OPENBARE WERKEN Belangrijk thema in het beleid, al is het maar omdat het één van de meest zichtbare elementen van beleidsvoering is voor de mensen, is openbare werken. Duidelijk is dat er ook in de komende legislatuur werk gemaakt moet worden van aanleg en onderhoud van wegen en waterwegen, fietspaden, … Veel is al verwezenlijkt, maar er is duidelijk nog steeds een inhaalbeweging nodig voor West-Vlaanderen. Het invullen van verschillende missing links, de aanpak van gevaarlijke punten, de overdracht van de provinciewegen, baggerwerken van onze rivieren en kanalen, … het kost allemaal geld. Met CD&V pleiten we er dan ook voor dat er in elk geval voldoende geld wordt vrijgemaakt voor ‘de openbare werken’ in onze provincie.
Samenwerking met de gemeenten
openbare werken
Het decreet over de mobiliteitsconvenanten is de basis voor overeenkomsten rond de realisatie van de projecten van het lokaal mobiliteitsbeleid. Vandaag bestaan er 19 modules elk met een specifiek doel. Zo zijn er modules voor de subsidiëring van planning en studies, modules voor de uitbouw van een kwaliteitsvol openbaar vervoer, modules voor infrastructuur, schoolomgeving, flankerende maatregelen en modules infrastructuur specifiek voor fietsers. Het afsluiten van alle modules van het mobiliteitsconvenant gebeurt door de minister van Openbare Werken en de minister van Mobiliteit. Voor de goedkeuring van het project wordt gebaseerd op het advies van de inspectie van Financiën en van de auditor van de Provinciale Auditcommissie (PAC). Onze voorstellen • Een belangrijk aandachtspunt tijdens de discussie was dat er twee ministers verantwoordelijk zijn voor eenzelfde mobiliteitsconvenant. Het is belangrijk dat het signaal wordt gegeven dat Mobiliteit en Openbare Werken het best in handen van één minister vallen. • Een ander aandachtspunt was de onteigeningsprocedure. Deze procedure sleept lang aan. (Het aankoopcomité is federaal georganiseerd en bovendien ondermand). • Het bestaan van het convenant en de verschillende modules mag niet betekenen dat de zaken soms gefragmenteerd bekeken worden. Zo kan het dat een weg heraangelegd wordt, maar dat 43
de fietspaden vergeten worden of er fietspaden worden aangelegd terwijl de weg er slecht bij blijft liggen. Voor de gewestwegen moeten concrete oplossingen uitgewerkt worden, die moeten toelaten om deze projecten als één geheel te benaderen.
Aanleg nieuwe fietspaden In West-Vlaanderen worden momenteel door het Vlaams gewest fietspaden aangelegd: • Langs de N391 te Zwevegem en Harelbeke • Langs de N382 te Wielsbeke en Oostrozebeke • Langs de N382 in de doortocht te Anzegem • Langs de N8 in de doortocht te Avelgem • Langs de N382a te Anzegem (Kaster) en Avelgem (Kerkhove) • Langs de N375 tussen Klijte en Loker • Tussen Lo en Reningebrug • Langs de N8 Zonnebeke – Geluveld – aanliggend enkelrichtingsfietspad • Langs de N9 Brugge – Zuienkerke: aanleg fietspaden Oostendsesteenweg
openbare werken
Onze voorstellen Fietspaden die in de komende 5 jaar moeten worden aangepakt: • Langs de N382 te Oostrozebeke en Ingelmunster • Langs de N357 te Ingelmunster • Langs de N357 te Izegem • Langs de N50 te Kortrijk (Bellegem, Kooigem) en Spiere-Helkijn • Langs de N43 te Kortrijk (Marke, Aalbeke). Ook volgende gemeenten zijn vragende partij voor de aanleg van betere of nieuwe fietspaden: Beernem – Wingene, oa langs de N370, Zedelgem in de Rembertstraat in Veldegem, De Haan langs de Driftweg tussen Wenduine en De Haan, … De regering zal dan ook moeten kijken of er hiervoor in de volgende legislatuur ruimte vrijgemaakt kan worden.
