Analyse Buig 2015 Inleiding Gemeenten ontvangen van het Ministerie van SZW jaarlijks een budget om daaruit de kosten van uitkeringen mee te kunnen betalen, dit is het BUIG budget. In principe moeten gemeenten zich redden met dit toegekend budget, overschotten mag de gemeente houden en tekorten moeten uit eigen middelen worden aangezuiverd. Indien het tekort echter meer bedraagt dan 10% van het toegekend jaarbudget, dan bestaat de mogelijkheid om voor het meerdere een aanvraag in te dienen bij SZW om dit gecompenseerd te krijgen (de IAU-aanvraag). Deze systematiek bestaat al jaren. Per 2015 is het landelijk verdeelmodel aangepast, de vangnetten IAU en MAU zijn komen te vervallen en vervangen door één geïntegreerd vangnet. Daarbij zijn ook de ‘spelregels’ met betrekking tot de aanvraag voor dit vangnet gewijzigd (zie hiervoor bijgevoegd document). Zeer belangrijk hierbij is, dat indien een gemeente constateert dat er mogelijk een groter tekort gaat ontstaan dan 10%, op dat moment hiervoor een analyse moet maken en dit kenbaar moet maken aan de gemeenteraad, inclusief voorgestelde maatregelen om het tekort zo maximaal mogelijk te dempen. Daartoe dient dit document. De gemeente moet namelijk kunnen aantonen dat zij in 2015 een proces in gang heeft gezet dat gericht is op tekortreductie.
Omvang verwacht tekort 2015: Met de eerste bestuursrapportage is de Raad op de hoogte gesteld van het volgende voor 2015 verwachte nadeel, namelijk: Lasten Algemene bijstand Uitkeringen Loonheffing WWB Zvw voor WWB Langdurigheidstoeslag WWB Krediethypotheek
€ 2.177.777,77 € 653.333,33 € 228.666,67 € € 35.000,00
0 € 3.094.777,77
Lasten Inkomensvoorzieningen IOAW IOAZ
€ €
230.000,00 30.000,00
Lasten bijstand zelfstandigen Uitkeringen (bruto)
€
260.000,00
€
20.000,00 €
3.374.777,77 Baten Gebundelde uitkering Terugvordering e.d.
€ 2.655.455 € 57.100 € 2.712.555,00
Subtotaal
-/- € 662.222,77
Korting Algemene uitkering 1 loket gedachte Nadeel gebundelde uitkering
-/- € 40.000 -/- € 702.222,77
Deze cijfers zijn gebaseerd op 245 (stand 12 januari 2015) verstrekte uitkeringen.
Oorzaak Sinds enkele jaren heeft de gemeente Vlagtwedde te maken met een steeds groter wordend nadeel op de gebundelde uitkering. Ook voor het jaar 2015 zal dit naar verwachting aan de orde zijn. Dit heeft te maken met een hoge instroom en een lage uitstroom in combinatie met het feit dat de gebundelde uitkering voor de gemeente Vlagtwedde tot 2015 gebaseerd was op het historisch aandeel in de bijstandsuitgaven van de 2 jaren daarvoor. Het aantal toekenningen is in 2014 ten opzichte van 2013 met 3% gestegen. In 2013 was de instroom 140 en in 2014 was de instroom 144. De uitstroom is in 2014 ten opzichte van 2013 met 12,3% gestegen. In 2013 was de uitstroom 89 en in 2014 was de uitstroom 100. Het aantal bijstandsgerechtigden is in 2013 (gegevens 2014 zijn nog niet beschikbaar) 90% gestegen is ten opzichte van de regio (49 %) en ook ten opzichte van Nederland (47%).
