Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
Inhoudsopgave 1. Doelstelling Methodiekbeschrijving
3
2. Achtergrond & ontwikkelingen in de media 2.1 Belang van een cultureel divers medialandschap 2.2 Profiel etnische mediaprofessional 2.3 Structuur project Mediashakers 2.4 Doelstelling en doelgroep Mediashakers
4 4 5 6 8
3. Uitvoering 3.1 Werving & selectie 3.2 Junior Mediashakers 3.3 Uitvoering trajecten Module 1 (Reguliere Mediashakers) Module 2 Module 3 Module 4 Verkorte trajecten Junior Mediashakers 3.4 Ondersteuning 3.5 Samenwerking 3.6 Transnationale Samenwerking 3.7 Deelnemers
10 10 14 16 16 18 19 21 21 22 26 27 28 28
4. Aanbevelingen en conclusies
30
5. Bijlage: Organisatie, structuur en project
33
6. Bronvermelding en colofon
37
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
2
1. Doelstelling Methodiekbeschrijving Dit rapport betreft een methodiekbeschrijving waarin de best practices van het project Mediashakers beschreven worden. Het geeft weer wat goed en wat minder goed werkt wanneer het gaat om het begeleiden van etnische mediaprofessionals naar of bij zelfstandig ondernemerschap in de media. Met Mediashakers wilde Mira Media etnische mediaprofessionals zo toerusten dat zij aan het werk kunnen in de media en daarmee meer diversiteit in het medialandschap brengen. De media vormen op dit moment geen reële afspiegeling van de Nederlandse samenleving terwijl dit juist voor die samenleving als geheel van belang is. Deze methodiekbeschrijving is bedoeld als handreiking naar andere organisaties die ondernemers in de media begeleiden en die te maken krijgen met etnische mediaprofessionals of interesse in deze doelgroep hebben. Het geeft in kort bestek weer wat belangrijk is bij de begeleiding van deze groep mediaprofessionals naar zelfstandig ondernemerschap. Met haar ervaringen wil Mira Media andere organisaties motiveren om etnische mediaprofessionals zelf te begeleiden of om hen door te verwijzen naar Mira Media. Het project Mediashakers dat startte in 2004 met het aanvragen van een Europese ‘Equal’ subsidie en een subsidie bij het VSBfonds, loopt dit jaar (2007) teneinde. Via diverse trajecten hebben 58 (startende) ondernemers uit de doelgroep professionele begeleiding gekregen. Het opstarten en de uitvoering van het aanbod aan de groepen is door de projectmedewerkers uitvoerig beschreven en geëvalueerd. Net zoals de ervaringen van de deelnemers. Mede op basis van die evaluaties is het traject tussentijds aangepast. De werkwijze en resultaten staan in dit rapport beschreven. Als eerste wordt in het volgende hoofdstuk de achtergrond waartegen het project is uitgevoerd kort toegelicht. En daarna de structuur, de doelstellingen en de doelgroep. Vervolgens komt de uitvoering van het project uitgebreid aan bod. Ingegaan wordt op de werving & selectie, de daadwerkelijke uitvoering van de trajecten, de ondersteuning, samenwerking en tot slot de deelnemers. Vervolgens wordt afgesloten met aanbevelingen en conclusies.
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
3
2. Achtergrond & ontwikkelingen in de media Algemeen Het begeleiden van etnische mediaprofessionals brengt specifieke kennis en kunde met zich mee. Ten eerste omdat het begeleiden van etnische ondernemers over het algemeen anders is dan het begeleiden van autochtone ondernemers. Etnische ondernemers beginnen vaak gewoonweg met ondernemen. Zij gaan slechter voorbereid aan de slag en nemen meer risico’s. Zij zijn vaak minder bekend met wetgeving, bedrijfsprocessen, marketing, administratie en financiële zaken. Ook het ondernemen in de mediabranche is anders dan ‘gewoon’. (Althans voor zover er iets bestaat als ‘gewoon’ ondernemen.) De mediabranche heeft haar eigen cultuur. Zo is het bijvoorbeeld normaal om helemaal onderaan te beginnen en is er weinig onderlinge samenwerking. Bovendien wordt zestig procent van de werkzaamheden binnen de sector door freelancers vervuld. Etnische ondernemers in de media weten de weg niet als het gaat om het vinden van programmafondsen, sponsors en het aanvragen van financiële ondersteuning. Dat geldt voor zover ze überhaupt al op de hoogte zijn van de reguliere ondersteuningsstructuren. Het begeleiden van etnische mediaprofessionals vraagt daarom een specifieke eigen aanpak. Bestaande advies- en trainingsfaciliteiten hebben geen of weinig ervaring met zowel de media-industrie als met etnische minderheden. Ook de methoden en materialen toegesneden op etnische ondernemen anders dan de detailhandel ontbreken. En wanneer er wel aanbod is dan zijn de gevraagde tarieven voor een etnische mediaprofessional, uit de doelgroep van Mediashakers, vaak niet betaalbaar.
2.1 Belang van een cultureel divers medialandschap Culturele diversiteit in de media is belangrijk. De media hebben namelijk een grote invloed op onze beeldvorming. Zij hebben een belangrijke taak om gebeurtenissen te duiden, de samenleving van evenwichtige informatie te voorzien en als platform voor dialoog te dienen. In de media moeten zowel autochtone als nieuwe Nederlanders zich kunnen herkennen. Bovendien bepalen de media mede hoe wij tegen multiculturaliteit aankijken. Het is belangrijk dat de media, als spreekbuis van onze samenleving, een weerspiegeling van die multiculturele samenleving zijn. Dit is niet het geval. Niet wat betreft het programma-aanbod of wat betreft het aantal etnisch-culturele minderheden dat aan het woord komt. Evenmin wanneer het gaat om het personeelsbestand. En dat is jammer. Want vooral nu er veel negatieve media-aandacht is voor alles wat met die multiculturele samenleving (en vooral de Islam) te maken heeft, is de aandacht voor de relatie tussen media en samenleving belangrijker dan ooit. De media zouden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het begrip en respect voor elkaar. Dat is hard nodig vooral omdat de samenleving steeds diverser wordt. Nederland telt bijvoorbeeld 3,1 miljoen allochtonen. Dit aantal is inclusief 1,7 miljoen allochtonen van niet-westerse afkomst. Zij maken 10% van de bevolking uit en dat percentage zal in de toekomst hoger worden. De gemiddelde leeftijd van niet-westerse allochtonen is namelijk lager dan die van autochtonen en daarbij krijgen zij verhoudingsgewijs meer en jonger kinderen.
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
4
Door de vergrijzing wordt de deelname van allochtonen aan de arbeidsmarkt en in ondernemerschap – ook in mediaondernemerschap - steeds belangrijker. Maar relatief gezien blijft de aanwas van jonge etnische mediaprofessionals achter. Hoewel het aantal niet westerse allochtone jongeren sterk toeneemt, stromen zij beperkt in naar de media. Zij hebben niet veel belangstelling voor functies hierin doordat er onder andere op school weinig aandacht wordt besteed aan media-educatie en beroepenoriëntatie gericht op de media. Bovendien hebben veel etnische jongeren de ambitie om beroepen met een hoge status, zoals advocaat of dokter, te gaan uitoefenen. Voor die mediaprofessionals die wel een carrière in de media ambiëren, is het niet makkelijk om binnen te komen en vervolgens om binnen te blijven. In de mediasector is het hebben van een netwerk erg belangrijk. En over een netwerk beschikken etnische mediaprofessionals vaak niet. Bovendien worden zij geconfronteerd met vooroordelen. Door een gebrek aan intercultureel diversiteitmanagement in mediaorganisaties wordt niet planmatig gewerkt aan het veranderen van die situatie.
2.2 Profiel etnische mediaprofessional Steeds meer etnische mediaprofessionals zijn actief als kleine zelfstandige ondernemer. Enerzijds omdat zij hiertoe gedwongen worden door de structuur van de arbeidsmarkt, namelijk zestig procent van de sector werkt als freelancer. Anderzijds omdat zij er zelf voor kiezen en zich richten op het realiseren van een eigen productiebedrijf. Onder kleine zelfstandige ondernemer wordt verstaan: freelancer, zzp’er (zelfstandige zonder personeel) en ozp’er (ondernemer zonder personeel). Dit zijn allemaal benamingen voor hetzelfde. De gemiddelde startende etnische ondernemer heeft weinig kennis over ondernemerschap. Ondernemerschap wordt in creatieve- en kunstopleidingen zwaar onderbelicht. Creatieve ondernemers (waartoe mediaondernemers worden gerekend) zijn vaak voornamelijk bezig met de artistieke of creatieve kant van hun beroep of ondernemerschap. Ze hebben van hun passie hun werk gemaakt en willen bezig zijn met de creatieve ontwikkeling van hun producten en diensten. Het gaat om een intrinsieke motivatie. Eerst de erkenning en dan pas geld bepalen de mate van succes. Ze plaatsen zichzelf niet of nauwelijks in de context van ondernemerschap. Het geld dat een etnische ondernemer verdient, wordt vaak herinvesteert in eigen projecten. De doorontwikkeling van het werk staat voorop, niet het strategisch bezig zijn of de ontwikkeling van het bedrijf. Waardevermeerdering wordt niet gedefinieerd in termen van geldelijke winst maar in termen van tevredenheid over de eigen creatie. Voor investeerders zijn dergelijke ondernemingen niet interessant, laat staan dat een dergelijke ondernemer al denkt over externe financiering. Vaak staat de etnische ondernemer negatief tegenover lenen. Want lenen brengt financieringsverplichtingen met zich mee; dit gaat ten koste van de eigen onafhankelijkheid. Maar die onafhankelijke etnische ondernemer die het liefst creatieve of artistieke opdrachten uitvoert, bij voorkeur op commerciële basis, is wel vaak genoodzaakt om in deeltijd een ‘normale’ baan te nemen om in zijn onderhoud te voorzien. In deze tijd en markt zijn zakelijke vaardigheden en inzichten onmisbaar voor een carrière in de media. De etnische ondernemer moet weten wie hij is, waar hij zich in de markt bevindt en wat de waarde is van zijn product. Het belang van een financiële bedrijfsvoering in het kader van ondernemerschap moet doordringen. Met financiering op
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
5
de korte termijn kan een ondernemer ook financiering op de lange termijn realiseren. Ook kan de startende etnische ondernemer geholpen worden met het ontwikkelen en ontsluiten van netwerken. Want netwerken wordt door etnische startende ondernemers gezien als beste mogelijkheid om opdrachten binnen te halen.
2.3 Structuur project Mediashakers EQUAL schrijft haar subsidiënten bij de uitvoering van een project een specifieke beheerstructuur en samenwerkingsverbanden voor. Meer informatie over EQUAL en de voorwaarden plus toepassingen staan in de bijlage. Mira Media had bij de realisering van het project Mediashakers twee soorten geformaliseerde samenwerkingsverbanden. De eerste was het zogenaamde Ontwikkelingspartnerschap (OP). De rol van de Ontwikkelingspartners was om met Mira Media het project Mediashakers te realiseren. De Ontwikkelingspartners van Mira Media voor Mediashaker waren: - FORUM: Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling; - NFTVM: Vereniging van Nieuwe Film en Televisie Makers; - Kamer van Koophandel Utrecht; - Online / More Colour in the Media (Europese netwerkorganisatie gecoördineerd door Mira Media). Iedere partner had eigen taken. Wat deze taken waren, is te zien in de afbeelding op de volgende bladzijde. Besluitvorming door en namens het Ontwikkelingspartnerschap werd genomen door de stuurgroep. Iedere partner had minstens één vertegenwoordiger in deze stuurgroep. De Ontwikkelingspartners kwamen vier keer per jaar bij elkaar. Daarnaast is er als tweede samenwerkingsverband een expertgroep ingericht. De expertgroep bestond uit personen en organisaties met expertise op (deel)gebieden van het project. Bij de samenstelling van de expertgroep werd diversiteit in deskundigheid, branche, sekse, etniciteit en leeftijd nagestreefd. De rol van de experts was: - Kwaliteitsbewaking van het project; - Fungeren als rolmodel en inspirator voor de deelnemers; - Inleider bij cursussen; - Feedback en coaching bij praktijkoefening. In de praktijk hielden de experts zich bezig met het verzorgen van inleidingen en het geven van masterclasses; het voeren van gesprekken met deelnemers als mentor of als expert; het geven van feedback op ondernemingsplannen; het geven van feedback bij eindpresentaties. De centrale projectorganisatie werd gedaan door een projectbureau. Dat projectbureau was gehuisvest bij (en bemenst door) Mira Media. De taken van het projectbureau waren het doen van de inhoudelijke-, deelnemers-, en financiële administratie. Net zoals het projectmanagement en de uitvoering van de projectactiviteiten.
