16
FORUM
FORUM DUURZAAM EN LEGAAL
WEL VRAAG, GEEN VRAAG
H
et is maar net aan wie je de vraag stelt: de één ziet een goede markt voor hout met een keurmerk, de ander stelt dat de vraag er niet of nauwelijks is. En die ervaring bepaalt ook de meerwaarde die men in certificering ziet.
‘OVERNAME PAST IN GROEISTRATEGIE’ Johan Maris, Control Union Certifications, Zwolle
“Control Union heeft met ingang van januari 2016 de certificerende instelling C+ Certificering te Roden overgenomen. Dit is een gerenommeerde certificeringsinstelling die voornamelijk actief is in de bouw- en transportsector. Deze overname past in de groeistrategie en visie van Control Union en zal ten goede komen aan de dienstverlening aan onze klanten, zowel die van Control Union als die van C+ Certificering. C+ Certificering is een waardevolle partij, met een groeiend marktaandeel. De overname versterkt de leidende positie van Control Union binnen de huidige
HOUTWERELD • JAARGANG 69 • NUMMER 6 • 18 MAART 2016
sectoren waarin wij actief zijn. Daarnaast gaan wij onze diensten aanbieden in bedrijfstakken waar C+ Certificering sterk is vertegenwoordigd. Verder biedt dit ons de kans om samen met C+ Certificering de aanwezige technische en innovatieve kennis verder te ontwikkelen. Dankzij deze overname kunnen ondernemingen die zowel door Control Union als door C+ zijn gecertificeerd, bediend worden met een uitgebreid pakket aan certificeringen. Hierbij zal nu juist de combinatie van FSC/PEFC, ISO 9001 en VCA relevant zijn en door één partij kunnen worden aangeboden.” n
17
‘ABSOLUTE MIJLPAAL’ Paul Hol, Form International, Hattem
“In 2001 zijn we met Form Ghana begonnen met de aanplant van teak en inheemse soorten. Dat heeft recent een eerste oogst van 3.000 kubieke meter FSC-gecertificeerd teak opgeleverd. Bij teakplantages houden we rotaties aan van twintig jaar. Per hectare plant je 1.111 bomen per hectare aan; voor de eindoogst blijven er daar zo’n 200 van over. De dunningen van de eerste acht jaar zijn niet rendabel. In het ene land laten ze wat wordt uitgedund liggen, elders maken ze er weer houtskool van, maar het gaat niet als hout de markt op. Onze eerste commerciële oogst heeft stammen met een diameter op borsthoogte van 10 tot 30 cm opgeleverd. Voor ons is het realiseren en vervolgens op de markt brengen van die eerste commerciële houtoogst een absolute mijlpaal. We hebben sinds 2001 aangetoond de plantage intact te kunnen houden. Er staat een volwassen plantage die door kan groeien. Sinds vorig jaar zijn we ons wereldwijd aan het oriënteren op hoe we ons als Form Ghana in de markt willen positioneren. India is bijvoorbeeld van oudsher heel ‘teak minded’, daar wordt zowel rondhout als zaaghout geïmporteerd. Maar als we vooruit willen, zullen we innovatief aan productontwikkeling moeten doen. We zijn met een aantal sleutelspelers wereldwijd in gesprek, zowel in de teak wereld als in de sfeer van het merbau en meranti. Met dat soort partijen willen we de productontwikkeling en vermarkting verder op gaan pakken. Form Ghana is in de basis een plantageinvesteringsmaatschappij, die in staat is mooie bomen te telen die goed hout voortbrengen. Daarom is het verstandig om voor die vermarkting partnerships te sluiten. Daarbij denken we, naast wat rondhout, vooral aan het op de markt brengen van zaaghout en compo-
