1
We doen mee met Woordvoerders van de Natuur! We gaan een hele ochtend/middag de natuur in! We wonen hier op de Veluwe en we gaan ook de natuur in op de Veluwe. Ga je zelf weleens de natuur in? Waar dan? Wat vind je er fijn aan? Wat voor bijzondere dingen heb je weleens gezien of meegemaakt? In deze les leer je wat de Veluwe is, hoe de Veluwe er heel vroeger uitzag en welke dieren er leven.
2
De Veluwe is een gebied midden in Nederland. Het is het grootste stuk natuur in Nederland aan elkaar. Niet zomaar wat natuur, maar heel veel verschillende soorten natuur. Er is (KLIK) bos, (KLIK) heide en zelfs (KLIK) een soort woestijn. Die woestijn heet een zandverstuiving. Wie is er weleens geweest? Er zijn ook beken en sprengen. (KLIK) Wat zijn sprengen? Sprengen zijn door mensen gemaakte beken. Ook zijn er heuvels op de Veluwe. Dat is best bijzonder voor Nederland!
3
Al die natuur op de Veluwe was er vroeger niet. Ook de heuvels waren er vroeger niet. Hoe zijn de heuvels op de Veluwe gekomen? Dat zie je in het filmpje! http://www.schooltv.nl/video/heuvels‐in‐midden‐nederland‐hoe‐zijn‐deze‐ontstaan/ (0:53) De heuvels heten dus stuwwallen en zijn gemaakt door ijs. Dit is heel lang geleden, wel meer dan 100.000 jaar.
4
Na de ijstijd was de Veluwe eerst een soort toendra. Weet je wat een toendra is? Een kaal gebied met lage struiken en met weinig bomen. Waar zijn nu nog toendra’s op de wereld? (aan de rand van de poolcirkel, o.a. in Rusland, Canada, Alaska) Daarna werd het warm en groeide er bos op de Veluwe. De eerste mensen die naar de Veluwe kwamen waren jagers. Ze jaagden op de dieren toen het nog toendra was en later ook toen het bos was. Daarna kwamen er andere mensen. Zij bedachten dat je ook eten kon laten groeien en dieren kon houden in een weiland met een hek, in plaats van te jagen op dieren. Ze kapten het bos om weiland en akkers te maken. Deze mensen heten het klokbekervolk. Deze naam komt van de bekers die deze mensen maakten. (KLIK) Hier zie je een beker die deze mensen maakten. Kun je bedenken waarom ze klokbekervolk heten? Omdat ze bekers maakten in de vorm van een omgekeerde kerkklok. Dit is ook heel lang geleden, ongeveer 3000 jaar. Precies op de overgang van de steentijd en de bronstijd.
5
De naam Veluwe komt van een Duits volk, de Batavieren. Zij noemde het gebied ‘vale aue’. Dat betekent slechte grond, omdat het veel zandgrond was waarop niet veel groeit. ‘Vale aue’ veranderde in heel veel jaar langzaam in ‘Veluwe’. Ken je het gebied de Betuwe? Daar groeien heel veel appel‐ en kersenbomen. Het woord Betuwe komt van bat aue, wat goede grond betekent.
6
De mensen gingen de bomen dus kappen om akkers en weiland te maken. Wat ging er toen groeien? Toen kwam er heide. http://www.schooltv.nl/video/de‐hei‐mooie‐paarse‐bloemetjes/ (2:07) Dus hoe is de heide ontstaan? En hoe werd de heide gebruikt? De mensen lieten de schapen grazen op de heide. De schapen stonden ‘s nachts in de potstal en poepten daar. De plaggen van de heide werden in de stal op de mest gegooid om de poep af te dekken. Wel zo schoon. De poep noemen we mest. Dat is goed voor de planten. De mest van de schapen en de plaggen samen werd weer op het land gebruikt. De mensen ploegden de mest om op de akkers om de gewassen beter te laten groeien.
