Microflown is succesvol, maar ziet nog nieuwe takken aan de boom ‘Het is een permanente uphill battle’ Het oude Akzo-hoofdkantoor in Arnhem is tegenwoordig gevuld met een aantal (jonge) bedrijven. Eén daarvan is Microflown Technologies. Dit bedrijf kan met de Microflown-sensor als enige in de wereld de akoestische luchtdeeltjessnelheid meten; een gewilde toepassing in bijvoorbeeld de automobielindustrie. De sensor is in 1994 door Hans Elias de Bree in Twente uitgevonden en daarna met STW geld geïndustrialiseerd. In 1998 richtte hij Microflown Technologies op, samen met Alex Koers – met die laatste hebben we een afspraak. ‘Welkom. Zullen we eerst hier even rondkijken?’ Koers staat al te wachten en leidt de interviewer in hoog tempo rond, langs vijf, zes afdelingen, die elk een terrein bestrijken waarop Microflown actief is. Dat blijkt erg divers te zijn, van voertuigakoestiek tot toepassingen rondom “situational awareness” voor defensie en veiligheid. Daarna keren we terug in zijn kamer. ‘Wil je koffie, thee of gewoon water?’ Tijdens het antwoord is Koers al onderweg naar de tafel met drankjes. Hij schenkt in en gaat achter zijn bureau zitten. Het is een bureaublad vol haast. Opengeslagen ordners schuin over elkaar gestapeld, het halfvolle flesje Spa staat tegen het toetsenbord, een perforator houdt een stapel papieren in bedwang, en over een grote witte bureauonderlegger zijn Post-it’s verspreid als gele sneeuwvlokken. Het bedrijf bestrijkt diverse markten?. Koers knikt: ‘Ja dat heb je met een technology push waar niemand in eerste instantie een toepassing voor ziet. De commerciële uitdaging is proposities te ontwikkelen voor elk van die markten, die je dan eerst wel moet zien te begrijpen.
Hoe werkt de Microflown? Geluid is een trilling in de lucht die bijvoorbeeld ontstaat door trillende voorwerpen. Door het trillen perst een voorwerp de lucht om zich heen steeds even samen en geeft de lucht daarna even meer ruimte. Bij het samenpersen ontstaat een hogere luchtdruk, bij het uitdijen ontstaat een lagere druk. De opeenvolging van hoge en lage luchtdruk verspreidt zich door de lucht en deze trilling horen wij als geluid. De gebruikelijke geluidsmetingen meten deze drukfluctuaties. De Microflown-sensor gebruikt daarentegen de beweging van de luchtdeeltjes en meet de snelheid van deze deeltjes. Hierdoor zijn de geluidsmetingen in bepaalde omstandigheden nauwkeuriger dan traditionele metingen. De Microflown bestaat uit twee vlak naast elkaar geleden draadjes die beide worden verhit. Door een stroming langs deze draadjes warmt het eerste draadje de lucht er omheen enigszins op. Daardoor koelt het stroomafwaartse draadje dan een beetje minder af. Dit leidt er toe dat het tweede draadje iets warmer wordt dan het eerste draadje. Dit temperatuurverschil heeft een verschil in de weerstand over de draadjes
tot gevolg. Met een zeer gevoelige elektronische regeling wordt dit verschil in weerstand omgezet in een elektrisch signaal. Dit signaal is evenredig met de luchtdeeltjessnelheid.
De sensor waar het allemaal om draait is op een STW-project gevonden? Koers: ‘Dat klopt. Hans Elias de Bree heeft de sensor in 1994 uitgevonden en is er in 1997 op gepromoveerd. Sindsdien zijn er nog drie jonge onderzoekers op gepromoveerd. In 2004 de Twentse onderzoeker René Visser op een nieuwe manier om efficiënt en nauwkeurig geluidsvelden te berekenen waarbij hij de meerwaarde van het meten luchtdeeltjessnelheid aantoonde. Dat was revolutionair. Doekle Yntema promoveerde daarna op verbetering van de Microflown sensor zelf en kreeg via een EU FP 7 grant via Microflown Technologies de kans om als postdoc een Microflown sensor voor zeer hoge temperaturen in verbrandingsmotoren te ontwikkelen. Jelmer Wind tenslotte, onderzocht numerieke methoden en trad na zijn promotie bij Microflown in dienst. Jullie vinden eigenlijk steeds nieuwe toepassingen? Koers, energiek: ‘Je moet steeds proberen om een nieuwe tak aan de boom te krijgen. Maar er is veel inertie en zelfgenoegzaamheid in de buitenwereld.’ Hoezo? Koers, windt zich op: ‘Het is een permanente uphill-battle. Je vecht allereerst tegen gevestigde industriële belangen. Dat is niet leuk maar te begrijpen. Maar je vecht ook tegen zelfgenoegzaamheid van kennisinstellingen, en dat is toch wel heel merkwaardig’. Zelfgenoegzaamheid in welke zin? Koers, afgemeten: ‘Ze worden betaald om de overheid te adviseren en innovatie te bevorderen. Alleen komen we als zelfscheppend bedrijf met een nieuwe technologie curve in hun vaarwater en/of kennisdomein. Dan is het toch jammer dat dit soort instellingen blijven vasthouden aan onderzoek op basis van eerdere technologiecurven en je in feite proberen onder het vloerkleed te houden. Dat is meer dan eens gebeurd. Het zou onbestaanbaar moeten zijn dat Nederland in dit email tijdperk nog geld stopt in het ontwikkelen van faxtechnologie, maar in de akoestiek wordt dit getolereerd. Kennisinstellingen zouden dienstbaar moeten zijn. Die cultuuromslag om een “makker” te vinden moeten ze nog maken.’ Er kan nog wel iets verbeterd worden bij subsidieverleners?
