M ENTA A L MAGAZINE VAN GGZ NOORD- EN MIDDEN-LIMBURG
JAARGANG 5 NR 1 FEBRUARI 2009
MENTALE METAMORFOSE FACILITAIR BEDRIJF GGZ NOORD- EN MIDDEN LIMBURG ERKENNING BINNEN ALS LEERBEDRIJF PROMOTIEONDERZOEK SAMEN BESLISSEN MINIMAAL SEPAREREN DANKZIJ MAXIMALE INZET
VAN DE REDACTIE 2009 Het jaar 2009, een nieuw jaar. Een jaar dat ons veel te bieden kan hebben. Een nieuwe uitdaging en een nieuw begin, zowel privé als zakelijk. Binnen GGZ Noord- en Midden-Limburg zullen in ieder geval vele nieuwe ontwikkelingen en nieuwe uitdagingen gaan plaatsvinden, met nieuwe samenwerkingen, nieuwbouw en een nieuwe medezeggenschap. Mentaal heeft een complete metamorfose ondergaan, met een nieuwe opmaak, nieuwe en vertrouwde rubrieken, nieuwe en vertrouwde schrijvers, een nieuwe vormgever, een nieuwe drukker en een nieuwe verschijningsfrequentie. Zie hier het resultaat van een jaar lang hard zwoegen en veel overleg. Wij hopen dat u er net zo ingenomen mee zult zijn, als dat wij dat zijn. 2009: we hebben er zin in! De redactie van Mentaal.
0 2 M E NTA A L
JAARGANG 5 NR 1 FEBRUARI 2009
INHOUD 2 3 4 6 8 9 10 12 14 16 17 18
Van de redactie
19 20 22 23
Facilitair Bedrijf; erkend leerbedrijf
24
Sterk in Beeldwerk
Inhoud Voortgang bouw Europees festival psychatrische verpleegkunde Promotieonderzoek Samen Beslissen Lareb start campagne Servaashof: interview met Ans Houben Nieuwjaarsbijeenkomst in beeld OnGegrond? Rodersana opent haar deuren Nieuwe locatie IGG Recht van spreken De ontmoeting
Project SMAKK Wetenschap Organogram GGZ Noord- en Midden-Limburg Cradle 2 cradle kunst
03 MENTA A L
SERVAASHOF
VOORTGANG BOUW Allereerst wil ik van deze gelegenheid gebruik maken Peter Platzbeecker te bedanken voor het informeren van de lezers Mentaal over de voortgang van de bouw in de afgelopen jaren. Zelf heb het artikel altijd met veel belangstelling gelezen en ik verwacht dat alle lezers van Mentaal het wel met me eens zullen zijn dat deze informatievoorziening heeft bijgedragen aan duidelijkheid en soms ook begrip voor de overlast rondom alle werkzaamheden op het terrein Servaashof. Ik zal u vanaf nu op de hoogte houden van alle ontwikkelingen met betrekking tot de bouw en renovatie op Servaashof. D’n Herk 90 (Korsakov – NAH, gebouw 4) Het projectbureau van het Facilitair Bedrijf is bezig met de inrichting van het gebouw en de aanleg van de wegen en paden rondom het gebouw. De uitvoering van de werkzaamheden aan de binnenzijde verloopt volgens planning.
0 4 M E NTA A L
Op dit moment is men druk doende met de inrichting en worden onder andere de keukens geplaatst. Door het vorstverlet is BTL later dan gepland kunnen starten met de aanleg van de patiotuinen. Er wordt op dit moment met man en macht gewerkt om de tuinen tijdig
IN MEMORIAM DR. SIEGFRIED TUINIER Uitvoering verbouwing binnenzijde verloopt volgens planning gereed te hebben voor de verhuizing op 3 maart a.s. De asfaltering van de wegen en paden rondom het gebouw zal eind februari/begin maart plaatsvinden. De voorbereidingswerkzaamheden voor de asfaltering zijn inmiddels gestart. Met deze asfalteringswerkzaamheden zal ook alvast een deel van de voorbereiding voor het verplaatsen van de hoofdingang meegenomen worden. De hoofdingang zal in de loop van 2009 verplaatst worden naar het kruispunt met de Kruidenlaan in verband met oplevering van grond aan Blauwhoed. St. Servatiusweg 31 t/m 177 oneven (73 zorgappartementen) Ook bij deze bouw heeft men aan de buitenzijde nauwelijks werkzaamheden kunnen verrichten door het vorstverlet in de afgelopen periode. Echter heeft men aan de binnenzijde wel het nodige kunnen doen. Er worden scheidingswanden geplaatst en hiermee worden ook leidingen voor gas, water en elektra aangelegd. De geplande opleverdatum van 30 juni 2009 staat nog steeds. Renovatieprojecten Servaashof In de monumentale of karakteristieke paviljoens en gebouwen komen ondersteunende functies voor de wijk Servaashof en de totale GGZ Noord- en Midden-Limburg. In overleg met het managementteam en de Raad van Bestuur is in hoofdlijnen afgesproken welke functies in welk gebouw gehuisvest gaan worden. Op dit moment wordt er druk gerekend aan de financiële consequenties van deze renovaties zodat hierover een goed onderbouwd besluit genomen kan worden. Besluitvorming wordt verwacht in maart van dit jaar. Maaike van Lipzig Foto: © Thijs Vermeulen - Buro Kemper
Deventer, 21 december 1943 Bupsa, Nepal, 26 december 2008 Geheel onverwachts is onze waarnemend opleider en psychiater Siegfried Tuinier overleden tijdens zijn vakantie in Nepal. Dit is een groot verlies voor onze organisatie. Wij zijn hiermee een zeer gewaardeerde en erudiete medewerker kwijtgeraakt. Voor collega’s en patiënten was Siegfried een bereidwillig klankbord en bewonderd gesprekspartner. Hij had nog vele plannen en stond volop in het leven. Op 8 januari jl. heeft de crematie plaatsgevonden in Amsterdam. Om de medewerkers en cliënten gezamenlijk stil te laten staan bij het leven en overlijden van Siegfried, heeft op 15 januari jl. in de kapel aan de Stationsweg te Venray een herdenkingsbijeenkomst plaatsgevonden. GGZ Noord- en Midden-Limburg zal hem zeer missen.