44
Trage en landelijke wegen Een trage weg is elke weg die bedoeld en geschikt is voor niet-gemotoriseerd verkeer. Met een dicht netwerk van trage wegen worden mensen gestimuleerd om te voet of met de fiets te gaan in plaats van de wagen te nemen. Trage wegen zijn een verkeersveilig en duurzaam alternatief voor verplaatsingen richting winkel, school of werk. Bovendien vormen ze vaak een korte en dus snelle verbinding. Gemeenten zijn wegbeheerder van het lokaal wegennetwerk, dus ook van de trage wegen. Zij zijn dus ook verantwoordelijk voor het onderhoud ervan. Kortrijk is een van de 20 gemeenten die zich laten begeleiden om trage wegen in kaart te brengen. Ook Houthulst, Hooglede en De Haan brachten ondertussen hun trage wegen in kaart. Naast de trage wegen hebben we nog de landelijke wegen. Het verschil met een trage weg is dat deze landelijke wegen ook geschikt zijn voor gemotoriseerd verkeer en vaak al geasfalteerd zijn. Onze voorstellen Tijdens de volgende legislatuur moeten de trage wegen in West-Vlaanderen volledig in kaart worden gebracht en operationeel zijn. Daarbij is het belangrijk dat respect aanwezig is voor het hoofddoel van de omgeving. Dat kan landbouw zijn, natuur, recreatie, … Het herstel van landelijke wegen dient te gebeuren door de gemeente. De kostprijs loopt hier echter vaak hoog op. Vandaar dat we met CD&V pleiten voor hulp vanuit Vlaanderen bij het herstel van deze wegen.
Het Octopusplan De verbetering van de veiligheid van schoolomgevingen blijft een belangrijk aandachtspunt. Daarom werd het instrument dat hiervoor in het kader van het mobiliteitsconvenant (module 10) werd gemaakt, bijgestuurd zodat meer precieze maar ook sneller te realiseren maatregelen meer aandacht krijgen. Een wijziging in het toepassingsgebied laat ook een meer logische afbakening toe. Het doel is dat voor hetzelfde budget meerdere schoolomgevingen verkeersveiliger worden gemaakt. Tot 31 december 2007 zijn er reeds 136 moduleteksten 10 ondertekend. Jabbeke en Menen zijn 2 gemeenten uit onze provincie die hier het goeie voorbeeld geven.
openbare werken
45
Onze voorstellen Het verkeersveiliger maken van de schoolomgevingen kan verschillende invullingen krijgen. De praktijk toont ons dat de nodige infrastructuurwerken meestal wel snel uitvoering krijgen. Probleem ligt hem echter bij de flankerende maatregelen die minstens even belangrijk zijn, maar die veel minder aandacht krijgen. Denken we hier bv aan het opleiden en inzetten van opzichters aan de schoolpoorten, het opvolgen van allerhande enquêtes over een verkeersveilige schoolomgeving die ouders, leerlingen en leerkrachten invulden,… CD&V blijft voor de volgende legislatuur dan ook aandacht vragen voor verkeersveilige schoolomgevingen en de octopusplannen. Daarbij zal het zeer belangrijk zijn meer aandacht te schenken aan de zogenaamde ‘flankerende maatregelen’. Dat we bij CD&V niet van plan zijn bij de pakken te blijven zitten, mocht trouwens al duidelijk blijken met de terug-naar-school actie van september 2008. In onze afdeling Zonnebeke werden op dat moment bijvoorbeeld opzichters voor aan de schoolpoorten gezocht.