7
De Veluwe is een groot natuurgebied. Er leven heel veel bijzondere dieren. Kun je bedenken welke dieren er in het bos leven? Vossen, konijnen, heel veel vogels, muizen, eekhoorns…. In de lente lijkt het bos wel een concertzaal, want er zingen heel veel vogels. Als je goed luistert, hoor iets roffelen tegen de bomen. Wie doet dat? KLIK De specht? De grote bonte specht is zijn hele naam. Een heel bijzondere vogel, want hij kan heel hard roffelen en hakken, maar krijgt toch geen hoofdpijn. Het vrouwtje hakt een nest in een oude boom. Ze hakken ook om kleine beestjes te zoeken om op te eten. De mannetjes roffelen heel hard tegen een dode tak om andere mannetjes te waarschuwen: hier woon ik, kom niet in de buurt! Oude en dode bomen zijn heel belangrijk in het bos voor kleine beestjes en voor spechten en andere vogels. Zonder oude en dode bomen zijn er ook geen spechten!
8
In het bos leven ook grote wilde dieren. Weet je welke? Edelherten, reeën en wilde zwijnen. Deze grote dieren noemen we grof wild. Grof betekent dus groot. http:/http://www.schooltv.nl/video/burlende‐herten‐de‐bronsttijd‐van‐de‐edelherten/ (1:06) http://www.schooltv.nl/video/wilde‐zwijnen‐echte‐opruimers/ (2:03) Maar ook al zien we ze niet, hoe kunnen we dan toch weten of ze er zijn? Aan de sporen: pootafdrukken, poep, haren, vraatsporen, enz.
9
Als je thuis de kraan open doet, komt er water uit. Lekker water dat je zo kunt drinken. Waar komt dat water vandaan? Gewoon uit de grond uit de Veluwe! Op de Veluwe zit veel water in de grond. Het wordt uit de grond gehaald en gezuiverd door een bedrijf. Een waterzuiveringsbedrijf. Daarna komt het bij ons thuis uit de kraan. KLIK Heb je dit bord weleens gezien? Wat betekent het? Water uit de grond halen heet ‘water winnen’. Waterwingebied is een gebied waar het bedrijf water uit de grond haalt. Omdat het water is dat we drinken, letten er altijd mensen op. Je mag nooit afval lozen in de natuur, maar al helemaal niet in een gebied waar ons drinkwater vandaan komt. Daarom staat er een bordje: waterwingebied. Daar moet je dus extra goed opletten dat je geen afval achterlaat. Hoe komt dat water in de grond? Door de regen. Gaat dat snel of langzaam? Heel langzaam. Het regenwater zakt heel langzaam door alle lagen van de bodem heen. Daar is een speciaal woord voor: inzijging.
10
NB DEZE DIA ALLEEN BIJ THEMA HEIDE Op De Veluwe is veel heide. Wat is heide eigenlijk? (heide is een plantje, een gebied met deze plantjes noem je ook 'heide‘) Wat is het verschil met bos? (en groeien weinig bomen en struiken, het is open, je kunt ver om je heen kijken. Er is geen schaduw, dus veel meer zon, maar ook meer wind. Het kan er veel warmer én veel kouder zijn dan in het bos). Er zijn verschillende planten die heide heten. Struikheide zie je hier en dit [KLIK] is dopheide. Dopheide heeft ronde bloemetje die op een dopje lijken.
11
NB DEZE DIA ALLEEN BIJ THEMA HEIDE •Welke dieren leven er op de heide? (dieren die van zon houden, zoals hagedissen, slangen, konijnen, muizen, kleine beestjes, vogels die beestjes eten, roofvogels die op zicht jagen) •KLIK 5x (konijn, zandhagedis, adder, veldleeuwerik, buizerd) [NB Het gaat niet om de namen, maar wel om het idee dat op de heide bijzondere dieren voorkomen!] •En natuurlijk heel veel kleine beestjes •Veel van deze dieren leven alleen op de heide Welk beest vind je het meest bijzonder? De adder is natuurlijk heel bijzonder, want die zie je niet zo vaak! De adder houdt erg van zonnen. Daarom woont hij op de heide. Hij voelt mensen al van ver aankomen en kruipt dan weg. Alleen als het ‘s ochtends nog koud is, is de adder een beetje langzaam en kun je hem misschien zien liggen. Adders kunnen bijten en zijn giftig, maar ze doen dat alleen als je ze beetpakt. Dus pak een adder nooit beet!