BELANGRIJKE TELEFOONNUMMERS Arbodienst Achmea Arbo 0475-399899, Lisette de Bruijn, bedrijfsarts:
[email protected], Louis Thissen, bedrijfsarts:
[email protected] GGZ Noord- en Midden-Limburg algemeen 0478-527527 Personeelsvertrouwenspersoon: Marjon Vinken, 0475-399899,
[email protected] Klachtencommissie individuele medewerkers 0478-527597,
[email protected], Commissie sociale begeleiding: 0478-527597,
[email protected] Arbo-coördinator 0478-7631,
[email protected] Ondernemingsraad 0478-527245 Ziek- en herstelmelding 0478-527161
05 MENTA A L
5-9 NOVEMBER, MALTA
HORATIO
EUROPEES FESTIVAL VAN DE PSYCHIATRISCHE VERPLEEGKUNDE DE DIALOOG
Een 500 verpleegkundigen uit 30 landen over de hele wereld namen begin november deel aan het Horatio Festival of Psychiatric Nursing. Horatio is een nieuw opgerichte organisatie voor psychiatrisch verpleegkundigen in Europa. Haar doelstelling is invloed uit te oefenen op de Europese besluitvorming betreffende de psychiatrische verpleging en kennis te ontwikkelen en te delen met het oog op de verdere ontwikkeling van een psychiatrisch verpleegkundige praktijk. Het congres stond in het teken van ‘de dialoog’. Vanuit het uitwisselingsproject voor psychiatrisch verpleegkundigen in het kader van SMAKK (waarover eerder in deze Mentaal werd bericht) namen Geneviève van Tuyn en Monika Scholten deel aan dit eerste Horatio-congres. Samen met de andere leden van het uitwisselingsproject van vier andere GGZ-instellingen bezochten ze workshops, volgden lezingen, en verzorgden zelf twee presentaties. Een kleine impressie. 0 6 M E NTA A L
Het ontbreken van verpleegkundig leiderschap in de psychiatrische ziekenhuizen, was een belangrijk onderwerp van gesprek. Malta en Psychiatrie Malta is een kleine dwergstaat in de Middellandse Zee en telt 400.000 inwoners. Het eiland, zo bleek op het congres, is koploper in Europa als het gaat om het aantal psychiatrische bedden per 100.000 inwoners. Ze verliest deze positie echter ruimschoots als het gaat om personele bezetting. Het huidige psychiatrisch instituut, het Mount Carmel Hospital, werd in 1853 gebouwd. Saillant detail is dat het gebouw een exacte kopie is van het Wakefield Asylum in Engeland. Sinds die ontdekking wordt vermoed dat de architect van het ziekenhuis niet echt een architect was.... De huidige Mental Health Act werd in 1976 ingevoerd en is nog niet herzien. Het congres werd gehouden in St. Julians Bay, het uitgaanscentrum van Malta, waar onze afdeling preventie op zaterdagavond goede werken zou kunnen verrichten ten behoeve van de Maltese jeugd die erg jong en wel erg dronken was. Veel tijd om ons verder met Malta bezig te houden was er niet. Het programma van het congres zat boordevol. Dwang en drang in Europa Natuurlijk waren we op zoek naar het ‘ei van Columbus’ als het gaat om het verminderen van dwang en drang. Ook op dit congres bleek dat het om een thema gaat waarnaar het onderzoek maar mondjesmaat op gang komt en eigenlijk nog in de kinderschoenen staat. Er werd ‘diepteonderzoek’ gepresenteerd naar separatiesituaties, en het omgaan met geweldsincidenten; er was onderzoek naar de verschillen die verpleegkundigen en patiënten toekennen aan begrippen als ‘geweld’ en ‘agressie’ en we namen kennis van vergelijkend Europees onderzoek naar de betekenis van dwang. Hoewel nog veel lacunes, konden we uit het onderzoekspalet verschillende ingrediënten filteren om dwang en drang terug te dringen, maar de ‘evidence’ ervan is nog niet zonneklaar: • het opstellen van risicoplannen en patiënten hierbij betrekken; • een goede communicatie voeren met patiënten over de reden van het inzetten van dwang; • samenwerken met familie/naasten, deze betrekken bij het proces dat de cliënt doormaakt. In Australië maakt men hiervoor gebruik van de webcam omdat de afstand te groot is. • Het voorkomen van opname door vroegsignaleren en preventief werken. Bijvoorbeeld door de verpleegkundi- ge ondersteuning van gezinnen om opname te voorkomen (Portugal), of ondersteuning en intensieve begeleiding na opname (Cyprus).
Andere thema’s Andere thema’s op het congres waren kennisuitwisseling en kennisoverdracht. In Canada organiseert men bijvoorbeeld on line trainingen voor psychiatrisch verpleegkundigen, ingegeven door een groeiend tekort aan psychiatrisch verpleegkundigen. Leiderschap, vooral het ontbreken van verpleegkundig leiderschap in de psychiatrische ziekenhuizen, was een belangrijk onderwerp van gesprek. En we konden veel leren van de omgangsvormen en begeleidingsvormen bij specifieke ziektebeelden, zoals de actieve gezinsinterventies bij adolescente jongeren met borderline persoonlijkheidsstoornis. Met de aanwezigheid en sappige verhalen van verschillende internationale coryfeeën uit de psychiatrische verpleegkunde, zoals Phil Barker en Shirley Smoyak, was het een inspirerend congres. In onze koffer terug namen we het besef mee dat meer onderzoek nodig is naar verpleegkundige praktijken. En hoewel we het ‘ei van Columbus’ niet hebben gevonden, is het wel hoopgevend dat de ingrediënten die lijken te werken in het terugdringen van dwang en drang niet zo ingewikkeld zijn. Ze vragen vooral om alert en systematisch handelen, om tijd en om aandacht. Het belangrijkste ingrediënt echter leerden we van één van de sprekers: geef patiënten hoop en bied menselijk contact. Voor meer informatie: www.horatio-web.eu Geneviève van Tuyn Monika Scholten
07 MENTA A L
PROMOTIEONDERZOEK SAMEN BESLISSEN
Woensdag 7 januari 2009 promoveerde Evelien Joosten. Zij is werkzaam als behandelaar en onderzoeker/beleidsmedewerker bij de divisie Verslavingszorg/ Korsakov van GGZ Noord- en Midden-Limburg. Voor haar dissertatie onderzocht Evelien Joosten het effect van de gespreksmodule Samen Beslissen bij 212 cliënten, verspreid over de verslavingszorg van Tactus, Novadic-Kentron en GGZ Noord- en MiddenLimburg. Deze instellingen zijn verbonden aan het NISPA (Nijmegen Institute for Scientist-Practitioners in Addiction). Het NISPA is in samenwerking met de faculteit Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit
10 08 M E NTA A L
Nijmegen een kenniscentrum voor zorgontwikkeling, onderzoek en onderwijs in de verslavingszorg. In nauwe samenwerking met de cliënten, hulpverleners, wetenschappelijke commissies en cliëntenraden is de module Samen Beslissen in de afgelopen jaren tot stand gekomen. Samen Beslissen is ontwikkeld om een breed scala aan behandelingsdoelen systematisch en regelmatig
Hulpverleners vonden dat door de gespreksmodule de relatie met hun cliënt beter werd. te bediscussiëren voor het opstellen en evalueren van een behandelingsovereenkomst binnen de verslavingszorg. Samen Beslissen is met name gericht op het op systematische wijze analyseren van aspecten van vraaggerichtheid van zorg, zorg op maat en participatie van de cliënt bij het vormgeven en evalueren van zijn/haar behandeling. Dit laatste staat in de Engelse literatuur bekend als 'Shared Decision-Making'. Gespreksmodule Samen Beslissen De module Samen Beslissen bestaat uit vijf gestructureerde sessies. De introductiesessie vindt plaats in de eerste week van de behandeling. Dit gesprek bestaat uit het kennismaken met de cliënt en het geven van uitleg over de module Samen Beslissen. Een vragenlijst met 24 doelen (gebaseerd op de Camberwell Assessment of Needs) wordt aan de cliënt uitgereikt. Deze vragenlijst bevat doelen als “Ik wil gaan werken aan mijn sociale contacten”, “Ik wil gaan werken aan mijn psychische klachten” en “Ik wil gaan werken aan mijn alcoholgebruik”. Naast deze vragenlijst ontvangt de cliënt 24 kaartjes met daarop dezelfde doelen zoals beschreven in de vragenlijst. Met behulp van deze kaartjes kan een rangorde en prioriteit gegeven worden aan de behandelingsdoelen. Zowel de cliënt als de hulpverlener vullen de vragenlijst in en maken een rangordening in de doelen met behulp van de kaartjes voor aanvang van de tweede sessie. Het tweede gesprek vindt een week later plaats. Hierin worden de doelen en verwachtingen voor de behandeling van de cliënt verder geëxploreerd en vergeleken met de doelen en verwachtingen van de hulpverlener. Gelijkenissen en verschillen tussen de doelen en verwachtingen worden besproken. Op basis hiervan wordt een behandelingsovereenkomst opgesteld.
Halverwege de behandeling vindt de tussentijdse evaluatie (sessie 3) plaats. In deze sessie worden de doelen en verwachtingen samen met de hulpverlener geëvalueerd en eventueel bijgesteld. In het geval van vroegtijdige beëindiging valt sessie 3 samen met sessie 4 en het moment van vertrek. Bij het moment van vertrek vindt een evaluatie plaats over de doelen en verwachtingen die staan beschreven in de behandelingsovereenkomst (sessie 4). Daarnaast zullen nieuwe doelen en verwachtingen opgesteld worden voor de eerst volgende drie maanden (sessie 5). In dit laatste gesprek worden doelen en verwachtingen geëvalueerd die zijn opgesteld aan het einde van de behandeling. Verder wordt gekeken hoe het met de cliënt is en of er nog een hulpvraag aanwezig is. Cliënten die waren blootgesteld aan de nieuwe gespreksmodule voelden zich mondiger en hadden het gevoel meer controle te hebben over het contact met hun hulpverlener. Ze ervoeren hun psychische klachten als minder ernstig en ook de ernst van hun druggebruik nam af. Hulpverleners vonden dat door de gespreksmodule de relatie met hun cliënt beter werd. Opgemerkt moet worden dat ondanks het feit dat de huidige studie zich richt op de verslavingszorg, de kernelementen van de interventie makkelijk aangepast kunnen worden aan andere therapeutische interventies. De conclusie van deze dissertatie is dat de gespreksmodule Samen Beslissen een effectieve manier is om te komen tot en het evalueren van een behandelingsovereenkomst in de verslavingszorg. Dit onderzoek heeft geleid tot een evidence-based interventie en voorziet in een nieuw instrument waarbij cliënten en hulpverleners kunnen aangeven welke doelen ze belangrijk vinden voor de behandeling.
LAREB START CAMPAGNE: MELDEN MOET! Artsen moeten ernstige bijwerkingen melden! Volgens de Geneesmiddelenwet zijn artsen en apothekers verplicht ernstige bijwerkingen te melden bij Lareb. Het aantal meldingen afkomstig uit ziekenhuizen is echter erg laag. Vandaar de campagne ‘Melden moet!’ van het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb, waarmee vooral medisch specialisten worden opgeroepen om meer bijwerkingen te melden. Twee nieuwe instrumenten maken het melden gemakkelijker: een meldmodule die in elk automatiseringssysteem ingebouwd kan worden en de mogelijkheid voor specialisten om te melden door eenvoudigweg de ontslagbrief op te sturen. Tijdens de campagne wordt het praktijkadvies ‘Omgaan met bijwerkingen’ aan alle artsen en apothekers toegestuurd. Hierin wordt zowel het belang als het gemak van melden nog eens duidelijk toegelicht. Meer informatie is te vinden op www.lareb.nl.
09 MENTA A L 11
SERVAASHOF ANS HOUBEN
‘IK HAD NIET GEDACHT DAT IK HET AAN ZOU KUNNEN’
Als ik Ans Houben bezoek voor dit interview in haar nieuwe appartement aan de rand van de binnenhof, woont zij er vijf weken. Alles is nieuw en Ans is nog bezig met de inrichting en het uitpakken. Binnenkort gaat ze erop uit voor extra bergruimte, want daaraan is een groot tekort in de woning. Ans: “Ik wil het hier lekker rustig maken met niet teveel aan de muur. Het alleen wonen is wennen, maar ik wist niet dat het best redelijk zou gaan.” 1 0 M E NTA A L
“Het alleen wonen is wennen, maar ik wist niet dat het best redelijk zou gaan.”