nenten. Ook in het kozijnhout is bijvoorbeeld een hele goede markt voor teak. Dat is niet waar mensen bij teak als eerste aan denken, want traditioneel wordt het toch als een houtsoort voor deckings van jachten beschouwd. Het aanbod en de kwaliteit van meranti nemen echter sterk af, terwijl er een behoefte is en blijft aan hoogwaardig hardhout voor allerlei toepassingen, zoals kozijnen, deuren en meubels. Op 16 en 17 maart vond in het Ghanese Accra een enorm evenement plaats waar zo’n twee jaar van voorbereiding aan vooraf is gegaan, onder de naam ‘Forests for the future - New forests for Africa’. Er is inmiddels tientallen jaren aandacht voor het behoud van tropische regenwouden. Desondanks zien we elk jaar veertien miljoen hectare van dat bos verdwijnen. Form International heeft altijd veel gedaan als ad viseur inzake duurzaam bosbeheer. Maar in antwoord op de huidige ontwikkelingen zullen we toch echt op zeer grote schaal nieuwe bossen moeten gaan aanplanten in Afrika. Een tiental plantages dat op grote schaal is herbebost laat zien dat dit mogelijk is, met een onderliggende solide business
case en partijen die er succesvol in hebben geïnvesteerd. Op basis van die goede business case willen we die herbebossing, bijvoorbeeld in samenwerking met ontwikkelingsbanken, veel verder gaan uitbouwen. Dat is één element; het congres in Ghana ging veel breder. Het was een soort follow-up van de klimaattop in Parijs. De Verenigde Naties willen 100 miljoen hectare gedegradeerd land in Afrika herstellen met duurzame bosbouw en landbouw. In Parijs hebben tien overheden 30 miljoen hectare toegezegd om in 2030 aan te leggen. Zes investeerders, waaronder Sustainable Forestry Investment waarvan ik CEO en aandeelhouder ben, willen daarnaast in totaal 100.000 hectare gaan beplanten. Op die plannen borduurden we tijdens het congres voort om vast te stellen hoe die enorme expansie van bosaanleg eigenlijk gerealiseerd moet worden. Als beweging willen we daarvoor de bottlenecks wegnemen. Dat Kofi Annan zich als voormalig secretaris-generaal van de VN aan het in gang zetten van die beweging heeft gecommiteerd, helpt daarbij enorm.” n
‘GEEN ENKELE AANVRAAG’ Henny Best, Bouwgroep De Lekstroom, Nieuwegein
“In december 2014 werden wij de duizendste Nederlandse aannemer met een FSC-certificaat. Voor ons was dat destijds een bewuste keuze. Als bouwbedrijf anticipeer je immers op de wensen van je klant. Indien een opdrachtgever aantoonbaar duurzaam geproduceerd hout wil toepassen, doe je er als bouwbedrijf goed aan om deze stap te zetten. Maar in de periode dat wij nu FSC-gecertificeerd zijn - inmiddels bijna anderhalf jaar - heb ik van enige toegevoegde waarde nog helemaal niets gemerkt. In al die tijd hebben we namelijk geen énkele aanvraag voor FSChout in een project gehad. Helemaal niks. En het ligt niet aan het soort klanten waar we voor werken. Dat zijn gemeenten en woningbouwverenigingen. Het komt ook niet door de projecten zelf, want daar wordt volop hout in toegepast. Toch heb ik in al die tijd niet één keer te horen gekregen dat we FSChout moesten toepassen. Zolang er niet om gevraagd wordt, gaan wij het ook niet als zodanig gebruiken en de bijbehorende administratie voeren. Ik heb eigenlijk het idee dat bedrijven en particulieren gewoon niet zo met dit thema bezig zijn, of in elk geval niet in de mate waarin wij er mee bezig
zijn. Wij kozen zoals gezegd bewust voor FSC-certificering omdat wij er wel een toegevoegde waarde in zagen, zowel commercieel als om uit te dragen dat je het belangrijk vindt waar je mee bezig bent. Natuurlijk opperen we bij klanten het toepassen van FSC-hout als mogelijkheid, maar vaak geven ze aan dat het ze niet zoveel uitmaakt. Bij grote werken wordt vaak wel standaard in het bestek opgenomen dat het hout van duurzame herkomst dient te zijn; specifiek naar FSC of andere keurmerken wordt er echter nooit gevraagd. Hoewel zo’n certificering heel mooi staat op onze site, heb ik niet het gevoel dat het echt wat toevoegt. Of er in de toekomst verandering in deze situatie komt, dat durf ik eigenlijk niet te zeggen. Het behalen en behouden van zo’n keurmerk kost geld. Toch geloof ik er nog steeds in en gaan we er wel mee door. Het is toch een goede manier om uit te stralen dat we ons ervan bewust zijn waar we mee bezig zijn. Dat is vooral een commerciële overweging, dus in zekere zin betaal je dan een bepaald bedrag per maand om een logo te kunnen gebruiken. Al met al voegt het niet zo veel toe, en dat is best jammer.” n