12
NB DEZE DIA ALLEEN BIJ THEMA HEIDE De heide is ontstaan door mensen. Nu gebruiken mensen de heide niet meer zoals vroeger, toen ze er plaggen afhaalde voor in de stal. Als we niets doen groeien er vanzelf weer bomen op de hei en wordt de hei langzaam weer bos. Toch willen de meeste mensen dat we de heide zo houden. Waarom denk je? • De heide is mooi, met de mooie paarse bloemen. Het is er lekker zonnig en warm. Mensen wandelen en fietsen er graag. • Op de heide leven planten en dieren die echt alleen op heide kunnen leven. We vinden deze planten en dieren bijzonder en mooi en er is ook een wet die zegt dat we moeten zorgen dat er geen planten en dieren uitsterven. Om de heide zo te laten, moeten we zorgen dat er geen gras en geen bomen gaan groeien. Dat is nog best lastig. Hoe doen we dat? Door schapen, paarden of koeien te laten grazen. Ze eten het gras en de jonge boompjes op. Of door met de hand jonge boompjes uit de heide te trekken.
13
DEZE DIA HOORT BIJ HET THEMA WATER Het ene water is het andere niet. Wat voor soorten water kun je buiten tegenkomen? Vijver, plas, sloot, rivier, kanaal, ven, beek, spreng…. Water kan heel schoon zijn of heel vies. We noemen dat goede of slechte kwaliteit van het water. Hoe beter de kwaliteit, hoe meer beestjes en planten erin leven. Stromend water is meestal van betere kwaliteit dan stilstaand water. Hoe zou je erachter kunnen komen wat de kwaliteit van het water is? Kleur, geur, troebelheid, vervuiling, welke en hoeveel planten en dieren erin leven. KLIK Deze planten en dieren groeien in vervuild water. Buiten gaan we onderzoeken of het water vies of schoon is!
14
DEZE DIA HOORT BIJ HET THEMA WATER In het water leven heel veel beestjes. Welke waterbeestjes ken je? Buiten gaan we zoeken naar waterbeestjes. Een heel bijzonder en heel zeldzaam beest is de Beekprik. http://www.schooltv.nl/video/de‐beekprik‐een‐bijzonder‐visje/ (1:43)
15
DEZE DIA HOORT BIJ HET THEMA ZANDVERSTUIVING Op de Veluwe heb je zandverstuivingen. Het Kootwijkerzand is de grootste zandverstuiving van West‐Europa! Het lijkt net de woestijn. Het kan heel warm zijn als de zon schijnt, wel 50 graden! Maar als het vriest ook ontzettend koud! Je ziet alleen maar zand. Maar als je beter kijkt groeit er toch van alles. Op het zand groeien mossen en korstmossen en ook plantjes. Heb je weleens korstmossen gezien? Ze groeien op gekke plekken, op stenen en muren en op de grond. Een bijzonder korstmos is rood bekermos. Zie je waarom het zo heet? Een bijzonder plantje is het zandblauwtje. Er is een bijzonder beest dat erg van de zon en warmte houdt en ook op het zand leeft, de zandhagedis. We gaan natuurlijk ons best doen om deze mooie planten en dieren buiten te vinden !
16
DEZE DIA HOORT BIJ HET THEMA ZANDVERSTUIVING Omdat het zo open is op de zandverstuiving is er veel wind. De wind verplaatst het zand. Daarom ziet het er steeds weer anders uit. De wind blaast het zand rond. Kijk eens naar deze steen. Hoe komt het dat deze steen er zo uitziet? Door de wind. De wind blaast het zand tegen de steen. Het zand werkt als schuurpapier. Er gaat steeds een kleine beetje van de steen af. Heb je weleens gevliegerd? Hoe was dat. We gaan zelf een vlieger maken! Die kunnen we dan buiten uitproberen. KLIK We gaan natuurlijk ook lekker rennen en rollen in het zand!