Investeren in bijkomende infrastructuur en onderhoud Missing links
openbare werken
In West-Vlaanderen lopen er vier grote projecten voor primaire gewestwegen (categorie I): 1. A19 / N 8 Wegverbinding Ieper – Veurne Op vrijdag 7 november 2008 zette de Vlaamse Regering dan ook unaniem het licht op groen voor de realisatie van de nieuwe verbindingsweg Ieper-Veurne, in de volksmond nog altijd de A 19. De studies over de wegverbinding tussen Ieper en Veurne zijn uitgevoerd. Eind maart 2008 maand was het plan-MER gefinaliseerd. De uitvoeringsplannen voor de wegeniswerken tussen Veurne en Beauvoorde zijn in opmaak. Normaliter zijn deze werken eind 2008 aanbestedingsklaar. De opmaak van de onteigeningsplannen voor Veurne zijn gestart. De Vlaamse regering gaat hierbij volledig voor het zogenaamde ‘plan Leterme’, het protocol dat in augustus 2005 door de drie meerderheidspartijen CDV/N-VA, SP.A en Open VLD was afgesproken. Volgens dit plan bestaat de nieuwe verbinding Veurne-Ieper grosso modo uit twee delen : • Tussen Veurne en Woesten (gehucht Tempelaere) : de ombouw van de bestaande N 8 tot drievaksweg met maximale doorstroming en een minimum aantal aan kruispunten. • Tussen Woesten Tempelaere en de Noorderring : de aanleg van een nieuwe weg met hetzelfde profiel, op het grondgebied Ieper deels op de bedding van de Reningsestraat, nu een relatief verlaten landelijke weg.
2. AX en N 49 Het project “AX” situeert zich tussen de N31 te Brugge en de N49 te Knokke (Westkapelle) en vormt de zuidelijke begrenzing van de achterhaven van Zeebrugge. Onder andere voor Knokke is deze verbinding toch wel uitermate belangrijk. 46
Het project omvat: • De aanleg van een nieuwe wegverbinding. Deze nieuwe weg is deels een ontdubbeling van de bestaande randhavenweg, deels een nieuw volledig nieuw wegvak (nieuwe omleiding van Westkapelle). • Realisatie op de N31 thv de Blauwe Toren te Brugge van een nieuw aansluitingscomplex. • Bouw van een nieuwe beweegbare brug, 15m boven het waterniveau, over het Boudewijnkanaal. De beweegbare brug moet de toegang voor zeeschepen naar de achterhaven mogelijk maken. • Realisatie van een aansluitingscomplex ter hoogte van de Ronsestraat (toegangsweg naar de haven). • Realisatie van een aansluitingscomplex op de N49 ter hoogte van Westkapelle. De volledige aanleg van de AX, met knooppunten en kunstwerken, is opgenomen als Missing Link in het Mobiliteitsplan Vlaanderen en wordt met alternatieve financiering uitgevoerd. De streefbeeldstudie voor de N49 is conform verklaard en de MER is goedgekeurd, waardoor deze werken kunnen worden gerealiseerd. Voor de realisatie van de parallelwegen zijn volgende budgetten voorzien: In 2008: 1 miljoen euro, in 2009: 1,75 miljoen euro en in 2010: 3 miljoen euro. Er moet nog worden onteigend. Het onteigeningsplan van een eerste fase ventwegen (tussen de Vredestraat en de Predikboomstraat) is voor raming naar het Aankoopcomité gestuurd.
3. N31 Brugge – Zeebrugge: omvorming tot 2x2 of 2x3 rijstroken en wegwerken doortocht Lissewege De ontsluiting Brugge – Zeebrugge is voor CD&V zeer belangrijk. Zowel economisch als toeristisch is er een noodzaak naar verbeterde wegen tussen Brugge en haar deelgemeente. Alle kruisingen met deze weg moeten ongelijkgronds worden gebracht.
