Beheerplan Openbare Verlichting Gemeente Heerhugowaard 2014 2017
Inhoud 1.
2.
3.
Inleiding .......................................................................................................................................... 4 1.1.
Doel beheerplan....................................................................................................................... 4
1.2.
Beleidsmatig............................................................................................................................. 4
1.3.
Beheer en kwaliteit .................................................................................................................. 5
1.4.
Afbakening ............................................................................................................................... 5
1.5.
Financiële Middelen ................................................................................................................. 5
Uitgangspunten beheer ............................................................................................................... 6 2.1.
Procespiramide ........................................................................................................................ 6
2.2.
Kaders ..................................................................................................................................... 7
2.3.
Beheerproces ........................................................................................................................... 8
Huidige situatie ............................................................................................................................ 11 3.1.
Omvang areaal ....................................................................................................................... 11
3.2.
Gewenste Kwaliteit ................................................................................................................ 11
3.3.
Huidige kwaliteit .................................................................................................................... 12 3.3.1. Lichtmasten ............................................................................................................... 13 3.3.2. Armaturen ................................................................................................................. 14 3.3.3. OVL-kasten ................................................................................................................ 15 3.3.4. Kabelnet .................................................................................................................... 16 3.3.5. Verlichtingsniveau ..................................................................................................... 18 3.3.6. Kengetallen vergelijk 2012 ........................................................................................ 18
4.
5.
6.
7.
Klachtenafhandeling en aansprakelijkheid ............................................................................. 21 4.1.
Klachtenafhandeling .............................................................................................................. 21
4.2.
Aansprakelijkheid ................................................................................................................... 21
Maatregelplan .............................................................................................................................. 22 5.1.
Dagelijks onderhoud .............................................................................................................. 22
5.2.
Groot onderhoud ................................................................................................................... 22
Middelen ....................................................................................................................................... 24 6.1.
Dagelijks onderhoud .............................................................................................................. 24
6.2.
Groot onderhoud ................................................................................................................... 24
6.3.
Risicoparagraaf ...................................................................................................................... 24
Beheerorganisatie....................................................................................................................... 26 7.1.
Taken beheerder .................................................................................................................... 26
7.2.
Installatie verantwoordelijke ................................................................................................. 27
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
2
7.3.
Samenwerking HAL ................................................................................................................ 27 7.3.1. Uitgangspunten samenwerking ................................................................................ 27 7.3.2. Mogelijkheden samenwerking .................................................................................. 28 7.3.3. Praktische invulling en uitwerking samenwerking.................................................... 28
8.
Bijlage ........................................................................................................................................... 29 8.1.
B
CROW
V
8.2.
Areaal lichtmasten en armaturen per wijk 2014 en 2035 ..................................................... 30
8.3.
Quick Scan verlichtingskwaliteit 2013 ................................................................................... 31
8.4.
Begrotingen............................................................................................................................ 32
................................................... 29
8.4.1. Begroting 2014 .......................................................................................................... 32 8.4.2. Meerjarenbegroting 2014-2073................................................................................ 33 8.5.
SLA 2013 product 6.217 ...................................................................................................... 34
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
3
1. Inleiding Het product Openbare Verlichting (OVL) omvat alle zaken op verlichtingsgebied in de openbare ruimte. De OVL geeft invulling en duidelijkheid aan het gebruik de openbare ruimte. OVL heeft tot doel om het openbare leven bij duisternis (circa 4.100 uur per jaar = 47% van het jaar) zo goed mogelijk te laten functioneren. Hoewel met de openbare verlichting het niveau van het daglicht niet bereikt kan worden, moet de openbare verlichting wel bijdragen aan een sociaal veilige, verkeersveilige en leefbare situatie. Een goede kwaliteit van de openbare verlichting is van groot belang. Waar het beleidsplan antwoord geeft op strategische en tactische vragen in relatie tot ambities, wettelijke kaders en bestaand beleid, richt het beheerplan zich op de tactische en operationele kant van het technisch beheer van de OVL. Het beheerplan geldt voor de periode 2014 – 2017. Om de 4 jaar wordt het beheerplan geëvalueerd en herzien. Indien tussentijdse ontwikkelingen hier aanleiding toe geven wordt het plan eerder geactualiseerd.
1.1. Doel beheerplan Het beheerplan geeft inzicht in de manier waarop de OVL in Heerhugowaard duurzaam in stand wordt gehouden. Het beschrijft de omvang en kwaliteit van de te beheren arealen, de gewenste kwaliteit, de noodzakelijke maatregelen om de gewenste kwaliteit te realiseren en de (financiële) middelen die daarvoor nodig zijn. Het gaat hierbij zowel om het dagelijks en regulier (klein) onderhoud als het geplande (groot) onderhoud. Goed beheer van de OVL is van belang om de gestelde technische levensduur op een verantwoorde manier en tegen zo laag mogelijk maatschappelijke kosten te halen. Het beheer speelt ook een belangrijke rol in het realiseren van de doelen die in het beleidsplan 2012-2016 zijn gesteld. 1. Handhaven van huidige kwaliteit openbare verlichting. Bij nieuwbouw conform de landelijke richtlijn ROVL 2011 (was NPR 13201-1) en in bestaande bouw ROVL-min (was NPRmin). 2. Duurzaam ontwerp verlichtingssysteem, minimaal energielabel C. 3. Dimmen langs hoofdwegen in nachtsituatie. 4. Nieuw schakelsysteem dat het huidige TF-signaal kan vervangen
1.2. Beleidsmatig De OVL geeft net als de producten wegen en openbaar groen invulling en sturing aan de openbare ruimte. Het beheerplan OVL valt onder het beleidsplan Openbare Verlichting en het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte (IBOR) waarin de visie op de openbare ruimte is weergegeven. In deze beleidsplannen zijn de kaders uitgewerkt en toegelicht. De kaders worden in het beheerplan daarom alleen opgesomd en niet nogmaals toegelicht. Waar de kaders van invloed zijn op het beheer van de OVL, is hier rekening mee gehouden.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
4
1.3. Beheer en kwaliteit Bij de meeste producten in de openbare ruimte is de beeldkwaliteit leidend. Deze kwaliteit kan in veel gevallen objectief worden bepaald door gebruik te maken van onze eigen zintuigen en een meetlint. Bij OVL is dit voor de meeste aspecten anders, hierbij vooral is de technische kwaliteit van belang. Deze kwaliteit is niet eenvoudig vast te stellen en vergt specialisme. Daarbij is de technische levensduur van bepaalde OVL onderdelen hoog (60 jaar). Goed beheer is daarbij van wezenlijk belang, zodat door de jaren heen een goede registratie van het areaal en het uitgevoerde onderhoud plaatsvindt.
1.4. Afbakening Dit beheerplan omvat alle onderdelen van de OVL die in beheer zijn bij de gemeente Heerhugowaard exclusief de verkeerregelinstallaties en evenementenkasten. OVL onderdelen die binnen de gemeentegrenzen vallen, maar in beheer zijn bij andere beheerders bijvoorbeeld Liander, het Hoogheemraadschap, de Provincie en het Recriatieschap (Park van Luna), vallen ook buiten het kader van dit beheerplan. De informatie in dit beheerplan is ook afgebakend waar het gaat om informatie die in andere documenten is te vinden. Binnen het beheerplan wordt deze informatie aangehaald, maar verder niet herhaald of gekopieerd. De reden hiervoor is om het beheerplan compact, leesbaar en actueel te houden. Binnen de gemeentelijke organisatie kent het beheerplan een duidelijke samenhang met een aantal andere documenten. - Beleidsplan OVL - Programma‟s van eisen - Service Level Agreement (SLA)
1.5. Financiële middelen Het beheer van de OVL kent twee groepen, te weten Dagelijks (regulier) onderhoud en Groot onderhoud (o.a. heririchtingen). Regulier onderhoud wordt uit de lopende begroting bekostigd. Groot onderhoud en vervangingen worden betaald uit de voorziening OVL. Hierin wordt jaarlijks een storting gedaan via het product OVL (algemene middelen). Met de huidige financiële middelen kan het niveau van sobere en doelmatige openbare verlichting in stand gehouden worden, met als voorwaarde dat de veiligheid gewaarborgd blijft. Slechts in winkel- en uitgaansgebieden kan de kwaliteit van de openbare verlichting een hogere belevingswaarde krijgen om zo de aantrekkelijkheid van het gebied te bevorderen.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
5
2. Uitgangspunten beheer Dit beheerplan OVL gaat over de inrichting van de openbare ruimte in de gemeente Heerhugowaard. In de volgende hoofdstukken worden de beheeraspecten weergegeven. Beheer en onderhoud worden vaak aan elkaar gekoppeld en door sommige ook door elkaar gebruikt. Beheer is echter meer dan alleen onderhoud. Beheer is gericht op het proces en onderhoud op de feitelijke maatregelen. Beheer: De permanente zorg voor het duurzaam in standhouden van de OVL en het op de voet volgen van relevante dynamische ontwikkelingen. Hierbij vormen wet- en regelgeving en beleidsdoelstellingen het kader waarbinnen het beheer wordt uitgevoerd.
Onderhoud: De werkzaamheden die tot doel hebben het desbetreffende areaal in een aanvaardbare conditie te houden of te brengen. Hierbij spelen richtlijnen en kwaliteitseisen een belangrijke rol.
2.1. Procespiramide
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
6
Strategisch niveau Het IBOR beleidsplan geeft een strategische visie op de openbare ruimte in Heerhugowaard. De visie wordt voor een groot deel ingegeven door bestuurlijke kaders, wettelijke regelgeving en bestaand beleid. Op Europees en landelijk niveau zijn kaders gesteld. De gemeentelijke visie sluit hierbij aan. Ook past de visie binnen het vastgestelde gemeentelijke beleid. In het IBOR beleidsplan wordt het verband gelegd tussen het strategische en tactische niveau. Tactisch niveau Meer dan op strategisch niveau, sluit het beheerplan OVL aan bij het tactisch niveau. Hiermee wordt de vertaling bedoeld van het strategisch niveau naar het daadwerkelijke proces van beheer en onderhoud. Het beheerplan heeft vooral betrekking op het (technisch) beheer van de OVL binnen de gemeente. De koppeling tussen het beleid en hebeer wordt op dit niveau gemaakt. Operationeel niveau Het basis niveau is het operationele, het uitvoerende niveau. Op dit niveau zijn de jaarplannen gepositioneerd. In de jaarplannen worden de onderhouds- en beheerwerkzaamheden beschreven. Om te zorgen dat op het operationele niveau de technische kwaliteit van het beheer wordt gewaarborgd, beschikt de gemeente over twee programma‟s van eisen. In de SLA worden de afspraken tussen WB en Sbdf beschreven. Per product is hierin op hoofdlijnen de taakverdeling te vinden en welk budget beschikbaar is voor de beschreven werkzaamheden.