Verhuizing Vanaf 11 november 2008 woont Ans in haar eigen appartement. Ans: “De verhuizing ging soepel. Ik heb zelf ingepakt. Ik had ervaring, want in een korte tijd ben ik wel drie keer verhuisd. Deze keer als enige van de groep. De laatste keer hiervoor ging ik steeds met een hele groep van wel 20 mensen tegelijk. Je kon wel merken dat ik in een nieuw gebouw kwam wonen. Er waren wat kinderziektes. Zo werkte de wc de eerste dag niet goed. Maar dat is wel meteen verholpen.“ Thuis Het appartement bestaat uit een woonkamer met een keukenblok, een slaapkamer, badkamer en een berging met ruimte voor de wasmachine. Voor Ans is de woning eigenlijk nog een beetje klein. Ans: “Voordat ik bij GGZ kwam, woonde ik in een groot huis in de maatschappij. Dat vergeet ik natuurlijk niet. Maar het bevalt mij wel. Dit is nu mijn thuis. Ik kan hier mezelf zijn en hoef geen rekening te houden met andere bewoners.” “De inrichting is niet van mijzelf. Die is neutraal. Maar je mag zoveel met eigen spullen inrichten als je zelf wilt. Dat komt nog wel. Misschien hang ik een paar kunstwerken op die ik heb gekregen.” Het appartement ligt aan de rand van de binnenhof met uitzicht op het park. Ans: “De omgeving is nu nog heel rommelig en niet mooi. En ik ben ook een beetje geschrokken van het fiets- en voetpad dat vlak voor de deur ligt. Gelukkig is er wel toezicht op het terrein. Er komt een stadspark en woningen aan de rand voor burgers. Het wordt wel mooi.”
eenzaam. Daar heb ik veel moeite mee. Ik moet daar een weg in zien te vinden. De begeleiding is op afstand. Je moet wennen. Ik had niet gedacht dat ik het aan zou kunnen.” Voor de afspraak van het interview heb ik vaak naar Ans moeten bellen. Ans: “Ja, ik ben vaak weg. Naar het dorp bijvoorbeeld om zaken te regelen. Maar ook naar de Kunstwerkplaats om te tekenen of te schilderen of textiele vormgeving. Verder ben ik lid van de Cliëntenraad. En elke week ga ik met iemand een middag wandelen. Lekker buiten, in prachtige gebieden waar we dan heenrijden.” Plannen Ans is heel blij met het grote balkon. Ans: “Ik vind het fijn om ook nu met een lekkere dikke jas aan buiten te zitten. Het balkon ga ik met hulp van een kennis die dat aangeboden heeft leuk inrichten. Er is de hele dag zon. Ik houd bijvoorbeeld van zonnebloemen, goudsbloemen en kruiden die zo lekker kunnen ruiken. Ook wil ik een beetje afscherming zodat niet iedereen mij vanaf het fiets- en voetpad kan zien zitten. En dan kan ik er ook naar de volle maan gaan zitten kijken. Daar verheug ik mij op.” Angela van den Elshout
Wennen Ans: “Het bevalt mij wel hier. Je komt niet de hele dag mensen tegen, het is hier rustig. Maar het is wel erg
11 MENTA A L
GGZ NOORD- EN MIDDEN-LIMBURG
NIEUWJAARSBIJEENKOMST 5 JANUARI 2009
1 2 M E NTA A L
13 MENTA A L
ON
GEGROND GGZ Noord- en MiddenLimburg heeft een Klachtencommissie voor Cliënten op grond van de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) en de Wet Bijzondere Opnemingen
Ad Burgmans verzorgt deze rubriek in opdracht als jurist van ADJUST juridisch advies.
KLACHT Mevrouw S, mentor van de heer K, diende een klacht in tegen de behandelaars, omdat zij zich als mentor niet serieus genomen voelde. De besprekingen over zorg en behandeling zouden niet in overleg met haar gepland zijn. Er zou geen zorgplan zijn, waardoor de voortgang niet besproken werd.
in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ). Een cliënt of degenen die optreedt namens de cliënt kan een klacht indienen bij deze commissie als hij of zij bezwaar heeft tegen een gedraging van een medewerker of een handelwijze van de instelling jegens de cliënt of tegen een beslissing met betrekking tot de behandeling of begeleiding die gevolgen heeft voor de cliënt. De commissie verklaart de klacht gegrond of ongegrond en brengt haar oordeel ter kennis van de Raad van Bestuur die vervolgens maatregelen kan treffen. 1 4 M E NTA A L
Relevante feiten K was ten tijde van de klacht als cliënt opgenomen in de Korsakovkliniek. Zijn ex-echtgenote, mevrouw S, is zijn mentor. K is in de kliniek opgenomen met het doel een diagnose te stellen en daar een behandelplan op af te stemmen. S was het niet eens met de diagnostische bevindingen en eiste aanvullende diagnostiek in Rotterdam. Dit heeft plaatsgevonden, maar het leidde niet tot een andere diagnose. K is daarna elders geplaatst buiten de Korsakov-kliniek. Ondanks herhaalde uitnodigingen is S niet ter zitting van de Klachtencommissie verschenen. Van de zijde van de kliniek voerden drie behandelaars en een leidinggevende het verweer. Verweer De verweerders hebben een verweerschrift ingediend, voorzien van uitreksels uit het elektronisch dossier. Bij aanvang van de opname van K is een behandelplan opgesteld met als kern diagnostiek. Dit is mede ondertekend door mevrouw S als mentor van K. Men is nooit verder gekomen met het behandelplan, omdat S het niet eens was met de diagnostische bevindingen. Zij vroeg een second opinion aan in Rotterdam. Dit leidde niet tot een andere diagnose. S was van mening dat zij als mentor altijd aanwezig moest zijn als er gesprekken met de cliënt werden gevoerd. Dat ging in tegen de professionaliteit van de hulpverleners. Zij wilde de cliënt minstens twee keer per week bezoeken en schakelde zonder overleg andere hulpverleners in van buiten de kliniek. Verweerders waren van mening dat het handelen van S vaak niet het belang van de cliënt diende en soms tegen het belang van de cliënt inging. Zij wilde dat K in een verpleeghuis werd opgenomen, terwijl K daar in de ogen van de behandelaars veel te goed voor was. Als S dit had doorgezet zou men haar mentorschap bij de rechter ter discussie hebben gesteld.
