MIENSKIPSSOARCH IN BOARNSTERHIM HERINGEDEELD Uitvoering van de WMO in Boarnsterhim bij de opdeling van de gemeente in 2014 Uitgave april 2013
Inhoudsopgave 1.
2.
Mienskipssoarch nu
03
1.1 Eenvoud door verbinding
03
1.2 Ontwikkeling en innovatie
07
1.3 Besparingen in de WMO
10
1.4 Waardering van cliënten
11
1.5 Mienskipssoarch in cijfers
13
Mienskipssoarch in 2014
17
2.1 Leeuwarden
17
2.2 Heerenveen
19
2.3 Súdwest-Fryslân
20
2.4 De Friese Meren
21
2.5 Kosten per deelgebied
22
Colofon Stichting Mienskipssoarch April 2013 www.mienskipssoarch.nl Tekst:
van Toepassing onderzoek en beleidsadvies www.vantoepassing.nl Eindredactie: wcomma.nl Grafisch: ICO-communicatie.nl
3
1. MIENSKIPSSOARCH NU 1.1 EENVOUD DOOR VERBINDING Mensen hebben verbindingen nodig en willen deel uitmaken van de gemeenschap. De tijd van ‘ik en nog eens ik’, lijkt voorbij. We (her)ontdekken dat we elkaar nodig hebben en ook iets voor elkaar willen betekenen. We moeten op zoek naar nieuwe vormen om deze behoefte aan gemeenschapszin inhoud te geven. Vanzelf gaat dit niet. Stichting Mienskipssoarch heeft de afgelopen jaren laten zien daarbij, in de uitvoering van de WMO, een rol van betekenis te kunnen spelen. Volgens de werkwijze van Mienskipssoarch vervullen Meitinkers als vertrouwde vraagbaak een spilfunctie voor verbinding in de dorpen. De innovatieve projecten van Mienskipssoarch leren hoe de gemeenschapsvorming verder versterkt kan worden. Stichting Mienskipssoarch voert sinds 2007 de WMO uit voor de gemeente Boarnsterhim, eerst op projectmatige basis en sinds 2010 als zelfstandige stichting. Mienskipssoarch staat voor dorpsgericht werken en het verbinden van diensten op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Mienskipssoarch wil daarmee een gemakkelijke en snelle toegang zijn tot zorg en dienstverlening voor bewoners van participerende gemeenten. Door op kleinschalig niveau nieuwe verbanden te zoeken en verbindingen te leggen en daarmee vaak mogelijkheden van informele zorg beter te benutten, heeft Mienskipssoarch in de loop der jaren zowel voor de cliënten als voor de gemeente goede resultaten bereikt. Voor cliënten in termen van cliënttevredenheid en voor de gemeente in maatschappelijke en financiële zin. In 2014 wordt Boarnsterhim opgesplitst en verdeeld over vier buurgemeenten1 . 1 Kaart van indeling gemaakt door gemeente Leeuwarden
Een meneer was ernstig ziek en moest verhuizen naar een verzorgingshuis, maar had geen netwerk om zich heen van familie of vrienden. De Meitinker heeft vrijwilligers gebeld en zij hebben er samen voor gezorgd dat meneer is verhuisd, tot en met het opzeggen van de huur en het leeghalen van het huis. Mensen in het dorp met elkaar in contact brengen, zodat ze voortaan gezamenlijk kunnen gaan bloedprikken in Akkrum. Televisiekanalen opnieuw instellen door er een handige buurjongen voor te vragen. Mensen die eenzaam zijn samen brengen.
Eenvoudige oplossingen, dicht bij huis Mevrouw Prins vroeg om huishoudelijke ondersteuning voor het lappen van de ramen. Oplossing: de buurvrouw lapt voor haar de ramen. In ruil daarvoor bakt mevrouw Prins de favoriete chocoladecake als er iemand jarig is in het gezin van de buurvrouw.
4
5 In deze notitie wordt inzage gegeven in de werkwijze en resultaten van Mienskipssoarch en wordt in beeld gebracht wat de opsplitsing betekent voor de ‘ontvangende’ gemeenten. Hoe kenmerken zich de dorpen? Om hoeveel inwoners gaat het? Wat zijn de huidige activiteiten van Mienskipssoarch en de kosten en resultaten per deelgebied?
VERGROTEN EIGEN REGIE Mienskipssoarch heeft een eigen werkwijze ontwikkeld om de invloed van cliënten op hun (zorg)situatie, en daarmee het welbevinden, te vergroten. Meitinkers (“meedenkers”) ondersteunen inwoners van de gemeente bij alle vragen op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Zij brengen huisbezoeken voor vraagverheldering en informatievoorziening, zij zoeken oplossingsmogelijkheden en ondersteunen op deze wijze de cliënt bij het vinden van passende zorg en dienstverlening. De Meitinker kan na dit bezoek een indicatie afgeven voor een WMO-voorziening, maar er kunnen ook alternatieven worden gevonden waardoor een WMO indicatie niet, of in mindere mate, nodig is. Zo wordt ondermeer te vroege inzet van professionals voorkomen; oplossingen zijn ‘simpel waar het kan’. Indien gewenst wordt de cliënt ondersteund bij het maken van afspraken met aanbieders van WMO-voorzieningen of andere dienstverleners, zoals vrijwilligers. De Meitinkers worden bij complexe vragen ondersteund door een backoffice. De backoffice is bovendien gemandateerd voor indicaties die buiten het mandaat van de Meitinkers vallen.