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
6
Overzicht structuur en verdeling taken van Mediashakers
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
7
2.4 Doelstelling en doelgroep Mediashakers Het primaire doel van Mediashakers was om mediaprofessionals met een nietwesterse achtergrond gelijke kansen te bieden op de arbeidsmarkt door het bevorderen van ondernemerschap in de mediasector. Naast deze overall doelstelling formuleerde Mira Media een aantal concrete subdoelen, namelijk: 1. Ontwikkeling van een voorlichtings- en ondersteuningsstructuur (ontwikkeling en bundeling van kennis en expertise) op maat voor etnische ondernemers in de media door het bijeenbrengen van expertise, het inrichten van een coördinatie- en informatiepunt, het ontwikkelen van een dienstverlenende website; 2. Het in kaart brengen van de mogelijkheden om kapitaal te verwerven; 3. Empowerment van etnische ondernemers in de media via een specifiek voorlichtings-, scholings- en ondersteuningsaanbod; 4. Stimuleren van (bedrijfsmatige) organisatievorming; 5. Onderzoek naar een participatiefonds voor etnische ondernemers in de media. Mediashakers ondersteunde etnische mediaprofessionals bij het starten of professionaliseren van een eigen mediabedrijf. Dat gebeurde door hen een trainingsprogramma aan te bieden waarin theoretische kennis en praktische vaardigheden elkaar afwisselden. Dit programma varieerde van seminars over zakelijke vaardigheden tot trainingen in onderhandelen; van ondersteuning bij het schrijven van een ondernemersplan tot coaching bij het starten van een eigen bedrijf. Van informatie-uitwisseling en kennisoverdracht door ervaren rotten uit de mediasector tot persoonlijke tips en tricks door masters. In concreto behelsde het project: - een programma bestaande uit scholing, training en coaching; - netwerk & themabijeenkomsten; - voorlichting & advies; - een helpdesk. Later wordt hier uitgebreid op ingegaan. Doelgroep De doelgroep van het project waren niet westerse allochtonen* die: - Een opleiding op HBO-niveau hadden afgerond; - Minimaal drie jaar werkervaring in de mediasector hadden; - En gemotiveerd waren om een bedrijf op te richten of uit te bouwen. In het bijzonder werd er aandacht besteed aan vrouwelijke mediaprofessionals. De reden hiervoor was dat in mediaberoepen vrouwen veelal oververtegenwoordigd zijn in de lagere functies. In dergelijke kunstberoepen is het aantal kleine zelfstandige vrouwen groot vanwege de flexibiliteit om werk en gezin te combineren. Het resultaat van de wervingscampagne was 45% mannelijke en 55% vrouwelijke deelnemers. Omdat voor het starten van een eigen bedrijf opleiding en bij voorkeur ook ervaring is vereist, richtte het project zich op 25-45 jarigen. Bovendien is gebleken dat het vooral voor etnische mediaprofessionals boven de 30 moeilijk is om bij een mediaorganisatie aangenomen te worden. Zij moeten dus veel meer het heft in eigen hand nemen.
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
8
De doelstelling van Mediashakers was om 80 mediaprofessionals die voldeden aan bovenstaande criteria intensief te begeleiden. Daarnaast was het de bedoeling om met de inzet van een interactieve website, expert- en themabijeenkomsten een grotere groep deelnemers (totaal 300) te betrekken bij het project. Naast het reguliere traject is er in juni 2006 een pilotproject Junior Mediashakers gestart. Het doel van de pilot was onderzoeken of een apart starteraanbod voor jongeren meerwaarde zou hebben. Dit traject was bedoeld voor etnische (aspirant) ondernemers in de leeftijd van 16-30 jaar. (Later werd dit afgebakend naar 26 jaar). * In dit project is aangesloten bij de definitie van het CBS: Tot niet-westerse allochtonen wordt iedereen gerekend die in Nederland woonachtig is en zelf in het buitenland geboren is met minstens één in het buitenland geboren ouder. Het gaat dan om personen uit Latijns Amerika, Afrika, Turkije, Marokko, Suriname en de Nederlandse Antillen. Tot westerse allochtonen horen personen uit Europa (excl. Turkije), Noord-Amerika, Indonesië, voormalig Nederlands Indië, Japan en Oceanië.
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
9
3. Uitvoering Algemeen Het trainingsprogramma waarin theoretische kennis en praktische vaardigheden elkaar afwisselden, stond centraal in Mediashakers. Het trainingsprogramma omvatte een traject dat bestond uit een viertal modules. De eerste module was vooral bedoeld als oriëntatie op ondernemerschap. Modules twee en drie waren een verdieping van die eerste module. Module vier is niet opgezet als aparte module maar liep parallel en was bedoeld om deelnemers aan opdrachten te helpen. Daarnaast is er een traject ontwikkeld voor jongeren, de zogenaamde Junior Mediashakers en een verkort traject bestaand uit een module voor starters en één voor ondernemers. Dit verkorte traject dat in 2007 van start zou gaan, is op één deelnemer na niet van de grond gekomen. Het project Mediashakers telde in totaal 58 deelnemers. 47 deelnemers doorliepen modules uit het reguliere traject. Junior Mediashakers trok 11 deelnemers. De werving voor de eerste groep Mediashakers startte in 2005 en in 2006 werden er vier groepen geformeerd: Mediashakers 1, 2, 3 en junior Mediashakers. Gemiddeld droegen de deelnemers per module € 100,- bij. Schematisch: Mediashakers Module 1 – groep 1,2,3 Module 2 - groep 1,2,3 Module 3 - groep 1,2,3 Module 4
Junior Mediashakers Module 1 – groep 1 Module 2 – groep 1
Verkort traject Module starters – geen doorgang Module ondernemers – 1 deelnemer
In het volgende gedeelte staat de uitvoering van het project Mediashakers beschreven. De activiteiten zijn opgedeeld in de volgende onderwerpen: • • • • •
Werving & selectie; Uitvoering trajecten; Ondersteuning; Samenwerking; Deelnemers.
Per onderwerp wordt aangegeven wat de gang van zaken was, welke keuzes er gemaakt zijn en wat de resultaten waren. De leidraad hierbij vormen de verschillende groepen die de modules gestart zijn. Het een en ander wordt gevolgd door conclusies.
3.1 Werving & selectie Mediashakers Groep 1 Het idee achter de werving was om steeds alleen voor de eerste module te werven. De deelnemers van de eerste module zouden vervolgens de tweede en de derde modules vullen. Op deze manier werden gaten in de kennis van de deelnemers voorkomen. De start van de werving voor de eerste groep Mediashakers in februari 2006, was in november 2005. De methode van werving was als volgt:
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
10
-
Plaatsing oproep op de website van Mira Media; Direct mailing naar het Mira Media bestand; Plaatsen oproep in Nieuwsbrief Mediaprofs; Directe mailing naar deelnemers crossmedia netwerk Estafette Netwerk CS.
De meeste reacties kwamen via de Mira Media website en op de direct mailing. De deelnemers aan de pilotgroep zijn geselecteerd op basis van de volgende criteria(deze criteria wijken iets af van die welke eerder genoemd werden bij doelstellingen in paragraaf 2.4): - behorend tot de doelgroep van niet-westerse allochtone mediaprofessionals - een mediaopleiding en/of werkervaring in de mediasector; - HBO werk- en denkniveau (MBO met 2 jaar relevante werkervaring of HBO mediaopleiding); - Sterke motivatie om als ondernemer in de media aan de slag te gaan, uitgedrukt in een schriftelijke motivatie. Met verschillende aspirant-deelnemers heeft een selectiegesprek plaatsgevonden, aan andere aspirant-deelnemers is gevraagd hun motivatie scherper te formuleren. Zij bleken echter moeite te hebben met het formuleren van een motivatie en ondernemingsdoelen. In totaal waren er 40 geïnteresseerden, 33 aanmeldingen, 14 geselecteerden en 13 deelnemers. Onder de geïnteresseerden bevonden zich veel mensen die niet tot de doelgroep behoorden. Zij vielen niet onder de CBS definitie en konden daarom niet geselecteerd worden. De voorwaarde dat het traject specifiek bedoeld was voor nietwesterse allochtonen is later explicieter vermeld om dergelijke misverstanden te voorkomen. Tijdens de werving voor de module bleek dat vele etnische mediaprofessionals, inclusief de freelancers, zichzelf niet als ondernemer beschouwden. Daarom is het woord freelancer later in de wervingcampagnes expliciet toegevoegd. De werving werd vervolgens, vanaf de tweede keer, breder uitgezet. En er werd besloten om ruimer te selecteren voor module 1. Ook mediaprofessionals zonder vastomlijnde plannen en met minder focus zouden geaccepteerd moeten kunnen worden. Het traject hoefde immers niet per se te leiden tot de start van een bedrijf. Het programma zou de deelnemers moeten helpen om hun motivatie en doelen helder te krijgen. Met als mogelijke conclusie van deelnemers dat ondernemerschap niet voor hen weggelegd zou zijn. Groep 2 Voor de tweede groep Mediashakers werd ook geworven via de sites van alle Ontwikkelingspartners en de leden van de expertgroep. Bovendien hebben de Ontwikkelingspartners flyers verspreid en is er gebruik gemaakt van de netwerken van zowel de Ontwikkelingspartners als de experts. De werving voor Mediashakers 2 startte in maart 2006. Er is met persberichten, oproepen, flyers, posters en direct mail naast dezelfde kanalen als de vorige keer, via de volgende kanalen geworven: -
Etnische media (lokale omroepredacties); Omroepredacties; Etnische vakorganisaties als vluchtelingenorganisatie VON; Vakorganisaties als NVJ; Mediaopleidingen (mbo en hbo; Media-academie; Multicultural Media Masterclasses);
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
11
-
Personen die eerder interesse hadden getoond; Etnische medianetwerken als Mediaprof, Kind en Kleur; Etnische netwerken als ATANA, etnische ondernemersverenigingen; Studentenverenigingen (TANS etc.); Vrouwen(media)netwerken (Netwerk MediaVrouwen e.d).
