Groen is een appel groen is een boom de boom van ’t lommert de boom van geluk van vriendschap de boom voor een nieuwe start
ALGEMEEN SCHOOLREGLEMENT 2015-2016
Beste ouders, verantwoordelijken, Welkom op onze school BuSO ’t Lommert. Wij willen u hartelijk danken voor het vertrouwen dat u in onze school stelt. Het leerkrachtenteam, ondersteunend en paramedisch personeel zullen alles in het werk stellen om de jongere met zijn problemen en mogelijkheden te begeleiden naar een zo volledig mogelijke ontplooiing. Als ouders draagt u echter de eerste verantwoordelijkheid voor de opvoeding en het onderwijs van uw kinderen. Wij verwachten dan ook dat u uw kind aanmoedigt de doelstellingen van onze school na te streven en de leefregels ervan na te leven. Langs deze weg willen wij u zo goed mogelijk informeren over de werking en de reglementering in onze school. Aangezien deze gids heel wat informatie bevat, is het aangeraden hem gedurende het hele schooljaar te bewaren. Zo kan u hem altijd raadplegen. Opdat uw zoon/dochter geldig ingeschreven zou zijn, is het van het grootste belang dat u zich akkoord verklaart met het pedagogisch project en het schoolreglement. Het niet ondertekenen van deze documenten betekent dan ook dat uw zoon/dochter niet kan worden (her)ingeschreven.
Beste meerderjarige, Op juridisch vlak verandert de relatie tot je ouders door je meerderjarigheid grondig. Toch hopen wij dat hierdoor geen problemen in jullie verhouding zullen ontstaan. Zowel jijzelf, als je ouders, ondertekenen dat jullie akkoord gaan met het schoolreglement. Jouw handtekening is echter volledig rechtsgeldig vanaf je 18de verjaardag. Telkens wanneer er in dit schoolreglement verwezen wordt naar “de ouders”, ben jij dat.
Hopend op een fijne samenwerking,
Pegie Smets Directeur BuSO ‘t Lommert
INHOUDSTAFEL DEEL 1: STUDIEREGLEMENT
1. Welkom 2. Schoolteam 2.1. Schoolbestuur 2.2. C.L.B.-begeleiding en Medisch Schooltoezicht 2.3. Directie 2.4. Beleidspersoneel 2.5. Ondersteunend personeel 2.6. Onderwijzend personeel 2.7. Paramedisch personeel 2.8. Interne Beroepscommisie 2.9. Meter van de school: Tante Kaat 2.10. Werkgroepen 2.11. Participatie * WABP * LOC * Schoolraad * Pedagogische raad * Leerlingenraad * Klassenraad * Vakvergaderingen 3. Wat bieden wij? 3.1. Doelgroep 3.2. Observatiejaar 3.3. Logistiek Assistent in Ziekenhuis- en Zorginstellingen 3.3.1. Wie is de Logistiek Assistent? 3.3.2. De opleidingsfase (2de – 3de jaar) Logistiek Assistent 3.3.3. De kwalificatiefase (4de – 5de jaar) Logistiek Assistent 3.3.4. Praktijk op verplaatsing en stage Logistiek Assistent 3.3.5. Getuigschriften en attesten na de opleiding Logistiek Assistent 3.3.6. De integratiefase (ABO) Logistiek Assistent 3.3.7. Getuigschriften en attesten na de alternerende beroepsopleiding (ABO) 3.4. Grootkeukenmedewerker 3.4.1. Wie is de Grootkeukenmedewerker? 3.4.2. De opleidingsfase (2de – 3de jaar) Grootkeukenmedewerker 3.4.3. De kwalificatiefase (4de – 5de jaar) Grootkeukenmedewerker 3.4.4. Praktijk op verplaatsing en stage Grootkeukenmedewerker 3.4.5. Getuigschriften en attesten na de opleiding Grootkeukenmedew. 3.4.6. De integratiefase (ABO) Grootkeukenmedewerker 3.4.7. Getuigschriften en attesten na de alternerende beroepsopleiding (ABO) 3.5. Evaluatie
4. Regels op onze school 4.1. Inschrijving 4.1.1. Inschrijvingsperiode en –procedure 4.1.2. Capaciteit 4.1.3. Engagementsverklaring 4.2. Administratief dossier van de leerling 4.2.1. Persoonlijke gegevens 4.2.2. Studietoelagen 4.2.3. Schoolbewijzen en andere formulieren 4.3. Leerlinggebonden documenten en bezittingen 4.3.1. Schoolagenda 4.3.1. Rapporten 4.3.3. Toelatingsbriefje 4.3.4. Gedragsboekje 4.3.5. Privacy: het nemen en publiceren van foto’s en beeldmateriaal 4.3.6. Persoonlijke bezittingen 4.4. Dagindeling 4.5. Jaarkalender 4.6. Afwezigheden / spijbelen 4.7. Veiligheid en gezondheid 4.7.1. Rookverbod 4.7.2. Illegale drugs, alcohol en energiedranken 4.7.3. Projecten rond gezondheid 4.7.4. Medicatie 4.7.5. Middagmaal 4.7.6. Werkgroep: preventieteam 4.7.7. Werkgroep: Interne Dienst Welzijn 4.7.8. Geweld en ongewenst seksueel gedrag 4.7.9. Pesten / cyberpesten op schoo 4.8. Kledij / uniform 4.8.1. Schooluniform 4.8.2. Sportuniform 4.8.3. Grootkeukenuniform 4.8.4. Logistiekuniform 4.8.5. Boekentas 4.9. Leerlingenvervoer 4.10. Schoolkosten 4.11. Verzekering 4.12. Vrijwilligers 4.13. Reclame en sponsoring 5. Extra aanbod 5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5. 5.6. 5.7. 5.8. 5.9.
Sport Bib Bezoek aan ‘t Spijker Rijbewijs op school Bustraining Groene klas Onthaaldagen en leefdagen Parijs Restaurant
5.10. Schoolkrantje 5.11. Radio 5 5.12. Maaltijden om aan te kopen 6. Omgangsvormen 6.1. 6.2. 6.3. 6.4.
Algemene regels Gedrag in de klas Gedrag in de refter Gedrag op de speelplaats
DEEL 2: ORDEREGLEMENT 1. Begeleidende maatregelen 2. Ordemaatregelen 2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
Aantekening in gedragsboekje Time-out Aanmoedigings- en gedragskaart Nablijf- en strafstudie
DEEL 3: TUCHTREGLEMENT
1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. 1.7.
Wanneer kan je een tuchtmaatregel krijgen? Welke tuchtmaatregelen zijn er? Wie kan een tuchtmaatregel opleggen? Hoe verloopt een tuchtprocedure? Kan je in beroep gaan tegen een tuchtmaatregel? Andere belangrijke informatie over een tuchtprocedure. Wat is een preventieve schorsing?
BIJLAGE
Pedagogisch project
DEEL 1: STUDIEREGLEMENT
1. WELKOM
‘Een nieuw schooljaar Een nieuw begin Welkom in ’t Lommert Schrijf je daar maar in! Het is hier steeds gezellig, tof en plezant En je staat nooit alleen aan de kant Rond de school is er veel groen Kom zeker kijken Dat moet je doen! Het is hier heel aangenaam En aan pesten wordt niet mee gedaan We doen hier ook veel leuke dingen Zoals uitstapjes, koken, thema’s en zingen Stage doe je al in het 4e jaar En in het 5e is je getuigschrift klaar Het is hier leuk elke dag En we ontvangen je met een glimlach!’ Britt Mariën
2. SCHOOLTEAM BuSO ’t Lommert vzw Botermelkbaan 75 2900 Schoten Tel.: 03 658 65 56 Fax: 03 685 28 26
[email protected] www.lommert.be 2.1. Schoolbestuur: VZW ’t Lommert BuSO met in de Raad van Bestuur: Dhr. Janssens Geert; voorzitter Dhr. Gestels Willy; secretaris Dhr. Claessens Ludo Mw. Schruers Nele
2.2. C.L.B.-begeleiding en Medisch Schooltoezicht:
Je CLB helpt Het CLB biedt gratis informatie, hulp en begeleiding aan leerlingen, ouders en school. We werken op verschillende vlakken samen met de school, maar we zijn geen deel van de school. Je kan dus gerust los van de school bij ons terecht. Het CLB van onze school is VCLB Voor- en Noorderkempen (VNK) De Zwaan 28 2930 Brasschaat Tel 03/651 88 85 Mail
[email protected] Website www.vclbvnk.be Openingsuren Elke werkdag van 9 tot 12 uur en van 13 tot 16 u (op maandag tot 18 u) Het CLB is gesloten in het weekend, op feestdagen, tijdens de kerstvakantie (behalve twee dagen – jaarlijks te bepalen), tijdens de paasvakantie en van 15 juli tot en met 15 augustus. Waarvoor kan je terecht ? Je kan naar het CLB… als je kind ergens mee zit of zich niet goed in zijn vel voelt; als je kind moeite heeft met leren; voor hulp bij studie- en beroepskeuze; als er vragen zijn over de gezondheid van je kind;
als je kind vragen heeft rond vriendschap, verliefdheid, seksuele ontwikkeling; met vragen over inentingen.
Opgelet: “bekwame” leerlingen vanaf 12 jaar moeten zelf toestemming tot CLB-begeleiding geven. Een deel van wat het CLB doet is verplicht. Je kind moet naar het CLB… op medisch onderzoek; als het te vaak afwezig is op school (leerplicht); voor een overstap binnen het buitengewoon onderwijs; bij een niet zo voor de hand liggende overstap naar het gewoon onderwijs. Op onderzoek: het medisch consult Elke leerling moet verschillende keren op onderzoek bij de CLB-arts en/of de verpleegkundige. Deze onderzoeken zijn verplicht en gebeuren in het eerste en derde secundair. Tijdens het onderzoek mag je kind aan de verpleegkundige en de dokter altijd vragen stellen. Je kan ook met de dokter een afspraak maken op een later tijdstip. Je kan deze onderzoeken eventueel door een andere arts laten uitvoeren, maar daar zijn enkele voorwaarden aan verbonden. Die voorwaarden vraag je best aan het CLB. Inentingen Het CLB biedt gratis inentingen aan. Daarbij wordt het vaccinatieprogramma gevolgd dat door de overheid is aanbevolen. Om inentingen te kunnen geven, heeft het CLB een schriftelijke toestemming nodig. Welke inentingen kan je krijgen ? 12/13 jaar : Hepatitis B (Geelzucht) 2x, Baarmoederhalskanker 3x 14/15 jaar: Difterie, Tetanus, Kinkhoest Indien nodig, kan het CLB inhaalvaccins toedienen CLB-dossier Als je kind bij het CLB in begeleiding komt, dan wordt een dossier opgemaakt. Daarin wordt alles genoteerde wat met jouw kind en de begeleiding te maken heeft. Het CLB houdt zich uiteraard aan de regels: in het dossier komen enkel gegevens die nodig zijn voor de begeleiding. de gegevens worden met de nodige discretie en zorgvuldigheid behandeld. CLB-medewerkers houden zich aan het beroepsgeheim en het ‘decreet rechtspositie minderjarigen’. De CLB schoolteamverantwoordelijke kan aanwezig zijn tijdens een multidisciplinair overleg, een klassenraad of een cel leerlingenbegeleiding op school. Informatie uit deze besprekingen, die belangrijk is voor de leerlingbegeleiding door het CLB, kan opgenomen worden in het CLB-dossier. Het dossier inkijken ? Vanaf 12 jaar mag je kind als het “een bekwame minderjarige” is (een gedeelte van) dit dossier alleen inkijken. Ouders of voogd mogen het dossier dan enkel inkijken met de toestemming van de leerling.
Inkijken gebeurt wel altijd samen met een gesprek om uitleg te geven. Je kan een kopie vragen van de gegevens die je mag inkijken. Die kopie is erg vertrouwelijk en mag alleen gebruikt worden voor jeugdhulp. Je kan vragen om sommige gegevens niet in het dossier op te nemen. Daarvoor moet je wel een ernstige reden hebben. Het mag bovendien niet gaan om gegevens die we verplicht verwerken, zoals de resultaten van de medische onderzoeken. Naar een andere school Als je kind naar een andere school gaat, dan gaat het dossier naar het CLB waar die school mee samenwerkt. Je kan je daartegen verzetten, maar sommige gegevens worden verplicht doorgegeven. Dit kan je niet weigeren: identificatiegegevens, gegevens over leerplicht, inentingen, medisch onderzoek en de opvolging hiervan. Als je niet wil dat het hele dossier naar het nieuwe CLB gaat dan moet je dat binnen de 10 dagen na je inschrijving in de andere school schriftelijk laten weten aan je (oude) CLB. Dat moet zo snel omdat je dossier anders automatisch verhuist met je inschrijving. En later ? Het dossier van je kind wordt 10 jaar bijgehouden , te tellen vanaf de laatste CLB-tussenkomst. Daarna wordt het vernietigd. Een klacht ? Elk CLB heeft een vaste werkwijze om klachten te behandelen. Dat garandeert dat elke klacht de nodige aandacht krijgt en met zorg behandeld wordt. De procedure kan je vragen aan je CLB-medewerker , de coördinator van de vestigingsplaats of de directeur van je CLB. 2.3. Directie: De directie staat in voor de dagelijkse leiding van de school. Pegie Smets 2.4. Beleidspersoneel: Het beleidspersoneel staat mee in voor de dagelijkse organisatie van de school, materiaalbeheer en de vervanging van de directie bij afwezigheid. Meert Wouter 2.5. Ondersteunend personeel:
Coördinator - Preventie Adviseur
Het ondersteunend personeel staat mee in voor de algemene zorg rond leerlingen, leerlingenadministratie, personeel en boekhouding. Camerlinck Annick Vissers Bert
Opvoeder Opvoeder
2.6. Onderwijzend personeel: De leerlingen krijgen les van verschillende leerkrachten. Elke klas heeft zijn eigen klastitularis. Klastitularissen: Observatiejaar A en B Van Dyck Lindsey Afdeling logistiek: De Cock Ilse Van der Voort Annemie Van Santvoort Kathleen Wouters Chantal Daverveldt Linda
2de jaar 3de jaar 4de jaar 5de jaar ABO
Afdeling grootkeuken: Van Breen Nathalie Wouters Els Van Hoof Raf Haesendonckx Peter
2de jaar en 3de jaar 2de jaar 3de jaar 4de jaar, 5de jaar en ABO
Andere leerkrachten:
Alizé Huguette Belbachir Malika Boeren Ilse Bryon Koen Christiaensen Gerd
Coenen Katrien Martens Chantal Van Beek Johan Van Looveren Tine Van Winckel Veerle
2.7. Paramedisch personeel: KINESISTE: Inghels Kristien De kinesiste staat ter beschikking van de leerlingen met motorische beperktheden. Zij geeft ondersteuning en begeleiding tijdens: de bewegingslessen praktijklessen in grootkeuken en logistieke vaardigheden (koken, strijken,…) praktijk op verplaatsing zwemmen fitklas LOGOPEDISTE: Buys Martine De logopediste staat ter beschikking van de leerlingen met spraak- en leesmoeilijkheden. Expressie, taalspelletjes, spraak- en leesoefeningen worden aangewend. Zij werkt individueel of begeleidt leerlingen in de klas. ORTHOPEDAGOGEN: Torremans Marijke en Van Iseghem Lies Zij staan ter beschikking van de leerlingen voor individuele begeleiding en ondersteuning bij: psychosociale en psycho-emotionele problemen problemen tussen leerkracht en leerling gedragsproblemen crisisopvang en crisis-herstelgesprekken. Deze begeleiding en ondersteuning gebeurt in een vertrouwensrelatie. Enkel indien de leerling dit wenst, kunnen de ouders hierin betrokken worden. Bij ernstige problemen zoals zelfverwonding, eetstoornissen, zelfdodingsgedachten of ernstige psychiatrische problemen worden ook de ouders op de hoogte gebracht. Er is wekelijks overleg tussen directie, orthopedagogen en CLB. De orthopedagogen hebben ook contacten met andere betrokkenen zoals leefgroepen, therapeuten, …. Er wordt ook inhoudelijk ondersteunend gewerkt door de orthopedagogen (handelingsplanning, stappenplannen,…) 2.8. Interne beroepscommissie: Bij de voorzitter van de interne beroepscommissie kunnen de ouders beroep aantekenen bij een definitieve uitsluiting van hun zoon/dochter uit de school. De beroepscommissie neemt dan een definitieve beslissing. De directie of de afgevaardigde van de Raad van Bestuur die de definitieve uitsluiting uitsprak kan niet in deze beroepscommissie zetelen.
2.9. Meter van de school: Tante Kaat De meter van onze school is tante Kaat. Zij draagt onze school een warm hart toe. Tante Kaat ondersteunt ons dan ook op verschillende vlakken. Dit kan gaan van een les te komen geven, tot mee drie-Koningen te gaan zingen,… Zij brengt onze school ook in de actualiteit. 2.10. Werkgroepen: Om een actieve school te kunnen zijn, is de inzet van veel mensen nodig. Op deze manier is het mogelijk om op school heel wat te verwezenlijken. De volgende werkgroepen zijn actief: Bijvoorbeeld: Preventieteam Interne Dienst Welzijn Ict Sport Bib Auti-team
3-Koningen Sponsoring Fruit Radio 5 Open-klas-avond… Schoolkrantje
2.11. Participatie: * WABP Wekelijks vindt op ’t Lommert de WABP-vergadering plaats: een overlegmoment tussen de directie, de twee opvoeders (secretariaatmedewerkers) en de technisch adviserend coördinator. * LOC Het LOC is een onderhandelingscomité waarin de arbeidsomstandigheden en personeelsaangelegenheden worden besproken. Veerle Van Winckel: voorzitter Geert Janssens: voorzitter Raad van Bestuur * Schoolraad De schoolraad is een participatieorgaan met een mandaat van vier schooljaren en komt drie maal per schooljaar samen. De schoolraad heeft informatierecht, advies- & overlegbevoegdheden over alle materie die de school aangaat. Zij bestaat uit een ouder- & personeelsgeleding en een afvaardiging van de lokale gemeenschap. Er zijn vanuit elke geleding evenveel vertegenwoordigers. De vergadering wordt bijgewoond door de Raad van Bestuur of een gemandateerde. Er worden een voorzitter en secretaris aangesteld die respectievelijk de schoolraad voorzit en verslag opmaakt van elke samenkomst.
* Pedagogische raad De pedagogische raad zet beleidslijnen uit en functioneert als denkcel. Leden: mevr. Smets mevr. Van Breen (ASV) dhr. Van Hoof (BGV - GKM) mevr. Daverveldt (BGV – LOG) mevr. Torremans (ortho) * Leerlingenraad In onze school is er een leerlingenraad actief d.w.z dat leerlingen kunnen meedenken, meepraten, meewerken en meebeslissen over datgene wat er met hen en rond hen gebeurt op school. Zo kom je gemotiveerder naar school als je het gevoel hebt dat de school rekening houdt met je mening. We organiseren in het begin van het schooljaar een heuse verkiezing en zetten allerlei activiteiten op touw zodat onze school een toffe school is, een plaats waar het bruist van energie en creativiteit. * Klassenraad: De klassenraad bestaat uit leden van het onderwijzend personeel, paramedisch personeel en het CLB. De KR legt voor iedere leerling een orthopedagogische handelingsplanning vast en evalueert de leerlingen. Steunend op deze evaluatie kunnen er dan beslissingen genomen worden. * Vakvergaderingen: Vakvergaderingen zijn afdelingsgebonden overlegmomenten waarbij onder leiding van een vakverantwoordelijke inhoudelijk gewerkt wordt.