Bron: kernkaartwwb.nl
Vooral de hogere instroom en de problematische werkgelegenheid in deze regio heeft geresulteerd in een lagere uitstroom. Dit is de oorzaak van de stijging van het bijstandsvolume. De stijging van de gemiddelde uitkeringsduur en het hoge aandeel ouderen bemoeilijken de reintegratie naar betaald werk. Een groot deel van de bijstandsgerechtigden hebben een lage opleiding en fysieke en psychische beperkingen. Voor de doelgroep zien we vaak ook belemmeringen in de sociale sfeer: er speelt vaak een combinatie van problemen in de zin van schulden en/of relatie- of verslavingsproblematiek. Daarnaast zien we dat ook de mobiliteit een probleem is, mensen beschikken niet over passend vervoer, terwijl het openbaar vervoer ronduit slecht is. In het verleden werd daarom deze doelgroep toegelaten tot de Wsw. Dat is ook de reden dat onze gemeente wordt gekenmerkt door een hoge Wsw-populatie. Bovendien is door toenemende mechanisering en automatisering het relatief eenvoudige handwerk, waar veel mensen uit de doelgroep op zijn aangewezen, niet meer voorhanden. Grote werkverschaffers als de aardappelzetmeel- strokartonindrustrie en Philips-vestigingen zijn inmiddels gesloten.
Onderstaande staafdiagram geeft de arbeidsparticipatie weer van Vlagtwedde. Vooral de beschikbaarheid van werk wijkt negatief af ten opzichte van vergelijkbare gemeenten. 1
Legenda: De linkerstaaf in de grafiek laat zien of en hoe de netto participatiegraad in de geselecteerde gemeente afwijkt van het gemiddelde in Nederland (de x-as): rood = lager dan gemiddelde netto participatiegraad groen = hoger dan gemiddelde netto participatiegraad grijs = geen significante afwijking van gemiddelde De overige staafjes laten zien hoe die afwijking te verklaren is, 'opgestapeld' zijn die staafjes even hoog als de linkerstaaf in de grafiek: gearceerd rood = kenmerk biedt verklaring voor een lagere netto-participatiegraad dan gemiddeld gearceerd groen = kenmerk biedt verklaring voor hogere netto-participatiegraad dan gemiddeld grijs = kenmerk wijkt niet significant af van gemiddelde. De as-indeling is gekozen o.b.v. de minimum- en maximumscores voor deze gemeente, niet o.b.v. minimumen maximumscores van alle gemeenten. De hoogte van de verklarende staafjes zegt dus niets over de absolute score van deze gemeente ten opzichte van andere gemeenten. Het enige doel van deze grafiek is de afwijking ten opzichte van het gemiddelde van alle Nederlandse gemeenten te verklaren. Die verklaringen worden door de gekozen as-indeling zo geprononceerd mogelijk weergegeven.
Het opleidingsniveau van de beroepsbevolking ligt sterk lager dan vergelijkbare gemeenten. Arbeidsdeelname 2013
Vlagtwedde < 25.000 inwoners Provincie Groningen Nederland
Beroepsbevolking Beroepsbevolking Beroepsbevolking opleiding laag, per opleiding opleiding hoog, per 1000 inwoners, 15- middelbaar, per 1000 inwoners, 1565 jr. 1000 inwoners, 1565 jr. 65 jr. 199,4 398,8 99,7 205,4 371,4 224 180,9 341,4 239,5 184,5 341,7 263,2
Arbeidsdeelname 2014 Beroepsbevolking Beroepsbevolking Beroepsbevolking opleiding laag, per opleiding opleiding hoog, 1000 inwoners, 15- middelbaar, per per 1000 inwoners, 65 jr. 1000 inwoners, 1515-65 jr. 65 jr. Vlagtwedde 204,1 408,2 102,1 < 25.000 inwoners 205 371 235 Provincie Groningen 168,4 344,5 234,8 Nederland 182 342,4 269,9
Bron: waarstaatjegemeente.nl
1
Bron: www.waarstaatjegemeente.nl
Daarnaast is nog opvallend dat de bestandssamenstelling een hoger percentage alleenstaande ouders en echtparen laat zien dan vergelijkbare gemeenten en landelijk. 56,3% van de huishoudens met een WWB/WIJ uitkering in de gemeente Vlagtwedde betreft een alleenstaande, 25,0% een alleenstaande ouder, 18,8% een echtpaar. In onderstaande tabel is het aantal huishoudens naar leefvorm weergegeven, afgezet tegen vergelijkbare gemeenten, de provincie Groningen en Nederland2. Vlagtwedde
Vlagtwedde (%)
Gem. grootte <25.000 inwoners
Provincie Groningen
Nederland
abs.