Er is gepromoot op bijeenkomsten en evenementen van organisaties uit de doelgroep. De deelnemers kwamen binnen via: - Deelnemers Mediashakers 1 en 2; - Persoonlijke benadering; - Bestand mediaprofs; - De oproep via mediaopleidingen en experts heeft geen effect gehad. Omdat bekend is dat mensen een website niet lezen maar scannen, zijn er drie informatiebijeenkomsten georganiseerd. De bedoeling was uitgebreid informatie te verschaffen en mensen de gelegenheid te geven vragen te stellen. Mede in verband met het inzicht dat het begrip ondernemerschap toelichting verdient. Tijdens de bijeenkomsten kon er duidelijk gemaakt worden dat ondernemerschap niet altijd betrekking heeft op een groot bedrijf met mensen in dienst. Maar dat ook freelancers ondernemers zijn. Vast onderdeel van deze bijeenkomsten was ook het inventariseren van de wensen en behoeften van de (potentiële) deelnemers. De opkomst van de informatiebijeenkomsten viel echter tegen. In totaal kwamen er twaalf belangstellenden. Doordat de bijeenkomsten gebruikt werden om een toelichting te geven op wat ondernemerschap inhoudt, werd de drempel niet opgeheven aangezien mensen die niks met ondernemerschap hadden ook niet kwamen. Tijdens de selectie van Mediashakers 2 is er extra aandacht besteed aan de link tussen media en ondernemerschap. Deelnemers moesten hun motivatie voor het ondernemen in de media goed kunnen verwoorden. Dit keer werd een telefonische intake gehouden. Met een aantal kandidaten was al kennis gemaakt tijdens de informatiebijeenkomsten. Het aantal aanmeldingen voor Mediashakers 2 bedroeg 24, het aantal geselecteerden 15 en het daadwerkelijke deelnemersaantal 13. Omdat het hoogste aantal deelnemers zich aanmeldde via deelnemers uit voorgaande groepen en /of via de persoonlijke benadering van mensen die eerder interesse hadden getoond en die persoonlijk aangesproken waren op bijeenkomsten en evenementen, was de conclusie na de tweede wervingsronde dat persoonlijk contact het meeste oplevert. Groep 3 Voor Mediashakers 3 is eerder met de werving gestart. Echter kandidaten bleken zich toch weer op het allerlaatste moment aan te melden. De werving gebeurde via dezelfde kanalen en op dezelfde wijze als bij de tweede groep. Wel werd nog meer aandacht besteed aan de persoonlijke benadering van (potentiële) kandidaten. Personen die eerder interesse hadden getoond werden benaderd; er zijn drie informatiebijeenkomsten en een themabijeenkomst georganiseerd. Bovendien werden de Mediashakers uit de voorgaande groepen ingeschakeld bij de werving. Als ambassadeur hadden zij met de aanlevering van twee nieuwe kandidaten recht op kwijtschelding van de deelnemersbijdrage voor de volgende module. Door de banner op de website van Villa Media werd de website van Mediashakers veel bezocht. Maar dat leverde niet veel aanmeldingen op. Een aantal aanmeldingen kwam toch via informatiebijeenkomsten en andere aanmeldingen via Mediashakers 1 en 2. Het
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
12
persbericht in de etnische media had geen effect. Net zo min als de algemene oproep bij mediaopleidingen. Dat de communicatie omtrent de doelgroep inmiddels een stuk effectiever en ook duidelijker was, bleek uit de resultaten. Er waren 46 geïnteresseerden; 25 aanmeldingen waarvan maar liefst 23 personen geselecteerd konden worden. Het uiteindelijke deelnemersaantal bedroeg 22. De conclusie is dat er meer aandacht besteed moet worden aan informatiebijeenkomsten. Deze bijeenkomsten kunnen aantrekkelijker gemaakt worden door er bijvoorbeeld een workshop aan te koppelen. Persoonlijke benadering en het attenderen op de voordelen van de cursus leverde wel deelnemers op. Verkorte trajecten De persoonlijke benadering werd opnieuw toegepast bij het werven van deelnemers voor de verkorte trajecten voor starters en ondernemers. Daarnaast werden oproepen geplaatst op websites van alle betrokken organisaties en werden Ontwikkelingspartners en experts ingeschakeld. De periode van werving was de maand december 2006. Voor de starters zijn er uiteindelijk 4 deelnemers geselecteerd. En bij de ondernemers werden twee personen geselecteerd waarvan er uiteindelijk een deelnemer overbleef. Voor het startertraject was het minimum aantal deelnemers van tevoren op 10 gesteld. Dat aantal werd niet gehaald en er is dan ook besloten om deze verkorte module niet door te laten gaan. De ondernemer ging wel van start. Maar hier betrof het een maatwerktraject. Werving gericht op vrouwelijke deelnemers Bij het werven van kandidaten is er specifiek rekening met vrouwen gehouden. Onder meer door het volgende: - Door gebruik te maken van informatiekanalen die vrouwen gebruiken zoals vrouwen(media)netwerken, bijvoorbeeld Netwerk MediaVrouw; - Door woord en beeld van de campagne af te stemmen op vrouwen; - Er is met de tijdstippen en locaties van de cursus rekening gehouden met vrouwen met een gezin; - Vrouwen waren als rolmodel aanwezig bij uitvoering van de activiteiten (trainer, coach, mentor, master, adviseur; - Verder is er specifiek aandacht besteed aan wat het betekent om vrouwelijke etnische mediaondernemer te zijn. Conclusies: - De periodes van werving begonnen vrij kort voor aanvang van de module. Hoewel deelnemers zich vaak op het laatste moment aanmeldden, beklijft het project wellicht beter als de periode van werving langer duurt. - Freelancers voelen zich vaak geen ondernemer. Zij moeten in de hoedanigheid van freelancer worden aangesproken. Het is nodig om een vertaling van ondernemerschap te maken naar het praktische niveau. - Er meldden zich veel mensen aan die niet tot de doelgroep van het project hoorden. Net als de vermelding dat freelancen ook ondernemen is, werd in de campagne ook explicieter vermeld om welke doelgroepen het ging. - Een persoonlijke benadering werkte het beste bij het werven van etnische mediaprofessionals. Hoewel de informatiebijeenkomsten slecht bezocht waren, kunnen deze attractiever worden door er een interessante workshop aan te verbinden. Het werkte goed om met ambassadeurs in de hoedanigheid van projectdeelnemers te werken. Potentiële kandidaten moeten persoonlijk op de voordelen van het traject geattendeerd worden. Zelf zien zij nog niet altijd het
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
13
-
-
nut van het traject in. Mond tot mond reclame heeft langere tijd nodig om tot bloei te komen. Helaas was de looptijd van het project daar eigenlijk te kort voor. Doordat de beschikking van de subsidie laat kwam, kon de organisatie pas vrij laat beginnen met de wervingscampagne. December was geen goede maand om te werven. Door de zorgvuldige communicatie en selectie meldden zich elke ronde meer vrouwen dan mannen aan.
3.2 Junior Mediashakers Het Centrum voor Interculturele Studies (CIS) van de Hogeschool voor de Kunsten (HKU) in Utrecht voerde in opdracht van Mira Media zowel de werving als de realisering van het project Junior Mediashakers uit. Het CIS had namelijk ervaring met het werven en het begeleiden van etnische jongeren in een talentklas, via een eerder project genaamd Pitch Junior. Het doel van de wervingscampagne was om tussen de tien en vijftien etnische jongeren te werven met ervaring in de media. Om het onderscheid te maken met de reguliere Mediashakers werden verder de volgende eisen gesteld: - Beginnend ondernemerschap: nog geen echt bedrijf begonnen; - Van 17 t/m 26 jaar; - Bij voorkeur uit Utrecht, stad en provincie; dus meer regionaal karakter; - Opleidingsniveau was open. In eerste instantie was de leeftijdsgrens gesteld op dertig jaar; later werd dit afgebakend naar 26 jaar. Oudere kandidaten werd voorgelegd of ze aan dit of aan het reguliere traject wilden meedoen. Er werd bij de opzet van de wervingscampagne, gebaseerd op de ervaringen van Pitch Junior, voor een aantal uitgangspunten gekozen, namelijk: - Er zou expliciet geworven worden naar niet westerse jongeren maar het traject stond ook open voor westerse jongeren indien zij gezamenlijk met allochtone jongeren wilde gaan ondernemen. - Urban Arts (waar veel etnische jongeren in actief zijn) is niet benadrukt. - De expliciete werving werd geconcretiseerd in de keuze van de plaats waar reclame werd gemaakt, door de uitstraling van het wervingsteam, en door mondelinge toelichting. De nadruk lag in de eerste plaats op een frisse jeugdige uitstraling en dan pas op de rol van etniciteit bij ondernemen. - Voor het zoeken van direct contact met potentiële kandidaten (scouting). - Een korte intensieve wervingsperiode en een vrij eenvoudige wervingscirkel met als hoogtepunt een open les. Een wervingscirkel houdt in een aantal communicatie activiteiten die elkaar versterken. De werving startte in juli 2006 met een korte impuls, en in september van dat jaar volgde er vier weken van intensieve werving. Hiervoor werd gekozen omdat bekend was dat deze doelgroep zich net voor de deadline zou aanmelden. De wervingscirkel was als volgt: - Publicatie van het initiatief op de website van Pitch Junior; - Een ticket voor een open les; - Scouting: rechtstreekse benadering en benadering via netwerken van potentiële kandidaten;
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
14
-
Bij positief contact werd het contact uitgebouwd met telefonische informatie en informatie via e-mail en het aanbieden van een open les.
Er werd op de volgende manieren ‘gescout’: - Direct via het netwerk van, reeds geïnteresseerde, Junior Mediashakers. Een aantal kandidaten (die aan de open les deelnamen) verspreidden het aanbod via hun netwerk en het netwerk van Mira Media. - Netwerkscouting verliep via het directe netwerk van de directeur van het CIS. Er werd nagegaan waar de doelgroep zich zou bevinden; jongeren met ervaring in de media, met ondernemerszin. En wie de etnische jongeren bundelt. Daar werden contacten gelegd met en presentaties gegeven aan intermediairs binnen die netwerken. Het ging dan om kunst-, onderwijs-, kunsteducatie / amateur- en diversiteitnetwerken. Deze vorm van scouting was het meest intensieve onderdeel van de hele wervingscampagne. - Met media scouting werden twee doelen nagestreefd namelijk free publicity onder allochtone jongeren en het informeren van de jongeren die bij deze mediaorganisaties werkten. Het wervingsteam bestond uit een junior scout met een Arabisch Libanese achtergrond. Hij legde contact op een informeel niveau. Daarnaast fungeerde een senior scout; een vertegenwoordiger van het kunstonderwijs met een Nederlandse achtergrond. Deze scout kon de status van de instelling en daarmee van het cursusaanbod uitdragen. De selectieprocedure bestond uit een screening van de CV van de kandidaten en een intakegesprek aan de hand van een vragenlijst. De intake werd gedaan door een docent of coördinator met student-assistent. Resultaten: - Directe scouting leverde vijf geïnteresseerden en vier deelnemers op; - Netwerkscouting veertien geïnteresseerden en zeven deelnemers; - Mediascouting leverde geen direct meetbaar resultaat op. Conclusies junior Mediashakers: - De wervingscirkel die gebruikt werd, was een minimale versie. Er zou meer aangesloten kunnen worden bij de netwerken en campagne van Mira Media. Dat was er door de korte tijdsspanne bij ingeschoten. - Netwerkscouting was het meest effectief. Vooral in de kunstnetwerken en diversiteitnetwerken. Het onderwijsnetwerk leverde wel belangstelling op voor de open les. Maar deze scholieren / studenten zagen op tegen de dubbele belasting. Deelnemers in opleiding uit andere netwerken lieten zich daar niet door tegenhouden. - Wanneer er direct persoonlijk contact was tussen het scoutingteam en het netwerk waren intermediairs bereid en in staat om jongeren actief te wijzen op het aanbod. En om namen en telefoonnummers door te geven. Door bepaalde wederdiensten aan te bieden (favours) werd de verbondenheid niet eenzijdig. - Mediascouting heeft een langere campagne nodig om effectief te zijn. - Het was misschien handig geweest voor de diversiteit van de deelnemers, die nu in meerderheid van Surinaamse afkomst waren, om ook een Turkse of Marokkaanse scout in het team te hebben. Een herkenbare etnische achtergrond versterkt de mogelijkheid om op informeel niveau uit te zoeken of de cursus interessant is.
