2011-2015
Gemeente Boarnsterhim
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
Gemeente Boarnsterhim Afdeling Openbare Werken Postbus 40 9000 AA GROU
Hoewel openbare verlichting in de huidige vorm pas sinds het midden van de vorige eeuw bestaat, is het inmiddels zo algemeen geworden dat we er nauwelijks nog bij stilstaan. Toch is openbare verlichting in onze samenleving onmisbaar geworden. Openbare verlichting zorgt voor een veilige verkeersafwikkeling en voor sociale veiligheid. Naast deze positieve effecten heeft openbare verlichting echter ook een aantal ongewenste effecten: energieverbruik, afvalstoffen en lichtvervuiling/lichthinder. De gemeente Boarnsterhim is zich bewust van deze ongewenste effecten, en voelt als grote ‘verlichter’ de verantwoordelijkheid om hier weloverwogen mee om te gaan. De toenemende financiële lasten van openbare verlichting op de gemeentelijke begroting spelen hierbij eveneens een rol. In deze beleidsnota zijn de hoofdlijnen van het verlichtingsbeleid vastgelegd. Naast beleidskaders behandelt deze nota ook een aantal uitvoeringsinstrumenten, met name energiebesparingsmogelijkheden en alternatieven voor openbare verlichting. Het beleid en de uitvoeringsinstrumenten worden vervolgens nader uitgewerkt en geconcretiseerd in het Uitvoeringsprogramma 2011-2015.
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING SAMENVATTING BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
In deze beleidsnota zijn de hoofdlijnen van het verlichtingsbeleid vastgelegd. Naast beleidskaders behandelt dit stuk ook een aantal uitvoeringsinstrumenten, met name energiebesparingsmogelijkheden en alternatieven voor openbare verlichting. Het beleid en de uitvoeringsinstrumenten worden vervolgens nader uitgewerkt en geconcretiseerd in het Uitvoeringsprogramma 2011-2015.
ALGEMEEN Gemiddeld is er gedurende bijna de helft van de tijd sprake van duisternis. Openbare verlichting heeft als doel het openbare leven tijdens deze donkere perioden even veilig te laten verlopen als overdag. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen verkeersveiligheid en sociale veiligheid. Een gemeente is op basis van het nieuwe Burgerlijk Wetboek als wegbeheerder aansprakelijk voor schade als de weg – inclusief de openbare verlichting – niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen. Het voeren van een goed beleid op het gebied van openbare verlichting is daarom van belang, en kan gezien worden als een zorgplicht van de gemeente als wegbeheerder. Het Politiekeurmerk Veilig Wonen heeft tot doel het voorkomen van criminaliteit in de woonomgeving. Naast een pakket van maatregelen dat betrekking heeft op woningen, worden ook eisen gesteld aan de openbare ruimte. Het deelcertificaat Veilige Omgeving omvat ook de openbare verlichting in verblijfsgebieden. Al jarenlang baseren de meeste gemeenten hun verlichtingsbeleid op de NSVV-normen. Enkele jaren geleden zijn deze vervangen door een nieuwe serie aanbevelingen, de NPR 13201-1. Het belangrijkste verschil is dat bij de NSVV de indeling van de weg het uitgangspunt was, terwijl dit bij de NPR de hoofdweggebruiker en zijn snelheid zijn. Ook is er binnen de nieuwe normen meer aandacht voor lichthinder en lichtvervuiling. Enkele ontwikkelingen in verlichtingstechniek en verlichtingsbeleid: Energiezuinige lampen en armaturen Opkomst led-verlichting Dynamische openbare verlichting 3D-inspectie van lichtmasten Groen licht Taskforce Verlichting Energielabel voor openbare verlichting Gebruik van zonne-energie
Pagina 1
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
BESTAANDE SITUATIE IN DE GEMEENTE BOARNSTERHIM Het lichtmastenbestand van de gemeente Boarnsterhim bevat 3800 lichtmasten (peildatum 1 januari 2010). Daarnaast zijn nog 125 overige verlichte objecten aanwezig, met name wegwijzerverlichting en plattegronden. Staal is veruit het meest voorkomende materiaal (71%). Andere toegepaste materialen zijn aluminium (15%), thermisch verzinkt staal (8%), ijzer (3%) en gietijzer (2%). Lampen en armaturen kunnen in drie categorieën onderverdeeld worden: PL, SON en SOX. Het toe te passen lamptype is afhankelijk van het aanwezige armatuurtype; armatuurtype en lamptype zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Binnen de gemeente Boarnsterhim komt PL-verlichting het meeste voor (63%), gevolgd door SON-verlichting (28%) en SOX-verlichting (9%). Daarnaast is er een kleinschalig proefproject met enkele lichtmasten met led-verlichting. De technische levensduur van lichtmasten is onder andere afhankelijk van het materiaal. Doorgaans wordt gerekend met een technische levensduur van veertig jaar. Uitgaande van deze theoretische levensduren is er binnen het verlichtingsbestand van Boarnsterhim sprake van een zeer beperkte vervangingsachterstand. Van de 3800 lichtmasten zijn 54 stuks (1,5%) ouder dan veertig jaar en 26 stuks (0,7%) ouder dan vijftig jaar. Sinds eind jaren ’60 werd de openbare verlichting van de Friese gemeenten (met uitzondering van de gemeente Leeuwarden) en van de provincie Fryslân beheerd in een OV-pool. Dynamicom was beheerder van de openbare verlichting, en nam ook alle kosten voor het plaatsen van lichtmasten voor haar rekening. Dynamicom trad daarmee in feite op als kredietverstrekker. Eind 2005 hebben alle deelnemende partijen – waaronder de gemeente Boarnsterhim – de boekwaarde van hun openbare verlichting aan Dynamicom uitbetaald en deze op hun eigen balans opgenomen. Dit betekent dat de gemeente Boarnsterhim vanaf 1 januari 2006 zelf eigenaar is van haar openbare verlichting. Met ingang van 2008 is de OV-Commissie Fryslân overgegaan in de Stichting OV Fryslân. Deze stichting fungeert als uitvoerende dienst voor de deelnemende gemeenten en de provincie Fryslân, met betrekking tot openbare verlichting en inkoop van energie. Met ingang van 1 januari 2008 heeft de VFG de opbracht voor het administratief beheer gegund aan Dynamicom (thans Ziut) en de technische uitvoering van het onderhoud aan Essent Lighting (thans Ziut). Ruim driekwart van de lichtmasten in de gemeente Boarnsterhim is een zogeheten nachtbrander. Deze verlichting blijft de gehele nacht branden. Bij een deel van deze lichtmasten wordt de verlichting na 23:00 uur wel gedimd. Een kwart van de lichtmasten is een avondbrander en gaat na 23:00 uur uit. De verlichtingsinstallatie van de gemeente Boarnsterhim verbruikt jaarlijks circa 585.000 kWh. De energieprestatie van de verlichtingsinstallatie is niet onderzocht, dus het is niet bekend hoe de verlichtingsinstallatie van Boarnsterhim scoort op een schaal van A t/m G. Wel kan een indicatie gegeven worden op grond van de aanwezige lamptypen en dimsystemen. Per saldo kan gesteld worden dat de gemeente Boarnsterhim gemiddeld scoort als het gaat om de energie-efficiency van de openbare verlichtingsinstallatie. Energie vormt de belangrijkste kostenpost van openbare verlichting, zeker nu de prijzen voor energie in de jaren 2007 t/m 2009 zijn verdubbeld. Gezien de hoeveelheid energie die verbruikt wordt door openbare verlichting betekent dit forse toename van de kosten voor energieverbruik. Het vorige energiecontract met Electrabel (voorheen Rendo) liep tot 31 december 2009. Per 1 januari 2010 is NV NUON Business tot en met 2012 (optiejaar 2013) de nieuwe leverancier voor elektriciteit. De Stichting OV Fryslân heeft de Europese aanbesteding van inkoop energie voorbereid. Het resultaat van de aanbesteding zijn lagere energietarieven. Het energietarief voor openbare verlichting was in 2009 opgesplitst in een apart hoog (€ 0,11751) en laag (€ 0,06477) tarief €/kWh. In de nieuwe aanbesteding zijn geen aparte OV tarieven vastgelegd maar geldt de Piek- en Dalprijs 2010.
Pagina 2
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
De energietarieven zijn gekoppeld aan de olieprijzen, en daardoor moeilijk te voorspellen. Afgelopen jaren was de olieprijs redelijk hoog, momenteel zijn de tarieven weer iets lager.
BELEIDSTHEMA’S Veilige verlichting Openbare verlichting draagt ’s nachts bij aan een veilige en vlotte afwikkeling van het verkeer. Daarnaast speelt openbare verlichting een belangrijke rol in een sociaalveilige leefomgeving. Beleving van verlichting Openbare verlichting moet de herkenbaarheid en sfeer van de openbare ruimte bevorderen. De keuze van de lichtsoort speelt daarin een belangrijke rol. Overdag draagt de vormgeving van de lichtmasten bij aan het karakter van de ruimte. Energiezuinige verlichting We gaan in de komende vijf jaren 15% besparen op het energieverbruik van openbare verlichting (3% per jaar). Daarom bekijken we bij nieuwe locaties en bij renovaties altijd eerst kritisch of er alternatieven mogelijk zijn. Daarnaast willen we energiebesparing realiseren door versnelde vervanging van energieinefficiënte lampen en door toepassing van dimbare verlichting. Milieuvriendelijke verlichting Bij de keuze van materialen houden we rekening met de milieubelasting van de verschillende materialen. Gebruikte lichtmasten, armaturen en lampen die nog in goede staat zijn, worden zo veel mogelijk hergebruikt. Niet-herbruikbare materialen worden gerecycled. Lichtvervuiling en lichthinder We zijn ons bewust van de nadelige gevolgen van lichtvervuiling en lichthinder. We willen daarom de natuurwaarden beschermen tegen lichtvervuiling door openbare verlichting in het buitengebied tot een minimum te beperken. Het aspect ‘lichthinder’ verdient bijzondere aandacht bij uitbreiding en vervangen van bestaande verlichtingsinstallaties. Betaalbare verlichting We zijn kritisch ten aanzien van het vervangingsmoment: een lichtmast wordt nooit uitsluitend op basis van de theoretische levensduur vervangen. Bij de keuze voor nieuwe verlichtingsinstallaties spelen naast de vervangingskosten ook de exploitatielasten een rol. De energiebesparingsmaatregelen leiden ook tot beperking van de kosten. Door standaardisatie van armaturen en lampen houden we de voorraadkosten laag.
GEBIEDSGERICHTE VERLICHTING Hoofdwegen
Pagina 3
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
Dit betreft wegen die in beginsel een belangrijke verkeersfunctie hebben (stroomweg of gebiedsontsluitingsweg). Het aspect ‘sociale veiligheid’ is op hoofdwegen minder aan de orde. Hoofdwegen binnen de bebouwde kom worden in principe verlicht, vanwege de veelvuldige interactie met andere (langzame) verkeersstromen. Daarbij gelden de NPR-normen als uitgangspunt, maar per situatie wordt beoordeeld of het noodzakelijk is de NPR-normen strikt te hanteren, of dat het een stapje lager kan. Verblijfsgebieden Dit zijn woon- en winkelstraten binnen de bebouwde kom, en wegen met een ondergeschikte verkeersfunctie (erfontsluitingswegen) buiten de bebouwde kom. Typerend voor dergelijke wegen is dat er meestal sprake is van menging van verschillende soorten verkeer (zoals auto’s en fietsers) op dezelfde weg. Deze menging met langzaam (en soms niet-verlicht) verkeer maakt dat hier hogere eisen worden gesteld aan het verlichtingsniveau. Ook het feit dat door de aanwezigheid van fietsers en voetgangers de sociale veiligheid een belangrijke rol speelt draagt bij aan het gewenste verlichtingsniveau. Woon- en winkelstraten binnen de bebouwde kom worden daarom verlicht. Het uitgangspunt is het NPR-niveau. In rustige straten kunnen de lichtmasten na 23:00 uur gedimd worden. Erfontsluitingswegen buiten de bebouwde kom worden in principe niet verlicht. Alleen waar bij duisternis verkeersonveilige situaties ontstaan die niet met alternatieven op te lossen zijn, wordt verlichting geplaatst. Fiets- en voetpaden Dit betreft vrijliggende fiets- en voetpaden en trottoirs. Fiets- en voetpaden binnen de bebouwde kom worden in principe verlicht. Daarbij wordt aangesloten bij het verlichtingsniveau op de naastliggende wegen. Er wordt zeer terughoudend omgegaan met het verlichten van paden buiten de bebouwde kom. Alleen wanneer het voor de verkeersveiligheid of sociale veiligheid noodzakelijk wordt geacht, wordt verlichting geplaatst op bepaalde locaties. Het verloop van een (fiets)pad buiten de bebouwde kom kan aangegeven worden met led-markering in de rand van het pad of met lage led-paaltjes langs het pad. Semi-openbare ruimtes Dit zijn alle ruimtes die niet tot het openbare gebied behoren, maar die wel voor eenieder openbaar toegankelijk zijn, bijvoorbeeld achterpaden. Achterpaden worden in principe niet verlicht. Alleen in wijken waar gekozen is voor toepassing van het Politiekeurmerk Veilig Wonen wordt wel verlichting geplaatst bij achterpaden. Overige semi-openbare ruimtes worden door de gemeente niet verlicht; dit is de verantwoordelijkheid van de desbetreffende eigenaar. Buitengebied Buiten de bebouwde kom geldt het uitgangspunt ‘nee, tenzij…’. Wanneer een knelpunt vraagt om plaatsing van verlichting, wordt in eerste instantie bekeken of het knelpunt opgelost kan worden met alternatieve maatregelen.
UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Pagina 4
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
Het uitvoeringsprogramma sluit niet volledig aan op het beheerplan (2009). Nieuwe inzichten en de praktijk hebben inmiddels uitgewezen dat de technische levensduur van lichtmasten verhoogd kan worden naar 40 jaar (armaturen 20 jaar), in het beheerplan zijn we nog uitgegaan van 30 en 15 jaar. De verhoging heeft o.a. te maken met conserveringstechnieken en materiaalverbetering. Wegwerken achterstallig onderhoud Uit de beschikbare beheergegevens, wordt bijgehouden door de firma ZIUT, blijkt dat er 80 stuks lichtmasten ouder zijn dan 40 jaar, 66 stuks daarvan hebben nog een asbesthoudende betonvoet. Tevens zijn er 584 stuks armaturen welke op basis van de theoretische levensduur vervangen moeten worden. onderdeel Verouderde lichtmasten Verouderde armaturen Kosten afvoeren asbest
hoeveelheid 80 584 66
eenheid stuks stuks stuks
eenheidsprijs € 1.150 € 450 € 165
totaal € 92.000 € 262.800 € 10.890 € 365.690
Reguliere vervanging (per jaar) De komende 10 jaar (2011 – 2020) moeten er op basis van technische levensduur 470 lichtmasten worden vervangen en 800 stuks armaturen. onderdeel Vervangen lichtmasten Inspecties Vervanging armaturen
hoeveelheid 47 47 80
eenheid stuks stuks stuks
eenheidsprijs € 1.150 € 50 € 450
totaal € 54.050 € 2.350 € 36.000 € 92.400
FINANCIELE MIDDELEN De totale onderhoudsachterstand bedraagt € 365.690. Deze onderhoudsachterstand willen we in de periode 2011-2015 wegwerken. Het niet bestede deel van de 1 miljoen van 2010 is, vanwege de dat de middelen pas aan het eind van 2010 definitief waren, overgeheveld naar 2011 en 2012. Daarnaast is jaarlijks € 92.400 nodig voor reguliere vervanging. Gezamenlijk met de overige jaarlijks terugkerende posten – zoals energieverbruik, onderhoud en kapitaallasten – komt het jaarlijks benodigde budget voor openbare verlichting op € 364.891 (bedragen prijspeil 2010). De totale budgetruimte voor openbare verlichting, periode 2011 – 2015, is € 388.185 per jaar. (exclusief overheveling)
Pagina 5
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
INHOUDSOPGAVE Samenvatting --------------------------------------------------------------------------------------------------------- 1 Inhoudsopgave ------------------------------------------------------------------------------------------------------- 6 1
Algemene informatie ------------------------------------------------------------------------------------------------ 7 Doel van openbare verlichting Wettelijk kader, regelgeving en trends Een klein stukje lichttechniek Ontwikkelingen in verlichtingstechniek
2
Bestaande situatie in de gemeente Boarnsterhim -------------------------------------------------------------- 13 Aanwezige lichtmasten, armaturen en lampen Leeftijdsopbouw installatie Beheer en onderhoud Schakeltijden Energieverbruik en energieprestatie
3
Beleidsthema’s ------------------------------------------------------------------------------------------------------ 17 Veilige verlichting Sfeervolle verlichting Energiezuinige verlichting Milieuvriendelijke verlichting Lichtvervuiling en lichthinder Betaalbare verlichting
4
Gebiedsgerichte verlichting --------------------------------------------------------------------------------------- 24 Hoofdwegen Verblijfsgebieden Fiets- en voetpaden Semi-openbare ruimtes
5
Uitvoeringsprogramma 2011-2015 ------------------------------------------------------------------------------ 27 Achterstallig onderhoud lichtmasten en armaturen Regulier onderhoud en beheer Vervanging
6
Financiële middelen ------------------------------------------------------------------------------------------------ 31 Benodigde middelen wegwerken onderhoudsachterstand Benodigd structureel budget
7
Doelstellingen en beslispunten ----------------------------------------------------------------------------------- 33
8
Begrippen en afkortingen------------------------------------------------------------------------------------------ 34 1. Bijlage Handleiding OV Fryslân 2. Bijlage Factsheet Gemeenten in Provincie Fryslân (Senter Novem)
Pagina 6
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
1
ALGEMENE INFORMATIE
Waarom wordt openbare verlichting toegepast? Welke lichtsoorten zijn er en wat zijn hun voor- en nadelen? Welke rechten en plichten heeft een gemeente als het gaat om openbare verlichting? Voor een goed begrip van het in deze nota verwoorde verlichtingsbeleid is het wenselijk om de antwoorden op dergelijke vragen te kennen. Dit hoofdstuk gaat daarom (beknopt) in op die algemene achtergrondkennis. Om het in deze nota verwoorde verlichtingsbeleid binnen een breder (landelijk) kader te kunnen plaatsen, is met name de laatste paragraaf – ‘Ontwikkelingen in de verlichtingstechniek en verlichtingsbeleid’ – van belang.
Doel van openbare verlichting Gemiddeld is er gedurende bijna de helft van de tijd sprake van duisternis. Openbare verlichting heeft als doel het openbare leven tijdens deze donkere perioden even veilig te laten verlopen als overdag. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen verkeersveiligheid en sociale veiligheid. Ten aanzien van de verkeersveiligheid is het met name van belang dat weggebruikers het verloop van de weg en de aanwezigheid van zijwegen, obstakels en andere weggebruikers kunnen waarnemen. De eigen verlichting van fietsen verlicht slechts een klein deel van de weg en geeft pas in een laat stadium aan in welke richting de weg loopt. Naarmate een weg drukker is, is de noodzaak tot verlichten groter. Openbare verlichting heeft voor het verkeer drie functies: verlichten (objecten, andere weggebruikers); geleiden (bochten); attenderen (zijwegen, kruisingen). Bij sociale veiligheid kan men onderscheid maken tussen objectieve onveiligheid (de criminaliteit die daadwerkelijk plaatsvindt) en subjectieve onveiligheid (de gevoelens van angst en onveiligheid die bij de bevolking leven). ’s Nachts zijn de hoeveelheid en soort verlichting voor een belangrijk deel bepalend voor de beleving van het veiligheidsgevoel. Bij duisternis blijkt bovendien eerder sprake te zijn van vandalisme, openlijke bedreiging, geweld, etc. Naast het aspect ‘veiligheid’ heeft openbare verlichting nog een ander positief effect, namelijk sfeer. Sfeer wordt in belangrijke mate beïnvloed door de gekozen lichtsoort (geel licht wordt als aangenamer ervaren dan wit licht). Een goed ontworpen verlichting zorgt dat mensen zich prettiger en veiliger voelen. Ook kan openbare verlichting bijdragen aan de herkenbaarheid van ruimten. Hierbij kunt u denken aan het verlichten van een monumentaal bouwwerk, het plaatsen van klassieke lantaarns in een park of het plaatsen van eigentijds vormgegeven lichtmasten op een plein of in winkelcentra.
Wettelijk kader, regelgeving en trends Aansprakelijkheid wegbeheerder Een gemeente is op basis van het nieuwe Burgerlijk Wetboek als wegbeheerder aansprakelijk voor schade als de weg – inclusief de openbare verlichting – niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen. Vóór 1992 kon een benadeelde alleen een beroep doen op de algemene regels omtrent de onrechtmatige daad, en moest hij dus aan kunnen tonen dat de gemeente in verwijtbare zin nalatig of onzorgvuldig was geweest. Onder het nieuwe recht is deze schuldverantwoordelijkheid omgezet in een risico-aansprakelijkheid. Hoewel deze nieuwe bepaling sneller zal leiden tot aansprakelijkheid van de gemeente, is deze niet zonder meer aansprakelijk. De aansprakelijkheid ontbreekt namelijk als de weg en de openbare verlichting in een staat van onderhoud verkeren die geen gevaar oplevert voor de weggebruikers.
Pagina 7
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
Het voeren van een goed beleid op het gebied van openbare verlichting is daarom van belang, en kan gezien worden als een zorgplicht van de gemeente als wegbeheerder. Politiekeurmerk Veilig wonen Het Politiekeurmerk Veilig Wonen is een initiatief van de politie. Doel is voorkoming van criminaliteit in de woonomgeving. Naast een pakket van maatregelen dat betrekking heeft op woningen, worden ook eisen gesteld aan de openbare ruimte. Het keurmerk omvat een drietal deelcertificaten voor zowel bestaande als nieuwbouwwoningen. Het deelcertificaat Veilige Omgeving omvat ook de openbare verlichting in verblijfsgebieden. Voldoen aan de eisen van het Politiekeurmerk is geen verplichting, maar een keuze van de gemeenteraad. Deze afweging kan per wijk of zelfs per straat gemaakt worden. Een gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen om een bepaalde nieuwbouw- en/of herstructureringswijk wel aan de eisen van het Politiekeurmerk te laten voldoen, maar de overige gebieden niet. Voorbeelden van wijken waar aandacht besteed is aan het keurmerk “Veilig Wonen” in de gemeente Boarnsterhim zijn; herstructureringswijk Vogelbuurt te Grou en uitbreidingsplan “Grut Palma” te Wergea. NSVV en NPR Al jarenlang baseren de meeste gemeenten hun verlichtingsbeleid op de NSVV-normen (Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde). Ook de eisen die het Politiekeurmerk Veilig Wonen aan openbare verlichting stelt zijn hierop gebaseerd. Deze NSVV-normen dateren uit 1990 en bleken tien jaar later aan vervanging toe te zijn. Dit heeft geleid tot een nieuwe serie aanbevelingen, die de titel NPR 13201-1 (Nederlandse Praktijk Richtlijn) meegekregen hebben. Het belangrijkste verschil is dat bij de NSVV de indeling van de weg het uitgangspunt was, terwijl dit bij de NPR de hoofdweggebruiker en zijn snelheid zijn. Ook is binnen de nieuwe normen veel meer aandacht besteed aan lichthinder en lichtvervuiling. De in het verleden aangebrachte verlichting in de gemeente Boarnsterhim zijn, binnen de bebouwde kom, overeenkomstig deze normen ontworpen en geplaatst. Taskforce Verlichting Minister Cramer van VROM heeft in december 2007 een Taskforce Verlichting ingesteld. Deze kreeg als opdracht mee om met voorstellen en ideeën te komen waarmee energiezuinige verlichting in Nederland gemeengoed kan worden en lichthinder kan worden beperkt. Onder energiezuinige verlichting wordt verstaan: “de thans of binnen enkele jaren algemeen toepasbare, meest energie-efficiënte technieken”. Door massale toepassing van bestaande energiebesparende technieken kan het huidige elektriciteitsverbruik door verlichting met circa de helft naar beneden. Voor heel Nederland staat dat gelijk aan bijna één elektriciteitscentrale. In mei 2008 bracht de Taskforce Verlichting haar eindrapport ‘Groen licht voor energiebesparing’ uit. Dit rapport behandelt huishoudelijke verlichting, utiliteitsgebouwen en openbare verlichting. Ten aanzien van de openbare verlichting stelt de taskforce een ‘koplopersaanpak’ voor, waarbij koplopende gemeenten en provincies anderen enthousiasmeren en betrekken bij het realiseren van energiezuinige openbare verlichting. Inmiddels zijn een kleine 200 gemeenten (o.a. gemeente Boarnsterhim) aan te merken als “koploper” op het gebied van openbare verlichting. Dit zijn gemeenten die uitvoeringsplan hebben (of gaan) opstellen voor het energie zuinig(er) maken van de openbare verlichtingsinstallatie. Gemeenten en provincies worden bij de koplopers aanpak ondersteund met kennisproducten zoals factsheets en nieuwsbrieven. Daarnaast is door het ministerie van VROM voorgesteld de investeringen die nodig zijn voor alle maatregelen – naar schatting € 700 miljoen voor alle gemeenten en provincies gezamenlijk – voor te financieren. Het voorstel is niet gehonoreerd. Pagina 8
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
Energielabel voor openbare verlichting Iedereen kent inmiddels wel het energielabel voor wasmachines, koelkasten, lampen, auto’s en woningen. Minder bekend is echter dat er sinds kort ook een energielabel is voor openbare verlichting. Dit energielabel is ontwikkeld door SenterNovem, en is bedoeld voor gemeenten die daarmee de energieprestatie van hun bestaande en toekomstige openbare verlichtingsinstallatie kunnen bepalen. Hiervoor is een indicator gebruikt die onderlinge vergelijking van systemen mogelijk maakt: het Street Lighting Energy Efficiency Criterion (SLEEC). Binnen deze methode wordt rekening gehouden met de efficiëntie van lampen, voorschakelapparatuur, het type armaturen en het lichtontwerp. Ook het gunstige effect van diminstallaties wordt meegewogen. Evenals bij andere energielabels is er een onderverdeling gemaakt van A (zeer energiezuinig) tot G (zeer energieonzuinig). De indeling is bewust zodanig gekozen dat niveau A met de huidige stand der techniek nog niet bereikbaar is, om daarmee de markt te prikkelen tot het ontwikkelen van nog betere armaturen en technieken. Bij openbare verlichting met A label moet gedacht worden aan dimbare LED armaturen. De grootverbruiker zoals hogedrukkwiklampen vallen onder energielabel G. Een derde van de openbare verlichting in de gemeente Boarnsterhim voldoet aan energielabel B, één derde valt onder energielabel C. De overige verlichting, waar nog energie valt te besparen, valt onder D en hoger.
