Pensionsstall von und für Studenten der CAH Vilentum Dronten
Miet- und Stallregeln 2014-2015 Ablaufplan bei der Erkrankung von Pferden
Paardenplaats Wisentweg 13 8251 PB Dronten
[email protected]
Paardenplaats 2014-2015
Liebe/r (zukünftige) Einsteller/in, im kommenden Schuljahr soll der Pensionsstall der CAH Vilentum in Dronten – der sogenannte „Paardenplaats“ - wieder ab Ende August / Anfang September geöffnet sein. Das genaue Datum steht noch nicht fest, aber in diesem Zeitraum werden die Ställe wieder in Gebrauch genommen. Es ist wichtig, das jeder Einsteller das Stallreglement gelesen hat. Vor der Ankunft im Stall müssen folgende Dinge geregelt sein: • •
Jedes Pferd muss gechipt sein Jedes Pferd muss geimpft sein gegen Influenza und Tetanus
Tag der Ankunft: •
Alle Pferde werden am Ankunftstag auf die obengenannten Impfungen kontrolliert. Dafür muss der Pferdepass an ein Mitglied vom Vorstand abgegeben/vorgezeigt werden.
•
Bei der Ankunft muss der Einstellvertrag ausgefüllt und unterschrieben werden. Durch diesen Vertrag bekommt die CAH Vilentum eine Einzugsbemächtigung der Stallmiete. Der Einstellvertrag befindet sich auf Seite 8 des Stallreglements.
Falls noch Fragen auftreten helfen wir natürlich gerne weiter - einfach eine E- Mail an
[email protected] senden. Außerdem kannst du auch Kontakt mit uns über Facebook aufnehmen. Suche hierfür nach Paardenplaats CAH Vilentum Dronten.
Wir freuen uns auf ein schönes Paardenplaats-Jahr mit dir! Die Vorstandschaft 2014- 2015
2
Paardenplaats 2014-2015
Inhoudsopgave Huurreglement “De Paardenplaats”................................................................................................ 4 Huurcontract ................................................................................................................................... 8 Stalreglement “De Paardenplaats” .................................................................................................. 9 Bijlage 1 Draaiboek gezondheid paarden, door Marieke Saar........................................................ 11
3
Paardenplaats 2014-2015
Huurreglement “De Paardenplaats” Huurreglement voor stalling op de Paardenplaats Dronten, ingaande per 1 september 2013 Artikel 1 – Algemene bepalingen 1. In dit huurreglement wordt de organisatie van “De Paardenplaats”, nader uitgewerkt. 2. De Paardenplaats is onderdeel van de Christelijke Agrarische Hogeschool Vilentum Dronten (CAH Vilentum Dronten). 3. De verhuurder is de CAH Vilentum, afdeling “De Paardenplaats”. 4. De huurder is in beginsel een student(e), welke staat ingeschreven aan de CAH Dronten, en die zijn/haar paard voor bepaalde tijd tegen betaling en onder de in het huurreglement genoemde condities wenst te stallen op “De Paardenplaats”. 5. De verhuurder stelt de reglementen vast en wijzigt deze in overleg met de Paardenplaatscommissie. 6. In gevallen waarin het algemene reglement niet voorziet beslist de verhuurder. Artikel 2 - Bestuur 1. De technische en administratieve arbeidscommissarissen zijn, namens de verhuurder, belast met het dagelijkse bestuur van “De Paardenplaats” op de beide locaties. 2. De arbeidscommissarissen hebben allen eigen taken en zijn hier verantwoordelijk voor, bij afwezigheid van één van de arbeidscommissarissen, dient de ander haar/zijn taken op zich te nemen. Bij eventuele langere afwezigheid, kan er een tijdelijke arbeidscommissaris worden aangesteld. Artikel 3 - Aanvaarding van het gehuurde 1. De huurder verklaart het gehuurde en al wat daartoe behoort te aanvaarden overeenkomstig de door hem/haar en de verhuurder (en eventueel de vertrekkende huurder) gezamenlijk getekende opnamestaat. 2. De huurder kan gebruik maken van de accommodatie, binnen de gestelde regels die aan hem/ haar bij aangaan van de huurovereenkomst is aangereikt. 3. De huurder kan geen recht ontlenen aan het feit dat faciliteiten door omstandigheden nietbeschikbaar zijn. Artikel 4 - Verplichtingen van de verhuurder 1. De verhuurder is verplicht het verhuurde op de daartoe overeengekomen datum aan de huurder te leveren. 2. De verhuurder zal gedurende de huurtijd alle noodzakelijk geworden onderhoudswerkzaamheden aan het verhuurde verrichten, voor zover deze niet ingevolge het reglement ten laste van de huurder komen. 3. De verhuurder is niet aansprakelijk voor de schade die de huurder en/of zijn /haar paard lijdt als gevolg van handelen door derden (opzet, nalatigheid of onachtzaamheid).