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
15
3.3 Uitvoering trajecten De modules zijn steeds tot stand gekomen in interactie met de doelgroep. Die interactie begon al tijdens de werving met informatiebijeenkomsten voorafgaand aan elke nieuwe trainingsronde. Tijdens deze bijeenkomsten werd als vast onderdeel de wensen en behoeften van de aanwezigen geïnventariseerd. Gedurende het traject zelf is er met de deelnemers steeds geëvalueerd en zijn telkens opnieuw hun behoeften gepolst. Het scholingstraject is door de late beschikking later van start gegaan. Namelijk in februari 2006 in plaats van november 2005. Hierdoor zijn de scholingsactiviteiten later dan gepland uitgevoerd. De pilot van module 4 werd doorgeschoven naar 2007. Module 1 Groep 1 Het trainingsprogramma Mediashakers bevatte in de basis een drietal modules. Initieel was het idee dat de deelnemers na module 3 als eindproduct een ondernemingsplan zouden opleveren. Het doel van de eerste module was het ontwikkelen en aanscherpen van de zakelijke vaardigheden van de deelnemers om zo hun ondernemerskwaliteiten te vergroten. De module was ook bedoeld ter oriëntatie en als bewustwording van wat zelfstandig ondernemerschap betekent. Het programma van module 1 was vooral gericht op startende ondernemers en speelde in op het feit dat kennis over bankzaken en financiële administratie ontbreekt bij etnische ondernemers in de media. Er werd gebruik gemaakt van regulier al bestaand aanbod dat aangevuld is met aanbod gericht op de doelgroep. Module 1 bestond uit een vijftal reguliere bijeenkomsten waarin onderwerpen werden behandeld die de zakelijke ‘tools’ van de ondernemers zouden vergroten. Onderwerpen waren: voorlichting over freelancen, financiële quickscan (inzicht in huidige financiële situatie, begrotingen maken en belastingen), strategie & tactiek (over creatief denken, het maken van reële plannen, hoe te starten en netwerken). Naast de reguliere trainingsbijeenkomsten hebben Ontwikkelingspartners en experts een drietal masterclasses gegeven. In de masterclasses vertelden (ervarings)deskundigen over de praktijk van ondernemen in de media plus wat daar bij komt kijken. De eerste groep Mediashakers startte begin februari 2006. Begin april 2006 hielden de deelnemers een eindpresentatie waarin aan de orde kwamen: het belang van Mediashakers, de stand van zaken na deelname en een presentatie van het bedrijfsplan. Na afloop van de eindpresentatie hadden de cursisten nog een individueel eindgesprek met een medewerker van Mira Media. De deelnemers van de eerste groep waren enthousiast. Ze vonden het niveau en de onderdelen redelijk pittig, er was veel nieuwe informatie. De deelnemers waren enthousiast over de docenten en de masterclasses. De eerste groep was hecht, er was veel interactie en bereidheid om elkaar te helpen en van elkaar te leren. De deelnemers bleken over het algemeen slecht in staat om ondernemerskwaliteiten bij zichzelf te benoemen. Degenen die zich wel als ondernemer presenteerden (ik wil een bedrijf starten) kwamen veel makkelijker tot het formuleren van doelen en een strategie. Alle deelnemers hadden veel behoefte aan netwerkopbouw. Naar aanleiding van de evaluatie met groep 1 werd besloten om tijdens de eerste module van de tweede groep een aantal zaken anders aan te pakken. Er zou namelijk een
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
16
uitgebreide kick-off met kennismaking gehouden worden. De training strategie & tactiek werd voorafgaand aan de training quickscan geplaatst. Bovendien zou aan de deelnemers de module cyclus duidelijker toegelicht worden. De deelnemers zouden met het daadwerkelijke schrijven van het ondernemersplan beginnen in module 2. Echter al nadat de eerste groep alleen nog de eerste module had afgerond, trok de organisatie de conclusie dat het schrijven van een ondernemingsplan voor de meeste deelnemers niet haalbaar was. De tijd (tien weken voor de module) was te kort; de plannen van de deelnemers waren nog niet zover ontwikkeld dat ze in een ondernemingsplan gevat konden worden. Het feit dat de plannen van de deelnemers nog niet zover waren, had ook te maken met het idee dat deelnemers over ondernemen hadden. Zij zagen een ondernemer als een directeur met personeel; een freelancer beschouwden zij niet als ondernemer. Een andere reden voor deze conclusie was dat het nadruk leggen op het ondernemingsplan het creatieve proces in de weg zou staan. Daarom werd besloten minder nadruk te leggen op het ondernemersplan en om het ondernemersplan als eindproduct los te laten. Groep 2 Het programma van module 1 was wat betreft de uitwerking de tweede keer in hoofdlijnen hetzelfde. In de tweede groep was het verschil tussen de deelnemers groter; de deelnemers waren jonger en minder ver wat betreft de ontwikkeling van hun ondernemingsvaardigheden dan de deelnemers uit groep 1. Mede doordat er anders en breder geselecteerd was, was het effect van bewustwording van wat ondernemerschap nu eigenlijk inhoudt is, groter bij deze groep. Een aantal deelnemers gaf aan nog te twijfelen over het ondernemerschap. De deelnemers vonden klassikale trainingen minder aanspreken dan interactieve trainingen. In interactieve trainingen waren de lessen meer op maat toegesneden. Deze werkwijze werkt beter om persoonlijke vragen te beantwoorden. Hierdoor lijkt het erop dat wanneer het programma interactief is, de bijeenkomsten meer effect hebben. Groep 3 De ervaringen van de tweede groep waarbij het ondernemingsplan losgelaten werd bevielen zo goed, dat deze lijn werd vastgehouden. Het ondernemingsplan was niet meer bedoeld als eindproduct maar fungeerde alleen nog als raamwerk. De trainingen dienden als een soort invuloefening van het plan / raamwerk. Hierdoor werd de module een coherent geheel waarin de te leren vaardigheden pasten. Dat werd ook tijdens de kick-off duidelijk aan de deelnemers van deze groep gecommuniceerd. Daarbij werd het ondernemingsplan van de KvK uitgedeeld en besproken. Deze derde groep telde 22 deelnemers. De groep werd voor de verschillende trainingen onderverdeeld in kleinere groepen. Voor deze deelnemers was de training ook vooral een bewustwordingsproces. Sommigen wilden (meer dan in andere groepen) uiteindelijk bewust geen ondernemer meer worden, anderen juist wel. De deelnemers hadden vaak meerdere plannen en zij stelden geen prioriteiten waardoor het moeilijk was om te focussen. Bij een grote groep is het makkelijker om naar de niveauverschillen te kijken en op basis hiervan deelnemers te verdelen over subgroepjes. En in een grote groep is het beter netwerken. De opzet van het traject werd als goed ervaren namelijk eerst informatie over freelancen, dan focussen en ingaan op je plan. De deelnemers vonden tien bijeenkomsten veel. Het was moeilijk om een avond in de week vrij te houden. Bovendien was het aanvangstijdstip 19.00 uur voor degenen die niet uit Utrecht komen lastig.
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
17
Conclusies - Deelnemers hadden in deze fase nog hulp nodig bij het herkennen van ondernemerskwaliteiten bij zichzelf en bij het focussen op hun plannen. - Naast het feit dat het invullen van een ondernemingsplan voor velen op dit moment nog een stap te ver was, was ook het tijdsbestek van tien weken hiervoor te kort. Daarom is het ondernemingsplan gaandeweg meer als raamwerk gaan dienen. - De belangrijkste conclusie was eigenlijk dat de cursus voor het merendeel van de kandidaten een bewustwording betekende van wat ondernemerschap nu echt inhoudt en welke vaardigheden en inzichten er bij nodig zijn. In die zin was de module meer een intensieve en noodzakelijke kennismaking met het ondernemen in de media. - De module werd door de deelnemers als goed opgebouwd en informatief ervaren. Hoewel sommigen tien bijeenkomsten veel vonden. Module 2 Groep 1 Het doel van module 2 was om de zakelijke ‘tools’ van de deelnemers verder te verdiepen middels coaching en mentoring plus om tot een stappenplan of eventueel een ondernemingsplan te komen. Module 2 bestond uit een serie trainingen en workshops waarin docenten en masters dieper ingingen op ondernemen in de media. Deelnemers kregen begeleiding en feedback van coaches bij het opstellen van een groeiplan: een ondernemingsplan of stappenplan en de onderdelen daarvan zoals marketing- en financieel plan. De deelnemers aan module 2 waren een zestal deelnemers uit module 1. Tijdens het eindgesprek dat de deelnemers ter afsluiting van module 1 hadden, vond meteen een selectie en advies voor module 2 plaats. Een tweetal deelnemers werd niet uitgenodigd voor deze module omdat zij nog niet toe waren aan ondernemerschap. Twee deelnemers wilden alleen coaching; zij waren nog niet toe aan het schrijven van een ondernemersplan. De rest van de uitstroom had als reden tijdsgebrek. De module bestond uit zes plenaire sessies van begin mei tot begin juli. Deze trainingen gingen over presenteren, onderhandelen, over marketing in de media en het ondernemersplan. In een training werd onder begeleiding aan het ondernemersplan geschreven. Wederom werd de module afgesloten met een eindpresentatie (deelnemers bleken behoorlijk wat vorderingen te hebben gemaakt) en een individueel eindgesprek. Daarnaast kon iedere deelnemer (ook de uitstromers) kiezen, al naar gelang behoefte, voor een gesprek met een coach of mentor. Uit de evaluatie bleek dat deelnemers het moeilijk vonden om concrete vragen te stellen in de groep. Er was meer behoefte aan individuele gesprekken. Het tijdsbestek om tot een ondernemingsplan te komen was te kort. De deelnemers hadden steeds behoefte om de link naar de media terug te zien, anders leken zij het vertrouwen in de docenten te verliezen. Daarom waren er bedrijfsadviseurs nodig die ‘thuis’ zijn in de mediamarkt. De volgende keer zou er in deze module meer individueel maatwerkbegeleiding zijn tijdens het schrijven van het ondernemersplan. Groep 2 Van de tweede groep Mediashakers gingen er vijf door naar de tweede ronde en sloten zich twee deelnemers van de vorige groep aan. De onderdelen ondernemersplan en het
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
18
begeleid schrijven ervan, werden geschrapt. De vorige groep deelnemers had aangegeven meer baat te hebben bij maatwerk dan aan algemene trainingen die bovendien niet allemaal een link naar de media hadden. In plaats daarvan kreeg iedere deelnemer uit groep 2 drie individuele gesprekken met een ondernemersadviseur van de KvK. In deze individuele gesprekken werden vragen die de deelnemers hadden met betrekking tot het ondernemingsplan behandeld. De adviseur gaf de betreffende deelnemer na het tweede gesprek een opdracht mee om thuis het een en ander uit te zoeken dan wel uit te werken. Tijdens het derde gesprek werd het ‘huiswerk’ besproken. Vooraf aan deze gesprekken waren er twee trainingen presenteren / onderhandelen. En er was een tweetal masterclasses, namelijk fondsenwerving en media- en entertainmentrecht. Met de betrokken adviseurs heeft er eerst een kennisoverdracht bijeenkomst plaatsgevonden. Hierin is het medialandschap geschetst en zijn de adviseurs gewezen op de aspecten die specifiek te maken hebben met het ondernemen in de media. (Te denken valt aan het berekenen van je uurprijs wanneer je ook uren kwijt bent aan formatontwikkeling waar niemand je voor betaald). De adviseurs hadden op deze manier meer raakvlak met de deelnemers. De individuele benadering was goed voor het zelfvertrouwen van de deelnemers en verscherpte hun focus. De gesprekken waren vooral gericht op het plan van de ondernemer als wel op het ontwikkelen van een gedegen bedrijfsidee en de uitvoering hiervan. Bovendien konden deelnemers zelf hun niveau bepalen. De interessante masterclasses maakten het gemis aan groepsverband weer een beetje goed. De vorige groep kreeg na de presentatie van hun plannen een certificaat. Dit keer werd besloten om pas de derde module met een certificaat af te sluiten, omdat het schrijven van een plan in zo’n korte tijd niet haalbaar is. Groep 3 Van de 22 deelnemers gingen er maar 7 verder. Wegens tijdgebrek en om persoonlijke redenen. De deelnemers ervoeren het maatwerktraject als inspirerend. De deelnemers konden voor al hun vragen op zakelijk gebied naar keuze afspreken met coaches of adviseurs. Wel hadden zij door de moeilijke bereikbaarheid van adviseurs moeite om afspraken met hen te maken. Conclusies - Er bleek vooral behoefte te bestaan aan individuele begeleiding bij het ondernemen. Individuele begeleiding is goed voor het zelfvertrouwen en de focus van de deelnemers. Op deze manier konden ze hun eigen tempo en niveau bepalen, wat de effectiviteit ten goede kwam; - Er moeten goede afspraken met de begeleiders worden gemaakt over bereikbaarheid; - Het is belangrijk dat adviseurs over kennis van de mediasector beschikken. Module 3 Groep 1 Naar aanleiding van de evaluatie van de voorgaande module werd besloten om module 3 aan te passen. Het oorspronkelijke doel was om de deelnemers als een proefbedrijf in kleine groepjes gezamenlijk aan een opdracht te laten werken. Op deze manier zouden ze de opgedane vaardigheden – offreren, onderhandelen, afstemmen met opdrachtgevers, samenwerken – kunnen oefenen. Maar de meeste deelnemers hadden al genoeg ervaring met het uitvoeren van opdrachten. Bovendien hadden ze te weinig tijd om naast hun
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
19
gewone werk, een opdracht voor Mediashakers uit te voeren. De deelnemers met minder ervaring werd aangeboden om een videoreportage te maken van de Mediashakers themabijeenkomst: ‘Dag van het eigen mediabedrijf’. In aansluiting op de aangegeven wensen en behoeften van de deelnemers werd hen in module 3 de mogelijkheid gegeven om het stappen,- c.q. ondernemersplan verder uit te diepen, ook door maatwerkgesprekken met adviseurs. Hiermee werd module 3 ook een grotendeels individuele module. Het nieuwe doel voor de deelnemers was om te komen tot een ondernemings- of stappenplan waarin visie, strategie en doelstellingen helder geformuleerd staan. Het aantal overgebleven deelnemers bedroeg 4 (een freelancerpraktijk was dermate goed gaan lopen en de andere had een vaste baan gekregen). Van hen werd verwacht dat zij onder begeleiding van een coach 1 à 2 dagdelen per week 3 maanden lang aan het (ondernemings)plan zouden werken. De individuele gesprekken gingen over de volgende onderwerpen: doorlichten financiële begroting, het ondernemersplan en over het opstellen van een filmbegroting. Daarnaast waren er weer de masterclasses. Deze waren vanaf deze ronde plenair en daarmee ook toegankelijk voor de andere groepen die inmiddels gestart waren. De masterclasses betekenden dus meteen een goede manier om te netwerken. Ze gingen dit keer over fondsenwerving (van een filmplan) en over media- en entertainmentrecht. Twee maanden na de start van deze module in begin december presenteerden drie deelnemers hun uiteindelijke ondernemingsplan. Twee deelnemers waren een onderneming in de markt aan het zetten, een deelnemer was al vanaf het begin bezig met ondernemen. Door individueel maatwerk te bieden werd er meer diepgang gecreëerd en een beter resultaat bereikt in de vorm van concretere plannen. Hoewel deelnemers wel de plenaire sessies misten waarin ze elkaar stimuleerden, motiveerden en inspireerden. Maar het nadeel van een plenaire sessie met deelnemers van een verschillend niveau was weer dat mensen die al wat meer kennis en kunde hadden minder uit een training haalden. Dat werd door het maatwerk omzeild. Groep 2 Vijf deelnemers stroomden door naar de derde module. Deze module was gericht op maatwerk. Naast twee masterclasses waren er voor ieder twee individuele gesprekken gepland. De manier waarop die gesprekken werden ingevuld was afhankelijk van de behoeften van de ondernemer. Na het volgen van deze module gaven de deelnemers aan een stuk verder te zijn gekomen in de ontwikkeling van hun ondernemerschap. Het nadeel van deze benadering was dat het voor het projectbureau moeilijker was om grip te houden op de ontwikkeling van de deelnemers. Sommige deelnemers moesten er op gewezen worden dat ze zelf afspraken moesten maken. Voor de volgende groep werd besloten om deze module helemaal naar keuze te laten inrichten waardoor er nog meer ingespeeld zou worden op de persoonlijke behoeften van de deelnemers. Groep 3 Vijf deelnemers werden helemaal vrijgelaten in de keuze welke ondersteuning ze wilden. Dit was een verruiming op de tot dan toe geboden mogelijkheid om dieper in te gaan op een ondernemersplan. In een persoonlijk gesprek werd hun behoefte gepeild en het ‘traject’ samengesteld. Er vonden coachingsgesprekken, gesprekken over advisering ten aanzien van een subsidieaanvraag of over marketingplannen plaats.
