20-3-2012
Overzicht les • Soorten excursies
Methodiek 2
• Doelgroepen
Cursus Natuurgids
• Werkvormen • Leren inspelen op je publiek
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
Soorten excursies Soort excursie
Doelgroep
Kalenderexcursie
Gezinspubliek
Excursie op aanvraag
Specifieke doelgroep
Gespecialiseerde excursie
Gedreven natuurliefhebbers
Doelgroepen
• Jouw taak als natuurgids = het rondgidsen van een gezinspubliek of specifieke doelgroep (naar keuze) • Je hoeft geen excursie voor gedreven natuurliefhebbers te kunnen begeleiden!! Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
2
3
Gezinspubliek = verzameling van volwassenen, jongere en oudere kinderen en ouderen die op eigen initiatief aan een natuurwandeling wensen deel te nemen Andere doelgroepen • Kinderen • Volwassenen • Senioren • Jongeren • … Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
4
1
20-3-2012
Gezinspubliek
Gezinspubliek
• Ontspanning! Genieten! Verwondering wekken • Probeer alle subgroepen afwisselend in de kijker te stellen, niet alleen de supergeïnteresseerden • Richt je geregeld tot de kinderen • Hou de rode draad (thema) van je wandeling in het oog
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
• Ingaan op de vragen die het publiek je stelt • Je antwoord aanpassen aan niveau van de vraagsteller • Een goede afwisseling tussen wandelen en uitleg geven • Niet teveel moraliseren
5
Kinderen
6
Kinderen
• Laat kinderen de natuur beleven met al hun zintuigen! • Probeer kinderen actief te betrekken bij de excursie, laat hen zoveel mogelijk zelf ontdekken. • Gebruik materiaal en laat hen materiaal gebruiken.
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
• Geef een korte, duidelijke uitleg. Stel vragen en betrek de leerlingen voortdurend bij de uitleg. Werk met dialoog en groepsopdrachtjes. • Laat de kinderen ook zelf vertellen. • Werk rond een vooraf met de leerkracht afgesproken thema.
7
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
8
2
20-3-2012
Volwassenen
Volwassenen
• verwachten respect en een vriendelijke gids • verwachten dat de gids zich aan de afspraken houdt • verwachten een excursie met een bepaald thema • geven veel krediet als ze zien dat je je best doet • ga in op gezamenlijke interesse vanuit vereniging Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
• motiveer ook volwassenen om te zien, horen, ruiken, voelen en te proeven, kortom actief te leren • aandacht voor het milieuaspect is belangrijk, maar niet moraliseren, geef objectieve informatie, groepsgesprek, suggereren wat ze zouden kunnen doen, maar niets opdringen
9
Senioren
10
Werkvormen
• ‘gepensioneerd zijn’ hulpbehoevend • mensen met veel levenservaring: vertellen graag zelf iets vertrekken graag vanuit wat er concreet te zien is • willen ontspannen genieten van de activiteit en van onderling sociaal contact • eventueel rekening houden met afstand en rustpauzes inlassen (zitbank) Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
Mensen onthouden : 10% van wat we horen 30% van wat we zien 40% van wat we horen en zien 50% van wat we zeggen 60% van wat we doen 90% van wat we zien, horen, zeggen en doen.
11
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
12
3
20-3-2012
Werkvormen
Werkvormen
Chinees spreekwoord
8 werkvormen: Monoloog, Dialoog, Groepsgesprek, Demonstratie, Belevingsmoment, Opdracht, Groepswerk, Spel
Ik hoor en ik vergeet, ik zie en ik onthoud, ik doe en ik begrijp.
? Welke werkvorm vind je als deelnemer zelf leuk? demonstratie
monoloog
…
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
13
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
belevingsmoment
groepsgesprek
groepswerk
14
spel opdracht
dialoog
Werkvormen Tips: • Door verschillende werkvormen te gebruiken, puzzel je je excursie tot een geheel. • Wissel je werkvormen af, dan krijgt elke deelnemer iets dat hij/zij graag doet! • Verschillende werkvormen gebruiken brengt een aangename variatie in je wandeling!
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
15
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
16
4
20-3-2012
4 types natuurgidsen • • • •
De De De De
De expert
expert ingenieur profeet communicator
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
• Leren = kennis verwerven en leren problemen oplossen • Natuurgids = deskundige en wandelaar = onwetende • Proces: kennis verzamelen – overtuigen – kennis testen
17
De ingenieur • • • •
18
De profeet • Leren = besef van en handelen naar waarden (rechtvaardigheid, respect voor mens en natuur, …) • Natuurgids = moreel voorbeeld • Wandelaar = zinzoeker • Proces = bewustmaking, verwondering wekken, mobilisatie
Leren = handelingsbekwaam maken Natuurgids = planner, coach Wandelaar = doener Veldwerker
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
19
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
20
5
20-3-2012
De communicator
Welk type gids verkies jij?
• Leren = resultaat van overleg en communicatie • Natuurgids = schept mogelijkheden • Wandelaar = partner in de communicatie • Proces = ervaringen uitwisselen – zoeken naar een gemeenschappelijke visie of naar verschillen Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
21
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
Leren inspelen op je publiek
Leren inspelen op je publiek
Iemand vraagt de naam van een paddenstoel die je niet kent.
Een van de deelnemers ontdekt een grote mierennest. Je kent niets van mieren. Wat kun je zeggen of doen?