4
Paardenplaats 2014-2015
Artikel 5 - Betaling en huur 1. De huurder aanvaardt de huurprijs, €200,- indien vlas, €225,- indien stro, per maand. 2. De huurder zal zich bij huurbetaling niet op enige korting of schuldvergelijking beroepen. 3. De verhuurder kan op grond van billijke en redelijke exploitatie en met inachtneming van de goede trouw, het bedrag aan vergoedingen voor bijkomende kosten verhogen. De verhuurder zal dit schriftelijk mededelen aan de huurder, tenminste één (1) maand voor de feitelijke verhoging. Artikel 6 - Verplichtingen van de huurder 1. De huurder huurt het gehuurde via de verhuurder. 2. De huurder zal het gehuurde overeenkomstig de daaraan bij overeenkomst gegeven bestemming gebruiken. 3. De huurder zal het gehuurde gebruiken voor zijn /haar paard. De huurder zal het gehuurde niet zonder schriftelijke toestemming van de verhuurder, kosteloos of tegen betaling in huur of gebruik afstaan aan derden. 4. De huurder zal zich houden aan de regels van de verhuurder, en de wijze waarop zich naar redelijkheid en billijkheid dient te gedragen als huurder. 5. De huurders dienen er gezamenlijk voor te zorgen dat het in en om de stallen wordt schoongehouden. 6. De huurder is (wettelijk) verplicht om WA verzekerd te zijn voor eventuele schade aan derde aangericht door zijn/haar paard. 7. De huurder is verplicht als hij/zij te paard gaat een goedgekeurde veiligheidscap en veilige en passende rijkleding te dragen. 8. De huurder is verplicht om het paard dat hij/zij in het verhuurde onderbrengt te voorzien van de basisentingen tegen influenza en tetanus en deze volgens de voorschriften te herhalen. Bij controle hierop dient huurder deze gegevens te overleggen. Meer hierover is te vinden in het Draaiboek Gezondheid Paarden, op te vragen bij de arbeidscommissarissen. 9. De huurder is verplicht om het paard dagelijks te verzorgen (beweging, verzorging) en dat op een ethisch verantwoorde manier te doen. 10. De huurder is verplicht om bij afwezigheid langer dan 1 dag, het paard gedurende deze afwezigheid door een door hem/haar aangewezen bevoegd persoon op verantwoordelijke wijze te laten verzorgen. Dit dient dan te worden gemeld bij één van de arbeidscommissarissen. 11. De huurder blijft desondanks verantwoordelijk voor eventuele schade aan derden, aangericht door het paard en/of door een bevoegd persoon. 12. De door de huurder aangewezen bevoegd persoon is verplicht de regels van het gehuurde in acht te nemen. 13. De huurder verplicht zich met deze huurovereenkomst, op basis van een vooraf gesteld rooster, weekends de verzorging (verzorging betreft het voorzien van voeding en water, opstrooien van de stallen en desgewenst binnen- en buitenzetten van de dieren) van de Paardenplaats op zich te nemen. Mocht de huurder het betreffende weekend verhinderd zijn, dan dient de huurder, met in kennisstelling van de arbeidscommissaris, zelf te ruilen met andere
5
Paardenplaats 2014-2015
huurders. Vervanging door niet-huurders is niet toegestaan. Wel kan het voeren door één van de arbeidscommissarissen gedaan worden. 14. Bij noodsituaties (o.a. bij zaakwaarneming) waarin de huurder niet bereikbaar is of er geen mogelijkheid is om contact te zoeken, blijft de huurder verantwoordelijk voor de gemaakte kosten. 15. Voor stalling van trailers dient met de verhuurder afspraken te worden gemaakt met betrekking tot de (on)mogelijkheid van stalling, waar de stalling gedaan kan worden en de kosten voor deze stalling. 16. Iedereen dient elkaar met respect te behandelen. Artikel 7 - Stallen 1. De brok die gevoerd wordt is de Action-brok in de basisvariant. Andere brok is voor eigen rekening en zal door de huurder zelf moeten worden bijgevoerd. Ook eventuele voedingssupplementen dienen door de huurders zelf bijgevoerd te worden. Alleen door de dierenarts voorgeschreven medicatie worden meegevoerd door de arbeidscommissarissen. 2. Het maximale aantal kg brok dat in de maandprijs is opgenomen betreft 3 kg per dag. De huurder kan bij de arbeidscommissaris aangeven hoeveel zijn/haar paard nodig heeft. 3. Indien men meer krachtvoer wil voeren moet hiervoor eerst schriftelijk contact opgenomen worden met de administratieve arbeidscommissaris, aangezien dan een extra bijdrage wordt berekend. 