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
20
Het nadeel van deze manier van werken was wederom dat de grip op de groep kleiner was. Een voordeel was weer dat ook uitgestroomde deelnemers weer bij het project betrokken konden worden door hen ondersteuning op maat te bieden. Module 4 Groep 1, 2 en 3 Module 4 was een module die parallel met de andere modules gepland stond. Voor deze module zou het projectbureau opdrachten binnenhalen waarop deelnemers konden pitchen. Het doel was om op deze manier heel concreet de werkgelegenheid onder de deelnemers op te voeren. De medewerkers van het projectbureau hebben echter niet actief naar opdrachten gezocht. De deelnemers waren werkzaam in verschillende disciplines en er zou dus een grote variëteit aan opdrachten binnengehaald moeten worden. Bovendien gaven de deelnemers aan dat zij het met hun eigen werkzaamheden druk genoeg hadden. Daarom werd besloten dat opdrachten die via derden bij het projectbureau ingediend werden, uitgezet zouden worden onder een selectie van Mediashakers. Op een manier die niet module gebonden was. Ook werd er naar het idee van module 4 een masterclass georganiseerd met als voornaamste doel netwerken. Via masterclasses en opdrachten zouden (ex)deelnemers bovendien in contact met elkaar én betrokken bij het project blijven. Mediashakers werden geattendeerd op en gemotiveerd door de opdrachten gepubliceerd door het projectbureau. Het ging om de volgende opdrachten: - Maken van DVD over Mentor plus project van de KvK Utrecht; - Oproep aan Mediashakers om betaald correspondent te worden bij www.wereldjournalisten.nl; - Oproep aan selectie van Mediashakers mee te dingen voor de selectie van de Zomerfilm van Kosmopolis; - Oproep aan selectie Mediashakers een congres te organiseren in opdracht van FORUM; - Oproep Mediashakers organisatie Mediashakers eindevent; - Oproep voor Digitales trainer t.b.v. Mira Media project ‘Kiezen voor je leven’ en ‘Zo zijn wij’; - Oproep voor het schrijven van artikel voor het FORUM magazine; - Een vrouwelijke mediaondernemer voor een interview voor de scholendag antidiscriminatie van de Commissie Gelijke Behandeling; - Maken van filmpje voor de scholendag antidiscriminatie van de Commissie Gelijke Behandeling; - Interviewer/cameraman voor Forum seminar op 12 december. Deze ‘module’ is pas later (in 2007) op gang gekomen en loopt nog steeds door. De behoefte bij de Mediashakers aan deze opdrachten groeit. Verkorte trajecten Nadat de derde groep de eerste module had doorlopen, was het de bedoeling om een verkort traject neer te zetten. Er was te weinig tijd voor nog een geheel traject maar het in de subsidieaanvraag genoemde deelnemersaantal van tachtig was nog niet gehaald. Bovendien hadden meerdere kandidaten aangeven, dat ze onvoldoende tijd hadden om een heel traject te volgen. Men had eerder behoefte aan individuele begeleiding. Met een verkort traject kon hieraan tegemoet gekomen worden. Het idee was om een groep
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
21
starters alleen module 1 te laten volgen en een groep zelfstandigen een individueel maatwerktraject aan te bieden. De doelgroep van het verkorte starterstraject zag er zo uit: - Mediaprofessionals die het plan hebben een onderneming te starten in de mediabranche, dan wel willen gaan freelancen; - Freelance mediaprofessionals die vaardiger willen worden in het freelancen; - Mediaprofessionals die net gestart zijn met een eigen onderneming in de media. De inhoud van het verkorte traject, zou er voor de starters hetzelfde uit zien als de inhoud van module 1. Het traject voor de iets gevorderde ondernemer was hetzelfde als module 2. Ook werd een aantal masterclasses aangeboden. Masterclasses Enkele onderwerpen van de masterclasses waren: - Ervaringen met het opstarten van een eigen mediaonderneming: de successen en de valkuilen; - Kernpunten creatieve MKB-er; concurrentiekrachten; bedrijfsvoering; belang van reputatie; - Do’s en dont’s van netwerken; - Etnisch ondernemerschap in de media; etnische identiteit; ervaringen uit de praktijk; combineren van zorg en werk. Vrouw in de media Niet alleen in de werving maar ook tijdens het traject werd rekening gehouden met de vrouwelijke ondernemers. Bijvoorbeeld: - Er is met de tijdstippen en locaties van de cursus rekening gehouden met vrouwen met een gezin; - Vrouwen waren als rolmodel aanwezig bij uitvoering van de activiteiten (trainer, coach, mentor, master, adviseur.
Junior Mediashakers Junior Mediashakers werd aansluitend op hun kennis en ervaring met betrekking tot de Pitch projecten, uitgevoerd door de HKU/CIS. Het doel van het pilotprogramma van Junior Mediashakers was uitzoeken of het traject een meerwaarde vormt voor jongeren. De deelnemers waren jonger; deelname was ook mogelijk voor Westerse mediaprofessionals (1 deelnemer) en centraal stond professionalisering. Er werd niet gestreefd naar etnische bedrijfsvoering omdat bij het eerder uitgevoerde traject Pitch Junior was opgevallen dat etnische jongeren zich niet exclusief op hun culturele achtergrond willen richten. Het trainingsprogramma was bedoeld voor jongeren met een MBO of een HBO-achtergrond. Het trainingsprogramma van oktober 2006 tot januari 2007 ging over: - Ondernemingstechnische vaardigheden (wat is een ondernemingsplan, marketing en wat komt er bij kijken als je een bedrijf start); - Presentatievaardigheden (je ideeën, je bedrijf). Daarnaast was er veel persoonlijke begeleiding onder andere op het gebied van discipline, rekenkundige vaardigheden en communicatieve vaardigheden. Ook waren de algemene Mediashakers masterclasses voor hen toegankelijk. Het uitgangspunt bij de cursus was dat in de creatieve bedrijvigheid het concept van de onderneming centraal staat en niet het product of de vorm van het bedrijf. De nadruk is gelegd op de unieke missie van het bedrijf, de authenticiteit van de ondernemer in relatie
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
22
tot die missie en op de marketing. Wanneer duidelijk is in welk marktsegment de missie past en hoe deze missie steeds weer gecommuniceerd kan worden aan aandeelhouders en afnemers, wordt het bedrijf levensvatbaar. In de praktijk richtte de cursus zich vooral op creatieve bedrijvigheid en in mindere mate op ondernemen in de media. Dat kwam mede door de beoogde bedrijven van de deelnemers. Er was een open les, individuele gesprekken, lessen in groepsverband en tot slot een individueel loopbaanadvies. De lessen zijn gegeven door een tweehoofdige cursusleiding die alle onderdelen aanbood. Er waren dertien deelnemers waarvan een autochtoon die niet voldeed aan de EQUAL criteria. Tijdens het traject zijn er drie inhoudelijke bijstellingen geweest: - Er is ‘peer mentoring’ geïnitieerd naar aanleiding van een les voorkeursrollen in organisaties. Echter tijdens alle eindgesprekken werd duidelijk dat dit niet goed van de grond gekomen was. De spelregels hiervoor bleken niet duidelijk. - Het instellen van veldmentoren was de tweede bijstelling. Cursisten konden hen raadplegen over het gebied waarop zij wilden ondernemen. Het idee hiervoor ontstond toen bleek dat deelnemers beperkte praktijkervaring hadden in hun vak. Om hen te stimuleren hun talenten concreet te maken werd er naar plekken verwezen en eventueel bemiddeld, waar ze deze ervaring op konden doen. Veldmentoring werd ook geen succes omdat deelnemers het moeilijk vonden met een onaf ondernemingsplan veldmentoren als sparring partner op te zoeken. - Verder werden twee lessen omgezet in een individueel coachingsmoment. De reden hiervoor was dat deelnemers aangaven bang te zijn voor diefstal van hun intellectuele eigendom. Er werd een aparte les toegevoegd om gezamenlijk af te sluiten. Van de dertien deelnemers hebben er tien de cursus afgerond. Zeven hebben een vervolgtraject voor individuele coaching aangevraagd en gevolgd bij de reguliere Mediashakers. De andere deelnemers hadden ieder een eigen motivatie om niet door te willen gaan. Wat betreft de meerwaarde van het junior programma, vielen de volgende zaken op tijdens het traject: veel jongeren willen crossmediaal werken en zich nog niet toeleggen op één discipline. Ook is het de vraag hoeveel jongeren daadwerkelijk tot bedrijfsvoering zullen overgaan. Zij willen zich vooral oriënteren en de mogelijkheden verkennen. De meerwaarde van een junior programma is dat het jongeren een oriëntatie biedt op wat ondernemen in de creatieve sector is en wat het met zich meebrengt. Conclusies junior Mediashakers - De deelnemers kregen een goed overzicht op ondernemingscompetenties en wat er in een ondernemingsplan aan de orde kan komen. - Mogelijkheid van deelname aan masterclasses werd positief bevonden. - Het sprak de deelnemers aan dat het accent werd gelegd op de relatie tussen de ondernemer en het concept van zijn/haar onderneming. - Teveel gericht op creatieve bedrijvigheid, te weinig op specifiek media. - Met de vaste begeleiders die voor langere tijd meeliepen ontstond een vertrouwensband. - De deelnemers vonden het prettig dat ze geholpen werden praktijkervaring op te bouwen. Zelf hadden ze weinig ervaring met de culturele sector, hetgeen het traject bemoeilijkte.
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
23
-
-
Tijdens het traject verschoof de taakgerichte feedback naar persoonsgerichte feedback. De deelnemers hebben die verschuiving en de feedback zeer gewaardeerd. Veel cursisten wisten nog niet echt wat ze wilden en waren nog ervaringen aan het verzamelen. Het Junior Mediashakers traject heeft uiteindelijk een andere, op zichzelf staande, uitvoering gekregen dan het reguliere traject. Hierdoor was er weinig aansluiting van de Juniors bij de andere Mediashakers. Door de intensieve en persoonlijke aanpak en door de lesmethodiek voelden de jongeren zich bij de les gehouden. Het traject leverde hen een realistische kijk op de haalbaarheid van hun plannen op. Hierdoor konden ze bewust een keuze maken om door te gaan, een carrièreswitch te maken of voorrang te geven aan hun opleiding. De meerwaarde van een junior programma is dat het jongeren een oriëntatie biedt op wat ondernemen in de creatieve sector is en wat het met zich meebrengt.