Een mentor wordt aangesteld als een persoon niet of onvoldoende in staat is zijn eigen belangen te behartigen. Tegenverweer Er is geen tegenverweer gevoerd. Na het indienen van de klacht heeft S niet gereageerd op het verweerschrift en is zij ondanks herhaalde uitnodigingen niet verschenen op de hoorzitting. Beoordeling van de Commissie De Commissie stelt vast dat de opvatting van klaagster over de rol van de mentor in de relatie tussen hulpverlener en cliënt duidelijk afwijkt van hetgeen op basis van de wettelijke regels gebruikelijk is. Een mentor wordt aangesteld als een persoon niet of onvoldoende in staat is zijn eigen belangen te behartigen. De mentor heeft dan het recht om beslissingen te nemen over verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding van de persoon van wie hij mentor is. De mentor heeft hierbij de plicht om de betrokkene zoveel mogelijk zelf te laten beslissen en aan te moedigen waar mogelijk zelfstandig op te treden. In dit geval gaf het behandelteam van de cliënt aan dat deze nog redelijk goed in staat was zijn eigen belangen te behartigen met betrekking tot behandeling, verpleging en verzorging. Men vond hem niet wilsonbekwaam. Klaagster eiste echter op een zeer nadrukkelijke wijze haar rol als mentor op. De Commissie is van mening dat in de gegeven situatie voor de mentor hooguit een ondersteunende rol is weggelegd en geen voortrekkersrol. Zij dient de wensen van de cliënt als uitgangspunt te nemen en hem te ondersteunen in het realiseren daarvan. Het mentorschap is niet bedoeld om de eigen wensen van de mentor te realiseren.
hun financiële als andere persoonlijke belangen niet meer kunnen behartigen. Onderbewindstelling is van toepassing op goederen van mensen die door hun lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of blijvend niet in staat zijn om hun financiële belangen te behartigen. Mentorschap is bedoeld voor mensen die hun persoonlijke belangen (belangen die niet over geld en goed gaan) niet meer kunnen behartigen. Daarbij gaat het om beslissingen die moeten worden genomen over verzorging, verpleging, behandeling of begeleiding. De mentor neemt, zoveel mogelijk samen met zo iemand, de beslissing. De mentor moet ingevolge art. 1:454 lid 1 BW de betrokkene zoveel mogelijk bij zijn taak betrekken en bevorderen dat hij zo zelfstandig mogelijk (rechts-) handelingen verricht, maar anderzijds moet hij ingrijpen wanneer hij van mening is dat een bepaalde situatie niet wenselijk is voor betrokkene en deze niet in staat is tot redelijke waardering van zijn belangen. Een betrokkene kan in staat worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen als hij in staat is de informatie die nodig is voor een verantwoorde beslissing te begrijpen. Vanuit perspectief behandelaar; door M.Ch Doorakkers, psychiater/eerste geneeskundige GGZ NML Wat voorop moet staan is het belang van de patiënt. Als de arts(psychiater)sterke/zwaarwegendeaanwijzingen heeft dat de mentor, curator of anderszins aangestelde vertegenwoordiger niet handelt in het belang van de patiënt, mag en moet hij hiervan afwijken, juist in het belang van deze patiënt.
Uitspraak De Commissie vindt de klacht dat mevrouw S als mentor van de heer K niet serieus is genomen door het behandelteam van de Korsakov-kliniek ongegrond. De Commissie acht het correct dat het behandelteam vraagtekens heeft gezet bij de beslissingen van klaagster die naar de mening van het team in strijd waren met de belangen van de cliënt. Commentaar Ondercuratelestelling, onderbewindstelling en mentorschap zijn drie maatregelen die de kantonrechter kan instellen als iemand niet meer goed in staat is zijn eigen belangen te behartigen of voor zichzelf te zorgen. De ondercuratelestelling is bedoeld voor mensen die zowel
15 MENTA A L
Tijdens de opening overhandigde Toine van der Sanden als voorzitter van de Raad van Commissarissen een 'Herman Brood'.
RODERSANA OPENT OFFICIEEL HAAR DEUREN Op donderdag 18 december 2009 vond de officiële opening plaats van het RoderSana resort, gelegen in de bossen van Oirschot. In het algemeen is in Nederland de zorg goed geregeld. Maar op het gebied van verslavingszorg is het voor een specifieke groep mensen lastig hun weg te vinden. Mensen die een hoge maatschappelijke positie bekleden, voelen zich doorgaans niet prettig bij de reguliere verslavingszorginstellingen. Hierdoor en omwille van hun maatschappelijke positie wachten zij vaak zeer lang met de start van een behandeling. Om deze specifieke doelgroep te kunnen bereiken, hebben Novadic-Kentron, IrisZorg, Mondriaan Zorgroep, de Reinier van Arkelgroep en GGZ Noord- en Midden-Limburg het initiatief genomen RoderSana op te richten. 1 6 M E NTA A L
IGG
VERNIEUWING, VERANDERING…. EEN NIEUWE LOCATIE! Mentaal is vandaag in een geheel nieuwe look verschenen. Na jaren was het tijd voor vernieuwing, tijd voor verandering. Net als de Mentaal heeft het Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid ook een verandering ondergaan. Wij zijn het jaar 2009 op een nieuwe locatie gestart en zoals het er nu uitziet, blijft het niet bij deze ene verandering. Maar, is elke verandering een verbetering? Niet altijd natuurlijk, maar wij gaan er vanuit dat dit voor deze veranderingen zeker zal gelden. Sommige zaken moeten echter gewoon blijven zoals ze zijn. Zoals ons enthousiasme, de betrouwbaarheid en klantvriendelijkheid.
Franca v.d. Munckhof, Paul Hortulanus, Anita Boom en Ans Swillens Wij zijn in ieder geval bijzonder blij met deze nieuwe huisvesting. Centraal gelegen, aan de achterkant van het hoofdgebouw, op het terrein van Servaashof. Het streven blijft echter dat we voor alle bezoekers in de regio Noorden Midden-Limburg makkelijk bereikbaar willen zijn. Het voornemen is dan ook om in maart 2009 een Informatiecentrum te openen bij het RCG Venlo. U merkt het, we blijven in beweging en de veranderingen gaan door. U kunt op de hoogte blijven van alle actuele ontwikkelingen, activiteiten en preventiecursussen door onze website www.ggznml.nl te bezoeken. Wij zijn er voor iedereen die vragen heeft of informatie wil over geestelijke gezondheid(szorg) in zijn algemeenheid en GGZ Noord- en Midden-Limburg in het bijzonder.
Heeft u een vraag of verzoek, neem gewoon een keer contact met ons op. Nieuwsgierig geworden? Wandel dan vrijblijvend een keer binnen, u bent van harte welkom! Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid Stationsweg 46 5803 AC Venray tel: 0478 - 527066 e-mail:
[email protected] Openingstijden Informatiecentrum Maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 16.00 uur.
17 MENTA A L
Door: Renée Talma
RECHT VAN SPREKEN
Juridische kwesties die in de hulpverleningspraktijk kunnen spelen, stellen we in deze rubriek aan de orde. Voor vragen en/of opmerkingen kunt u terecht bij Renée Talma, staflid juridische zaken van GGZ Noord- en Midden-Limburg.