4. De paarden krijgen naast krachtvoer ook ruwvoer, maximaal 15 kg per dag, gevoerd. 5. De paarden worden op stro of vlas gehuisvest. De huurder dient zelf zijn/haar stal uit te mesten (of een door de huurder aangewezen bevoegd persoon). De stal dient dagelijks bijgehouden te worden. Hierbij mag geen stro overbodig worden weggegooid in de mestput. Wanneer er wordt geconstateerd dat een huurder, ondanks waarschuwingen, wel overbodig stro blijft weggooien, wordt dit gezien als niet genoeg hebben aan de 50 kg stro per week genoemd in regel 6 en zal er een extra bijdrage worden berekend. 6. Er mag maximaal 50 kg stro per week of 8 pakken vlas per maand per paard worden gebruikt. Indien er meer nodig is dient men schriftelijk contact op te nemen met de administratieve arbeidscommissaris en de penningmeester, aangezien dan een extra bijdrage wordt berekend. 7. Indien noodzakelijk is het mogelijk een paard op zaagsel te huisvesten. Hiervoor zal een extra bijdrage van € 30,- per maand gerekend worden. Er zijn geen andere alternatieven voor paarden die niet op stro of vlas mogen staan. 8. De stal is open vanaf 6:30 en is gesloten vanaf 22:00. Buiten de openingstijden om is het niet toegestaan op stal aanwezig te zijn, tenzij er sprake is van een bijzondere situatie welke van te voren bekend is bij het Paardenplaatsbestuur. Artikel 8 - Onderhoud en reparatie 1. De volgende onderhouds- en reparatiewerkzaamheden komen voor rekening van huurder; alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden die noodzakelijk zijn geworden ten gevolge van aanwijsbare schuld (opzet, nalatigheid of onachtzaamheid) door de huurder of zijn/haar paard.
6
Paardenplaats 2014-2015
2. Het is niet toegestaan de stal op enigerlei wijzen te veranderen, zonder toestemming van het bestuur. Dit houdt o.a. in dat men geen voorwerpen mag bevestigen aan de stal, het ophangen van een speelbal of zoutblok aan een touw in de stal zijn wel toegestaan. Men is verplicht de stal in goede staat te houden en bij enigerlei schade de verhuurder hiervan op de hoogte te stellen. 3. Aan bedoelde toestemmingen kan de verhuurder voorwaarden verbinden. 4. De huurder zal de verhuurder op diens verzoek in de gelegenheid stellen van het gehuurde op technische en andere gebreken te controleren en zal de door de verhuurder daartoe aangewezen functionaris(sen) in het gehuurde toelaten. 5. De huurder zal alle door de verhuurder noodzakelijk geachte werkzaamheden aan het gehuurde, die niet tot na het eindigen van de huur kunnen worden uitgesteld, gedogen. 6. De verhuurder zal huurder vooraf doen weten wanneer de bedoelde werkzaamheden zullen worden uitgevoerd, behalve in geval van nood. Artikel 9 - Beëindigen van de overeenkomst 1. Deze overeenkomst wordt beëindigd door: a. Het aflopen van de bepaalde datum genoemd in het huurcontract welke door de huurder en verhuurder is ondertekend. b. Overmacht met onmiddellijke ingang, zoals het overlijden van het dier. c. Tijdens de in het huurcontract genoemde huurperiode kan de huurder de huur tussentijds beëindigen. De door de huurder in acht te nemen opzegtermijn voor de tussentijdse beëindiging bedraagt één (1) kalendermaand, middels schriftelijke mededeling aan de verhuurder. d. Ontbinding wegens het (herhaaldelijk) schenden van de huisregels genoemd in het reglement en de algemene stalregels. In dat geval heeft de verhuurder het recht de overeenkomst met onmiddellijke ingang ontbonden te achten door schriftelijke mededeling aan de huurder in welk geval de overeenkomst automatisch en zonder rechterlijke tussenkomst ontbonden zal zijn. De huurder dient de stal dan binnen zeven (7) dagen te verlaten. 2. De verhuurder kan aan het eind van die huurovereenkomstperiode de verhuurder een nieuw aanmeldingsformulier voor een nieuwe huurovereenkomst aanbieden. Artikel 10 - Opleveren van het gehuurde 1. De huurder zal het gehuurde bij het einde van de overeenkomst in dezelfde staat achterlaten als waarin hij/zij het aanvaarde bij aanvang van de huur, tenzij de verhuurder en de huurder alsnog anders overeenkomen. 2. Huurder zal eventueel ontvangen sleutels behorende bij de zadelkasten en de zadelkamer op de dag van vertrek aan de verhuurder afgeven.