%
%
%
%
Alleenstaande
90
56,3
60,0
68,0
62,7
Alleenstaande ouder
40
25,0
22,7
19,8
21,6
Echtpaar
30
18,8
17,3
12,2
15,7
Het aandeel alleenstaande ouders met een WWB/WIJ uitkering in de gemeente Vlagtwedde is groter dan het gemiddelde over de gemeenten van vergelijkbare bevolkingsomvang. De Participatiewet en de WSW: De gemeente Vlagtwedde bevindt zich tezamen met de andere Oost-Groninger gemeenten in een uitzonderlijke situatie. De Participatiewet plaatst de Oost-Groninger gemeenten Bellingwedde, Menterwolde, Oldambt, Pekela, Veendam, Vlagtwedde en Stadskanaal voor een bijzonder zware opgave. Het aantal SW'ers is hier namelijk 3,5 maal hoger dan in de rest van het land, waardoor de tekorten op de subsidie per SW’er extra aantikken. Het hoge aantal SW’ers in Oost-Groningen is historisch zo gegroeid. In de tijd dat grote werkgevers in bijvoorbeeld de strokartonindustrie wegvielen en er weinig alternatieve werkgelegenheid was op de reguliere arbeidsmarkt, nam de druk op de sociale werkvoorziening toe. Meer dan 3.000 mensen hebben een werkplek in één van de twee SW-bedrijven. Het aantal mensen dat een beroep doet op de SW-regeling is hiermee bovengemiddeld groot. De twee SW-bedrijven groeiden daardoor uit tot de grootste werkgevers in het gebied. Op dit moment wordt vijf procent van de totale werkgelegenheid geleverd door de Synergon en Wedeka. Vanaf 2015 is er geen nieuwe instroom in de Wsw meer mogelijk, waardoor het toekomstperspectief en het mogelijke verdienmodel van de SW-bedrijven drastisch veranderen. De totale doelgroep van de Participatiewet – mensen in de SW, bijstand en Wajong – bestaat in Oost-Groningen uit ruim 10.000 mensen. Al met al staan de gemeenten hier voor een veel groter financieel en maatschappelijk vraagstuk dan gemeenten elders in het land. Bijkomend probleem is dat het huidige opnamevermogen van de arbeidsmarkt in Oost-Groningen aanzienlijk geringer is dan gemiddeld in Nederland. Er zijn hier veel minder banen
2
Bron: www.waarstaatjegemeente.nl gegevens 2013; 2014 is nog niet beschikbaar.
beschikbaar: 54.960 op een beroepsbevolking van zo’n 65.000 mensen. In relatie tot Groningse en landelijke cijfers zien we het volgende beeld: Aantal banen per 1.000 inwoners
Oost-Groningen 578
Provincie Groningen 693
Nederland 724
Dit heeft consequenties voor de mogelijkheden op de reguliere arbeidsmarkt van de SW’ers en de andere doelgroepen van de Participatiewet. Behalve deze doelgroepen, zoeken in OostGroningen ook nog ruim 4.600 mensen met een WW uitkering naar een reguliere baan. Daarnaast heeft het gebied ook nog te kampen met bevolkingsdaling, vergrijzing, een gemiddeld laag opleidings- en inkomensniveau en moeizame economische ontwikkelingen. De gemeentelijke begrotingen laten geen tot nauwelijks ruimte toe voor investeringen, cofinanciering of buffers. De drie Synergon-gemeenten, met in totaal ruim 60.000 inwoners, hebben al enige jaren met financiering van structurele tekorten in het SW-bedrijf te maken. In 2015 bedraagt het tekort 5,6 miljoen euro. De vijf Wedeka-gemeenten, met in totaal bijna 88.000 aantal inwoners, worden vanaf dit jaar met financiering van structurele begrotingstekorten geconfronteerd, omdat Wedeka vanaf dat moment deze tekorten niet langer uit eigen vermogen zal kunnen financieren. En dat terwijl de gemeenten in Oost-Groningen juist bovengemiddeld zouden moeten investeren in participatie, werkgelegenheid, economische ontwikkeling en leefbaarheid. Zonder nadere maatregelen zal het participatiebudget in Oost-Groningen vanaf 2016 zelfs niet toereikend zijn om alleen al de subsidietekorten in de SW op te vangen. Laat staan dat er dan nog gelden in dit budget