INTEGRALE CLIËNTONDERSTEUNING Meitinkers zijn onafhankelijke, laagdrempelige cliëntondersteuners, die de sociale kaart en de mogelijkheden van het dorp waarin ze werken goed kennen. De Meitinkers bieden integrale cliëntondersteuning, wat inhoudt dat zij overzicht bieden van mogelijkheden in zorg en dienstverlening in zowel de professionele sector, zoals vanuit de WMO, als in vormen van informele dienstverlening, zoals vrijwilligerswerk of burenhulp. De mogelijkheden voor zorg en dienstverlening worden zoveel mogelijk dicht bij huis gezocht. Ook wordt op kleinschalig niveau nieuw aanbod gecreëerd. Dit gebeurt op verschillende manieren. Enerzijds in direct overleg met aanbieders, anderzijds door in samenwerking met verenigingen van Plaatselijk Belang kleinschalige projecten op te zetten die de leefbaarheid van de dorpen verbeteren. Er is een pool vrijwilligers-plus (Freonskippers) opgezet om een leemte in specifiek vrijwilligerswerk op te vullen. Met het creëren van nieuw of aangepast aanbod en het vinden van praktische oplossingen, waar niet altijd ‘een potje’ voor is, wordt de keuzevrijheid voor cliënten vergroot. Hiermee krijgt de cliënt meer mogelijkheden voor eigen regie en kan meer zorg op maat worden gerealiseerd.
ACTIVITEITEN WMO BREED Alle vragen op het gebied van wonen, zorg en welzijn komen bij Mienskipssoarch samen en op al deze vragen weet Mienskipssoarch te ondersteunen, te verbinden, te signaleren en te ontwikkelen. Ook voor activiteiten die door welzijnsorganisaties werden verricht, maar door bezuinigingen zijn opgeheven (ouderenwerk, mantelzorgondersteuning, jongerenwerk) probeert Mienskipssoarch door het leggen van verbindingen oplossingen te vinden. Al met al is de dienstverlening van Mienksipssoarch gericht op een groot aantal prestatievelden van de WMO (zie het volgende overzicht) en is een aanvullend WMO-loket niet nodig. De gemeente ontwikkelt daarbij het beleid en geeft sturing. Ook de financiële administratie en de toetsing achteraf wordt door de gemeente uitgevoerd.
Basisdiensten Mienskipssoarch Huisbezoeken voor ondersteuning bij vragen over wonen, zorg en welzijn Telefonische informatieverstrekking Wekelijkse spreekuren Indicatiestelling: HH1 en HH2, PGB, woningaanpassingen, hulpmiddelen, vervoersvoorzieningen Afgeven beschikkingen Bemiddelen bij aanbieders Dienstverlening door Freonskippers Organiseren van begeleiding dagopvang Verdere ontwikkeling sociale cohesie en leefbaarheid: o.a. onderhouden en uitbreiden netwerk, stimuleren vrijwilligerswerk voor zorg en dienstverlening en opzetten activiteiten in samenwerking met verenigingen in de dorpen
6
7
DIENSTVERLENING AAN ANDERE GEMEENTEN Naast de uitvoering van de kerntaken en de pilots, waar in de volgende paragraaf op in wordt gegaan, draagt Mienskipssoarch haar visie uit en zet Mienskipssoach haar expertise in bij dienstverlening aan andere gemeenten. In de dorpen Wirdum, Swichum en Wytgaard voert Mienskipssoarch sinds 2010 de WMO uit voor de gemeente Leeuwarden. Bij de gemeenten Opsterland, Dongeradeel, Dantumadiel en Texel heeft Mienkipssoarch door deskundigheidsbevordering en/of detachering van personeel visie en werkwijze overgedragen.
ORGANISATIE Stichting Mienskipssoarch is een platte organisatie met een bestuur en een adviserende ‘Mienskipsrie’. In het bestuur zijn de volgende deskundigheden vertegenwoordigd: cliëntenparticipatie, commerciële dienstverlening, wonen, gemeentelijk beleid en zorg en educatie. De bestuursleden zijn niet direct betrokken bij de levering van diensten en/of producten. De Mienskipsrie bestaat uit de partijen die Mienskipssoarch financieren, namelijk de gemeente Boarnsterhim en een aantal aanbieders van diensten en producten. De aanbieders die in de Mienskipsrie participeren werken mee aan de pilots en kunnen gebruik maken van de stichting voor innovatie en ontwikkeling. De leden hebben een marktaandeel in Boarnsterhim en zijn bereid om binnen Boarnsterhim samen te werken met de andere partijen en hierin te investeren.
1.2 ONTWIKKELING EN INNOVATIE Mienskipssoarch is klein begonnen met als kerntaak cliëntondersteuning en indicatie WMO-voorzieningen. Mienskipssoarch heeft sindsdien haar activiteiten verbreed. Om de mogelijkheden voor zorg en dienstverlening dicht bij huis te vergroten is het onderhouden en uitbreiden van verbindingen noodzakelijk. Door regelmatig nieuwe pilots op te zetten wordt het basismodel versterkt. Zo is vanuit een pilot de pool Freonskippers opgezet. Ook is er een pilot opgezet waarin de behoefte aan ondersteuning van mantelzorgers is geïnventariseerd. Naast onderzoek is hiervoor een ‘verwendag’ voor mantelzorgers georganiseerd waarbij diverse opleidingen en dienstverlenende organisaties betrokken zijn. Vernieuwing en verdere professionalisering zijn inherent aan de visie van Mienskipssoarch. Als er ontwikkelingen worden geconstateerd die vragen oproepen of als er zich knelpunten voordoen, dan speelt Mienskipssoarch daarop in met onderzoek en projecten om nieuwe verbanden te leggen. Vanuit vragen op het gebied van welzijn en de pakketmaatregelen is op deze wijze in een aantal dorpen dagopvang georganiseerd. Ook helpen jongeren in een maatschappelijke stage ouderen met hun dagelijkse activiteiten.