7
Paardenplaats 2014-2015
Huurcontract Huurovereenkomst voor stalling op de Paardenplaats ‘13-‘14 De ondergetekende, namens “De Paardenplaats”, hierna te noemen verhuurder, verklaart te hebben verhuurd aan
Naam: ……………………………………………………………………………………………………… Adres: ………………………………........................................................................ Postcode en Woonplaats: ……………………………………………………………………….. Bankrekeningnummer:……………………………………………………………. Naam rekeninghouder:………………………………………………………….. Handtekening rekeninghouder:………………………………………………. de medeondergetekende, hierna te noemen huurder, een paardenbox gelegen op het terrein van CVDB, stalling “De Paardenplaats”, hierna te noemen het gehuurde, De overeenkomst wordt aangegaan voor de periode van ……………… 2013 tot en met 30 Juni 2014. De door de huurder aan de verhuurder verschuldigde huurprijs voor stalling en gebruik van de accommodatie bedragen € 200,-(vlas)of €225,-(stro) per maand incl. btw. per box. De betaling van de huurprijs vindt plaats via automatische incasso. De maandelijks verschuldigde huurprijs wordt op de 25e van de maand afgeschreven. Op deze huuroverkomst is het huurreglement en de algemene stalregels voor stalling van ” De Paardenplaats” van toepassing. Is de huurder minderjarig, dan dient één van de wettelijke vertegenwoordigers van de student(e) deze overeenkomst te ondertekenen. Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend te Dronten op …………….…2013 (datum) Huurder (handtekening) of Wettelijk vertegenwoordiger van de student(e): Naam student(e): Naam wettelijk vertegenwoordiger student(e)*: Namens de verhuurder vertegenwoordigd door:
A. Wolfs Coach Paardenplaats
T. Koch Arbeidscommissaris “De Paardenplaats”
Deze huurovereenkomst samen met de groene kaart voor de machtiging retourneren binnen een week na ontvangst bij de verhuurder. *alleen van toepassing als de student minderjarig is.
8
Paardenplaats 2014-2015
Stalreglement “De Paardenplaats” Gebruik stal 1. Het is niet toegestaan voor de box spullen te laten liggen. Dekens dienen te worden opgehangen aan het dekenrek, 1 rek per klant per paard en 1 kastje per klant per paard. 2. Hoeven uitkrabben bij het verlaten van de stal. 3. De spuit-/poetsplaats dient na gebruik schoon te worden achtergelaten. 4. Het voer/snoep/etenswaren dient te worden bewaard op de aangewezen plaats in een goed afgesloten bewaarbox. 5. De arbeidscommissarissen zijn aanspreekpunt voor alle stalzaken, en zijn gemachtigd de huurder te berispen wanneer deze zich niet aan de stalregels houdt Buitenrijbaan 6. Het rijden met een goedgekeurde veiligheidshelm is ten alle tijden verplicht. 7. Tijdens het rijden mogen geen honden in de baan. 8. In de grote buitenrijbaan mag alleen worden gereden, dus niet longeren of loslaten. In de kleine rijbaan mogen paarden zowel worden gereden als gelongeerd of losgelaten. 9. Het is toegestaan les te nemen van een instructeur/-trice van buitenaf, maar de rijbaan moet tijdens deze lessen beschikbaar blijven voor andere huurders. 10. Na gebruik mest verwijderen. 11. Na gebruik licht uitdoen. 12. Springmateriaal moet worden opgeruimd na gebruik. Paddock 13. In de paddock mogen de paarden worden losgelaten. Individueel al dan niet in groepen. 14. In overeenstemming met de arbeidscommissarissen mogen de paarden in groepen buiten staan. Zonder overleg met de arbeidscommissarissen is het niet toegestaan paarden zonder toezicht in de paddocks te laten. 15. De mogelijkheid tot het gebruik van de paddock(s) is in overleg met de arbeidscommissarissen en de andere paardeneigenaren. 16. Buiten/binnen zetten is voor eigen rekening en op eigen risico. 17. Het is niet toegestaan te voeren in de paddock. 18. Na gebruik mest verwijderen. 19. Na gebruik licht uitdoen. Weiland 21. Het is niet toegestaan paarden alleen in het land achter te laten, tenzij dit in overleg gebeurd met huurder en verhuurder. 22. Alle draden en hekken dienen voor de stroomkring te allen tijde gesloten te zijn. 23. Beweiding vindt alleen plaats wanneer de weersomstandigheden het toestaan, dit wordt in overleg besloten met de arbeidscommissarissen.