resteren voor participatiebeleid. Veranderingen kosten tijd De huidige uitvoering van de SW moet onvermijdelijk op de schop. Daar zijn de gemeenten de afgelopen jaren al mee begonnen, getuige bijvoorbeeld de gezamenlijke Participatienota en de oprichting van vijf trainings- en diagnosecentra (TDC’s). De komende jaren moeten zij – in grotere onderlinge saamhorigheid– tot een buitengewoon efficiënte en effectieve uitvoering van de Participatiewet komen. De veranderingen die hiervoor nodig zijn, vergen echter tijd – tijd die er vanwege de urgente financiële problematiek niet is. Vier complexe uitdagingen De gemeenten in Oost-Groningen staan hiermee voor vier zeer complexe uitdagingen, te weten: 1. Maatschappelijk: scholing, ontwikkeling, begeleiding en re-integratie op de reguliere arbeidsmarkt van mensen die nu binnen een SW-bedrijf werken of een bijstandsuitkering hebben. Daarnaast ontwikkeling van de werkgelegenheid. 2. Politiek-bestuurlijk: intensieve samenwerking tussen de gemeenten vanuit een gemeenschappelijk en wenkend toekomstperspectief waarbij mogelijk ‘offers’ gebracht moeten worden aan de lokale beleidsautonomie. 3. Organisatorisch: een effectieve en efficiënte uitvoering van de Participatiewet, waarbij een logisch verband ontstaat tussen de domeinen onderwijs, werk, inkomen en economie. 4. Financieel: opvangen van de bovengemiddeld grote subsidietekorten in de SW-regeling vanwege het grote aantal SW’ers in de regio, de daardoor structureel ‘rode’ cijfers in het participatiebudget en het oplossen van een jaarlijks financieel begrotingsgat bij Synergon en Wedeka.
Om die reden zijn de gemeenten, het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), de provincie Groningen en de sociale partners tot gemeenschappelijke overwegingen gekomen. Aansluitend hebben zij besloten een bestuursakkoord aan te gaan met afspraken om de uitgangspositie in Oost-Groningen fundamenteel te verbeteren, het “Akkoord van Westerlee”.
Maatregelen Met ingang van januari 2015 worden binnen de gemeente Vlagtwedde de volgende maatregelen ingezet om het nadeel zoveel mogelijk te proberen te verkleinen. Versterking poortwachtersfunctie Voortgezette versterking van de poortwachtersfunctie door het afleggen van huisbezoeken bij nieuwe instroom en strenge verificatie bij de beoordeling van aanvragen. Intensief re-integratiebeleid: voortzetting van de 1-2-3-methode Een intensief re-integratie beleid (1-2-3- methode), inhoudende het direct na de melding starten met een intensief re-integratietraject. Wanneer betaald werk nog niet voor handen is, gaan de werkzoekenden werkritme en werkervaring opdoen op een alternatieve werkplek met behoud van uitkering en leert men werknemersvaardigheden aan. Er zijn twee Trainings- en Diagnosecentra opgericht, te weten het TDC Westerwolde en het TDC Ter Apel. De 1-2-3methode is verder doorontwikkeld binnen deze TDC’s in de TDC Methodiek. Het blijven onderhouden en versterken van de relaties met werkgevers is cruciaal om werkzoekenden uit te laten stromen naar betaald werk. Daarbij draagt het optimaliseren van het programma bij het Trainings- en Diagnose Centrum (TDC) Westerwolde en het TDC Ter Apel er toe bij dat werkzoekende “werkfit” zijn en eenvoudig aangeboden kunnen worden bij werkgevers. Wij werken samen in de regio om ten volle de mogelijkheden te benutten, ook van het vinden van werk in Duitsland. Medio 2015 zien we, onder een langzaam herstellende economie, de uitstroom toenemen. Afstemming Er is een actief afstemmings- c.q. maatregelbeleid. Wanneer mensen niet mee werken aan hun re-integratie en afspraken niet nakomen, dan volgt er een afstemming/maatregel op de