Pilot: Ook jongeren doen mee Omdat er behoefte bleek aan vrijwilligers die cliënten met een beperkt sociaal netwerk betrekken bij het sociale leven, maar ook behoefte bleek aan vrijwilligers voor hand en spandiensten, werden er nieuwe vormen van vrijwilligerswerk gezocht. Van daaruit kwam het idee om jongeren te betrekken bij het vrijwilligerswerk. Er is een pilot opgezet waarin naast het vrijwilligerswerk de leefbaarheid van dorpen voor jongeren aan bod komt; welke wensen hebben zij, wat missen ze, waar hebben ze behoefte aan? Via de maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs worden jongeren nu uitgenodigd om zelf projecten op te zetten en uit te voeren. Het uiteindelijke doel van het project is om netwerken op te zetten waarin zowel jongeren als ook ouderen gezamenlijk optrekken. Met elkaar en met de bestaande aanbieders van zorg, welzijn en dienstverlening, maken zij voor zo veel mogelijk inwoners maatschappelijke deelname mogelijk.
8
DRIE TRANSITIES
Act
: ten
se
ilot
p uele
ojec n pr
Gemeenten staan op korte termijn grote opgaven te wachten vanuit de decentralisatie van de jeugdzorg, de overheveling van de functie begeleiding van AWBZ naar WMO en de komst van de Participatiewet. Om antwoorden te vinden op vragen die deze ontwikkelingen oproepen worden nieuwe pilots opgezet.
Onderzoek voor ontwikkeling aanbod AWBZ begeleiding voor problematiek in de jeugdzorg
De visie om eenvoudige oplossingen dicht bij huis te vinden door op kleinschalig niveau verbindingen te leggen en daarbij gebruik te
Project Duet - Begeleiding
maken van bestaande netwerken en structuren, biedt uitstekende
van autistische jongeren en
mogelijkheden voor de nieuwe vraagstukken. De decentralisaties
jongvolwassenen thuis en bij
bieden mogelijkheden om de cliënt meer integraal te benaderen
school/werk met maximaal
en vraag en aanbod beter op elkaar te laten aansluiten. Zo wordt
twee hulpverleners
momenteel een pilot uitgevoerd waarin uitkeringsgerechtigden met een beperking worden ingezet bij ouderen die wat extra zorg en aandacht nodig hebben. Beide groepen kunnen op deze wijze wat voor elkaar betekenen. Ook wordt een groep jongeren die buiten de boot dreigen te vallen naar werk of opleiding begeleid. Hierbij werken partners uit de zorg en arbeidsmarkt en gemeenten samen. Door onderzoek en pilots worden oplossingsmogelijkheden voor de nieuwe taken verkend en wordt het werkveld stap voor stap verbreed.
Onderzoek naar het gebruik van AWBZ-begeleiding en aanknopingspunten voor de ontwikkeling van een passend aanbod Pilot Meedoen of niet meedoen? Dat is de vraag! - Dertig kansarme jongeren in Fryslân worden intensief begeleid naar werk of opleiding
Pilot Iedereen doet mee - Uitkeringsgerechtigden (met een beperking) helpen ouderen die extra zorg en aandacht nodig hebben
9
1.3 BESPARINGEN IN DE WMO De werkwijze van Mienskipssoarch, waarbij de vraag van de cliënt goed in kaart wordt gebracht en gezocht wordt naar eenvoudige oplossingen dicht bij huis, levert besparingen op in de kosten voor de WMO. Bij de grootste kostenpost, de huishoudelijke zorg, blijken cliënten vaak met minder professionele hulp en met minder complexe zorg dan voorheen prima uit de voeten te kunnen. Hierdoor is een verschuiving opgetreden van HH2 naar HH1, die veel groter is dan de landelijke trend. Toen Mienskipssoarch in 2007 startte was de verdeling van uren huishoudelijke zorg over HH1 en HH2 57%/ 43%. Voor 57% van de geleverde uren was een indicatie voor HH1 afgegeven en voor 43% van de uren een indicatie voor HH2 (zie het volgende overzicht). In 2009 was voor 78% van de uren een indicatie voor HH1 gegeven en voor 22% een indicatie voor HH2. De cijfers voor 2011 geven aan dat de verhouding tussen HH1 en HH2 in Boarnsterhim verder is verschoven naar 88% versus 12%. Landelijk gezien is in 2011 de verhouding tussen geleverde uren HH1 en HH2 71% versus 29%2 . Verhouding geleverde uren HH1 en HH2 in
2007
2008
2009
2010
2011
2012
HH1
57%
71%
78%
81%
90%
93%
HH2
43%
29%
22%
19%
10%
7%
Boarnsterhim (Bron: CAK)
Daarnaast bleef het totale aantal zorguren in Boarnsterhim achter bij de verwachte ontwikkeling. Het aantal inwoners dat gebruik maakt van huishoudelijke zorg tussen 2007 en 2009 is toegenomen met ruim 10% van 453 naar 512 en daarna gestabiliseerd. Het gemiddelde aantal uren HH1 en HH2 per cliënt is in die periode echter afgenomen van 2,6 uur per week in 2007 tot 2,0 uur in 2010 en daarna (zie het volgende overzicht). Huishoudelijke hulp in Boarnsterhim (Bron: CAK)