Conclusies uitvoering - Interactie met de doelgroep is belangrijk en komt ten goede van het programma en het vertrouwen van de deelnemers. - De ondernemers waar het om gaat, zijn zich vaak niet bewust wat ondernemen betekent. Daarom is als eerste stap in de begeleiding van deze groep ondernemers een oriëntatie op ondernemen nodig. Module 1 beantwoordt hier prima aan. - Deelnemers zijn enthousiast over de masterclasses. - Netwerkopbouw vindt men belangrijk. - Het schrijven van een ondernemersplan neemt veel tijd in beslag en het is bovendien mentaal een lastig proces. Omdat het opzetten van een creatief bedrijf een creatief en innovatief proces is en het schrijven van een ondernemingsplan dit proces lijkt te belemmeren, werd besloten om het ondernemersplan als eindresultaat los te laten. Het raamwerk van het ondernemersplan blijft wel belangrijk. Immers alle zaken die belangrijk zijn om te onderzoeken, beschrijven, berekenen en/of over na te denken, bij het starten van een onderneming komen in een ondernemingsplan aan bod. Of de deelnemers een compleet plan wilden uitschrijven was een keuze die zij zelf moesten maken. Mediashakers ondersteunde daar waar behoefte aan was. Deze opzet bracht mee dat Mediashakers een breed support netwerk moest aanspreken of een partij die van vele facetten van ondernemen in de media verstand heeft. - Deelnemers geven de voorkeur aan individueel maatwerk. Het nadeel hiervan is dat de organisatie minder goed de voortgang e.d. van de groep in de gaten kan houden. Het voordeel van maatwerk was dat men bijvoorbeeld het eigen ondernemingsplan beter kon uitdiepen. De deelnemers kregen een realistischere kijk op hun eigen plannen. - Docenten moeten een link met de media of er kennis van hebben, anders raken cursisten het vertrouwen in de docenten kwijt. Docenten die deze kennis niet hebben, moeten erover geïnformeerd worden. - Door de trainingen en scholing kunnen de deelnemers zichzelf en hun plannen ook zakelijker presenteren. Dit draagt bij aan een betere positie op de arbeidsmarkt. - De methode om digitrainers op te leiden en daadwerkelijk in te zetten, is bij de deelnemers goed in de smaak gevallen. - Partners en externe partijen waren bewust bereid om met nieuwe thema’s en doelgroepen aan de gang te gaan en zich daar in te verdiepen. - De opzet van de verkorte trajecten beantwoordt wellicht beter aan de behoeften van de (drukkere) ondernemers. Een andere mogelijkheid om ondernemers met een
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
24
-
volle agenda tegemoet te komen, is de modules uitsmeren over een langere periode. De doelstelling om meer dan de helft van vrouwelijke deelnemers te laten participeren is gehaald. Er is gekozen voor een geïntegreerde aanpak.
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
25
3.4 Ondersteuning Helpdesk Begin 2006 is er een coördinatie – en informatiepunt (helpdesk) ingericht. De helpdesk is verder uitgebouwd. Een medewerker Mediashakers Support is in februari 2006 in dienst getreden voor advisering en ondersteuning op maat van deelnemers aan het trainingsprogramma ‘ondernemen in de media’. De taak van de support medewerker was advisering en beantwoording van vragen die via website / e-mail en telefonisch binnenkwamen. De medewerker Mediashakers Support ondersteunde de deelnemers aan het scholingstraject op alle manieren in praktische zin. Haar functie was om deelnemers de weg te wijzen. Zij onderhield bovendien persoonlijk contact met deelnemers door bij elke scholingsactiviteit aanwezig te zijn. Zij verwees niet-deelnemers door naar andere instanties en fungeerde als contactpunt naar buiten toe. Website In 2006 is de website www.Mediashakers.nl verder uitgebreid. De website biedt samenhangende informatie over media, etniciteit en ondernemerschap; over het project in het algemeen; over het trainingsprogramma ‘Ondernemen in de media’ (informatie over de modules en verslagen van bijeenkomsten); feiten en informatie rond ondernemen in de media. Onderdelen zijn Tips & Tricks; Je eigen bedrijf starten; Geldzaken (o.a. informatie over financieringsmogelijkheden; ondernemersplan (met voorbeelden) etc. Plus er staan links naar de sites van de Ontwikkelingspartners, samenwerkingspartners en andere interessante organisaties. Een ‘nieuws tikker’ met actuele berichten over media – etniciteit – ondernemerschap. Prikbord. Dossier met nieuwsbrieven. En deelnemende mediaprofessionals kunnen zich er presenteren. Aantal bezoekers in 2006: 30.000. In 2007 waren er meer dan 62.000 bezoekers. Er is via desksearch, het doornemen van schriftelijk materiaal en via persoonlijk contact geïnventariseerd wat het voorlichtings-, scholings- en ondersteuningsaanbod is op het gebied van ondernemerschap en media. Verwijzingen en links naar aanbod werden opgenomen op de projectwebsite. Deelnemers en belangstellenden ontvingen een tweetal verschillende nieuwsbrieven. De Mediaprof Nieuwsbrief (maandelijks) en Mediashakers Nieuwsbrief (4x per jaar). (De oplage van de direct mailing was gemiddeld 200 stuks). Verder waren de nieuwsbrieven te downloaden via de site. De nieuwsbrief Mediashakers had de volgende inhoud: info over project, doelstellingen, activiteiten, nieuws over deelnemers, tips en agenda; thema’s als bijv microfinanciering; signalering van artikelen en links. Onderzoek ondernemingsverenigingen In september 2006 werd er via desksearch gestart met een oriëntatie op etnische ondernemersverenigingen. De medewerkers bezochten evenementen en voerden gesprekken met deelnemers en derden. Ze peilden meningen, ervaringen en behoeftes. Alles met de bedoeling om te kijken of het nodig zou zijn om zelf een vereniging op te richten. Uit reacties van deelnemers aan het trainingsprogramma bleek echter dat men niet tot nauwelijks geïnteresseerd was om zich aan te sluiten bij een (belangen)organisatie die zich uitsluitend richt op etnische ondernemers. Dat lijkt tegenstrijdig aangezien de deelnemers eerder wel aangaven behoefte te hebben aan netwerkvorming én de guncultuur onder de deelnemers groot is. Toch hadden zij meer de pragmatische instelling dat het bij netwerken juist niet uitmaakt of iemand allochtoon of autochtoon is. Men bleek meer in disciplinegebonden organisaties geïnteresseerd zoals FNV KIEM en NVJ.
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
26
Onderzoek kapitaalverwerving Er is een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor kapitaalverwerving. Dat onderzoek vond plaats via toegezegde advisering uit het bedrijfsleven en desksearch. Daarnaast namen onderzoekers deel aan diverse themabijeenkomsten over kapitaal, creatieve industrie en microkredieten. De resultaten van het onderzoek zijn onder meer gepubliceerd op de website van Mediashakers maar ook op de websites van de andere partners (samen trekken deze sites ongeveer 3000 bezoekers per dag.)
3.5 Samenwerking Met de Ontwikkelingspartners waren er gezamenlijk vier vergaderingen per jaar. Tussentijds vonden er tussen de partners en Mira Media bilaterale gesprekken plaats over het uitwerken van de gezamenlijke activiteiten. Partners hebben steeds input gegeven voor het programma. Op het moment dat de partners directer bij de voorbereiding en uitvoering van het programma betrokken waren en zij eigen taken hadden, werd het project concreter en tastbaarder voor hen. Met NFTVM zijn gezamenlijk de themabijeenkomsten ‘Dag van het TV idee’* (in 2006 en 2007) en de ‘Dag van het Eigen Bedrijf’* (in 2007) georganiseerd. De Kamer van Koophandel Utrecht heeft zich ingezet op het gebied van scholing en faciliteiten ter beschikking gesteld. FORUM werkte voornamelijk mee wanneer het om het verwerven van opdrachten, communicatie (verspreiding van flyers, ter beschikking stellen website) en disseminatie ging. De Experts hebben opgetreden als rolmodel en inspirator. Ze waren betrokken bij masterclasses en trainingen, voor feedback en coaching. Bovendien leverden ze net als de Ontwikkelingspartners input voor het trainingsprogramma. De toegevoegde waarde van elke samenwerking lag in het ‘commitment’ en draagvlak. Elke partner, elk samenwerkingsverband, leverde andere perspectieven en ideeën op. Naast de partner en de experts is er samengewerkt met derden. Bijvoorbeeld voor het geven van trainingen, coaching en support werd gewerkt met: STEW advies en training kleinbedrijf; Boqx0; Angel coaching; Teppema Trainingen; Petronilia Coaching en Training; Violet; Total in Support. Deze ‘docenten’ werden meestal positief geëvalueerd door de deelnemers. Kennis en ervaring in de media werd door de deelnemers als belangrijk ervaren. Voor het trainingstraject Junior Mediashakers is er met het Centrum voor Interculturele Studies (CIS)van de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht (HKU) samengewerkt. Zij hebben het pilotproject Junior Mediashakers opgezet en uitgevoerd. Hoewel het traject succesvol is verlopen is de doelstelling, de instroom van de juniors in het reguliere traject, niet direct van de grond gekomen. Er was te weinig binding tussen de twee trajecten. Vanwege tijdsgebrek kon men te weinig gebruik van elkaar maken, de methodes verschilden onderling en beide methodes hadden een eigen supportsysteem. MTNL stelde ruimte ter beschikking voor het houden van informatiebijeenkomsten. Met Mediam’Rad is er een samengewerkt voor een netwerkbijeenkomst ‘Redacties in Verandering’. *’Dag van het eigen bedrijf’: Dit was een themabijeenkomst rond ondernemen in de media met sprekers; rondetafelgesprekken; plus informatie over het trainingsprogramma
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
27
Mediashakers. Er waren uiteindelijk 53 deelnemers terwijl er 101 aanmeldingen waren. Veel afmelders noemden het uitvoeren van een spoedopdracht als reden. Het schriftelijke verslag werd 526 keer van de site gedownload. * Tijdens de ‘Dag van het TV idee’ hadden nieuwe en ervaren film- en televisiemakers de kans om hun film-, televisie- of nieuwe mediaplan onder begeleiding uit te werken en te presenteren aan omroepen en producenten.
3.6 Transnationale Samenwerking Vanwege de EQUAL subsidie moest elk project met minstens één buitenlands Ontwikkelingspartnerschap samenwerken. Het idee van de subsidiegever was dat de samenwerking tussen partners uit verschillende lidstaten zou resulteren in de uitwisseling van ideeën en ervaringen en in inhoudelijke verrijking. Mira Media vormde samen met Pluriel Media (France3) in Frankrijk, Audio Visual Entrepreneurship (BBC/Skillset) in Engeland, het Parapluproject in Zweden en On Line/More Colour in the Media uit Nederland het transnationaal samenwerkingsverband Immediate. Zij spraken af om gezamenlijk een aantal producten op te leveren en een aantal gezamenlijke activiteiten te organiseren. Producten zoals thematische workshops, een ‘Diversity Management Guide’, a TV magazine, shortreportages, studiebezoeken en een slotconferentie. Voor Mediashakers lag de meerwaarde van deze transnationale manier van samenwerken in het gezamenlijk bespreken van knelpunten en het uitwisselen van ‘best practices’. Vooral wanneer het ging om inzichten met betrekking tot werving, selectie en mentoring/coaching van de deelnemers. In samenwerking met de Franse partner hebben twee Mediashakers samen met een Franse ploeg een reportage gemaakt in Parijs. Die reportage is vertoond tijdens de afsluitende transnationale conferentie op 30 oktober 2007. Op 5 juli 2007 organiseerde Mediashakers de transnationale workshop ‘Transnationaal ondernemen voor etnische mediaprofessionals’. Meer informatie hierover is te vinden op www.Mediashakers.nl.
3.7 Deelnemers De helft van de deelnemende mediaprofessionals werkte in de media in loondienst. Vrijwel alle deelnemers voerden naast hun werk / opleiding / uitkering opdrachten in de media uit. Veelal op freelance basis of soms als vrijwilliger. Er waren enkele deelnemers met een uitkering die periodes van werkeloosheid afwisselden met freelance opdrachten. Vijf procent was zelfstandig ondernemer (9 van de 58 deelnemers, waarvan 1 niet in de media). De rest was freelancer/zzp-ers of starter. Ten tijde van de subsidieaanvraag in 2004 was de achterliggende gedachte achter het project Mediashakers dat etnische mediaprofessionals als groep een achterstandsituatie hadden ten opzichte van de groep autochtone mediaprofessionals. Bovendien bleek uit eerdere gegevens dat het merendeel van de 524 etnische mediaprofessionals uit het Mira Media bestand periodes van werkeloosheid afwisselde met korte dienstverbanden of freelance opdrachten, veelal niet binnen mediafuncties. Van de voor het traject geselecteerde deelnemers bleek echter al wel een hoger percentage in de media werkzaam te zijn en bovendien ‘eager’ genoeg om meer te willen bereiken in die wereld.
