: nadere regels groene daken 2011 Doel is verbetering van de luchtkwaliteit rond gebouwen van basis- en middelbare scholen en tegelijkertijd vermindering van de oververhitting in de schoolgebouwen.
D.
Overige luchtkwaliteitsmaatregelen • Subsidieregeling aanschaf elektrische scooters • Visie op transitie naar schonere brandstoffen • Handhaven van milieuzones • Stadsdistributie • Monitoring.
Op 22 juni 2011 heeft het Ministerie van Infrastructuur & Milieu ingestemd met de gevraagde herijking van maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Op basis hiervan is ook budget gereserveerd voor projecten die lokaal uitgevoerd worden. Naast aardgas als schoner brandstof voor auto’s is ook de elektrische auto in opkomst; De e-ontwikkelingen binnen de gemeenten zijn geïnventariseerd. Haaglanden ontwikkelt een visie voor toekomst voor de transitie naar (nog) schoner (openbaar) vervoer in de regio. Voor 2012 betreft het de volgende acties: Subsidieregeling premie op aanschaf van elektrische scooters a. De regeling, in het kader van de transitie naar schoner vervoer, geldt vanaf 2012. De regeling stimuleert dat vooral de jeugdige gebruiker een bewuste keus voor schonere scooter maakt. Positieve effecten van de aanschaf van een e-scooter in plaats van een benzinescooter zijn verbetering van de luchtkwaliteit, minder uitstoot CO2 en minder geluidhinder. b.
Handhaven van milieuzones Voor de handhaving van de milieuzone in Rijswijk is NSL-geld beschikbaar.
c.
Bevoorrading/stedelijke distributie Het Stadsgewest Haaglanden wil minder vervoersbewegingen op plekken waar de luchtkwaliteit in de knel komt en toch ook de bereikbaarheid van de regio behouden.
3
Den Haag: Forepark en Telexstraat; Zoetermeer: Argonstraat, Delfgauw
12
Een kerngroep van gemeenten, vervoerders en leveranciers (TLN en EVO), winkeliers en horeca (MKB, HBD, KHN en KvK) en het Stadsgewest (sector Economie) begeleidt de vervolgacties, die voortkomen uit een onderzoek naar het bevoorradingsprofiel Haaglanden (uitgebracht in juni 2010), te weten: afstemming o.a. op het gebied van venstertijden en voertuigbeperkingen, routebebording en informatievoorziening, verdere verkenning naar de mogelijkheden van dagranddistributie.
d.
Monitoring voortgang NSL-projecten van Haaglanden Het Rijk geeft in de NSL-monitor de ontwikkeling van de luchtkwaliteit weer. Hiervoor leveren gemeenten de verkeersgegevens en overige invoerdata aan. Het project loopt van 2009 tot 2015. Acties: - Samenstellen van de voortgangsrapportage NSL programma Haaglanden. - Gemeenten ondersteunen bij het leveren van input voor de saneringstool - Zo nodig actualiseren van het maatregelenpakket Haaglanden in samenwerking met de provincie en de regio’s in Zuid-Holland.
13
2.2. Programma Externe veiligheid (EV) Het Stadsgewest Haaglanden wil een veilige leefomgeving voor haar inwoners. In het kader van de subsidietoekenning “Programmafinanciering Externe Veiligheid beleid voor andere overheden 2006-2010” van het Rijk is het Bureau Externe Veiligheid (verder: bureau EV) opgericht. Doel: passende inventarisatie en borging van externe veiligheid door: het beheersen van risico’s voor de omgeving die ontstaan door het gebruik, opslag en transport over de weg, water en spoor en door buisleidingen van gevaarlijke stoffen zoals LPG, aardgas en chloor.
Het programma is met vier jaar verlengd (2011 tot en met 2014). Het Bureau EV Haaglanden ondersteunt de gemeenten bij de uitvoering van beleid en regelgeving externe veiligheid. Vooral de inbedding in de ruimtelijke ordening is daarbij belangrijk. In 2012 zal het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen worden ingevoerd samen met het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev). Waarschijnlijk zullen de gevolgen voor de regio beperkt zijn. Verder gaat op 1 januari 2013 naar verwachting de Omgevingsdienst Haaglanden van start. Een deel van de taken van het Bureau EV Haaglanden zal bij de ODH worden ondergebracht. Hoe dit moet gebeuren en hoe de taakverdeling wordt tussen ODH en gemeenten op het gebied van EV zal nader worden uitgewerkt. Het EV-programma is te vinden op http://www.externeveiligheidhaaglanden.nl
Acties voor 2012 zijn: 1. Actueel houden en beheren van externe veiligheidsdata ten behoeve van de risicokaart Haaglanden 2. Evalueren meerwaarde Geoweb t.o.v. provinciale risicokaart 3. Implementeren nieuwe Regionale Visie externe veiligheid bij gemeenten en de brandweer/ Veiligheidsregio (is voorzien voor eind 2011/begin 2012). 4. Voorbereiden van het uitvoeren van de EV-taken door de Omgevingsdienst Haaglanden 5. Eventueel: aanpassen routeringen op basis van de evaluatie die in 2011 is afgerond. 6. Ondersteunen gemeenten van Haaglanden bij hun EV-vraagstukken. 7. Borgen van EV in de procedures van vergunningverlening, handhaving en ruimtelijke planvorming. 8. Strategie risicocommunicatie gevaarlijke stoffen (2011). De “watdoeje-campagne”, die in de loop van 2011 is gestart en doorloopt tot in 2012 9. Groepsrisicoberekeningen vanwege het transport gevaarlijke stoffen door buisleidingen.
14
2.3.
Programma Handhavingssamenwerking
Een effectieve en efficiënte samenwerking in de handhaving en de vergunningverlening is goed voor de leefomgeving. Het Stadsgewest werkt samen met strafrechtelijke partners, de provincie Zuid-Holland en de hoogheemraadschappen in de regio aan een voor de regio eenduidige handhaving van milieuregels. Ook wordt gewerkt aan een voor inwoners en vooral het bedrijfsleven transparante en eenduidige aanpak van toezicht en handhaving van milieuregels. De onderwerpen die hier actueel zijn, betreffen: 1. Omgevingsdienst Haaglanden 2. Gezamenlijke uitvoeringsprojecten met de (toekomstige) medewerkers van de ODH. 3. Regionale sanctiestrategie, inclusief monitoring 4. Overleg vakspecialisten. Doel: een effectieve en efficiënte samenwerking in de handhaving en de vergunningverlening.
1. Omgevingsdienst Haaglanden Rijk, IPO en VNG spraken in 2009 af dat per 2013 een landelijk dekkend systeem van Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) ofwel omgevingsdiensten operationeel is. De omgevingsdienst Haaglanden (ODH) is een uitvoeringsorganisatie waar bepaalde taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving van (in eerste instantie) milieutaken worden ondergebracht. Deze taken worden nu nog door elke gemeente en de provincie afzonderlijk uitgevoerd. Bij vaststelling van het bedrijfsplan en instemming met de gemeenschappelijke regeling kan de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) 1 januari 2013 van start. Om te zorgen dat deze datum wordt gehaald, is per 1 september 2011 een kwartiermaker aan de slag gegaan. In de inrichtingsfase werkt de kwartiermaker de details uit van de nieuwe organisatie en bereidt deze de plaatsing van medewerkers voor. De projectorganisatie brengt regelmatig nieuws over de ontwikkelingen uit op de website Omgevingsdiensthaaglanden. Actie: Zorgdragen voor een soepele overgang van de in twintig jaar opgebouwde kennis en ervaring van regionale handhavingssamenwerking naar de ODH.