Een klein stukje lichttechniek Onderdelen van de verlichtingsinstallatie Het bovengrondse deel van de openbare verlichtingsinstallatie bestaat meestal uit drie onderdelen: een mast; een of meerdere armaturen; een of meerdere lampen. Daarnaast behoort ook het ondergrondse kabelnet tot de openbare verlichtingsinstallatie. Het is ook mogelijk om lichtmasten niet op het elektriciteitsnet aan te sluiten, maar te voorzien van een eigen solitaire energiebron. In de praktijk is dat meestal een zonnepaneel gecombineerd met een accu. Lichtkleur en kleurweergave Een belangrijk aspect bij de openbare verlichting is de lichtkleur en de kleurweergave van de lamp. De lichtkleur heeft te maken met hoe het licht wordt ervaren (bijvoorbeeld geel, oranje, wit of groen). Los van de kleurindruk staat de kleurweergave. Dit is de mate waarin een voorwerp onder de betreffende lichtsoort afwijkt van de natuurlijke kleur. Wanneer er onder een bepaalde lichtsoort helemaal geen kleurherkenning mogelijk is, spreken we van monochromatisch licht. Typen lampen en armaturen We kunnen verschillende typen lampen onderscheiden. In de eerste plaats kunnen we onderscheid maken in gloeilampen, gasontladingslampen en light emitting diodes (led’s). Gloeilampen worden niet toegepast in openbare verlichting; hiervoor worden met name gasontladingslampen gebruikt.
Pagina 9
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
Gasontladingslampen kunnen onderverdeeld worden in natriumlampen en kwiklampen, die beiden weer onderverdeeld kunnen worden in hogedruk- en lagedruklampen. Ieder lamptype heeft andere eigenschappen qua lichtkleur, kleurweergave en energieverbruik. Schematisch weergegeven:
De keuze voor een lamp en een armatuur zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Een armatuur is doorgaans voor een bepaald lamptype ontworpen, en kan geen andere lamptypen bevatten (er zijn wel armaturen die geschikt gemaakt kunnen worden voor meerdere lamptypen). Deze relatie tussen lamp en armatuur betekent dat wanneer een lamptype vervangen wordt door een ander type, doorgaans ook het (veel duurdere) armatuur vervangen moet worden.
Ontwikkelingen in verlichtingstechniek Dynamische openbare verlichting Het verlichtingsniveau op wegen – en met name op wegen met een belangrijke verkeersfunctie – is meestal afgestemd op de maximale verkeersbelasting. Dit betekent echter dat de verlichting op rustige tijdstippen en tijdens goede weersomstandigheden overvloedig is. Dergelijke overvloedige verlichting is een belangrijke oorzaak van lichtvervuiling, en bovendien een forse kostenpost voor de wegbeheerder. De laatste jaren wordt daarom steeds meer gebruik gemaakt van dynamische openbare verlichting: verlichting die afgestemd is op de verkeersintensiteit, de weersomstandigheden en overige externe omstandigheden (zoals calamiteiten en werkzaamheden). De verlichting kan bij goede weersomstandigheden op rustige, nachtelijke uren gedimd worden tot 20% van het verlichtingsniveau, met als gevolg een lager energieverbruik en minder lichtvervuiling. Uit proeven van Rijkswaterstaat is gebleken dat dynamische openbare verlichting leidt tot een besparing van 25% tot 45% op het energieverbruik.
Pagina 10
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
3D-inspectie van lichtmasten De gemiddelde technische levensduur van lichtmasten bedraagt circa veertig jaar, maar de werkelijke levensduur kan daar sterk vanaf wijken. Naast het materiaal waarvan de mast gemaakt is, zijn ook diverse externe factoren van invloed op de levensduur, zoals de mate van milieuvervuiling ter plaatse van de mast, de verkeersintensiteit, de bodemgesteldheid, het gebruik van strooizout en het uitlaten van honden. Het is belangrijk technisch versleten masten tijdig te vervangen, omdat anders de onderhoudskosten toenemen en onveilige situaties kunnen ontstaan. Aan de buitenkant van een lichtmast is echter niet altijd te zien of deze technisch versleten is. Tegenwoordig is het echter mogelijk om door middel van statische en dynamische 3D-metingen een goed beeld te krijgen van de technische staat van een lichtmast. In de praktijk blijkt dat slechts circa 5% van de geteste masten daadwerkelijk dringend aan vervanging toe is, en dat de overige masten nog minimaal vijf jaar kunnen blijven staan. Omdat de besparing op de investeringskosten ruimschoots opweegt tegen de kosten van de inspectie, gaan steeds meer gemeenten en provincies over op het laten inspecteren van hun oudere lichtmasten. Energiezuinige lampen en armaturen Twee onderdelen van de verlichtingsinstallatie hebben een belangrijke invloed op het energieverbruik, namelijk de lamp en het armatuur. Door technische ontwikkelingen komen er steeds efficiëntere armaturen en energiezuinigere lamptypen beschikbaar. Lampen met een hoog energieverbruik – onder andere hogedrukkwikdamplampen – worden daarom in nieuwe verlichtingsinstallaties vrijwel niet meer toegepast. Wel komen deze lampen (en armaturen) nog veelvuldig voor in oudere installaties. Door deze te vervangen door moderne, energiezuinige lampen en efficiënte armaturen kan veel energie bespaard worden. Opkomst led-verlichting In de afgelopen jaren heeft led-verlichting een forse opmars doorgemaakt. Door de kleine afmetingen, het lage energieverbruik en de lange levensduur kunnen led’s gebruikt worden voor diverse toepassingen waarvoor traditionele verlichting niet geschikt is. Led’s werden daarom aanvankelijk veel toegepast voor zogeheten ‘actieve markering’: kleine lichtjes in de witte markeringsstreep op het asfalt. Door technische ontwikkelingen, zoals een hogere lichtopbrengst en betere kleurweergave, worden led’s ook steeds vaker toegepast als lichtbron, bijvoorbeeld als autoverlichting. Sinds enkele jaren is de lichtopbrengst van led’s zodanig dat ze ook toegepast worden in openbare verlichting. Aanvankelijk was de lichtopbrengst van dergelijke armaturen zo laag dat ze alleen geschikt waren voor bijvoorbeeld parken en voetgangersgebieden, maar inmiddels heeft led-verlichting zich ontwikkeld tot een volwaardig alternatief voor traditionele verlichting. Door de technische ontwikkelingen en de grootschaligere productie zijn de prijzen bovendien aanzienlijk gedaald. De investeringskosten bij vervanging en / of nieuw plaatsen van openbare verlichting zijn de komende jaren nog steeds hoger t.o.v. de conventionele verlichting. Met energiezuinige LED's is een lichtbron ontwikkeld die licht uitstraalt waarmee het menselijke oog in het donker, door de groene kleur, gemakkelijker kan zien (mesopisch licht) dan bij klassieke straatverlichting. Op die manier is er meer zicht en betere kleurherkenning in het donker. Dat laatste is met name belangrijk voor het gevoel van veiligheid. Pagina 11
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
Groen licht Een relatief recente ontwikkeling is de opkomst van groene verlichting. Deze ontwikkeling is in gang gezet door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), nadat een NAM-ecoloog ontdekte dat met name de rode component in witte verlichting leidde tot ontregeling van het ingebouwde kompas van trekvogels. De NAM ontwikkelde vervolgens samen met Philips groene TLverlichting, en voerde hiermee in 2007 een proef uit op een boorplatform ten noorden van Ameland. De proef bleek zeer succesvol: de groene verlichting trok 50% tot 90% minder trekvogels aan dan reguliere verlichting van boorplatforms. De ogen van de mens kijken 's nachts via zogenaamde 'staafjes' en overdag via 'kegeltjes'. De staafjes zijn veel gevoeliger voor licht en hebben dus ook veel minder licht nodig om goed te kunnen zien. Met de traditionele straatverlichting wordt het daglicht nagebootst zodat we onder de straatlamp goed kunnen zien. Het grote nadeel is echter dat het buiten de lichtbron aardedonker is en de ogen telkens weer moeten wennen aan het donker en dan weer aan het licht, donker etc. Door de succesvolle proef werd enkele maanden later ook groene verlichting geplaatst op de veerkade van Ameland en op rotondes op het eiland. Sinds dat moment wordt groene verlichting op veel meer locaties toegepast. De gemeente Hellendoorn plaatste onlangs langs een weg in het natuurgebied Reggedal nieuwe lichtmasten met groene verlichting, die bovendien na 21:00 uur worden gedimd. De gemeente Gemert heeft recent groene led-verlichting geplaatst langs een fietspad om de natuur minder te verstoren. De gemeente Olst-Wijhe plaatste bij wijze van pilot groene led-verlichting langs de weg tussen Olst en Den Nul. Deze pilot is gestart op 25 oktober 2008, tijdens de jaarlijkse Nacht van de Nacht. Het nieuwe NS-station Molenhoek (Limburg), wat in mei 2009 gereed moet zijn, krijgt groene verlichting om de dieren in het nabijgelegen bos minder te storen. In de gemeente Boarnsterhim zijn op een tweetal locaties LED verlichting geplaatst, te weten in de uitbreidingsplannen it Swinlân te Reduzum en de Slingerbochten te Raerd. In Reduzum is de keuze gemaakt voor de groene variant LED. De keuze voor het aanbrengen van deze groene LED units is gemaakt op basis van uitgebreide selectie in informatie bijeenkomsten, in samenwerking met dorpsbelang Reduzum. Kortom, groene verlichting lijkt met een snelle opmars bezig te zijn. Het Ministerie van LNV verleende in februari 2008 zelfs de eerste vergunning waarin het gebruik van groen licht werd voorgeschreven. Het betrof de bouw van een nieuwe kolencentrale in de Eemshaven. Er gaan zelfs al geluiden op om deze groene, habitatvriendelijke verlichting standaard te laten worden in Natura 2000-gebieden. Gebruik van zonne-energie Tot enkele jaren geleden leek zonne-energie een interessante optie te zijn voor openbare verlichting. Steeds meer fabrikanten brachten lichtmasten op de markt die in hun eigen energiebehoefte konden voorzien door middel van een zonnepaneel. Hoewel de techniek nog in de kinderschoenen stond en de prijzen relatief hoog waren, leek er sprake te zijn van een veelbelovende ontwikkeling. Door het wegvallen van subsidies voor zonne-energie is deze ontwikkeling echter sterk afgeremd. Sommige fabrikanten zijn inmiddels gestopt met het maken van lichtmasten op zonne-energie. Andere ontwikkelen het product nog wel verder. Zo zijn er door de technische ontwikkeling van zonnecellen inmiddels armaturen waarbij een klein zonnepaneel onzichtbaar in de bovenzijde van het armatuur is verwerkt, wat met name vanuit esthetisch oogpunt een verbetering is. Met name in combinatie met energiezuinige lichtbronnen zoals led biedt zonne-energie nog wel mogelijkheden. Pagina 12
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
2
BESTAANDE SITUATIE IN DE GEMEENTE BOARNSTERHIM
Dit hoofdstuk beschrijft kort de huidige situatie binnen de gemeente Boarnsterhim: de aanwezige verlichtingsinstallatie, werkwijze en procedures, schakeltijden, energieverbruik, etcetera.