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
28
Het verschil met eerdere aannames is te verklaren doordat de meeste projectdeelnemers geen deel uitmaakten uit het Mira Media bestand uit 2005 waarop de eerdere aannames waren gebaseerd. Veel deelnemers waren starters in de media die een baan onder hun niveau hadden aanvaard. Hiermee hadden ze ook het in het algemeen in de media geldende mechanisme van ‘onderop’ beginnen aanvaard. Iets waar oudere etnische mediaprofessionals meer moeite mee hebben. De deelnemers hebben aangegeven dat de tijdens het traject opgedane vaardigheden en inzichten hen beter in staat stellen om de keuze te maken voor het ondernemerschap en om het ondernemerschap vorm te geven. Twee deelnemers zegden hun uitkering op en zijn gaan freelancen. Ook negen andere Mediashakers zijn als starter aan de slag gegaan. Acht deelnemers hadden al een eigen onderneming in de media en zijn nu beter toegerust om hun bedrijf voort te zetten. Ongeveer de helft van de ondernemers combineert een baan in loondienst met zelfstandig ondernemerschap / freelancen. Zij geven aan zich beter zakelijk te presenteren. De overige deelnemers hebben er bewust voor gekozen om in loondienst te blijven omdat zij het ondernemen nog te risicovol vonden, het erg naar hun zin hadden bij hun werkgever of omdat zij eerst nog ervaring wilden opdoen alvorens voor zichzelf te beginnen. De deelnemers hebben tijdens evaluaties aangegeven tevreden tot zeer tevreden te zijn over het traject Mediashakers. Ze waren tevreden over het niveau, de inhoud en de kwaliteit van de plenaire bijeenkomsten en van de individuele gesprekken. De thema’s van de masterclasses behoefden voor de meesten geen aanvulling. Ook over de docenten waren de deelnemers goed te spreken. Al vonden ze docenten pas echt geloofwaardig wanneer deze bekend waren met de mediabranche. De ondersteuning vanuit de projectorganisatie, met name door de support medewerker, werd als goed ervaren. De informatie op de website kreeg van de meeste deelnemers een voldoende. De meeste deelnemers gaven aan dat hun kennis van het ondernemerschap voordat zij aan het trainingsprogramma begonnen matig was. Na afloop vonden zij dat hun kennis duidelijk veranderd was; dat ze veel geleerd hadden. Met die kennis vergrootte ook hun zelfvertrouwen en motivatie, konden zij betere keuzes maken en kregen zij meer inzicht in wat ondernemerschap betekent. Daarnaast gaven zij aan dat het trainingsprogramma hielp bij het verduidelijken bij van hun bedrijfsidee.
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
29
4. Aanbevelingen en conclusies Mediashakers wilde mediaprofessionals met een niet-westerse achtergrond gelijke kansen bieden op de arbeidsmarkt door het bevorderen van ondernemerschap in de mediasector. In dit kader is een trainingsprogramma ontwikkeld onder de noemer ‘Ondernemen in de Media’ met een daarbij behorende ondersteuningsstructuur. Het trainingsprogramma varieerde van seminars over zakelijke vaardigheden tot trainingen in onderhandelen; van ondersteuning bij het schrijven van een ondernemersplan tot coaching bij het starten van een eigen bedrijf; van informatie-uitwisseling en kennisoverdracht door ervaren rotten uit de mediawereld tot persoonlijke tips en tricks door masters. De belangrijkste aanbevelingen en conclusies staan hieronder beschreven. Werving & selectie De doelstelling van de wervingscampagne was het werven van 80 niet westerse mediaprofessionals met HBO niveau en werkervaring in de media, in het bezit van een sterke motivatie om een bedrijf op te richten of uit te bouwen. Zestig procent van de werkzaamheden binnen de mediasector wordt door freelancers vervuld. Dit betekent dat ook een aanzienlijk deel van de doelgroep van etnische mediaprofessionals freelancer is. De freelancers uit de doelgroep beschouwen zichzelf echter niet als ondernemer. Eerste vereiste van een wervingscampagne is dan ook helder communiceren dat de training bestemd en nuttig is voor freelancers. De persoonlijke benadering is het meest effectief gebleken om deelnemers uit de doelgroep te werven. Het werkt het beste om aan potentiële kandidaten persoonlijk het nut van het programma uit te leggen. Tijdens algemene informatiebijeenkomsten kan er een verdere toelichting op die eerste uitleg plaatsvinden. Belangrijk is om rekening te houden met het beeld dat over ondernemerschap bestaat. Immers ondernemen is niks voor mij, zo denken sommige potentiële kandidaten. De oplossing ligt in het koppelen van informatiebijeenkomsten aan ‘publiekstrekkers’ als wellicht een discussie, debat of themabijeenkomst. Junior Mediashakers maakte gebruik van een vooraf helder gedefinieerd en gericht scoutingprogramma. Dit scoutingprogramma is wellicht ook breder inzetbaar. Netwerkscouting zou in het reguliere traject misschien ook leiden tot een gevarieerder deelnemersaanbod wat betreft dienstverlening of expertise van de deelnemers. Het inzetten als rolmodel van zoveel mogelijk ambassadeurs met verschillende etnische achtergronden leidt daarnaast tot een grotere etnische diversiteit. Dit versterkt de mogelijkheid om op informeel niveau uit te zoeken of de cursus interessant is. Voor het laten slagen van de ambassadeur- of netwerkscoutingstructuur is het belangrijk om de ambassadeur of door de scout benaderde intermediair uit een netwerk, een tegenprestatie te bieden. In ieder geval kost het tijd om maximaal te profiteren van het werken met ambassadeurs, scouts en dus mond tot mond reclame. De looptijd van Mediashakers was in dat perspectief eigenlijk te kort. Zeker ook omdat het groene licht pas later door de subsidiegever werd afgegeven en het project later dan gepland startte. Wat betreft de werving van de deelnemers is ervoor gekozen om alleen deelnemers voor de eerste module te werven en geen externe instromers voor de modules 2 en 3 toe te laten. Op deze manier zouden de deelnemers allemaal op hetzelfde kennisniveau komen. In eerste instantie werd er geselecteerd op kandidaten die de potentie hadden om uiteindelijk tot een ondernemingsplan en vervolgens ook een onderneming te komen. Dit
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
30
werd bijgesteld en er werden ook deelnemers geselecteerd voor wie het volgen van een traject tot een bewuste keuze van wel of niet ondernemen zou leiden. De uitvoering van de trainingen Doordat de modules steeds tot stand zijn gekomen in interactie met de doelgroep, kon er een programma ontwikkeld worden waarover de deelnemers enthousiast waren. Hoewel het idee was om al na module 1 te beginnen met het schrijven van een ondernemingsplan (en dit uiteindelijk in module 3 af te ronden), bleek dit in de praktijk onhaalbaar. Tien weken was een veel te korte periode daarvoor en de deelnemers waren nog niet zover in de ontwikkeling van hun ondernemersvaardigheden. Daarom werd het programma bijgesteld. Bij de eerste module hadden deelnemers vooral hulp nodig bij het herkennen van ondernemerskwaliteiten bij zichzelf en bij het focussen op hun plannen. Deze module had voor het merendeel van de kandidaten het doel van bewustwording van wat ondernemerschap nu echt betekent en welke vaardigheden en inzichten er bij nodig zijn. Het was uiteindelijk meer een intensieve en noodzakelijke kennismaking met het ondernemen in de media. De gevolgen konden uiteindelijk tweeledig zijn; deelnemers kozen bewust voor ondernemerschap of bewust voor loondienst. Het schrijven van een ondernemersplan neemt veel tijd in beslag en het is bovendien mentaal een lastig proces. Omdat het opzetten van een creatieve onderneming op zichzelf ook een creatief en innovatief proces is en het schrijven van een ondernemingsplan dit proces lijkt te belemmeren, werd ook besloten om het ondernemersplan als eindresultaat na module 3 geheel los te laten. Het ondernemersplan werd voortaan alleen als raamwerk gebruikt voor de trainingen. De trainingen gaven wel een invulling aan dat plan maar het compleet uitschrijven was geen vereiste meer. De deelnemers kregen hierin zelf de keuze. Module 2 en 3 werden hierdoor modules gericht op verdere invulling van de ondernemingsvaardigheden van de deelnemers en op invulling van het raamwerk van het ondernemingsplan. Het einddoel dat voor module drie werd geformuleerd, was om de deelnemers uiteindelijk te laten komen tot een ondernemings- of stappenplan waarin visie, strategie en doelstellingen helder geformuleerd staan. De oorspronkelijke ideeën voor deze modules werden deels losgelaten en een aantal groepstrainingen maakte plaats voor individuele begeleiding op maat. Deelnemers konden per module een keuze maken voor een advies- of mentorgesprek met een van de adviseurs uit het netwerk van Mediashakers. Deze gesprekken maakten dat de deelnemers een realistischere kijk op hun eigen plannen kregen. Het gebrek aan groepsdynamiek als gevolg van de individuele invulling van de modules werd opgevangen door, voor alle Mediashakers toegankelijke, masterclasses. Tijdens een masterclass vertelden deskundigen over mediagerelateerde onderwerpen. Dat was trouwens ook het minste wat de deelnemers van de docenten verwachtten. Een link hebben met de media of er kennis ervan. Wanneer docenten dat niet hadden raakten deelnemers het vertrouwen in de docenten kwijt. Adviseurs die deze kennis niet hadden, werden hierover door Mira Media geïnformeerd. Hoewel de verkorte trajecten – een voor starters en een andere voor ondernemers – niet van de grond kwamen vanwege een te korte of verkeerde wervingstijd (december), zouden deze trajecten wel een oplossing zijn wanneer deelnemers reguliere trajecten te lang vinden. Arbeidsparticipatie Hoewel veel deelnemers al als freelancer aan de slag waren of anderszins werkten, bleek er toch behoefte te zijn aan opdrachten die bij het projectbureau binnenkwamen en onder hen uitgezet werden. Deze opdrachten kwamen onder andere van de partners. Het kostte
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
31
even tijd voordat het opdrachtensysteem zowel bij de partners als de deelnemers op gang kwam. Maar aan beide kanten werkt het steeds beter. De deelnemers vonden netwerken erg belangrijk maar waren toch niet geïnteresseerd in een belangenorganisatie van etnische mediaprofessionals. Daar waren ze ondanks de sterke onderlinge guncultuur te pragmatisch voor. Netwerken kan je beter breed doen. Deelnemers De meeste deelnemers gaven aan dat hun kennis van het ondernemerschap voordat zij aan het trainingsprogramma begonnen matig was. Na afloop vonden zij dat hun kennis duidelijk veranderd was; dat ze veel geleerd hadden. Met die kennis vergrootte ook hun zelfvertrouwen en motivatie, konden zij betere keuzes maken en kregen zij meer inzicht in wat ondernemerschap betekent. Daarnaast gaven zij aan dat het trainingsprogramma hielp bij het verduidelijken van hun bedrijfsidee.
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
32
5. Bijlage: Organisatie, structuur en project Algemeen Het project Mediashakers werd gefinancierd met zogenaamde ‘EQUAL’ subsidie. De subsidiegever bepaalde daarmee tevens voor een belangrijke mate de structuur van Mediashakers. Zowel het transnationale karakter als het samenwerken met zogenaamde Ontwikkelingspartners. In eerste instantie wordt daarom in deze bijlage kort de EQUAL subsidie besproken en vervolgens de opzet en invulling van het project Mediashakers.