3. WAT BIEDEN WIJ? 3.1. Doelgroep BuSO ’t Lommert is een kleine school die een algemene en beroepsgerichte vorming aanbiedt aan jongeren met leermoeilijkheden(type 1) en jongeren met emotionele en/of gedragsproblemen(type 3) binnen opleidingsvorm 3(OV3). Hiernaast bieden wij ook een geïntegreerde auti-werking aan. Dit wil zeggen dat de leerlingen met ASS samen in de klas zitten met leerlingen die geen ASS hebben. Leerlingen met ASS kunnen de lessen optimaal volgen door de structuur en de duidelijkheid die de leerkrachten hanteren binnen hun lessen. Om dit optimaal te laten verlopen bieden wij alle leerlingen duidelijkheid en structuur. Opleidingsvorm 3 betekent dat wij onze leerlingen begeleiden naar zelfstandig functioneren en dit zowel in hun latere gezinsleven als op de werkvloer. Kenmerkend voor ons onderwijsaanbod zijn:
Kleine leerlingengroepen Aanpak op maat Een aangepast leerpakket Werken met hulpmiddelen: stappenplannen, werkfiches, … Een individueel handelingsplan Multidisciplinaire werking Individuele leerlingenbegeleiding Samenwerking met de ouders Duidelijkheid en voorspelbaarheid Consequent reageren op de jongere Rekening houden met de regelmatige nood aan time-out Respect en warmte
3.2. Observatiejaar De leerlingen die vanuit de lagere school instromen, komen in het observatiejaar terecht. In dat jaar willen we de leerlingen observeren en begeleiden in hun beroepskeuze. De leerling krijgt naast algemene en sociale vorming (ASV) ook beroepsgerichte vorming (BGV). Tot ASV behoren de theoretische vakken (16u/week) en tot BGV de praktijkvakken (16u/week). BGV geeft een initiatie in de opleidingen die de school aanbiedt. Op het einde van het schooljaar gebeurt de beroepskeuze in samenspraak met ASVen BGV-leerkrachten, paramedici, CLB en ouders. Er wordt ook aandacht besteed aan een vertrouwde omgeving en groepsbevorderende sfeer. Daarom worden er onthaaldagen en uitstappen georganiseerd. De leerlingen eten bovendien in een aparte refter.
Lessenrooster Algemene vorming Vakken Godsdienst Nederlands Wiskunde Mavo L.O. Muza Crea Leefsleutels
Uren 2 3 3 1 3 1 2 1
Beroepsgerichte vorming Vakken Uren Grootkeuken 3 Gezinskoken 3 Algemeen onderhoud 4 Strijken 2 Naad 2 Personenzorg 2 Totaal 32 Na het observatiejaar kunnen onze leerlingen kiezen uit 2 opleidingen:
LOGISTIEK ASSISTENT IN ZIEKENHUIZEN EN ZORGINSTELLINGEN en GROOTKEUKENMEDEWERKER
3.3. Logistiek Assistent in Ziekenhuis- en Zorginstellingen 3.3.1. Wie is de Logistiek Assistent In deze opleiding word je voorbereid om verpleegkundigen en verzorgenden te ondersteunen in taken zoals: maaltijden voorbereiden, maaltijden bedienen, afruimen en afwassen, verplaatsen van zorgvragers, bedden opmaken, kamers en dienstlokalen onderhouden en in orde brengen, materialen en documenten verplaatsen, eenvoudige administratieve taken uitvoeren . Je verleent geen directe zorg aan de zorgvrager. Je werkt in een ziekenhuis of zorgverlenende instelling, in samenwerking met en onder toezicht van het verzorgend personeel. Je werkt op een centrale dienst (vb. maaltijdbereiding, centrale linnenkamer) of op een verpleegeenheid of leefeenheid.
Je doet meestal rechtstaand werk. Vaak til of steun je de zorgvrager, eventueel samen met een verzorgende of een verpleegkundige. Tillen doe je volgens de gepaste technieken. Je helpt graag anderen. Je bent goed in menselijk contact. Je werkt hygiënisch. 3.3.2. De opleidingsfase (2de – 3de jaar) Logistiek Assistent De leerling is ingeschreven in één van de door de school georganiseerde opleidingen. Deze fase duurt minstens 2 schooljaren. ASV (15u/week) geeft een algemene voorbereiding op het toekomstig maatschappelijk functioneren. In BGV (17u/week) krijgen de leerlingen vaardigheden aangeboden die nodig zijn in hun toekomstige werksituatie. De leerling kan op elk ogenblik opteren voor een andere opleiding binnen de school. Lessenrooster Algemene vorming Vakken Uren 2de jaar Godsdienst 2 GASV 5 BGASV 1 L.O. 3 Muza 1 Crea 2 Leefsleutels 1 Beroepsgerichte vorming Vakken Uren 2de jaar Gezinskoken 5 Zorg voor Woon5 en Leefomgeving Textiel 4 Personenzorg 3 Zorgend Handelen Totaal 32
Uren 3de jaar 2 5 1 3 1 2 1 Uren 3de jaar 4 5 4 3 1 32
3.3.3. De kwalificatiefase (4de – 5de jaar) Logistiek Assistent Deze fase duurt minstens 2 schooljaren. (ASV:11u/week + BGV:21u/week) Overgaan naar een andere opleiding in de loop van de kwalificatiefase is alleen mogelijk mits verlenging van de studieduur. Er moeten minstens 2 volledige schooljaren in dezelfde opleiding gevolgd worden. De school organiseert praktijk op verplaatsing en stages die aansluiten bij de gevolgde opleiding. Op het einde van de opleiding legt de leerling kwalificatieproeven af die worden beoordeeld door de klassenraad.
Lessenrooster Algemene vorming 4de Vakken Uren Godsdienst 2 GASV 3 BGASV 1 L.O. 3 Crea 2 Beroepsgerichte vorming 4de Vakken Uren Logistiekdag 7 Zorgend Handelen 3 Textiel 3 Personenzorg 2 Omgangskunde 2 Praktijk Op 4 Verplaatsing Totaal 32
Algemene vorming 5de Vakken Uren Godsdienst 2 GASV 6 L.O. 3 Beroepsgerichte vorming 5de Vakken Uren Logistiekdag 7 Zorgend Handelen 2 Praktijk Op 7 Verplaatsing Personenzorg 2 Omgangskunde 3 Totaal 32
3.3.4. Praktijk op verplaatsing en stage PRAKTIJK OP VERPLAATSING: Praktijk op verplaatsing vormt een voorbereiding op de stage en het werkveld. Praktijk op verplaatsing biedt ook de kans om de kennis, vaardigheden en attitudes die op school werden aangeleerd op het werkveld te gaan inoefenen. De leerling slaagt voor praktijk op verplaatsing wanneer hij de nodige kennis, vaardigheden en attitudes kan toepassen in de verschillende zorgsituaties. Hierbij staan het sociale functioneren en de nodige communicatieve vaardigheden centraal. De leerling wordt doorlopend geëvalueerd aan de hand van opdrachten en tussentijdse evaluaties. Van de leerling wordt verwacht dat hij zich zelfstandig van en naar het werkveld kan verplaatsen. STAGES: De stage biedt een kans om de kennis, vaardigheden en attitudes die op school werden aangeleerd op het werkveld te gaan inoefenen. De voornaamste doelstelling op stage is het ontwikkelen van een gepaste beroepshouding: de leerling leert: zijn houding aan te passen aan het arbeidsmilieu: als leerling kom je terecht in een bepaalde werkomgeving waarbij je een correcte houding dient aan te nemen ten opzichte van die situatie.
sociale zin en verantwoordelijkheidszin ontwikkelen: als leerling leer je “samenleven” en “samen-werken” met collega’s. Je leert je aanpassen aan de eigenheid van anderen, je waardeert de inspanningen van anderen. Je leert inzien hoe jouw taken een schakel kunnen zijn in het geheel. het beroepsgeheim respecteren: als leerling creëer je een respectvolle houding voor de privacy en de eigenheid van elke zorgvrager en van elke instelling waarin je stage loopt.
De leerling slaagt voor een stage wanneer hij de nodige kennis, vaardigheden en attitudes kan toepassen in de verschillende zorgsituaties. Hierbij staan het sociale functioneren en de nodige communicatieve vaardigheden centraal. Van de leerling wordt verwacht dat hij zich zelfstandig van en naar het werkveld kan verplaatsen. Een leerling die meer dan 1 dag afwezig is op de stage, haalt deze afwezige dagen in op een later tijdstip. Zowel de stage als de praktijk op verplaatsing vormen een doorslaggevende rol in het al dan niet behalen van het kwalificatiegetuigschrift. Als leerling ben jezelf mee verantwoordelijke voor het slagen van je opleiding. 3.3.5. Getuigschriften en attesten na de opleiding Logistiek Assistent Het getuigschrift of kwalificatie De leerling beheerst alle onderdelen van zijn opleiding. Het getuigschrift vermeldt dat alle vaardigheden uit het opleidingsprofiel verworven zijn en geeft hiervan een opsomming. Het attest van verworven bekwaamheden De leerling heeft de opleiding niet met vrucht beëindigd maar heeft wel een aantal bekwaamheden uit het opleidingsprofiel verworven. Het attest van gedane studies De leerling heeft de opleiding niet met vrucht beëindigd (beperkte mogelijkheden, niet geslaagd bij gebrek aan motivatie, vroegtijdig stopzetten van de studies, niet geslaagde stages,veelvuldig ongewettigde afwezigheden…). Dit attest vermeldt alleen de periode van lesbijwoning. Als de ouder of de meerderjarige leerling het niet eens is met het getuigschrift of attest, dan kan hij de schooluitslag betwisten.
Deze beroepsprocedure verloopt als volgt: Stap 1: de ouder (of de meerderjarige leerling) heeft uiterlijk drie werkdagen, vanaf de bekendmaking van de uitslag, om de beslissing te betwisten. Dit gebeurt in een persoonlijk onderhoud. Na dit persoonlijk onderhoud kan de kwalificatiecommissie opnieuw bijeenkomen. Stap 2: als na het persoonlijk onderhoud of na de nieuwe samenkomst van de kwalificatiecommissie de betwisting blijft bestaan, dan moet de ouder (of de
meerderjarige leerling) uiterlijk binnen de drie werkdagen na het gesprek of na de betekening van de beslissing van de kwalificatiecommissie –aangetekend- beroep instellen bij de beroepscommissie. Stap 3: deze beroepscommissie voert een onderzoek uit en deelt de beslissing van dat onderzoek mee aan de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur beslist of de kwalificatiecommissie wel of niet opnieuw dient samen te komen met het oog op het nemen van een definitieve beslissing. Indien de kwalificatiecommissie opnieuw dient samen te komen om een definitieve beslissing te nemen, dient dit te gebeuren uiterlijk op 15 september van het daaropvolgend schooljaar. De beslissing wordt onmiddellijk gemotiveerd en schriftelijk meegedeeld aan de ouder (of de meerderjarige leerling). 3.3.6. De integratiefase (ABO) Logistiek Assistent De leerling die een getuigschrift heeft behaald, of die daartoe door de klassenraad bekwaam wordt geacht, kan zich inschrijven voor de integratiefase = alternerende beroepsopleiding (ABO). De leerling volgt wekelijks 2 dagen les (ASV:7u/week + BGV:7u/week) en gaat 3 dagen uit werken. Deze fase beoogt een tewerkstelling. Lessenrooster Algemene vorming Vakken
Uren 1 4 2
Godsdienst GASV L.O. Beroepsgerichte vorming Vakken Logistiek Totaal
Uren 7 14
3.3.7. Getuigschriften en attesten na de alternerende beroepsopleiding (ABO) Het getuigschrift De leerling beheerst alle onderdelen van zijn opleiding. Het getuigschrift vermeldt dat alle vaardigheden uit het opleidingsprofiel verworven zijn en geeft hiervan een opsomming. Het attest van gedane studies De leerling heeft de opleiding niet met vrucht beëindigd (beperkte mogelijkheden, niet geslaagd bij gebrek aan motivatie, vroegtijdig stopzetten van de studies, niet geslaagde stages,veelvuldig ongewettigde afwezigheden…). Dit attest vermeldt alleen de periode van lesbijwoning.
3.4. Grootkeukenmedewerker 3.4.1. Wie is de Grootkeukenmedewerker? De afdeling Grootkeukenmedewerker leidt je op tot keukenmedewerker of – hulp in de grootkeuken. Je leert in teamverband werken. Je maakt kennis met producten en grondstoffen die verwerkt worden tot grootkeukengerechten. Je maakt hiervoor gebruik van gereedschappen en machines. Je past verschillende snij- en kooktechnieken toe om de bereidingen veilig en volgens de hygiënische normen van de HACCP wetgeving af te werken tot een volwaardig product. Na het kookgedeelte volgt steeds het onderhoud van de keuken. Je draagt in de keuken gepaste werkkledij. (hoofddeksel, koksvest, koksbroek, klompen) 3.4.2. De opleidingsfase (2de – 3de jaar) Grootkeukenmedewerker De leerling is ingeschreven in één van de door de school georganiseerde opleidingen. Deze fase duurt minstens 2 schooljaren. ASV (15u/week) geeft een algemene voorbereiding op het toekomstig maatschappelijk functioneren. In BGV (17u/week) krijgen de leerlingen vaardigheden aangeboden die nodig zijn in hun toekomstige werksituatie. De leerling kan op elk ogenblik opteren voor een andere opleiding binnen de school. Lessenrooster Algemene vorming Vakken Godsdienst GASV BGASV L.O. Muza Crea Leefsleutels
Uren 2 5 1 3 1 2 1
Beroepsgerichte vorming Vakken Uren Grootkeuken 9 3.4.3. De Algemeen onderhoud GK 6 Voeding, Veiligheid en 2 Hygiëne Totaal 32 kwalificatiefase (4de – 5de jaar) Grootkeukenmedewerker Deze fase duurt minstens 2 schooljaren. (ASV:11u/week + BGV:21u/week) Overgaan naar een andere opleiding in de loop van de kwalificatiefase is alleen mogelijk mits verlenging van de studieduur. Er moeten minstens 2 volledige schooljaren in dezelfde opleiding gevolgd worden. De school organiseert praktijk op verplaatsing en stages die aansluiten bij de
gevolgde opleiding. Op het einde van de opleiding legt de leerling kwalificatieproeven af die worden beoordeeld door de klassenraad. Lessenrooster
Algemene vorming 4de Vakken Uren Godsdienst 2 GASV 3 BGASV 1 L.O. 3 Crea 2 Beroepsgerichte vorming 4de Vakken Uren Grootkeuken 12 Algemeen 9 onderhoud GK Totaal
32
Algemene vorming 5de Vakken Uren Godsdienst 2 GASV 6 L.O. 3 Beroepsgerichte vorming 5de Vakken Uren Grootkeuken: 4 koken Grootkeuken: 3 algemeen onderhoud Praktijk Op 4 Verplaatsing: koken Praktijk Op 3 Verplaatsing: algemeen onderhoud Zaal: bediening 4 Zaal: algemeen 3 onderhoud Totaal 32
3.4.4. Praktijk op verplaatsing en stage PRAKTIJK OP VERPLAATSING: Praktijk op verplaatsing vormt een voorbereiding op de stage en het werkveld. Praktijk op verplaatsing biedt ook de kans om de kennis, vaardigheden en attitudes die op school werden aangeleerd op het werkveld te gaan inoefenen. De leerling slaagt voor praktijk op verplaatsing wanneer hij de nodige kennis, vaardigheden en attitudes kan toepassen. De leerling wordt doorlopend geëvalueerd aan de hand van opdrachten en tussentijdse evaluaties. Van de leerling wordt verwacht dat hij zich zelfstandig van en naar het werkveld kan verplaatsen. STAGES: De stage biedt een kans om de kennis, vaardigheden en attitudes die op school werden aangeleerd op het werkveld te gaan inoefenen:
de leerling leert: zijn houding aan te passen aan het arbeidsmilieu: als leerling kom je terecht in een bepaalde werkomgeving waarbij je een correcte houding dient aan te nemen ten opzichte van die situatie. sociale zin en verantwoordelijkheidszin ontwikkelen: als leerling leer je “samenleven” en “samen-werken” met collega’s. Je leert je aanpassen aan de eigenheid van anderen, je waardeert de inspanningen van anderen. Je leert inzien hoe jouw taken een schakel kunnen zijn in het geheel. de leerling slaagt voor een stage wanneer hij de nodige kennis, vaardigheden en attitudes kan toepassen in teamverband. Van de leerling wordt verwacht dat hij zich zelfstandig van en naar het werkveld kan verplaatsen. Een leerling die meer dan 1 dag afwezig is op de stage, haalt deze afwezige dagen in op een later tijdstip. 3.4.5. Getuigschriften en attesten na de opleiding Grootkeukenmedewerker Het getuigschrift of kwalificatie De leerling beheerst alle onderdelen van zijn opleiding. Het getuigschrift vermeldt dat alle vaardigheden uit het opleidingsprofiel verworven zijn en geeft hiervan een opsomming. Het getuigschrift van verworven competenties De leerling krijgt een getuigschrift voor een afgerond geheel binnen de opleiding, dat leidt tot reële inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. De verworven vaardigheden worden afgeleid uit het opleidingsprofiel. Afhankelijk van over welke competenties de leerling beschikt krijgt de leerling het getuigschrift van verworven competenties van het afgerond geheel “keukenhulp” of “keukenmedewerker”. Het attest van verworven bekwaamheden De leerling heeft de opleiding niet met vrucht beëindigd maar heeft wel een aantal vaardigheden verworven.
Het attest van gedane studies De leerling heeft de opleiding niet met vrucht beëindigd (beperkte mogelijkheden, niet geslaagd bij gebrek aan motivatie, vroegtijdig stopzetten van de studies, niet geslaagde stages,veelvuldig ongewettigde afwezigheden…). Dit attest vermeldt alleen de periode van lesbijwoning. Als de ouder of de meerderjarige leerling het niet eens is met het getuigschrift of attest, dan kan hij de schooluitslag betwisten.
Deze beroepsprocedure verloopt als volgt: Stap 1: de ouder (of de meerderjarige leerling) heeft uiterlijk drie werkdagen, vanaf de bekendmaking van de uitslag, om de beslissing te betwisten. Dit gebeurt in een persoonlijk onderhoud. Na dit persoonlijk onderhoud kan de kwalificatiecommissie opnieuw bijeenkomen. Stap 2: als na het persoonlijk onderhoud of na de nieuwe samenkomst van de kwalificatiecommissie de betwisting blijft bestaan, dan moet de ouder (of de meerderjarige leerling) uiterlijk binnen de drie werkdagen na het gesprek of na de betekening van de beslissing van de kwalificatiecommissie –aangetekend- beroep instellen bij de beroepscommissie. Stap 3: deze beroepscommissie voert een onderzoek uit en deelt de beslissing van dat onderzoek mee aan de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur beslist of de kwalificatiecommissie wel of niet opnieuw dient samen te komen met het oog op het nemen van een definitieve beslissing. Indien de kwalificatiecommissie opnieuw dient samen te komen om een definitieve beslissing te nemen, dient dit te gebeuren uiterlijk op 15 september van het daaropvolgend schooljaar. De beslissing wordt onmiddellijk gemotiveerd en schriftelijk meegedeeld aan de ouder (of de meerderjarige leerling). 3.4.6. De integratiefase (ABO) Grootkeukenmedewerker De leerling die een getuigschrift heeft behaald, of die daartoe door de klassenraad bekwaam wordt geacht, kan zich inschrijven voor de integratiefase = alternerende beroepsopleiding (ABO). De leerling volgt wekelijks 2 dagen les (ASV:7u/week + BGV:7u/week) en gaat 3 dagen uit werken. Deze fase beoogt een tewerkstelling. Lessenrooster Algemene vorming Vakken Godsdienst GASV L.O.