2.2. Kaders In het beleidsplan openbare verlichting 2012 – 2016 zijn de verschillende landelijke kaders opgenomen en waar nodig toegelicht. In dit beheerplan wordt daarom volstaan met het opsommen van deze kaders. Wettelijke kaders Burgerlijk Wetboek, Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION); de Grondroerdersregeling Nederlandse Richtlijn Openbare verlichting (ROVL-2011) Flora- en Faunawet Nederlands klimaat beleid o werkprogramma “Nieuwe energie voor het klimaat van het project Schoon en Zuinig” o richtlijnen voor “ecodesign” van verlichtingsmiddelen (richtlijn 2005/32/EG) Energielabeling en duurzaam inkopen Elektrische veiligheid o NEN-1010 o NEN-3140 o NEN-50110 Gemeentelijke kaders Politiekeurmerk Veilig Wonen Duurzaam inkopen Aanwezigheid en plaatsing lichtmasten Verlichten fietspaden Verlichten oversteekplaatsen Combikabel Beheer en onderhoud LED-verlichting
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
7
Thema‟s Beleidsplan Openbare Verlichting 2012-2016 Relatie openbaar groen – openbare verlichting Openbare verlichting in relatie tot veiligheid Samenwerking met andere gemeenten Dimmen van openbare verlichting LED- verlichting Schakelen van de verlichting Aanvullend op deze kaders en thema‟s zijn nog andere gemeentelijke kaders van belang voor het beheer van de OVL. Dit zijn hoofdzakelijk technische en praktische kaders die daarom niet in het beleidsplan zijn opgenomen. Programma‟s van eisen Binnen het beheer van de openbare ruimte zijn in de gemeente twee programma‟s van eisen opgesteld. Het Standaard programma van eisen en het Technisch programma van eisen. In het Standaard programma van eisen (SPvE) staan alle algemene eisen over de inrichting van de gemeente Heerhugowaard opgenomen. In het Technisch programma van eisen (TPvE) staan de technische voorwaarden opgenomen waaraan deze moeten voldoen. Het bevat informatie over welke materialen worden toegepast bij verschillende situaties (locaties). Integraal werken De werkzaamheden in het kader van het grootonderhoud aan de OVL worden zoveel mogelijk afgestemd met andere werkzaamheden in de openbare ruimte. Door het toepassen van een integrale werkwijze wordt een efficiënter resultaat behaald met dezelfde (of minder) inzet van personeel en middelen. Doel is dat de gemeente zelf het goede voorbeeld geeft in de buitenruimte: netjes werken, geen rommel veroorzaken en/of achterlaten e.d. Inclusief beleid (toegankelijkheid) Senioren en mindervaliden zijn kwetsbare groepen in de samenleving. De gemeente heeft als één van haar speerpunten in het welzijnsbeleid dat ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Deelnemen aan de maatschappij en de mogelijkheid zich in de openbare ruimte te bewegen is hier een onderdeel van. Dit sluit aan bij het Integraal veiligheidsplan dat de gemeente op basis van het kernbeleid veiligheid heeft. De gemeente geeft hierin aan te streven naar een veilige leef- en woonomgeving. OVL kan, door het op de juiste wijze verlichten van paden en wegen hieraan bijdragen. Dit draagt bij aan prestatieveld 1 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning “leefbaarheid en sociale samenhang”, het kan namelijk het isolement van ouderen en mindervaliden verminderen.
2.3. Beheerproces Binnen het beheerproces wordt onderscheid gemaakt tussen: dagelijks onderhoud groot onderhoud Voor beide soorten onderhoud wordt gebruik gemaakt van het zelfde beheersysteem van de firma Techtek (Techview).
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
8
Voor het onderhoud zijn de afspraken tussen de afdelingen Wijkbeheer en Stadsbedrijf vastgelegd in de SLA. Naast product specifieke informatie zijn in de SLA ook een aantal algemene uitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor het beheerproces van alle producten. In de verhouding tussen Wijkbeheer (WB) en Stadsbedrijf (Sbdf) staat het dagelijks- en preventief onderhoud, gebaseerd op de te houden onderhoudsinspecties en het, conform vastgestelde normtijden, afhandelen van meldingen van het Gemeentelijk Contact Centrum (GCC) met betrekking tot incidenten, inwonersvragen en vragen van wijkpanels centraal.
Dagelijks onderhoud Dit onderhoud wordt op basis van de SLA jaarlijks opgedragen aan de afdeling Stadsbedrijf. Uitgangspunten bij het onderhoud zijn schoon, heel en veilig en het betreft het verhelpen van storingen, schades en kleine gebreken en ook het periodiek vervangen van lampen, de zogenaamde groepsremplace (regulier cyclisch onderhoud). Een uitgebreide lijst met afspraken over ui te voeren controles, terugkoppeling aan WB en het bijhouden van het beheersysteem is terug te vinden in de SLA. Door deze afspraken is het kader waarbinnen Sbdf kan werken duidelijk en hebben zij de verantwoordelijkheid en zelfstandigheid om alle werkzaamheden te plannen, uit te (laten) voeren en te controleren. Groot onderhoud Het groot onderhoud betreft periodieke planmatige maatregelen, zoals schilderen van de lichtmasten en vervangingen van OVL onderdelen die aan het einde van de technische- of economische levensduur zijn. Binnen de SLA is over deze werkzaamheden opgenomen: Sbdf verzorgt de planning en de uitvoering van de, door WB in januari van het betreffende jaar, op aparte opdrachten beschreven werkzaamheden Groot Onderhoud te weten: o Het schilderen lichtmasten o Het vervangen van armaturen o Het vervangen van verdeelkasten Nog niet opgenomen in de huidige SLA, maar wel een activiteit waar Sbdf zich al jaren mee bezighoudt: o Het vervangen en saneren van kabelnet In de SLA 2014 wordt deze activiteit opgenomen. Grootonderhoudsplan: Vervanging van de technische installatie is vastgelegd in een meerjarenbegroting die een periode van zestig jaar bestrijkt. Dit plan wordt elke drie jaar geactualiseerd. Op dit moment is het groot onderhoudsplan 2012-2072 van kracht. Het plan geeft een financieel en fysiek beeld van de jaarlijkse vervanging en geeft de reserveringen aan die jaarlijks aan de voorziening voor de OVL moeten worden toegevoegd. Elk jaar wordt opnieuw bekeken of de verwachte vervangingsinvestering nodig is op grond van energetische en economische redenen. Synchronisatie met herinrichting of groot onderhoud van wijken of buurten, of herprofilering van wegen is ook van groot belang. Dit kan leiden tot een voorstel de investering te vervroegen of nog even uit te stellen.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
9
Beheersysteem (areaal beheer) De bestaande installatie is vastgelegd in Techview (van de firma Techtek). Dit is een web based en open source beheersysteem, dat in nauwe samenwerking tussen Techtek en de gemeente tot stand is gekomen. De mogelijkheid voor partijen om op elk moment en op elke plek actuele gegevens in te zien, maakt de organisatie efficiënt en veilig, met lagere maatschappelijke kosten tot gevolg. Alle gegevens uit de Techview database hebben een positie in de openbare ruimte, via deze gegevens is het in Techview mogelijk deze te visualiseren op diverse soorten kaartmateriaal. Voorbeelden hiervan zijn de Grootschalige Basiskaart van Nederland en onze eigen luchtfoto's. Het beheersysteem sluit aan bij de eisen van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (grondroerdersregeling), waardoor de gegevens uitwisseling met onderhoudsaannemers mogelijk is. Hiermee wordt alle feitelijke kennis van de boven- en ondergrondse installaties vastgelegd en gedeeld met alle belanghebbenden in- en extern, waardoor het beheer meer proces- in plaats van mensafhankelijk is geworden en de continuïteit in hoge mate is geborgd. Ook de Installatie Verantwoordelijkheid krijgt hiermee meer kwaliteit en inhoud, door naast het rapporteren van storingen en groepsremplace van lampen/armaturen ook de periodieke installatiekeuringen vast te leggen. Verantwoord beheer is hierdoor aantoonbaar. Techview biedt ook alle instrumenten met betrekking tot energieverbruik, waarmee scherp toezicht gehouden kan worden op energiefacturen. Kengetallen Sinds 2007 wordt door de beheerder gebruik gemaakt van de mogelijkheid om via de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) beheergegevens in te vullen en zo eigen gegevens te kunnen toetsen aan landelijke kengetallen. Helaas maken nog niet alle gemeente gebruik van deze mogelijkheid, omdat het kunnen aanleveren van de gevraagde detailinformatie, aanzienlijke eisen stelt aan de registratie en eigen inzicht in het beheer van de OVL. De gemeente Heerhugowaard ziet de meerwaarde van de kengetallen, omdat op overzichtelijke wijze een beeld wordt verkregen van de belangrijkste aspecten op het gebied van OVL. Deze aspecten zijn: Algemeen, verlichtingskwaliteit, installatiekwaliteit, energetische kwaliteit en proceskwaliteit. De kengetallen maakt het ook mogelijk om binnen de verschillende (landelijke) overlegvormen waar de beheerder aan deel neemt, eenvoudiger beheerprestaties te vergelijken en te analyseren. Door het werken met kengetallen en dit onderdeel van het beleid en beheer te maken, krijgt De gemeente na verloop van tijd een goed beeld van de effecten van beheer- en beleidsmaatregelen en externe invloeden op het beheer en beleid.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
10
3. Huidige situatie 3.1. Omvang areaal De OVL bevat verschillende onderdelen die allemaal en eigen vervangings- en onderhoudstermijn kennen. Het is daarom van belang de onderdelen afzonderlijk te registreren in het beheersysteem (Techview). Om inzichtelijk te maken wat de omvang is van het beheer van de OVL, is het areaal van 2014 samengevat weergegeven. Voor een detaillering per wijk wordt verwezen naar de „bijlage 8.2 areaalbeschrijving‟‟. Detaillering op het laagste niveau, zoals type, jaar van plaatsing en locatie is te vinden in het beheersysteem. Heerhugowaard is een gemeente die nog steeds groeit. Meer inwoners betekend meer woning en meer OVL. Bij het bepalen van het toekomstige areaal is gekozen voor 2035. Hierbij is als uitgangspunt genomen dat dan alle nieuwbouwwijken gerealiseerd zijn en alle nog te renoveren bestaande wijken naar het verlichtingsniveau ROVL 2011 zijn gebracht.