Aanwezige lichtmasten, armaturen en lampen Lichtmasten Het lichtmastenbestand van de gemeente Boarnsterhim bevat 3800 lichtmasten (peildatum 1 januari 2010). Daarnaast zijn nog 125 overige verlichte objecten aanwezig, met name wegwijzerverlichting en plattegronden. Staal is veruit het meest voorkomende materiaal (71%). Andere toegepaste materialen zijn aluminium (15%), thermisch verzinkt staal (8%), ijzer (3%) en gietijzer (2%). Lampen en armaturen Lampen en armaturen kunnen in drie categorieën onderverdeeld worden: PL, SON en SOX. Het toe te passen lamptype is afhankelijk van het aanwezige armatuurtype; armatuurtype en lamptype zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Binnen de gemeente Boarnsterhim komt PL-verlichting het meeste voor (63%), gevolgd door SON-verlichting (28%) en SOX-verlichting (9%). Daarnaast is er een kleinschalig proefproject met enkele lichtmasten met led-verlichting. De overige verlichtingstypen komen binnen Boarnsterhim niet voor. Leeftijdsopbouw installatie De technische levensduur van lichtmasten is onder andere afhankelijk van het materiaal. Doorgaans wordt gerekend met een technische levensduur van veertig jaar. Uitgaande van deze theoretische levensduren is er binnen het verlichtingsbestand van Boarnsterhim sprake van een zeer beperkte vervangingsachterstand. Van de 4000 lichtmasten zijn 54 stuks (1,5%) ouder dan veertig jaar en 26 stuks (0,7%) ouder dan vijftig jaar. In de onderstaande grafiek is de leeftijdsopbouw van het lichtmastenbestand van Boarnsterhim weergegeven, verdeeld in periodes van vijf jaar.
Pagina 13
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
Beheer en onderhoud Stichting OV Fryslân Sinds eind jaren ’60 werd de openbare verlichting van de Friese gemeenten (met uitzondering van de gemeente Leeuwarden) en van de provincie Fryslân beheerd in een OV-pool. Dynamicom was beheerder van de openbare verlichting, en nam ook alle kosten voor het plaatsen van lichtmasten voor haar rekening. Dynamicom trad daarmee in feite op als kredietverstrekker. Eind 2005 hebben alle deelnemende partijen – waaronder de gemeente Boarnsterhim – de boekwaarde van hun openbare verlichting aan Dynamicom uitbetaald en deze op hun eigen balans opgenomen. Dit betekent dat de gemeente Boarnsterhim vanaf 1 januari 2006 zelf eigenaar is van haar openbare verlichting. Op 1 januari 2008 is de OV-Commissie Fryslân overgegaan in de Stichting OV Fryslân, een handleiding van de Stichting OV Fryslân is als bijlage toegevoegd (bijlage 1). Deze stichting fungeert als uitvoerende dienst voor de deelnemende gemeenten en de provincie Fryslân, met betrekking tot openbare verlichting en inkoop van energie. Met ingang van 1 januari 2008 heeft de VFG de opbracht voor het administratief beheer gegund aan Dynamicom (thans Ziut) en de technische uitvoering van het onderhoud aan Essent Lighting (thans Ziut). De VFG was opdrachtgever namens de 27 deelnemende partijen. Liandyn en Enexis gaan per 1 januari 2010 samenwerken onder de naam Ziut. Deze samenwerking heeft geen directe gevolgen voor het beheer en onderhoud van de openbare verlichting.
kaderstellend overleg 2 x per jaar financiële middelen
gemeentebesturen provinciebestuur (27 OV partijen) OV -medewerkers (technisch overleg TOV)
OV onderhoud betalingen
Stichting OV-Fryslân Bestuur
technische en inhoudelijke advisering (ambtelijke commissie van advies en bijstand)
5 bestuurders OV-secretaris
OV-secretariaat
Informatie
goedgekeurde facturen aannemer
Aannemer technisch onderhoud
Aansturing aannemer
Aansturing beheerbureau
bon per handeling dagelijkse contacten
OV -bestands beheer techn. controle financ. controle
Beheerbureau administratief beheer
Preventief onderhoud Lampen worden na een bepaald aantal branduren vervangen (groepsremplace). Het aantal branduren verschilt per lamptype. Uitgangspunt is dat lampen vlak voor het einde van hun theoretische levensduur vervangen worden. Groepsremplace heeft als voordeel dat efficiënter en daardoor goedkoper gewerkt kan worden (alle lampen in een bepaalde straat of gebied worden gelijktijdig vervangen) en dat het aantal defecte lampen tot een minimum beperkt blijft (de meeste lampen worden immers voor het einde van hun levensduur vervangen). In de verlichtingsinstallatie van de gemeente Boarnsterhim is nog een aantal stalen lichtmasten aanwezig (ca. 115 stuks). Deze lichtmasten moeten met regelmaat geschilderd worden om roestvorming en daardoor technische achteruitgang te voorkomen.
Pagina 14
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
Correctief onderhoud Onder correctief onderhoud verstaande we het op incidentele basis herstellen van schade als gevolg van storingen, vandalisme en aanrijdingen. Deze storingen en schades kunnen op twee manieren geconstateerd worden: na meldingen van burgers of door inspectie van de installatie. Het streven is om geconstateerde defecten binnen vijf werkdagen te verhelpen. Vervanging en renovatie Wanneer de technische levensduur van lichtmasten verstreken is, worden deze in principe vervangen. De technische levensduur varieert van 30 tot 50 jaar, afhankelijk van met name de materiaalsoort. In de praktijk wordt de vervanging meestal afgestemd op de planning voor riolerings- en wegwerkzaamheden, zodat de uitvoering gecombineerd kan worden en de straat niet twee keer open hoeft. Bij vervanging komt de vraag aan de orde of de nieuwe lichtmasten op dezelfde plek herplaatst kunnen worden, of dat de ze opnieuw gerangschikt worden in een nieuw verlichtingsplan. Nieuwe inzichten, nieuwe verlichtingsrichtlijnen en nieuwe lamp- en armatuurtypen met andere lichttechnische specificaties zorgen ervoor dat het bij vervanging doorgaans wenselijk is de verlichtingsinstallatie in de betreffende straat of wijk volledig te renoveren en opnieuw te rangschikken. Meestal leidt dit ertoe dat er in de nieuwe situatie meer lichtmasten aanwezig zijn dan in de oude situatie. Let op! Meer lichtmasten betekent per definitie niet dat er meer energie nodig is, denk aan avond- en nachtschakeling en (aanvullende) dimmogelijkheden.
Schakeltijden Ruim driekwart van de lichtmasten in de gemeente Boarnsterhim is een zogeheten nachtbrander. Deze verlichting blijft de gehele nacht branden. Bij een deel van deze lichtmasten wordt de verlichting na 23:00 uur wel gedimd. Een kwart van de lichtmasten is een avondbrander en gaat na 23:00 uur uit.
Energieverbruik en energieprestatie De verlichtingsinstallatie van de gemeente Boarnsterhim verbruikt jaarlijks circa 585.000 kWh. De energieprestatie van de verlichtingsinstallatie is niet onderzocht, dus het is niet bekend hoe de verlichtingsinstallatie van Boarnsterhim scoort op een schaal van A t/m G. Wel kan een indicatie gegeven worden op grond van de aanwezige lamptypen en dimsystemen. Op de bijgevoegde Factsheet (bijlage 2), ontvangen van senternovem, wordt aangegeven dat het energieverbruik voor openbare verlichting landelijk een kleine 40 kWh per inwoner is. In Friesland ligt het verbruik lager dan het landelijk gemiddelde namelijk 35 kWh, in Boarnsterhim is het verbruik nog lager namelijk 30 kWh per inwoner. Dit betekent automatisch dat ook het besparingspotentieel lager is. Binnen de gemeente Boarnsterhim zijn met name PL-, SON- en SOX-lampen aanwezig. Dit zijn lampen met een gemiddelde tot redelijke goede energie-efficiency. Met name PL wordt tegenwoordig veel toegepast vanwege de gunstige verhouding tussen energieverbruik en lichtopbrengst en de mogelijkheid tot dimmen. In 2008 is in Reduzum een kleinschalig pilotproject gestart met LED-verlichting, wat later uitgebreid is richting Raerd. In Reduzum zijn een 15 tal lichtmasten geplaatst met 10 Watt LED armaturen. Overeenkomstig verlichtingsplan zou er gebruik gemaakt moeten worden van 27 Watt armaturen om te kunnen voldoen aan de richtlijn (NPR 13201-1). Indien gebruik gemaakt zou worden van conventionele verlichting kon worden volstaan met een dimbaar armatuur met een vermogen van 36 Watt. (dimvermogen ongeveer 20 Watt)
Pagina 15
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
Uit een gehouden enquête blijkt dat over het algemeen de 10 Watt armaturen de openbare ruimte prima kunnen verlichten en dat de gebruiker tevreden is over de verlichtingskwaliteit. Er aantal armaturen moeten beter afgesteld vanwege lichthinder in huiskamers. De beleving van het groene licht wordt door de onbekendheid van de gebruiker veelal anders ervaren. Op een aantal verbeterpunten na is het een goed geslaagde pilot. Daarnaast wordt relatief veel gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de verlichting ’s nachts te dimmen. De verlichting wordt daarbij 50% gedimd. Daar staat wel tegenover dat er relatief weinig avondbranders zijn: de meeste verlichting blijft de hele nacht – weliswaar op halve sterkte – branden. Energie-inefficiënte lampen – zoals HPL en TLEM – komen in Boarnsterhim niet (meer) voor. Per saldo kan gesteld worden dat de gemeente Boarnsterhim gemiddeld scoort als het gaat om de energieefficiency van de openbare verlichtingsinstallatie. Energie vormt echter wel de belangrijkste kostenpost van openbare verlichting, zeker nu de prijzen voor energie in de jaren 2007 t/m 2009 zijn verdubbeld. Gezien de hoeveelheid energie die verbruikt wordt door openbare verlichting betekent dit forse toename van de kosten voor energieverbruik. De kosten voor inkoop van energie ten behoeve van openbare verlichting zijn als volgt (in eurocent per kWh):
Hoog tarief Laag tarief
2007 5,924 2,873
2008 8,526 5,069
2009 11,821 6,547
2010 7,225 3,615
2010 (groen) 7,283 3,673
De in de tabel genoemde bedragen moeten nog vermeerderd worden met de kosten voor het afnemen van “groene”stroom (zie laatste kolom). De meerprijs in 2010 bedraagt 0,058 €cent/kWh. Tevens zijn de bedragen uitsluitend de kale kWh-prijzen, dus exclusief energiebelasting, btw en netwerkkosten. Het vorige energiecontract met Elektrabel (voorheen Rendo) liep tot en met 31 december 2009. Per 1 januari 2010 is NV NUON Business tot en met 2012 (optiejaar 2013) de nieuwe leverancier voor elektriciteit. De stichting OV Fryslân heeft de Europese aanbesteding voor inkoop van energie voorbereid. Het resultaat van de aanbesteding zijn lagere energie tarieven. Het energietarief voor openbare verlichting was in 2009 opgesplitst in een apart hoog (€ 0,11751) en laag (€ 0,06477) tarief €/kWh. In de nieuwe aanbesteding zijn geen aparte OV tarieven vastgelegd maar geldt de Piek- en Dalprijs 2010. Met het aanbesteden van elektriciteit is een besparing (t.o.v. 2009) behaald van Piekprijs 0,04526 €/kWh en Dalprijs 0,0286 €/kWh. Aanvullend is voor het jaar 2010 en 2011 het volledige elektriciteitsvolume inclusief openbare verlichting verduurzaamd d.m.v. NUON Groengarant. Ook hier is een besparing behaald van 0,00012 €/kWh.