Uren 1 4 2
Beroepsgerichte vorming Vakken Uren Grootkeuken 4 Algemeen onderhoud GK 3 Totaal 14 3.4.7. Getuigschriften en attesten na de alternerende beroepsopleiding (ABO) Het getuigschrift De leerling beheerst alle onderdelen van zijn opleiding. Het getuigschrift vermeldt dat alle vaardigheden uit het opleidingsprofiel verworven zijn en geeft hiervan een opsomming.
Het attest van gedane studies De leerling heeft de opleiding niet met vrucht beëindigd (beperkte mogelijkheden, niet geslaagd bij gebrek aan motivatie, vroegtijdig stopzetten van de studies, niet geslaagde stages,veelvuldig ongewettigde afwezigheden…). Dit attest vermeldt alleen de periode van lesbijwoning. 3.5. Evaluatie Tijdens het schooljaar worden de leerlingen permanent geëvalueerd, zowel op socioemotioneel vlak als op vakinhoudelijke doelen. Dit houdt in dat er ook tussentijds toetsen afgenomen worden en leerlingen huiswerk moeten maken. De evaluatie gebeurt aan de hand van een scoringssysteem op 4 niveaus (1 = onvoldoende, 2 = matig, 3 = goed, 4 = zeer goed). Daarnaast worden ook attitudes geëvalueerd aan de hand van kleurencodes (groen = zeer goed, blauw = aanvaardbaar, rood = onaanvaardbaar). De neerslag van deze dubbele evaluatie is terug te vinden in het rapport dat op het oudercontact wordt besproken met de ouders of verantwoordelijken en/of de leerlingen. Dit dient gehandtekend te worden ter kennisname. Elke leerling wordt minstens één maal per trimester besproken op een klassenraad of evaluatiedag. De leerkrachten bespreken zowel het gedragsmatige als het vakinhoudelijke luik. De doelen waarop de leerling uitvalt, worden in het individueel handelingsplan opgenomen. Aan deze doelen wordt tijdens een volgende periode opnieuw gewerkt. Tijdens het volgende evaluatiemoment worden deze doelen opnieuw geëvalueerd. Op die manier is het cyclisch proces van handelingsplanning gegarandeerd. Iedere leerling heeft een gedragsboekje waarin het dagelijks functioneren van de leerling wordt weergegeven. Indien nodig kan er op een klassenraad beslist worden dat een leerling een aanmoedigingskaart krijgt om aan bepaalde gedragsmatige of werkhoudingsaspecten te werken. Deze aanmoedigingskaart kan een gedrags/contractkaart worden als de aanmoedigingskaart niet positief beoordeeld wordt. Op het einde van het schooljaar vindt een delibererende klassenraad plaats waarop elke leerling geëvalueerd wordt. Deze vergadering wordt voorgezeten door de klastitularis en de klassenraad beslist over het al of niet slagen. Ook het verloop van de stages heeft hierop een invloed. De delibererende klassenraad kan het volgende beslissen: De leerling is geslaagd voor een bepaald leerjaar en wordt toegelaten tot een volgend leerjaar. De leerling van het 5e jaar wordt toegelaten tot de kwalificatieproef of de kwalificatieproef wordt uitgesteld. De leerling heeft het leerjaar niet met vrucht beëindigd en doet zijn jaar opnieuw. De leerling heeft het leerjaar niet met vrucht beëindigd en doet zijn jaar opnieuw. Na de eerste of tweede periode is er een evaluatie. Bij een positieve evaluatie kan de leerling overgaan naar het volgende jaar. Wanneer een leerling de toelating heeft van de klassenraad om aan de kwalificatieproef deel te nemen, beoordeelt de kwalificatiecommissie – bestaande uit eigen leerkrachten en externe deskundigen – de kwalificatieproef BGV. Ze houdt in haar eindbeoordeling ook rekening met de kwalificatieproef ASV, het rapport, permanente evaluaties en de stagebeoordelingen van het 4e en het 5e jaar. De volgende beslissingen kunnen worden genomen:
Het toekennen van het getuigschrift van de opleiding. Het toekennen van een getuigschrift van verworven competenties voor een afgerond geheel binnen een opleiding, dat leidt tot reële inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. De verworven vaardigheden worden afgeleid uit het opleidingsprofiel. Het toekennen van een attest van verworven bekwaamheden: het attest vermeldt alle bekwaamheden uit het opleidingsprofiel die verworven zijn. Het toekennen van een attest beroepsonderwijs: het attest vermeldt alleen de periode van lesbijwoning.
4. REGELS OP ONZE SCHOOL 4.1. Inschrijving 4.1.1. Inschrijvingsperiode en –procedure Als ouders hun zoon of dochter willen inschrijven bij BuSO ’t Lommert, nemen zij telefonisch contact op met het secretariaat van de school op het nummer 03/658.65.56. Dit kan vanaf de eerste schooldag van maart vanaf het voorafgaande schooljaar. Er wordt dan een afspraak gemaakt voor een kennismakingsgesprek. Bij dit gesprek is minstens 1 van beide ouders aanwezig. De inschrijvende ouder verklaart dan te handelen met instemming van de andere ouder. De leerling kan ingeschreven worden in de school als hij of zij over een type 1 of type 3 attest beschikt. Bij de
inschrijving dienen volgende zaken meegebracht te worden: Identiteitskaart van de leerling Gsm-nummer van de leerling Gegevens van de (huis)arts: naam, adres, telefoonnummer Informatie over de schoolloopbaan van de leerling
Na het ondertekenen van het schoolreglement en het pedagogisch project is de leerling in de school ingeschreven. Onze school heeft het recht om je inschrijving te weigeren indien je, na een tuchtprocedure, het vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar definitief werd uitgesloten. Op het einde van elk schooljaar geeft de school een brief voor herbevestiging van inschrijving mee. Hierin wordt aan de ouders gevraagd of hun zoon/dochter volgend schooljaar nog naar de school komt en in het geval dat hun zoon/dochter in het observatiejaar zit, voor welke richting zij dan kiezen. Deze herbevestiging moet dan vóór 1 juni worden afgegeven aan de klastitularis. 4.1.2. Capaciteit 2013-2014
Situering: Volgens het nieuwe inschrijvingsdecreet BuSO moet elke school voor de start van de inschrijvingen de maximumcapaciteit bekend maken aan alle
belanghebbenden. Het schoolbestuur bepaalt op welk niveau de maximumcapaciteit zal worden doorgegeven.
Capaciteitsbepaling:
Klas Observatiejaar 2 logistiek 2GKM 3 logistiek 3GKM 4 logistiek 4GKM 5 logistiek 5GKM ABO logistiek (ABO) 5+ GKM
Max. # leerlingen 18 10 6 10 9 9 9 6 6 9 2
Max. # T3-leerlingen 2 2 3 3 4 0 1 1 2 1 0
94
19
4.1.3. Engagementsverklaring Ouders hebben hoge verwachtingen van de school voor de opleiding en opvoeding van hun jongeren. De leden van het schoolteam zetten zich elke dag in om dit engagement waar te maken. In ruil verwachten zij wel de volle steun van de ouders. Daarom maken we in onderstaande engagementsverklaring wederzijdse afspraken. Onze school kiest voor een intense samenwerking met de ouders We doen dat omdat we partners zijn in de opvoeding van uw jongere. Het is goed dat u zicht hebt op de werking van de school. Wij verwachten dat u zich als ouder samen met ons engageert om nauw samen te werken rond de opvoeding van uw jongere en steeds ingaat op onze uitnodigingen tot oudercontact. Wij engageren ons om steeds te zoeken naar een alternatief overlegmoment indien u niet op de geplande momenten voor oudercontact kan aanwezig zijn. Wij engageren ons om met u in gesprek te gaan over uw zorgen en vragen t.a.v. de evolutie van uw jongere. Wij verwachten dat u met ons contact opneemt bij vragen of zorgen t.a.v. uw jongere. Er zijn verschillende initiatieven van contact, communicatie en samenwerking met ouders: (enkele voorbeelden) * We willen u de bestaande informatiekanalen zoals de agenda van de leerling, telefoon (03/658 65 56), website (www.lommert.be), mail (
[email protected]), oudercontacten, onze open klasavond,… ten zeerste aanraden. * Begin september wordt elk schooljaar opnieuw een info-avond georganiseerd voor al onze leerlingen en hun ouders. Dit is een goede manier om kennis te maken met de klastitularissen en de gehele werking van de school.
* Op het einde van hun schoolloopbaan, worden leerlingen en hun ouders uitgenodigd voor de proclamatie.
Aanwezig zijn op school en op tijd komen We willen de schooltijd optimaal gebruiken. In deze schooltijd zitten collectieve leeractiviteiten, individuele leersessies of therapiemomenten ingebouwd. We vragen aan de ouders om het uurrooster van de school te respecteren. We vragen dat ouders hun jongeren maximaal laten deelnemen aan de schooltijd. In het schoolreglement vindt u een overzicht van mogelijke gewettigde en ongewettigde afwezigheden. Het leerlingenvervoer is er op gericht dat alle leerlingen maximaal het uurrooster van de school kunnen benutten. We vragen aan ouders er alles voor te doen opdat de bus geen extra oponthoud heeft. Respecteer hiervoor het reglement voor het leerlingenvervoer. Wij vragen aan ouders die hun jongere zelf naar de school brengen ervoor te zorgen dat hun jongere tijdig op school is. We vragen aan ouders om hun jongeren niet binnen de schooluren af te halen. Enkel om ernstige redenen kan aan ouders de toestemming verleend worden om tijdens de schooltijd hun jongere af te halen. De aanwezigheid van uw jongere op school heeft gevolgen voor het verkrijgen en behouden van de schooltoelage. De school moet de afwezigheden van uw jongere doorgeven aan het departement onderwijs en aan het CLB. Het CLB waarmee wij samenwerken staat in voor de begeleiding bij problematische afwezigheden. U kan zich niet onttrekken aan deze begeleiding. U kan steeds bij ons terecht bij problemen. We zullen samen naar de meest geschikte aanpak zoeken. Individuele leerlingenbegeleiding In een school voor buitengewoon onderwijs richten we de activiteiten zo in dat iedere leerling volgens eigen tempo en volgens eigen mogelijkheden kan leren en zich verder ontwikkelen. We houden rekening met zijn specifieke onderwijsbehoeften. We houden rekening met zijn specifieke onderwijsbehoeften. Hierbij houden we 3 belangrijke facetten in het oog:”Welbevinden, het leerproces en de onderwijsloopbaan”. Daarom werken we in onze school niet met leerplannen en eindtermen, maar met ontwikkelingsdoelen. De doelen die we nastreven worden zorgvuldig per leerlingengroep of per leerling gekozen en verwerkt in een handelingsplan. Vaak is specifiek gericht orthodidactisch handelen nodig. Het aanbieden van individuele begeleiding of therapieën, zoals logopedie of bewegingstherapie, psychische begeleiding… én het bijsturen en differentiëren in het leerproces is het uitgangspunt van het buitengewoon onderwijs.
We willen ouders betrekken in de verschillende fasen van de handelingsplanning. * Bij de beeldvorming: Ouders hebben een belangrijke inbreng bij de fase van beeldvorming. Een goede informatie-uitwisseling kan helpen bij het kiezen van de ontwikkelingsdoelen en het uitstippelen van de gerichte aanpak. * Bij de fase van doelenbepaling: In samenspraak tussen schoolteam en ouders kunnen prioriteiten voor de individuele handelingsplanning worden vastgelegd. * Tijdens de fase van uitvoering: Goede samenwerking en dialoog met ouders is belangrijk om transfer van de school naar het thuismilieu en omgekeerd te bevorderen. Ouders kunnen leerkrachten informeren over het welbevinden van hun jongere en het moeilijk gedrag mee verklaren. * Bij de evaluatiefase: Ook hier vinden we de mening van ouders vaak van belang. Ouders bekijken de evolutie van hun jongere vanuit een andere invalshoek. De vorderingen van uw jongere worden meegedeeld via …een syntheseverslag van de IHP, een evaluatieverslag, een evaluatieschrift, een schoolrapport… Of… Om de evaluatie van uw jongere mee te delen en te bespreken worden ouders steeds uitgenodigd op een individueel oudercontact. We willen aan ouders een goed overzicht geven van elk ontwikkelingsdomein van de beginsituatie, de doelstellingen, de manier waarop dit werd nagestreefd en een evaluatie. Positief engagement ten aanzien van de onderwijstaal Onze school is een Nederlandstalige school. Niet alle ouders voeden hun jongere op in het Nederlands. Dit kan ertoe leiden dat hun jongere het wat moeilijker heeft bij het leren. Wij als school engageren er ons toe alle jongeren zo goed mogelijk te begeleiden bij hun taalontwikkeling. Wij verwachten van de ouders dat ze er alles aan doen om hun jongere, ook in de vrije tijd, te stimuleren bij het leren van Nederlands. 4.2. Administratief dossier van de leerling 4.2.1.Persoonlijke gegevens De school verwerkt persoonsgegevens van alle ingeschreven leerlingen met behulp van de computer. Dat is nodig om de leerlingenadministratie en de leerlingenbegeleiding efficiënt te organiseren. Om gepast te kunnen optreden bij risicosituaties, verwerkt de school ook gegevens betreffende de gezondheidstoestand van sommige leerlingen, maar dat gebeurt enkel met de schriftelijke toestemming van de leerlingen of hun ouders. De privacywet geeft je het recht te weten welke gegevens de school over jou verwerkt en het recht deze gegevens te laten verbeteren als ze fout zijn of ze te laten verwijderen als ze niet ter zake dienend zijn.
4.2.2.Studietoelagen In het secundair onderwijs hebben heel wat leerlingen recht op een studietoelage. Om een toelage van het ministerie te bekomen, moeten de volgende drie voorwaarden vervuld zijn: U moet Belg zijn of in België wonen. Zolang de leerling leerplichtig is (tot 18 jaar) kan u een toelage bekomen. Als een leerling niet meer leerplichtig is, moeten er een aantal bijkomende voorwaarden vervuld worden. Om een studietoelage te bekomen, mogen de ouders van de betrokken leerling niet meer dan een bepaald bedrag verdienen. Ook het aantal personen ten laste speelt een belangrijke rol. Ouders die een studietoelage willen aanvragen, kunnen de nodige formulieren en attesten bij mijnheer Bert Vissers op het secretariaat afhalen. Gratis nummer te bellen wanneer u hulp nodig hebt voor het invullen van de formulieren:1700 Bijkomende informatie kan u ook steeds vinden op www.studietoelagen.be. 4.2.3.Schoolbewijzen en andere formulieren Alle formulieren zoals schoolbewijzen, afwezigheidsbriefjes, … worden afgehandeld door het ondersteunend personeel van het secretariaat. Leerlingen geven alle briefjes e.d. af aan de leerkracht van het eerste lesuur. De opvoeder Bert Vissers maakt elke voormiddag een ronde langs de klassen om de aanwezigheden op te nemen, op dat moment neemt hij ook alle briefwisseling mee. 4.3. Leerlinggebonden documenten en bezittingen 4.3.1. Schoolagenda In de schoolagenda noteren de leerlingen dagelijks de inhoud van de leervakken en de taken die ze thuis verder moeten afwerken. Mogen wij vragen om de schoolagenda dagelijks te handtekenen voor de leerlingen van 1, 2 en 3, en wekelijks voor de leerlingen van 4 en 5. Op die manier blijft u op de hoogte van de aangeboden leerinhouden. De agenda kan ook nuttig gebruikt worden voor het noteren van boodschappen naar leerkrachten. Ook zij maken er dankbaar gebruik van wanneer zij u iets willen meedelen. Zo vormt de agenda een uitstekend communicatiemiddel tussen school en ouders. Is je agenda niet in orde, dan kom je hem bijschrijven tijdens de middagspeeltijd. Huistaken worden op regelmatige basis meegegeven. Als een huistaak niet gemaakt werd zal de leerling hiervoor een aantekening krijgen.
4.3.2. Rapporten PUNTEN DAGELIJKS WERK : De waardecijfers die worden toegekend, zijn de resultaten van de werkzaamheden in de klas. Bovendien wordt een overzicht gegeven van de aangeboden leerstof, die voor iedere leerling verschillend kan zijn. Samen met de puntentabellen op het rapport kan men de vorderingen van de leerling volgen. Binnen een bepaalde groep of klas wordt een minimum- een vereist- en een maximum-programma opgesteld voor alle vakken ten aanzien waarvan de puntenscores moeten gerelativeerd worden. PROEFWERKEN : Om de 2 maanden worden proefwerken georganiseerd. De leerlingen studeren een samenvatting van de leerstof die wordt gegeven tijdens de algemeen sociaal vormende vakken (= A.S.V.) en ze doen proeven over hun praktische kennis van de beroepsgerichte vakken (= B.G.V.) . Vooraf wordt een proefwerkrooster meegegeven. HET GEDRAG : De leerlingen krijgen een beoordeling van hun gedrag en werkhouding aan de hand van uitgeschreven attitudes. Indien aan- of afwezigheid op het oudercontact niet verwittigd werd, wordt het rapport niet meegegeven. 4.3.3. Toelatingsbriefje Je mag een lokaal nooit verlaten zonder toestemming. Moet je toch uit een lokaal voor een boodschap of time-out, krijg je een toelatingsbriefje mee. De leerlingen logistiek hebben geen toelatingsbriefje nodig tijdens de logistiekdag. 4.3.4. Gedragsboekje Iedere vrijdag ontvangt elke leerling een gedragsboekje met daarin een evaluatie per vak. Hierin noteren leerkrachten ook aantekeningen wanneer leerlingen regels niet nakomen. Leerlingen die geen aantekeningen hebben, krijgen een groene bol (= 10 punten). 1 of 2 aantekeningen geeft een blauwe bol (= 5 punten). 3 of 4 aantekening geeft een blanco bol (= geen punten) en 5 of meer aantekeningen geeft een rode bol (= geen punten) en dit met strafstudie op woensdagmiddag tot gevolg. 4 Keer per jaar worden de leerlingen beloond voor hun goed gedrag. De punten worden opgeteld. Met deze punten kunnen de leerlingen spulletjes komen kopen in het Winkeltje van Goed Gedrag of ze sparen voor een volgende keer. Op maandag moet het gedragsboekje gehandtekend terug bezorgd worden aan de klastitularis/ verantwoordelijke. Indien dit niet in orde is, krijg je een aantekening. 4.3.5. Privacy: het nemen en publiceren van foto’s en beeldmateriaal De school maakt in de loop van het schooljaar foto’s en video-opnames van leerlingen tijdens verschillende evenementen. Die gebruiken we voor onze schoolwebsite en we illustreren er onze publicaties mee. Door het schoolreglement te ondertekenen, geeft u stilzwijgend toestemming om niet-geposeerde, spontane foto’s en sfeerbeelden te maken en te publiceren.