2. Uitvoeringsprojecten Uitvoeren van handhavingsprojecten met gemeente overschrijdende problematiek, zoals asbest en grondstromen. Beoogd worden een efficiënte inzet van capaciteit van gemeenten en andere partijen op gezamenlijk gekozen thema’s, inzicht geven in kansen voor regionale gezamenlijke handhavingsprojecten en uitwisseling van ervaringen en ontwikkelingen van milieuhandhaving. Acties: Uitvoeren van de projecten door mensen uit verschillende organisaties, vooruitlopend op de ODH.
3. Nieuwe sanctiestrategie, inclusief monitoring De in regionaal verband ontwikkelde wabo (wet algemene bepalingen omgevingsrecht)-brede sanctiestrategie is ter besluitvorming aan de colleges gezonden.
15
In de sanctiestrategie staat hoe wordt omgegaan met geconstateerde bestuursrechtelijke overtredingen. De sanctiestrategie (ook wel interventiestrategie genoemd) wordt gehanteerd als leidraad om te bepalen hoe er formeel gereageerd wordt op geconstateerde overtredingen. De (mogelijke) gevolgen m.b.t. bijv: - milieu - veiligheid - gezondheid - fysieke leefomgeving - personen - natuur- en - cultuurhistorische waarden
aanzienlijk, dreigend en/of onomkeerbaar
ernst
4
van belang 3
beperkt 2
bestuurlijke sanctie
bestuurlijke sanctie
waarschuwing bestuurlijke sanctie of waarschuwing Constateringsbrief waarschuwing
bestuurlijke sanctie opsporing
bestuurlijke sanctie opsporing Bibob
bestuurlijke sanctie opsporing
bestuurlijke sanctie opsporing
waarschuwing
waarschuwing
constateringsbrief of waarschuwing
waarschuwing
Opsporing m.b.t. prioriteiten op basis van bewuste keuzen en afspraken met het OM
zijn: vrijwel nihil
1
constaterings- constateringsbrief brief
Y-as X-as A
Het gedrag van de overtreder is:
proactief
B
C
D
onverschillig
calculerend
bewust en structureel
Opsporing aflopend delict
gedrag
Beoogd wordt dat de milieuregels door bedrijven worden nageleefd en dat er sprake is van een eenduidige aanpak van overtredingen. Acties: Op basis van meldingen over geconstateerde milieuovertredingen door gemeenten en partners worden jaarlijkse verslagen opgesteld en besproken met de werkgroep monitoring, waarin gemeenten zitting hebben. Jaarlijkse rapportage aan de handhavingspartners in de regio over aantallen uitgevoerde controles en hercontroles, zienswijzen, dwangsommen en inningen en over het aantal PV’s, schikkingen, en rechtszaken. De rapportage geeft weer of de sanctiestrategie wordt gevolgd en analyseert de resultaten zodat trends, verbeteringen in naleefgedrag etc. aan het licht komen. Het verslag van de monitoring 2011 komt in het DB van mei 2012.
Overleg vakspecialisten 4. Actie: Organiseren van periodiek overleg tussen vakspecialisten van de gemeenten en provincie. Het gaat hier om een kenniskring asbest en om een bodemoverleg waar kennis en beleid worden uitgewisseld, casussen behandeld en handhavingsprojecten voorbereid. De vakspecialisten geluid komen 3 à 4 keer per jaar bijeen o.a. over de stand van zaken van de actieplannen/geluidkaart, regelgeving, sanering A-lijst woningen.
16
2.4.
Programma Geluid
In het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 en in het Supplement bij de Regionale Nota Mobiliteit is de gezamenlijke ambitie vanuit de beleidsvelden van milieu en van verkeer en vervoer in 2030 minimaal te voldoen aan de wettelijke normen voor geluidbelasting. Doel: terugdringen van de geluidsbelasting in de regio
De actuele onderwerpen zijn: 1. EU-richtlijn Omgevingslawaai 2. ISV derde tranche > project RUIG 1. EU-richtlijn Omgevingslawaai ( 1e tranche 2007-2011) Vanwege de Europese richtlijn omgevingslawaai – bedoeld om op basis van prioriteiten, de schadelijke gevolgen (inclusief hinder) van blootstelling aan omgevingslawaai te vermijden, voorkomen of verminderen – is de Wet geluidhinder uitgebreid. Overheden zijn verplicht geluidskaarten en actieplannen te maken. De geluidskaart geeft aan wat de actuele geluidsbelasting is van de belangrijkste geluidsbronnen binnen het invloedsgebied van de betreffende overheid (gemeente, provincie). In het Actieplan Geluid geeft een overheid aan wat de knelpunten zijn binnen haar invloedsgebied en hoe zij het aantal gehinderden wil terugdringen. Deze actie moet om de 5 jaar herhaald worden. Actie: Inzicht geven in de regionale geluidsbelasting door het opstellen van een regionale kaart op basis van de actieplannen geluid van de overheden. Voor 30 juni 2012 moeten de gemeenten weer een geluidskaart hebben vastgesteld. Organiseren van periodiek overleg ‘GeluidOverlegHaaglanden’ (GOH) met alle gemeenten en de provincie Zuid-Holland over de voortgang van de actieplannen en geluidkaarten. In de 1e tranche deden de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Rijswijk, Wassenaar, Westland en de provincie mee. De gemeenten Pijnacker-Nootdorp en Zoetermeer hoeven pas
in de 2e tranche (2012-2016) aan de EU-richtlijn Omgevingslawaai te voldoen. Een regionale kaart “geluidsbelasting vanwege omgevingslawaai door verkeer” is te zien op de website www.haaglanden.nl onder Beleid/Milieu/geluid. 2. Investeringsregeling Stedelijke Vernieuwing (ISV)> RUIG In het kader van ISV III ontvangen 7 gemeenten binnen de regio Haaglanden voor dit 3e tijdvak (2010-2014) van de provincie budget voor taken op het gebied van geluidsanering van de zgn. A-lijst woningen4. De provincie ZuidHolland heeft met zeven gemeenten een regionale prestatieafspraak afgesloten tot het saneren van geluid bij 326 woningen in de periode 2010-2014. De gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp Midden-Delfland, Rijswijk, Wassenaar, en Westland doen mee aan dit project. De gemeente Den Haag heeft als G4-gemeente direct afspraken gemaakt met het ministerie en Zoetermeer heeft geen te saneren geluidknelpunten.
Inschakeling van de regio acht de provincie van belang om te zorgen dat versnipperde kennis wordt gebundeld en dat er sprake is van één regionaal uitvoeringsbeleid. In dit kader is in 2010 het Regionale Uitvoeringsplan ISV Geluidsanering (project RUIG) van start gegaan. Het Regionale Uitvoeringsplan ISV Geluidsanering “RUIG” is in te zien op de website www.haaglanden.nl 4
Woningen die op de A-lijst staan hebben een geluidsbelasting van 65 tot 70 dB(A), waarbij de gemeente verantwoordelijk is voor het treffen van geluidwerende maatregelen aan de gevel.