9
Paardenplaats 2014-2015
Terrein 24. Auto’s dienen geparkeerd te worden op de daarvoor bestemde plekken. 25. Het gehele terrein en dus ook de paden naar de weg en langs het land, dienen mestvrij gehouden te worden. Algemeen 26. Op het communicatiebord in de stal worden mededelingen geschreven. Het is niet toegestaan teksten op het bord te zetten zonder vermelding van een naam. Persoonlijke kwesties/onenigheden dienen ook persoonlijk, en dus niet via het bord, te worden afgehandeld. 27. Bij eventuele vragen/opmerkingen kan worden overlegd met één van de 6 arbeidscommissarissen. 28. Het huis is privé-terrein. Bij een bezoek gelieve aankloppen.
10
Paardenplaats 2014-2015
Bijlage 1 Draaiboek gezondheid paarden, door Marieke Saar Voorwoord Voor u ligt het draaiboek Gezondheid Paarden . Dit naar aanleiding van een vermoedelijke droes infectie geconstateerd op een van de schoolbedrijven. Voor dit geval waren er geen maatregelen, daarom is in opdracht van de CAH Dronten dit draaiboek geschreven. Als student hippische bedrijfskunde heb ik het draaiboek geschreven in het kader van mijn stage. Hiermee wil ik dan ook iedereen bedanken die geholpen heeft met het tot stand komen van dit draaiboek. Tot slot hoop ik dat dit draaiboek veel paarden kan beschermen en een goed hulpmiddel is bij het dagelijks routine op stal.
Inhoudsopgave Voorwoord ..................................................................................................................................... 11 Hoofdstuk 1: Aanvoer van paarden ............................................................................................... 11 1.1 Maatregelen bij aanvoer: ......................................................................................................... 12 Hoofdstuk 2: Preventie ...................................................................................................................12 2.1 Maatregelen voor entingen ..................................................................................................... 12 2.2 Maatregelen voor onwormen ............................................................................................ ….. 12 Hoofdstuk 3: Uitbraak van een besmettelijke ziekte ..................................................................... 12 3.1 Maatregelen bij uitbreken van een gevaarlijke besmettelijke ziekte ...................................... 12 3.2. Infectierouten en bijzondere maatregelen bijverschillende ziektes ................................. ….. 13 3.2.1 Influenza ......................................................................................................................... …… 13 3.2.2 Rhinopneumonie ............................................................................................................ …… 13 3.2.3 Droes .............................................................................................................................. …… 14 Hoofdstuk 4: Meldingsplicht bij uitbraak besmettelijke dierziektes. ............................................ 15 4.1 Maatregelen bij uitbreken van een meldingsplicht besmettelijke dierziektes ........................ 15 Hoofdstuk 5: Spoedgevallenplan weekenddienst ..................................................................... …. 15 5.1 Aanwezige hulpmiddelen ........................................................................................................ 15 5.2 Symptomen van ziektegedrag bij paarden: ............................................................................ 15 5.3 Spoedgeval wonden, bloedingen, gebroken benen: .............................................................. 16 Bronnenlijst: ................................................................................................................................... 16
11
Paardenplaats 2014-2015
Hoofdstuk 1: Aanvoer van paarden 1.1 Maatregelen bij aanvoer Voor aankomst van het paard op de schoolstallen moet ervoor gezorgd zijn dat een kopie van de entingen gecontroleerd is door de arbeidscommissarissen. De in het paspoort genoteerde entingen moet voldoen aan de eisen van entingen. (zie maatregelen van entingen) Paarden moeten ontwormt zijn of door middel van wormtelling aantonen dat de paarden niet besmet zijn met wormen, in dit geval is ontwormen niet nodig. Bij aanvoer moet het paard gezond zijn en geen symptomen van besmettelijke ziektes vertonen. Bij paarden die uit Duitsland komen, moet een gezondheidsverklaring van de dierenarts aanwezig zijn, deze verklaring zal gecontroleerd worden door de arbeidscommissarissen. Paarden die symptomen vertonen van een besmettelijke ziekte en dus een gevaar vormen voor de andere paarden van de stal , mogen niet op stal gezet worden tot zij niet meer besmettelijk zijn.
Hoofdstuk 2: Preventie 2.1 Maatregelen voor entingen Entingen: Paarden die op een stal van school komen te staan moeten tegen influenza, tetanus en mogen tegen rhinopneumonie geёnt zijn. Paarden moeten een influenza basisenting hebben gehad: 2 Entingen, minimale afstand 21 dagen, maximale afstand 92 dagen. Daarnaar moet het paard minimaal elke 9 maanden geёnt zijn. Een vaccinatie dient minimaal 6 dagen voor het vertrekken naar de schoolstal te zijn toegediend. Hetzelfde geldt voor rhinopneumonie en tetanus, ook bij deze entingen moeten de paarden aan de basisentingen voldoen, en binnen de door de fabrikant gestelde tijden geënt zijn. Tetanus moet elke 2 jaren geёnt worden. En rhinopneumonie elke 6 maanden. ( School geeft het advies de paarden ook elke 6 maanden tegen influenza te laten enten, daarvoor zijn combinatie preparaten beschikbaar.) 2.2 Maatregelen voor ontwormen Ontwormen: Paarden moeten ontwormt zijn voor zij op de schoolstal gezet worden. Zij mogen ook via wormtelling aantonen dat zij niet besmet zijn ( bij aankomst in september, mag het bewijs van de wormentelling niet ouder dan augustus zijn). De paarden worden in het voorjaar voor dat ze op de wei gaan ontwormt, dit gebeurt begin april, de arbeidscommissarissen bepalen het precieze tijdstip.