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Gemiddeld aantal uren per week per cliënt
2,6
2,4
2,2
2,0
2,1
2,0
Aantal cliënten
453
490
512
510
509
511
2 SGBO (2012). Benchmark Wmo 2012. Resultaten over het jaar 2011
10
11
Het gemiddelde aantal uren per cliënt is in deze tabel lager dan het gemiddelde aantal uren per indicatie, omdat niet alle cliënten een volledig jaar gebruik maken van de huishoudelijke hulp. Als naar de grootte van de indicaties per cliënt wordt gekeken, lijken cliënten in Boarnsterhim in vergelijking met het landelijke gemiddelde echter ook vaker kleinere indicaties voor huishoudelijke zorg te hebben gekregen. In 2011 werd landelijk gemiddeld 2,9 uur huishoudelijke hulp per indicatie geleverd3, terwijl dat in Boarnsterhim 2,6 was4. Deze verschuivingen leveren jaarlijks een besparing op van ruim € 200.000,-. Dit komt overeen met de overschotten uit het rijksbudget voor de huishoudelijke hulp (rijksbudget huishoudelijke hulp WMO met aftrek van werkelijke kosten voor HH). Sinds 2009 is het overschot uit het rijksbudget jaarlijks ruim € 200.000,-. Daarbij is de opbrengst aan eigen bijdragen van cliënten voor de gemeente niet meegerekend. De opbrengst aan eigen bijdragen is jaarlijks ruim € 250.000. Door de besparing kan de gemeente Boarnsterhim ook de uitvoeringskosten van de WMO, de kosten van Mienskipssoarch, uit het rijksbudget voor huishoudelijke hulp bekostigen, terwijl gemeenten hiervoor veelal andere middelen moeten aanwenden.
1.4 WAARDERING VAN CLIËNTEN Hoewel er in Boarnsterhim minder zorg per cliënt wordt geïndiceerd en minder vaak HH2 dan landelijk, is de tevredenheid van de cliënten met de aanvraagprocedure hoger dan gemiddeld in Nederland. Uit het cliënttevredenheidsonderzoek van het bureau SGBO5 blijkt dat in 2009 de cliënten van de WMO in Boarnsterhim een hoger rapportcijfer gaven voor de aanvraagprocedure dan gemiddeld in Nederland en een groter percentage cliënten tevreden was met de indicatiestelling. Sindsdien heeft de gemeente Boarnsterhim geen benchmarkonderzoek meer door SGBO laten doen, omdat de lopende onderzoeken al veel informatie gaven over cliënttevredenheid. Uit onderzoek in 2010 blijkt dat in Boarnsterhim meer dan 90% van de WMO-cliënten tevreden was over verschillende aspecten van de dienstverlening van Mienskipssoarch. In het volgende overzicht staan de aspecten van cliënttevredenheid die het meest vergelijkbaar zijn met de benchmark van SGBO in 2010. In 2010 blijkt driekwart van de cliënten die contact hebben gehad met Mienskipssoarch voor de tevredenheid met de dienstverlening een 8 of hoger te geven. Vooral het begrip van de Meitinker voor de situatie van de cliënt, het meedenken en de informatievoorziening worden gewaardeerd. Dit zijn aspecten die voor vraagverheldering en het bieden van keuzemogelijkheden bepalend zijn. Bij deze vragen gaf meer dan 95% van de cliënten aan tevreden of zeer tevreden te zijn6.
3 4 5 6
SGBO (2012). Benchmark Wmo 2012. Resultaten over het jaar 2011 CAK vierwekelijkse rapportages Boarnsterhim over 2011 SGBO (2010) Cliënttevredenheid WMO 2009 Boarnsterhim Van Toepassing (2011). Cliënttevredenheid WMO 2010 Boarnsterhim
Cliënttevredenheid 2010
Begrip van medewerker voor situatie cliënt
Bekijken persoonlijke situatie
Boarnsterhim7
Nederland8
Percentage tevreden/
Percentage tevreden/
zeer tevreden
zeer tevreden
93%
87%
Breder kijken dan de aanvraag
82%
Begrip voor wat nodig was
96%
Informatie en overzicht
Deskundigheid medewerker
94%
oplossingsmogelijkheden
Kreeg informatie die nodig was
96%
Keuzemogelijkheden geboden
85%
Meedenken Meitinker
96%
Kunnen kiezen uit verschillende
91%
52%
organisaties voor HH Niet iedere cliënt krijgt de aanvraag toegekend. In Boarnsterhim is bij dertien cliënten die in het tevredenheidsonderzoek hadden aangegeven dat de voorziening waar ze om hadden gevraagd niet was toegekend nagegaan wat er dan wel was gebeurd. Bij de helft van de cliënten was een andere oplossing gevonden. De cliënten voor wie geen andere oplossing was gevonden waren daar allen zeer ontevreden over, terwijl de meningen verdeeld waren bij de cliënten waarvoor een alternatieve oplossing was gevonden. Toch is het aantal bezwaarschriften dat jaarlijks wordt ingediend in Boarnsterhim bijzonder laag, namelijk slechts een enkel geval per jaar. Niet alleen zegt dit iets over de tevredenheid van cliënten, maar het heeft eveneens een besparend effect op de kosten.