18 MAART 2016 • NUMMER 6 • JAARGANG 69 • HOUTWERELD
18
‘WEBSHOPKEURMERK HEEFT WAARDE’ Robert van den Top, Van den Top Tuinhout, Barneveld “Er komt misschien eens in het jaar een particulier die vraagt of ons hout een keurmerk van FSC of PEFC heeft. In die particuliere markt speelt het dus geen rol. Bij de gemeenten en in mindere mate de woningcorporaties wel. Met gemeenten werken we niet zo veel samen, en zelf hebben we geen FSC of PEFC. Ik werk graag samen met collega’s en daarvan zijn er genoeg met een keurmerk waarmee ik zo’n opdracht samen kan invullen. Niettemin speelt het nog geen rol van betekenis.
Omdat met name particulieren niet naar hout met een keurmerk vragen, weten ze ook niet dat het een meerprijs heeft. Dat kan dus niet zoals bij biologisch vlees een reden zijn waarom de belangstelling uitblijft. Met het bamboe dat we verkopen halen we de duurzame herkomst wel aan, en dan vindt men het een mooie en positieve bijkomstigheid dat er bijvoorbeeld geen regenwouden voor zijn gekapt. Maar dat is gewoon het product zoals het is, er wordt niet specifiek naar die duurzaamheid gevraagd.
HOUTWERELD • JAARGANG 69 • NUMMER 6 • 18 MAART 2016
Wij merken dat er wel veel waarde wordt gehecht aan een keurmerk zoals het Webshop Keurmerk, dat garandeert dat we een betrouwbare online aanbieder van tuinhout zijn. Ook zijn we ons bewust van het feit dat mensen recensies kunnen geven én lezen. Dat zijn uiteindelijk de keurmerken die het meest met de eigen portemonnee van de consument te maken hebben, omdat het aangeeft dat het goed zit met de site waar ze iets willen kopen.” n
19
Mitchell Cobussen, Beroe, Kampen
“Met Beroe gaat het goed, we zijn nog steeds volop met Roemeens eiken in de weer. Met keurmerken zijn we eerlijk gezegd niet bezig, simpelweg omdat de vraag naar keurmerken ontbreekt. Die is er helemaal niet. Roemenië zit organisatorisch toch wat anders in elkaar dan wij gewend zijn. De nadruk ligt daar op productie, niet op certificering. Wie met westerse bedrijven zaken doet, vooral in het naaldhout, is vaak wel gecertificeerd of bezig dat te worden. Voor onze huidige leveranciers speelt dat echter totaal geen rol. Omdat er ook geen vraag is, ontbreekt voor ons de noodzaak om op zoek te gaan naar leveranciers die wel over een keurmerk voor duurzaam bosbeheer beschikken. Wat daarin meespeelt is dat hout met bijvoorbeeld FSC-keur meer kost dan hout zonder dit label. In een nog altijd krappe markt wordt die meerprijs als negatief ervaren, omdat men denkt dat dit onder de streep marge kost. Uiteraard krijgen we wel vaak de vraag om aan te tonen dat ons hout een verantwoorde herkomst heeft en dat doen we ook zeker. We kopen alles verantwoord in: het hout is legaal en daar wordt niet mee gerommeld. Maar de noodzaak om dat met een certificaat te bewijzen is er nu gewoon niet.” n
‘GEEN DALING MAAR GROEI’ Liesbeth Gort, FSC Nederland, Utrecht