openbare werken
Planning: • De werken aan het kruispunt Koningin Astridlaan met de bouw van een nieuwe tunnel, geluidsschermen en een nieuwe wegverharding. • De bouw van de voetgangers- en fietserstunnel aan de Witte Molenstraat. • De “luie” brug voor voetgangers en fietsers aan het kruispunt Tillegemstraat (1,2 miljoen euro). De brug wordt door middel van twee liften ook toegankelijk gemaakt voor rolstoelgebruikers, kinderen in (orthopedische) buggy’s, kinderwagens en fietskarren. De start van de werken van het bruggedeelte zijn voorzien voor dit najaar. Aansluitend zullen de twee liftkokers gerealiseerd worden. • Na de beëindiging van de werken aan de Koningin Astridlaan en de Witte Molenstraat start de bouw van een complex voor het op- en afrijden richting Brugge-Zuid (Heidelbergstraat) aan het kruispunt Chartreuseweg. De onteigeningsplannen en bouwfysische studie zijn in opmaak. • Aan het kruispunt Koning Albertlaan is een insleuving voorzien van de N31 met bovenop een grote rotonde. De raming komt op ca 17 miljoen euro. De startnota voor dit project is in opmaak. • Nog dit jaar wordt een studieopdracht aanbesteed voor de opmaak van de aanbestedingsplannen van de kruispunten Legeweg en Bevrijdingslaan. • Op het ogenblik is een streefbeeldstudie in opmaak voor de N31 tussen de Blauwe Toren, de N34 en de Alfred Ronssestraat. Na deze studie worden de maatregelen voor deze locatie bepaald. Onze voorstellen CD&V vraagt de integrale aanpak van de AX en de N49. Beide wegen moeten samen verder uitgebouwd worden. CD&V vraagt de verdere grondige aanpak van de N31 om de resterende kruisingen ongelijkgronds te brengen. De doortocht te Lissewege moet prioritaire aandacht krijgen.
4. R8 Kortrijk De ring rond Kortrijk (R8) wordt pas tegen 2014 voltooid. De Vlaamse overheid laat het project faseren om de kostprijs van 45 miljoen euro te spreiden. De werken zijn nodig, want het verkeer zal blijven toenemen na de opening van het megawinkelcentrum K in Kortrijk en het nieuwe ziekenhuis. 47
Wat staat er op de planning: • In 2009 wordt een rotonde aangelegd op het kruispunt van de R8 met de Heirweg in Heule om het verkeer aan het Ring Shopping Kortrijk Noord vlotter te laten verlopen. • In 2010 volgt de herinrichting van het op- en afrittencomplex met de Pottelberg in Marke. De verkeerslichten, die er al negen jaar buiten dienst zijn, moeten opnieuw afgestemd worden. • Een derde belangrijke ingreep is de aanleg van een verkeerswisselaar in 2011 op het gevaarlijke verkeersknooppunt tussen Bissegem en Heule, waar de ring rond Kortrijk aansluit op de A19 richting Ieper. • De ring rond Kortrijk kampt verder met één groot gebrek. De R8 moet nog een kilometer doorgetrokken worden tussen restaurant Colmar in de Doorniksesteenweg en het op- en afrittencomplex van de R8 met de Oudenaardsesteenweg in Kortrijk. Onze voorstellen Op lange termijn moet tussen de twee ventwegen van de ring aan het bedrijventerrein Kortrijk-Noord een nieuwe weg komen op de opgehoogde middenberm om kruispunten te kunnen overbruggen over een afstand van ruim twee kilometer. De bouw van een ringbrug om de kort na elkaar liggende kruispunten van de R8 met de Kortrijksesteenweg (N43), de Hippodroomstraat en de Zandbergstraat te kunnen schrappen vlakbij Harelbeke, is nog heel veraf. Ook het voorzien van een betere aansluiting van de autosnelweg E17 op de ring rond Kortrijk aan de afrit Zwevegem is hoogst twijfelachtig. Toch zijn we er met CD&V van overtuigd dat de ingrepen absoluut noodzakelijk zijn. Het is in elk geval de bedoeling van onze partij om alle werken, ook deze rond de andere missing links, tijdens de volgende legislatuur gerealiseerd te zien.