Waardering
Waardering gesprek
Meitinker: “Als je bijvoorbeeld een ‘nee’ als
Cliënten zijn blij dat ze iemand kunnen
antwoord geeft waar een ‘ja’ was gewenst,
bellen en er dan iemand langs komt;
kun je samen met de cliënt kijken naar andere
dat het niet door de telefoon wordt
mogelijkheden, andere begeleiding geven
afgehandeld maar er persoonlijk contact
of later nog eens bellen en vragen hoe het is.
is: “Ik bin bliid dat jo d’r binne, kinne we even
Mensen ervaren dit als zeer prettig en hebben
prate.” “Na het gesprek met u ben ik zaken
het gevoel dat hun vraag serieus genomen is”.
helderder gaan zien en heb ik bepaalde inzichten gekregen wat betreft mijn ouders”.
7 Van Toepassing (2011). Cliënttevredenheid WMO 2010 Boarnsterhim 8 SGBO (2011). Cliënttevredenheid WMO 2010 (vergelijkingsgroep van gemeenten)
12
13
1.5 MIENSKIPSSOARCH IN CIJFERS PRODUCTIE De Meitinkers, Freonskippers en backoffice hebben in 2012 met 5,0 fte voor een bevolking van 19.500 inwoners de onderstaande activiteiten verricht.
Basisdiensten Mienskipssoarch
Activiteiten
Meitinkers + backoffice:
Huisbezoeken
Aantallen 2012
Indicaties HH1 en HH2
1.082 342
Indicaties rolstoel algemeen huur Indicaties collectief taxivervoer Indicaties scootmobiel huur Overige indicaties vervoer
82 31 21 11
Indicaties douche/toiletstoel koop Indicaties traplift, incl. onderhoud en reparatie Indicaties drempeloploop Indicaties woningaanpassingen duurder dan € 1.500,Overige indicaties
21 20 19 8 37
Overige activiteiten: Afhandelen telefonische vragen Speekuren Opzetten activiteiten Onderhouden netwerk Freonskippers:
Ondersteuning cliënten met diverse activiteiten
274
Begeleiding dagopvang (dagdelen)
204
Daarnaast dragen Meitinkers en backoffice bij aan de ontwikkelingstaken van Mienskipssoarch door o.a. vragenlijsten bij cliënten af te nemen.
De uitvoering wordt ondersteund door een administratief medewerker voor 0,8 fte (gedetacheerd door de gemeente) en een staffunctionaris (0,8 fte). De staffunctionaris neemt eveneens taken op het gebied van personeel en organisatie (P&O) voor haar rekening. Daarnaast is er 1,6 fte voor projectmanagement en directie; de fte’s voor directie worden voor een deel ingezet voor acquisitie en ontwikkeling. De projectmanager stuurt tevens het team aan.
Inzet personeel uitvoering WMO 2012 Inzet personeel Mienskipssoarch
Basisdiensten: 5,0 FTE Meitinkers (1,6 fte)9+ backoffice (1,9 fte) Freonskippers (1,5 fte) Ondersteuning kernproces: 2,4 FTE Teamleiding/P&O/staf (1,2 fte) + administratieve ondersteuning (0,8 fte) + directie (0,4 fte) Ontwikkeling, pilots en projecten, acquisitie: 1,6 FTE Projectleiding (0,4 fte) + directie (0,4 fte) + uitvoering (0,7)
Inzet personeel gemeente
Totale inzet gemeente: 1,5 FTE
Boarnsterhim
Beleidsmedewerker (0,5 fte) + financiële administratie WMO (0,8 fte) + beslisser/toetser (0,2 fte)
In totaal is bij Mienskipssoarch 9,0 fte aan mensen werkzaam. Daarnaast worden enkele diensten ingehuurd, zoals boekhouding, accountant, projectleiding (deels) en ict-diensten. Het komt de efficiëntie ten goede dat de verschillende functionarissen flexibel inzetbaar zijn. Er is uitwisseling tussen de directe uitvoering en de ondersteunende diensten. Zo doet de staffunctionaris ook P&O-taken, is de projectleider tevens inzetbaar in de uitvoering bij complexere casuïstiek en worden Meitinkers en backoffice ingezet bij ontwikkelingstaken. In de afgelopen anderhalf jaar konden Meitinkers en backoffice door de stabilisatie van de aanvragen voor WMO-voorzieningen meer ingezet worden op projecten ter voorbereiding van de decentralisaties van AWBZ-begeleiding, jeugdzorg en de Participatiewet. De functies bij de gemeente zijn: beleidsmedewerker (0,5 fte), medewerker financiële administratie WMO (0,8 fte) en beslisser/toetser (0,2 fte).