“Een heel belangrijk thema voor komend jaar is de promotie van hout als duurzaam bouwmateriaal. Dat maken we heel concreet. Samen met de VVNH voeren we een LCA-studie naar damwanden uit, waarmee we vanaf april de boer opgaan richting gemeenten, waterschappen en andere opdracht gevers. De boodschap daarbij is helder: als de overheid haar klimaatbeleid serieus neemt, kan ze niet om de toepassing van duurzaam geproduceerd hout heen. We gaan daarnaast actief de samenwerking aan met marktpartijen om het aandeel FSC-hout in Nederland te vergroten. We kijken ook over de grens. De certificering van tropisch bos verdient een betere business case. We zoeken nieuwe market links en fondsen, en het promoten van minder bekende tropische houtsoorten (LKTS-project) draagt daar eveneens aan bij. Ten slotte zijn we ervan overtuigd dat de vraag naar duurzaam geteeld hout zal toenemen als we de impact van die investering nog beter laten zien. We werken hard aan een tool om dat heel concreet zichtbaar te maken. Kritiek nemen we serieus, daar worden onze standaarden alleen maar beter van. Om goede input te geven aan FSC International organiseren we consultatierondes met certificaathouders, zowel over de Chain of Custody-standaard als over de Trademark-standaard. We zien trouwens geen daling maar groei. Het marktaandeel van FSC is flink toegenomen in de afgelopen jaren, het aantal gecertificeerde bouwbedrijven steeg afgelopen jaar van 1.000 naar bijna 1.200. Er is tevens een groeiende aandacht voor duurzaam hout in de financiële sector - die samenwerking zoeken we dan ook op. Het aantonen van duurzame herkomst is steeds meer een randvoorwaarde voor investeringen, en die tendens wordt alleen maar verder aangejaagd door de recente klimaatagenda. De Europese Houtverordening EUTR en FSC kunnen elkaar zeker versterken. We zetten in op een volwaardige plek van FSC binnen de EUTR en lobbyen actief in Brussel om aan te tonen dat FSC een instrument is om de EUTR veel effectiever te maken in de strijd tegen illegaal hout. Waar Due Diligence een criterium is waar veel bedrijven mee worstelen, biedt FSC een beproefd systeem dat bovendien veel verder gaat dan alleen het legaliseren van de houtstroom. De lobby heeft resultaat: de Europese Commissie erkent het potentieel van gecertificeerd hout en zal meer duidelijkheid geven over de rol die het kan spelen binnen de vereiste bewijslast. Onze ambitie is dat we in 2020 op 100 procent duurzaam hout zitten in Nederland. Dat niet alleen: belangrijk is dat ook het volume duurzaam hout toeneemt. De mogelijkheden voor hout als duurzaam bouwmateriaal zijn vrijwel onbegrensd en door de toepassing daarvan stimuleren we bovendien bosbescherming wereldwijd. Om die kansen te pakken is wel een ‘level playing field’ nodig. Het is daarom aan de sector om ervoor te zorgen dat er alleen hout uit duurzame bronnen wordt aangeboden. Dán gaan we winnen.” n
18 MAART 2016 • NUMMER 6 • JAARGANG 69 • HOUTWERELD
FOTO: PHIL TAYLOR
‘CERTIFICERING SPEELT GEEN ROL’
20
‘USE IT OR LOSE IT’ Paul van den Heuvel, VVNH, Almere
‘Half maart moesten alle leden van de VVNH hun duurzame importen en inkopen over de tweede helft van 2015 hebben ingestuurd. Binnenkort zal duidelijk zijn of de VVNH de stijgende lijn over de afgelopen jaren heeft weten vast te houden. Met de resultaten van deze tweejaarlijkse verplichte rapportage konden we de afgelopen periode de voortgang in het realiseren van de VVNHduurzaamheidsdoelstellingen volgen en daar waar gewenst bijsturen. Alvast terugkijkend op de periode 2010-2015 en de doelstelling ‘85 procent duurzaam in 2015’ kan worden geconcludeerd dat de leden hun best hebben gedaan en dat VVNH’s duurzaamheidsbeleid in deze periode succesvol is geweest. De samenwerking met de twintigtal brancheorganisaties en de verschillende ministeries in de Green Deal ‘stimuleren duurzaam bosbeheer’ heeft er zeker toe bijgedragen dat het belang van duurzaam bosbeheer en het gebruik van duurzaam geproduceerd hout beter op de kaart zijn gezet. Duurzaam geproduceerd hout is dan weliswaar nog niet helemaal de norm in Nederland, maar de solide basis ervoor is gelegd. Dit was reden om het succesvolle beleid met nieuwe doelstellingen voort te zetten. Gebaseerd op de duurzaamheidsresultaten over