Gevaarlijke punten en andere wegenprojecten Veiliger verkeer, vooral voor de zachte weggebruiker, is een terechte prioriteit voor de Vlaamse bevolking en de Vlaamse overheid. Sinds 2003 trok Vlaanderen reeds 350 miljoen euro extra uit om gevaarlijke punten weg te werken. Tegen 2010 zouden de 800 gevaarlijkste punten op de Vlaamse wegen verdwenen moeten zijn.
openbare werken
In Vlaanderen zijn er van de 800 gevaarlijke punten 784 voorontwerpen afgewerkt (= 98%), 541 ontwerpen afgewerkt, 481 aanbestedingen gegund en zijn er in totaal 339 projecten (42%) volledig uitgevoerd.
48
In West-Vlaanderen worden 134 gevaarlijke punten aangepakt, waarvan er van 131 het voorontwerp is afgewerkt, van 88 het ontwerp is afgewerkt, 81 aanbestedingen gegund zijn en in er in totaal 49 projecten volledig uitgevoerd zijn. Onze voorstellen CD&V vraagt de verdere grondige en correcte afwerking van het programma van de gevaarlijke punten. Via een objectieve en efficiënte procedure verdient de lijst met gevaarlijke punten ook een update. Eén van de punten die nu bijvoorbeeld niet op de lijst staan, maar die er in een volgende fase wel op zou mogen is b.v. de aanpassing van het kruispunt Belgiek in Deerlijk. Nog in Deerlijk dient de oversteek over de N36 ( Marquettestraat – Gaversstraat) veiliger gemaakt. En zo kunnen we dus nog wel een paar voorbeelden geven. Een vernieuwde lijst lijkt ons dan ook een goede zaak voor de volgende legislatuur.
openbare werken
Maar ook andere projecten die niet altijd op de lijst van gevaarlijke punten staan verdienen onze aandacht. We denken hier bijvoorbeeld aan de werken aan de binnenring van Roeselare of de werken aan het kruispunt Kennedy – De Bolle in Oostende. Deze punten stonden niet meteen op de lijst van missing links of op de lijst van de gevaarlijke punten, maar de nood om deze punten aan te pakken werd toch wel heel groot. Het project in Oostende is ondertussen bijna klaar. De realisatie van een verbindingsweg tussen het Kennedy-rondpunt (aan het einde van de E40) en De Bolle (kruispunt van de N9 en de N34) was reeds meer dan een kwarteeuw prioritair voor de regio van Oostende. Deze verbindingsweg is tevens het sluitstuk in de Ring (R31) om Oostende, dat het verkeer van en naar de haven en de Oostkust uit het stadscentrum moet houden. De sluiting van de ring wordt gevormd door middel van een tunnel onder de sporenbundel van de NMBS en een beweegbare brug over de dokken. Daarnaast werden ook: • wegen- en rioleringswerken uitgevoerd • kruispunten heringericht • een rotonde gebouwd • waterlopen overwelfd • geluidsschermen geplaatst ter hoogte van de H.Hartkliniek • aanpassingswerken uitgevoerd aan de spoorlijnen • een aantal gebouwen afgebroken De Roeselaarse binnenring wordt de komende jaren op haar beurt hard aangepakt. Dit betekent een enorme verbetering voor het doorstromend verkeer in en rond Roeselare. Speciale aandacht voor het openbaar vervoer wordt zichtbaar via de voorziene aparte busbanen. Vlaams minister Hilde Crevits maakte voor dit dossier alles bij elkaar ruim 8 miljoen euro vrij. De aanbesteding van dit project kwam er eind 2008/begin 2009. Op het wegenprogramma is er in 2009 2 miljoen euro voorzien. In 2010 is er nog eens 1,5 miljoen euro voorzien