Voor gerichte foto’s hebben we volgens de privacywet uw expliciete toestemming nodig. Het gaat om geposeerde, individuele foto’s en geposeerde groeps- en klasfoto’s. We vragen u daarom om de brief in bijlage nauwkeurig in te vullen. Tijdens de maand september publiceren we geen beeldmateriaal, daarna gebruiken we enkel datgene waarvoor u expliciet de toestemming hebt gegeven. Als u zich in de loop van het schooljaar bedenkt en u vraagt om bepaalde beelden toch te verwijderen, dan geven we daar onmiddellijk gevolg aan. Mail of schrijf ons daarvoor. Volgens art. 10 en 12 van de privacywet heeft u immers recht op toegang, verbetering en verzet wanneer het gaat om uw persoonsgegevens. Dat geldt overigens ook voor niet-gerichte beelden. 4.3.6. Persoonlijke bezittingen Leerlingen kunnen gevraagd worden hun boekentassen te openen bij vermoeden van diefstal, drugsdealing, …. Indien de leerling weigert de boekentas te openen, zal de school de politie inschakelen. De leerlingen hebben op school GEEN zakgeld nodig! Wanneer voor leeruitstappen en/of leeractiviteiten een bijdrage wordt gevraagd, wordt dit steeds meegedeeld in een schrijven. Je mag je gsm op school bijhebben. Deze staat UIT tijdens de lessen. Je mag je gsm op de speelplaats enkel gebruiken om muziek te beluisteren. Hou je je niet aan deze afspraken dan zal je gsm worden afgenomen voor 1 dag. Pas na de 2de bel op het einde van de dag krijg je je gsm terug. Bij meerdere gevallen van misbruik, zal je een hele week elke morgen je gsm afgeven bij mevrouw Smets. Elektrische apparaten (zoals bv. I-pods, MP3-spelers, “oortjes”, game-boys, psp’s,…) blijven tijdens de lessen in de boekentas. 4.4. Dagindeling
Lesuur 1 Lesuur 2 Speeltijd Lesuur 3 Lesuur 4 Middagpauze Lesuur 5 Lesuur 6 Lesuur 7
maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag 08u55 – 09u45 09u45 – 10u35 10u35 – 10u45 10u45 – 11u35 11u35 – 12u25 12u25 – 13u20 13u20 – 14u10 14u10 – 15u00 15u00 – 15u50 Nablijfstudie: 16u00 – 17u00
4.5. Jaarkalender
Zie bijlage
woensdag 08u55 – 09u45 09u45 – 10u35 10u35 – 10u45 10u45 – 11u35 11u35 – 12u25 Nablijfstudie: 12u30 – 13u30 Strafstudie: 12u30 – 13u45
4.6. Afwezigheden / spijbelen Elke afwezigheid van de leerlingen op school dient zo snel mogelijk meegedeeld te worden aan de directie of aan het secretariaat. Leerlingen die gebruik maken van de schoolbus dienen ook hun afwezigheid te melden bij de busbegeleiding zodat de schoolbus niet onnodig staat te wachten bij de opstapplaats. Enkele afspraken op een rijtje: 1) Behalve als je gewettigd afwezig bent, neem je vanaf l september tot en met 30 juni deel aan alle lessen en activiteiten van het leerjaar waarin je bent ingeschreven. De vrije dagen vind je in de jaarkalender. Ook bezinningsdagen, buitenschoolse activiteiten e.d. worden als normale schooldagen beschouwd. Ze geven je een kans om je te verrijken en je verder te ontwikkelen. Indien je om een ernstige reden niet aan een van deze activiteiten kan deelnemen, dan bespreken je ouders dit vooraf met de directeur of zijn afgevaardigde en moeten ze dit schriftelijk motiveren. 2) De onderwijsreglementering laat slechts afwezigheden toe om volgende redenen:
omdat je ziek bent of een ongeval hebt gehad familieraad omdat je de begrafenis- of huwelijksplechtigheid van een bloed- of aanverwant of van iemand die bij jou thuis inwoont, moet bijwonen omdat je opgeroepen of gedagvaard bent voor een rechtbank omdat de school door overmacht niet bereikbaar of ontoegankelijk is omdat je onderworpen bent aan een maatregel opgelegd in het kader van de bijzondere jeugdzorg of de jeugdbescherming (bv. plaatsing in een instelling door de jeugdrechter) omdat je proeven moet afleggen voor de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap; omdat je een preventieve schorsing hebt gekregen, of bij wijze van tuchtmaatregel tijdelijk werd uitgesloten (zie orde- en tuchtreglement).
3) Er zijn bijzondere regels voor: * topsporters: wie door de selectiecommissie het topsportstatuut A of B kreeg toegekend, kan maximum 40 halve lesdagen afwezig blijven om deel te nemen aan stages, tornooien of wedstrijden (maar niet voor de training). * moslims, Joodse en orthodoxe leerlingen: wanneer je ouders vooraf melden dat je zal deelnemen aan het beleven van één van de volgende feestdagen, heb je vrij: - moslims: het Suikerfeest (l dag) en het Offerfeest (l dag); - Joodse leerlingen: het Joods nieuwjaar (2 dagen), de Grote Verzoendag (l dag), het Loofhuttenfeest (2 dagen) en het Slotfeest (2 laatste dagen), de Kleine Verzoendag (l dag), het Feest van Esther (l dag), het Paasfeest (4 dagen) en het Wekenfeest (2 dagen);
- orthodoxe leerlingen: Paasmaandag, Hemelvaart (l dag) en Pinksteren (l dag), voor de jaren waarin het orthodox Paasfeest niet samenvalt met het katholiek Paasfeest. * leden van de raad van bestuur of van de algemene vergadering van de Vlaamse scholierenkoepel vzw: zij kunnen deelnemen aan activiteiten verbonden aan hun lidmaatschap. 4) Voor andere afwezigheden heb je de toestemming van de directeur of zijn afgevaardigde nodig. Je hebt dus geen recht op deze afwezigheden. Wij denken aan afwezigheden wegens:
persoonlijke redenen je selectie door een erkende federatie voor deelneming aan een culturele of - behalve voor topsporters - een sportmanifestatie laattijdige inschrijving na aanvang van het schooljaar (na 1 september) …
5) De algemene regel is dat je ouders of je verantwoordelijke van de instelling steeds de school verwittigen wanneer je afwezig bent. Is de afwezigheid te voorzien en/of vereist ze het voorafgaand akkoord van de directeur of zijn afgevaardigde, dan wordt de school vooraf op de hoogte gebracht. Bij onvoorziene afwezigheid delen je ouders de reden zo vlug mogelijk mee. 6) Je moet uiteindelijk voor elke afwezigheid een schriftelijk bewijs voorleggen. Voor afwezigheden om medische reden bestaan er vaste regels: * een medisch attest is niet nodig bij gewoon schoolverlet, d.i. een korte afwezigheid wegens ziekte van een, twee of drie opeenvolgende kalenderdagen. Dan breng je gewoon een ondertekende en gedateerde verklaring van je ouders binnen (zie voorgedrukte strookjes in agenda); * een medisch attest is wel nodig bij langdurig en veelvuldig schoolverlet: ben je vier of meer opeenvolgende kalenderdagen ziek (d.i. een lange afwezigheid), dan volstaat een verklaring van je ouders niet; Heb je gewoon schoolverlet reeds vier maal uitsluitend verantwoord met een strookje uit je agenda, dan moet je vanaf dan ook voor elke korte afwezigheid van een, twee of drie opeenvolgende kalenderdagen een medisch attest binnenbrengen. Ben je afwezig tijdens je stage, heb je ook een medisch attest nodig. Een medisch attest is slechts rechtsgeldig indien het is uitgereikt door een geneesheer, een geneesheer-specialist, een psychiater, een orthodontist, een tandarts of de administratieve diensten van een ziekenhuis of van een erkend labo. Een medisch attest wordt beschouwd als twijfelachtig in de volgende gevallen: * een attest geeft zelf de twijfel van de geneesheer aan wanneer deze schrijft “dixit de patiënt” * het attest is geantedateerd of begin- en einddatum werden ogenschijnlijk vervalst * het attest vermeldt een reden, die niets met de medische toestand van de leerling te maken heeft, zoals bv. de ziekte van de ouders, hulp in het huishouden,… Een afwezigheid wegens ziekte die gedekt wordt door een twijfelachtig attest, beschouwen we als spijbelen.
Als je ziek valt tijdens de proefwerken moet je steeds een medisch attest inleveren. Het binnenbrengen van een medisch attest of een strookje uit je agenda gebeurt wanneer je terug op school komt. Zal je langer dan 10 opeenvolgende lesdagen ziek zijn, dan moet je het attest onmiddellijk aan de school (laten) bezorgen. Voor afwezigheden tijdens de week VOOR en NA de herfstvakantie, kerstvakantie, krokusvakantie, paasvakantie en de grote vakantie mag u geen zelf geschreven ziektebriefje uit het agenda gebruiken om de afwezigheid van uw zoon/dochter te wettigen. Indien uw zoon/dochter wegens ziekte afwezig is tijdens deze weken, moet u een doktersattest aan de school bezorgen, ook al is het een afwezigheid van 1 dag. 7) Ben je langdurig afwezig ten gevolge van gezondheidsproblemen dan heb je onder bepaalde voorwaarden recht op onderwijs aan huis (LET OP: Niet voor ABO-leerlingen!). De voorwaarden hiervoor zijn:
je dient meer dan 21 kalenderdagen ononderbroken afwezig te zijn op school wegens ziekte of ongeval. je verblijft op een afstand van maximum 20 km van de school (dit kan meer zijn maar dit wordt bepaald door de school); via je ouders dien je een schriftelijke aanvraag in bij de directeur op basis van een medisch attest waaruit blijkt dat je onmogelijk halftijds of meer naar school kan gaan, maar wel onderwijs mag volgen.
Kan je wegens ziekte, handicap of ongeval het geheel van de vorming van een bepaald leerjaar niet in één schooljaar volgen, dan kan de klassenraad een spreiding van het lesprogramma over twee schooljaren toestaan. 8) Kan je, wegens een geldige reden, niet deelnemen aan één of meer proefwerken, dan moet je de directeur of zijn afgevaardigde hiervan onmiddellijk verwittigen. Als je langdurig afwezig bent, beslist hij steeds in samenspraak met de klassenraad of je de niet gemaakte proefwerken moet inhalen. Hij beslist ook hoe en wanneer je ze dan moet inhalen. Dit wordt aan je ouders meegedeeld. 9) Hierboven heb je kunnen lezen in welke gevallen je op school gewettigd kan afwezig zijn. Leren en schoollopen kunnen soms om diverse redenen als lastige, minder leuke opdrachten ervaren worden. Blijf echter niet zomaar weg uit school. Spijbelen kan niet! Wij willen je er bij moeilijkheden, samen met het CLB, weer bovenop helpen. Daarvoor rekenen we ook op jouw positieve ingesteldheid bij onze begeleidingsinspanning. Indien je niet positief inspeelt op onze begeleidingsinspanningen - je blijft spijbelen of bent zelfs spoorloos -, dan kan de directeur steeds beslissen om je uit te schrijven en/of om je dossier als zorgwekkend door te spelen naar het departement Onderwijs. 10) Als je in de loop van het schooljaar van school wenst te veranderen, melden je ouders dit onmiddellijk aan de directeur of zijn afgevaardigde.
11) Wat met de lessen lichamelijke opvoeding die je mist wegens ziekte? Als je wegens ziekte niet kan deelnemen aan bepaalde oefeningen of aan het geheel van het vak lichamelijke opvoeding, dan moet je aan de arts een “medisch attest voor de lessen lichamelijke opvoeding en sportactiviteiten op school” vragen, zodat de leerkracht lichamelijke opvoeding kan uitmaken wat wel en wat niet kan in de lessen. Als je vaak niet deelneemt aan deze lessen, dan zal je een vervangtaak krijgen. Als je wegens ziekte, ongeval of handicap geen lichamelijke opvoeding kan volgen, dan kan de klassenraad beslissen je vrij te stellen van dit vak, op voorwaarde dat je een aangepast lesprogramma krijgt. Dit wil zeggen dat je een ander vak volgt of dat je het vak lichamelijke opvoeding anders (bv. theoretisch) moet behandelen. Dit aangepast lesprogramma zal opgenomen 12) Vrijstelling van vakken Als je wegens ziekte, ongeval of handicap één of meerdere vakken, andere dan lichamelijke opvoeding, (eventueel tijdelijk) niet kan volgen, kan de klassenraad beslissen je vrijstelling te verlenen, op voorwaarde dat je vervangende activiteiten volgt. Je lesprogramma kan aangepast worden, maar zonder vermindering van het aantal lesuren. De klassenraad kan je vragen om de vakken op een andere manier te benaderen (bv. theoretisch) of kan je een andere vak opleggen. Uiteraard kan dit slechts in individuele en uitzonderlijke gevallen. Je ouders kunnen de vraag om vrijgesteld te worden voor één of meerdere vakken steeds stellen. De klassenraad zal deze vraag onderzoeken, maar de vrijstelling is niet afdwingbaar. 13) Vanaf dit schooljaar (2013-2014) mag u geen geschreven ziektebriefjes meer gebruiken voor afwezigheden van uw zoon/dochter tijdens de week VOOR en NA de: herfstvakantie, kerstvakantie, krokusvakantie, paasvakantie en grote vakantie. Indien uw zoon/dochter tijdens één van deze weken afwezig is wegens ziekte, moet u een doktersattest aan de school bezorgen, ook al is het een afwezigheid van slechts 1 dag. Deze maatregel werd door het Departement Onderwijs opgelegd aan alle secundaire scholen. 4.7. Veiligheid en gezondheid 4.7.1. Rookverbod Met ingang van 1 september 2008 gelden voor gesloten plaatsen, open plaatsen en extra-murosactiviteiten van onderwijsinstellingen de volgende bepalingen. * Gesloten plaatsen In gesloten plaatsen is roken steeds verboden. Gesloten plaatsen zijn plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur van de instelling en die door wanden van de omgeving afgesloten zijn of die van een plafond voorzien zijn, bijvoorbeeld klaslokalen, eetzalen, turnzalen, toneelzalen, kantoren, traphallen, gangen, wachtzalen, recreatieruimten, internaat, sanitaire ruimten, kelders, gedeelten van de speelplaats met een vaste overdekking, overdekte fietsenstallingen... Het is dus niet langer toegestaan een rookkamer in te richten. Ook ter gelegenheid van schoolfeesten, lerarenfuiven of klasfuiven mag in de lokalen van de school niet gerookt worden, zelfs niet ’s avonds, tijdens het weekend of tijdens vakantiedagen. Indien de school ter gelegenheid van een feestactiviteit op de speelplaats een tent laat oprichten, dan maakt deze geen deel uit van de infrastructuur van de instelling. Zulke tent dient dus niet beschouwd te worden als een gesloten plaats.
* Open plaatsen In open plaatsen is roken verboden op weekdagen tussen 6.30 u ’s morgens en 18.30 u ’s avonds. Open plaatsen zijn plaatsen die deel uitmaken van de infrastructuur van de instelling en die niet als een gesloten plaats worden beschouwd, bijvoorbeeld speelplaats, sportterreinen, schooltuin, waterpartijen, dakterras, fietsenstalling in open lucht, parking, toegangswegen. Op schoolfeesten, lerarenfuiven of klasfuiven mag dus wel gerookt worden tijdens de weekends en op weekdagen tussen 18.30 u’s avonds en 6.30 u ’s morgens, op voorwaarde dat dit in open lucht gebeurt (bijvoorbeeld op de speelplaats). Bemerk dat het rookverbod voor open plaatsen ook geldt op woensdagnamiddag en op vakantiedagen. Op die ogenblikken mag er dus niet gerookt worden, ook niet door toeschouwers tijdens sportactiviteiten in open lucht. * Extra-murosactiviteiten Tijdens extra-murosactiviteiten is roken verboden tussen 6.30 u ’s morgens en 18.30 u ’s avonds. Extra-murosactiviteiten zijn activiteiten die plaatsvinden buiten de schoolmuren en die georganiseerd worden voor één of meer leerlingengroepen, bijvoorbeeld verplaatsingen naar het zwembad, de sporthal, een museum of het CLB; fietstochten; daguitstappen; natuurexploratie; ééndaagse of meerdaagse schoolreizen. Activiteiten die volledig buiten de schooluren georganiseerd worden, vallen niet onder de omschrijving van extra-murosactiviteiten. Het rookverbod geldt ook tijdens het weekend, tenzij de activiteit volledig buiten de schooluren georganiseerd wordt en dus geen extra-murosactiviteit is. Een activiteit die bijvoorbeeld volledig op zaterdag en/of zondag georganiseerd wordt, of die volledig binnen een vakantieperiode valt (zoals een cultuurreis naar Rome tijdens de Paasvakantie), is dus voor de toepassing van het rookdecreet geen extra-murosactiviteit. Het rookdecreet is er dan ook niet van toepassing. De school kan evenwel zelf een rookbeleid vastleggen voor zulke omstandigheden. * Toepassingsgebied van het rookverbod Het rookverbod is van toepassing voor alle personen die zich op de genoemde locaties bevinden, dit wil zeggen niet alleen de leerlingen, de leraren en de andere personeelsleden van de onderwijsinstelling, maar ook de stagiairs, de ouders, de leveranciers, de klanten, de bezoekers, de leden van de Raad van Bestuur, de leden van de inspectie en de begeleiding, de cursisten van andere instellingen, de leden van sportverenigingen die gebruik maken van de infrastructuur van de onderwijsinstelling, de werknemers van bedrijven die werkzaamheden uitoefenen binnen de onderwijsinstelling... Tijdens een extra-murosactiviteit is het rookverbod van toepassing op leerlingen, op leraars en personeelsleden die de leerlingen begeleiden, er toezicht op houden, of aan de activiteiten participeren, en op derden die betrokken zijn bij de extramurosactiviteit, zoals bijvoorbeeld chauffeurs, begeleiders en plaatselijke gidsen. Het rookverbod is niet van toepassing op personeelsleden en derden die niet bij de extramurosactiviteit betrokken zijn, ook niet als ze toevallig in de buurt zijn. * Het rookbeleid van de school Vanaf het zebrapad, schuin over onze schoolpoort, aan de straat geldt een totaal rookverbod voor iedereen die het domein betreedt. De rokende leerlingen (Let op: je mag pas roken vanaf 16 jaar! Ben je jonger en rook je toch, krijg je een aantekening.) die met de lijnbus of de schoolbus komen doven hun sigaret aan het zebrapad. Er mag dus op geen enkele plaats gerookt worden op school.