Areaal 2014 en 2035: Lichtmasten
stuks
2014 11.690
2035 14.100
Armaturen
stuks
12.060
14.475
OVL-kasten
stuks
170
205
Gemeentelijk kabelnet Elektrisch aangesloten vermogen Jaarverbruik
km
375
460
kW
470
420
kWh
1.980.000
1.700.000
De gemiddelde toename van het areaal is 20%. Door moderne technieken en daardoor energiezuinige lampen, neemt (desondanks) het jaarverbruik af met 14%.
3.2. Gewenste Kwaliteit Objecten in de openbare ruimte dienen te voldoen aan de wettelijke en functionele eisen die eraan gesteld worden. Door middel van klein onderhoud wordt de kwaliteit gewaarborgd tot het moment dat klein onderhoud niet meer volstaan om het object aan de minimale kwaliteitseisen te laten voldoen. Het object heeft dan het einde van zijn technische levensduur bereikt. Om het object weer aan de gestelde eisen te laten voldoen zal het gerenoveerd of vervangen moeten worden (groot onderhoud). Onderhoud voorkomt dat objecten sneller degenereren dan op basis van de gemiddelde levensduur mag worden verwacht, en dat investeringen vroegtijdig verloren gaan. Ten aanzien van de kwaliteit van objecten in de openbare ruimte wordt onderscheid gemaakt tussen beeldkwaliteit kwaliteit en technische kwaliteit. De controle via beeldkwaliteit beperkt zich tot de scheefstand van masten, dekkingsgraad van de coating (verf) en natuurlijke aanslag. Deze onderwerpen worden via beeldmeetlatten uit de CROW Kwaliteitscatalogus beoordeeld van A+ t/m D, waarbij A+ het hoogste niveau is. Bij de gescoorde resultaten wordt bekeken of deze nog aansluiten bij het beeld dat gekoppeld is aan de huidige beleids- en beheersmaatregelen. Bij afwijkingen moet worden beoordeeld (onderzocht) of het noodzakelijk is om het beleid of de beheermaatregelen aan te passen of dat de afwijking andere oorzaken heeft. In bijlage 8.1 zijn de beeldmeetlatten weergegeven.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
11
Beeldkwaliteit: Beeldmeetlat
Kwaliteit
Scheefstand
B
Dekkingsgraad coating
A
Natuurlijke aanslag
A
De technische kwaliteit gaat verder dan je op het eerste gezicht kunt zien en is afhankelijk van meerdere factoren. Binnen de begrotingen wordt rekening gehouden met een economische levensduur. Deze is voor de diverse OVL onderdelen verschillend. Alle onderdelen moeten gedurende de levensduur veilig zijn. Aanrakingsveiligheid valt daar ook onder. Economische levensduur verwachting: OVL onderdeel
Levensduur
Lichtmasten
60 jaar
Armaturen
20 jaar
Lampen
2-5 jaar
LED-lampen
10 -12 jaar
OVL-kasten
30 jaar
Gemeentelijk kabelnet
60 jaar
Ten slotte is het van belang dat de OVL doet waar deze voor is bedoeld, zorgen voor voldoende verlichting op de plekken dat dit is gepland. Het verlichtingsniveau (kwaliteit) moet voldoen aan de gestelde eisen uit het beleid en de ROVL 2011. De lat ligt op sommige punten hoog. Het is de uitdaging voor de organisatie om via goed beheer en onderhoud te zorgen dat de technische levensduur worden gehaald. In de volgende paragraaf wordt de huidige kwaliteit per OVL onderdeel toegelicht.
3.3. Huidige kwaliteit De werkelijke beeldkwaliteit wordt per jaar een keer beoordeeld via een steekproef op ca. 200 locaties in de gemeente. Hierbij geldt de laagste kwaliteit die bij 90% van de steekproeven wordt gescoord. Dit levert voor de afgelopen vier jaar het volgende resultaat. Beeldmeetlat
Ambitie
2010
2011
2012
2013
Scheefstand
B
B
B
B
B
Dekkingsgraad coating
A
B
A
A
B
Natuurlijke aanslag
A
B
A
A
B
Uit deze resultaten blijkt dat de ambitie voor de maximale scheefstand wordt gehaald. Het huidige beeld buiten sluit daarmee aan bij het beeld dat op basis van de beleids- en beheermaatregelen kan worden verwacht. Voor de dekkingsgraad van de coating en de natuurlijke aanslag zijn in 2010 en 2013 de ambities niet gehaald. Het gaat nog niet om een structureel gebrek in de beleids- en beheermaatregelen aangezien in 2011 en 2012 de ambities wel zijn gehaald. Het is daarom niet direct noodzakelijk om de maatregelen aan te passen.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
12
Gedurende de looptijd van het beheerplan is het wel wenslelijk om de beheermaatregel, het schoonmaken en zonodig schilderen van de lichtmasten, te koppelen aan de jaarlijkse beeldmeetlatscores. Op deze wijze kan worden bepaald of de maatregel op de juiste locaties wordt uitgevoerd en of de maatregel afdoende is om achterstallig onderhoud te voorkomen.
3.3.1.
Lichtmasten
De lichtmasten in Heerhugowaard onderscheiden zich in twee hoofdgroepen:
1. stalen thermisch verzinkte lichtmasten (5.761 stuks, gemiddelde leeftijd 29 jaar) 2. stalen thermisch verzinkte lichtmasten, duo coating (5.495 stuks, gemiddelde leeftijd 9 jaar) Vanaf 1998 worden alleen nog masten geplaatst met een extra beschermlaag, de zogenaamde “duo – coating”. Deze masten hebben ten opzichte van de masten zonder coating als voordeel, dat de zinklaag beter wordt beschermd en roestvorming niet meer voorkomt. Het grote voordeel van deze masten is dat ook het grondstuk geheel voorzien is van een deugdelijke coating waardoor een levensduurverwachting van 60 jaar dichterbij komt. De lichtmasten met duo coating zijn toegepast vanaf de renovatie van de Schilderswijk zuid en de nieuwbouwwijken Zuidwijk en Huygenhoek. Bij de masten zonder de duo coating zorgt roestvorming, die geleidelijk na 20 jaar ontstaat, voor problemen. Het voorkomen van roestvorming is van belang voor: - Goede beeldkwaliteit - Langere levensduur - Tegengaan versnelde veroudering op maaiveld niveau (druk van de verharding, maaischade en/of urinestoffen van huisdieren) In de loop van de jaren zijn verschillende maatregelen genomen om de technische levensduur van de masten zonder coating te verlengen en te laten voldoen aan de gestelde kwaliteit. De conclusie is dat voor ondanks deze inspanningen het voor bepaalde masten niet mogelijk is om de verwachte levensduur van 60 jaar te halen. De onderhoudskosten worden bij deze masten zo hoog, dat voortijdig vervangen minder maatschappelijke kosten met zich mee brengt. Bij wijkrenovaties blijkt het voordeliger te zijn om de masten met een lichtpunthoogte van 4 meter te vernieuwen. Datzelfde geldt voor de masten met een lichtpunthoogte vanaf 7,5 meter, omdat er vanaf het 30ste jaar geen zekerheid meer bestaat over de constructiesterkte. Deze masten staan doorgaans langs verkeeraders, waarbij het omvallen grote risico‟s met zich meebrengt. Door controlemetingen aan de constructiesterkte te laten verrichten, verkrijgt de gemeente de garantie dat er de daaropvolgende 6 jaar geen gevaar is dat de mast spontaan omvalt. Coating lichtmasten In 1996 is overgegaan op het schilderen van de lichtmasten, inclusief het grondstuk tot ongeveer 40 cm diep. Deze maatregel wordt eens per 10 jaar uitgevoerd. Vanzelfsprekend worden de masten alleen dan geschilderd als dit nodig is. Tot op heden is het alleen nodig gebleken de oudste groep lichtmasten te schilderen, namelijk de “stalen thermisch verzinkte lichtmasten” zonder duo coating.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
13
Bij de groep “stalen thermisch verzinkte lichtmasten met duo coating” is de coating dusdanig van kwaliteit dat ze tot op heden niet geheel overgeschilderd behoeven te worden. Er kan volstaan worden met het bijwerken van beschadigde plekken. Inmiddels is het conserveren van grondstukken onder het maaiveld (aantasting door bodemzouten en/of –zuren) uitgefaseerd. Deze conservering vond plaats tijdens wijkrenovatie op het moment dat de lichtmast vanwege verplaatsing uit de grond genomen werd. Bij de komende wijkrenovaties (o.a. Molenen Rivierenwijk) komt dit niet meer voor, omdat de lichtmasten in een dusdanig slechte staat verkeren dat vervanging nodig is. De lichtmasten worden sinds 2004 in iedere wijk de zelfde kleur geschilderd (zwart RAL 9005). Dit zorgt voor een rustig beeld in de gemeente en komt de uitwisselbaarheid van lichtmasten ten goede. In 2014 zullen alle lichtmasten in Heerhugowaard zwart RAL 9005 zijn met uitzondering van het Stadhart waar gekozen is voor straatmeubilair zeer donkerblauw RAL 5004 toe te passen. Graffiti en stickers Ten behoeve van de gewenste beeldkwaliteit worden gelijktijdig met het schilderen graffiti en reclamestickers verwijderd, waardoor de masten gedurende 10 jaar weer onderhoudsvrij zijn. Als graffiti aanstootgevend is, wordt deze direct (binnen 5 werkdagen) verwijderd. In alle andere gevallenen wordt de graffiti alleen verwijderd als de lichtmasten in de wijk of buurt worden geschilderd. Indien bedrijven aanzet geven reclamestickers op lichtmasten (en ander straatmeubilair) te plakken, wordt opgetreden door de BOA‟s.
3.3.2.