17
Het project beoogt geluidsanering toe te passen bij een aantal A-woningen in de periode 2010-2014. Uitgangspunten voor het uitvoeringsplan zijn: zorgen dat geluidsanering vast aandachtspunt is in projecten van wegonderhoud en woningbouw ('Werk met werk maken'). De zogenaamde 3 stappenstrategie behelst: • eerst maatregelen bij de bron • dan maatregelen in het overdrachtsgebied en als het niet anders kan • maatregelen aan de gevel, waarbij het streven is dit te combineren met woningisolatie van vooral de ramen en de ventilatieroosters. Acties: • Regionale coördinatie van de voorbereiding en uitvoering conform de regionale prestatieafspraak met gemeenten • Opstellen van een voortgangsrapportage 2011 met o.a. gereedgekomen woningen en een financieel overzicht • Uitvoeren van aanbestedingen voor akoestisch onderzoek en civiel en bouwkundig onderzoek • Vervolgactiviteiten op basis van de uitkomsten van het akoestisch onderzoek 'Haagweg Rijswijk' . Voor 2012-2014 zijn de volgende saneringsprojecten gepland: • Pijnacker-Nootdorp: Oost(24) –en Westlaan(2), op Delfsestraatweg (N473) (2) totaal 28 woningen. • Rijswijk: Haagweg 98 woningen • Westland: Middelbroekweg (27) en Galgenweg (20) totaal 47 woningen.
• •
Bij alle projecten wordt gestreefd naar het combineren van de akoestische ingrepen aan de woningen met thermische isolatie van de woningen en desgewenst het verbeteren van ventilatievoorzieningen. Organiseren van periodiek overleg over RUIG, Geluidwetgeving en Geluid in RO.
18
3.
Terugblik 2011
Duurzame ontwikkeling Haaglanden
Visie Duurzame ontwikkeling en Duurzaamheidsbalans In 2011 is samen met de andere sectoren van het Stadsgewest en Telos5 verder gewerkt aan het aanvullen en verfijnen van de eerste Duurzaamheidsbalans Haaglanden van juni 2010. De Duurzaamheidsbalans is een eerste uitwerking van de Visie op duurzame ontwikkeling en betrof het meetbaar maken in welke mate de bovengenoemde langere termijnambities worden gerealiseerd. De Duurzaamheidsbalans 2010 betreft een eerste nulmeting van lange termijn doelen die de regio zich stelt voor het jaar 2020 en wordt aan het begin van elke nieuwe zittingsperiode van het DB Haaglanden uitgebracht. De werkzaamheden van 2011 vormen de basis voor een tussentijdse rapportage die in 2012 wordt opgesteld voor het Dagelijks bestuur met het oog op het nagaan van kansen van nog meer duurzaamheidswinst. De rapportage is tevens input voor de te stellen beleidsprioriteiten.
Duurzaam denken en doen De duurzaamheidsonderwerpen die zijn aangekaart tijdens de bijeenkomst Haaglanden 3D uit oktober 2010 vormen de basis voor een verder traject om ambtenaren praktijkervaring te laten opdoen met duurzame ontwikkeling in het eigen werk. Eind 2011 zijn 3 onderwerpen geselecteerd die met begeleiding van Haaglanden een duurzaamheidsimpuls krijgen. Medio 2012 moet dit leiden tot een resultaat (ervaring) dat weer nuttig toegepast kan worden op andere praktijkgevallen. In communicatieve sfeer wordt de 3 P-benadering onder de aandacht gebracht om anderen te enthousiasmeren duurzaam denken ook daadwerkelijk om te zetten in duurzaam doen. Een netwerkbijeenkomst is daarvoor een middel. Verder heeft de stadsregio Rotterdam - mede op basis van een eind 2010 verschenen analyse van NIROV met een vergelijking van de duurzame ontwikkeling in de WGR+regio’s - aangegeven nauw te willen samen werken met het Stadsgewest waar het gaat om het realiseren van een brede duurzaamheidsmonitor als een middel om duurzame ontwikkeling in beide regio’s verder te brengen. De Duurzaamheidsbalans van Haaglanden is op verzoek van de stadsregio toegelicht. Duurzame ontwikkeling maakt als project ook onderdeel uit van MIRUP (Milieu in Ruimtelijke Plannen) en van de Kwaliteitsimpuls Ruimte en Milieu (KRM).
Ruimte en milieu In het kader van de kwaliteitsimpuls zijn verschillende projecten uitgevoerd, zoals het opstellen van milieunormen voor bestemmingsplannen, een onderzoek naar woon- en leefmilieus in Haaglanden en de inzet van externe leveranciers voor scholing van beleidsmedewerkers van het Stadsgewest Haaglanden en de regiogemeenten. Voor de verantwoording aan de provincie is een jaarverslag 2010/2011 opgesteld (deze is te downloaden van www.haaglanden.nl onder Beleid/Milieu/Milieu in Ruimtelijke Plannen). Voor de projecten Actualisatie van het rapport Milieunormen in bestemmingsplannen en Verkenning interferentiegebieden bodemenergie zijn projectgroepen samengesteld, waarin alle gemeenten zijn vertegenwoordigd. In 2011 is deelgenomen aan de Leerkring Gebiedsgericht maatwerk voor regionale milieudiensten en stadsregio’s van de provincie Zuid-Holland. Deze leerkring is bedoeld voor kennisuitwisseling over duurzame gebiedsontwikkeling. De bijeenkomsten van de leerkring vinden afwisselend plaats in de verschillende regio’s. Afgelopen jaar was de leerkring twee maal te gast in Haaglanden, en zijn bezoeken gebracht aan Duindorp in Scheveningen en Erasmusveld in Den Haag. Voor duurzaam gebruik van de ondergrond is een Verkenning uitgevoerd naar interferentiegebieden voor bodemenergie. Samen met gemeenten is een visie ontwikkeld over mogelijke regulering van bodemenergie in deze gebieden. De verkenning diende tevens als pilot voor het landelijke project voor de ontwikkeling van een 5
Telos, Brabants centrum voor duurzame ontwikkeling.
19
Handreiking Masterplannen Bodemenergie. Het Stadsgewest heeft geparticipeerd in de klankbordgroep van dat project. Voor het volgen van de landelijke beleidsontwikkeling is deelgenomen aan de Beleidsgroep Ondergrond van het bodemconvenant. In juni is gestart met een pilot waarin een module Ondergrond voor het instrument DPL (Duurzaamheids-Profiel van een Locatie) wordt ontwikkeld. Dit project is gehonoreerd door SKB (Stichting Kennisontwikkeling Kennisoverdracht Bodem) voor het programma Duurzame Ontwikkeling Ondergrond. Door het Stadsgewest zijn de praktijkvoorbeelden aangeleverd. De verkenning van interferentiegebieden en de DPL-module voor de ondergrond zijn bouwstenen voor de ontwikkeling van de regionale beleidsvisie voor de ondergrond, zoals is aangekondigd in het RSP.