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
23
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
22
24
6
20-3-2012
Leren inspelen op je publiek
Leren inspelen op je publiek
Je vertelt dat deze vlinder een Kleine vos is. Een deelnemer zegt dat het een Landkaartje is.
Je hebt plots een black-out, waardoor je de naam van dit plantje niet meer kent.
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
25
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
26
Leren inspelen op je publiek
Leren inspelen op je publiek
Een deelnemer wijst je erop dat iets dat je vertelt niet waar is. Je begint nu zelf te twijfelen.
Een deelnemer wijst je erop dat iets dat je vertelt niet waar is. Je weet zeker dat je gelijk hebt, maar de deelnemer blijft zeggen dat je ongelijk hebt.
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
27
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
28
7
20-3-2012
Lastige klanten
Lastige klanten
2 deelnemers staan voortdurend te babbelen terwijl jij tot de groep spreekt.
Een deelneemster onderbreekt je voortdurend om haar eigen verhaal te kunnen doen en te tonen dat zij veel over kruiden weet.
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
29
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
30
Lastige klanten
Lastige klanten
Een deelnemer heeft bij het vertrek zijn hond bij en laat deze vrij loslopen. De gids wil dat de hond aan de leiband gaat, maar de deelnemer pruttelt tegen want zijn hond doet niemand kwaad.
Een van de deelnemers is ontevreden omdat zijn schoenen en broek vuil zijn geworden. Hij geeft jou de schuld, want jij hebt niet op voorhand gezegd dat dat kon gebeuren, jij hebt slechte paden uitgekozen.
Hoe reageer je als gids ?
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
Hoe reageer je als gids ?
31
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
32
8
20-3-2012
Lastige klanten
Lastige klanten
Een deelnemer is kwaad omdat de pas gebeurde natuurbeheerwerken (bomen omkappen) volgens hem het mooie natuurgebied hebben vernietigd. Hij meent dat de natuurbeweging de natuur voor de mens onaantrekkelijk wil maken en gaat in discussie met de gids.
Een van je deelnemers heeft een negatieve ervaring gehad met de plaatselijke boswachter. Hij was van het pad afgeweken en de boswachter heeft hem onvriendelijk verplicht onmiddellijk terug te gaan. De deelnemer is kwaad en begint er telkens opnieuw over.
Hoe reageer je als gids ? Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
Hoe reageer je als gids ? 33
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
34
Lastige klanten
Lastige klanten
1. Laat de deelnemer zich uitdrukken, zijn beklag doen. 2. Herhaal wat hij zegt en hoe dat voor hem voelt. 3. Laat de deelnemer zich opnieuw uitdrukken. 4. Vraag verder door of stel een oplossing voor. 5. Geef jouw argument. Leg duidelijk uit waarom je het zo ziet. 6. Zoek een consensus samen met de deelnemer. Toon begrip voor zijn visie, zonder daarom noodzakelijk jouw visie op te geven. 7. Sluit de discussie af als ze te lang duurt.
D: Mijn broek is vuil van door de modder te moeten gaan met u. Stomme gids. G: Uw broek is vuil. Ik begrijp dat dat niet leuk is voor u. D: Nee, dat is inderdaad niet leuk. G: Moet u straks direct weg of kan u zich thuis nog gaan omkleden? D: Ik moet meteen door naar een feestje. G: Oew, dat is vervelend. Als je in de natuur gaat wandelen, dan kan dit gebeuren. Maar ik begrijp dat het niet leuk voor u is als dat onverwacht gebeurt. Het spijt me. D: Het valt wel mee, ik zal een volgende keer zorgen dat ik reservekleren bijheb.
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
35
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
36
9
20-3-2012
Een discussie goed leiden
Een discussie goed leiden
Honden moeten altijd aan de leiband in een natuurgebied. Meer nog: honden moeten uit alle natuurgebieden wegblijven.
Natuurbeheerders mogen geen bestaande natuur vernietigen.
Alle exoten moeten bestreden worden. We moeten de Canadese gans bestrijden want ze vermest onze vennen en plassen.
De jacht moet volledig verboden worden. Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
37
Een discussie goed leiden
38
Een discussie goed leiden
Tips: • Wees de gespreksleider, modereer het gesprek. • Wees niet partijdig, trek niet hevig partij voor 1 visie. • Natuurlijk mag je een eigen mening hebben en je kunt die een keer rustig zeggen, maar dring ze niet op aan de anderen. • Zorg dat iedereen die dat wil aan bod komt en dat het gesprek niet door een of twee mensen wordt gedomineerd. • Reageer zelf rustig. Word niet boos en ga zelf niet roepen of pleiten. Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
39
• Als het gesprek teveel naar een kant neigt, breng dat zelf tegenargumenten in, maar wees niet partijdig. • Hou de deelnemers bij het thema van het gesprek. Zeg het als er wordt afgeweken. • Vat op het einde de verschillende standpunten samen. Durf er een einde aan maken als er teveel herhaald wordt of te heftig wordt. • Als het om een kleine groep gaat kun je iedereen vragen om beurtelings in één zin zijn/haar mening samen te vatten. Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
40
10
20-3-2012
Planning Je bent achter op je planning. Je bent nog maar halfweg terwijl je nog maar een half uur tijd over hebt. Wat doe je?
Methodiek 2 – Cursus Natuurgids
41
11