Hoofdstuk 3: Uitbraak van een besmettelijke ziekte geval 3.1 Maatregelen bij het uitbreken van een besmettelijke ziekte Na herkennen of vermoeden van een besmettelijke ziekte door een dierenarts bij een of meerdere paarden, zullen de besmette paarden indien nodig in quarantaine gaan of geïsoleerd worden zodat zij niet in direct contact staan met de niet besmette paarden. Paarden mogen vanaf dat ogenblik niet meer vervoerd worden naar andere stallen. De studenten zijn verplicht om hun mogelijk besmette kleding ( jassen en laarzen) op stal te laten. Bij het verlaten van de stal is het verplicht handen te wassen en te desinfecteren. Het bedrijf zal voor anderen mensen als eigenaren van de gestalde paarden en de dierenarts verboden terrein worden. Er mogen op het bedrijf geen paarden meer aan- of afgevoerd worden. Ook zal de hoefsmid meegedeeld wordt dat er een besmettelijke ziekte op stal is.
12
Paardenplaats 2014-2015
Wanneer een paard ziek is, is de eigenaar verplicht om zijn eigen paard, ter bescherming van de andere paarden en zijn eigen paard, deze binnen 24 uur te laten behandelen, gebeurt dit niet dan heeft de arbeidscommissaris het recht de dierenarts te laten komen. Dit zal op rekening van de eigenaar gebeuren. Als een besmettelijke ziekte op stal uitgebroken is zal de school daarmee rekening moeten houden, evenementen zoals opendagen mogen op zulke momenten niet op stal gehouden worden. Als een besmettelijke ziekte aan het begin van een vakantie uitbreekt dan mogen de paarden niet mee naar huis genomen worden of anders verplaats worden. Er bestaat een verantwoordelijkheid tegenover andere paarden en stallen. Bij uitbraak van een besmettelijke ziekte op een schoolbedrijf zullen de studenten, met paarden op dat bedrijf,de besmettelijke ziekte moeten melden bij het stagebedrijf. In gevallen van Droes, Influenza en Rhinopneumonie zal een bak met citroenzuur bij de ingang van de stal gezet worden en is een ieder verplicht om voor en na het betreden van de stal hun schoeisel te desinfecteren. 3.2. Infectierouten en bijzondere maatregelen bij gevallen 3.2.1 Influenza Influenza: Influenza is een virusinfectie van de voorste luchtwegen ( neus, luchtpijp, bronchiën). Deze ziekte kan met de humane griep vergeleken worden. Symptomen: hoge koorts soms tot 41°C, neusuitvloeiing, hoesten, minder eten, soms dikke benen, hoge pols, rood slijmvlies, vergrote lymfeklieren. Infectieroute: Virussen verspreiden zich door kleine in de lucht zwevende waterdruppeltjes, die verspreid worden bij het hoesten. Incubatie tijd 3-5 dagen. Paarden zijn tot 7- 10 dagen na het begin van de ziekte besmettelijk. Wat kan gedaan worden voor de dierenarts komt? Met het zieke paard mag niet gewerkt worden en deze moet voldoende tijd krijgen (enkele weken) om helemaal te herstellen. Van belang zijn een frisse, stofvrije omgeving en voer natgemaakte hooi of voordroogkuil om prikkeling van de luchtwegen te voorkomen. Maatregelen influenza: In gevallen van influenza op stal moeten de maatregelen van hoofdstuk 3 nageleefd worden. Paarden met influenza infectie hoeven niet in quarantaine. Influenza is alleen besmettelijk voor geënte paarden als de afweer van het paard vermindert is. 3.2.2 Rhinopneumonie Rhinopneumonie: Rhinopneumonie is een virusinfectie die door een herpesvirus wordt veroorzaakt. Er zijn drie vormen: 1. De verkoudheidsvorm: Deze vorm komt regelmatig voor, vooral bij jonge paarden. Symptomen: koorts, hoesten, neusuitvloeiing, dikke benen, eet slecht, verdikte lymfklieren. De verkoudheidsvorm is relatief onschuldig en de dieren genezen vrij vlot. 2. De abortus vorm: De na 8-10 maanden geboren veulens zijn erg verzwakt en sterven na de geboorte of worden dood geboren. Voor de veulens is geen hulp mogelijk, de merrie is zelf verder niet ziek. Nageboorte komt er vlot af. Symptomen: te vroeg geboren,verzwakte veulens, dood geboren veulen.