17
DEZE DIA HOORT BIJ HET THEMA GROF WILD De Veluwe is een heel groot natuurgebied met heel veel dieren. De grootste dieren zijn het edelhert, de ree en het wild zwijn. Die noemen we grof wild. Zij hebben ook hele grote stukken natuur nodig om in te leven. Maar er is niet alleen maar natuur op de Veluwe. Er wonen ook mensen, er zijn dorpen en wegen. Soms zelfs snelwegen. De dieren willen de wegen graag oversteken om naar een ander stukje van de Veluwe te gaan. Waarom denk je? Om eten te zoeken of om een mannetje of vrouwtje te vinden.
18
DEZE DIA HOORT BIJ HET THEMA GROF WILD De dieren steken soms de weg over. Er worden dan best veel dieren aangereden door auto’s. Wat kunnen we hieraan doen? Speciale tunnels en bruggen voor dieren. Voor kleine dieren zoals muizen en iets grotere zoals dassen zijn het vaak tunnels. KLIK Voor het grof wild moet het een brug zijn. Weet je hoe zo’n grote brug voor grof wild heet? Ecoduct. http://www.schooltv.nl/video/een‐oversteekplek‐voor‐dieren‐we‐helpen‐een‐handje/ (1:53) Soms zijn er ook hoge hekken en wildroosters. De dieren kunnen dan die kant niet op. Voor hun eigen veiligheid, maar soms ook omdat de mensen niet van de dieren houden. Waarom zouden sommige mensen niet van wilde zwijnen en edelherten houden? Boeren vinden wilde zwijnen niet leuk omdat ze zijn land omploegen en van de gewassen eten. Ook edelherten kunnen heel veel opeten van de boer.
19
Er zijn veel verhalen, sages en legendes op de Veluwe. [vertel het verhaal dat u heeft opgezocht].
20
Waar gaan we heen? Waar staat de school? Hoe gaan we erheen en via welke route? Dubbelklik om naar Google Maps te gaan.
21
Als we naar buiten gaan zijn er een paar regels. Belangrijk is dat je voorzichtig bent met kleine beestjes. OPDRACHT Bedenk met je groepje nog 3 regels waarvan je denkt dat die gelden in de natuur. We kiezen de beste eruit. Geef de leerlingen 5 minuten om na te denken. Inventariseer op het (digi)bord of vul in in deze dia. Voorbeelden: Geen afval achterlaten. (Als er grazers in het gebied aanwezig zijn) Afstand houden tot de koeien/herten/schapen. En rustig blijven als ze naar je toe komen. Niet rennen. Geen takken afbreken of dingen uit de grond trekken. Zachtjes praten.
22
Wat ga je meenemen naar buiten en wat niet? Bespreek met de leerlingen WEL: je rugzak, eten en drinken. Goede kleren, lange broek, stevige schoenen. Bij regenachtig weer laarzen en regenjas. Een plastic tas om op te zitten als je dat wilt. Zakje om spulletjes in te verzamelen. NIET: snoep, mobiele telefoon,…
23
Buiten gaan we opdrachten doen in groepjes van [4/5/6] kinderen. Elk groepje heeft een naam. Ik deel jullie nu in in groepjes. Afhankelijk van het thema krijgen de groepjes een naam. Zie de leerkrachtenhandleiding. Je krijgt een naamkaartje. Ze je naam erop en je mag het kaartje ook inkleuren. Thema water Schaatsenrijders, beekprikken, schrijvertjes, waterjuffers, bloedzuigers Thema bos Spechten, vossen, muizen, eekhoorns, egels Thema heide Konijnen, adders, veldleeuweriken, buizerden, libellen Thema zandverstuiving Zandhagedissen, mierenleeuwen, boompiepers, zandoorwormen, sneeuwvlo’s Thema Grof wild Edelherten, hindes, kalfjes, zwijnen, biggetjes
24