49
Overdracht provinciewegen Eind 2007 is het overleg gestart om de concrete overdracht van de provinciewegen naar het Vlaams gewest en de lokale overheden te regelen. Uit een inventarisatie blijkt dat een derde van de provinciewegen – of 218 km, gespreid over een 45-tal steden en gemeenten – een lokale functie hebben. Momenteel worden de overdrachtsmodaliteiten besproken, met afspraken over bijvoorbeeld vergunningen en concessies, rioleringen, bodemsanering,enzovoort. Die afspraken werden in een protocol gegoten. De overdracht van verschillende van de provinciewegen naar het Vlaamse gewest gaat in op 1 januari 2009. Daar zitten o.a. de N369 (Leffinge –Diksmuide - Ieper) en de N363 (Wijnendale – Beerst) bij. (+ andere voorbeelden: lijst) In een latere fase gaan ook verschillende van de provinciewegen over naar de gemeenten. Maar het zijn uiteindelijk wel de gemeenten zelf die beslissen of ze de weg nu overnemen of niet. De hele operatie moet volledig rond zijn tegen 2012. Op dat moment zal de Vlaamse overheid die wegen die nog niet door een gemeente werden overgenomen, dan ook zelf overnemen. Ondertussen heeft het Vlaams gewest de staat van de provinciewegen opgemeten. Gemeenten zullen per provincieweg op hun grondgebied één globaal resultaat krijgen. Voor die wegen die niet in goede staat zijn, moet de overheid die de weg aan de gemeente overdraagt hetzij de nodige werkzaamheden uitvoeren hetzij, bij wijze van alternatief, een financiële tegemoetkoming aan de betrokken gemeente geven. In totaal zijn er 608 kilometer provinciewegen in Vlaanderen waarvan er 378 kilometer over te nemen zijn door het Agentschap Wegen en Verkeer. Voor de provincie West-Vlaanderen is dit een overname van 136 van de 182 kilometer provinciewegen.
openbare werken
Lijst van provinciewegen die werden overgedragen aan het Vlaamse gewest: • N32 Brugge – Torhout, 15,99 km • N309 Steenbrugge – Heidelberg, 6,14 km • N363 Wijnendale – Beerst, 13,12 km • N369 Ieper – Diksmuide, 19,47 km • N369 Diksmuide – Sint-Pieterskapelle, 11,34 km • N32 Lichtervelde – Roeselare, 7,52 km • N32 Roeselare – Menen, 12,86 km • N313 Ieper – Land van Belofte, 14,19 km • N332 Ieper – Broodseinde, 2,16 km • N303 Kruiseik – Westrozebeke, 12,6 km • N399 Tielt – Ingelmunster, 8,43 km • N353 Avelgem – Spiere, 9,74 km • N366 Menen – Moeskroen, 5,84 km • N32a doortocht Roeselare, 0,12 km • N8 doortocht Avelgem, 0,46 km Onze voorstellen Zoals hierboven al vermeld is de overdracht van de provinciewegen aan het Vlaamse gewest voorzien voor 1 januari 2009. Als CD&V voeren we verkeersveiligheid hoog in het vaandel. Vandaar dat we de overdracht zo vlot mogelijk willen laten verlopen. Daarbij is het voor ons belangrijk dat geplande werken, ondanks de overdracht, toch doorgaan. Vervolgens moeten de wegen ook zo snel mogelijk in goede staat gebracht worden.