9 Exclusief uren voor gemeente Leeuwarden (Wirdum, Swichum, Wytgaard)
14
15
KOSTEN WMO VOORZIENINGEN De kosten voor het totaal aan voorzieningen voor de 19.500 inwoners van Boarnsterhim staan in de volgende tabel. Voorzieningen WMO
Kosten in 2012 (bedragen in euro’s)
HH1+HH2
1.230.642
PGB
68.272
Subtotaal (HH PGB+ZIN)
1.298.914
Vervoersvoorzieningen (taxivervoer, scootmobiel, aanpassingen/bijdragen vervoermiddelen)
262.180
Woonvoorzieningen (woningaanpassing, til- en traplift, douche-/toiletstoel, drempeloploop)
176.391
Hulpmiddelen (rolstoel)
144.708
Subtotaal voorzieningen
583.279
T O TA A L
1.882.193
KOSTEN UITVOERINGSORGANISATIE De kosten van de organisatie bedroegen in 2012 ruim € 763.000,- en de opbrengsten waren bijna € 835.000,-. Het bedrijfsresultaat over 2012 was daarmee ruim € 71.000,-. De salariskosten vormen het grootste deel van de kosten (zie volgende overzicht). Bedrijfskosten 2012 (bedragen in euro’s) Lonen en salarissen en overige personeelskosten
528.405
Huisvestings- kantoor- en automatiseringskosten
47.825
Verkoopkosten, exploitatiekosten, afschrijvingen en algemene kosten (accountant,
31.082
verzekeringen, bestuurskosten) Directe kosten cliëntenactiviteiten en pilots (excl. eigen personeelskosten) T O TA A L
156.326 763.638
Mienskipssoarch werd in 2012 gefinancierd door de gemeente, de woningcorporatie en enkele zorgaanbieders. De niet-structurele projecten worden deels door de gemeente gefinancierd, maar ook door de Provincie Fryslân, zorgverzekeraar De Friesland en Plattelânsprojekten en Frieslab. Daarbij zijn er inkomsten door dienstverlening aan derden, waaronder detachering van personeel, deskundigheidsbevordering, onderzoek en organisatieontwikkeling. Hieronder staat het overzicht van de opbrengsten in 2012.
Opbrengsten 2012 (bedragen in euro’s) Subsidie gemeente Boarnsterhim - algemeen Subsidie gemeente Boarnsterhim - pakketmaatregel
41.534
Subsidie gemeente Boarnsterhim - Freonskippers
41.534
Subsidie gemeente Boarnsterhim - diversen
24.400
Detachering personeel van gemeente Boarnsterhim Subsidie pilots
67.493 225.349
Subsidie aanbieders
90.000
Inkomsten opdrachtgevers buiten Boarnsterhim
98.262
Rente en bijzondere baten T O TA A L
16
222.209
24.035 834.816
17
2. MIENKSIPSSOARCH IN 2014
Als in 2014 de gemeente Boarnsterhim wordt opgesplitst en verdeeld over de vier buurgemeenten, en Mienskipssoarch zou de werkzaamheden voortzetten in de gebieden waar zij werkzaam is, wat betekent dat dan voor de ‘ontvangende’ gemeente? Hoe kenmerken zich de dorpen, om hoeveel inwoners gaat het, wat zijn de activiteiten van Mienskipssoarch, wat zijn de kosten en resultaten?
2.1 LEEUWARDEN Het gebied dat per 2014 wordt toegevoegd aan de gemeente Leeuwarden, omvat Grou en acht kleinere dorpen10. Grou heeft ruim 5.500 inwoners. De Meitinker komt er relatief veel schuldenproblematiek tegen, evenals eenzaamheid, drank- en drugsproblemen en werkeloosheid. Er is industrie en er zijn veel kleine bedrijven gericht op watersport en recreatie. Het dorp ontplooit veel activiteiten op cultureel gebied. ’s Zomers zijn er diverse activiteiten rond de zeilsport. Ook is het UVV als vrijwilligersorganisatie actief. De vrijwilligers zijn met name erg actief in zorgcentrum Friesma State. In Grou komen relatief veel vragen voor huishoudelijke ondersteuning van betrekkelijk jonge gezinnen. In de andere dorpen springen familie of buren vaker bij. Eagum telt slechts 32 inwoners , Friens is eveneens een klein dorpje met 83 inwoners, Ideard heeft een kleine 100 inwoners. In Ideard is een dorpshuis waar het verenigingsleven terecht kan, voor andere voorzieningen is het dorp aangewezen op Reduzum. Reduzum heeft ongeveer 1.100 inwoners. Het kreeg als eerste dorp in Fryslân in 1995 een vorm van zelfbeheer. Al jaren exploiteert Dorpsbelang een windmolen. Het dorp is recentelijk uitgebreid met een nieuwe woonwijk. Veel bewoners zijn actief op sportgebied. De dorpswinkel is er helaas mee opgehouden.
10 Informatie over de dorpen uit gemeentegids Boarnsterhim 2012 en enquêtes Meitinkers. Inwonersaantallen uit gemeentelijke registratie, peildatum 1-1-2013.
Jirnsum is een dorp met een kleine 1.300 inwoners, waarin de industriële en recreatieve sector zich heeft ontwikkeld. Er zijn sportvelden aangelegd en er is een multifunctionele accommodatie. De bevolking is betrokken bij de leefomgeving en actief in sport- en verenigingsleven. Er is een supermarkt. Warstiens heeft 39 inwoners en Warten heeft een kleine 1.000 inwoners. In Warten is bedrijvigheid in de recreatiesector en in de scheepsbouw. Wergea heeft ruim 1.600 inwoners. Er is wat bedrijvigheid, een jachthaven en een welig tierend verenigingsleven. In deze dorpen wonen in totaal (incl. Grou) bijna 11.000 mensen, waarvan 14,7% ouder is dan 65 jaar. In de kleinste dorpjes is de vergrijzing het laagst. Als vanwege ouderdom het huis en de voorzieningen in het dorp niet meer voldoen aan de veranderende eisen, verhuist men vaak naar een groter dorp. In de kleine dorpen worden meestal activiteiten door vrijwilligers georganiseerd. Als iemand niet kan komen door bijvoorbeeld een zieke partner, dan biedt men onderling hulp (bijv. oppas).