uitkering. Terugvordering en verhaal Er wordt extra ingezet op terugvordering en verhaal. Gelet op de financiële verantwoordelijkheid voor de kosten van de bijstand achten burgemeester en wethouders het van groot belang dat de bijstand alleen terecht komt bij die burgers die hier recht op hebben. Fraude met uitkeringsgelden zal op geen enkele wijze worden toegestaan. Bovendien hebben de ontvangsten voortvloeiend uit de terugvordering een gunstig effect op het beschikbare budget binnen het inkomensdeel van de Participatiewet. Handhaving en sanctiebeleid Actief handhavings- en sanctiebeleid. Er zijn drie medewerkers als BOA aangewezen om actief fraude op te sporen en preventief fraude terug te dringen. Daar waar nodig zal sanctionering plaatsvinden. Elk kwartaal worden de werkzaamheden geëvalueerd. De samenwerking is opgezocht in Oost-Groningen: de Participatienota:
De veerkracht van onze regionale arbeidsmarkt is relatief laag. Het beperkte aantal banen in de regio zorgt ervoor dat het voor schoolverlaters en werkzoekenden niet eenvoudig is om aan de slag te komen. Wanneer mensen werkloos worden, duurt het relatief lang voordat ze weer (ergens anders) aan het werk kunnen. Daarnaast hebben we te maken met grote groepen mensen met een arbeidsbeperking. In de afgelopen decennia hebben we een groot deel van deze groep een alternatief kunnen bieden in de vorm van de sociale werkvoorziening. Dat heeft ertoe geleid dat een groot deel van onze werkgelegenheid (5%) bestaat uit banen in deze sector, vier keer zoveel als het gemiddelde in Nederland. De knelpunten op de arbeidsmarkt kennen een regionale schaal. Die moeten we dan ook regionaal aanpakken. Daarom heeft de gemeente Vlagtwedde samenwerking gezocht in Oost-Groningen. De zeven Oost-Groninger gemeenten zijn samen opgetrokken bij de invoering van de Participatiewet. Er is een stuurgroep gevormd van wethouders sociale zaken, directie van sociale werkvoorzieningen en het ROC Noorderpoort en er is een projectgroep met ambtelijke vertegenwoordiging. De stuurgroep is tot de conclusie gekomen dat de invoering van de Participatiewet alleen dan kan slagen wanneer dat als een gezamenlijke opgave wordt gezien van de gehele regio Oost-Groningen, waarin gemeenten, sociale werkvoorzieningen en onderwijsinstellingen hun activiteiten en middelen bundelen en integreren. De opgave om meer mensen aan het werk te krijgen is niet te realiseren door één gemeente. Het economisch klimaat in de regio Oost-Groningen is immers moeizaam en alleen door middel van bundeling van krachten zal er iets bereikt kunnen worden. In november 2014 is vervolgens door alle gemeenteraden van Oost-Groningen de nota “Invoering Participatiewet in Oost-Groningen” vastgesteld. Voortvloeiend uit deze nota komen de volgende maatregelen: Vijf Trainings- en diagnosecentra (TDC’s) waarin verschillende groepen werkzoekenden worden geactiveerd tot en ontwikkeld naar betaald werk. Één gezamenlijke methodiek. Een geïntegreerde vorm van sociale zekerheid. In de Trainings- en diagnosecentra werken sociale diensten, sociale werkvoorzieningen en het ROC Noorderpoort samen. Een activerende werkwijze. Er wordt van mensen gevraagd zich maximaal in te spannen om aan het werk te komen. Daarbij verwachten we van mensen om verder te kijken dan de regio en buiten de landsgrenzen (Duitsland). Het in beeld brengen van alle werkzoekenden door middel van een diagnose waarin vastgesteld wordt wat mensen kunnen en nog verder kunnen ontwikkelen. Er is vanuit Oost-Groningen contact gezocht met een voorhoede van ondernemers die met ons de mogelijkheden daartoe in beeld brengt en met concrete plannen komt om dit te realiseren. We doen