Wanneer een leerling toch rookt, zal deze dezelfde dag moeten nablijven. Leerlingen die roken bij het toekomen op school of bij het verlaten van de school, aan de verkeerde kant van het zebrapad, geven de volgende dag hun middagspeeltijd af. 4.7.2. Illegale drugs, alcohol en energiedranken Geen enkele vorm van illegale drugs, alcohol, redbull of andere energiedranken bijhebben of gebruiken, is toegelaten. Bij misbruik volgt een sanctie van het drugspreventieteam. Lege verpakkingen ivm drugs, alcohol of energiedranken worden in beslag genomen en vernietigd. 4.7.3. Projecten rond gezondheid Er wordt regelmatig met projecten gewerkt rond gezondheid (gezonde voeding/dranken). In dit kader is het niet toegelaten grote flessen frisdrank (1,5 l en 2 l) mee naar school te nemen. We moedigen het consumeren van gezonde voeding (fruit, groenten, gezonde koeken, water,...) aan. De werkgroep Fruit organiseert in dit kader regelmatig gezonde en leuke acties. Ook de fitgroep werkt aan de gezondheid van onze jongeren. Frisdrankblikjes en –brikjes zijn enkel toegelaten op de speelplaats, dus niet in de klas. 4.7.4. Medicatie Indien uw zoon/dochter medicatie op doktersvoorschrift dient in te nemen tijdens de schooluren, moet een aanvraagformulier vooraf ingevuld worden, door de ouders, de school én de voorschrijvende arts. Bij een wijziging van therapie of medicatie dient dit schriftelijk gemeld te worden en moet dit document opnieuw ingevuld worden. Het telefonisch doorgeven van deze informatie volstaat niet. De school kan op geen enkele ogenblik verantwoordelijk worden gesteld voor neveneffecten die bij het kind optreden naar aanleiding van het toedienen van deze medicatie . Omwille van aanpassingen in de wetgeving mag er op school geen andere medicatie meer toegediend worden. 4.7.5. Middagmaal De leerlingen gaan 's middags niet naar huis. Zij nemen hun lunchpakket in een brooddoos mee naar school. Er is verse soep, koffie, thee, melk te verkrijgen in de refter. Hiervoor vragen wij een kleine vergoeding (zie schoolkosten: refter). Per week wordt 1 keer warme maaltijd en 1 keer een broodje en 1 keer een slaatje aangeboden op school. Om hiervan te kunnen gebruik maken, schaffen de leerlingen een betaalkaart aan op school. 4.7.6. Werkgroep: preventieteam Het preventieteam maakt de leerlingen bewust van de risico’s en de gevolgen van legale drugs (roken, alcohol, energiedranken…) en illegale drugs (soft-en harddrugs) en hoe ze daar op een positieve, weerbare manier mee kunnen omgaan.
Zij doen interventies wanneer er zich problemen stellen. mevr. C. Wouters mevr. Van Dyck mevr. Torremans mevr. Van Iseghem mevr. Camerlinck dhr. Van Hoof 4.7.7. Werkgroep: Interne Dienst Welzijn Zowel leerkrachten als ouders zijn bekommerd om het welzijn van onze kinderen in en rond de school. Vandaar dat er binnen onze school ook aandacht wordt gegeven aan “Veiligheid”. De Interne Dienst Welzijn heeft maandelijks overleg en stuurt bij waar nodig. Aan de hand van studiedagen blijven we op de hoogte van de actualiteit. In het beleid rond veiligheid en welzijn zijn volgende aandachtspunten belangrijk voor onze school: de schoolinfrastructuur, veiligheid van leer- en werkomgeving, evacuatie, hygiëne, gezondheid, EHBO en milieu …. Met een goede samenwerking kunnen we ons welzijnsplan in goede banen leiden. Welzijn is ieders zorg, zowel voor leerlingen, leerkrachten als ouders. 4.7.8. Geweld en ongewenst seksueel gedrag Vechten en spuwen naar anderen op school kan niet. Extreem agressieve, bedreigende taal en gedrag (i.v.m. racisme, anders geaardheid, geloof, …) kunnen ook niet. Wie zich niet aan deze regel houdt, gaat er tijdens dit lesuur of deze speeltijd uit. Na de les of speeltijd volgt een herstel. Na meerdere malen volgt een schorsing. Fysieke agressie naar leerlingen/leerkrachten toe kan niet. Mogelijke maatregelen: schorsing, contract of onmiddellijke verwijdering van de school. Geen enkele vorm van seksueel getinte opmerkingen en gedragingen worden op onze school toegelaten. Bij overtreding kunnen de ouders op de hoogte gebracht worden en wordt een passende sanctie uitgesproken. Je krijgt ook een aantekening. 4.7.9. Pesten / cyberpesten Pesten op onze school kan niet. Bij een pestproblematiek nemen we de tijd om de ganse situatie uit te zoeken en de betrokken partijen te horen. We werken steeds herstelgericht. Als leerlingen zich niet aan de afspraken houden, kunnen zij een lesuur, een speeltijd of een dag geschorst worden. Als het gaat om pesterijen via facebook en gsm maken we wel het onderscheid tussen enerzijds problemen die zich op school zelf voordoen en problemen die zich na schooltijd en thuis voordoen.
Bij problemen op school luisteren we naar de leerling zijn verhaal, lezen we de SMS of facebookpagina en volgen dit verder op. Er wordt ook steeds gecommuniceerd naar ouders. Bij problemen na schooltijd en thuis is onze bevoegdheid echter beperkt. We zijn immers niet aanwezig op dat moment of kunnen geen verificatie doen van de feiten. We geven het advies om de school zo snel mogelijk op de hoogte te brengen van de pesterijen. Indien wij de problemen zelf niet kunnen oplossen, dan verwijzen we de ouders toch door naar de politie om een wettelijke procedure op te starten. Dit is voornamelijk het geval als we de bron van de pesterijen niet kunnen checken (controleren) en als er meerdere partijen bij betrokken zijn waarbij de school geen bevoegdheid heeft om op te treden. De school verwacht van alle leerlingen dat zij pestgedrag melden wanneer ze er getuige van zijn. Dit kan steeds bij de directie of een leerkracht. 4.8. Kledij / uniform 4.8.1. Schooluniform
MAG WEL kleur
Wit donkerblauw zwart
uitzicht kledij
effen kleuren proper gewassen verzorgde kledij deftige, schoolse kledij stevige schoenen of laarzen T-shirts met mouwen kousenbroeken en leggings: enkel in wit, donkerblauw en zwart MAG WEL rokken, bermuda’s en kleedjes tot maximum 10 cm boven de knie Jeans (broek, jas, hemd): effen wit, zwart of donkerblauw broeken worden op heuphoogte gedragen
MAG NIET beige andere tinten v. blauw grijs overige kleuren tekeningen bewust afgewassen kleuren vuile kledij niet fris ruikende kledij scheuren in kledij diepe decolleté blote schouders plastiek teenslippers topjes doorschijnende leggings MAG NIET mini-rokjes shorts gescheurde jeans afgewassen jeans (broek, jas, hemd) te laag hangende broeken: ondergoed mag niet zichtbaar zijn
Wie niet in uniform aankomt op school, moet onmiddellijk wisselen met reservekledij en blijft dezelfde dag na. Voor het gebruik en onderhoud van deze reservekledij rekent de school €1/dag huur aan via de schoolrekening. Niet-uniform T-shirts/truien worden niet binnenstebuiten aangedaan. De niet-uniformkledij wordt afgegeven, de leerling mag deze pas op het einde van de lesdag komen halen. Indien de ouders of verantwoordelijke van een leerling de school telefonisch verwittigen of een nota schrijven in het agenda krijgt de leerling reserve-uniformkledij van de school in bruikleen. De leerling moet in dit geval niet nablijven. Er wordt wel huur van €1/dag aangerekend. Wij verwachten ook van onze leerlingen dat zij, op het einde van de dag, in uniform de schoolpoort verlaten. ABO-leerlingen hoeven niet in uniform naar school te komen. Wij verwachten wel dat zij zich deftig kleden. 4.8.2. Sportuniform Tijdens het sporten dragen we sportkledij. De sport-T-shirts worden voorzien door de school. Zij blijven dus eigendom van de school. Vanaf dit schooljaar vragen we om de T-shirts en sportbroeken zelf thuis regelmatig te wassen. De leerlingen betalen voor het T-shirt een huurprijs (€10 voor een heel schooljaar: €2,50 per schoolrekening) en een waarborg (€20: cash te betalen begin september). Deze waarborg wordt op het einde van het schooljaar afgetrokken van de laatste schoolrekening wanneer het T-shirt, in goede staat, wordt afgegeven op school. Elke leerling voorziet ook een zwarte (kort of lang)sportbroek. Sportschoenen (met witte zool; omwille van de nieuwe sportvloer) koop je zelf en deze worden op school bewaard in de lockers. Bij buitensportactiviteiten mogen de leerlingen hun eigen sportieve schoenen aandoen. Wie niet in orde is met zijn sportuniform, moet de derde keer nablijven. De leerlingen van het 1ste, 2de en 3de jaar gaan zwemmen. Zij dragen tijdens het zwemmen verplicht een donkerblauwe badmuts, zelf aan te kopen. Leerlingen kunnen, indien nodig, in het zwembad een eenvoudige badmuts aanschaffen aan een zeer schappelijke prijs. Juwelen en andere opsmukartikelen zijn, wegens veiligheidsredenen, UITDRUKKELIJK VERBODEN. Ook gezichts- en tongpiercings moeten uit! Nieuwe piercings mogen de eerste 6 weken niet uit, maar deze worden dan afgeplakt. De leerling brengt zelf een plakkertje mee. Een tongpiercing wordt ook uitgedaan, en hier bestaan stokjes voor (ook door de leerling zelf mee te brengen) zodat de piercing niet dichtgroeit.
4.8.3. Grootkeukenuniform Leerlingen doen hun gepast uniform steeds aan bij de start van de les. Voor het observatiejaar betekent dit een blauwe voorbindschort, een kokshoedje en
klompen.Vanaf het 2de jaar betekent een gepast uniform een koksvest, een koksbroek, klompen en een kokshoedje. Leerlingen nemen hun kookkledij telkens mee naar huis om te wassen. Wie zijn kookkledij niet bij heeft of op school heeft laten liggen of het is niet gewassen en of gedroogd, blijft dezelfde dag na. Klompen kunnen op eigen verantwoordelijkheid op school gelaten worden in de daarvoor voorziene kast. De school in niet verantwoordelijk voor verloren materiaal. Indien de ouders of verantwoordelijke van een leerling de school telefonisch verwittigen of een nota schrijven in het agenda krijgt de leerling reserve-uniformkledij van de school in bruikleen. De leerling moet in dit geval niet nablijven. Er wordt wel huur van €1/dag aangerekend. Wie met zijn klompen aan de kookklas verlaat, krijgt een aantekening. Tijdens de speeltijden gaan de schorten en de klompen uit. Gelnagels zijn niet toegelaten. Gelakte nagels kunnen niet tijdens de praktijklessen; ook niet tijdens de stage en praktijk op verplaatsing. Juwelen, piercings* en andere opsmukartikelen zijn, wegens veiligheidsredenen, UITDRUKKELIJK VERBODEN. *piercings tijdens kook-lessen: gezichts- en tongpiercings moeten uit! Nieuwe piercings mogen de eerste 6 weken niet uit, maar deze worden afgeplakt. De leerling brengt zelf een plakkertje mee. Een tongpiercing wordt ook uitgedaan, en hier bestaan stokjes (ook door de leerling zelf mee te brengen) voor zodat de piercing niet dichtgroeit. 4.8.4. Logistiekuniform De leerlingen van het observatiejaar, 2de en 3de jaar logistiek doen hun logistiekuniform aan en hun haren bij elkaar vóór ze de klas binnenkomen voor de vakken gezinskoken en zorg voor woon- en leefomgeving. Bij de start van de logistiekdag en de praktijk op verplaatsing hebben de leerlingen van het 4de en 5de jaar logistiek hun bordeaux polo EN effen donker blauwe jeansbroek reeds aan in de rij of bij het binnenkomen op de werkvloer. Ook zijn hun haren dan al bij elkaar. Van de bordeaux polo en de witte broek worden twee exemplaren aangekocht bij het begin van het 4de jaar. Leerlingen nemen hun logistiekuniform telkens mee naar huis om te wassen. Wie zijn logistiekuniform niet bij heeft of op school heeft laten liggen of het is niet gewassen en of gedroogd, blijft dezelfde dag na. Indien de ouders of verantwoordelijke van een leerling de school telefonisch verwittigen of een nota schrijven in het agenda krijgt de leerling reserve-uniformkledij van de school in bruikleen. De leerling moet in dit geval niet nablijven. Er wordt wel huur van €1/dag aangerekend. Tijdens de stages dragen de leerlingen de kledij die vereist wordt door de stageplaats. Voor praktijk op verplaatsing dragen de leerlingen hun polo en witte broek en in een kinderdagverblijf dragen de leerlingen bovendien hun binnenschoenen. Geen schoenen met hakken. De leerlingen dragen stevige schoenen; de schoenen moeten ook hielomvattend en teenomsluitend zijn.
ABO-leerlingen dragen tijdens hun praktijkdag steeds een broek. Gelnagels zijn niet toegelaten. Gelakte nagels kunnen niet tijdens de praktijklessen; ook niet tijdens de stage en praktijk op verplaatsing. Juwelen, piercings* en andere opsmukartikelen (= oorbellen, ketting, ringen,…) zijn, wegens veiligheidsredenen, UITDRUKKELIJK VERBODEN. * piercings tijdens praktijklessen: gezichts- en tongpiercings moeten uit! Nieuwe piercings mogen de eerste 6 weken niet uit, maar deze worden afgeplakt. De leerling brengt zelf een plakkertje mee. Een tongpiercing wordt ook uitgedaan, en hier bestaan stokjes (ook door de leerling zelf mee te brengen) voor zodat de piercing niet dichtgroeit. 4.8.5. Boekentas De leerlingen hebben een boekentas of rugzak (handtas mag niet) bij waarin minstens een pennenzak, 2 A4-kaften, een agenda en een lunchpakket passen. 4.9. Leerlingenvervoer In het buitengewoon onderwijs genieten de leerlingen gratis vervoer van en naar school, op voorwaarde dat ze schoollopen in de dichtstbijzijnde school. Leerlingen die gebruik maken van de lijnbus (610: Antwerpen-Oelegem: halte Schoten: Koningshof) krijgen (onder bovenvermelde omstandigheden) een gratis Buzzy-pass. Dit kan enkel indien de leerling schoolloopt in de dichtsbijzijnde school. Een uitzondering hierop vormen de leerlingen van het observatiejaar. Leerlingen die gebruik maken van de schoolbus, reizen onder bovenvermelde voorwaarden eveneens gratis. Leerlingen die afwijking op het gebruik van de schoolbus genieten, moeten wel abonnementsgeld betalen. Leerlingen die meerijden met de schoolbus, kunnen geen Buzzy-pazz aanvragen. Uitzonderingen hierop zijn leerlingen wiens ouders co-ouderschap hebben en leerlingen die in het weekend thuis verblijven en tijdens de week in een leefgroep verblijven. Om de zelfstandigheid van onze leerlingen te bevorderen, moeten de leerlingen van het 4de jaar, het 5de jaar en ABO met het openbaar vervoer naar school komen. Ze zullen dus niet meer met de schoolbus mogen meerijden. In het 3de jaar krijgen de leerlingen hiervoor reeds ‘bustraining’. Uitzonderingen hierop kan u terugvinden in omzendbrief NO/2008/02 op www.ond.vlaanderen.be/leerlingenvervoer. Begin september worden de schoolbustrajecten vastgelegd. Behoudens speciale omstandigheden mag van dit traject niet meer afgeweken worden. Bij ziekte of afwezigheid moet u ZELF de busbegeleiders verwittigen.
Busreglement voor ouders
1) AAN DE OP-/AFSTAPPLAATS - De ouders zorgen ervoor dat de leerling tijdig aan de afgesproken opstapplaats aanwezig is zodat de tijdsregeling van de rit niet in het gedrang komt. - De busbegeleider is verantwoordelijk voor de leerlingen vanaf het moment van instappen tot bij het uitstappen. Dus tot op het moment dat de leerling veilig in de bus is opgestapt dragen de ouders (of vertegenwoordiger) van de vervoerde leerling de volle verantwoordelijkheid. Na het verlaten van de bus bevinden de leerlingen zich niet meer onder de verantwoordelijkheid van de busbegeleider. De ouders van de vervoerde leerling dragen vanaf dan de volle verantwoordelijkheid en dienen de nodige schikkingen te treffen om hun kind aan de halte op te vangen langs de zijde van de weg waar de bus stopt. 2) BIJ AFWEZIGHEID VAN DE LEERLING - De ouders verwittigen de busbegeleider en de school vooraf bij een voorziene afwezigheid van de leerling.
Busreglement voor leerlingen 1) HET IS VERPLICHT OM… - De vaste plaats in te nemen op de bus en gedurende de rit op deze plaats te blijven zitten. - De veiligheidsgordel om te doen, indien aanwezig op de bus. - Te luisteren naar en te gehoorzamen aan de busbegeleider. 2) HET IS VERBODEN OM… - Te eten, te drinken en te roken op de bus (enkel water drinken is toegestaan). - Een GSM te gebruiken op de bus. Je mag wel muziek beluisteren met je GSM, maar dan wel met oortjes. - Scherpe of gevaarlijke voorwerpen mee te nemen op de bus (bv: aansteker, mes, schaar, …). - Deuren of ramen te openen zonder uitdrukkelijke toestemming van de busbegeleider. - Ergens anders op- of af te stappen dan afgesproken is met de school. 3) INCIDENTEN/KLACHTEN - Opzettelijke beschadigingen aan de bus zullen (na vaststelling) worden vergoed door de leerling (ouders).
- Bij ernstige klachten kan het gebruik van het leerlingenvervoer tijdelijk of definitief aan de leerlingen worden ontzegd. Dit wordt door de directeur van de school beslist. Let wel! Dit ontslaat de leerling echter niet van de leerplicht. Rit 1 ochtend: Fred: 0477/24 31 64 Rit 1 middag: Sandra: 0472/41 54 37 Rit 2: Germaine: 0485/41 65 39 Rit 3: Annick: 0498/77 99 90 Rit 4: Vic: 0494/34 20 99
4.10. Schoolkosten De algemene kosten en de kosten van de kooklessen worden via de schoolrekening betaald. De kosten werden verspreid over 4 schoolrekeningen per schooljaar.
ALGEMENE KOSTEN refter (koffie, thee, melk, soep)
REKENING NOVEMBER OBS 2de j
3de j
REKENING KERST
4de j 5de j ABO OBS 2de j 3de j
4de j 5de j ABO
17,5 17,5 17,5 17,5 17,5 8,5 17,5 17,5 17,5 17,5 6,16 8,5
turnen (huur T-shirt)
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5 2,5 2,5 2,5
agenda
13
13
13
13
13
13
cursus en lesmateriaal
6
6
6
6
6
3
6
kokshoedje (observatiejaar en grootkeuken)
3
6
6
3,5
3
1
3
2,5
2,5
2,5
2,5
6
6
6
6
3
6
6
3,5
3
1
zwemmen (inkom en vervoer)
€2.50 per beurt per leerling
€2.50 per beurt per leerling
bib (vervoer)
€2 per beurt per leerling
€2 per beurt per leerling
REKENING PASEN
ALGEMENE KOSTEN
OBS 2de j 3de j 4de j
refter (koffie, thee, melk, soep)
REKENING EINDE JAAR
5de j ABO OBS 2de j
3de j 4de j 5de j ABO
17,5 17,5 17,5 11,83 17,5 8,5 17,5 17,5 17,5 17,5 9,94 8,5
turnen (huur T-shirt)
2,5
2,5
2,5
2,5
2,5 2,5 2,5
kokshoedje (observatiejaar en grootkeuken)
3
6
6
3,5
3
1
cursus en lesmateriaal
6
6
6
6
6
3
2,5
2,5
2,5 2,5 2,5
3
6
6
3,5
3
1
6
6
6
6
6
3
agenda
zwemmen (inkom en vervoer)
€2,50 per beurt per leerling
€2,50 per beurt per leerling
bib (vervoer)
€2 per beurt per leerling
€2 per beurt per leerling
REKENING NOVEMBER
REKENING KERST
KOOKLESSEN
OBS
logistiek
2de j
3de j
4de j
5de j
42
42
38
50
27 grootkeuken
OBS
2de j
3de j
4de j
5de j
42
42
38
50
37
43
43
40
27 37
43
43
40
REKENING PASEN
REKENING EINDE JAAR
KOOKLESSEN OBS logistiek
2de j
3de j
4de j
5de j
42
42
38
50
27 grootkeuken
OBS
2de j
3de j
4de j
5de j
42
42
38
50
37
43
43
40
27 37
43
43
40
Het aanschaffen van het kookuniform gebeurt in september en wordt cash of per overschrijving afgerekend. KOOKUNIFORM
OBS
VOORBINDSCHORT 1stuk aan € 23/stuk
X
BORDEAUX T-SHIRT 2 stuks aan € 13/stuk
2LOG 3LOG 4LOG 5LOG X
X
ABO LOG
X
X
X
X
X
X
2GKM 3GKM 4GKM 5GKM
ABO GKM
KOOKUNIFORM
OBS
WITTE BROEK 2 stuks aan €12/stuk
2LOG 3LOG 4LOG 5LOG X
X
ABO LOG
2GKM 3GKM 4GKM 5GKM
ABO GKM
X
WITTE KIEL 2 stuks aan € 27/stuk
X
X
X
X
X
BLAUW-WITTE BROEK PIED-DE-POUL 2 stuks aan € 25/stuk
X
X
X
X
X
Naast deze schoolkosten kan u op de schoolrekening ook nog bijdragen vinden voor textielwerkjes, sportdagen, leeruitstappen, …. We proberen als school deze variabele kosten zo beperkt mogelijk te houden. Voor de lessen personenzorg moeten de leerlingen ook nog gerief aankopen. U wordt hierover ingelicht door de vakleerkrachten. Indien u problemen zou ondervinden met het betalen van de schoolrekening, kan u contact opnemen met Mw Smets. Het is de bedoeling dat er afspraken worden gemaakt over een aangepaste manier van betalen. Wij verzekeren u een discrete behandeling van uw vraag.