Pagina 16
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
3
BELEIDSTHEMA’S
Dit hoofdstuk is de kern van deze beleidsnota. In dit hoofdstuk staan de beleidskaders voor openbare verlichting. Deze beleidskaders worden beschreven aan de hand van zeven thema’s: veilige verlichting, sfeervolle verlichting, energiezuinige verlichting, milieuvriendelijke verlichting, lichtvervuiling en lichthinder en betaalbare verlichting. Bij ieder thema is het beleid weergegeven in een kader. De kadertekst wordt telkens uitgewerkt in de tekst daaronder. Iedere zin uit de kadertekst komt terug als paragraaftitel in de tekst eronder.
Veilige verlichting Openbare verlichting draagt ’s nachts bij aan een veilige en vlotte afwikkeling van het verkeer. Daarnaast speelt openbare verlichting een belangrijke rol in een sociaalveilige leefomgeving.
Om aan deze doelstelling te kunnen voldoen is het streven om de openbare verlichting binnen de bebouwde kom aan te brengen overeenkomstig de richtlijn NPR13201-1en alleen bij uitzondering af te wijken. Het overgrote deel van de verlichting in gemeente Boarnsterhim is al geplaatst op basis van de gestelde richtlijnen. Openbare verlichting draagt ’s nachts bij aan een veilige en vlotte afwikkeling van het verkeer. Verkeersveiligheid is vaak het belangrijkste argument voor het plaatsen van openbare verlichting. Voor een veilige verkeersafwikkeling is het immers van belang dat weggebruikers ook bij duisternis het verloop van de weg en de aanwezigheid van zijwegen, obstakels en andere weggebruikers kunnen waarnemen. De eigen verlichting van fietsen is hiervoor vaak onvoldoende. Daar waar zich bij duisternis verkeersonveilige situaties kunnen voordoen, zullen maatregelen getroffen worden. Dit kan gaan om het plaatsen van verlichting, maar ook om alternatieve maatregelen zoals led-markering in het wegdek. Alternatieven mogen echter nooit ten koste gaan van de verkeersveiligheid. Daarnaast speelt openbare verlichting een belangrijke rol in een sociaalveilige leefomgeving. Bij sociale veiligheid kan onderscheid gemaakt worden in objectieve onveiligheid (de criminaliteit die daadwerkelijk plaatsvindt) en de subjectieve onveiligheid (de gevoelens van angst en onveiligheid die bij de bevolking leven). ’s Nachts is de hoeveelheid en soort verlichting voor een belangrijk deel bepalend voor de beleving van het veiligheidsgevoel. Ook blijkt er bij duisternis inderdaad eerder sprake te zijn van vandalisme, geweld, etc. Sociale veiligheid kan daarmee ook een reden zijn om over te gaan tot het plaatsen van verlichting. In wijken waar gekozen is voor toepassing van het Politiekeurmerk Veilig Wonen moet de openbare verlichting voldoen aan de door het politiekeurmerk gestelde eisen. Dit betekent onder andere dat ook bij achterpaden verlichting aanwezig moet zijn. Indien er specifiek de keuze gemaakt wordt om te voldoen aan het keurmerk “Veilig Wonen” dient dit voorgelegd te worden aan de gemeenteraad. Indien de keuze gemaakt wordt voor het politiekeurmerk hoeft het niet automatisch te betekenen dat er aanvullende openbare verlichting aangebracht moet worden in bijvoorbeeld achterpaden, deze verantwoordelijkheid kan ook bij een woningbouwvereniging of particuliere eigenaar neergelegd worden. Dit geldt zowel voor nieuwbouw als bestaande wijken.
Sfeervolle verlichting Pagina 17
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
Openbare verlichting moet de herkenbaarheid en sfeer van de openbare ruimte bevorderen. De keuze van de lichtsoort speelt daarin een belangrijke rol. Overdag draagt de vormgeving van de lichtmasten bij aan het karakter van de ruimte.
Doelstelling is om openbare verlichting zo aan te brengen dat de gelijkmatigheid van de verlichting goed verdeeld is ook bij schakeling van avond naar nacht of naar een mogelijke dimstand. De kleur van openbare verlichting is een belangrijk onderdeel voor de sfeerbepaling tijdens avond en nacht. Openbare verlichting moet de herkenbaarheid en sfeer van de openbare ruimte bevorderen. Bij sfeervolle verlichting kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het verlichten van een monumentaal bouwwerk. Herkenbaarheid heeft te maken met eenduidigheid. Bijvoorbeeld: in een woonwijk met overal witte verlichting valt een straat met gele verlichting op. Ten onrechte kan dan de indruk worden gewekt dat het een weg van een hogere verkeersklasse betreft. Een zekere mate van standaardisatie is daarom van belang voor de herkenbaarheid van een ruimte. Dit geldt niet alleen voor de keuze van een lichtsoort, maar ook voor de keuze van lichtmasten (hoogte van de mast, al dan niet voorzien van een uithouder) De keuze van de lichtsoort speelt daarin een belangrijke rol. De sfeer wordt in belangrijke mate beïnvloed door de gekozen lichtsoort: in het algemeen wordt bijvoorbeeld warm-wit licht als aangenamer ervaren dan koel-wit licht en geeft het bekende oranje licht van de oude SOX lampen weinig herkenning. Groen licht creëert een sfeer van ‘maanlicht’, wat met name in buitengebieden erg toepasselijk kan zijn. Ook de mate van kleurherkenning van een lichtsoort speelt een rol bij de sfeerbeleving. Overdag draagt de vormgeving van de lichtmasten bij aan het karakter van de ruimte. Lichtmasten dragen als inrichtingselement bij aan het karakter van een ruimte. Ze moeten daarom passen in hun omgeving. In een modern ingericht winkelgebied past bijvoorbeeld een strakke, moderne lichtmast, terwijl in een historische dorpskern een nostalgische lichtmast passender is.
Energiezuinige verlichting We gaan in de komende vijf jaren 15% besparen op het energieverbruik van openbare verlichting (gemiddeld 3% per jaar). Daarom bekijken we bij nieuwe locaties en bij renovaties altijd eerst kritisch of er alternatieven mogelijk zijn. Daarnaast willen we energie-besparing realiseren door vervanging van energie-inefficiënte lampen en door toepassing van dimbare (LED) verlichting.
Doelstelling is om de komende vijf jaren, gerekend vanaf 2010, 15% te besparen op het energieverbruik van openbare verlichting (gemiddeld 3% per jaar). Het verbruik van energie voor openbare verlichting in gemeente Boarnsterhim is al vanaf 2003 ongeveer 585.000 kWh. Er zijn sindsdien wel meer lichtmasten geplaatst maar door het toepassen van energiezuinige technieken en door het vervangen van de hogere wattage lichtmasten / armaturen is het verbruik redelijk constant.
Pagina 18
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
Met het vaststellen van het verdrag van Kyoto is overeengekomen dat de uitstoot van broeikasgas zoals kooldioxide (CO2) in 2012 met 6% in Nederland verminderd wordt (onder het niveau van 1990). Het niveau van 1990 is niet te achterhalen. Een doorrekening vanaf 1990 zou door de destijds toegepaste lampen een verbruik geven welke hoger uitkomt dan de huidige 585.000 kWh (sinds 2003) Gerekend wordt dat er voor 2012 het energie verbruik van de openbare verlichting afgenomen moet zijn met 6% van de huidige afname tot 549.000 kWh. Een substantieel deel van het totale gemeentelijke energieverbruik wordt verbruikt door openbare verlichting. Zowel om milieutechnische als om financiële redenen willen we het energieverbruik van de openbare verlichting in de komende jaren fors terugdringen naar 497.250 kWh per jaar in 2015 (= -15%), uitgaande van een gelijkblijvend aantal lichtmasten. Met deze doelstelling is de vastgestelde Kyoto-norm, vermindering van 6% energieafname, voor het jaar 2012 reëel en haalbaar. Bij nieuwe locaties, renovaties en bij vervanging altijd eerst kritisch bekijken of er alternatieven mogelijk zijn. Wanneer er sprake is van een situatie waarin vanuit verkeersveiligheidsoogpunt nieuwe verlichting gewenst is, dan kijken we eerst kritisch of er alternatieven mogelijk zijn. Is de functie het verlichten van objecten, dan kan reflectie of led-verlichting op het betreffende object een optie zijn. Ook voor het geleiden van verkeer door een bocht kan led-verlichting in de kantlijn van het wegdek – zogeheten actieve markering – vaak een goed alternatief zijn. Zijwegen kunnen bijvoorbeeld gemarkeerd worden met led-paaltjes. Per situatie zal beoordeeld worden of een alternatief mogelijk is. Belangrijke factoren daarbij zijn de maximaal toegestane snelheid van de weggebruiker, gemengde of uniforme verkeersstromen en overzichtelijkheid van de verkeerssituatie. Energiebesparing realiseren door versnelde vervanging van energie-inefficiënte lampen… De energie-inefficiënte lampen en armaturen zullen waar mogelijk versneld vervangen worden door energiezuinige alternatieven (vijf jaar). Vervolgens zullen investeringen met een terugverdientijd tussen vijf en tien jaar uitgevoerd worden, waarbij als uitgangspunt geldt dat geringe meerkosten acceptabel zijn als daarmee extra milieurendement wordt verkregen. Toepassing van dimbare verlichting. In de nachtelijke uren is de verkeersintensiteit minimaal. De openbare verlichting dan op volle sterkte laten branden is onnodige verspilling van energie (en dus geld) en bovendien een belangrijke bron van lichtvervuiling en lichthinder. Door de verlichting na 23:00 uur te dimmen, daalt het energieverbruik en de lichtvervuiling, terwijl er toch een egaal verlichtingsbeeld blijft. Dit in tegenstelling tot het om-en-om uitschakelen van lichtmasten, waarbij een onregelmatig verlichtingspatroon ontstaat met donkere plekken. Om die reden wordt gekozen voor dimmen in plaats van om-en-om uitschakelen. Met nieuwe technieken is het ook mogelijk om aanvullend te dimmen. Hiermee kan een zelf te bepalen dimregiem bepaald worden en is er geen tijd, zoals voorheen 23.00 uur, meer aan verbonden en zijn er meerdere schakelmomenten mogelijk. Het is zelfs mogelijk om tot 20% energieafname te dimmen. Waar dit vanuit oogpunt van verkeersveiligheid en sociale veiligheid mogelijk is, zal bij vervanging of renovatie van verlichtingsinstallaties dimbare verlichting toegepast worden. Het dimmen kan per lichtmast ingesteld worden, zodat het desgewenst mogelijk is om lichtmasten op bepaalde locaties – bijvoorbeeld kruispunten – wel op volle sterkte te laten branden.
Milieuvriendelijke verlichting
Pagina 19
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
Bij de keuze van materialen houden we rekening met de milieubelasting van de verschillende materialen. Gebruikte lichtmasten, armaturen en lampen die nog in goede staat zijn, worden zo veel mogelijk hergebruikt. Niet-herbruikbare materialen worden gerecycled.