Klimaat en energie Routekaart Haaglanden klimaatneutraal Voor het realiseren van de klimaatdoelstellingen heeft het algemeen bestuur van het Stadsgewest in 2011 de Routekaart Haaglanden klimaatneutraal vastgesteld. Voor de totstandkoming van de Routekaart zijn veel gesprekken gevoerd met de gemeenten en de beleidssectoren van het Stadsgewest. Gebleken is dat verkeer en vervoer, woningen en de glastuinbouw de belangrijkste bronnen van CO2-uitstoot in de regio zijn, maar ook dat de komende jaren vooral moet worden ingezet op energiebesparing. Om de doelstellingen te realiseren is een integrale aanpak met alle beleidsvelden van het Stadsgewest noodzakelijk. Verkeer en vervoer Hier voert het Stadsgewest Haaglanden vanaf 2009 de campagne Rijden op groengas. Groengas past goed in de transitie van fossiele motorbrandstoffen naar klimaatneutrale brandstoffen. Bovendien wordt ook de uitstoot van andere schadelijke stoffen voorkomen, zodat deze maatregel bijdraagt aan de verbetering van de luchtkwaliteit. In het hoofdstuk over het uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit wordt hier verder op ingegaan. Gebouwde omgeving - Woningen: In de regionale prestatieafspraken (RPA) 2010 - 2014 voor nieuwbouw en woonruimteverdeling zijn voor het eerst ook afspraken opgenomen over energie en duurzaam bouwen. Het Stadsgewest heeft een inventarisatie uitgevoerd van nieuwbouw- en renovatieplannen, en ketelvervangingsprojecten van corporaties. Hiervoor zijn gesprekken gevoerd met gemeenten en corporaties. Voor de uitwerking van de afspraken is een werkgroep RPA opgericht, bestaande uit vertegenwoordigers van gemeenten, corporaties en het Stadsgewest.
- Kantoren: de Routekaart laat zien dat kantoren verantwoordelijk zijn voor 7% van de CO2-uitstoot. Samen met de gemeente Den Haag is in 2011 een project gestart, waarin bij enkele tientallen kantoren een duurzaamheidsscan wordt uitgevoerd. De energetische kwaliteit van de panden is één van de aspecten, die in de scans onder de loep worden genomen. Het project wordt samen met de sector Economie uitgevoerd.
Verder zijn in het kader van het klimaat- en energiebeleid de volgende activiteiten verricht: Bouwtransparant In de meeste Haaglandengemeenten is in 2010 en 2011 met de Bouwtransparantmethode een aantal nieuwbouwwoningen gecontroleerd, onder meer met infraroodfoto’s om na te gaan of de isolatie goed is aangebracht. Hiermee werd getoetst of de vereiste energieprestatie (EPC waarde)6 van de woning daadwerkelijk werd gehaald. Het project is in 2011 geëvalueerd, waaruit bleek dat de uitvoering van EPCmaatregelen beter kon, maar niet verontrustend was. De installatie van ventilatievoorzieningen was wel 6
EPC is de energieprestatiecoëfficient van de woning. Deze is nu 0,6.
20
verontrustend. Beide conclusies worden bevestigd in landelijke onderzoeken in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. In een regionale bijeenkomst zijn gemeentelijke bouwafdelingen geïnformeerd over de uitkomst en zijn handvatten aangereikt om bij bouwplannen meer oog te hebben voor EPC en ventilatievoorzieningen. Het vanuit het programma Handhavingssamenwerking geïnitieerde project EPN (Energieprestatienorm) controle op de bouwplaats is in het voorjaar van 2011 afgerond. Bijeenkomst bouwkolom Op 28 september 2011 vond de drukbezochte werkconferentie ‘Van Cancun tot Meterkast’ plaats. Deze is een vervolg op de eerder gehouden conferenties ‘Van Kopenhagen tot Meterkast’ (2010) en ‘Van Kyoto tot meterkast (2009). Het Stadsgewest organiseerde samen met andere organisaties dit congres, waar door alle partijen uit de bouwkolom werd gediscussieerd over belemmeringen, kansen en mogelijkheden die er zijn om duurzaam aan te besteden in de bouw. Ketensamenwerking wordt gezien als belangrijke sleutel om te komen tot een duurzame gebouwde omgeving. FSC-hout In 2007 is door de gemeenten het FSC convenant afgesloten. Zij zeggen hierin toe voor eigen werken uitsluitend nog FSC hout te gebruiken en afspraken te maken met de bouwers om ook FSC hout te gebruiken. In 2011 hebben de milieuwethouders besloten om voor eigen werken uitsluitend gebruik te maken van FSCgecertificeerde bedrijven. Hierbij werd door een paar gemeenten de aantekening gemaakt kleine plaatselijke bouwbedrijven niet te willen belasten met extra kosten door certificeringseisen. Rijswijk-Zuid Op verzoek van de gemeente Rijswijk werd en wordt geparticipeerd in de planvorming van Rijswijk-Zuid. Vanaf juni 2011 is de website www.rijswijk-zuid.nl online gegaan. De Rijswijkse raad is akkoord gegaan met het voorstel om in Rijswijk-Zuid uitsluitend zeer goed geïsoleerde woningen te bouwen volgens de principes van het passief bouwen. In de wijk zal daarom geen gas of centraal warmtenet worden aangelegd. De wijk krijgt verder een intelligent elektriciteitsnet (smart grid) voor het grootschalige gebruik van zonne-energie voor elektriciteit en het gebruik van elektrische auto’s. Deze keuzes zijn mede tot stand gekomen op basis van advisering door het Stadsgewest. Meer gemeenten hebben plannen om te bouwen volgens het concept passief bouw. Een werkgroep onderzoekt de randvoorwaarden voor het realiseren van duurzaam bouwen projecten in de regio. Naast de gemeente Rijswijk met Rijswijk-Zuid ging het om gemeente Den Haag met de wijk Erasmusveld en de gemeente Zoetermeer met de wijk Oosterheem. In 2011 is gestart met een voorbeeldprojectenprogramma energiebesparing wonen. Hartverwarmend Haaglanden/Convenant Warmte Haaglanden Het Convenant Warmte Haaglanden is in 2010 ondertekend door de Haaglandengemeenten. De gemeente Wassenaar heeft niet ondertekend, maar wel adhesie aan het project betuigd. Voor de verduurzaming van de warmtevoorziening is conform het convenant vanaf oktober 2010 een subsidieregeling voor collectieve warmteprojecten uitgevoerd. Zie bij het hoofdstuk Luchtkwaliteit. Daarnaast heeft de stuurgroep Hartverwarmend Haaglanden ingestemd met het leveren van een bijdrage aan de Green Deal Duurzame Warmte, die in oktober 2011 is ondertekend door de provincie Zuid-Holland en het Rijk. In deze Deal zijn afspraken gemaakt over mogelijke oplossingen voor knelpunten bij de ontwikkeling van collectieve warmtesystemen. Bodem In 2011 is deelgenomen aan de landelijke beleidsgroep Ondergrond, die het transitiepad naar het duurzaam gebruiken van de ondergrond uitwerkt.