Koers, op dreef: ‘Absoluut, vooral het feit dat ze bijna allemaal een hekel hebben aan onvoorspelbaarheid. Daarom lopen er in Brussel initiatieven als “trust researchers”. Maar onvoorspelbaarheid is juist onderdeel van innovatie. Ook wij hebben baat gehad bij onvoorspelbare zaken.’
U kon toch wel regelmatig subsidies krijgen? Koers: ‘Dat is waar en ik schrijf ook nog steeds aanvragen, maar de nieuwe kikkertjes die je moet kussen, worden steeds minder. Dat ligt aan de onwillige houding van de kennisinstellingen. Zo stimuleer je nooit bedrijvigheid en nieuwe ideeën.’ Na een korte pauze: ‘We zijn uit de luiers gekomen met STW geld. Volwassen werden we met projectenvoorstellen die in Brussel werden beoordeeld. Pas in 2010 hebben we drie nationale R&D voorstellen ingediend, die het trouwens alle drie gehaald hebben. We betrekken de Universiteit Twente en TU Delft in onze voorstellen en diverse andere MKB-ers.’ Aan nieuwe ideeën geen gebrek, zo te zien hier. Glimlachend: ‘Je moet duizend kikkers kussen om een prins te vinden, dat is de essentie van innovatieve ideeen die altijd uit een onvoorspelbare hoek komen. Daarna worden “time to market” en “het verkrijgen van “critical mass” van belang. In de voertuigakoestiek zijn we mondiaal in een niche van een niche marktleider. Toyota en Volkswagen zijn klanten van ons. Met hulp van het Netherlands Space Office proberen we onze sensoren en meetmethoden ook voor het testen van ruimtevaartstructuren geschikt te maken.’ Eén van de afdelingen heet Situational Awareness? ‘We hadden vier jaar geleden contact met een Indiase wetenschapper, die ook klant van ons was. Hij ging met pensioen, toen hebben wij hem drie maanden naar Nederland gehaald voor een “afbouwstage”. Het werd de opmaat naar iets groots, namelijk de markt van situational awareness.’
Wat moet ik me daar precies bij voorstellen? ‘Er zijn heel veel gebeurtenissen die gemakkelijk te horen zijn maar moeilijk te zien! Onze akoestische vektorsensoren kunnen in een driedimensionale ruimte geluidsbronnen localiseren, classificeren en volgen. Dat opent nieuwe mogelijkheden tot synergie met bijvoorbeeld radars en camera’s. In tegenstelling tot een radar zijn onze sensoren passief en hebben ze een laag energie verbruik. Met gedistribueerde arrays kunnen we dus hele grote gebieden in de gaten houden. Een toepassing is bijvoorbeeld het detecteren van vrachtauto’s die ’s nachts aankomen rijden en stoppen om chemicaliën illegaal dumpen. Maar we bieden ook een mogelijkheid om de laagste laag het Nederlandse luchtruim te bewaken waar criminelen en terroristen gewoon onder de radar vliegend hun gang zouden kunnen gaan.’ Hervat: ‘En dan kunnen we ook nog het cameratoezicht voor urban surveillance verbeteren. Nieuwe image processing technieken worden mogelijk met onze richtingsgevoelige akoestische informatie. We kunnen met behulp van fish eye camera’s terugkijken in de tijd!’
Terugkijken in de tijd Koers laat zijn opmerking even indalen, vervolgt dan zeer enthousiast: ‘We hebben recentelijk bij de overheid ons VAUDEO voorstel ingediend wat onderhand is goedgekeurd. Dat werkt zo: thans worden bewakers van video beelden overstelpt met beelden die ze zelf moeten interpreteren.Ons idee is om enkel die beelden die corresponderen met een akoestische gebeurtenis op een bepaalde plek op een scherm te presenteren. De camera’s kunnen dan permanent hun gegevens lokaal opslaan en verversen, en enkel als er een akoestische gebeurtenis in een bepaalde richting plaatsvindt de corresponderende video gegevens daarbij terug zoeken. Dat is goed voor de privacy van burgers en kost weinig bandbreedte, omdat je vaak alleen nog maar een foto met hoge resolutie en lage frame rate hoeft door te sturen. En de bewakers kunnen bij wijze van spreken gaan tafeltennissen tot er wat gebeurt. Dat wordt mogelijk met VAUDEO.’ Dat klinkt futuristisch en toch alsof het kan. Knikkend: ‘O ja, dat werkt zeker. En het kan ook vliegend op een klein onbemande verkenningstoestel. O ja? ‘Op zo’n drone willen wij samen met het MAVLAB van de TU Delft een vectorsensor toevoegen aan een fish eye camera, om dan de opgenomen videobeelden verder te
kunnen analyseren als we een explosie op de grond hebben gehoord. Dat is trouwens onlangs al uitgevoerd op basis Vredepeel!’
Ideeën genoeg dus. Is er iets dat u wel zou willen doen, maar nog niet hebt gedaan? Kort nadenken, dan weer met kracht: ‘Verbrandingsakoestiek of foto-akoestiek. We zouden verbrandingsprocessen van energie-opwekkende turbines kunnen monitoren en optimaliseren door in het hete gedeelte van de uitlaat te meten. Of we zouden vrachtcontainers kunnen gaan controleren op sporen van gassen met een heel compact systeem. Dat wordt mogelijk omdat je een hele kleine laserbron kan inzetten als je die koppelt aan zeer hoogwaardige akoestische sensor in plaats van een wat saaie geluidsdruk microfoon. U bent erg gedreven. Waar komt dat eigenlijk vandaan? Voor het eerst een langere aarzeling. ‘Mijn moeder zou zeggen: het is een ijzeren wil en vechtlust. Dat past wel bij dit bedrijf.’