Armaturen
De gemiddelde leeftijd van de armaturen in Heerhugowaard is 12 jaar en de kwaliteit is goed. Heerhugowaard profiteert nog steeds van grootschalige vervangingen van armaturen in 2005 en 2006 waardoor de energie-efficiënte en onderhoudbaarheid gunstig liggen. De armaturen zijn voorzien van moderne conventionele lichtbronnen zoals Compact Fuorescentie en Hogedruk Natrium, gecombineerd met elektronische voorschakelapparaten. De armaturen worden elke 4 à 5 jaar schoongemaakt gelijk met de wijksgewijze vervanging van de lamp, ook wel groepsremplace genoemd. Ondanks het schoonmaak onderhoud nemen de armaturen in de loop der jaren in kwaliteit af: - de reflectoren worden doffer (terugval lichteigenschappen) - de lichtdoorlaatbaarheid van de onderkap neemt af (terugval lichteigenschappen) - de pakkingen van de behuizing gaan lekken (interne vervuiling neemt toe) de elektronische voorschakelapparatuur gaat vaker stuk (bedrijfszekerheid/kosten) - de interne bedrading droogt uit (bedrijfszekerheid/kosten) - de kunststof elementen worden bros door weersomstandigheden (bedrijfszekerheid/kosten) - fixatiebouten en -schroeven corroderen en gaan vast zitten (onderhoudbaarheid) - het lampsysteem veroudert en wordt ingehaald door energiezuinigere oplossingen.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
14
Om te zorgen dat de kwaliteit van de armaturen niet uit de pas gaat lopen met de gewenste kwaliteit en de kosten van onderhoud te hoog worden, is het in de meeste gevallen noodzakelijk de armaturen elke 20 jaar geheel te vernieuwen. Bij het vernieuwen van armaturen wordt altijd naar een logisch moment gekeken: - synchroon met wijkrenovatie - synchroon met wijziging van de wegtypering van verkeersaders - aan het einde van de lamplevensduur. Doordat led-verlichting prijstechnisch concurrerend is geworden met de conventionele verlichting en een aantal technische voordelen biedt, krijgt deze verlichting bij nieuwbouw en grootschalige vervangingen de voorkeur. Hiermee kan worden te gemoed gekomen aan beleidsdoelstellingen en politieke ambities. Het financieren van led verlichting bij grootschalige vervangingen kent nog wel wat kanttekeningen. Deze zijn verder toegelicht in paragraaf 6.3. 3.3.3.
OVL-kasten
De OVL-kasten in Heerhugowaard onderscheiden zich in 3 hoofdgroepen: 1. negen richtingen kasten, polyester met schuifdeksel (35 stuks, gem. leeftijd van 28 jaar) 2. stalen kasten met schuifdeksel (102 stuks, gemiddelde leeftijd van 10 jaar) 3. stalen kasten met deur (30 stuks, gemiddelde leeftijd van 4 jaar). Elk jaar vindt er minstens 1 keer visuele controle plaats en worden meterstanden opgenomen. Elke 3 jaar vinden inspecties plaats door specialistische keuringsbedrijven. De kasten zijn alle voorzien van een slot, waardoor het binnenwerk voor onbevoegde is afgeschermd. Hoewel technisch veilig wordt de kwaliteit van de kasten verder als matig beoordeeld. Een aantal van de kasten zijn niet meer in staat om mee te groeien met de huidige ontwikkelingen. Dit is niet verwonderlijk, aangezien de gemiddelde leeftijd van de negen richtingen kasten tegen de vervangingstermijn aan loopt. Deze termijn is vastgesteld op 30 jaar, om de volgende redenen: - terugval van de mechanische sterkte en beeldkwaliteit - toegankelijkheid van deuren en scharnieren - veroudering van het schakelmateriaal en verdeelkasten - ruimtegebrek bij plaatsing van nieuwe componenten - niet meer voldoen aan de veiligheidsinspecties In de OVL-kasten zitten zogenaamde toonfrequentrelais (TF) waarmee Liander de openbare verlichting schakelt. Dit systeem is gedateerd en de bedrijfszekerheid, en daarmee de kwaliteit, neemt af met een toenemend aantal schakelstoringen tot gevolg. Liander geeft aan dat ze dit TF-systeem willen uitfaseren. Heerhugowaard zoekt samen met Alkmaar naar vervangende systemen met grotere bedrijfszekerheid en meer schakelmogelijkheden. Om deze nieuwe systemen in de OVL-kasten te integreren is vaak een grotere kast nodig en aangepaste groepenkasten. Een nieuw schakelsysteem vraagt daarom in veel gevallen om een versnelde vervanging van de OVL-kast. Het is voor de bedrijfsvoering van de openbare verlichting in Heerhugowaard essentieel over te gaan tot een versnelde vervanging van de OVL-kasten. Binnen enkele jaren zal de overstap naar nieuwe schakelsystemen noodzakelijk zijn. In de doorrekening groot onderhoud OVL 2014-2073, zijn hiertoe vervangingskosten naar voren geschoven. In de kredietaanvraag 2014 wordt gevraagd voor deze versnelde vervanging van OVL-kasten middelen beschikbaar te stellen.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
15
Ad 1. De oudste variant, de negen richtingen kast, staat altijd gecombineerd met een Liander laagspanningsstation. Beperkingen zijn: - de energiemeter zit in de laagspanningsruimte, waardoor de gemeente niet zelfstandig de meter op kan nemen/aflezen - de besturingsrelais zitten in de laagspanningsruimte waardoor bij storingen Liander ingeschakeld moet worden (vertraging) - de negen richtingen kasten hebben geen ruimte voor het bijplaatsen van moderne besturingssystemen - de polyester schuifdeksel sluit lastig en is kwetsbaar. Ad 2. De tweede variant, de stalen kast met schuifdeksel, hoeft niet fysiek bij een Liander laagspanningsstation te staan. De energiemeter en besturingsrelais zitten ingebouwd. Dit geeft de mogelijkheid ze te plaatsen op de meest gunstige plek, met technische en economische voordelen. Beperkingen zijn: - er zit niet of nauwelijks ruimte in de kast voor het bijplaatsen van moderne besturingssystemen - het stalen schuifdeksel sluit lastig en is kwetsbaar - de constructie van de behuizing is matig van kwaliteit en daardoor kwetsbaar. Ad 3. De derde variant, de stalen kast met deur, heeft de beperkingen van variant 1 en 2 niet. De kans is daardoor groot dat in de zeer nabije toekomst, zodra overgestapt moet worden naar nieuwe besturingssystemen, de varianten 1 en 2 uitgefaseerd moeten worden. 3.3.4.
Kabelnet
Het kabelnet voor OVL in Heerhugowaard onderscheidt zich in twee hoofdgroepen: 1. het gemeentelijk OVL net, ook wel solonet genoemd, 2. de distributiekabel met OVL-aders van Liander, ook wel combinet genoemd. De kwaliteit van het kabelnet moet goed zijn omdat bij storingen meestal grote delen van een wijk of buurt in het donker komen te zitten, met sociale- en verkeersonveiligheid tot gevolg. Om die reden is gemeente Heerhugowaard rond 1975 bij nieuwbouwprojecten overgestapt op solonet. Dit is in de loop der jaren een zeer goede keuze gebleken. Bekend zijn de ontwikkelingen bij de netbeheerders, die ertoe hebben geleid dat het herstellen van storingen in de OVL aders van het distributinet een steeds lagere prioriteit heeft gekregen. Distributie van energie naar grote afnemers is voor de beheerders nog steeds de kerntaak. Daarbij komt dat door aanscherping van de BEI (bedrijfsvoering elektrische installaties van de netbeheerder), voor bijvoorbeeld het afkoppelen van een lichtmast op combinet, de kosten vele malen hoger zijn komen te liggen dan dezelfde ingreep in solonet. Onze conclusie is dat het combinet door deze ontwikkelingen ongeschikt is geworden voor OVL. Het solonet blijkt zeer doelmatig en doeltreffend te zijn ten opzichte van het combinet. Zowel bij nieuwaanleg, bij kabelsanering en gedurende 60 jaar exploitatie liggen de kosten van solonet beduidend lager.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
16
Ad 1. De kwaliteit van het solonet is goed. Ongeveer 10.000 lichtmasten zijn hierop aangesloten. De levensduur van dit solonet wordt geschat op 60 jaar. De gemiddelde leeftijd van het solonet ligt rond de 14 jaar en is daarmee relatief jong. Storingen worden binnen 1 tot 5 werkdagen opgelost. Ad 2. De kwaliteit van het combinet is matig. Ongeveer 1.000 lichtmasten zijn hierop aangesloten. Lichtmasten op combinet treft men nog aan in delen van Schilderswijk, Bomenwijk, Centrumwaard, De Noord en enkele buitenwegen. Lichtmasten op combinet komen niet meer voor langs de verkeersaders. Bij storingen in de OVL-aders legt netbeheerder Liander prioriteit bij de energiedistributie van woningen en bedrijven (kerntaak). Netstoringen OVL worden door Liander pas na 1 tot 9 weken opgelost. Te vaak leidt dit tot talloze burgerklachten naar het GCC en veel onbegrip, terwijl de gemeente vrijwel geen invloed heeft op de responstijd van Liander. Dit wordt erger naarmate het combinet verder verouderd. Tot 2010 was het duidelijk dat saneren van het combinet, en daarmee de overstap naar een gemeentelijk kabelnet (solonet) met alle voordelen van dien, synchroon met herinrichting van wijken tot de laagste maatschappelijke kosten leidde (opbreken en herstellen verharding). In dit tempo zouden de laatste 1.000 lichtmasten dan rond 2030 aangesloten zijn op het solonet. Echter door het toenemend aantal storingen in combinet, de responstijd van Liander, de irritatie van bewoners en de inspanningen die het vraagt van de gemeentelijke organisatie (klachtafhandeling, overleg met Liander), onderzoekt SB of het rendabel is de netsaneringen vroegtijdig uit te voeren. Kansen om het kabelnet te saneren doen zich voor bij: wijk- en buurtrenovatie, onderhoudswerkzaamheden aan de open verharding, wijziging van het wegprofiel, rioolwerkzaamheden, werkzaamheden van nutsbedrijven. Saneren van het kabelnet vereenvoudigt ook aanzienlijk de overgang naar nieuwe schakelsystemen voor OVL doordat coördinatie en overeenstemming met netbeheerder Liander niet meer nodig zijn. De bijbehorende vertragingen en kosten blijven daarmee ook achterwege. Om bovengenoemde redenen plus het feit dat ingrepen in het ondergrondse kabelnet tot complexe werkzaamheden behoren, stelt de sector Stadsbeheer voor deze werkzaamheden versneld uit te laten voeren door het huidige team deskundigen. Dit team is in voorgaande jaren succesvol gebleken en uitstekend in staat technische en financiële risico‟s te voorzien en te beperken. Voor zowel de beheerder als de opzichter OVL komt de pensioengerechtigde leeftijd in zicht. De sector Stadsbeheer zou graag nog gebruik willen maken van hun areaalkennis en ruime ervaring, voordat hier andere voor ingewerkt en/of ingehuurd moeten worden. In de doorrekening groot onderhoud OVL 2014-2073 zijn hiertoe vervangingskosten naar voren geschoven. In de kredietaanvraag 2014 wordt gevraagd voor deze versnelde vervanging middelen beschikbaar te stellen.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
17
3.3.5.