21
Verder is in opdracht van het Stadsgewest een verkenning uitgevoerd naar de interferentiegebieden voor bodemenergie in Haaglanden en wordt een module Ondergrond voor DPL (DuurzaamheidsProfiel van een Locatie) ontwikkeld. De uitkomsten van deze projecten zijn belangrijke bouwstenen voor de regionale visie op de ondergrond, die in opdracht van de stuurgroep Hartverwarmend Haaglanden in 2012 wordt gemaakt. De Routekaart laat zien dat het verstedelijkte gebied in Haaglanden veel mogelijkheden biedt voor het plaatsen van zonnepanelen op daken van huizen en andere gebouwen. De geschiktheid van daken is zichtbaar gemaakt op de Zonnekaart Haaglanden. Biomassa In 2011 is met een groot aantal stakeholders in de regio gesproken over een gezamenlijk initiatief om regionale biomassastromen beter te gaan benutten, mogelijk voor de productie van biogas en/of versterking van de relatie tussen stad en platteland. Dit heeft geleid tot de uitvoering van een haalbaarheidsonderzoek naar een regionale biomassacentrale in opdracht van de gemeente Den Haag, waarbij het Stadsgewest zitting had in de begeleidingsgroep van het project. De resultaten komen begin 2012 beschikbaar. Windenergie Betrokken gemeenten zijn: Den Haag, Zoetermeer, Midden-Delfland, Rijswijk en Pijnacker-Nootdorp. Begin 2011 is de nota Wervelender door de provincie Zuid-Holland vastgesteld over de ruimtelijke inpassing van windenergie. Hierbij is geen rekening gehouden met de ingediende zienswijze van het Stadsgewest die is gebaseerd op de doelstellingen uit het RSP voor 30 MW windenergie in de regio Haaglanden. Om de beperkte kansen voor windenergie in Haaglanden toch een stap verder te brengen is in overleg met de provincie besloten de provinciale stroomversneller windenergie in te zetten. Dit is een persoon die zich ervoor inzet om het proces te versnellen en barrières weg te nemen.
In de gemeente Zoetermeer zijn in maart 2011 drie windturbines geplaatst op een bedrijventerrein Lansinghage met elk een vermogen van 3 MW. Met het gecombineerde vermogen van 9 MW kunnen ongeveer 6.000 huishoudens van groene stroom worden voorzien.
Energiezuinige bedrijfsvoering Stadsgewest Het Stadsgewest moet natuurlijk zelf ook het goede voorbeeld geven en aan energiebesparing werken. Inmiddels zijn verschillende maatregelen genomen, zoals energiezuinige verlichting met aanwezigheidsdetectie, bewustzijn personeel door deelname aan de warme truiendag, mogelijkheid bieden voor telewerken, energetisch onderzoek van het eigen kantoor als input voor het overleg met de verhuurder, ontmoediging autogebruik en stimulering van OV. Klimaatfonds Haaglanden Sinds 2011 is het Stadsgewest partner van het Klimaatfonds Haaglanden, dat projecten voor CO2-reductie stimuleert bij non-profit organisaties in de regio. De resterende CO2-uitstoot van de organisatie van het Stadsgewest wordt financieel gecompenseerd. Daarmee is de organisatie CO2-neutraal.
Samenwerking met gemeenten op het gebied van klimaat en energie De samenwerking met gemeenten kent verschillende vormen: Periodiek overleg vindt vooral plaats over het gemeentelijk klimaatbeleid en de mogelijke verbinding met regionale initiatieven. Als vervolg op de routekaart is met elke gemeente afzonderlijk besproken op welke wijze het Stadsgewest kan bijdragen aan lokale klimaatinitiatieven. Het Stadsgewest biedt zo ondersteuning op maat. Regelmatig worden workshops georganiseerd. Zo is op 14 april 2011 een workshop energiebesparing voor handhavers georganiseerd. De handhavers leerden in de workshop de mogelijkheden van het Activiteitenbesluit voor het handhaven van energiebesparende maatregelen. Deelsessies gingen in op maatregelen voor zwembaden, verlichting, ICT-apparatuur, verwarming- en koelinstallaties.
22
-
In Haaglanden namen de gemeenten Delft, Den Haag en Zoetermeer al deel aan het Covenant van Mayors. Het Stadsgewest wil namens de overige 6 gemeenten dit Covenant ondertekenen en heeft deze gemeenten gevraagd hiermee in te stemmen. Alle antwoorden worden begin 2012 verwacht. Het betreft een inspanningsverplichting richting Europese Commissie en het Convenant is een voorwaarde om voor Europese subsidie in aanmerking te kunnen komen. Het Stadsgewest streeft ernaar om in samenwerking met de regiogemeenten en andere marktpartijen zoals woningcorporaties, Europese subsidie binnen te halen.
Meten is weten: regionale CO2-monitor Om te kunnen beoordelen of de klimaatdoelstellingen worden gehaald, ontwikkelde het Stadsgewest samen met de gemeenten de regionale CO2-monitor. Deze web applicatie geeft inzicht in de huidige CO2-uitstoot in Haaglanden. Samen met de gemeenten worden de effecten van de uitgevoerde projecten geregistreerd in het systeem. Door Agentschap NL is een protocol ontwikkeld voor de monitoring van de broeikasgasemissies van lokale overheden. Door het Stadsgewest is voor de Haaglanden gemeenten een in-company training georganiseerd om te leren werken met dit protocol. Eind 2011 is de regionale CO2-emissie op basis van het protocol vastgesteld. Op het gebied van CO2-monitoring wordt ook samengewerkt met Stadsregio Rotterdam en provincie Zuid-Holland. Begin 2011 is meegewerkt aan de Energiemonitor van de provincie Zuid-Holland.
Luchtkwaliteit Rijden op Groengas (RoGg) In maart 2011 is het Convenant Rijden op Groengas Haaglanden ondertekend door marktpartijen, regiogemeenten en Stadsgewest. In dit project werken marktpartijen en overheden samen aan het behalen van de volgende doelen: 2.012 auto’s in 2012, 9 vulpunten in 2012 en groengaslevering aan de vulpunten. Ter voorbereiding van de Platformbijeenkomsten die twee per jaar plaatsvinden zijn deelsessies gehouden met marktpartijen en gemeenten. Onderwerpen hier zijn o.a. het Communicatieplan RoGg, het monitoren van de convenantsafspraken, gebiedsgerichte benadering, maatregelen die het rijden op groengas stimuleren. Het Stadsgewest heeft gereageerd op de zogenaamde Autobrief van de Staatssecretaris van Financiën. De brief bevatte kostenverhogingen voor aardgas/groengas die indruisen tegen het beleid om het rijden op groengas te stimuleren. Een beleid dat vanuit het Ministerie van I&M wordt bevestigd doordat deze per 1 juli 2011 een landelijke subsidieregeling opende voor voertuigen op aardgas. In oktober is de petitie van GroenGasmobiel medeondertekend door het Stadsgewest. Er is deelgenomen aan de landelijke werkgroep Rijden op Groengas die in 2011 is ondergebracht bij de stichting Groen Gas Nederland. Ook met de andere regio’s vindt overleg plaats. Het Stadsgewest onderzoekt verder de haalbaarheid van de productie van biogas in de regio (zie hoofdstuk Klimaat project Biomassacentrale Haaglanden. Het Stadsgewest stimuleert het rijden op aardgas door een aantal subsidieregelingen: a. Aardgasvoertuigen Haaglanden 2011 In dit kader zijn door het Stadsgewest Haaglanden ruim 150 voertuigen op aardgas gesubsidieerd. Het grootste deel betreft personenauto’s en bestelauto’s, maar ook huisvuilauto’s. Koploper is de gemeente Leidschendam-Voorburg met 34 aardgasauto’s; de gemeente Zoetermeer heeft vier huisvuilvoertuigen op aardgas. Daarnaast zijn 128 streekbussen en 135 stadsbussen op aardgas geleverd. Momenteel loopt de nieuwe aanbesteding van de stadskavel bus met als looptijd 2012-2017. In het bestek van de RegioTaxi Haaglanden is geëist dat op 1 maart 2011, één jaar na de start van de concessie, 28 % van de ritten op aardgas wordt gereden. Hier hebben de vervoerders aan voldaan en in september 2011 ligt het percentage gereden ritten op aardgas op 31%.