VERBETEREN LEEFBAARHEID VAN DORPEN: VOOR JONG EN OUD In de dorpen Grou, Jirnsum, Reduzum, Warten, Wergea en Wirdum houden de Meitinkers één keer per week spreekuur. In Grou wordt het spreekuur gehouden in het multifunctionele centrum, in Warten in de hervormde kerk en in de overige dorpen in het dorpshuis. Verder zijn de Meitinkers telefonisch en via email dagelijks bereikbaar. De Meitinkers houden contacten met de verschillende verenigingen om het vrijwilligerswerk te stimuleren en met zorgorganisaties om van elkaars activiteiten op de hoogte te blijven. In Reduzum heeft de Meitinker in een samenwerkingsverband een pool vrijwilligers weten op te zetten waar ze een beroep op kan doen. In Reduzum is bovendien een project opgezet voor jongeren die een maatschappelijke stage doen om de leefbaarheid van het dorp te verbeteren.
18
19
2.2 HEERENVEEN Het gebied dat per 2014 wordt toegevoegd aan de gemeente Heerenveen, omvat de dorpen Akkrum, Nes en Aldeboarn11. In de drie dorpen samen wonen ruim 6.000 inwoners, waarvan ongeveer 15% ouder is dan 65 jaar. Nes is daarbij het minst vergrijsd met 7% 65-plussers. Akkrum en Nes zijn aan elkaar gelegen en kunnen wat dat betreft als eenheid worden beschouwd. Akkrum heeft ruim 3.400 inwoners, Nes 1.100. Akkrum heeft bedrijvigheid in de recreatieve sector en een uitgebreid winkelbestand. Het staat bekend als een actief en gezellig dorp vanwege de toeristische en culturele activiteiten die worden georganiseerd. Nes is een dorp met een kleine sfeervolle oude kern en een grote nieuwbouwwijk. In de nieuwbouwwijk wonen relatief veel jongere mensen. Voor de voorzieningen kunnen de inwoners van Nes terecht in Akkrum. Er zijn veel activiteiten en voldoende voorzieningen. Het vrijwilligerswerk voor zorg- en dienstverlening in beide dorpen is met name op Mienskipssintrum Leppehiem gericht. Aldeboarn heeft bijna 1.500 inwoners, waaronder veel ouderen. Onderling wordt veel hulp geboden; er zijn voldoende mantelzorgers en vrijwilligers. Voor de ouderen worden veel activiteiten georganiseerd vanuit het vrijwilligerswerk en door het verzorgingshuis Leppehiem. In de nieuwbouwwijk komen meer jongeren te wonen. Voor deze groep zijn er weinig activiteiten naast de gymnastiek- en voetbalvereniging. Jaarlijks wordt er een gondelvaart georganiseerd waar duizenden toeschouwers van genieten. Er is nog een plaatselijke supermarkt.
VERBETEREN VAN LEEFBAARHEID DORPEN: VOOR JONG EN OUD Voor de dorpen Akkrum en Nes houdt de Meitinker één keer per week spreekuur in het verzorgingstehuis Leppehiem. Verder is zij telefonisch en via email dagelijks bereikbaar. Het Mienskipssintrum Leppehiem stelt in overleg met Mienskipssoarch activiteiten open voor thuiswonende ouderen. Leppehiem heeft met een integraal aanbod aan diensten voor jong en oud veel te bieden. Zo zijn ook het zwembad en de maaltijdservice toegankelijk voor jongeren en zelfstandig wonende ouderen. Omdat er in Akkrum/Nes geen vrijwilligerswerk is, legt de Meitinker contacten met verenigingen om dit te stimuleren. In Aldeboarn houdt de Meitinker één keer per week spreekuur in de oude directeurswoning. Ook is zij telefonisch en via email dagelijks bereikbaar. Jongeren hebben onder leiding van Mienskipssoarch in Aldeboarn, naar aanleiding van een enquête onder de bevolking, een aantal activiteiten opgezet om de leefbaarheid van het dorp te verbeteren. Het gaat hierbij om een klussen- en activiteitendienst en om het organiseren van activiteiten, zoals o.a. een schoonmaakactie, een zwemvierdaagse en de kerstmarkt.
11 Informatie over de dorpen uit gemeentegids Boarnsterhim 2012 en enquêtes Meitinkers. Inwonersaantallen uit gemeentelijke registratie, peildatum 1-1-2013; percentage 65-plussers peildatum 31-12-2010.
2.3 SÚDWEST-FRYSLÂN Het gebied dat per 2014 wordt toegevoegd aan de gemeente Súdwest-Fryslân, omvat vijf kleine dorpen12. Raerd heeft 640 inwoners, Poppenwier heeft 177 inwoners, Dearsum heeft 130 inwoners. Er is in Dearsum een bloeiend verenigingsleven en er worden veel activiteiten georganiseerd. Vanuit Raerd komen relatief veel aanvragen voor taxivergoedingen vanwege onvoldoende openbaar vervoer. De aanvragen kunnen echter niet altijd gehonoreerd worden, omdat de vervoersvoorziening geen compensatie biedt voor onvoldoende openbaar vervoer. De Meitinker zoekt dan met de cliënt alternatieve oplossingen. Sibrandaboarren heeft 380 inwoners. Er is nog een kleine school, die een streekfunctie vervult, evenals een sporthal. Er is een rijk verenigingsleven, deels ook in samenwerking met de omliggende dorpen. De bakker en groenteboer komen langs de deur. Door inzet van vrijwilligers worden activiteiten verricht om het dorp leefbaar te houden. Tersoal heeft 360 inwoners. Het dorp heeft een bloeiend verenigingsleven en er zijn veel activiteiten. De school vervult een streekfunctie. De vereniging voor dorpsbelangen, waarvan bijna elke huishouden lid is, zorgt ervoor dat het dorp leefbaar blijft. In deze dorpen wonen in totaal 1.680 mensen, waarvan 9,5% ouder is dan 65 jaar. In de kleinste dorpjes is de vergrijzing meestal laag. Als vanwege ouderdom het huis en de voorzieningen in het dorp niet meer voldoen aan de veranderende eisen, verhuist men vaak naar een groter dorp. Er is geen georganiseerd vrijwilligerswerk voor zorg en dienstverlening, maar buren en dorpsgenoten helpen elkaar wel. Aanvullend kan de Meitinker een Freonskipper inzetten bij mensen die weinig contacten hebben.