EQUAL subsidie en begrippen In 2004 deed Mira Media de eerste aanzet voor het project Mediashakers met een subsidieaanvraag bij de Europese Equalsubsidie. (ESF –EQUAL 2004). De begrippen die in verband met Mediashakers gebruikt worden, hebben te maken met de terminologie voortvloeiend uit de toekenning van deze subsidie voor het project. De voorwaarden verbonden aan de toekenning van de subsidie hebben mede de grenzen en de doelstellingen van het project bepaald. Hieronder staan de subsidievoorwaarden en de bijbehorende begrippen uitgelegd. Doelstellingen De subsidieregeling EQUAL maakt deel uit van het Europese werkgelegenheidsbeleid. Binnen de vier pijlers van dat Europese beleid is de doelstelling van EQUAL het bestrijden van discriminatie en ongelijkheid op de arbeidsmarkt door de ontwikkeling van nieuwe methoden. Voor EQUAL zijn in vier pijlers (inzetbaarheid (employability); ondernemerschap; aanpassingsvermogen; gelijke kansen voor vrouwen en mannen) acht thema’s aangegeven waarop de projecten zich moeten richten. Voor Nederland is Asielzoekers als negende thema toegevoegd. Ontwikkelingspartnerschappen Een belangrijke voorwaarde voor de EQUAL-subsidie is, dat er gewerkt wordt in zogenaamde Ontwikkelingspartnerschappen. Zij moeten samen in staat zijn om de uitgangspunten van EQUAL (vernieuwing, mainstreaming en empowerment) te realiseren. Dit houdt in dat verschillende organisaties in een bepaalde regio of uit een bepaalde sector moeten samenwerken. Er is altijd een hoofdaanvrager die juridisch en financieel verantwoordelijk is. De samenwerking is gebaseerd op een formele overeenkomst, waarin onder andere de volgende punten zijn opgenomen: - een gemeenschappelijke strategie; - een gedetailleerd werkprogramma; - een financieel plan met een overzicht van de aanvullende medefinanciering van de publieke en particuliere sector, met name de regels voor het financieel beheer; - de verantwoordelijkheden en bijdragen van elke partner; - de toezegging van het Ontwikkelingspartnerschap om deel te nemen aan; thematische netwerking en verspreiding van goede praktijken, en om invloed op het nationale beleid uit te oefenen; - Vernieuwing; - De projecten moeten leiden tot vernieuwingen in het arbeidsmarktbeleid. In de aanvraag moet het probleem worden beschreven en moet duidelijk gemaakt worden dat een vernieuwend beleid tot de oplossing van het probleem leidt.
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
33
Transnationale Samenwerking Elk Ontwikkelingspartnerschap dient met minstens één buitenlands geselecteerd Ontwikkelingspartnerschap samen te werken.De samenwerking tussen partners uit verschillende lidstaten zal resulteren in de uitwisseling van ideeën en ervaringen. Het brengt een inhoudelijke verrijking voor de Ontwikkelingspartnerschappen met zich mee. De meerwaarde van een dergelijke samenwerking is dan ook zeer groot. De transnationale samenwerking moet worden vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen betrokken partijen, waarin de doelen en verdeling van taken en middelen zijn opgenomen. Empowerment Degenen die belang hebben bij de implementatie van de activiteiten in het kader van EQUAL, moeten ook deel hebben aan de besluitvorming (ook de uiteindelijke doelgroep zodat de wensen en behoeften van deze groepen ten volle aan bod komen.) Innovatie EQUAL is een experimenteerruimte waarbinnen nieuwe ideeën kunnen ontstaan rond het tegengaan van discriminatie en ongelijkheid op de arbeidsmarkt. Zo kunnen binnen EQUAL instrumenten en methodieken ontwikkeld worden, die naderhand in de reguliere werking op grote schaal geïmplementeerd kunnen worden. Disseminatie en mainstreaming Om een maximaal effect te halen uit de projecten moeten succesvolle vernieuwingen breed bekend gemaakt worden. Verder dient de ontwikkelde aanpak in het reguliere beleid geïntegreerd te worden. Dit proces heet in de Europese terminologie 'disseminatie en mainstreaming'. Financiën Van de totale kosten van het project wordt maximaal 50% betaald uit EQUAL-subsidie en moet minimaal 50% worden ingebracht door de partners.
Structuur project Mediashakers Transnationaal Op transnationaal niveau sloot Mira Media een overeenkomst met Pluriel Media in Frankrijk en Audio Visual entrepreneurship in Engeland. Zij spraken af om gezamenlijk een aantal producten op te leveren en een aantal gezamenlijke activiteiten te organiseren. Producten zoals thematische workshops, een ‘Diversity Management Guide’, a TV magazine, shortreportages, studiebezoeken en een slotconferentie. Met de samenwerking beoogden partijen: - Een beter inzicht te verkrijgen in de oorzaken en de wijzen van uitsluiting, discriminatie en ongelijkheid in de media; - Het identificeren van factoren die tot ‘good practice’ leiden; - Het vestigen van een basis voor benchmarking strategieën, activiteiten en resultaten; - Het creëren van voorwaarden die discriminatie en uitsluiting tegengaan. De meerwaarde van het transnationale aspect was vooral het bespreken van knelpunten en het uitwisselen van ‘best practices’. Vooral wanneer het ging inzichten met betrekking tot werving, selectie en mentoring/coaching van de deelnemers. In samenwerking met de Franse partner hebben twee Mediashakers samen met een Franse ploeg een reportage gemaakt in Parijs. Die reportage is ook vertoond tijdens de afsluitende transnationale
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
34
conferentie. Op 5 juli 2006 was er een transnationale workshop. Meer informatie hierover is te vinden op www.Mediashakers.nl Ontwikkelingspartners Naast transnationale samenwerking schrijft EQUAL een specifieke beheerstructuur voor. Het project dient te worden gedragen door een zogenaamde Ontwikkelingspartnerschap (OP) (vanaf 1 april 2005 t/m 31 december 2007). Stichting Mira Media was de hoofdaanvrager van het project ‘Etnische ondernemers in de media’ en daarmee verantwoordelijk voor de rapportages aan het Agentschap en het doorvertalen en betalen van de subsidie aan de Ontwikkelingspartners. De Ontwikkelingspartners van Mira Media voor Mediashaker waren: - FORUM: Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, is het landelijke expertisecentrum op het gebied van multiculturele ontwikkeling. FORUM heeft ervaring met projecten op het terrein van etnisch ondernemerschap in algemene zin en specifieke expertise op de ontwikkeling van voorlichtingsactiviteiten voor etnische minderheden - NFTVM: Vereniging van Nieuwe Film en Televisie Makers: De doelstelling van de vereniging is om jonge film- en televisiemakers met elkaar en met de zogenaamde gevestigde orde in contact te laten komen. Daarnaast worden leden geïnformeerd over verschillende film- en televisiezaken. Richt zich in toenemende mate op interculturalisatie van de vereniging en de diensten - Kamer van Koophandel Utrecht - Online / More Colour in the Media (Internationale tak van Mira Media) Iedere partner had eigen taken. Wat deze taken waren, is te zien in de afbeelding uit paragraaf 2.4. Besluitvorming door en namens het Ontwikkelingspartnerschap werden genomen door de stuurgroep. Iedere partner had minstens één vertegenwoordiger in deze stuurgroep. De Ontwikkelingspartners kwamen vier keer per jaar bij elkaar. Er was een projectbureau gehuisvest (en bemenst door) bij Mira Media. Hier werd de centrale projectorganisatie gedaan. De taken van het projectbureau waren: inhoudelijke-, deelnemers en financiële administratie, projectontwikkeling, projectleiding en coördinatie, en de uitvoering van projectactiviteiten. Experts Ook werd er in het kader van EQUAL een expertgroep ingericht. De expertgroep bestond uit personen en organisaties met expertise op (deel)gebieden van het project. Bij de samenstelling van de expertgroep werd diversiteit in deskundigheid, branche, sexe, etniciteit en leeftijd nagestreefd. De rol van de experts was: - Kwaliteitsbewaking van het project; - Fungeren als rolmodel en inspirator voor de deelnemers; - Inleider bij cursussen; - Feedback en coaching bij praktijkoefening. In de praktijk hielden de experts zich bezig met het verzorgen van inleidingen en het geven van masterclasses; het voeren van gesprekken met deelnemers als mentor of als expert; het geven van feedback op ondernemingsplannen; het geven van feedback bij eindpresentaties. De expertgroep had twee bijeenkomsten per jaar. De groep bestond uit de volgende leden: - Abdel Razak Chraou, Tawasol groep; - Cees van Diemen, BRN Adviesbureau; - Joan Ferrrier, directeur E-Quality;
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
35
-
Giep Hagoort, lector Kunst en Economie, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht; Nancy Jouwe, voormalig adjunct-directeur Mama Cash; Pieter Liebregts / Aukje Visser, Ministerie van Economische Zaken; Jan-Dirk Naaijen, directeur zaken ABN-AMRO Amsterdam Centrum; Sevgan Cevirgen, Ministerie van Justitie, Directie Coördinatie Integratiebeleid Minderheden; Gűlay Orhan, directeur Fatusch Productions; Senay Őzdemir, hoofdredacteur en uitgever SEN magazine; Rocky Tuhuteru, directeur Tuhuteru en Partners BV; Bob Jansen, bestuurder FNV KIEM.
Overige eisen vanwege subsidie Innovatieve karakter Voorheen was het de aanpak van Mira Media en dergelijke organisaties om etnische mediaprofessionals te laten instromen binnen bestaande organisaties. Met Mediashakers werden etnische mediaprofessionals toegerust met zakelijke kennis en vaardigheden. Hiermee konden zij als een meer bepalende en minder afhankelijke positie op de arbeidsmarkt verkrijgen. Het doel was om de groep zelf aansluiting te laten vinden bij het reguliere circuit. De mediaprofessionals moesten er zelf voor zorgen dat de boel in beweging kwam en ging ‘shaken’. Zowel wat betreft de doelgroep van etnische professionals als de sector de mediabranche was het project vernieuwend. Het project zou ook gebruikt kunnen worden voor mediaprofessionals in het algemeen aangezien er nog geen vergelijkbaar ondersteuningsproject is. Empowerment De ontwikkeling van het aanbod, in interactie met de doelgroep en ook de uitvoering van dit aanbod, in al haar facetten droeg bij aan de empowerment van etnische mediaprofessionals. Disseminatie en mainstreaming Dit was eigenlijk al geïncorporeerd in het karakter en de uitvoering van de activiteiten. Daarnaast waren producten, diensten en goede voorbeelden verspreid. Ontwikkelingspartners hebben het project daarbij op diverse manieren uitgedragen.
Over Mira Media Mira Media werd in 1986 als stichting opgericht (toen nog onder de naam STOA) door de nationale migrantenorganisaties. Mira Media heeft zich ontwikkeld tot het landelijke kenniscentrum op het gebied van media in de multiculturele samenleving. Het is de verbindende schakel tussen media en burgers en de multiculturele samenleving; • • •
Mira Media onderzoekt en monitort de rol, functie en impact van media op die samenleving. Mira Media bevordert (etnisch culturele) diversiteit in mediaproducties. Mira Media bevordert actieve participatie aan de media, hetzij als mediaprofessional, hetzij als vrijwilliger, hetzij als kritische mediaconsument.
Meer informatie over Mira Media is te vinden op de website www.miramedia.nl Op deze website en op de website www.Mediashakers.nl staat meer achtergrond over etnisch ondernemerschap in de media.
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
36
6. Bronvermelding en colofon Bronvermelding -
Diverse interne documenten in verband met Mediashakers: Subsidieaanvraag, jaarrapportage 2006, scholingsverslagen, evaluatieformulieren, gespreksverslagen deelnemers, notulen vergaderingen. Nelly van der Geest: Onderzoek Junior Mediashakers. Mevr. drs. S.C. Bink: Media & minderheden in Nederland; Handboek Minderheden van Sdu Uitgevers. R. Aalders en H.T. Versteegh: Rabobank Visie op provinciale dynamiek 2006. Lieke van der Westen: Geld maakt niet gelukkig, of toch? Financiering voor startende culturele ondernemers; Ondernemerschap binnen de creatieve industrie Factsheet Mira Media juni 2005 Etnisch ondernemerschap. Raad op maat. Ondernemers, vraag en aanbod van advies; ondernemerschap in perspectief. EIM, oktober 2006/ING BANK en MKB Nederland. Drs. R.M. Braaksma, drs. J.P.J. de Jong, dr E.Stam: Creatieve bedrijvigheid in Nederland, structuur, ontwikkeling en innovatie. EIM september 2005.
Colofon Projectbureau: Carmelita Serkei: projectmanager Lisette Boeren: projectleider Hayat Amrani: productieassistent Melanie Tangkau: projectleider tot april 2007 Mariaplaats 3 3511 LH Utrecht Tel. 030-2302240 Fax. 030-2302975
[email protected] www.mediashakers.nl
Partners: Forum, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling: Henk Roodenburg/Paul Groenestein Kamer van Koophandel Utrecht: Gerard Weck Nederlandse Vereniging van Nieuwe Film en Televisiemakers: Wiendelt Hooijer/ Chai Locher On Line More Colour in the Media: Ed Klute, Martina Valdetara Dit rapport is in opdracht van Mira Media geschreven door: Sonja Havermans van BlueFish Communicatie te Almere Info:
[email protected]
Methodiekbeschrijving Project Mediashakers
37