23
b. Vulpunten voor groengas 2010 Subsidie is er voor een deel van de meerkosten van de realisatie van een groengasvulpunt. Het is een gezamenlijke regeling van de gemeente Den Haag en het Stadsgewest. Voor het grondgebied Den Haag is € 160.000 gereserveerd en voor de rest van de regio Haaglanden is een budget van € 400.000 beschikbaar. Er is tot nu toe 1 subsidieaanvraag gedaan en verleend voor een vulpunt in Delft. Subsidieaanvragen kunnen tot 31 december 2011 worden ingediend. Een vervolg is in voorbereiding. In maart 2011 is het vierde vulpunt in de regio geopend in Delfgauw, gemeente Pijnacker-Nootdorp. Er staan 2 nieuwe vulstations in de planning om uiterlijk begin 2012 te worden gerealiseerd.
Subsidieregeling Groendaken 2011 Het betreft hier een subsidieregeling voor de kosten van de aanleg van groene daken op basisscholen. Ook voor middelbare scholen is dit mogelijk vanaf 1 januari 2012. In totaal was een budget van € 255.000 beschikbaar. De uitvoering van de aanleg moest vóór 1 januari 2012 gereed zijn.
Er is door de gemeente Wassenaar subsidie aangevraagd voor 1 school en door de gemeente Zoetermeer voor 5 scholen.
Subsidieregeling Collectieve warmteprojecten Vanaf oktober 2010 konden gemeenten en marktpartijen bij het Stadsgewest subsidie aanvragen voor collectieve warmteprojecten. In 2011 zijn drie haalbaarheidsonderzoeken en twee warmtemakelaars gesubsidieerd.
Het gaat hier om haalbaarheidsonderzoeken van de gemeenten Zoetermeer en PijnackerNootdorp en een cluster tuinders uit Midden-Delfland. De warmtemakelaar wordt ingezet door de gemeenten Pijnacker-Nootdorp en Westland.
Verder is de regeling uitgebreid met subsidie voor uitvoeringsmaatregelen waarvoor vanaf oktober 2011 aanvragen kunnen worden ingediend. Hierbij kan subsidie aangevraagd worden voor investeringskosten van collectieve warmtesystemen.
Overige luchtkwaliteitsmaatregelen
Herijking maatregelen luchtkwaliteit in kader van NSL Op 22 juni 2011 heeft het Ministerie van I&M ingestemd met de herijkte maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit. De herijking van het maatregelenpakket NSL Haaglanden is vastgesteld in het DB van 30 maart 2011. Op basis hiervan is ook weer budget gereserveerd voor projecten die lokaal uitgevoerd worden.
24
De gemeenten Zoetermeer en Delft hebben in 2011 aanvragen voor subsidie ingediend. Subsidie is verleend voor de projecten groene gevel (Zoetermeer), project Maatwerk distributie (Delft) en project Pakketpost per fiets (Delft).
Handhaving van milieuzones Naast de milieuzone in de gemeenten Den Haag en Delft heeft ook Rijswijk per 1 november 2010 een milieuzone in de gemeente ingevoerd. Voor de handhaving van de milieuzone in Rijswijk is NSL geld beschikbaar.
Meten van luchtkwaliteit in Rijswijk en Leidschendam-Voorburg TNO heeft in 2011 in opdracht van het Stadsgewest de luchtkwaliteit in deze twee gemeenten gemeten en een eindrapport opgeleverd. NSLbudget was daarvoor gereserveerd. De opdracht is afgerond.
Bevoorradingsprofiel Haaglanden Het bevoorradingsprofiel voor Haaglanden (uitgebracht in juni 2010) heeft gemeenten, vervoerders, leveranciers en het Stadsgewest tot vervolgacties gebracht. Zo vindt er afstemming van lokaal beleid plaats op het gebied van bijvoorbeeld venstertijden en voertuigbeperkingen, routebebording en informatievoorziening en verdere verkenning naar de mogelijkheden van dagranddistributie (laad- en lostijden in de vroege ochtend of avond). . Het onderzoek is uitgevoerd in winkelgebieden van de drie gemeenten Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg. Eerder is al onderzoek gedaan in de gemeenten Delft en Den Haag.
Meten is weten: NSL-monitoring Het Ministerie van I&M ingestemd met de herijkte maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit. Deze maatregelen zijn ingevoerd in het NSL.
Externe veiligheid In 2011 zijn de onderstaande regionale projecten uitgevoerd.
Project Transport gevaarlijke stoffen door buisleidingen en groepsrisicoberekeningen Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) van kracht geworden. Het Bureau EV heeft opdracht gegeven de buisleidingen in de regio door te rekenen met CAROLA, de applicatie die voor hogedruk aardgasleidingen is ontwikkeld. Er is een aantal knelpunten (overschrijding de grenswaarde van het plaatsgebonden risico) gesignaleerd. De Gasunie zal deze knelpunten oplossen. Eind 2011 zal tevens inzichtelijk zijn of er groepsrisico-aandachtspunten (overschrijding oriëntatiewaarde) zijn.
Project Beheer EV data en GIS-kaarten De risicokaart Haaglanden GEOweb bevat nu de transportroutes van gevaarlijke stoffen en de buisleidingen. De kaart wordt uitgebreid met de inrichtingen. Dit wordt naar verwachting in 2011 afgerond. Geoweb geeft dan een compleet beeld van de risico’s in Haaglanden. Intussen is de provinciale risicokaart flink uitgebreid en wordt het onderscheid tussen de provinciale risicokaart en de risicokaart Haaglanden kleiner. Meerwaarde van Geoweb is dat het ook informatie geeft over de hoogte van het groepsrisico. Gelet op het steeds kleiner
25
wordende verschil met de provinciale risicokaart zal op termijn de meerwaarde van Geoweb ten opzichte van de risicokaart geëvalueerd moeten worden.
Actueel houden van de routering en handhaving van de routering De Wet vervoer gevaarlijke stoffen bepaalt dat provincies en gemeenten routes kunnen aanwijzen voor het vervoer van route plichtige stoffen. De Haaglandengemeenten hebben ook in 2010 de routering actueel gehouden en onderling afgestemd. Naast het actueel houden van de routering is in 2010/2011 een evaluatie uitgevoerd van de routering. Resultaat van de evaluatie is dat een groot deel van de huidige routering voor wat de veiligheid betreft niets toevoegt. Een voorstel voor het aanpassen of deels laten vervallen van de routering is eind 2011 in het BMO gebracht.