VERBETEREN LEEFBAARHEID VAN DORPEN: VOOR JONG EN OUD Voor de vijf dorpen van ‘de Lege Geaen’ houdt de Meitinker één keer per week spreekuur in het dorpshuis van Raerd. Verder is zij telefonisch en via email dagelijks bereikbaar. De Meitinker onderhoudt contacten met verenigingen en diverse zorgorganisaties als MEE en Maatschappelijk Werk. In Raerd is een project opgezet voor jongeren die een maatschappelijke stage willen doen om de leefbaarheid van het dorp te vergroten.
12 Informatie over de dorpen uit gemeentegids Boarnsterhim 2012 en enquêtes Meitinkers. Inwonersaantallen uit gemeentelijke registratie, peildatum 1-1-2013; percentage 65-plussers peildatum 31-12-2010.
20
21
2.4 DE FRIESE MEREN In het gebied dat per 2014 wordt toegevoegd aan de gemeente De Friese Meren ligt het dorp Terherne13. Terherne heeft ruim 800 inwoners en heeft als grootste bron van inkomsten de waterrecreatie. De winkel gaat in de winter dicht. De souvenirwinkel, kaasboer (met kraam) en notenbar (kraam) nemen dan brood en melk e.d. mee in het assortiment. Van de ruim 800 bewoners is 16,3% ouder dan 65 jaar. Het dorp is redelijk welvarend met veel mensen die er na hun pensionering zijn komen wonen. Zij leven vaak wat meer op zichzelf dan de dorpsbewoners. De grote groep dorpsbewoners doet veel voor elkaar. Bovendien is er een vrijwilligersploeg en een groep senioren die één ochtend per week bij elkaar komt en met elkaar eet.
VERBETEREN LEEFBAARHEID VAN DORPEN: VOOR JONG EN OUD In Terherne houdt de Meitinker één keer per week spreekuur in het dorpshuis. Zij is telefonisch en via email dagelijks bereikbaar. Daarnaast heeft zij regelmatig contact met de vrijwilligers, organiseert ze in de wintermaanden in samenwerkingsverband veel activiteiten en is betrokken bij het jeugdactiviteiten-centrum. Jongeren helpen in hun maatschappelijke stage het centrum draaiende te houden. Jong en oud bezoeken de georganiseerde activiteiten flink, waardoor ze elkaar ook makkelijker aanspreken en jongeren meer betrokken raken bij het dorp. De Meitinker overlegt met de eigenaar van de souvenirwinkel over te verkopen levensmiddelen.
13 Informatie over de dorpen uit gemeentegids Boarnsterhim 2012 en enquêtes Meitinkers. Inwonersaantallen uit gemeentelijke registratie, peildatum 1-1-2013; percentage 65-plussers peildatum 31-12-2010.
2.5 KOSTEN PER DEELGEBIED Om een inschatting te krijgen van de kosten van (uitvoering van) de WMO voor de inwoners van de vier deelgebieden is gekeken naar het aandeel inwoners in elk deelgebied van Boarnsterhim. In onderstaande tabel is weergegeven wat de kosten zijn. In werkelijkheid kunnen de kosten enigszins afwijken, omdat hier geen rekening is gehouden met effecten van sociale cohesie, vrijwilligerswerk en aanwezigheid van voorzieningen per deelgebied. De werkelijke kosten per gemeente na de herindeling zijn bovendien afhankelijk van de precieze invulling van taken.
Schatting jaarlijkse kosten voor de ontvangende gemeenten op basis van de totale bedragen Mienskipssoarch in 201214 Leeuwarden
Heerenveen
Súdwest-
De Friese
Boarnsterhim
56%
31%
Fryslân 9%
Meren 4%
100% (totaal)
Aantal inwoners Kosten WMO HH1+HH2+PGB Kosten WMO totaal (HH, PGB en
11.000
6.000
1.700
800
19.500
€ 727.392
€ 402.663
€ 116.902
€ 51.957
€ 1.298.914
€ 1.054.028
€ 583.480
€ 169.397
€ 75.288
€ 1.882.193
€ 295.907
€ 163.806
€ 47.556
€ 21.136
€ 528.405
€ 427.637
€ 236.728
€ 68.727
€ 30.546
€ 763.638
overige voorzieningen) Lonen, salarissen en overige personeelskosten Kosten totale uitvoeringsorganisatie WMO door Mienskipssoarch (totaal personeelskosten, huisvesting etc.) De gemeente Boarnsterhim bespaart met de inzet van Mienskipssoarch jaarlijks ruim € 200.000 op de kosten van de huishoudelijke zorg (het rijksbudget huishoudelijke zorg verminderd met de werkelijke kosten voor huishoudelijke zorg). Dit bedrag is niet uitgesplitst naar de verschillende deelgebieden, omdat de kostenberekeningen per gemeente verschillend zijn.
14 De totaalbedragen komen overeen met de bedragen op blz. 15 en 16
22