13
Paardenplaats 2014-2015
3. De neurologische vorm (ataxie): Deze vorm veroorzaakt een coördinatiestoornis en verlammingen. De paarden hebben een slappe start en kunnen vooral de achterhand niet meer goed bewegen. Soms is ook de voorhand aangetast. Paarden die aan deze vorm lijden hebben een intensieve behandeling nodig. Infectieroute: Het virus verspreidt zich vooral door direct contact tussen de paarden. Het kan korte tijd overleven op kleding van verzorgers, maar het kan geen grote afstanden overbruggen. Het verspeidt zich ook via `dragers`. Dragers zijn gezonde dieren, die het virus in zich dragen en verspreiden zonder zelf ziek te zijn. Bij stress of verminderde weerstand kan de ziekte zich ook bij de dragers openbaren. Incubatie tijd van 5 - 12 dagen. Wat kan gedaan worden voor de dierenarts komt? Verkoudheidsvorm: De behandeling in geval van de verkoudheidsvorm hetzelfde als bij influenza: Het zieke dier mag niet gewerkt worden en moet voldoende tijd krijgen ( enkele weken) om helemaal te herstellen. Van belang zijn een frisse, stofvrije omgeving en voer natgemaakte hooi of voordroogkuil om prikkeling van de luchtwegen te voorkomen. De abortusvorm: Zowel de geaborteerde vrucht (het dode veulen) als de nageboorte kunnen grote hoeveelheden virussen bevatten. Om verspreiding van het virus te voorkomen zijn intensieve hygiënemaatregelen nodig: merrie isoleren, de dode vrucht en nageboorte goed verpakken en opsturen voor nader onderzoek, kleding en schoeisel van de verzorgers ontsmetten. Verwijder ander drachtige merries uit nabije omgeving. De verlammingsvorm: De behandeling van de verlammingsvorm is er vooral op gericht verdere schade te voorkomen. Het staande paard kan ondersteund worden. Het liggende paard moet regelmatig ( elke 2-4 uur) omgedraaid worden. Vaak is de blaas van het paard gedeeltelijk verlamd. De dierenarts kan een katheter inbrengen om de urine te laten afvloeien. Maatregelen bij Rhinopneumonie: In gevallen van rhinopneumonie moeten de maatregelen van hoofdstuk 3 nageleefd worden. In gevallen van rhinopneumonie hoeven geen extra maatregelen nageleefd te worden. Drachtige merries de mogelijk geaborteerd hebben door een rhinopneumonie infectie moet men niet verplaatsen maar andere paarden uit de omgeving van deze merrie verwijderen. 3.2.3 Droes Droes: Droes is een zeer besmettelijke, acute keelontsteking. Deze wordt veroorzaakt door de bacterie streptococcus- equi. Vooral jonge dieren maken deze ziekte door. Heeft een paard een keer droes gehad, dan is het daarna lange tijd immuun. Symptomen: In het begin heeft het paard keelpijn omdat het slijmvlies in de keel gezwollen en pijnlijk is. Hierdoor kan het moeilijk slikken. De patiënt heeft in deze fase een typische lichaamshouding : het staat met naar voren gestrekte hals. Het paard eet niet of nauwelijks, soms valt het voer uit de mond. De patiënt krijgt hoge koorts ( tot 41°C). Het paard kan hevig zweten en maakt een zieke indruk. Vaak hoor je een onderdrukte hoest, vochtig en rochelend en zie je pusachtige neusuitvloeiing. De lymfeklieren raken ontstoken en er vormen zich abcessen. Deze rijpen in een aantal (10-14) dagen en breken in de meeste gevallen uiteindelijk naar buiten door. Hierna volgt vrij snel de herstelfase. Het kan enkele weken duren voordat het paard weer helemaal fit is.
14
Paardenplaats 2014-2015
Infectieroute: Droes is bijzonder besmettelijk. De bacterie kan zich via de kleding van de verzorger verspreiden omdat de vloeistof die uit het abces komt zeer besmettelijk is. Incubatie tijd 3-14 dagen. Paarden kunnen zo lang nog besmettelijk zijn tot de abcessen genezen zijn. Wat kan gedaan worden voor de dierenarts komt? Heeft het paard eenmaal droes, dan kan het paard het beste uitzieken. Zorg voor voldoende frisse lucht en houd het dier warm. Je kunt de rijping van de abcessen bevorderen door trekzalf erop te smeren. Dit gaat beter wanneer je van te voor de haren hebt verwijdert. Maatregelen bij droes: In gevallen van droes moeten de maatregelen van hoofdstuk 3 nageleefd worden. In gevallen van droes is het belangrijk dat extreem hygiënisch gewerkt worden. Aparte stalkleding dragen, aparte gereedschap gebruiken of het gereedschap eveneens ontsmetten. Stalgenoten van het zieke paard moeten twee keer daags getemperatuurd worden en de temperatuur zal geregistreerd moeten worden. Indien een verhoging van een 0,5°C of een lymfeklierzwelling, raadpleeg direct de dierenarts betreffende de te volgen behandeling.