Inzage dossier door manager Psychiatrisch ziekenhuis Z bewaart alle patiëntendossiers elektronisch. De manager van afdeling Y kijkt regelmatig in deze dossiers om er zeker van te zijn dat de dossiers goed worden bijgehouden. Mag hij dat? Inzage in de dossiers kan in feite alleen met toestemming van de betrokken patiënten of als er sprake is van een wettelijke verplichting. De manager is niet direct bij de behandeling betrokken, zodat dit geen grond oplevert voor een recht op inzage. Wel is het zo dat de manager de dossiers inkijkt met het doel van kwaliteitscontrole, die te baseren is op de Kwaliteitswet zorginstellingen (hij is immers rechtstreeks verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg op zijn afdeling). Hij moet het inzien van de dossiers dan wel beperken tot een steekproefsgewijze, periodieke controle. Ook moet hij alleen de gegevens inzien, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de kwaliteitscontrole. Het is daarom aan te raden het beleid met betrekking tot dergelijke controles beargumenteerd vast te leggen in een protocol, dat ook voor de patiënt toegankelijk is. In dit kader kan overigens van een veronderstelde toestemming van de patiënt tot inzage worden uitgegaan in het kader van secundaire doeleinden (kwaliteitsbewaking). Bron: Vraagbaak Psychiatrie en recht, GGZ-Nederland, 2007
1 8 M E NTA A L
DE ONTMOETING Normaal staat in deze rubriek het contact centraal tussen een behandelaar en een cliënt. Graag wil ik daar eens van afwijken en iets schrijven over iemand die de meesten van ons nog wel kennen, namelijk Sjaak Bollen. Sjakie Mijn eerste ontmoeting, als je dit zo mag noemen, met Sjaak is al weer een tijd geleden toen Sjaak adjudant was van de Blerickse prins Ted de eerste, die ik toevallig goed kende. De volgende keer dat ik met Sjaak te doen kreeg, was op mijn werk. Sjaak was werkzaam op de SBV waar hij meestal met zijn kop in de geldla lag te slapen. Hij had de raad die hij vroeger, toen hij nog kleiner was, van zijn ouders meegekregen had om ervoor te zorgen dat hij later royaal in de punecia zat, wel ruim ter harte genomen. Ze hadden hem immers nooit verteld dat het zijn eigen geld moest zijn. Daarna kreeg ik weer met Sjaak te maken en weer ging het over geld. Sjaak was namelijk de man van de 'pieken' binnen de personeelvereniging waar ik bestuurslid van werd. Toen hij voorstelde een natuurwandeltocht te organiseren, ben ik alvast iedereen die hem kende gaan vertellen dat het een naturistentocht betrof en dat Sjakie, in zijn nakie, voorop zou lopen omdat dit maar een heel klein beetje aanstoot zou geven. Hij is een dankbaar slachtoffer voor mijn grappen. Hij kan er goed mee overweg en geeft ze ook regelmatig terug. Tijdens de reis van de personeelsvereniging naar Istanboel drie jaar geleden stopte ik bij een etalage waar ‘prinsenpakjes’ uitgestald lagen. De medereizigers gaf ik de volgende uitleg; als de jongetjes in Turkije ongeveer, op dat moment wist ik de leeftijd even niet meer, maar viel mijn oog op - je raadt het al - zo groot zijn als Sjakie, worden ze besneden. Dan worden ze in zo’n prinsenpakje gehesen en dan op een paard door het dorp gereden. Of dat wat goed maakt, betwijfel ik. Maar ja. Ondanks alle grappen ging Sjaak toch met iedere reis die ik organiseerde mee. Dit kan natuurlijk ook een vorm van s.m. zijn. Bij de club culinair waar Sjaak de pollepel zwaaide mocht ik, na beloofd te hebben hem een jaar niet in het zonnetje te zetten, bij hun afsluitingsdiner aanwezig te zijn. Dit was werkelijk grote klasse en smullen en Sjakie kwam dan ook weer veilig thuis. Dat jaar is nu voorbij en ik kan dus weer rustig mijn gang gaan. Alleen is mijn ‘kleine' vriend op dit moment ernstig ziek. Dit betekende voor mij dat ik voor de vergaderingen van de personeelsvereniging naarstig op zoek moest naar een vervangend slachtoffer. Dat valt niet mee. Wij missen hem, zijn humor, zijn specifiek lachje waar ik ooit van gezegd heb: “Zorg wel dat de mensen jou zien als je lacht, anders denken ze dat je mishandeld wordt”. Sjaak, wij hopen dat je de strijd tegen deze rotziekte zult overwinnen. Knokken dus en niet alleen voor mij maar voor al die honderden waarvan jij in de loop van de tijd de harten met je ontwapende humor gestolen hebt. Nu begrijp ik ook dat ik op de wachtlijst kwam voor een audiëntie bij jou. Deze populariteit gun ik je in ieder geval van harte. Door Henk van Vorselen
FACILITAIR BEDRIJF ERKEND LEERBEDRIJF Het Facilitair Bedrijf van GGZ Noord- en Midden-Limburg heeft een erkenning binnengehaald om als leerbedrijf te fungeren voor MBO- en ROC-opleidingen. Dit betekent dat de kennis, ervaring en de leermeesters aanwezig zijn om leerlingen die binnen de facilitaire dienstverlening een opleiding volgen, op te leiden. De erkenning is afgegeven vanaf niveau 2 t/m niveau 4 ( het hoogste niveau). Het Facilitair Bedrijf is trots op deze erkenning van “Kenwerk” en zal er alles aan doen om leerlingen een goede opleiding te laten volgen binnen deze ondersteunende dienst van GGZ NML. Wanneer u meer informatie wenst, kunt u deze opvragen bij Tineke Speetjens (opleidingscoördinator) van GGZ NML. Zij heeft samen met ondergetekende deze erkenning voorbereid en succesvol afgerond. In de keuken is op dit moment al een stage aan de gang voor de opleiding dieetkok. Door het opleiden van leerlingen blijf je op de hoogte van de huidige opleidingen en veranderde inzichten en plannen voor de toekomst. Het houdt je als organisatie scherp en alert.
COLOFON Redactie mentaal Eleän Mulder-Verleg, hoofd- en eindredacteur Sabine Nicolasen, eindredacteur Ans Swillens, Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid Karin Tummers, Paschalis Ted Smits, stafmedewerker beleid Diana Wong Si Kwie, RCG Venray Paul de Bijl, divisie PIA Mentaal is het magazine van GGZ Noord- en Midden-Limburg voor (oud-)medewerkers, vrijwilligers en externe relaties en verschijnt zes keer per jaar. Uitgave bureau communicatie GGZ Noord- en Midden-Limburg.