Verlichtingsniveau
De uitgangspunten voor het verlichten van de openbare ruimte zijn vastgesteld door de gemeenteraad. In het beleidsplan zijn de kaders toegelicht. Voor het beheerplan is van belang om te weten op welke locaties nog niet wordt voldaan aan de gestelde kaders en richtlijnen. Het Politiekeurmerk committeert zich aan de bepalingen in de ROVL 2011 aangaande de verlichting in de openbare buitenruimte. De gemeente hoeft daardoor niet meer uit te gaan van twee verschillende richtlijnen. Dit komt de eenduidigheid van de beleidskaders en het beheer ten goede. Gemeente Heerhugowaard past de ROVL 2011 (voorheen NPR 13201-1) in nieuwbouwwijken toe vanaf de realisatie Stad van de Zon. De ROVL 2011 is ook het uitgangspunt voor de verkeersaders, die daar over het algemeen alle aan voldoen. In bestaande wijken en te renoveren wijken past de gemeente Heerhugowaard de ROVL-min toe (Heerhugowaards jargon). Dit is vergelijkbaar met het oude NPR-min niveau, waarbij de lichtsterkte maximaal 30% onder de praktijkrichtlijn mag liggen. Bijlage 8.3 “Quickscan verlichtingskwaliteit 2013”, laat zien hoe het verlichtingniveau per wijk, aan de hand van de uitgangspunten, wordt beoordeeld. Ongeveer 80% van de gemeente voldoet op dit moment aan de gestelde uitgangspunten.
3.3.6.
Kengetallen vergelijk 2012
Het kengetallen vergelijk 2012 betreft metingen over het dienstjaar 2011. Er namen slechts 10 gemeenten deel, waaronder de steden Amsterdam, Rotterdam, Eindhoven en Dordrecht en nog 5-tal gemeenten met een kleiner areaal dan Heerhugowaard. De invloed van deze mix aan gemeenten op de mediaan in dit vergelijk is lastig in te schatten. Gemeente Heerhugowaard hoopt dat er binnenkort gemeenten deel gaan nemen aan de Kengetallensessie die qua omvang, boven- en ondergrondse installaties, stedenbouwkundige inrichting en professionaliteit van de gemeentelijke organisatie ongeveer overeenkomen met de onze. De verschillen in de meting zijn geen absolute score, maar eerder bedoeld als "verwonder getal" om met elkaar in discussie te gaan en te leren. Deze discussie is vooral zinvol als gemeenten zoveel mogelijk overeenkomen. Als Eenheid is gekozen voor "Mega-Lumen-uur". Dit is het product van de totale lichtstroom (Lumen, gegenereerd door de lampen) en het aantal branduren per jaar. Over het algemeen wordt dit als de meest zuivere eenheid gezien. Bij benchmarken met andere gemeenten valt op dat: - bij het (nog) geringe aantal deelnemers vaak geen gemeente zit die qua omvang en inrichting breed vergelijkbaar is met Heerhugowaard - er geen gemeenten gevonden zijn waar het groot onderhoud zo transparant (en degelijk) gestructureerd is als in HHW - de kwaliteit van de gemeentelijke organisatie in HHW tot de hoogste van Nederland behoort.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
18
In het onderstaand spinnenweb zijn de prestatie indicatoren van het de OVL in Heerhugowaard (inclusief de beheerorganisatie) vergeleken met de mediaan van de deelnemende gemeente (2008).
Vervangingswaarde/eenheid (masten en armaturen): Gemeente Heerhugowaard heeft een hoog ambitieniveau mbt duurzaamheid. Masten en armaturen worden duurzaam ingekocht, zodat ze met relatief weinig onderhoud respectievelijk 60 en 20 jaar mee kunnen. 60 jaar levensduur voor een lichtmast wordt door vrijwel geen andere gemeente gehanteerd, echter SB verwacht met de huidige kwaliteit van mastconstructie, coating en maaiveldbescherming dat 60 jaar haalbaar is. Deze kwaliteit in combinatie met kleinschalige inkoop drijft de vervangingswaarde per eenheid op. Totale kosten/eenheid: Deze kosten zijn een mix van de overige kosten/eenheid en worden daarin verklaard. Wat in algemene zin kostenverhogend werkt, is het feit gebleken dat Heerhugowaard een zeer groene gemeente is. Door de vele laanbomen moeten doorgaans lagere lichtmasten toegepast worden dan in andere gemeenten. Het licht moet immers onder de boomkronen doorschijnen (kastanjes Middenweg). Lagere lichtmasten betekent méér lichtmasten, dus meer kosten. Meer lagere lichtmasten impliceert op zijn beurt weer meer lampen met een lager vermogen en een lagere energie efficiëntie (gasontladingslampen). Lagere energie efficiëntie veroorzaakt meer energiekosten. Een effect dat echter door de komst van ledarmaturen weer zal verdwijnen.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
19
Onderhouds- en beheerkosten/eenheid (masten en armaturen): De gemeentelijke organisatie ten behoeve van OVL kenmerkt zich door klantgerichtheid (vooral naar bewoners), professionaliteit, veiligheid en continuïteit (overdraagbaarheid en volledigheid van areaalgegevens). Hiermee steekt onze organisatie met kop en schouders uit boven de meeste andere deelnemers. Heerhugowaard is bovendien slechts één van de weinige gemeentelijke organisaties in Nederland die de Installatie Verantwoordelijkheid doeltreffend heeft geïmplementeerd. Hierdoor vinden periodieke keuringen plaats van de elektrische installaties. Ook wordt deskundig toezicht gehouden op elektrotechnische werkzaamheden, conform de wetgeving op Installatie Verantwoordelijkheid. Al deze factoren hebben een positieve invloed op de veiligheid voor bewoners en onderhoudspersoneel. Gevolg hiervan is zijn relatief hoge onderhouds- en beheerkosten. Investeringskosten/eenheid: Heerhugowaard kent als een van de weinige gemeenten in Nederland een degelijke voorziening voor toekomstige vervangingsinvesteringen. Zo werd in 2011 € 330.353 toegevoegd aan de voorziening OVL voor deze investeringen. Dit bedrag is bij de kengetallen de basis geweest voor de rubriek Investeringskosten. Naar onze mening de meest zuivere basis, omdat het getal de gemiddelde investeringskosten over de jaren laat zien. De overige deelnemende gemeenten hebben slechts de investeringen van het dienstjaar 2011 opgevoerd. Dit maakt een vergelijk met Heerhugowaard lastig, aangezien deze investeringskosten per jaar sterk kunnen fluctueren. Kwaliteitsniveau OVL-proces: De gemeentelijke organisatie scoort hoog bij haar Heerhugowaardse burgers, ook betreffende het product OVL. Klachten over defecten worden snel opgelost. Klachten over lichthinder worden deskundig opgepakt en vrijwel altijd naar tevredenheid opgelost. Klachten over ontbreken van licht (enge plekken) en verzoeken om meer licht worden serieus opgepakt en gehonoreerd indien het beleid dit toestaat. Als het nodig is, worden 's avonds ontmoetingen met burgers gepland om het knelpunt in het duister duidelijk te kunnen waarnemen en communiceren. Al deze zaken dragen bij aan de hoge score in relatie tot de andere deelnemende gemeenten.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
20
4. Klachtenafhandeling en aansprakelijkheid 4.1. Klachtenafhandeling Doordat nagenoeg alle meldingen of klachten (90%) over de OVL binnenkomen via het gemeentelijk contact centrum (GCC), is het mogelijk om te zien hoeveel meldingen per jaar binnenkomen. De overige 10% van de meldingen komt binnen via post, telefoon, mail of social media. De meldingen zijn naar wens uit te splitsen naar categorie, straat of wijk. Op deze manier heeft de beheerder inzicht in het verloop van de meldingen en kan de meldingen koppelen aan bepaalde onderhouds- en beheermaatregelen om te zien of er een verband is. Een adequaat klachtensysteem is dus van groot belang voor de completering van het systematisch aanpakken van het beheer. Niet alleen de registratie van de klacht is van belang, ook de hierop volgende controle/afhandelings-procedure. Voor de daadwerkelijke afhandeling van meldingen en het oplossen van storingen zijn met Sbdf afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn opgenomen in de SLA, die jaarlijks wordt geactualiseerd. MOR meldingen Het aantal meldingen over wegen dat bij het GCC binnenkomt, is de afgelopen jaren redelijk constant. De meeste meldingen komen binnen over defecte lichtmasten. In onderstaande tabel zijn de meldingen van de afgelopen drie jaar en de eerste zeven maanden van 2013. Het gaat om het totaal aantal meldingen. Aangezien de storingen niet altijd direct kunnen worden opgelost hebben sommige meldingen betrekking op de zelfde storing. MOR meldingen voor de categorie Openbare Verlichting: Sub Categorie 2010 2011 Bij- en verplaatsen lichtmast
2012
2013
3
9
16
5
Enkele lichtmast defect – lichthinder
183
244
262
100
Meerdere lichtmasten gedoofd
203
214
200
103
Schade - scheefstand lichtmast
140
119
45
13
529
586
523
221
Totaal Meldingen 2013 t/m juli 4.2. Aansprakelijkheid
In het Burgerlijk Wetboek is een speciaal wetsartikel (6:174) dat de aansprakelijkheid regelt van het overheidslichaam dat moet zorgen dat de weg, inclusief de OVL in goede staat verkeert. Wettelijk is niet vastgelegd aan welke kwaliteit de OVL moet voldoen. Wanneer echter de weg overdag geen gevaar oplevert, maar „s nachts wel door ondeugdelijke verlichting, kan de gemeente aansprakelijk gesteld worden. Wanneer eenmaal is vastgesteld dat de schade het gevolg is van een gebrek aan de weg of de weguitrusting, loopt de wegbeheerder een hoog risico. Gesteld mag worden, dat wanneer de wegbeheerder kan aantonen dat de weg in goede staat van onderhoud verkeerd, het risico om aansprakelijk gesteld te worden minimaal is en de weg veilig gebruikt kan worden.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
21
5. Maatregelplan Binnen het beheer en onderhoud van de OVL wordt onderscheidt gemaakt tussen dagelijks en groot onderhoud. 5.1. Dagelijks onderhoud Conform schoon, heel en veilig. Het betreft het verhelpen van storingen, schades en kleine gebreken en ook het periodiek vervangen van lampen, de zogenaamde groepsremplace (regulier cyclisch onderhoud).