4.11. Verzekering Bij schoolongevallen (op school, op weg van en naar school) zijn de leerlingen verzekerd voor: * burgerlijke aansprakelijkheid * lichamelijk letsel Ook tijdens een stage geldt deze verzekering en de verplaatsing van en naar de stageplaats is eveneens verzekerd. Niet verzekerd zijn: 1) de stoffelijke schade die leerlingen oplopen bij ongevallen aan persoonlijke spullen zoals oa.: * kleding * brillen * uurwerken * sieraden * fiets, brommer 2) stoffelijke schade die leerlingen oplopen bij vechtpartijen. Indien bewezen kan worden dat de leerlingen bewust en opzettelijk andere leerlingen schade toebrengen, kunnen zij hiervoor aansprakelijk worden gesteld. Eventueel kan de tussenkomst van de familiale verzekering worden ingeschakeld. Het is dus aan te raden een familiale verzekering af te sluiten, indien dit nog niet zou gebeurd zijn. Bij een schoolongeval zorgt het ondersteunend personeel voor de afhandeling. U neemt dus steeds contact op met het schoolsecretariaat bij een ongeval of bij vragen over dit onderwerp. Zij zullen u dan verder helpen.
4.12. Vrijwilligers Op l augustus trad de wet betreffende de rechten van de vrijwilligers in werking. Deze wet legt een aantal verplichtingen op aan de organisaties die vrijwilligers te werk stellen. Ook onze school maakt bij de organisatie van verschillende activiteiten gebruik van vrijwilligers. Wij kunnen rekenen op vele ouders, leerlingen, oudleerlingen en nog vele anderen. De nieuwe wet verplicht o.m. de scholen om aan de vrijwilligers een organisatienota voor te leggen. Omdat elke leerling en elke ouder een schoolreglement ontvangt en voor akkoord ondertekent, kiest de school ervoor om de organisatienota in het schoolreglement op te nemen. Op die manier is iedereen op de hoogte. Organisatie De vzw [benaming, zetel, adres] Maatschappelijk doel: [cf. statuten] Verzekeringen Verplichte verzekering. De organisatie heeft een verzekeringscontract afgesloten tot dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid, met uitzondering van de contractuele aansprakelijkheid, van de organisatie en de vrijwilliger. Het verzekeringscontract werd (te bevragen op school) onder het polisnummer (te bevragen op school) . De polis ligt ter inzage bij dhr. Vissers. De organisatie heeft een verzekeringscontract afgesloten tot dekking van de lichamelijke schade die geleden is door vrijwilligers bij ongevallen tijdens de uitvoering van het vrijwilligerswerk of op weg naar- en van de activiteiten. Het verzekeringscontract werd afgesloten bij (te bevragen op school) onder het polisnummer (te bevragen op school). De polis ligt ter inzage bij de directie. Vergoedingen De activiteit wordt onbezoldigd en onverplicht verricht. De organisatie voorziet in geen enkele vergoeding voor de vrijwilligersactiviteiten of de organisatie voorziet een terugbetaling van de door de vrijwilliger gemaakte onkosten (art 10 wet van 3/07/05). Aansprakelijkheid De organisatie is aansprakelijk voor de schade die de vrijwilliger aan derden veroorzaakt bij het verrichten van vrijwilligerswerk. Ingeval de vrijwilliger bij het verrichten van het vrijwilligerswerk de organisatie of derden schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware fout. Voor zijn lichte fout is hij enkel aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt.
Geheimhoudingsplicht Het vrijwilligerswerk houdt in dat de vrijwilliger geheimen kan vernemen ten aanzien waarvan hij gehouden is tot de geheimhoudingsplicht bedoeld in artikel 458 van het Strafwetboek.
4.13. Reclame en sponsoring
Reclame zijn mededelingen die tot doel hebben de verkoop te bevorderen. Sponsoring houdt een bijdrage in die tot doel heeft de bekendheid te verhogen. Reclame en sponsoring door derden zijn toegestaan binnen onze school, voor zover ze niet onverenigbaar zijn met de onderwijskundige en pedagogische taken van de school en voor zover ze de geloofwaardigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit en onafhankelijkheid van onze school niet schaden. Elke aanvraag tot reclame en sponsoring zal worden voorgelegd aan de directie die hierover zal adviseren. 5. EXTRA AANBOD 5.1.Sport Wij vinden sport en beweging zeer belangrijk voor onze leerlingen. De leerlingen met een type 3 attest hebben nood aan momenten om te ontladen omdat het concentreren en stilzitten tijdens de lessen veel van hen vraagt. Onze type 1 leerlingen hebben zeker ook baat bij extra bewegingsmomenten waarbij ze zich los kunnen maken van hun beperkingen. Daarom kiezen wij er bewust voor om onze leerlingen 3 uren Lichamelijke Opvoeding aan te bieden. We willen deze uren ook zo veel mogelijk op verschillende tijdstippen in de week laten doorgaan om zo de leerlingen gespreide bewegingsprikkels aan te kunnen bieden. De leerlingen van het observatiejaar, het 2de jaar en 3de jaar gaan ook regelmatig zwemmen. De data worden in het begin van het schooljaar meegedeeld. Indien een leerling niet aan de zwemles kan deelnemen wordt dit schriftelijk meegedeeld door de ouders. Zwembeurten worden afgerekend via de schoolrekening. De leerlingen dragen tijdens het zwemmen verplicht een badmuts. Een donkerblauwe, zelf aan te kopen. Leerlingen kunnen, indien nodig, in het zwembad een eenvoudige badmuts aanschaffen aan een zeer schappelijke prijs. De ABO leerlingen gaan 1 keer in de maand op "sport op verplaatsing". Zij organiseren zelf deze sportactiviteit in de GASV lessen, gaan dan samen deze gekozen activiteit uitvoeren en worden hierbij gecontroleerd. Dit met als doel het ook zelf te kunnen in hun vrije tijd. We kiezen er ook voor om tijdens het schooljaar een uitgebreid sportprogramma te organiseren, namelijk : - 2 sportdagen - deelname aan SVS sportactiviteiten : * BuSO sportdag * voetbaltornooi * hockeytornooien * netbaltornooien - sport en spel tijdens de vrije momenten : basketbal, voetbal, badminton, frisbee, touwspringen, enz…
- middagsport : 2 maal in de week De leerlingen met overgewicht of zwaarlijvigheid kunnen terecht in onze fitklas. Eén maal per week komen deze leerlingen bij elkaar. Ze worden begeleid en bewust gemaakt van wat een gezonde levensstijl is . Er wordt gewerkt rond : - gezonde voeding - nut van sport en beweging - invullen van een beweeg- en eetdagboek - een opdracht om thuis te doen controleren van hun gewicht. We organiseren ook om de 2 jaar sportklassen. Dan trekken we er 5 dagen op uit met alle leerkrachten en leerlingen van het observatiejaar, 2de jaar, 3de jaar en 4de jaar. Samen 5 dagen sporten, op uitstap gaan , leuke dingen beleven, elkaar in een ander kader en op een andere manier leren kennen. 5.2. Bib De leerlingen van de eerste graad en vrijwilligers van de tweede graad gaan elke maand naar de bib omdat….. lezen goed is voor je vrije tijd je je nooit meer hoeft te vervelen. kiezen de kunst is tot je jouw soort boeken gevonden hebt. je best niet op geeft tot je het boek hebt gevonden dat op jou ligt te wachten. ……. Het geweten is dat boeken levens kunnen veranderen. 5.3. Bezoek aan ‘t Spijker Het 5dejaar grootkeukenmedewerker verzorgt iedere dinsdagmiddag de bediening in ons restaurantje op school. In dat kader gaan we in de loop van het 1ste trimester op bezoek in Hotelschool ’t Spijker te Hoogstraten. We bezoeken er de verschillende keukens : de grootkeuken en de gastronomische keuken, elk met hun bijpassend restaurant. Ook het groot zelfbedieningsrestaurant waar elke middag een 300-tal mensen komen eten, is indrukwekkend om te zien. Ook de bakkerij- en chocoladeafdeling laten we niet ongezien. We worden vrijblijvend uitgenodigd om een vers brood , een koekje of een taart te kopen in het bakkerswinkeltje van de school. ’s Middags nemen we deel aan een 3-gangenmenu geserveerd door de leerlingen van het 5de jaar. Zo kunnen onze leerlingen ook eens kijken hoe andere leerlingen de bediening verzorgen en aanvoelen hoe het is om als gast bediend te worden! Steeds een leerrijke , grensverleggende én leuke dag!!!!
5.4. Rijbewijs op school Elk schooljaar neemt onze school deel aan “Rijbewijs op School”, een initiatief van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde. De leerlingen van het 5de jaar krijgen dan 12 uur theoretische rijles van een erkende rij-instructeur. Na de theoretische lessen komt het examencentrum naar school en krijgen de leerlingen de kans om hun theoretisch rijexamen categorie B af te leggen in een vertrouwde omgeving. Zowel de theoretische lessen als het afleggen van het examen zijn volledig gratis. Om de leerlingen al vertrouwd te maken met de leerstof, worden in het 4de jaar reeds de boeken die zij hiervoor nodig hebben aangekocht. De leerlingen betalen hier €10 voor. Het is heel belangrijk dat de leerlingen veel oefenen zodat de kans groter is om te slagen voor het examen. 5.5. Bustraining De bedoeling van bustraining is dat leerlingen die onzeker zijn om zelfstandig de bus te nemen tijdens deze training: zelfzekerder worden dat ze uitleg durven vragen dat ze aan een bushalte kunnen uitzoeken wanneer en ook welke bus er langs zal komen De bustraining wordt steeds voorbereid in de lessen GASV. 5.6. Groene klas Ook onze school is bezorgd om het milieu. Elke week schiet de “groene klas” in actie. Er wordt een beurtrol opgesteld zodat elke klas enkele keren per schooljaar de taak van de groene klas op zich neemt. Telkens op vrijdagnamiddag wordt de speelplaats onderhouden, de vuilbakken geledigd, afval gesorteerd, paden gekeerd, bladafval verzameld. Op deze manier zorgen onze leerlingen voor een nette school. 5.7. Onthaaldagen en leefdagen
Onthaaldagen Begin september trekken we met het observatiejaar op onthaaldagen. Tijdens deze 2-daagse gaan we samen spelen, eten, slapen en leren we elkaar op een leuke manier kennen. Zo zorgen we voor een aangename instap in onze school. Leefdagen Met het derde jaar gaan we in de loop van het schooljaar op leefdagen. Tijdens deze 2-daagse werken we rond relaties en seksualiteit. Belangrijke onderwerpen om samen eens bij stil te staan.
5.8. Parijs Enkele jaren geleden stelden de leerlingen van het vijfde jaar volgende vraag: of het niet mogelijk was om een buitenlandse schoolreis te maken? Tja, waarom niet! Prompt werd er een werkgroep opgestart met als bedoeling een reis uit te stippelen die de moeite waard is en het vooral ook financieel haalbaar maakte. Er werd gekozen voor een driedaags bezoek aan de wereldstad "PARIJS". Wat houdt deze uitstap in : * Heen- en terugreis met de THALYS. * 2 overnachtingen half pension. * Bezoek aan: De Eiffeltoren, Het Louvre, De Notre Dame, Boottocht op de Seine, Montparnasse, Champs Elyssées, Arc de Triomphe, Sacré-Coeur op Montmarte, Stade de France,…enz. Vervoer met de metro. 5.9. Restaurant De leerlingen van de afdeling “Grootkeukenmedewerker” verzorgen op dinsdag een middaglunch in het restaurant van de school. U bent van harte welkom van 12u00 tot 13u30. Dit aan een democratische prijs. U kan genieten van een aperitiefhapje met een drankje, gevolgd door een voorgerecht of soep, een hoofdgerecht en een dessert. Tevens wordt u een glaasje wijn aangeboden. We sluiten af met een koffie en een koekje. Reservatie steeds gewenst op het nummer 03/658.65.56 5.10. Schoolkrantje ‘De gazet van ‘t Lommert’ is de naam van onze schoolkrant die elk trimester uitgegeven wordt. Het is een echte schoolkrant voor de leerlingen en ook door de leerlingen gemaakt. Onze redactie bestaat uit een team van gemotiveerde leerlingen. Zij doen onder begeleiding van enkele leerkrachten telkens hun uiterste best doen om er een interessante en leuke krant van te maken. In de krant komen verslagen van wat er dat trimester gebeurt, foto’s, ideeën om zelf dingen te maken, wist je datjes en nog veel meer. De creatieve leerlingen doen op hun beurt hun best om zelfgemaakte spelletjes, kruiswoordraadsels en kleurplaten te maken om de krant op te vrolijken.
5.11. Radio 5 Eén keer per week wordt de middagpauze op onze school extra fijn. Enkele van onze leerlingen zorgen dan zelf voor muziek op onze schoolzender “Radio 5”. Het muza-
lokaal wordt dan omgetoverd tot een echte radiostudio. Plaatjes kunnen worden aangevraagd en de muziek wordt aan elkaar gesproken door de presentatoren van dienst. Ook bij speciale gelegenheden, wedstrijden of acties op de school is “radio 5” van de partij. 5.12. Maaltijden om aan te kopen op school Tijdens de lessen grootkeuken bereiden onze leerlingen maaltijden. Deze maaltijden worden op bestelling klaargemaakt om te verkopen aan leerlingen, ouders, leekrachten en sympathisanten van onze school en dit alles natuurlijk aan democratische prijzen !!! De producten die wij aanbieden : * Bereidingen van broodjes voor leerlingen en leerkrachten. * Bereidingen van warme maaltijden voor leerlingen en leerkrachten. * Bereidingen van diepvriesmaaltijden voor ouders/ verantwoordelijken/ buitenschoolse klanten. * Bereidingen van speciale acties : advocaat / kerst- en nieuwjaarshapjes, … * Bereidingen van soepen en broodjesmaaltijden voor scholen, bedrijven, … Bestellingen kan je telefonisch doen op het nummer 03 / 658.65.56 Betalingen via rekening : BE61 4014 5256 3117 van BuSO ’t LommertBotermelkbaan 75-2900 Schoten. Met vermelding : Bestelling van “uw NAAM”
6. Omgangsvormen 6.1. Algemene regels * Je bent beleefd en je gedraagt je steeds correct. Bij onbeleefd gedrag krijg je een aantekening of vermelding op je kaart. * Voor je ergens binnengaat, zet je je hoofddeksel af en klop je op de deur: “klop en wacht, hoor je ‘ja’, dan word je verwacht”. * We raken geen andere leerlingen aan, tenzij noodzakelijk voor een lesopdracht. * Je mag je gsm op school bijhebben. Deze staat UIT tijdens de lessen. Je mag je gsm op de speelplaats enkel gebruiken om muziek te beluisteren. Hou je je niet aan deze afspraken dan zal je gsm worden afgenomen voor 1 dag. Pas na de 2de bel op het einde van de dag krijg je je gsm terug. Bij meerdere gevallen van misbruik, zal je een hele week elke morgen je gsm afgeven bij mevrouw Smets. * Materialen die niet thuishoren op school, die niet veilig zijn, worden afgenomen (bv.: speelgoedgeweren, messen, hamers, bommetjes, katapult, …). Leerlingen mogen eigen aanstekers niet tonen en ook niet gebruiken op school. Als dit wel gebeurt, dan worden deze afgenomen. *Leerlingen onder druk zetten of dwingen om iets te doen buiten hun eigen wil of afpersen kan niet.
Als leerkrachten of de directeur denken dat je dit wel doet, dan zal dit grondig onderzocht worden. Als je betrapt wordt, volgt een straf. Om te beginnen moet je een gesprek aangaan met de andere leerling en volgt er ook een herstel. Je krijgt ook een aantekening. Uiteraard kunnen je ouders/verantwoordelijke ook op de hoogte worden gebracht. Word je meerdere keren betrapt, dan schakelt de school de politie in. * Stelen kan niet, ook niet op onze school. Je mag niets wegnemen van andere leerlingen, niet van leerkrachten of van de school. Als leerkrachten of de directeur denken dat je steelt, dan zal dit grondig onderzocht worden. Als je betrapt wordt volgt een straf. Om te beginnen moet je alles teruggeven aan diegene waarvan je gestolen hebt of moet je ervoor betalen. Je krijgt ook een aantekening. Uiteraard worden ook je ouders/verantwoordelijke op de hoogte gebracht. Word je meerdere keren betrapt, dan schakelt de school de politie in. * Er wordt niets verkocht/gekocht aan/van andere leerlingen. Er wordt ook niets uitgeleend aan elkaar. * Je draagt zorg voor: je eigen materiaal, dat van je medeleerlingen en dat van de school. * Indien leerlingen opzettelijk of in een boze bui, voorwerpen of materialen van de school beschadigen of vernielen, zal hen de onkostennota voor de herstelling aangeboden worden. In een aantal gevallen kunnen de leerlingen of hun ouders of verantwoordelijken de schade zelf herstellen of kunnen er ter compensatie klusjes opgedragen worden. Maak je opzettelijk iets vuil, dan moet je dit terug in orde maken voor het verlaten van de school. * Wie officiële documenten (zoals agenda, rapport, gedragsboekje,…) stuk maakt of verloren laat gaan, zal hiervoor een vergoeding moeten betalen. * Chips zijn niet toegestaan op school of op uitstap. 6.2. Gedrag in de klas * Iedereen hangt zijn/haar jas aan de kapstok in de gang. * Sjaals en hoofddeksels horen thuis in de boekentas. * Elektrische apparaten (zoals bv. I-pods, MP3-spelers, “oortjes”, game-boys, psp’s,…) blijven in de boekentas. * Indien er tijdens een wachtuur geen opdracht is, mag je muziek beluisteren met oortjes, je game-boy, psp,…gebruiken. Beluister je muziek via je GSM, dan blijft die zichtbaar op de tafel liggen. * Je kan de klas enkel verlaten met een toelatingsbriefje. * Je schoolagenda heb je DAGELIJKS bij. Hij is steeds volledig ingevuld. In het eerste, tweede en derde jaar wordt je agenda dagelijks door je ouders of verantwoordelijke getekend.