Daarom zult u ook begrijpen dat wij trots zijn op deze erkenning !
Vormgeving Ohho Venray
René van Bruxvoort hoofd voeding en restauratieve dienst
Fotografie Johan Flapper, GGZ Noord- en Midden-Limburg, Hans van der Beele, Sevenum, bureau communicatie GGZ Noord- en Midden-Limburg. Oplage 2.450 exemplaren. Redactieadres GGZ Noord- en Midden-Limburg, bureau communicatie, t.a.v. E. Mulder-Verleg, postbus 5, 5800 AA Venray, tel. 0478-527186,
[email protected] Deadline volgende nummer 13 maart 2009. Foto’s gescheiden van tekst – dus als apart jpg-bestand – aanleveren. Voor meer informatie zie www.ggznml.nl of het intranet. Indien u besluit uw abonnement te beëindigen, kunt u dit kenbaar maken via
[email protected] of schriftelijk via het redactieadres.
19 MENTA A L
PROJECT SMAKK, DE RESULTATEN
MINIMAAL SEPAREREN DANKZIJ MAXIMALE INZET Op Intensief 1 van de divisie Langdurige Complexe Zorg is in november gestart met de Special Care Unit (SCU) oftewel het begeleid afzonderen. Dit is een ruimte waar anders dan separatie geen eenzame opsluiting plaatsvindt, maar waar een begeleidend persoon bij de cliënt aanwezig zal zijn. De cliënt heeft te allen tijde de gelegenheid om met de begeleidende persoon in contact te komen. Dit contact is essentieel ten aanzien van behandeling. Bij het contact begint de behandeling. Wanneer er contact is gemaakt kan men indien nodig uitvinden waarom er een crisissituatie is ontstaan. Vervolgens kan de begeleidende persoon met de cliënt gaan kijken wat deze nodig heeft om verder te gaan in behandeling en gaan kijken wat er gerealiseerd kan worden. De ruimte moet rust uitstralen en huiselijkheid maar ook bescherming en veiligheid.
In het kader van het SMAKK-project heb ik 2 dagen meegelopen op afdeling “de Octaaf” in Wolfheze. Afdeling “de Octaaf” is onderdeel van de Gelderse Roos. De afdeling bestaat uit 8 afdelingen met in totaal 84 cliënten uit de langdurige zorg. Er zijn twee gesloten groepen met 8 cliënten en zes open groepen met 8 tot 13 cliënten. Elke afdeling heeft een gemengde populatiegroep met de extreme problematiek die daarbij voorkomt.
1 Als betekenisvolle ruimte voor preventieve interventie zonder dat er gevaar bestaat. 2 Als de cliënt dreigt de controle te verliezen en hierdoor een gevarensituatie dreigt te ontstaan. 3 Als de cliënt een gevaar vormt voor zichzelf (of voor anderen of overlast veroorzaakt voor anderen) zal, indien dit verantwoord is, de SCU als eerste gebruikt worden.
Om het aantal separaties terug te dringen wordt op “de Octaaf” al een aantal jaren op beide gesloten groepen gewerkt met de SCU en is gebruik hiervan ingeburgerd zowel bij personeel als bij cliënten. Er wordt bijna niet meer gesepareerd en als er een crisissituatie ontstaat wordt er gebruik gemaakt van de SCU. De SCU grenst aan het kantoor en er kan dus begeleide afzondering geboden zonder dat er fysiek iemand aanwezig hoeft te zijn. Er wordt slechts in het uiterste geval gesepareerd. Dit komt voor wanneer: • de cliënt te veel overlast veroorzaakt in relatie tot het aangrenzend kantoor; • er sprake is van te veel kracht bij impulsdoorbraken, die de deuren niet kunnen verdragen; • bij ernstige suïcidaliteit.
In de praktijk heb ik gezien dat personeel een cultuuromslag heeft gemaakt ten aanzien van het gebruik van dwang en drang. Ten grondslag aan de veranderde werkwijze ligt de volgende visie: hoe meer het lukt om de cliënt mee te laten denken en uit alternatieven te laten kiezen des te meer zelfbeschikking ervaart de cliënt, des te minder dwang is er nodig en des te kleiner wordt de kans dat er crisissituaties ontstaan. Wat belangrijk is, is dat er altijd wel iets te vinden is waaruit de cliënt keuzes kan maken. Bij elke situatie wordt bekeken welke maatregel genomen moet worden en kijkt men hoe men separatie kan vermijden. Dat betekent dat men met de cliënt gericht in contact gaat om te kijken hoe er gehandeld gaat worden in crisissituaties. Ook wordt nagegaan hoe er preventief gewerkt kan worden om spanning in een vroeg stadium te vermijden. Zo wordt bijvoorbeeld het gebruik van de SCU in het signaleringplan beschreven en wordt er samen met cliënt gekeken met welk doel, middelen en voor hoelang gebruik wordt gemaakt van de SCU. Cliënten komen met ideeën
De SCU biedt een mogelijkheid om op maat te bepalen waarvoor de cliënt in de ontstane omstandigheden de ruimte nodig heeft. Op de Octaaf wordt gebruik gemaakt van de SCU in de volgende situaties:
2 0 M E NTA A L
als: “Als ik daar een uur zit met een leesboek dan kom ik tot rust, als ik daar voor een uur kan schrijven raak ik mijn spanningen kwijt”. Tevens worden verscheidene therapieën ingezet om te werken aan spanningsreductie. Een voorbeeld is muziektherapie: het maken van een persoonlijke muziek-cd waarop de muziek staat waarbij cliënt tot rust komt en spanningen wegvloeien en waar de cliënt op een door hem gekozen veilige locatie (kamer, SCU) naar kan luisteren. Ook zag ik dat er bij cliënten die regelmatig in een crisis raken, structureel preventief wordt gewerkt. Een voorbeeld: na het gebruik van vrijheden worden bij de voordeur afspraken gemaakt voor verblijf in de groep/afdeling en wordt er uitgelegd wat de gevolgen zijn voor het niet nakomen van die afspraken. Ook kan men dan besluiten om al over te gaan tot gebruik van de SCU. Belangrijk in de werkwijze is ook dat elke crisissituatie uitgebreid wordt geëvalueerd met zowel cliënt als personeel, zodat bij een volgende situatie nog beter cliëntgericht gehandeld kan worden. Samenvattend, op de Octaaf wordt met de SCU op maat gewerkt. De SCU wordt variabel gebruikt als kans, als mogelijkheid, als probleemoplossing en als bescherming.