Opstellen nieuwe beleidsvisie externe veiligheid Het Stadsgewest Haaglanden stelde in 2007 de regionale beleidsvisie externe veiligheid “Samen werken aan externe veiligheid” vast. Een aantal gemeenten heeft deze regionale visie overgenomen als het lokale beleid, enkele gemeenten zijn begonnen met het opstellen van een eigen visie. In 2010 is deze regionale visie geëvalueerd met als conclusie dat het wenselijk is de visie te vernieuwen. Enerzijds omdat de actualiteit de visie intussen op enkele punten heeft achterhaald, anderzijds omdat er behoefte is aan een concreter ingevulde visie. In 2010 is gestart met het vernieuwen van de visie, vaststelling wordt voorzien voor eind 2011/begin 2012.
Borging externe veiligheid in de gemeentelijke organisaties Het Bureau EV heeft in 2010 een borgingsfilosofie ontwikkeld voor Haaglanden. Uitgangspunt hierbij is, gelet op het beperkte risicoprofiel, dat de gemeenten niet alle EV-taken zelfstandig uitvoeren. De meer specialistische taken kunnen beter regionaal worden georganiseerd. Het Bureau EV en in de toekomst de Omgevingsdienst Haaglanden kunnen deze specialistische taken uitvoeren.
Risicocommunicatie Risicocommunicatie is een onderwerp dat vanuit de Veiligheidsregio Haaglanden (VRH) wordt getrokken. Als gevolg van de nieuwe Wet op de Veiligheidsregio heeft de VRH immers een belangrijke rol bij risicocommunicatie. Het is echter aan de gemeenten om te bepalen op welke wijze zij willen communiceren over de risico’s van gevaarlijke stoffen binnen de eigen gemeente. In 2011 is een strategie uitgewerkt voor het communiceren over de risico’s van gevaarlijke stoffen. Hiervoor is gebruik gemaakt van de “watdoejecampagne”, die in de loop van 2011 is gestart en loopt door tot in 2012.
Scholing en training externe veiligheid Bureau EV organiseert voor regiogemeenten in-company trainingen. In 2011 is een aantal in-company trainingen verzorgd. Deze trainingen zijn erop gericht de kennis van de medewerkers van de gemeenten en de brandweer upto-date te houden. Hierbij is in het bijzonder aandacht besteed aan de nieuwe en de komende wet- en regelgeving en het opfrissen van de kennis bij de gemeenten.
Handhavingssamenwerking Omgevingsdienst Rijk, IPO en VNG spraken in 2009 af dat per 2013 een landelijk dekkend systeem van Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) ofwel omgevingsdiensten operationeel is. In 2011 is het conceptbedrijfsplan in de Stuurgroep ODH vastgesteld en samen met de Gemeenschappelijke Regeling aangeboden aan de colleges. Het bedrijfsplan betreft een toegankelijke uitwerking van vragen over taken, formatie, kosten en de bestuurlijke en ambtelijke organisatie van de ODH. Eind 2011 hebben alle colleges naar verwachting een voorlopig besluit genomen. In de inrichtingsfase werkt de kwartiermaker, aangesteld per 1 september 2011, de details uit van de nieuwe organisatie en bereidt hij de plaatsing van de medewerkers voor. Ook zijn diverse werkgroepen opgezet, zoals Taken en financiën, HR/personeel, Huisvesting en Communicatie.
26
De projectorganisatie brengt regelmatig nieuws uit over de ontwikkelingen op de website: www.omgevingsdiensthaaglanden.nl. Verder is er in 2011 om de vier maanden een regionale bijeenkomst georganiseerd voor betrokken medewerkers, de zogenaamde OD-cafés, zoals hier in juli 2011.
Nieuwe sanctiestrategie In 2010 is in regionaal verband een wabo-brede sanctiestrategie ontwikkeld. De strategie is in februari 2011 ter besluitvorming aan de individuele colleges gezonden. De monitoringrapportage geeft weer of de sanctiestrategie wordt gevolgd en analyseert de resultaten zodat trends, verbeteringen in naleefgedrag aan het licht komen. Dit rapport bevat conclusies en aanbevelingen. Over 2010 waren deze conclusies: • De gemaakte afspraken in het kader van de regionale sanctiestrategie worden goed nagekomen. • Het naleefgedrag in de regio Haaglanden is gemiddeld 64%. • In geval van overtredingen gaat het vaak om administratie, keuring van stookinstallaties en de opslag van gevaarlijke stoffen. Diverse vakspecialistenbijeenkomsten In 2011 heeft periodiek overleg plaatsgevonden tussen vakspecialisten van de gemeenten en provincie op het gebied van geluid, bodem en asbest. Ook is een april 2011 voor vergunningverleners en handhavers een dag georganiseerd over de Verruimde Reikwijdte, waar inspecteurs zijn bijgepraat over de laatste ontwikkelingen op energiebesparingsgebied.
Geluid Het Stadsgewest organiseerde vier keer in 2011 periodiek ‘GeluidOverlegHaaglanden’ (GOH) met alle gemeenten en de provincie Zuid-Holland over de voortgang van de actieplannen, geluidkaarten, RUIG, Geluidwetgeving en Geluid in RO. EU richtlijn Omgevingslawaai Met de invoering van de EU-richtlijn Omgevingslawaai ( 1e tranche 2007-2011) is de Wet geluidhinder uitgebreid en is de overheid verplicht geluidskaarten en actieplannen te maken. De geluidskaart geeft aan wat de actuele geluidsbelasting is van de belangrijkste geluidsbronnen binnen het invloedsgebied van de betreffende overheid (gemeente, provincie). In het Actieplan Geluid geeft een overheid aan wat de knelpunten zijn binnen haar invloedsgebied en hoe zij het aantal gehinderden wil terugdringen. Dit dient om de 5 jaar herhaald te worden. In de 1e tranche deden de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, MiddenDelfland, Rijswijk, Wassenaar, Westland en de provincie mee. De gemeenten PijnackerNootdorp en Zoetermeer hoeven pas in de 2e tranche (2012-2016) aan de EU-richtlijn Omgevingslawaai te voldoen.
27
ISVIII Zomer 2010 startte het Regionale Uitvoeringsplan ISV Geluidsanering (project RUIG). De gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp Midden-Delfland, Rijswijk, Wassenaar, en Westland doen mee aan dit project. Haaglanden coördineert de uitvoering. De gemeenten Den Haag heeft als G4 gemeenten directe afspraken met het ministerie en Zoetermeer heeft geen te saneren geluidknelpunten.
Begin 2011 is het ‘voortgangsverslag RUIG 2010’ ter verantwoording in de jaarverslagen aan de deelnemende gemeenten verstuurd.