In het vierde en vijfde jaar laat je de agenda wekelijks tekenen. Is je agenda niet in orde, dan kom je hem bijschrijven tijdens de middagspeeltijd. * In de klas wordt niet gegeten of gedronken. Enkel in de kooklessen kan er gedronken worden. Ook na de L.O.-lessen mag er even gedronken worden. Omwille van de gezondheid van onze leerlingen, verkiest de school dan dat er water gedronken wordt. 6.3. Gedrag in de refter * Iedereen hangt zijn/haar jas aan de kapstok in de gang. * Sjaals en hoofddeksels horen thuis in de boekentas. * Elektrische apparaten (zoals game-boys, psp’s,…) blijven in de boekentas. * In de refter mag je op een rustige manier met je “oortjes” naar muziek luisteren. Beluister je muziek via je GSM, dan blijft die zichtbaar op de tafel liggen. * Je kan de refter enkel verlaten met een toelatingsbriefje. 6.4. Gedrag op de speelplaats * Tijdens de speeltijd en de middagpauze blijf je zichtbaar op de speelplaats. Daar waar er lijnen geschilderd zijn op de grond, kom je niet voorbij. * De pauze is de gelegenheid om naar het toilet te gaan. Je houdt het toilet netjes. Na jou komen er nog andere leerlingen! * Afval gooien we in de gepaste vuilbakken, dus niet op de grond! * De banken op de speelplaats dienen om op te zitten, NIET om op te liggen of op te staan. We zitten ook niet op elkaars schoot. * Elektrische apparaten zoals I-Pods, MP3-spelers, “oortjes” en game-boys zijn enkel toegelaten tijdens de speeltijden. Bij het 1ste belsignaal verdwijnt alles in de boekentassen. Geluidsboxen zijn NIET toegelaten! * Time-out kan ook tijdens de speeltijd. * Enkel plastic sportballen horen thuis op de sportveldjes. Bij nat weer worden geen ballen gegeven. Wie iets van sportmateriaal uitleent, is ook verantwoordelijk om het terug te brengen op het einde van de speeltijd. Er worden geen ballen meegebracht van thuis. * Frisdrankblikjes en –brikjes zijn enkel toegelaten op de speelplaats, dus niet in de klas. Grote PET-flessen (1,5 l – 2l) zijn NIET toegelaten!
DEEL 2: ORDEREGLEMENT
1. BEGELEIDENDE MAATREGELEN Wanneer je gedrag het onderwijs- of vormingsgebeuren op school hindert of in gevaar brengt, kan de school in overleg met jou en je ouders de volgende begeleidende maatregelen voorstellen: Externe time-out Externe time-out is een schoolvervangend programma. Dit betekent dat je gedurende een bepaalde periode opgevangen wordt in een project om aan jouw gedrag te werken. Je ouders moeten wel akkoord gaan met dit schoolvervangend programma. 2. ORDEMAATREGELEN Wanneer je de leefregels van de school schendt, kan elke persoon die daartoe gemachtigd is door het schoolbestuur en op dat moment toezicht uitoefent, je een ordemaatregel opleggen. Tijdens een ordemaatregel blijf je op school aanwezig. Een ordemaatregel raakt niet aan je recht op studiebekrachtiging. Tegen een ordemaatregel is geen beroep mogelijk.
2.1. Aantekening in gedragsboekje Iedere vrijdag ontvangt elke leerling een gedragsboekje met daarin een evaluatie per vak. Hierin noteren leerkrachten ook aantekeningen wanneer leerlingen regels niet nakomen. Zie ook 4.3.4. Gedragsboekje. 2.2. Time-out Er zijn twee vormen van time-out: vrijwillige (gevraagd door de leerling) en verplichte time-out (gegeven door de leerkracht). Je hebt recht op 2 time-outs per dagdeel (voor-/namiddag), waarvan maximum 1 verplichte time-out en 1 vrijwillige time-out per dagdeel. Wie 2 of meer verplichte time-outs heeft per dagdeel, blijft dezelfde dag na. Een leerling die op time-out gaat, heeft steeds een toelatingsbriefje nodig. Elke time-out duurt 10 minuten.
De bedoeling van een time-out is om zelf tot rust te komen zodat je nadien terug kan aansluiten bij de les. Tijdens een time-out mag je boekjes lezen, muziek beluisteren, de stressbal gebruiken, schrijven of kleuren. Je mag niet SMS’en of telefoneren. Wanneer een leerling niet vanzelf op time-out gaat, wordt de eerstvolgende korte speeltijd afgenomen. Wie op verplichte time-out wordt gestuurd, gaat in het time-outlokaal. 2.3. Aanmoedigings- en gedragskaart Wanneer een leerling het moeilijk heeft met een aantal afspraken of omgangsvormen, kan de klassenraad beslissen om de jongere te ondersteunen met een aanmoedigingskaart of gedragskaart. Ouders worden bij het opstarten van een aanmoedigingskaart of gedragskaart via een brief op de hoogte gebracht. De bedoeling van een aanmoedigingskaart (= groene kaart) is de jongere te helpen om te werken aan de punten die op de kaart staan. De kaart werkt dus niet bestraffend maar ondersteunend. Deze kaart wordt herbekeken na 3 weken. De kaart kan dan wegvallen (allemaal ja of m= meestal), behouden blijven (3-6 neen) of een gedragskaart worden (vanaf 3 keer neen per week dus 9 neen). Een gedragskaart (= oranje kaart) werkt ook ondersteunend maar in tegenstelling tot de aanmoedigingskaart wel met een sanctie. Namelijk bij 3 neen-kaarten op 1 week, heeft de jongere strafstudie op woensdagmiddag. Deze kaart wordt ook herbekeken na 3 weken. De kaart kan dan bij goed gedrag opnieuw een aanmoedigingskaart worden. Op het einde van de dag worden de kaarten geëvalueerd op het bureau van de directie. De leerlingen kunnen dan een snoepje verdienen. De ingevulde kaarten moeten thuis of in de groep worden afgegeven en gehandtekend. De volgende morgend wordt de kaart afgegeven aan mevrouw Smets bij de eerste bel in de rij. 2.4. Nablijf- en strafstudie Wie lestijd heeft verloren of niet in uniform was, … moet diezelfde dag nablijven. Nablijven gebeurt steeds in uniform. Ook de klasafspraken blijven gelden. De nablijfstudie loopt alle dagen van 16u t.e.m. 17u en op woensdag van 12u30 t.e.m. 13u30. De leerlingen van 4 en 5 grootkeuken, die op dinsdag de school vroeger verlaten en toch moeten nablijven, doen dit op woensdag van 12u30 t.e.m. 13u30. Wie op vrijdag een rood gekleurde bol in zijn gedragsboekje heeft, moet de week nadien, op woensdag naar de strafstudie. De leerling is tijdens de strafstudie ook steeds in uniform en houdt zich aan de klasafspraken. De strafstudie loopt op woensdag van 12u30 t.e.m. 13u45.
We verwachten van de leerlingen dat zij hun opgegeven taak tijdens de nablijfstudie of strafstudie correct uitvoeren. Zoniet kan de nablijfstudie of strafstudie zich herhalen. Wie een nablijfstudie of strafstudie weigert, speelt de volgende dag alle speeltijden kwijt en kan nogmaals nablijven of naar de strafstudie komen. Deze ordemaatregelen kunnen worden genomen door het bestuurs-, onderwijzend en ondersteunend personeel van het schoolbestuur. Tegen een ordemaatregel is geen beroep mogelijk.
DEEL 3: TUCHTREGLEMENT
Let op: wanneer we in dit punt spreken over dagen* bedoelen we telkens alle dagen (zaterdagen, zondagen, wettelijke en reglementaire feestdagen niet meegerekend). 1.1.Wanneer kan je een tuchtmaatregel krijgen? We kunnen beslissen om je een tuchtmaatregel op te leggen wanneer je de leefregels van de school in die mate schendt dat je gedrag een gevaar of ernstige belemmering vormt voor de goede werking van de school of voor de fysieke of psychische veiligheid en integriteit van medeleerlingen, personeelsleden of anderen. Dat zal bv. het geval zijn:
als je ook na begeleidende en ordemaatregelen de afspraken op school niet nakomt als je ernstige of wettelijk strafbare feiten pleegt als je het pedagogisch project van onze school in gevaar brengt
1.2. Welke tuchtmaatregelen zijn er?
je kan tijdelijk uitgesloten worden uit de lessen voor één, meer of alle vakken voor maximaal 15 schooldagen (zie punt 4) CONTRACT Bij herhaaldelijk niet naleven van de regels, kan er voor een leerling een contract (= rode kaart) worden opgesteld. Een contract loopt steeds 3 weken. In uitzonderlijke gevallen kan het contract verlengd worden. Bij wel naleven van een contract, werkt de leerling nadien opnieuw met een gedragskaart. Als dit contract niet wordt nageleefd door de leerling, kan deze uit de school worden verwijderd.
je kan definitief uitgesloten worden uit de school SCHORSING 1) *Een leerling kan voor 1 of meerdere dagen worden geschorst wanneer hij of zij fysieke agressie heeft gepleegd, misbruik maakt van illegale drugs, alcohol, redbull of andere energiedranken (die cafeïne bevatten). *Wanneer een leerling geschorst wordt tijdens de proefwerkperiode, heeft hij of zij een “nul” voor de proefwerken. *Na schorsing volgt steeds herstel. 2) *Een leerling wordt definitief geschorst wanneer hij of zij een contract niet heeft nageleefd.
1.3. Wie kan een tuchtmaatregel opleggen? Alleen de directeur of zijn afgevaardigde kan een tuchtmaatregel opleggen. Als hij een definitieve uitsluiting overweegt, vraagt hij vooraf het advies van de begeleidende klassenraad. Iemand van het begeleidende CLB zal ook in die klassenraad zetelen. Het advies van de klassenraad maakt deel uit van het tuchtdossier. 1.4. Hoe verloopt een tuchtprocedure? Een tuchtprocedure verloopt als volgt:
De directeur of zijn afgevaardigde nodigt jou en je ouders met een aangetekende brief uit op een gesprek waar jullie gehoord zullen worden. Vóór dat gesprek kunnen jullie op school het tuchtdossier komen inkijken. Het gesprek zelf vindt ten vroegste plaats op de vierde dag* na verzending van de brief. De poststempel geldt als bewijs van de datum van verzending. Jullie kunnen je tijdens dit gesprek laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. Een personeelslid van de school of van het CLB kan bij een tuchtprocedure niet optreden als vertrouwenspersoon van jou en je ouders. Na het gesprek brengt de directeur of zijn afgevaardigde je ouders binnen een termijn van drie dagen* met een aangetekende brief op de hoogte van zijn beslissing. In die brief staat ook een motivering van de beslissing en de ingangsdatum van de tuchtmaatregel. In uitzonderlijke situaties kan je preventief geschorst worden.
1.5. Kan je in beroep gaan tegen een tuchtmaatregel? Enkel tegen een definitieve uitsluiting kunnen je ouders of jij zelf (zodra je 18 bent) beroep aantekenen. Ook tijdens de beroepsprocedure blijft de tuchtmaatregel van kracht. De beroepsprocedure gaat als volgt:
Je ouders dienen met een aangetekende brief beroep in bij het schoolbestuur: Dhr. Geert Janssens Voorzitter BuSO ‘t Lommert
Botermelkbaan 75 2900 Schoten De aangetekende brief moet ten laatste verstuurd worden op de vijfde dag nadat de beslissing van je definitieve uitsluiting werd ontvangen. Er is dus een termijn van vijf dagen*. De aangetekende brief met het bericht van de definitieve uitsluiting wordt geacht de derde dag na verzending te zijn ontvangen. De poststempel geldt als bewijs, zowel voor de verzending als voor de ontvangst. Wanneer de school open is, kunnen je ouders het beroep bij het schoolbestuur ook daar persoonlijk afgeven. Je ouders krijgen dan een bewijs van ontvangst dat aantoont op welke datum ze het hebben ingediend. Wij geven het beroep daarna door aan het schoolbestuur. Let op: als het beroep te laat wordt verstuurd of afgegeven, zal de beroepscommissie het beroep als onontvankelijk moeten afwijzen. Dat betekent dat ze het beroep niet inhoudelijk zal kunnen behandelen. Het beroep bij het schoolbestuur moet aan de volgende voorwaarden voldoen: *het beroep is ofwel per aangetekende brief verstuurd, ofwel op school afgegeven (met bewijs van ontvangst). *het beroep is gedateerd en ondertekend. Let op: als het beroep niet aan de voorwaarden voldoet, zal de beroepscommissie het beroep als onontvankelijk moeten afwijzen. Dat betekent dat ze het beroep niet inhoudelijk zal kunnen behandelen. We verwachten daarnaast ook dat het beroep de redenen aangeeft waarom je ouders de definitieve uitsluiting betwisten. Wanneer het schoolbestuur een beroep ontvangt, zal het een beroepscommissie samenstellen. In die beroepscommissie zitten zowel mensen die aan de school of het schoolbestuur zijn verbonden als mensen die dat niet zijn. Het gaat om een onafhankelijke commissie die jullie klacht grondig zal onderzoeken. De persoon die de definitieve uitsluiting heeft uitgesproken, zal nooit deel uitmaken vna de beroepscommissie, maar zal wel worden gehoord. De beroepscommissie zal ook altijd jou en je ouders uitnodigen voor dat gesprek. Jullie kunnen je daarbij laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. In de brief met de uitnodiging zal staan wie de leden van de beroepscommissie zijn. Vóór de zitting kunnen jullie het tuchtdossier opnieuw inkijken. Het gesprek gebeurt ten laatste tien dagen* nadat het schoolbestuur het beroep heeft ontvangen. Die termijn van tien dagen wordt opgeschort tijdens schoolvakanties. Dat betekent enkel dat schoolvakanties niet meetellen bij het berekenen van de termijn. De zitting van de beroepscommissie kan wel tijdens een schoolvakantie plaatsvinden. De beroepscommissie streeft naar een consensus. Wanneer het toch tot een stemming komt, heeft de groep van mensen die aan de school of het schoolbestuur verbonden zijn even veel stemmen als de groep van mensen die dat niet zijn. De voorzitter is niet verbonden aan de school of het schoolbestuur. Wanneer er bij een stemming evenveel stemmen voor als tegen zijn, geeft zijn stem de doorslag. De beroepscommissie zal de definitieve uitsluiting ofwel bevestigen, ofwel vernietigen. De voorzitter van de beroepscommissie zal je de gemotiveerde beslissing binnen een termijn van vijf dagen* met een aangetekende brief aan je ouders meedelen. De beslissing is bindend voor alle partijen.
1.6. Andere belangrijke informatie over de tuchtprocedure:
We zorgen ervoor dat je ouders vóór het tuchtverhoor op de hoogte zijn van alle gegevens die mogelijk een rol zullen spelen bij de beslissing over een tuchtmaatregel. Andere gegevens kunnen niet gebruikt worden. Buitenstaanders mogen je tuchtdossier niet inzien, behalve wanneer je ouders schriftelijk toestemming geven. Je tuchtdossier kan niet doorgegeven worden aan een andere school. Als je definitief wordt uitgesloten vóór het einde van het schooljaar (d.i. 31 augustus of 31 januari voor een Se-n-Se), blijf je bij ons administratief ingeschreven tot je inschrijving in een andere school. We zullen je samen met het CLB helpen bij het zoeken naar een andere school. Wanneer jij en je ouders weigeren om in te gaan op ons aanbod voor een andere school, kunnen we je administratief uitschrijven. Wanneer je 18 bent, kunnen we je vanaf de 10de lesdag na je definitieve uitsluiting administratief uitschrijven. Als je na een tuchtprocedure definitief werd uitgesloten, kunnen we een nieuwe inschrijving van jou weigeren tijdens hetzelfde schooljaar en tijdens de twee volgende schooljaren.
1.7. Wat is een preventieve schorsing? Een preventieve schorsing houdt in dat je in afwachting van een eventuele tuchtmaatregel niet in de lessen of op school wordt toegelaten. Dit kan enkel bij de start van een tuchtprocedure en in heel uitzonderlijke situaties gebeuren: bij zware gedragsmoeilijkheden die kunnen leiden tot je definitieve uitsluiting; wanneer je aanwezigheid op school een gevaar of ernstige belemmering vormt voor jezelf, voor medeleerlingen of voor personeelsleden van de school. Alleen de directeur of zijn afgevaardigde kan je preventief schorsen. Hij deelt die beslissing schriftelijk en kort gemotiveerd aan je ouders mee. Hij bevestigt dit in de brief waarmee de tuchtprocedure wordt opgestart. De preventieve schorsing gaat onmiddellijk in en duurt in principe niet langer dan tien lesdagen. Uitzonderlijk kan de preventieve schorsing eenmaal verlengd worden. Opvang op school tijdens een tuchtmaatregel Wanneer je preventief geschorst wordt tijdens de tuchtprocedure of na de tuchtprocedure tijdelijk wordt uitgesloten, zullen we je steeds meedelen of je tijdens die periode wel of niet op school aanwezig moet zijn. Zowel bij een preventieve schorsing als een tijdelijke of een definitieve uitsluiting kunnen je ouders ook zelf vragen om je op school op te vangen. We vragen dat ze dat schriftelijk doen, samen met de redenen van hun vraag. Als we niet ingaan op hun vraag, zullen wij op onze beurt ook schriftelijk aangeven waarom we dat niet doen. Als we wel op de vraag ingaan, zullen we vooraf enkele praktische afspraken maken met jou en je ouders. BIJLAGE
PEDAGOGISCH PROJECT
Het buitengewoon onderwijs heeft tot doel de leerlingen een algemene, sociale en beroepsgerichte vorming te geven, teneinde de integratie mogelijk te maken in een gewoon leef- en arbeidsmilieu. Deze opdracht is duidelijk dubbel: Een levensgerichte vorming, die de leerling in staat stelt zich in het dagelijkse leven te handhaven. Een arbeidsgerichte vorming, die de leerling de mogelijkheid geeft deel te nemen aan het gewone arbeidsproces. Om aan deze opdracht te beantwoorden is een goed inzicht noodzakelijk in de eigenheid en de mogelijkheden van de verschillende componenten die deel uitmaken van deze vorming en de vereisten die ze stellen. Uiteraard is de leerling hierin de belangrijkste. Kenmerkend zijn: Type 1 leerling Denkontwikkeling * Lager denktempo * Gebrekkig waarnemingsvermogen * Arm voorstellingsvermogen Concentratie * Meer aandachtsmoeilijkheden Motivatie Taalontwikkeling Motoriek Emotioneel
Sociaal
Type 3 leerling * Nieuwe dingen moeten onmiddellijk vastgehouden worden
Type 1 & 3 leerling * Denken niet door * Leggen moeilijk verbanden
* Kunnen slechts korte tijd met iets bezig zijn * Gericht op prak* Moeten dadelijk tisch handelen resultaat van hun werk zien * Weinig taalvaardig * Eenzijdig gerichte woordenschat: schuttingtaal * Zwakke * Motorische onrust, motorische beweeglijk, vaardigheid lawaaierig * Faalangstig * Impulsief: tussen * Overgevoelig waarneming en reactie verloopt vaak geen ogenblik * Overdreven aan* Afsluiting van de hankelijk buitenwereld * Roekeloos en stoer
* Impulsief gedrag * Verminderde leergierigheid * Weinig gemotiveerd, eenvoudige omgangstaal * Normale motorische oefenbaarheid * Gebrek aan zelfvertrouwen * lage frustratiedrempel * Erg op zichzelf gericht, moeilijk tot samenspel te krijgen
’t Lommert BuSO richt zich tot leerlingen van het type 1 en leerlingen van het type 3, zowel meisjes als jongens. Dat betekent dat ons onderricht moet inspelen op de dringendste problemen die beide leerlingengroepen stellen. Maar zelfs bij een vrij homogene klasgroep zullen er nog aanzienlijke verschillen zijn: Een verschillende beginsituatie Een verschillend luistervermogen Een verschillende geheugencapaciteit Een uiteenlopend beheersingsniveau Een uiteenlopend arbeidstempo
Een gediversifieerde hulpvraag Een verschillend sociaal gedrag Een goed uitgeschreven handelingsplan is noodzakelijk!