Doelstelling is om bij de keuze van materialen rekening te houden met de milieubelasting van de verschillende materialen. Indien lichtmasten hergebruikt kunnen worden in combinatie met energie zuinige armaturen is dat meestal minder milieubelastend dan het aanschaffen van nieuwe verlichting. IJzeren masten verdienen niet de voorkeur, omdat deze om de paar jaar geschilderd moeten worden om roestvorming te voorkomen. Dit is zowel milieubelastend als kostenverhogend. Aluminium masten zijn weliswaar zeer goed recyclebaar, maar de productie van aluminium vergt erg veel energie en is daardoor milieubelastend. We kiezen daarom voor lichtmasten van gepoedercoat staal. Er worden geen asbestvoeten meer toegepast bij lichtmasten. De nog aanwezige lichtmasten met asbestvoeten – op dit moment 66 stuks – worden op korte termijn vervangen. Gebruikte lichtmasten, armaturen en lampen die nog in goede staat zijn, worden zo veel mogelijk hergebruikt. Veel materialen die vervangen worden bevinden zich nog in een redelijke staat, en zouden nog enige tijd op een andere plek gebruikt kunnen worden. Van de vervangen lichtmasten en armaturen worden de beste exemplaren bewaard. Deze kunnen gebruikt worden als tijdelijke verlichting op bijvoorbeeld een bouwterrein, bij wegwerkzaamheden of voor het herstellen van beschadigde masten door aanrijding of vernieling. Op dit moment vormt de beschikbaarheid van opslagruimte nog wel een knelpunt bij het bewaren van lichtmasten. Niet-herbruikbare materialen worden gerecycled. Ook aan het einde van hun levensduur zorgen verlichtingsmiddelen nog voor een belasting van het milieu. Op dat moment komen er immers afvalstoffen vrij. Met name voor lampen zou het zeer bezwaarlijk zijn als deze in het milieu terecht zouden komen, omdat deze veel schadelijke chemische stoffen – zoals kwik en fluorescentiepoeders – bevatten. Lampen worden daarom afgevoerd naar een erkende verwerker, waar ze gedemonteerd worden en gescheiden worden in verschillende materialen (bijvoorbeeld kwik, fluorescentiepoeders, metaal en glas). Deze vrijkomende materialen kunnen vervolgens opnieuw gebruikt worden bij de productie van lampen. Armaturen bestaan uit diverse onderdelen van verschillende materialen, waaronder veel kunststof of aluminium. Armaturen worden gedemonteerd en gescheiden aangeboden bij de afvalverwerking. Recyclebare materialen worden gerecycled. Lichtmasten zijn goed recyclebaar, met name ijzeren en aluminium lichtmasten. Vooral aluminiumschroot is gewild, omdat er veel vraag is naar zogeheten secundair aluminium (aluminium wat niet geproduceerd wordt uit bauxiet, maar uit omgesmolten aluminium-schroot).
Lichtvervuiling en lichthinder
Pagina 20
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
We zijn ons bewust van de nadelige gevolgen van lichtvervuiling en lichthinder. We willen daarom de natuurwaarden beschermen tegen lichtvervuiling door openbare verlichting in het buitengebied tot een minimum te beperken. Het aspect ‘lichthinder’ verdient bijzondere aandacht bij uitbreiding en vervangen van bestaande verlichtingsinstallaties.
Doelstelling is om nieuw aan te brengen verlichting en bij grootschalige vervanging dimbare armaturen toe te passen zodat een groot deel van lichthinder en vervuiling wordt ondervangen. We zijn ons bewust van de nadelige gevolgen van lichtvervuiling en lichthinder. Er is sprake van lichtvervuiling als overmatig gebruik van kunstlicht zorgt voor een verhoogde helderheid van de nachtelijke omgeving. Met name in natuurgebieden kan dit een nadelige invloed hebben op de flora en fauna. Uit onderzoeken blijkt dat lichtvervuiling een nadelig effect kan hebben op de biologische klok en de biologische kalender van dieren. Daarnaast kan overmatig kunstlicht in bepaalde omstandigheden ook effecten hebben op de groei van bomen en planten. Van lichthinder is sprake als verlichting door mensen als hinderlijk wordt ervaren. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om verblinding van weggebruikers of om licht als verstorende factor bij nachtelijke activiteiten, zoals sterrenkunde. Ook wanneer de nachtrust verstoord wordt door een lichtmast in de nabijheid van het slaapkamerraam is er sprake van lichthinder. Dit kan leiden tot slaapstoornissen en uiteindelijk zelfs depressies. Bovendien wordt blootstelling aan nachtelijk kunstlicht de laatste jaren in medische onderzoeken steeds vaker in verband gebracht met het ontstaan van tumoren en kanker. We willen daarom de natuurwaarden beschermen tegen lichtvervuiling door openbare verlichting in het buitengebied tot een minimum te beperken. In het landelijke gebied heeft openbare verlichting voornamelijk een functie voor het verkeer. Vaak wordt verlichting geplaatst om een bocht goed zichtbaar te maken of om de weggebruikers te attenderen op een zijweg, een fietsoversteekplaats, etcetera. Juist in deze situaties zijn vaak alternatieven mogelijk in de vorm van bijvoorbeeld led-verlichting in het wegdek of led-paaltjes. Dergelijke verlichtingsvormen verspreiden zeer weinig licht, en leveren daarom geen lichtvervuiling op. In situaties waarin openbare verlichting desondanks toch wenselijk wordt geacht, wordt habitatvriendelijke, groene verlichting toegepast. Zeker in natuurgebieden, zoals nationaal park Alde Feanen, mag (openbare èn particuliere) verlichting niet leiden tot lichtvervuiling, en moet dus habitatvriendelijke verlichting worden toegepast. Het aspect ‘lichthinder’ verdient bijzondere aandacht bij uitbreiding en vervangen van bestaande verlichtingsinstallaties. Bij renovatie of vervanging van een verlichtingsinstallatie in een woongebied moet zorgvuldig gekeken worden naar het aspect ‘lichthinder’. Bestaande lichthindersituaties moeten opgelost worden en nieuwe lichthindersituaties moeten voorkomen worden, bijvoorbeeld door weloverwogen plaatsing van lichtmasten (niet pal voor een slaapkamerraam) en door toepassing van gerichte armaturen of afscherming van een deel van het armatuur.
Betaalbare verlichting
Pagina 21
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
We zijn kritisch ten aanzien van het vervangingsmoment: een lichtmast wordt nooit uitsluitend op basis van de theoretische levensduur vervangen. Bij de keuze voor nieuwe verlichtingsinstallaties spelen naast de vervangingskosten ook de exploitatielasten een rol. De energiebesparingsmaatregelen leiden ook tot beperking van de kosten. Door standaardisatie van armaturen en lampen houden we de voorraadkosten laag.
Doelstelling is om bij vervanging van lichtmasten en armaturen vooraf een goede afweging te maken welk type mast gecombineerd met het soort armatuur, financieel en milieubelastend, de juiste keuze is voor de betreffende omgeving. We zijn kritisch ten aanzien van het vervangingsmoment: een lichtmast wordt nooit uitsluitend op basis van de theoretische levensduur vervangen. Om te voorkomen dat onnodig geld geïnvesteerd wordt in vervanging van oude, maar technisch nog in goede staat verkerende lichtmasten, worden alle lichtmasten door middel van een stabiliteitsmeting (3D-inspectie) geïnspecteerd zodra ze de leeftijd van dertig jaar bereiken. Wanneer uit de inspectie blijkt dat masten nog minimaal vijf jaar zonder problemen mee kunnen, en er geen andere redenen zijn om tot vervanging over te gaan, worden de masten gedurende de eerste vijf jaar niet vervangen. Na afloop van die periode worden de masten opnieuw geïnspecteerd. Soort verlichting LED (dimbaar) of PL (dimbaar) is vooraf geen vast gegeven! De ontwikkeling van LED verlichting gaat snel, zelfs zo snel dat verwacht wordt dat de lichtsterkte van LED verlichting binnen 10 jaar vertienvoudigt met de huidige beschikbare vermogens. Bij een grotere lichtsterkte, uitgedrukt in Lux, hoeven er minder lichtmasten te worden aangebracht voor een egaal verlichte openbare ruimte. Omgekeerd kan er met een lagere wattage armatuur een grotere lichtopbrengst worden gerealiseerd. Ook wordt er hard gewerkt om het mogelijk te maken dat er LED armaturen aangebracht kunnen worden op bestaande “oude” lichtmasten. Aanvullend kan er met conventionele PL verlichting in combinatie met aanvullende dimmogelijkheden een energiezuinige verlichting worden geplaatst. Met de huidige armaturen en vooral de dim- en schakelmogelijkheden, prijsstelling anno 2010, is het (in ieder geval op korte termijn) voordeliger om conventionele verlichting toe te passen. Het is verstandig om per locatie en vervangingsjaar een keuze te maken! Door de toenemende elektronica in de armaturen van de openbare verlichting is de afgelopen jaren de prijs voor een armatuur flink gestegen. Dit geldt zowel voor de LED armaturen als de conventionele verlichtingsarmaturen. De prijzen voor armaturen zijn globaal 40% duurder geworden, tot gemiddeld € 450 per armatuur. Het voordeel is dat de aanvullende investering door besparing op energielasten meestal binnen tien jaar terug kan worden verdiend. Bij de keuze voor nieuwe verlichtingsinstallaties spelen naast de vervangingskosten ook de exploitatielasten een rol. Bij aanleg van nieuwe verlichtingsinstallaties en renovatie of vervanging van bestaande installaties wordt niet alleen gekeken naar de investeringskosten, maar ook naar de jaarlijkse exploitatiekosten. Immers, een installatie die in aanleg iets duurder is kan wel leiden tot lagere energie- en exploitatiekosten, waardoor deze installatie op langere termijn in prijstechnisch opzicht toch de beste keuze kan zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij toepassing van longlifelampen, die in aanschaf duurder zijn dan traditionele lampen maar wel Pagina 22
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
twaalf jaar meegaan (de levensduur van traditionele lampen is gemiddeld drie jaar). Daardoor zijn longlifelampen ondanks de hogere aanschafkosten over de totale levensduur bekeken meestal voordeliger. De energiebesparingsmaatregelen leiden ook tot beperking van de kosten. Energiebesparing zal de komende jaren een belangrijk thema zijn binnen het verlichtingsbeleid. Een lager energieverbruik zal automatisch leiden tot verlaging van de kosten. In sommige situaties, wanneer er een forse investering nodig is om de energiebesparing te realiseren, kan het financiële voordeel per saldo beperkt zijn. In andere gevallen kan met een geringe investering een forse energiebesparing gerealiseerd worden, bijvoorbeeld door aanpassing van de branduren/schakeltijden. Door standaardisatie van armaturen en lampen houden we de voorraadkosten laag. De gemeente Boarnsterhim conformeert zich aan het standaard materialenpakket van de Stichting OV Fryslân. Door het gebruik van lichtmasten, armaturen en lampen zoveel mogelijk te standaardiseren worden de voorraadkosten laag gehouden en worden inkoopvoordelen behaald, wat zich vertaalt in lagere exploitatielasten. Slechts in bijzondere situaties wordt afgeweken van het standaardpakket, bijvoorbeeld in centrumgebieden of in haven-/watersportgebieden. De nieuwste ontwikkeling is dat “oudere” typen armaturen aangeboden worden met LED verlichting. Op die manier kan er gebruik gemaakt worden van de oude lichtmasten. Indien de onderlinge afstand van de lichtmasten gelijk kan blijven en de vervangingskosten minimaal hoger zijn, is het een interessante vervangingsoptie. Momenteel betreft dit alleen lichtmasten welke geschikt zijn voor woon- en verblijfsgebieden. Dit soort gebieden komt het meest voor binnen gemeente Boarnsterhim!