Voor het dagelijks onderhoud worden als uitgangspunten toegepast: Omschrijving Frequentie / Responstijd Vervanging defecte lampen
5 werkdagen
Schade vandalisme bovengronds; Gevaarbeperkende maatregelen
1 werkdag 1 uur (na constatering) Verkeersader 1 werkdag, andere 3 werkdagen
Storingen kabelnet (Liander en eigen) Controle schoon, heel en veilig
elke maand
Herstel gerapporteerde gebreken en schades
5 werkdagen
Kleinschalige wijzigingen en verbeteringen onder- en bovengronds en meetverdeelkasten Controle (en reparatie) lichtmasten en uithouders op haarscheuren, roest en verzwakkingen Groepsremplace
16 weken Lichtmasten ouder dan 30 jaar: elke 6 jaar Conform jaarplan
-
PLL (compact fluorescentie)
4 jaar
-
SON-T (hogedruk natrium)
3 jaar
-
SOX (lagedruk natrium)
2 jaar
-
CDM-TT (metaalhalogeen)
3 jaar
-
LED (light emitting diode)
12-20 jaar
5.2. Groot onderhoud Periodieke planmatige maatregelen, zoals schilderen en vervangingen van OVL onderdelen die aan het einde van de economische of technische levensduur zijn.
Voor de grootonderhoudswerkzaamheden gelden de volgende cycli: Omschrijving Frequentie Opmerkingen Schilderwerk van lichtmasten
10 jaar
Zwart; RAL 9005
Armaturen
20 jaar
LED bij nieuwe projecten
Meetverdeelkasten (OVL kasten)
30 jaar
Lichtmasten
60 jaar
gemeentelijk kabelnet OVL (solonet)
60 jaar
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
22
Programma Groot onderhoud De Raad heeft in haar vergadering van 25 juni 2009 een uitvoeringsplan groot onderhoud/ herinrichting wijken vastgesteld. Voor de komende jaren is onderstaande tabel leidend. Gebieden
2013
2014
2015
Sportlaan
U
Schrijverswijk vlek E
U
Schrijverswijk de Horst
V+U
Centrum Middenweg
2016
2017
Opmerking
V+U
V
U
Bedrijventerrein de Frans
V
U
Bomenwijk Esdoornlaan
V
U
Uitvoering na openstelling Oosttangent
Stationsplein
V
U
Uitvoering met SRO
Rivierenwijk vlek F
V
V
U
Voorbereiding start 2 halfjaar
Molenwijk vlek J
V
V
U
Voorbereiding start 2 halfjaar
Uitvoering na openstelling Oosttangent
e e
Bomen- en Recreatiewijk
V
V
U
Restant
Middenwaard
V
V
U
Hoofdcentrum E
V
V
1 gedeelte
De Noord V= voorbereiding, U=uitvoering
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
e
23
6. Middelen De financiële middelen (budgetten) die nodig zijn voor het beheer en onderhoud van de OVL zijn, net als het onderhoud zelf, opgesplitst in dagelijks en groot onderhoud. De budgetten worden op basis van het te beheren areaal en de noodzakelijke werkzaamheden bepaald.
6.1. Dagelijks onderhoud Voor het dagelijks beheer en onderhoud is een jaarbudget beschikbaar. Het budget voor 2014 bedraagt ca. € 700.000. Hiervan wordt bijna een kwart (€ 166.000) besteed aan energiekosten en verder wordt ongeveer de helft van het budget via de SLA door Sbdf uitgegeven. In bijlage 8.4.1 is het budget voor 2014 te vinden. In dit budget zijn ook een aantal andere producten te vinden, zoals evenementkasten en buitenreclame. Deze producten zijn ondergebracht onder de noemer “Openbare verlichting”.
6.2. Groot onderhoud Voor het uitvoeren van grootonderhoud maakt de gemeente gebruik van een voorziening. Deze voorziening wordt jaarlijks gevuld met een storting. De kosten voor het groot onderhoud worden vervolgens weer onttrokken aan de voorziening. Het is van belang dat de storting en de onttreking met elkaar in balans zijn om de huidige kwaliteit van de OVL in stand te houden en de geplande verbetering (o.a. van combinet naar solonet) te kunnen uitvoeren. De voorziening voor grootonderhoud wordt eens in de twee – drie jaar doorgerekend en opnieuw vastgesteld. De berekening beslaat een een periode van 60 jaar en bevat daardoor ook de vervangingsinvesteringen van lichtmasten en het kabelnet, die beide een verwachte levensduur hebben van 60 jaar. De meest recente doorrekening is 2014 – 2073. Deze berekening maakt inzichtelijk dat de huidige storting van ruim € 480.000 in de voorziening groot onderhoud en de ingeplande groei naar een storting van ruim € 525.000 in 2030, voldoende is om geplande onderhoudswerkzaamheden en vervaningen tot 2061 uit te voeren. Hierna is er sprake van een negatieve voorziening. Dit ligt echter nog zover weg in de tijd, dat het op dit moment niet noodzakelijk wordt geacht om hierop te reageren. In bijlage 8.4.2 “meerjaren begroting 2014 – 2073” is de volledigde doorrekening opgenomen. Onttrekking uit voorziening 2014 – 2016: De onttrekkingen uit de voorziening, zoals deze zijn opgenomen in de meerjaren begroting 2014 – 2073, zijn hoger dan in de huidige reserve keeper is aangegeven. Dit heeft te maken met het naar voren schuiven van de vervangingskosten van OVL-kasten en het kabelnet. In de kredietaanvraag 2014 wordt gevraagd voor deze versnelde vervanging middelen beschikbaar te stellen.
6.3. Risicoparagraaf Led- armaturen: In het beleidsplan OVL is vastgelegd dat de sector Stadsbeheer, wanneer de conventionele armaturen aan vervanging toe zijn, de overstap naar led-armaturen maakt, mits de meerkosten van led-armaturen binnen 20 jaar exploitatie terugverdiend kunnen worden. Het is realistisch te denken dat led-armaturen maximaal ongeveer 20 jaar mee zullen gaan, door veroudering van de elektronica en de komst van lichtbronnen met hogere energie efficiëntie. Als na 20
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
24
jaar de armatuurbehuizing nog in goede staat blijkt te zijn, kan ook gedacht worden aan upgrading van het armatuur met die efficiëntere lichtbron. Toepassing van led-armaturen levert binnen de exploitatiebegroting een reductie van de energiekosten op, is naar verwachting lampvervanging niet meer nodig en zullen naar verwachting minder storingen optreden. Het onderhoud kan dan beperkt blijven tot slechts het schoonmaken van de armaturen na 5, 10 en 15 jaar (best case scenario). In de groot onderhoudsplanning 2014-2073 zijn de vervangingskosten opgenomen van de bestaande conventionele armaturen en is bewust geen rekening gehouden met aanschaf van duurdere ledarmaturen. Bij aanschaf van led-armaturen is er daarom op termijn te weinig dekking binnen de Voorziening groot onderhoud OVL.Dekking voor aanschaf van (tot nu toe) duurdere led-armaturen kan gevonden worden door jaarlijks een relevant deel van de energie- en exploitatiekosten te storten in de voorziening OVL. Op deze manier is ook op termijn dekking voor de aanschaf van efficiëntere armaturen binnen de voorziening OVL aanwezig. Met dit beheerplan OVL wil de sector Stadsbeheer deze werkwijze (dit mechanisme) vastleggen en implementeren in de financiële organisatie. Bij nieuwbouw wordt de eerste aanschaf van led-armaturen gedekt uit de grondexploitatie. De bijbehorende areaaluitbreiding heeft uiteraard wel tot gevolg dat jaarlijks meer in de voorziening gestort moet worden om op termijn middelen te hebben om dit areaal in stand te houden. Dit wordt jaarlijks bij de aanvraag van de groeigelden bepaald.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
25
7. Beheerorganisatie Door de plaats van de beheerder in de beheerorganisatie is deze de spil in het beheerproces. Van de beheerder wordt verwacht contact en feeling te hebben met beleid, uitvoering, het maatschappelijk middenveld (belangen organisaties), externe (gemeentelijke) deskundige en uiteraard ook inwoners en bedrijven uit Heerhugowaard. Voor het beheer van de OVL in Heerhugowaard is aan fte‟s beschikbaar: Functie
Fte
Afdeling
Beheerder
0,8
Wijkbeheer
Ondersteuning (areaalbeheer)
0,3
Wijkbeheer (extern)
Installatie verantwoordelijke
0,03
Wijkbeheer (extern)
Totaal 1 fte = 1.465 productieve uren
1,13
Stadsbedrijf speelt een belangrijke rol bij het onderhoud van de OVL. De taken en afspraken zijn opgenomen in een SLA. In bijlage 8.5 is een afschrift van het product 6.217 uit de SLA 2013 te vinden.
7.1. Taken beheerder De beheerder is verantwoordelijk voor: - Uitvoering van het gemeentelijk OVL beleid bij herinrichting en nieuwbouw; - Initiëren van dagelijks- en groot onderhoud en reserveren van middelen daartoe; - Formuleren van eisen voor het in stand houden van de bestaande installaties in de Service Level Agreement met het Stadsbedrijf en toezien op de naleving hiervan; - Initiëren van innovatie van de technische installatie en reserveren van middelen daartoe; - Alle wijzigingen van de technische installatie op verzoek van belanghebbenden of door technische/maatschappelijke ontwikkelingen; - Technische veiligheid van de installatie conform NEN-1010 en NEN-3140 in nauwe samenwerking met de Operationeel Installatie Verantwoordelijke; - Actualisatie van het Technisch Programma van Eisen OVL als basis voor ontwerp, realisatie en overdracht van OVL installaties; - Actualisatie van de beheersystemen met assistentie van derden (Techtek) en Stadsbedrijf; - Opstellen van kengetallen (op basis methodiek NSVV) voor het kunnen monitoren van de prestaties en mogelijkheid tot benchmarking; - Kennisuitwisseling met leden IBOV (overleggroep overheden Noord-Holland OVL) en participatie in werkgroepen; - Kennisuitwisseling met leden IGOV (overleggroep overheden Nederland) en participatie in werkgroepen; - Samenwerking binnen gemeente met eigen en andere diensten: SRO als opdrachtgever nieuwbouw, Wijkbeheer voor herinrichting, WOC.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
26
7.2. Installatie verantwoordelijke Bedrijfsvoering elektrische installaties (conform de NEN3140). In 2009 (B&W 17 februari 2009) heeft de gemeentesecretaris ten aanzien van de bedrijfsvoering “elektrische installaties” binnen WB een installatieverantwoordelijke aangewezen. Naast de installatieverantwoordelijke binnen WB heeft Sbdf twee werkverantwoordelijken aangewezen. De werkverantwoordelijke is een gedelegeerde verantwoordelijkheid. De werkverantwoordelijke is verantwoordelijk voor de organisatorische en directe uitvoering van de bedrijfsvoering elektrische installaties. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn in de schriftelijke aanwijzing vastgelegd. De werkzaamheden aan de verschillende genoemde elektrische installatiedelen dienen overeenkomstig het handboek bedrijfsvoering elektrische installaties en de daarbij behorende procedures te worden uitgevoerd, door mensen die de verplichte VOP (voldoend onderricht persoon) cursus hebben gevolgd.