Na planningsoverleg met de gemeenten Rijswijk, Pijnacker-Nootdorp, Midden-Delfland en Westland zijn 340 woningen in uitvoering genomen. Het project in Rijswijk bevat de Reconstructie van de Haagweg waarbij 98 woningen zijn betrokken en waarvan eind 2011 de ontwerpfase start. Pijnacker-Nootdorp Midden-Delfland Westland Delfsestraatweg (61) Dijkshoornseweg (11) Nieuweweg N211 (42) St. Willebrordusstraat (2) Noordweg (5) Verspijcklaan (62) Rijksstraatweg (2) Sophiastraat (1) Maasdijk N220 (4) Westlaan (6) Oosteinde (28) Arkpaviljoen (10) Heulweg (4) Hoevenstraat (4) Per gemeente betrokken aantal woningen in 2011.
Pijnacker-Nootdorp heeft voor 73 woningen een onderzoeksopdracht aan een akoestisch adviesbureau gegeven. Voor 155 woningen in Westland en Midden Delfland is een geluidonderzoek opgesteld en bij de reconstructie van de Haagweg zijn in het geluidonderzoek 98 geluidsaneringswoningen meegenomen. Westland neemt aan dit project deel voor 253 woningen die binnen Westland worden uitgevoerd binnen het lokale project "Westland en Provincie Stiller op weg" In 2011 maakten de gemeente Westland en de provincie hierover afspraken: op tien plaatsen werden geluidreducerende maatregelen getroffen. Zo wordt 22 kilometer provinciale weg in het Westland voorzien van geluidreducerend asfalt, bij 600 omliggende woningen wordt onderzocht of zij voldoen aan de Europese norm voor geluidhinder. Indien nodig zullen aanvullende bouwkundige maatregelen worden getroffen om onder de Europese norm te blijven.
28
Vanuit het beleidsveld verkeer en vervoer zijn ook maatregelen genomen die geluidoverlast moeten terugdringen, zoals onderzoek naar wieldempers bij tramlijn 19 en geluidmetingen en geluidschermen
Zo zijn er in 2011 in de gemeente Zoetermeer langs de noordzijde van de A12 over een lengte van drie kilometer geluidsschermen geplaatst.
29
Bijlage 1. Financieel overzicht milieuprojecten 2012 Projectactiviteit Financiële middelen in euro
Verwachte inzet gemeenten/ andere partijen
Klimaat en energie 1. Routekaart Haaglanden klimaatneutraal. Het inrichten van een uitvoeringsorganisatie die de routekaart uitvoert bestaande uit een bestuurlijke stuurgroep o.l.v. de regiobestuurder Milieu met daaronder diverse werkgroepen. Secretariaat door Stadsgewest.
2. Regionale CO2-monitor • Verzamelen van gegevens en invoer van projecten. • Opstellen rapportages • Beheer van het systeem. 3. Energie en duurzaam bouwen in regionale
Uitvoering algemeen € 1.000; Haalbaarheidsonderzoek Regionaal Energiebedrijf: € 15.000; EPA-advies jeugdzorgpanden: € 8.000; Overig: € 1.500 Totaal € 25.500. Onderhoud CO2-monitor € 3.000 Helpdesk € 1.500
(bestuurlijke) Stuurgroep
€ 5.000
Werkgroep van gemeenten en corporaties Diverse werkgroepen
prestatieafspraken met corporaties 4. Stimuleringsprogramma energiebesparing woningen - stimuleren passief bouwen (nieuwbowu en bestaande bouw) - inspelen op subsidieregelingen (SEV energiesprong) - ondersteunen kansrijke warmteprojecten - strategie energiebesparing particuliere verhuurders.
€ 35.000
5. Bouwtransparant project in het kader van EPC monitoring:
6.Samenwerking bouwkolom voor transitie gebouwde omgeving
€ 5.000
(ambtelijke) Werkgroepen
Bij verlenging project 0,5-1 dag per onderzoek + kosten gemeenten € 800 - € 1100 per woningonderzoek o.a. Werkgroep passief bouwen deelnemers: met passief bouwen actieve gemeenten
7. FSC hout 8. Hartverwarmend Haaglanden - begeleiden vervolgtraject warmtenet Haaglanden - uitvoering warmtestrategie Haaglanden door stuurgroep en werkgroep - uitvoering Subsidieverordening Luchtkwaliteit: Nadere regels collectieve warmtesystemen Haaglanden 2011
Circa 900.000 NSLuchtgeld
9 Duurzaam gebruik van de ondergrond
zie bij milieu in ruimtelijke plannen
10. Windenergie 11. Biomassacentrale Uitvoeren van haalbaarheidsonderzoeken
Werkgroep Hartverwarmend Haaglanden Stuurgroep Hartverwarmend Haaglanden
Deelname aan haalbaarheidonderzoeken
30
Luchtkwaliteit 1. Promotie en subsidiëring Rijden op aardgas: -
Ca. 2,5 mln. NSLgeld
realisatie (groen)gasvulstations aanschaf voertuigen op aardgas door bedrijven, particulieren en gemeenten rijden op aardgas door huisvuilauto’s wagenparkscan voor bedrijven en overheden
-
2. Transitie naar schoner vervoer (e-scooters, eauto’s 3. Subsidiëring groene daken op scholen
Regiogemeenten met uitzondering van Den Haag. Communicatieondersteuning bij opening aardgastankstation of houden van bijeenkomsten voor ondernemers
Ca. 400.000 NSLgeld € 255.000 NSLgeld
Regiogemeenten m.u.v. Den Haag
€ 445.000 uit het Uitvoeringsprogramma EV van de Provincie Zuid-Holland
Inzet van de gemeentelijke netwerkcoördinatoren
4. Monitoring voortgang NSL-projecten van
Haaglanden Externe Veiligheid 1. Actueel houden en beheren van Externe Veiligheidsdata t.b.v. de risicokaart Haaglanden 2. Implementeren van de nieuwe Regionale Visie externe veiligheid bij gemeenten en brandweer/ Veiligheidsregio 3. Voorbereiden van het uitvoeren van de EVtaken door de Omgevingsdienst Haaglanden 4. Eventueel: aanpassen routeringen op basis van de evaluatie uit 2010 5. Ondersteunen regiogemeenten bij hun EVvraagstukken 6. Borgen van EV in de procedures van vergunningverlening, handhaving en ruimtelijke planvorming.
Handhavingssamenwerking 1. Omgevingsdienst Haaglanden • •
Deelnemen aan projectorganisatie door gemeenten en provincie Alle bij de projecten betrokken partijen
Coördinatie Ondersteuning
2. Uitvoeringsprojecten 2012 - Grondstromen -Bouw, Sloop, Asbest 3. Regionale sanctiestrategie • monitoring
(Regionaal Milieuteam en de gemeenten Vakspecialisten van de gemeenten
4. overleg vakspecialisten
Geluid - 4 x regionaal overleg - Diverse werkzaamheden i.h.k. van de saneringsopgave van A-lijst woningen
MIRUP 1. Kwaliteitsimpuls Ruimte en Milieu
2. Regionale beleidsvisie ondergrond
Duurzame ontwikkeling Haaglanden Duurzaamheidsbalans: Opstellen tussentijdse rapportage Duurzame ontwikkeling Stadsgewest Haaglanden/trainingen.
100.000 subsidie (programma DGO van provincie) 35.000 uit budget Hartverwarmend Haaglanden
Deelname workshops en werkgroepen • Werkgroep Hartverwarmend Haaglanden • Stuurgroep Hartverwarmend Haaglanden
20.000
Gemeenten en externe partijen
31
32