Hoe we onze leerlingen trachten te begeleiden kunnen we als volgt voorstellen: Onze identiteit
MISSIE KERNPROCES
STRATEGIE
CULTUUR BELEIDSFILOSOFIE
STRUCTUUR
Onze missie Het einddoel! De leerlingen voorbereiden op leven en werken in een gewoon leef- en arbeidsmilieu door hen een levensgerichte en arbeidsbekwame vorming mee te geven. Het kernproces Twee pijlers: structuur & warmte Vele van onze leerlingen ervaren de werkelijkheid als een chaos. Velen onder hen kregen ook op rationeel gebied heel wat te incasseren, vooral in hun sociale voorgeschiedenis. Zij situeren zich bij de structuurzwakke leerlingen, bij hen die nood hebben aan affectie. Het structureren van tijd, ruimte en activiteiten geeft zekerheid en veiligheid. De relatie met de leerkracht is heel belangrijk. De leerling moet bij hem of bij haar vertrouwen kunnen vinden en zich ondanks zijn moeilijkheden toch gewaardeerd weten. De cultuur Welke attitudes stellen wij voorop? Wat zijn voor ons “goede” of “slechte” manieren? Duidelijke afspraken worden gemaakt rond: houding tegenover leiding en gezag, omgang met medeleerlingen, orde, netheid, nauwkeurigheid, verzorgde taal, zorg voor materiaal en inzet. De structuur De hiërarchische opbouw van de school:
De Raad van Bestuur De directie Het CLB – het middenkader – de huismeester-opvoeder De klasdirectie De leerkrachten – het paramedisch personeel De leerling-klasverantwoordelijke De leerlingen
De Raad van Bestuur en haar directie zijn de gezagsdragers van de school. De CLBverantwoordelijke heeft een adviserende taak. De huismeester verzorgt de administratie en de boekhouding. Hij heeft tevens een opvoedende taak. Het middenkader is de directe medewerker van de directie. Het draagt mee zorg voor een goede schoolorganisatie. De klasdirecteur begeleidt een bepaalde leerlingengroep, leidt de klassendraad en de handelingsplanning. De leerkrachten hebben een
pedagogische opdracht. De logopedist en de kinesitherapeut zorgen voor de paramedische begeleiding. De leerling-klasverantwoordelijke wordt door de leerlingen aangesteld. Hij zorgt de taakverdeling en de boodschappen en zet aan tot een positief gedrag bij de klasgenoten. De beleidsfilosofie De uitgangspunten kunnen we samenvatten in vier basisbegrippen: Directief Positief Concreet Communicatie Deze termen worden in de loop van de tekst verder uitgewerkt. Vooreerst willen wij onze basisprincipes duidelijk stellen. Deze tekst probeert ook niet naar volledigheid te streven, maar wil trachten enkele algemene ideeën en accenten aan te geven. Gedrag is iets dat aangeleerd wordt. Een kind leert stappen, leert zijn jas dichtdoen, leert luisteren, leert schrijven, leert regels en leert zich houden aan afspraken. Gedrag wordt aangeleerd! Bekwaamheid, de vaardigheid om een nieuw gedrag aan te leren, is aangeboren, niet aangeleerd. Belangrijk is, dat wij ons afvragen welke vaardigheden een kind beschikt om nieuw gedrag te kunnen aanleren. Met aanleren van gedrag bedoelen wij het vervangen van inadequaat problematisch gedrag door adequaat gezond gedrag. Gedrag is iets dat nooit alleen staat. Gedrag kan je waarnemen. Het waarom van het gedrag leidt tot veronderstellingen, tot misschien dit, of misschien dat... Intrinsieke kenmerken, in het kind gelegen kenmerken, kunnen ons een verklaring geven, maar leiden vaak alleen tot vaststellingen als: “dat kind is zo, omdat het zo is, en zal ook niet veranderen.” Waar we wel meer greep op hebben, zijn de extrinsieke kenmerken, beïnvloedingsmechanismen en de omgangsvormen van het kind. Pas als we de omgeving van het kind, de context van zijn gedrag, onderzoeken, kunnen we misschien uitmaken wat er aan de hand is, welke verklaring we aan het gedrag kunnen geven.
Directief Jongeren hebben recht op leiding! De leerkracht blijft de verantwoordelijke persoon in de klas, die de situatie in eerste instantie bepaalt, alsook de ruimte bepaalt waarin de jongeren mogen experimenteren en mee de situatie mogen bepalen. Jongeren met probleemgedrag hebben meer dan anderen, onze duidelijkheid nodig. Een duidelijk aangegeven structuur biedt veiligheid en zekerheid ten opzichte van de jongeren onderling en in de relatie tot de leerkrachten. Chaos en willekeur, inconsequente leiding en/of overmatige toleranties laten de kans aan informele leiderfiguren om meer en meer de situatie te gaan bepalen. Uit deze directieven houding veroordelen we nooit de persoon van het kind maar steeds zijn gedrag. We zeggen: “Jan, ik kan begrijpen dat je na vier uur je werk beu bent maar de manier waarop je je nu aanstelt en rumoer maakt, kan niet!”.
Positief Voor het aanleren van nieuw gedrag is aanmoediging nodig! Jongeren leren dankzij een niet-aflatende inspanning. Zij zullen ongetwijfeld volhouden in hun pogingen omdat zij een hoop aanmoedigingen krijgen of omdat het gedrag zelf belonend is. Een aanmoediging is een vorm van beloning. Telkens als de leerling iets doet, en daarvoor een beloning krijgt, zal hij aangemoedigd worden om datzelfde nog eens te doen of om nog beter te doen. Als een gedrag meteen aangemoedigd wordt, verhoogt de kans dat het herhaald zal worden. Velen vinden het niet nodig om aanmoedigingen te geven, laat staan te belonen, wanneer kinderen iets doen dat ze uiteindelijk toch gewoon maar moeten doen. Ze vinden het overbodig, zelfs een beetje abnormaal, om hen ertoe aan te sporen iets goed te doen, terwijl het de gewoonste zaak van de wereld is kinderen te straffen als ze iets niet goed doen of helemaal niet doen. Op die manier wordt gewenst gedrag niet aangemoedigd. Uit wetenschappelijk onderzoek blijken de volgende dingen: Gewenst gedrag kan moeilijk zonder enige aanmoediging of beloning aangeleerd worden; Het geven van aanmoedigingen draagt bij tot een plezierige, positieve sfeer waarin het aanleren van nieuw gedrag zowel voor de leerling als voor de leerkracht een prettig spelletje wordt. Het geven van straf schept een onaangename sfeer en ondermijnt de positieve invloed van de leerkracht; Mensen die aanmoedigen, krijgen zelf ook de meeste aanmoedigingen terug, ze worden door de jongeren beloond; Aanmoedigingen geven de jongeren meer zelfvertrouwen, ze bevestigen en vergroten hun positief zelfbeeld. Aanmoedigen en beloningen hebben niets te maken met verwennen. Je verwent pas wanneer je jongeren aanmoedigt en beloont ook als zij zich niet goed gedragen. Dan wordt ongewenst gedrag aangemoedigd. Er zijn verschillende vormen van aanmoedigingen en beloningen: *Materiële aanmoedigingen: geld, geschenkjes, snoep, een kaartje, punten,... Het zijn tastbare aanmoedigingen zowel voor de gever als voor de ontvanger. Ze zijn duidelijk en concreet belonend. Ze zijn vaak nuttig, vooral wanneer de relatie tussen de leerling en de leerkracht zo onaangenaam is geworden dat vriendelijkheid en/of sociale aanmoediging geen of zelfs een averechts effect hebben. *Sociale aanmoedigingen: bewonderend kijken, prijzen, in de handen klappen, een schouderklopje,... Ze zijn niet echt tastbaar, ze hebben een andere waarde. Ze kosten niets en ze zijn steeds bij de hand in een onuitputtelijke voorraad. Het geven van aandacht is een belangrijke sociale aanmoediging. Straf is niet prettig, maar het is wel een vorm van aandacht. Vandaar dat straf soms een aanmoediging is om te volharden in ongewenst gedrag. *De aanmoedigende activiteit: een uitstapje met de klas, even afwijken van de leerstof om naar een verhaal te luisteren, een extra sportnamiddag,... Belangrijk is dat altijd onmiddellijk aangemoedigd wordt en dit gedurende een langere periode. De leerling moet het verband kunnen zien tussen zijn gedrag en de beloning die hij krijgt. Het verband moet ondubbelzinnig en concreet zijn. Als tussen gedrag en beloning een te lange tijd verloopt, verdwijnt dat verband. Soms kan een beloning niet onmiddellijk en niet telkens gegeven worden, dan wordt een spaarsysteem ingevoerd. Soms wordt het doelgedrag opgedeeld in kleine stapjes, met een beloning per etappe. Concreet
Gedrag is iets dat je kan waarnemen, het is herkenbaar! We proberen altijd aan gedrag een betekenis te geven, de achtergronden van het gedrag te achterhalen om het verstandelijk te kunnen verklaren. Dat is moeilijk. We moeten waarneming en veronderstelling scheiden en ze nooit met elkaar verwarren. Nieuw gewenst gedrag moet je heel concreet en eenvoudig maken. “Flink zijn in de klas” is een te vage opdracht. “Medewerking” wat houdt dat in? Gewenst gedrag moet omschreven worden. We moeten nagaan wat “medewerking” betekent. Dat kan zijn: af en toe antwoorden, je huiswerk maken, rechtop zitten in de bank... Dit zijn concrete, herkenbare gedragingen, die aan te leren zijn. Leerkrachten moeten hun verwachtingen niet alleen duidelijk stellen en in stapjes overbrengen, ze moeten op een congruente manier handelen. De ganse houding, de intonatie van de stem, de mimiek en de inhoud bepalen mee in hoever de boodschap overkomt en begrepen wordt door de leerling. Deze onderdelen dienen ook eenduidig te zijn: een standje, een opmerking of een beloning komt pas over als de ganse houding van de leerkracht dezelfde boodschap geeft. Communicatie Communicatie is zowel verbaal als non-verbaal! Communicatie geschiedt niet alleen met woorden, maar tegelijkertijd ook door gebaren, lichaamshouding en –beweging, gelaatsuitdrukking, intonatie, ja zelfs door onze kledij. Gedrag is onbegrijpelijk wanneer we het niet beschouwen in zijn context, in zijn systeem. Een bepaald gedrag heeft meer zin binnen zijn bepaald systeem. We kunnen de “persoonlijkheid”, het “karakter” van iemand vergelijken met een geslepen diamant: naargelang de context komt een bepaald facetje van de diamant aan het licht. Zo kan een leraar (leerling) een gans ander persoon zijn in zijn klas dan in zijn gezin (thuis, in de jeugdbeweging) zonder dat hij ergens komedie speelt of onecht is. Het is dus fout iemand karakterieel vast te pinnen op één bepaald facetje (meestal minder gunstig) van zijn diamant. We gaan integendeel als leraar trachten, via herstructurering van de context andere, positievere facetten van de persoonlijkheid van de leerlingen naar voor te laten komen. Men kan niet “niet-communiceren” Alle gedrag heeft, bewust bedoeld of niet, een berichtwaarde. Alle gedrag is dus communicatie! Hoe men zich ook inspant, men kan niet niet-communiceren, men kan zich niet niet-gedragen. Activiteit of passiviteit, spreken of zwijgen, aandacht aan elkaar besteden of niet, alle gedragingen hebben een berichtwaarde voor anderen. De ander kan op zijn beurt evenmin niet reageren op deze communicatie en communiceert dus zelf. Wanneer in de klas de leraar een apatische leerling negeert, is er toch communicatie tussen hen beiden. Elke communicatie heeft minstens twee niveaus. Aan de ene kant hebben we het inhoudsaspect, daartegenover hebben we het betrekkingsaspect. Het inhoudsaspect van een bericht brengt informatie over en is derhalve bij de menselijke communicatie synoniem met de letterlijke inhoud van het bericht. Voorbeeld: de leraar zegt: “het diascherm zit vast”. Het betrekkingsaspect van een bericht geeft commentaar waarop een bericht moet worden opgevat. Het betrekkingsaspect kan verbaal of non-verbaal duidelijk gemaakt worden, of vanuit de context gewoon evident zijn. Voorbeeld: de leraar zegt: “het diascherm zit vast, wil iemand me helpen het los te maken?”. De leraar kan ook beschuldigend kijken naar de leerling die de vorige keer het diascherm wegborg, terwijl hij kwaad zegt: “het diascherm zit vast!”. In beide situaties zijn de
twee niveaus van communicatie (het inhoudelijke en het betrekkingsniveau) niet tegenstrijdig aan elkaar, maar vullen zij elkaar juist aan. Een dergelijke communicatie noemen we congruent. In de volgende situatie is de communicatie voor een deel incongruent en alleszins incompleet: de leraar zegt enkel geïrriteerd: “het diascherm zit vast”. De leerling zal proberen van deze boodschap toch een congruente en volledige boodschap te maken, door bijvoorbeeld volgende gedachtegang te maken: “bekritiseert hij mij? Zegt hij dat het mijn schuld is? Zo ja, wat wil hij dat ik doe? Of bekritiseert hij iemand anders? Wie dan? Of is hij bos op zichzelf? Wil hij dat ik zeg dat ik het ook erg vind? ...” Indien de leraar zijn boodschap niet zelf compleet en congruent maakt, dan kan de leerling trachten zichzelf te redden door één van bovenstaande vragen expliciet te stellen aan de leraar. De verantwoordelijkheid voor congruente en complete communicatie ligt dus zowel bij de “zender” als bij de “ontvanger”. Ter verduidelijking: complete boodschappen zijn boodschappen die concreet te kennen geven: ik wil dit van jou in deze situatie.
BESLUIT Hanteren van gedrag heeft onvermijdelijk te maken met het stellen van normen. Als we pleiten voor een directieve aanpak houdt dit in dat we ervan overtuigd zijn dat kinderen en jongeren recht hebben op leiding. Gezag, zij het dat het soepel gehanteerd moet worden, is bij de aanpak van jongeren noodzakelijk. Zij hebben er behoefte aan dat regels consequent gehanteerd worden. Ook in de lijn van onze directieve aanpak ligt het feit dat we vinden dat we als hulpverlener of leerkracht actief in het gebeuren ingrijpen. We geloven dat we jongeren nog iets te bieden hebben. We laten hen niet alleen met hun autonomie, maar begeleiden hen om er zinnig mee om te gaan. Als we voortdurend de noodzaak beklemtonen van het positieve, veronderstelt dit dat we er van overtuigd zijn dat een gerichtheid op wat goed verloopt nuttiger en aangenamer is dan een fatalistisch doemdenken. Uit oefeningen is gebleken dat subjectieve interpretatie onvermijdelijk is. We hebben gezien hoe we elkaar steeds beïnvloeden. Dit doen we gedeeltelijk vanuit de achtergrond dat we voor anderen op een bepaalde manier gezien willen worden, een manier waarbij we wensen dat er wordt rekening gehouden met onze meningen, onze waarden, onze overtuigingen. Ook bij het opstellen van een meer objectief gedragsprogramma spelen waarden en normen altijd door. We bepalen immers, zij het in overleg met de jongere, wat we willen verwezenlijken als gewenst doelgedrag. Onze keuzes spelen daarin door. Ook in de evaluatie, het scoren van gedrag, speelt altijd subjectiviteit mee. We zijn er van overtuigd dat een jongere geen eilandje is op zichzelf. Hij leert via de bevestiging die hij van een ander krijgt. Ten slotte zijn we er van overtuigd dat jongeren probleemgedrag gaan vertonen omdat ze in hun waarden eenzijdig georiënteerd werden, bijvoorbeeld op het materiële. Bovendien blijven volwassenen er nog al eens van terug te schrikken nog een waardepatroon door te geven aan de jongere. Wanneer we ons als volwassene tegelijkertijd soepel en beslist opstellen, bieden we de jongere een soort kader waartegen ze rustig eens kunnen aanschoppen en waarmee ze kunnen experimenteren om tot hun eigen kartelbepalingen te komen.
Strategie Om elke jongeren, met zijn waarden en moeilijkheden, optimaal te kunnen begeleiden, hebben we een aantal hulpmiddelen nodig, die ons een duidelijk beeld geven van de te volgen weg en de groei die de jongere op die weg doormaakt. Het handelingsplan Onderwijs-, opvoeding- en opleidingsactiviteiten moeten gepland en georganiseerd worden voor de leerling, uitgaande van de actuele, individuele beginsituatie: mogelijkheden, milieu-omstandigheden, problemen, wensen,... Binnen een bepaalde klas of groep wordt een minimum-, vereist of maximumprogramma opgesteld voor alle vakken. De periodische evaluatie van de ontwikkelingen en de vorderingen van de leerling wordt opgetekend, besproken en aangepast. In het individueel handelingsplan staat vooral de strategie centraal. Vier primaire vragen luiden als volgt: 1) Beginsituatie: wat is het probleemgedrag? Uit welke concrete, waarneembare gedragingen bestaat het? Hoe lang duurt het probleemgedrag? In welke situatie doet het zich meestal voor? Welk gedrag gaat eraan vooraf en welk gedrag volgt er op? 2) Doelstellingen: welk gedrag wensen we te zien en te horen? 3) Strategie: hoe bepalen we dat probleemgedrag? Welke versterkers, beloningen,... voor goed gedrag? Welke straf? Wanneer negeren? 4) Evaluatie: verandert het concreet gedrag in de richting van het doelgedrag? Leert de jongere bepaalde gedragingen inderdaad af? Hoe moet de behandeling afgesloten worden? De gedragskaart Vaak volstaat een gesprek of een mondelinge afspraak niet. Sommige leerlingen hebben een afsprakenkaart nodig waarop in concrete punten wordt aangegeven waarop de leerling dient te letten. Een wekelijkse, soms dagelijkse, en in een enkel geval halfdagelijkse evaluatie, met daaraan verbonden een beloning of een sanctie, helpt de leerling actief mee te werken. Het rapport Tweemaandelijks krijgen de leerlingen een overzicht van hun werkzaamheden in de klas. Zowel voor de vakken ASV (algemene sociale vorming) als voor de vakken BGV (beroepsgerichte vorming) wordt een beoordeling van hun actieve leerhouding uitgeschreven. Per vak wordt nauwkeurig genoteerd om welke leerstof het precies gaat. Op die manier kunnen de waardecijfers in hun juiste context worden gezien. De houding van de leerlingen wordt uitgedrukt door het aankruisen van vooraf uitgeschreven attitudes. Werken met jongeren met probleemgedrag is een boeiende uitdaging voor elke leerkracht, elke opvoeder, die zich wil engageren in het buitengewoon onderwijs. Het wordt pas een succes wanneer elk lid zich ten volle inzet, collegiale steun vindt en hulp biedt, met veel warmte en begrip voor de leerlingen en voor elkaar. Een boeiend avontuur dat de moeite waard is!