7.3. Samenwerking HAL Medio 2012 zijn de beheerders van Heerhugowaard, Alkmaar en Langedijk (HAL), op verzoek van het management, gestart met een project om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn tot samenwerking betreffende het functioneel beheer en beleid van openbare verlichting en verkeersregelinstallaties, evenementkasten, havenvoorzieningen en doceerpalen/afsluitpalen. Via het Intergemeentelijk Bijeenkomst Openbare Verlichting Noord-Holland (IBOV) hebben de beheerders regelmatig bijeenkomsten, waar kennis en ervaring wordt uitgewisseld. Daarnaast lopen al gezamenlijke projecten, zoals inkoop energie en wegenonderhoud. Het is dus niet vreemd om diverse delen van de openbare verlichting (OVL) en verkeersregelinstallaties (VRI) ook binnen een samenwerkingsverband te brengen. Het onderzoeken van de mogelijkheden heeft geleid tot een duidelijk beeld waar de samenwerking kan worden verstrekt door elkaars expertise te benutten en kennis te delen. Via twee memo‟s is dit beeld aan het management teruggekoppeld (mei en juli 2012).
7.3.1.
Uitgangspunten samenwerking
Het resultaat en insteek van het samenwerkingsverband dient te zijn: 1. Deskundigheid borgen en kwaliteit verbeteren. Door kennis en ervaring veilig te stellen binnen de gemeentelijke organisatie en overdraagbaar te maken om zo elkaar te versterken en te ontzorgen (specialismen delen, sparringpartner zijn). 2. Technisch beheer op elkaar afstemmen. In de toekomst kunnen functies worden samengevoegd en ontstaat ruimte om de huidige generalisten te vervangen door specialisten. 3. Standaardisatie van materialen en het administratieve beheer. Denkend aan centrale storingsmelding/afhandeling en onderhoudsbestekken, lerend netwerk en beheersystemen. 4. Sterke marktpositie verkrijgen door volume. Het behalen van schaalvoordelen en kennis uitwisselen over aanbestedingen.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
27
5. Het afstemmen van werkzaamheden Schakelen van b.v. verlichting in een grotere regio transparanter voor de burger maken, een portaal. 6. Erkenning van het bestaan specifieke verschillen tussen gemeenten/wijken Behoefte om het aantal verschillen te reduceren en het aantal overeenkomsten te vergroten, besef dat nuances er bij horen.
7.3.2.
Mogelijkheden samenwerking
De praktische invulling van de uitgangspunten wordt tussen 2013 - 2017 uitgewerkt. Mogelijkheden op korte termijn (1 tot 2 jaar): - Algemeen: uniform beheersysteem gebruiken. - OVL: gezamenlijk onderhoudsbestek OVL, één aanbesteding op basis van een raamovereenkomst met een openposten bestek met drie kavels (HAL). - VRI: storingscoördinatie, begeleiding, controle, toetsing, veiligheidsinspecties, uniforme rapportage door één partij. - Evenementenkasten en havenvoorzieningen: controle, toetsing, veiligheidsinspecties, uniforme rapportage door één partij. Onderhoud door één partij. Mogelijkheden op middenlange termijn (binnen 2 tot 5 jaar): - Door afstemming op elkaar het realiseren van gezamenlijk materiaalinkoop en voorraadbeheersing (slagvaardig, korte wachttijden); - Beheersystemen koppelen (analyses maken, via mandaten opereren voor elkaar, continuïteit gewaarborgd) - “Beheerteam E HAL” formaliseren Door samenwerking continuïteit, kennis en beheerkwaliteit borgen; bij escalaties elkaar ondersteunen; bij uitval tijdelijk inspringen. - Complete storingscoördinatie, begeleiding, controle, toetsing, veiligheidsinspecties, uniforme rapportage, onderhoud door één partij - Uniform verwerken van revisie o.a. voor de wet informatie-uitwisseling ondergronds netwerk (WION)
7.3.3.
Praktische invulling en uitwerking samenwerking
De beheerders zien voor 2015 een situatie waarbij de drie organisaties vergaand samenwerken op het gebied van aanbestedingen en beheer en onderhoud. Kennisuitwisseling vindt niet alleen plaats via overleg, maar ook door daadwerkelijk uitwisselen van de beheerders, wanneer dit voor de bedrijfsvoering van één van de gemeenten wenselijk is (bijv. langdurige uitval door ziekte). De huidige ontwikkelingen in Alkmaar drukken een stempel op het samenwerkingsproces. Dat neemt niet weg dat de beheerders er alles aan zullen doen om tot in 2015 zoveel mogelijk samenwerkingsstappen gezet te hebben. Echter veel zal afhangen van de samenwerking met het management en het vertrouwen dat zij in de beheerders stelt. De beheerders komen in 2013 en 2014 maandelijks samen om de samenwerkingsstappen te implementeren, klokken gelijk te zetten en radertjes aan elkaar te koppelen. Mogelijk kan dit uitgebouwd worden naar een maandelijkse gezamenlijke flexwerkdag roulerend bij de HAL-gemeenten, zodat binding ontstaat met de HAL-organisaties en deling van gebiedskennis.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
28
8. Bijlage 8.1. Beeldmeetlatten CROW kwaliteitscatalogus “Verlichting”
Scheefstand: Meubilair-verkeersvoorziening-verlichting-scheefstand (RAW-hoofdcodes 70.58.27/70.58.77) A+
A
B
C
D
De openbare verlichting De openbare verlichting De openbare verlichting De openbare verlichting De openbare verlichting staat recht. staat licht scheef. staat duidelijk staat fors scheef. staat zo scheef dat dit waarneembaar scheef. gevaar oplevert en/of het functioneren hindert. scheefstand
scheefstand
scheefstand
scheefstand
scheefstand
0 graden per stuk
≤ 1 graden per stuk
≤ 3 graden per stuk
≤ 6 graden per stuk
> 6 graden per stuk
Dekking van coating: Meubilair-verkeersvoorziening-verlichting-dekking van de coating/folie en krassen (RAW-hoofdcodes 70.58.22/70.58.72) A+
A
B
C
D
De openbare verlichting wordt volledig en gelijkmatig door de coating bedekt.
De openbare verlichting wordt volledig door de coating bedekt. Op een enkele plaats is de coating dunner.
Op enkele plaatsen is de coating afwezig of in een slechte conditie. De openbare verlichting is echter grotendeels door de coating bedekt. Zeer lichte roestvorming komt voor.
Op grotere delen van de openbare verlichting is de coating afwezig of in een matige conditie. Roestvorming komt in enige mate voor.
Op de gehele openbare verlichting is de coating afwezig of in een zeer slechte conditie. Ernstige roestvorming als gevolg hiervan kan voorkomen.
dekkingsgraad
dekkingsgraad
dekkingsgraad
dekkingsgraad
dekkingsgraad
100 % per stuk
> 98 % per stuk
> 95 % per stuk
> 80 % per stuk
≤ 80 % per stuk
Natuurlijke aanslag: Meubilair-verkeersvoorziening-verlichting-natuurlijke aanslag (RAW-hoofdcodes 70.58.25/70.58.75) A+
A
B
C
D
De openbare verlichting De openbare verlichting De openbare verlichting De openbare verlichting De openbare verlichting is niet bevuild door is nauwelijks bevuild is enigszins bevuild is fors bevuild door is zeer sterk bevuild door aanslag. door aanslag. door aanslag. aanslag. aanslag. mate van aanslag
mate van aanslag
mate van aanslag
mate van aanslag
mate van aanslag
0 % per stuk
≤ 5 % per stuk
≤ 10 % per stuk
≤ 20 % per stuk
> 20 % per stuk
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
29
8.2. Areaal lichtmasten en armaturen per wijk 2014 en 2035
Lichtmasten
Armaturen
2014
2035
2014
2035
Stijging %
01 Schrijverswijk
500
540
506
546
8%
02 Schilderswijk
811
811
814
814
0%
04 Planetenwijk
361
401
376
416
11%
06 Bomenwijk
939
939
949
949
0%
07 Heemradenwijk
652
652
661
661
0%
08 Edelstenenwijk
852
852
891
891
0%
09 Stadshart
639
639
761
761
0%
10 Molenwijk
470
530
480
540
13%
11 Rivierenwijk
495
565
507
577
14%
1003
1430
1052
1479
41%
13 Butterhuizen
594
619
620
645
4%
14 Oostertocht
687
687
699
699
0%
15 Zuidwijk
714
714
717
717
0%
1078
1078
1091
1091
0%
17 Stad van de Zon
922
1072
939
1089
16%
18 De Draai
184
1144
185
1145
519%
56
556
78
578
641%
20 De Noord
230
280
231
281
22%
30 Buitengebied Noord
350
410
351
411
17%
40 t Kruis
79
89
81
91
12%
50 Buitengebied Zuid
73
93
73
93
27%
12.062 14.474
20%
12 Bedrijventerrein
16 Huygenhoek
19 Broekhornpolder
Totaal
11.689 14.101
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
30
8.3. Quick Scan verlichtingskwaliteit 2013
NB. Onderstaande kaart is ook als digitale bijlage aan het beheerplan gekoppeld in corsa. Op deze digitale kaart is in te zoomen, zodat de detailgegegevens per wijk zichtbaar zijn. Quickscan is uitgevoerd op basis van huidige weg- en verkeerscategorisering. Lichtberekeningen getoetst aan de ROVL 2011. In de berekeningen is geen rekening gehouden met 5 tot 50 % lichtreductie door belemmerend groen.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
31
8.4. Begrotingen 8.4.1.
Begroting 2014
afdeling product
(Alles) 6217 Openbare verlichting
kostenplaats (nr en om schr.)