dat in de vorm van een “ondernemerstafel”. Een economisch investeringsprogramma. Om de veerkracht van de arbeidsmarkt te vergroten, is het noodzakelijk om te komen tot één economisch programma waarin plannen worden ontwikkeld en uitgewerkt om de werkgelegenheid in de regio OostGroningen te versterken. In dit programma zal in ieder geval aandacht worden besteed aan “reshoring” en “jobcarving”. Tevens wordt in dit programma bekeken hoe we kunnen aansluiten bij de ontwikkelingen over de grens (Niedersachsen). Een breed aanbod aan werkervaringsplaatsen: waar het kan bij reguliere werkgevers en waar dat (nog) niet kan, binnen onze eigen infrastructuur. Afspraken met werkgevers: Actieve benadering van bedrijven met als doel om werkzoekenden kansen te bieden en om werkgevers te ondersteunen bij hun personele vraagstukken. We doen dat samen om
concurrentie tussen doelgroepen te voorkomen en om werkgevers één contactpersoon te bieden. Het toepassen van social return: naast het stimuleren en faciliteren van werkgevers, vragen we van hen ook wat terug als zij opdrachten voor ons uitvoeren. We gaan samen met de bedrijven op zoek naar wat zij kunnen bijdragen aan het vergroten van kansen van groepen werkzoekenden (met en zonder beperking) en/of leerlingen. Het “Akkoord van Westerlee” Met de ondertekening van het “Akkoord van Westerlee” wordt voorzien in een versnelde uitvoering van een aantal aspecten van voornoemde nota. Met dit akkoord wordt beoogd dat het Rijk, de Provincie, de acht gemeenten en de Sociale Partners zich eenduidig uitspreken en inspannen voor de ontwikkeling van één uitvoeringsorganisatie voor alle doelgroepen van de Participatiewet in Oost-Groningen en de afbouw van de twee Sw-bedrijven Synergon en Wedeka. In het kader van de uitvoering van de Participatiewet en de nota “Invoering Participatiewet in Oost-Groningen” willen wij de verbinding leggen met de ontwikkeling van één uitvoeringsorganisatie in Oost-Groningen, die in het kader van het “Akkoord van Westerlee” in 2016 van start moet gaan. Uit het “Akkoord van Westerlee” volgt dat het TDC Westerwolde en het TDC Ter Apel zullen worden ondergebracht in de nieuwe uitvoeringsorganisatie. Deze uitvoeringsorganisatie richt zich op alle doelgroepen van de Participatiewet, in het bijzonder op mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, met taken als mensontwikkeling, bemiddelen en detachering. Hier is een hechte samenwerking tussen overheid, ondernemers en onderwijs op zowel lokaal-, sub-regionaal (Oost-Groningen) als regionaal niveau (Arbeidsmarktregio Groningen) van essentieel belang. Het streven is om in 2018 in Oost-Groningen 850 garantiebanen te realiseren binnen het reguliere bedrijfsleven. De toekomstige koers voor de twee Sw-bedrijven Synergon en Wedeka is met het “Akkoord van Westerlee” bepaald. Het streven is om deze twee bedrijven in 2018 te hebben afgebouwd en dan 60% van de huidige Sw-medewerkers via bijvoorbeeld detachering of begeleid werken zijn ondergebracht binnen het reguliere bedrijfsleven. Jongeren Pro-onderwijs (schoolverlaters, voorheen Wajong) Er zal speciale aandacht worden besteed aan de jongeren van de Pro-onderwijs (schoolverlaters) met het profiel arbeid. Deze jongeren konden in het verleden in aanmerking komen voor een Wajong uitkering of Sw-indicatie, per 1 januari 2015 kan dit niet meer. Wij zullen hierbij aansluiting zoeken in Oost-Groningen, waarbij het streven is om in heel OostGroningen deze jongeren dusdanig te begeleiden dat, met gebruikmaking van ESF-middelen en samen met het onderwijs, deze jongeren vanuit een stageplek via onder andere een garantiebaan op een reguliere werkplek terecht komen.