2014 heeft de VVNH nieuwe doelstellingen vastgesteld voor de periode 2016-2020. Met name over de doelstelling voor (tropisch) hardhout is intern uitvoerig gediscussieerd, wat erin resulteerde dat deze werd vastgesteld op 65 procent in 2020. Natuurlijk is het mooi als het gerealiseerde percentage in 2020 hoger uitvalt, maar dan moeten de ontwikkelingen in de belangrijke (tropisch) hardhoutproducerende landen wel meezitten en dienen de producenten daaraan ook mee te werken. Momenteel wordt met verschillende partijen be keken of de bovengenoemde Green Deal voor de komende jaren kan worden voortgezet. Als het gaat om het behoud en het duurzame beheer van tropisch bos zit het besef van ‘use it or lose it’ bij alle betrokken partijen goed tussen de oren. De VVNH wil samen met alle relevante partijen het marktaandeel van duurzaam geproduceerd (tropisch hard) hout de komende jaren verder laten groeien en daarvoor zoeken we nadrukkelijk de samenwerking met de belangrijke gebruikersgroepen en milieuorganisaties. Als het gaat over de legale status van het houtproduct dat op de Europese markt wordt gebracht, dan ligt de verantwoordelijkheid daarvoor nadrukkelijk bij de importeur van het betreffende product. Voortkomend uit de EUTR diende de VVNH op
‘GEÏSOLEERDE KANTPLANK MET PEFC’ Remco Zengerink, Inncempro, Hengelo
“Inncempro heeft met het PEFC-certificaat definitief gekozen voor duurzaamheid op het gebied van bosbeheer. Vanuit het oogpunt van maatschappelijk verantwoord ondernemen is dit een belangrijke meerwaarde voor onze organisatie. Verder hebben wij met dit certificaat aansluiting gekregen met onze houtvezelcementfabriek, waarmee wij voldoen aan de Chain of Custody. Tevens vinden wij het belangrijk om de vraag uit de markt naar PEFC met een eigen certificaat in te kunnen vullen. Dankzij het recent verkregen certificaat leveren we nu de Inncempro Kantplank, voorzien van onze basisplaat als dekplaat, met PEFC-label. Voor zover wij weten is dit de eerste lichtgewicht geïsoleerde kantplank die in Nederland PEFC-gecertificeerd is. Ons assortiment in houtvezelcement biedt, naast het programma platen, tevens een component voor onze kantplanken en vloerluiken. Tezamen bestrijken deze materialen een groot deel van ons totale leverings pakket.” n
HOUTWERELD • JAARGANG 69 • NUMMER 6 • 18 MAART 2016
16 april 2013 de officiële aanvraag in voor het zogeheten MO-schap van TimberChecker. De gedachte daarbij was - en is overigens nog steeds dat een Monitoring Organization, in dit geval TimberChecker, van toegevoegde waarde is voor de leden van de VVNH. Inmiddels zijn we drie schriftelijke vragenrondes, twee presentaties in Brussel en vele e-mails en telefoongesprekken verder, maar helaas is er nog steeds geen oordeel over de ingediende aanvraag. Uit de recente evaluatie van zowel het FLEGTbeleid als de EUTR komt naar voren dat er op diverse fronten verbeteringen en acties nodig zijn. Zo hebben vier landen nog steeds niet aan hun basisverplichtingen onder de EUTR voldaan. Wij blijven daarom hameren op een geharmoniseerde aanpak en implementatie. Uit de evaluatie komt Nederland overigens goed naar voren. Laten we ons daarop focussen en dat zo breed mogelijk uitdragen. Vanzelfsprekend moeten we de verbeteringen daar waar mogelijk doorvoeren, maar tegelijkertijd nadrukkelijk gefocust blijven op het grotere geheel. Het gaat om het onder duurzaam beheer brengen van (tropische) bossen en het continueren en vergroten van de stroom duurzaam geproduceerd hout, want zoals gezegd: ‘use it or lose it’” n