kostensoort
Gegevens 6.217.10.00 - Algemeen Openbare verlichting
4.300.001 - Inhuren personeel van derden 4.310.001 - Gas- en electriciteitsverbruik 4.343.309 - Overige onderhoud 4.343.724 - Telefoon-/faxkosten en dataverkeer 4.600.003 - Mutatie voorzieningen 4.610.099 - Kapitaallasten algemeen 4.622.032 - Bedrijfsuren Afd. Wijkbeheer (A) 8.431.001 - Investeringsbijdragen van overheden (nie
Som 6.217.10.00 - Algem een Openbare verlichting 6.217.11.00 - Beh. en onderh. evenementenkasten
166.608 35.631 1.600 480.580 5.050 135.372 1.556 -3.800
4.343.309 - Overige onderhoud 4.622.032 - Bedrijfsuren Afd. Wijkbeheer (A) 4.622.032 - Bedrijfsuren Afd. Wijkbeheer (A)
Som 6.217.15.00 - Buitenreclam e 6.217.20.00 - Beheersplan
Uren
17.137
838.178 1.556
Som 6.217.11.00 - Beh. en onderh. evenem entenkasten 6.217.15.00 - Buitenreclame
Begroting
870
10
870
10
2.175
25
2.175
25
4.343.799 - Overige goederen/diensten algemeen
5.978
4.622.509 - Doorbelasting specifieke softw are
3.100
4.622.599 - Diverse doorbelasting Som 6.217.20.00 - Beheersplan 6.217.25.00 - Verbeteren verlichtingsniveau
9.078 4.600.003 - Mutatie voorzieningen
32.663
4.343.309 - Overige onderhoud
10.856
4.622.033 - Bedrijfsuren Afd. Stadsbedrijf (A)
18.920
220
1.680
40
Som 6.217.25.00 - Verbeteren verlichtingsniveau 6.217.39.90 - Schade openbare verlichting
32.663
4.622.058 - Bedrijfsuren Afd. Stadsbedrijf (B-uren) 8.340.999 - Verkoop van overige goederen/diensten
-27.150
4.343.309 - Overige onderhoud
169.681
Som 6.217.39.90 - Schade openbare verlichting 6.217.40.90 - Expl. openbare verlichting
4.306 4.622.033 - Bedrijfsuren Afd. Stadsbedrijf (A)
89.182 1.037
4.622.058 - Bedrijfsuren Afd. Stadsbedrijf (B-uren)
42.000 1.000
4.622.103 - Bedrijfsuren bestelw agens
13.200 2.200
I.622.024 - Kostenverdeling Piketuren Stadsbedrijf Som 6.217.40.90 - Expl. openbare verlichting 6.217.42.90 - Evenementenborden
4.806 318.869 4.237
4.343.799 - Overige goederen/diensten algemeen 4.610.099 - Kapitaallasten algemeen
Som 6.217.42.90 - Evenem entenborden 6.217.43.90 - Evenementenkasten
260
1.028 3.596 4.624
4.343.309 - Overige onderhoud 4.622.033 - Bedrijfsuren Afd. Stadsbedrijf (A)
Som 6.217.43.90 - Evenem entenkasten Totaal
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
2.500 3.440
40
5.940
40
1.216.703 6.128
32
8.4.2.
Jaar
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 2069 2070 2071 2072 2073
Meerjarenbegroting 2014-2073
Investering groot onderhoud
211.000 217.128 552.895 599.001 403.337 639.598 710.348 427.788 684.424 528.552 216.513 604.079 308.264 169.394 744.673 566.119 334.810 204.761 758.501 399.038 353.610 447.351 451.956 568.368 480.500 457.246 1.124.799 480.445 1.509.648 831.303 547.178 630.087 436.295 378.111 828.924 602.141 250.820 193.002 751.703 364.343 392.900 263.651 395.376 388.793 191.262 747.878 779.440 496.478 1.595.730 631.836 203.975 934.598 423.054 835.055 1.537.783 1.073.503 612.433 411.971 584.979 621.727 446.183 228.363
Toevoeging budget
480.580 480.580 480.580 483.580 486.580 489.580 492.580 495.580 498.580 501.580 504.580 507.580 510.580 513.580 516.580 519.580 522.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580 525.580
Saldo Voorziening 1.484.000 1.273.000 1.536.452 1.464.137 1.345.716 1.425.959 1.272.941 1.052.173 1.116.965 928.121 898.149 1.183.216 1.083.717 1.283.033 1.624.219 1.393.126 1.343.587 1.528.357 1.846.176 1.613.255 2030: einde toepassing groei 1.739.797 1.911.767 1.989.996 2.063.620 2.020.832 2.065.913 2.134.247 1.535.027 1.580.162 596.094 290.372 268.774 164.267 253.552 401.021 97.678 21.117 295.877 628.455 402.332 563.568 696.248 958.177 1.088.382 1.225.169 1.559.487 1.337.188 1.083.328 1.112.430 42.280 63.976257.629 151.38948.863358.3391.370.5421.918.4652.005.3181.891.7091.951.1082.047.2551.967.8581.670.641-
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
33
8.5. SLA 2013 – product 6.217 Beleidskader De uitvoering van werkzaamheden dient te gebeuren conform: Beleidsplan openbare verlichting 2012-2016 Beheerplan Openbare Verlichting 2009-2013 d.d. 26-02-2009; Objectenbeleid BW 5-10-2010
(RB2011095)
Er is een structureel budget om gefaseerd aan het minimale verlichtingsniveau te gaan voldoen. Bij herinrichtingen van de wijken wordt direct het verlichtingsniveau aan de minimale eisen aangepast. 6.217.11.00 Evenementenkasten (basis B&W besluit d.d. 17 februari 2009) Sbdf voert in hoofdlijnen de volgende werkzaamheden uit: Het in stand houden van de gemeentelijke evenementenkasten en -installaties; Het met de hoogste prioriteit oplossen van elektrische en mechanische defecten aan de verdeelkasten, stekkerverbindingen, aanhanger met kabelhaspel, koppelkabels en zwerfkasten in beheer en eigendom van de gemeente; Het toezien op het gebruik van de juiste stekkerverbindingen, koppelkabels en zwerfkasten die worden toegepast door de gebruikers. o De installatieverantwoordelijke zal zorg dragen voor een document waarin de eisen staan verwoord voor het veilig gebruik van de evenementkasten; Het 1 x per twee maanden inspecteren van de evenementenkasten conform de checklist in Techview metonder andere een testmeting van de aardlekschakelaars; Het herstellen van gerapporteerde gebreken en schades en het digitaal rapporteren van deze herstelwerkzaamheden in Techview; Het uitvoeren van wijzigingen en verbeteringen aan de evenementenkasten. De opdrachten hiertoe volgen in de loop van het jaar op initiatief van en/of in samenspraak met de installatie-verantwoordelijke en de werkverantwoordelijke(n) van Sbdf; Het verwijderen van graffiti van de evenementenkasten indien de tekst aanstootgevend is; Het verwijderen van aanplakbiljetten van de evenementenkasten. 6.217.39.90 Schade en vandalisme openbare verlichting Sbdf voert in hoofdlijnen de volgende werkzaamheden uit: Het herstellen van schades en het verhalen van de kosten op de veroorzaker dan wel het waarborgfonds. 6.217.40.90 Exploitatie openbare verlichting Sbdf voert in hoofdlijnen de volgende werkzaamheden uit: Het in standhouden van de bestaande onder -en bovengrondse voorzieningen van de gemeentelijke openbare verlichtingsinstallatie; Het oplossen van storingen in de lampsystemen binnen een responstijd van 5 werkdagen; Het met de hoogste prioriteit oplossen van voedings- en groepsstoringen van de openbare verlichting in zowel de gemeentelijke installatie als het combinet van de regionale netbeheerder; Het 1 x per maand (met uitzondering van juli en augustus) inspecteren van de bovengrondse openbare verlichtingsinstallatie op lampstoringen. o Verkeersaders, wijkontsluitingswegen, fietspaden en de buitengebieden krijgen een hogere prioriteit dan woonwijken waar sociale controle heerst; Het (tijdens de dagelijkse rondes en onderhoud) toezien op rechtstand, schades, defecten en aanwezigheid van het corresponderende lichtmastnummer; o Een lichtmast mag maximaal 2% uit het lood staan; Het direct registreren van alle gemelde defecten en schades in Techview;
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
34
Het produceren van storingsopdrachten waarop alle relevante gegevens t.b.v. efficiënt en veilig herstel vermeld staan met behulp van Techview; Het registreren van alle reparatie- en schaderapporten in Techview en AAG; Het aanmaken, uitzetten en rapporteren van alle vervangings- en inspectieprojecten in Techview; hiermee is het muteren van alle relevante gegevens in Techview van de onder directie van Sbdf uitgevoerde werkzaamheden zoals: reparaties, aardingsmetingen, beproevingen mastconstructie, vervangingen mast/armatuur/lamp (groepsremplace) en schilderwerkzaamheden geautomiseerd; Het 1 x per maand aanleveren van een storingsanalyse uit Techview van object- en kabelstoringen. (inhoud en opmaak in overleg met WB); Het aanleveren van het groepsremplaceplan 2013 vóór 01-03-2013; Het verzorgen van de planning en de uitvoering van de door WB in januari 2013 op aparte opdrachten beschreven werkzaamheden Groot Onderhoud te weten: o Het schilderen lichtmasten; o Het vervangen van armaturen; o Het vervangen van verdeelkasten; Het uitvoeren van kleinschalige wijzigingen en verbeteringen aan de onder- en bovengrondse voorzieningen en meetverdeelkasten (Dagelijks Onderhoud) conform het vigerende Technisch Programma van Eisen OVL Deel I; o De opdrachten hiertoe volgen in de loop van het jaar op initiatief van en/of in samenspraak met WB; o Deze opdrachten dienen binnen 4 maanden na opdracht te zijn afgerond inclusief revisiewerk. Uitzondering hierop zijn opdrachten waarbij Alliander betrokken is; o Het incidenteel vastzetten van Fagetpanelen en vervangen van open aansluitpanelen in solonet doet Sbdf op eigen initiatief, evenals het inventariseren daarvan. Het onderzoeken van de mastconstructie op scheuren, roest en verzwakkingen tijdens controle-, reparatie- en schilderwerkzaamheden aan lichtmasten en uithouders en hierover rapporteren; o Bij twijfel metingen laten verrichten door hierin gespecialiseerde bedrijven; Het in stand houden van de lichtmast- en meetverdeelkastnummers conform revisietekeningen OVL en Techview beheerapplicatie; Het in stand houden van het tekeningpakket in de meetverdeelkasten; Het voorkomen van groenconflicten (bladschaduw) waarmee de lichtopbrengst belemmerd wordt; o Bij dikke takken contact opnemen met de betrokken opzichter Groen. Sbdf zal voor het product Zonnepanelen aan de Dijk van Kyoto: o Een servicecontract onderhouden (Alfatech); o Storingen verhelpen (Alfatech); o Het systeem monitoren (Alfatech); o Toezien op de zonnepanelen; o De meterstand jaarlijks opnemen.
Digitaal reizigers informatie systeem (DRIS) Langs het Hoog Openbaar Vervoersnet zijn op nadrukkelijk verzoek van de provincie Noord-Holland 15 DRIS zuilen bij de bushaltes van lijn 360 geplaatst. Deze DRIS zuilen zijn in 2010 opgeleverd en het onderhoud wordt in opdracht van de provincie door derden uitgevoerd. Sbdf voert in hoofdlijnen de volgende werkzaamheden uit: Het doorgeven van eventuele klachten aan Connexxion / DRIS.
Beheerplan openbare verlichting 2014 - 2017
35