Eerdere financiële resultaten van de uitvoering van de WWB
2012 Rijksvergoeding Tekort Omvang
2013 RijksvergoedingTekort Omvang
2014 Rijksvergoeding Omvang
WWB algemene bijstand Besteding Baten
€ 2.084.020 € € 87.273
IOAW Besteding Baten
€ €
116.216 1.702
€ €
199.770 1.200
€ €
214.197 2.401
IOAZ Besteding Baten
€ €
16.055 -
€ €
11.318 -
€ €
7.948 -
Bbz 2004 levensonderhoud beg. zelfst. Besteding Baten
€ €
€ €
7.848 -
€ €
128 -
Bbz 2004 overig (excl. Bob) Besteding levensonderhoud Besteding kapitaalverstrekking Baten levensonderhoud Baten kapitaalverstrekking Onderzoekskosten artikel 56
€ € € € €
Wet Participatiebudget Besteding waarvan educatie bij roc's Baten waarvan educatie bij roc's
€ 1.004.628 € € 106.823 € 147.212 € -
537.998
€
176.071
IAU
- € -
1.773.859 € 353.457 € 2.438.553 € € 66.326
6.372
55.730 24.128 4.877
2.160.761 € 429.202 € 3.032.683 € € 56.076
Tekort
2.449.404 € 747.075
€ € € € €
11.493 € 16.019 4.939
3.736
€ € € € €
15.604 € 22.768 5.084
5.959
€ € € €
846.162 € 36.547 246.921 -
465.086
€ € € €
760.443 € 44.015 412.704 -
400.642
€
213.126
€
502.134
Verwachte ontwikkelingen tekort komende jaren WW 2015 e.v.: Uit de arbeidsmarktprognose van het UWV 2015-2016 (publicatiedatum 3 juni 2015) komt naar voren dat het economisch herstel steeds duidelijker zichtbaar wordt op de arbeidsmarkt. In het eerste kwartaal zijn er minder aanvragen voor ontslag en ook het aantal faillissementen neemt af. Daarnaast groeit het aantal vacatures al geruime tijd. Dit en volgend jaar herstelt de Nederlandse economie verder. Door het economisch herstel groeit in 2015 voor het eerst in drie jaar de vraag naar arbeid. Het aantal banen voor werknemers neemt in 2015 toe met 38 duizend en in 2016 met 54 duizend. Het banenverlies door de crisis is daarmee nog lang niet goed gemaakt. In de periode 2008-2014 nam het aantal banen voor werknemers af met 300 duizend. Het aantal vacatures reageert snel op economische omslagen en groeide ook al in 2014. In 2015-2016 zet deze groei zich voort. Toch blijft het aantal beduidend lager dan voor de crisis. Tegelijkertijd wordt rekening gehouden met een toename van het aanbod van arbeid. De toename van het aantal banen is groter dan de toename van de beroepsbevolking. Deze ontwikkeling zorgt ervoor dat het aantal WW-uitkeringen naar verwachting gaat dalen met 20 duizend per jaar (-5%). WWB 2015: Vanwege de invoering van de Participatiewet op 1 januari 2015 is de instroom in de Wajong beperkt tot volledig en duurzaam arbeidsongeschikten en vindt geen instroom meer plaats in de Wsw. Deze maatregelen leiden tot extra instroom in de bijstand. In de primaire begroting van de gemeente Vlagtwedde voor het jaar 2015 is uitgegaan van een aantal van 225 WWB-ers (244 totaal uitkeringen). Met de start van 2015 zaten we echter al op circa 245 WWB-ers (264 totaal uitkeringen). Dit is ruim meer dan oorspronkelijk begroot en we hebben in het eerste kwartaal van 2015 het bestand verder zien groeien. Het werkloosheidspercentage is echter gedaald van 7% (31 december 2014) naar 5,8% (1 april 2015). Dit zal naar verwachting ook zijn effect gaan hebben op het bijstandsvolume. We volgen de ontwikkeling van het
bijstandsvolume nauw, waarbij we momenteel kunnen zien dat de uitstroom stijgt. We verwachten dat het bijstandsvolume in 2015 zal stabiliseren. Voor 2016 en verder verwachten we door bovengenoemde maatregelen dat het bijstandsvolume zal gaan dalen, wat zich, uitgaande van voorzettend economisch herstel, naar verwachting verder zal voortzetten in 2017. Op grond van de meerjarenbegroting wordt financieel uitgegaan van de volgende ontwikkeling3 :
3
Bron: Programmabegroting 2015