Pagina 23
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
4
GEBIEDSGERICHTE VERLICHTING
In het voorgaande hoofdstuk is beschreven hoe de gemeente Boarnsterhim op hoofdlijnen met openbare verlichting om wil gaan. Per gebiedstype wordt een korte samenvatting gegeven van de relevante beleidsaspecten, en wordt dit vertaald in toe te passen materialen, alternatieven en verlichtingsniveau’s. HOOFDWEGEN Korte omschrijving gebiedstype
Samenvatting beleid
Mogelijke alternatieven en technieken
Verlichtingsniveau
Standaardisatie
Onder hoofdwegen verstaan we wegen die in de wegencategorisering aangeduid zijn als stroomweg of gebiedsontsluitingsweg. Het betreft wegen die in beginsel een belangrijke verkeersfunctie hebben. Het aspect ‘sociale veiligheid’ is op hoofdwegen minder aan de orde. Hoofdwegen binnen de bebouwde kom worden in principe verlicht, vanwege de veelvuldige interactie met andere (langzame) verkeersstromen. Buiten de bebouwde kom geldt het uitgangspunt ‘nee, tenzij…’. Wanneer een knelpunt vraagt om plaatsing van verlichting, wordt in eerste instantie bekeken of het knelpunt opgelost kan worden met alternatieve maatregelen. Pas wanneer het knelpunt niet op een minstens even verkeersveilige wijze opgelost kan worden met alternatieven, komt plaatsing van openbare verlichting in beeld. Gaat het om het verlichten van objecten, dan kan reflectie of ledverlichting op het betreffende object een optie zijn. Ook voor het geleiden van verkeer door een bocht is led-verlichting in de kantlijn van het wegdek vaak een goed alternatief. Datzelfde geldt voor het zichtbaar maken van rotondes. Zijwegen kunnen bijvoorbeeld gemarkeerd worden met led-paaltjes. Binnen de bebouwde kom gelden de NPR-richtlijn als uitgangspunt. Buiten de bebouwde kom wordt in principe alleen incidenteel oriëntatieverlichting toegepast, en dan nog alleen als er geen geschikte alternatieven voorhanden zijn. Er worden geen hele wegvakken verlicht. Binnen bebouwde kom: Libra (Industria), lph 5,5 m, PLL 36W. (dimbaar) Buiten bebouwde kom: Libra (Industria) , lph 7,5 m, SON (T) 55W. (dimbaar) (LED variant indien leverbaar)
VERBLIJFSGEBIEDEN Korte omschrijving gebiedstype
Samenvatting beleid
Mogelijke alternatieven en technieken
Verlichtingsniveau
Verblijfsgebieden zijn woon- en winkelstraten binnen de bebouwde kom, en wegen met een ondergeschikte verkeersfunctie (erfontsluitingswegen) buiten de bebouwde kom. Typerend voor dergelijke wegen is dat er meestal sprake is van menging van verschillende soorten verkeer (zoals auto’s en fietsers) op dezelfde weg. Deze menging met langzaam (en soms niet-verlicht) verkeer maakt dat hier hogere eisen worden gesteld aan het verlichtingsniveau. Ook het feit dat door de aanwezigheid van fietsers en voetgangers de sociale veiligheid een belangrijke rol speelt draagt bij aan het gewenste verlichtingsniveau. Woon- en winkelstraten binnen de bebouwde kom worden verlicht. Erfontsluitingswegen buiten de bebouwde kom worden in principe niet verlicht. Alleen waar bij duisternis verkeersonveilige situaties ontstaan die niet met alternatieven op te lossen zijn, wordt verlichting geplaatst. Buiten de bebouwde kom worden zijwegen aangegeven met led-paaltjes. Gevaarlijke bochten worden gemarkeerd met led-verlichting in het wegdek. T-splitsingen, obstakels, etc worden aangegeven met schikhekken en reflectoren. In rustige woonstraten met een lage verkeersintensiteit kan volstaan worden met een verlichtingsniveau iets onder het NPR-niveau. Op erfontsluitingswegen met een relatief hoge verkeersintensiteit geldt het Pagina 24
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
Standaardisatie
minimale niveau van de NPR als richtlijn, maar hier wordt wel praktisch mee omgegaan. Dit betekent dat bij het opstellen van nieuwe verlichtingsplannen logisch gekeken wordt naar locaties en afstand tussen lichtmasten, ook als dit zou resulteren in een iets lager verlichtingsniveau. In rustige straten kunnen de lichtmasten na 23:00 uur gedimd worden. Eventueel kan op bepaalde locaties en/of op bepaalde weekdagen gekozen worden voor een afwijkend tijdstip voor het dimmen. Binnen bebouwde kom: Bobek 2150 (nieuwbouwwijken) of Indu 2000 (oudere wijken) (beiden Industria), lph 4,00 m of 4,50 m, 42W PLT, (gedimd). Buiten bebouwde kom: Libra (Industria), lph 5,0 m, 36W PLL, (gedimd). In de nabije toekomst behoren LED varianten (zelfde armaturen) ook tot de standaard toepassing.
FIETS- EN VOETPADEN Korte omschrijving gebiedstype
Dit betreft vrijliggende fiets- en voetpaden en trottoirs.
Samenvatting beleid
Fiets- en voetpaden binnen de bebouwde kom worden in principe verlicht. Er wordt echter zeer terughoudend omgegaan met het verlichten van paden buiten de bebouwde kom. Alleen wanneer het voor de verkeersveiligheid of sociale veiligheid noodzakelijk wordt geacht, wordt verlichting geplaatst op bepaalde locaties. Het verloop van een (fiets)pad buiten de bebouwde kom kan aangegeven worden met led-markering in de rand van het pad of met lage led-paaltjes langs het pad. Bij fiets- en voetpaden binnen de bebouwde kom wordt aangesloten bij het verlichtingsniveau op de naastliggende wegen. Als daar een verlichtingsniveau geldt dat iets onder het NPR-niveau ligt, dan geldt dit ook voor het betreffende fiets- of voetpad. Binnen bebouwde kom: Indu 2000 (Industria), lph 4,0 m, 42W PLT, gedimd. Buiten bebouwde kom: Indu 2000 (Industria), lph 4,0 m, 42W PLT, gedimd. In de nabije toekomst behoren LED varianten (zelfde armaturen) ook tot de standaard toepassing
Mogelijke alternatieven en technieken Verlichtingsniveau
Standaardisatie
SEMI-OPENBARE RUIMTE Korte omschrijving gebiedstype
Samenvatting beleid
Mogelijke alternatieven en technieken Verlichtingsniveau Standaardisatie
Semi-openbare ruimtes zijn alle ruimtes die niet tot het openbare gebied behoren, maar die wel voor eenieder openbaar toegankelijk zijn, bijvoorbeeld achterpaden en sommige parkeerplaatsen bij bedrijven. Achterpaden worden in principe niet verlicht. Alleen in wijken waar gekozen is voor toepassing van het Politiekeurmerk Veilig Wonen wordt wel verlichting geplaatst bij achterpaden. Overige semi-openbare ruimtes worden door de gemeente niet verlicht; dit is de verantwoordelijkheid van de desbetreffende eigenaar. Niet van toepassing. Niet van toepassing. Pathfinder (Industria), lph 3,5 m, zonder uithouder, 10W PLL, (indien mogelijk gedimd).
Pagina 25
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
5
UITVOERINGSPROGRAMMA 2011-2015
Achterstallig onderhoud, regulier onderhoud, vervanging, uitbreiding, … Er is de komende jaren nog veel te doen op het gebied van openbare verlichting. In dit hoofdstuk is voor de periode 2011-2015 beschreven wat er moet gebeuren, in welk jaar dit gepland is en wat de kosten daarvan zijn.
Achterstallig onderhoud lichtmasten en armaturen Technisch versleten lichtmasten De gemiddelde technische levensduur van lichtmasten bedraagt veertig jaar. De gemeente Boarnsterhim heeft relatief weinig verouderde lichtmasten. Circa 1,5% (54 stuks) van het lichtmastenbestand is ouder dan veertig jaar en 26 stuks (0,7%) ouder dan vijftig jaar. Het overgrote deel van de verouderde lichtmasten hebben nog een asbesthoudende betonvoet en worden om die reden al op korte termijn vervangen. Wanneer de levensduur van lichtmasten verstreken is, kunnen de onderhoudskosten fors toenemen en kunnen onveilige situaties ontstaan. Het is daarom belangrijk om technisch versleten lichtmasten tijdig te vervangen. De werkelijke levensduur kan sterk afwijken van de gemiddelde termijn van veertig jaar. Naast het materiaal waarvan de mast gemaakt is en het type conservering zijn ook diverse externe factoren van invloed op de levensduur zoals; de mate van milieuvervuiling ter plaatse van de mast, de verkeersintensiteit, de bodemgesteldheid, het gebruik van strooizout en het uitlaten van honden. Aan de buitenkant van een lichtmast is echter niet altijd te zien of deze technisch versleten is. Om te voorkomen dat onnodig geld besteed wordt aan vervanging van oude, maar technisch nog in goede staat verkerende lichtmasten, zullen de 141 lichtmasten die ouder zijn dan dertig jaar maar jonger dan veertig jaar door middel van een 3D-inspectie geïnspecteerd worden. Op basis van de resultaten van deze inspectie zal bepaald worden welke lichtmasten in de komende jaren vervangen moeten worden, en welke lichtmasten nog minimaal vijf jaren kunnen blijven staan. De kosten van de 3D-inspectie bedragen € 50 per lichtmast. De kosten per te vervangen lichtmast bedragen € 1.150 (prijspeil 2010). Dit bedrag is opgebouwd uit € 1.000 voor aanschaf, plaatsing en aansluiting van de nieuwe lichtmast inclusief armatuur, en € 150 voor verwijderen en afvoeren van de oude mast en armatuur. onderdeel Lichtmasten > 40 jaar
hoeveelheid 80
eenheid stuks
eenheidsprijs € 1.150
totaal € 92.000
Lichtmasten met asbestvoet De gemeente Boarnsterhim heeft nog 66 lichtmasten met een asbestvoet. Het gaat om oudere lichtmasten die in de meeste gevallen al afgeschreven zijn en dus vervangen kunnen worden. De meerkosten voor het afvoeren van de asbestvoet bedragen € 165 per lichtmast (prijspeil 2010). onderdeel Lichtmasten met asbestvoet Technisch versleten armaturen
hoeveelheid 66
eenheid stuks
eenheidsprijs € 165
totaal € 10.890
Armaturen hebben een kortere levensduur dan lichtmasten. Doorgaans wordt uitgegaan van een technische levensduur van twintig jaar, zodat de armaturen halverwege de levensduur van de mast vervangen kunnen Pagina 26
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
worden. Bij oudere armaturen gaat de lichtopbrengst omlaag en de storingsfrequenties omhoog, wat leidt tot lagere veiligheid en hogere exploitatiekosten. In Boarnsterhim zijn 584 armaturen aanwezig zijn die hun technische levensduur overschreden hebben. De vervangingskosten bedragen gemiddeld € 450 per armatuur (prijspeil 2010).
onderdeel Vervangen armaturen > 20 jaar
hoeveelheid 584
eenheid stuks
eenheidsprijs € 450
totaal € 262.800
Strategie wegwerken onderhoudsachterstand De hoogste prioriteit ligt bij het vervangen van de oudere lichtmasten (met asbestvoet). Aangezien deze lichtmasten al afgeschreven zijn, valt dit samen met het vervangen van technisch versleten lichtmasten. In totaal hebben 54 lichtmasten hun technische levensduur overschreden. Deze vervanging is in 2010 opgestart. Omdat de lichtmasten met asbesthoudende betonvoeten hoge oude masten en dus met meestal energie inefficiënte lampen betreft wordt er vooraf onderzocht of het mogelijk is om een gelijksoortige mast teruggeplaatst moet worden. In veel gevallen kan er worden volstaan met een zuiniger lichtmast of armatuur. In enkele gevallen kan de lichtmast compleet worden verwijderd. Dit levert in 2011 de eerste besparing op. Naast lichtmasten moet ook een groot aantal armaturen vervangen worden vanwege het overschrijden van de technische levensduur. Geadviseerd wordt om deze werkzaamheden te combineren met het reguliere onderhoud en gelijkmatig te spreiden over een periode van 10 jaar. Het vervangen van de armaturen wordt gecombineerd met het energiezuiniger maken van de OV installatie. De oude armaturen worden vervangen door dimbare PL (conventioneel) of LED armaturen.
Indien de vervanging niet uitgevoerd wordt kan de beoogde besparing van 3% per jaar op energiekosten niet worden gerealiseerd.
De totale onderhoudsachterstand bedraagt € 365.690 (prijspeil 2010). De komende 10 jaar wordt het achterstallig onderhoud in combinatie met het reguliere onderhoud uitgevoerd waarbij het achterstallige deel ingepland wordt in de periode 2011 – 2015.
Regulier onderhoud en beheer Administratief beheer door ZIUT (Liandyn) Het administratieve beheer van het verlichtingsbestand wordt uitgevoerd door Liandyn, inclusief het verwerken van storingsmeldingen en mutaties in het lichtmastenbestand. De totale kosten voor dit administratieve beheer bedragen € 15.385 per jaar (prijspeil 2010).
Technisch onderhoud door ZIUT (Enexis IP Lighting) Tot de onderhoudswerkzaamheden die uitgevoerd worden door ZIUT (Voorheen Enexis IP Lighting) behoren het vervangen van lampen (lampremplace), het schilderen van ijzeren lichtmasten, het rechtzetten van lichtmasten en het verhelpen van storingen. De totale kosten van het onderhoud bedragen gemiddeld Pagina 27
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
€ 82.946 per jaar (prijspeil 2010). Ook het herstellen van beschadigde lichtmasten door aanrijding of vandalisme behoort tot de onderhoudswerkzaamheden. Herstel schade en vandalisme Met enige regelmaat wordt een lichtmast beschadigd door een aanrijding, vandalisme of een andere externe oorzaak zoals storm of sneeuwschuiven. Het herstel van dergelijke schades, of indien nodig het vervangen van de beschadigde lichtmasten, wordt uitgevoerd door ZIUT. De kosten kunnen per jaar sterk fluctueren, omdat deze afhankelijk zijn van het werkelijke aantal schades in een bepaald jaar. Op basis van ervaringscijfers worden de kosten geraamd op gemiddeld € 20.000 per jaar. Indien aangetoond kan worden dat een lichtmast beschadigd is door aanrijding zonder dat de dader bekend is worden de kosten deels vergoed door het waarborgfonds. De extra lasten voor het herstellen van schade komt nu nog ten laste van het product Openbare Verlichting dit betekent automatisch dat er minder middelen beschikbaar zijn voor regulier onderhoud.