21
‘AL HET HOUT GECERTIFICEERD’ Sijbren Brouwer, BMS Houtskeletbouw, Nieuwegein “Als houtskeletbouwbedrijf maken wij prefab elementen voor de woning- en utiliteitsbouw. Denk daarbij aan dak- en gevelelementen, uitbouwen, dakkapellen en meer. Wij zijn zowel FSC- als PEFC-gecertificeerd. We wilden in eerste instantie mee in de ecologische gedachte dat hout na de kap, ook weer wordt aangeplant. En zodra je voor overheden gaat werken is het in feite een verplichting. We merken dat er veel vraag is naar hout met een keurmerk. Het wordt eigenlijk al standaard in bestekken gezet. Wij hebben ervoor gekozen om alles dat we aan hout binnenkrijgen gecertificeerd te laten zijn, en als zodanig gaat het tevens de deur weer uit. Ook als daar in het werk zelf niet om is gevraagd. Of het uiteindelijk als zodanig wordt toegepast is de volgende stap, maar wij houden de keten in elk geval intact. Ecologisch gezien werken wij sinds anderhalf jaar eveneens met hout vezelisolatie. Langzaam maar zeker kiezen daar steeds meer opdrachtgevers voor. Voorlopig is het nog duurder dan andere vormen van isolatie, maar verder heeft het eigenlijk uitsluitend voordelen. Het wordt gemaakt van restproducten waar de houtindustrie niets meer van kan maken. Daarnaast is het product qua isolatie gelijkwaardig aan steenwol of glaswol. Je kunt er dampopen mee bouwen omdat het veel meer vocht kan hebben; de geluidwering is beter en de opwarmtijd is langer.” n
‘KINDVRIENDELIJK FSC-VERHAAL’
Daan Leeuw, student Industrieel Product Ontwerpen, Zwolle Ik ben student Industrieel Product Ontwerpen aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle. Ons vorige project betrof meedoen aan de FSC Design Award. Hierbij was het hoofddoel om FSC-hout te promoten. De opdracht bestond uit het maken van een product in de categorie Huis en Tuin. De door mij ontworpen One2Tree schopte het tot één van de tien genomineerden voor de award. De categorie Huis en Tuin is heel breed, maar ik had al vrij snel besloten dat ik mij op kinderen wilde focussen. Wie kleine kinderen heeft kent het misschien wel. Als in de supermarkt twee verschillende pakken hagelslag staan, zoals een gewone en één met een plaatje van bijvoorbeeld Spongebob, dan krijgt het kind het vaak voor elkaar om dat pak met de afbeelding van Spongebob mee
naar huis te krijgen. Volgens dit principe heb ik de boomhut One2Tree en de bijbehorende handleiding gemaakt. Het doel is dus eigenlijk dat kinderen tegen hun ouders gaan zeggen dat ze FSC-hout moeten kopen. De One2Tree is een demontabele boomhut. Dit is een bouwpakket voor een boomhut die je makkelijk aan de boom kunt hangen, maar ook zo weer weg kan halen. Het is zo gemaakt dat het geschikt is voor een variabele boomdikte, zodat hij past om de meeste bomen. Ook zal de hut de boom niet beschadigen, want hij werkt volledig op klemkracht. Bij de boomhut komt een handleiding die begint met een stripverhaal waarin ‘Plankie’, een zelfbedacht personage, op een kindvriendelijke manier het FSC-verhaal vertelt. De One2Tree was eigenlijk het eerste project waar ik echt specifiek naar FSChout heb gekeken. Omdat ik nog student ben heb ik nog geen plannen om de One2Tree op de markt te brengen. Deze wedstrijd was voor mij nu vooral goed voor mijn naamsbekendheid - en de nominatie is iets dat ik goed op mijn CV kan zetten.” n
18 MAART 2016 • NUMMER 6 • JAARGANG 69 • HOUTWERELD