Meubilair in de SCU De ruimte is een multifunctionele ruimte, waar per persoon, per situatie, per fase afgestemd wordt op de cliënt en wat hij/zij nodig heeft. We zijn bezig met de bovenstaande cultuuromslag en willen ons graag naar het niveau van “de Octaaf” opwerken. Het is altijd zo geweest dat we te allen tijde separatie proberen te voorkomen. Alleen worden we beperkt door het gebrek aan middelen hiervoor. Er wordt nu bij agressie vaak gekozen voor de separeer omdat andere mogelijkheden geen optie zijn. Ons doel is om in de toekomst separatie te vermijden door samen met de cliënten te kijken hoe dit te bereiken. Met de SCU als maatregel zullen er minder separaties voorkomen. Dit betekent wel dat 1 op 1 begeleiding noodzakelijk is. Hierdoor zal er een grotere werkdruk op de afdeling ontstaan. Met de bezuinigingen in het vooruitzicht zal een goede start van de SCU veel energie en tijd vergen van de mensen op de werkvloer en kunnen we de zorg niet bieden die we in onze doelstellingen geformuleerd hebben. Nieuwe gezonde ontwikkelingen kosten nu eenmaal tijd en hier moet ook tijd voor vrijgemaakt worden. Met de SCU slaan we een goede weg in om dwang en drang te verminderen. Het is een goede ontwikkeling voor cliënt en personeel binnen Intensief 1. En dit is iets waar wij ons graag voor in willen zetten. Geert Weijers Intensief I
SCU
21 MENTA A L
WETENSCHAP EEN UITGAVE VAN DE VRIJWILLIGERS VAN HET VENRAYSE MUSEUM VAN DE PSYCHIATRIE, 2008
"DE ZIEL & ZIN VAN DE PSYCHIATRIE IN VENRAY"
Ik had echt een lotje uit uit de loterij getrokken toen Lod Dirkx, een van de oprichters van het museum, mij de intieme tentoonstelling: ‘De ziel & zin van de psychiatrie in Venray’ toonde. Hij vertelt het verhaal ‘van binnen uit’, met zijn bijzondere kennis van de historie waarover hij spreekt. Het bracht mij veel gezamenlijke herkenning van mijlpalen uit de psychiatrie en zowaar medicamenten die nu al in het museum staan, worden nog steeds met succes gebruikt in de geneeskunde. ‘De ziel & zin van de psychiatrie in Venray’, is ook de titel van een boekje dat is uitgegeven bij gelegenheid van die expositie over de psychiatrie in Venray gedurende de afgelopen 100 jaar. Het boekje is vlot geschreven en voert de lezer in sneltreinvaart door de psychiatrie van de vorige eeuw. Het verhaalt ook in vogelvlucht de historie van de tijd ervoor; van de primitieve culturen, via de Grieken en de middeleeuwen naar de huidige tijd. Bedverpleging & slaapkuren, kruiden en koorts, medicamenten en malaria, hydrotherapie, verschillende shock-therapieën, het
2 2 M E NTA A L
belang van muziek, beweging, arbeid, creativiteit en ontspanning, het komt er allemaal in aan de orde. Veel bleef behouden, veel vertrouwds verdween. Het verleden is weg, wij leven nu, en de toekomst moet nog komen. Maar gelukkig valt er uit het verleden veel te leren over de toekomst. En dat is ook het belang van dit boekje. Natuurlijk, het is plezierig om te lezen, maar het leert ons ook om niet zomaar achter ‘de waan van de dag’ aan te lopen. Wanneer we niet leren uit onze geschiedenis, dan zijn we gedwongen om die in de toekomst te herhalen. Gelukkig kunt u met deze uitgave in heel kort bestek veel te weten komen over die historie. Ik raad het boekje aan om te lezen aan iedereen die werkzaam is in de psychiatrie of er op een of andere manier bij betrokken is. Het staat in onze bibliotheek en wie weet is het mogelijk om nog een eigen exemplaar te bemachtigen. abe
ORGANOGRAM
GGZ NOORD- EN MIDDEN LIMBURG Organogram versie, januari 2009
Raad van Toezicht
Raad van Bestuur
Medezeggenschapsorganen
Secretaris Raad van Bestuur
Secretariaat RvB Bouwbureau Concern Controller Stafbureau
Collectieve Cliëntenraad Ondernemingsraad
Bureau Communicatie
Eerste geneeskundige Dienst Geestelijke Verzorging
WetenschappelijkOnderzoek & Opleidingen
Zorg
PIAA
Ondersteuning
* Top GGZ
Divisie Kortdurende Zorg
Divisie Verslavingszorg
Divisie Langdurig complexe zorg
Divisie Specialistische functies
Regionaal Centrum GGZ Venlo
Ambulante verslavingszorg Venlo
Kliniek Intensief 1 & 2
Centrum voor Angst- en Dwangstoornissen*
Regionaal Centrum GGZ Venray
Ambulante verslavingszorg Roermond
Begeleid Wonen Intensieve Woonbegeleiding
Centrum voor Adolescentenpsychiatrie
GGZ-centrum Roermond
Paschalis, Kliniek voor verslavingszorg
Kliniek Begeleiding en Verzorging
de Poli Boxmeer
Korsakovkliniek*
Intern Ondersteunend Centrum
Centrum voor Psychotherapie Venlo
de Poli Deurne
Justitiële verslavingszorg
Intern Medisch Centrum
Centrum voor Neuropsychiatrie*
Vincentiushuis
Centrum voor Autisme en AD(H)D*
Forensische & Intensieve Zorg Elektroconvulsietherapie (ECT)
Wetenschappelijk onderzoek
Informatiecentrum Geestelijke Gezondheidszorg
Personeel en Organisatie
Opleiding Medisch Specialisten
GGZ-preventie
Economische Administratieve Dienst
P-opleiding
Verslavingspreventie
ICT
Master in Advanced Nursing Practice
(Dag)activiteitencentra
Facilitair bedrijf
Master in Addiction
Arbeidsrehabilitatie
Psychologie & Medical Master Wetenschappelijke bibliotheek
CRADLE-2-CRADLE KUNST Deze beelden, van de hand van kunstenaar Theo Keurentjes, zijn gemaakt van hardstenen venterbanken, afkomstig uit het voormalige gebouw M. Gebouw M stond op de plaats waar nu deze beelden hun plek hebben gekregen. Onthulling door Toine van der Sanden, voorzitter Raad van Bestuur GGZ Noord- en Midden-Limburg. 23 MENTA A L
STERK IN BEELDWERK