Vervanging (inclusief achterstallig) Tot het jaar 2020 zullen 470 + 80 lichtmasten de technische levensduur bereiken. Dit betekent dat jaarlijks vanaf 2011 gemiddeld 55 lichtmasten vervangen moeten worden. De kosten daarvan bedragen € 1.150 per lichtmast inclusief armatuur en € 700 exclusief armatuur (prijspeil 2010). De keuze welke lichtmasten vervangen worden, wordt (mede) gemaakt op basis van de resultaten van 3Dinspecties. De kosten voor deze inspecties bedragen € 50 per lichtmast. Aanvullend moeten jaarlijks 194 armaturen (800 + 584 + 550 stuks komende 10 jaar) vervangen worden. De kosten hiervan bedragen € 450 per armatuur (prijspeil 2010). onderdeel Vervangen lichtmasten Inspecties Vervanging armaturen
hoeveelheid 55 55 194
eenheid stuks stuks stuks
eenheidsprijs € 700 € 50 € 450
totaal € 38.500 € 2.350 € 87.300 € 128.150
Het uitgangspunt was om in 2010 de eerste verouderde lichtmasten en armaturen te vervangen. De financiële middelen waren in 2010 niet definitief beschikbaar. Omdat de vervanging van armaturen en lichtmasten in 2010 niet gerealiseerd is worden de vervangingshoeveelheden toegevoegd aan de jaren 2011 en 2012. In 2011 worden 35 lichtmasten en 129 armaturen toegevoegd aan de totale hoeveelheid. In 2012 zijn dit 20 lichtmasten en 65 armaturen.
Totaal overzicht voor onderhoudsachterstand en preventief (groot) onderhoud ziet er voor de komende 5 jaar als volgt uit:
Extra kosten lichtmasten met asbestvoet
2011 € 10.890
2012
2013
2014
2015
Pagina 28
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
Inspectie verouderde lichtmasten Vervangen lichtmasten inclusief achterstallig Vervangen armaturen inclusief achterstallig
€ 2.350 € 59.500
€ 2.350 € 56.000
€ 2.350 € 38.500
€ 2.350 € 38.500
€ 2.350 € 38.500
€ 145.350
€ 116.550
€ 87.300
€ 87.300
€ 87.300
€ 174.900
€ 128.250
€ 128.250
€ 128.250
€ 218.090
Het volgende overzicht geeft de aantallen te vervangen lichten en armaturen weer voor de periode 2011 – 2020. Aantal/jaar Bedrag Totaal Aantal lichtmasten 2010 - 2020 55 € 700 € 38.500 Aantal armaturen 2010 - 2020 194 € 450 € 87.300 Extra lichtmasten 2011 (uitstel 2010) € 700 30 € 21.000 Extra armaturen 2011 (uitstel 2010) 129 € 450 € 58.050 Extra lichtmasten 2012 (uitstel 2010) 25 € 700 € 17.500 Extra armaturen 2012 (uitstel 2010) 65 € 450 € 29.250
Pagina 29
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
6
FINANCIELE MIDDELEN
Dit hoofdstuk gaat in op de financiële middelen die nodig zijn voor de uitvoering van het in hoofdstuk vijf beschreven uitvoeringsprogramma. Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar achterstallig onderhoud en regulier onderhoud en beheer.
Benodigde middelen wegwerken onderhoudsachterstand De totale onderhoudsachterstand bedraagt € 365.690 (prijspeil 2010). Deze onderhoudsachterstand wordt in de periode 2011-2015 weggewerkt. In hoofdstuk vijf is aangeven op welke wijze en in welke volgorde dat zal gebeuren. De onderstaande financiële consequenties zijn gebaseerd op dat voorstel.
Benodigd structureel onderhoudsbudget In het onderstaande overzicht is weergegeven welke bedragen jaarlijks nodig zijn voor het reguliere beheer en onderhoud van de openbare verlichtingsinstallatie. De basis voor het onderstaande overzicht is hoofdstuk vijf. Op de bedragen uit dat hoofdstuk (prijsniveau 2010) was oorspronkelijk een indexering van 2% per jaar toegepast en een daling van het energieverbruik van 3% per jaar. Uitgangspunt zijn de kosten van 2010 zonder kostenstijging voor de jaren 2011 t/m 2015. De te realiseren daling van het verbruik wordt wel meegenomen per 2012. Ter vergelijking zijn ook de bedragen uit de productenraming 2009 opgenomen.
Energieverbruik Onderhoud Administratief beheer Inspecties Doorbelasting afschrijving Doorbelasting rentekosten Struct.Voorgen. kapitaallasten Incident.Voorgen. kapitaallasten Interne kosten
2009 € 151.837*) € 8.086 € 80.484
2011 € 100.000 € 82.946 € 15.693 € 2.412 € 79.326
2012 € 97.087 € 82.946 € 15.693 € 2.412 € 77.531
2013 € 94.259 € 82.946 € 15.693 € 2.412 € 75.764
2014 € 91.514 € 82.946 € 15.693 € 2.412 € 71.578
2015 € 88.849 € 82.946 € 15.693 € 2.412 € 67.392
€ 45.538
€ 41.528
€ 37.562
€ 33.686
€ 29.896
€ 26.396
-
€ 18.998
€ 34.635
€ 45.634
€ 56.320
€ 66.740
-
€ 9.499-
€ 7.928-
€ 5.809-
€ 5.809-
€ 5.809-
€ 285.945 € 4.174
€ 331.404 € 33.488
€ 339.938 € 33.488
€ 344.584 € 33.488
€ 344.550 € 33.488
€ 344.619 € 33.488
*) Dit is één post in de begroting (‘energieverbruik en vervanging’) en heeft betrekking op energieverbruik, vervangingen, schade/vandalisme en beheerkosten. Sinds 2007 heeft de gemeente vervanging van openbare verlichting direct ten laste gebracht van de exploitatie. In de periode 1987 – 2006 werd het vervangen geactiveerd. In het artikel 12 rapport wordt vooralsnog uitgegaan van het activeren van de investeringen benodigd voor het vervangen van openbare verlichting. In de Begroting 2011 is, uitgaande van het activeren van de vervanging, € 388.185 beschikbaar voor het product “Openbare verlichting”.
Pagina 30
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
7
DOELSTELLINGEN EN BESLISPUNTEN
Doelstelling Veilige verlichting Om aan deze doelstelling te kunnen voldoen is het streven om de openbare verlichting binnen de bebouwde kom aan te brengen overeenkomstig de richtlijn NPR13201-1. Het overgrote deel van de verlichting in gemeente Boarnsterhim is al geplaatst op basis van de gestelde richtlijnen. Momenteel wordt er gewerkt aan nieuwe richtlijnen waarbij rekening gehouden wordt met energiebesparende maatregelen zoals LED verlichting en dimmen. Doelstelling Beleving van verlichting Doelstelling is om openbare verlichting zo aan te brengen dat de gelijkmatigheid van de verlichting goed verdeeld is ook bij schakeling van avond naar nacht of naar een mogelijke dimstand. De kleur van openbare verlichting is een belangrijk onderdeel voor de sfeerbepaling tijdens avond en nacht. Doelstelling Energiezuinige verlichting Doelstelling is om de komende vijf jaren, gerekend vanaf 2011, 15% te besparen op het energieverbruik van openbare verlichting (gemiddeld 3% per jaar). Doelstelling Milieuvriendelijke verlichting Doelstelling is om bij de keuze van materialen rekening te houden met de milieubelasting van de verschillende materialen. Indien lichtmasten hergebruikt kunnen worden in combinatie met energie zuinige armaturen is dat meestal minder milieubelastend dan het aanschaffen van nieuwe verlichting. Doelstelling Lichtvervuiling en lichthinder Doelstelling is om nieuw aan te brengen verlichting en bij grootschalige vervanging dimbare armaturen toe te passen zodat een groot deel van lichthinder en vervuiling wordt ondervangen. Doelstelling Betaalbare verlichting Doelstelling is om bij vervanging van lichtmasten en armaturen vooraf een goede afweging te maken welk type mast gecombineerd met het soort armatuur, financieel en milieubelastend, de juiste keuze is voor de betreffende omgeving.
Pagina 31
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
8
BEGRIPPEN EN AFKORTINGEN
Afkortingen esva LED lph NPR NSVV PL PV SON SOX TL vsa
elektronisch voorschakelapparaat Light Emitting Diode lichtpunthoogte Nederlandse Praktijk Richtlijn Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde lagedrukkwikdamplamp Photo Voltaic = op basis van zonne-energie hogedruknatriumlamp lagedruknatriumlamp lagedrukkwikdamplamp voorschakelapparaat
Begrippen Actieve markering
Avondbrander Botsvriendelijke lichtmasten Dimmen Groepsremplace Habitatvriendelijke verlichting Kleurweergave Longlifelampen Luminantie Monochromatisch licht Nachtbrander Oriëntatieverlichting
Remplace Schakeltijden Secundair aluminium Semi-openbare ruimten
Een rij lichtpunten die is aangebracht in of tussen de normaal aanwezige markering op de rijbaan. Door deze lichtpunten wordt voor de weggebruiker het verloop van de weg zichtbaar, ook buiten het bereik van koplampen. Lichtmast waarvan de verlichting gedurende de avond brandt, maar ’s nachts uitgeschakeld is. Lichtmasten die bij een aanrijding gemakkelijk buigen, waardoor een deel van de energie van de aanrijding geabsorbeerd wordt. De gevolgen voor bestuurder van het voertuig zijn daardoor doorgaans minder ernstig. Beperken van de energietoevoer naar een lamp, waardoor enerzijds de lichtopbrengst afneemt en anderzijds het energieverbruik daalt. Lampen na een bepaald aantal branduren grootschalig vervangen. Verlichting die weinig of geen lichtvervuiling oplevert, en het bioritme en ingebouwde kompas van dieren niet verstoort. Het effect van een lichtsoort op de kleurindruk van voorwerpen bij bewuste of onbewuste vergelijking met hun kleurindruk onder een referentielichtsoort. Lampen met een levensduur die vele malen hoger is dan de levensduur van traditionele lampen (twaalf jaar versus drie jaar). Licht wat in de richting van de weggebruiker wordt gereflecteerd, uitgedrukt in candela per vierkante meter (cd/m2). Licht waarbij kleuronderscheid van voorwerpen niet mogelijk is. Lichtmast waarvan de verlichting gedurende de hele nacht blijft branden. Dit in tegenstelling tot een avondbrander. Verlichting die aangebracht is op verder onverlichte wegen en plaatsen, waar moeilijke en/of minder veilige situaties worden verwacht, bijvoorbeeld bochten en zijwegen. Vervanging van lampen en/of armaturen. Tijdstippen waarop de openbare verlichting in- en uitgeschakeld wordt. Aluminium wat niet geproduceerd is uit bauxiet, maar uit omgesmolten aluminiumschroot. Ruimten die geen eigendom zijn van de gemeente, maar die wel voor eenieder Pagina 32
BELEIDSNOTA OPENBARE VERLICHTING
Verkeersintensiteit Visuele geleiding Wegdekluminantie
vrij toegankelijk zijn (bijvoorbeeld achterpaden bij woningen). Het aantal voertuigen dat een bepaald punt passeert gedurende een bepaalde periode, meestal een etmaal. Het verschijnsel dat de plaatsing van lichtbronnen bijdraagt aan het zichtbaar maken van het verloop van de weg op grotere afstand. Licht wat op het wegdek valt wordt in verschillende richtingen gereflecteerd. Het licht wat in de richting van de weggebruiker wordt gereflecteerd noemt men de wegdekluminantie. De wegdekluminantie wordt mede bepaald door de reflectieeigenschappen van het wegdek.
Pagina 33