Hoofdstuk 4: Meldingsplicht bij uitbraak besmettelijke dierziektes 4.1 Maatregelen bij uitbreken van een meldingspichtige besmettelijke dierziekte Bij ziektes waar meldingsplicht bestaat moet de ziekte direct na herkennen door de dierenarts aan de arbeidscommissarissen meegedeeld worden. De dierenarts moet dan verdere stappen ondernemen en het ziektegeval bij VWA melden. Vanaf dit tijdstip geldt de regelgeving voor deze bepaalde ziekte van het VWA. Ziektes waar meldingsplicht voor bestaat zijn: African Horse sicknesss virus, Equine infectious anemia virus, T.equigenitalis, Equines Herpesvirus 3, Trypanosoma equiperdum, Bornavirus, Equine arteriitis virus, Alphaviren, Burkholderia mallei, Vesicular stomatitis virus, Rabies virus.
Hoofdstuk 5: Spoedgevallenplan weekenddienst 5.1 Aanwezige hulpmiddelen Verplicht aanwezige hulpmiddelen: Thermometer EHBO-Paard- boek KNHS EHBO kit 5.2 Symptomen van ziektegedrag bij paarden: Een ziek paard kan sloom of opgewonden zijn of zich afwijkend gedragen. Bij een sloom paard zien wij dat het nauwelijks of traag reageert op zijn omgeving. Het kan ongeïnteresseerd lijken, zijn voer laten staan of blijven liggen terwijl andere paarden druk bezig zijn. Een opgewonden paard reageert opvallend fel op zijn omgeving. Vaak zien je opwinding in de ogen: de ogen lijken boller, beweeglijker en vaak zie je meer wit erin. Het paard kan zich ook onrustig bewegen: schrapen, rollen, enz. Andere symptomen kunnen bij voorbeeld zijn: zweten, niet alle vier benen belasten, hogere temperatuur, uitvloeiing uit de neus, hoesten, afwijkende houding, stereotype gedrag. ↓ Bij een paard dat zich op een van de boven genoemde manieren gedraagt, moet je altijd 1. Direct de eigenaar/ contactpersonen/ arbeidscommissarissen informeren.
15
Paardenplaats 2014-2015
2.Met de eigenaar/ contactpersonen/ arbeidscommissarissen zal besproken worden of de dierenarts gebeld moet worden, indien nodig moet deze direct gebeld worden!!! 3. Indien de eigenaar niet bereikbaar is zal de dierenarts gebeld worden, de kosten zullen verhaald worden op de eigenaar. 4. In het huurcontract zal de eigenaar schriftelijk toestemming geven, indien de dierenarts dit aangeeft er operatief zal worden ingegrepen wanneer de eigenaar niet bereikbaar is. 5. Daarnaast moet het boek EHBO- Paard nageslagen worden wat men moet doen tot de dierenarts komt.( Als geen dierenarts nodig is, is het toch handig om een keer in het EHBO boek te kijken en na te lezen hoe je het paard kan behandelen) 6. De dienst doende student zal aanwezig blijven tot eigenaar / dierenarts of iemand anders aanwezig is die voor het paard zorgt of tot de situatie niet meer bedreigend is voor het welzijn van het paard. 5.3 Spoedgeval wonden, bloedingen, gebroken benen: Als paarden met blessuren gevonden worden moet snel gereageert worden! 1. EHBO- Paarden naar kijken hoe gehandeld moet worden! 2. EHBO verrichten bij het paard! 3. Eigenaar bellen, is deze niet te bereiken, eerst dierenarts bellen voor verder geprobeerd wordt contactpersonen of arbeidscommissarissen te bereiken. 4. Indien de dierenarts is geïnformeerd, zal de dienst doende student de aanwijzingen van dierenarts opvolgen en bij het paard blijven tot deze ter plekke is . 5. Wanneer de eigenaar niet aanwezig is, dan moet de nabehandeling die uitgevoert moet worden door de eigenaar, door de dierenarts op papier gezet worden.
Bronnenlijst: 1. EHBO- Paard, een KNHS uitgave, het tweede deel uit een reeks KNHS cursusboeken
16