Luchthavens Onze 2 West-Vlaamse luchthavens blijven uiteraard van groot belang zowel voor onze economie (voornamelijk zakenvluchten van op luchthaven Kortrijk-Wevelgem en transportvluchten van op luchthaven Oostende), als voor het toerisme in onze provincie (Oostende als citytripluchthaven). Meer info over de toekomstplannen rond beide luchthavens en onze voorstellen tot verdere uitbouw ervan, kunt bij de hoofdstukken mobiliteit en toerisme terugvinden. 50
Binnenvaart Project Seine-Schelde en Project Seine-Schelde West (Schipdonkkanaal)
Zie ook hoofdstuk mobiliteit Voor de studie van het project Seine–Schelde moeten nog een aantal project-MER’s worden opgemaakt, meer in het bijzonder voor de verdieping van de Leie, voor de aankoppeling van de oude meanders van de Leie op de gekanaliseerde Leie en het bouwen van nieuwe sluizen te Sint-Baafs-Vijve en Harelbeke. Het project Seine–Schelde West bevindt zich nog in het stadium van de haalbaarheidsstudie. Parallel hiermee wordt ook een plan-MER opgemaakt. Verder werden recent peilputten geplaatst in een aantal speciale beschermingszones en VEN-gebieden. Deze peilputten worden gedurende het ganse jaar 2008 opgevolgd. Op basis van deze waarnemingen kan dan een ecohydrologische studie worden uitgevoerd om de instandhouding van deze zones of gebieden te onderzoeken. Indien de haalbaarheid positief wordt beoordeeld, zal nadien een project-MER moeten worden opgemaakt, dat het project in zijn geheel omvat. Door één overkoepelend project-MER op te maken, kunnen daarin op afdoende wijze de resultaten van de ecohydrologische studie worden verwerkt. Voor het project Seine–Schelde is de project-MER van de verdieping van de Leie gepland in 2008-2009. De timing van de werken kan in beginsel als volgt verlopen: • de aankoppeling van de meanders in 2009-2010, • de nieuwe sluis van Sint-Baafs-Vijve in 2010-2011 • de nieuwe sluizen van Harelbeke in 2011-2012. De werken zelf zijn gepland om te worden aanbesteed en uitgevoerd in de periode 2009-2016. Het project Seine–Schelde West bevindt zich nog in het stadium van het voorontwerp en het onderzoek naar de haalbaarheid. De voorbereiding ervan vergt dus nog veel studiewerk, met de daaruit voortvloeiende besluitvorming.
Zeehavens
openbare werken
Het garanderen van de maritieme toegankelijkheid van de Vlaamse zeehavens behoort tot de kerntaken van het Vlaamse Gewest. Jaarlijks investeert de Vlaamse overheid 350 miljoen euro in de havens voor subsidiëring van infrastructuurwerken en voor het onderhoud van de maritieme toegangen naar de Vlaamse havens. Flanders Port Area werd een jaar geleden boven de doopvont gehouden om de vier havens - Antwerpen, Zeebrugge, Gent en Oostende - op talrijke vlakken te doen samenwerken.
Infrastructuurwerken: Haven van Zeebrugge • Volledige verbreding van de vaargeul “Pas van het Zand”: stapsgewijze uitvoering , 8 miljoen euro verdeeld over 2008-2009 • Topslib in voorhaven: aanpak van de problematiek van verminderde toegankelijkheid en veiligheid. • Strategisch Haveninfrastructuurproject SHIP: opstart MER-procedure • Droogzetting sluishoofden Vandammesluis: één per één, onderhoudsbeurt van de deuren en looprails • Zeebrugge vraagt een nieuwe snelle zeesluis (kostprijs 700 miljoen euro) en er is de uitbreiding van het Schipdonkkanaal (700 à 1.500 miljoen euro): Vooraleer een beslissing kan worden genomen over het Schipdonkkanaal moet er meer zicht zijn op de resultaten van bijkomende studiewerk. Het smalle Schipdonkkanaal (de Stinker) zou verbreed en omgebouwd worden tot een industrieel duwvaartkanaal dat de haven van Zeebrugge moet ontsluiten naar het achterland. De Zeebrugse haven blijft aandringen op een betere ontsluiting via de binnenvaart. 51
Momenteel verloopt minder dan 2 procent van de Zeebrugse goederenstroom met binnenschepen, die via de Brugse ringvaart naar Gent varen. Een moeilijk tracé omdat Brugge moeilijk nog meer kan slikken. Het project voor een nieuwe zeesluis staat al wat verder. Er is een consensus over een plan waarbij de getijhaven landinwaarts wordt uitgebreid. De zeesluis zou dieper in de huidige achterhaven liggen.
Infrastructuurwerken: Haven van Oostende Verbeterde haventoegang: aanleg nieuwe vaargeul Bouw van havendam: grondverbetering onder een gedeelte van de westelijke havendam ter voorbereiding van de latere bouw van de havendam. Onze voorstellen CD&V-visie op de plannen rond haven van Zeebrugge en die van Oostende / Schipdonkkanaal / … => kabinet Crevits + meer info ook terug te vinden bij hoofdstuk mobiliteit
openbare werken
52