M ENTA AL MAGAZINE VAN GGZ NOORD- EN MIDDEN-LIMBURG
JAARGANG 6 NR 3 JUNI 2010
MEERDERHEID VOOR NIEUWE NAAM GGZ NML ZORGLIJNEN ORDENING OM OP OVERZICHTELIJKE MANIER BEHANDELING TE DOORLOPEN MDFT VOOR JONGEREN MET MEER DAN EEN PROBLEEM
JONGEREN EN ZORG
JAARGANG 6 NR 3 JUNI 2010
INHOUD
VAN DE REDACTIE Binnenkort start de wereldkampioenschap voetbal in Zuid-Afrika. Om precies te zijn op 11 juni. Een geweldige happening, die voor velen synoniem zal staan voor veel bier drinken en feesten. Voor de voetbalfanaten onder ons een heel gedoe om alle wedstrijden te kunnen zien want veel wedstrijden zullen onder Nederlandse werktijd gespeeld gaan worden. Volgens ArboNed voorkomen werkgevers een hoog ziekteverzuim wanneer zij medewerkers in deze periode flexibel laten werken; flexibiliteit verdient zich terug, aldus de Arbo-organisatie. Na de WK zal de zomervakantie haar intrede doen in regio Zuid. Mocht u denken dat er in die periode geen Mentaal verschijnt, dan heeft u het mis. Mentaal zal eind juli verschijnen, en daarna weer eind september. Wellicht zal deze in juli niet zo goed gevuld zijn als dat u van ons gewend bent, maar we geven er wel eentje uit. Deze keer nog een ruimschoots gevuld nummer met o.a. een interview met Hugo Kuyper, een aantal behandelaren van de Adolescentenkliniek GGZ NML aan het woord over het werken in de kliniek, de opzet van de MultiDimensionele FamilieTherapie (MDFT) wordt nader toegelicht, u kunt lezen over de alcoholpoli in het St. Jans Gasthuis in Weert, Loes Boonen vertelt over de ontwikkeling van de cognitieve gedragstherapeutische module voor de behandeling van koopverslaving, en er wordt uiteengezet waarom bij volwassenen met autisme en AD(H)D zintuiglijke verwerkingsproblemen kunnen voorkomen. Dit is een greep uit de vele artikelen die Mentaal u deze uitgave aanbiedt. De redactie wenst u veel leesplezier, veel WK-voetbalgenot en degenen die de eerste weken van de zomervakantie al vakantie gaan vieren: een hele fijne en zonnige vakantie! En mocht u naar Zuid-Afrika afreizen om de WK-wedstrijden live bij te wonen: 'n hele fijne en sonnige vakansie en baie sokker plesier!
De redactie van Mentaal
0 2 M E NTA A L
2 3 4 5 6 8 9 10 13
Van de redactie
14 16 18 20 21 22 23 24 26 28 29 30 32 33 34 35 36
OnGegrond
Inhoud Van de voorzitter Meerderheid voor nieuwe naam GGZ NML Servaashof en vermaatschappelijking, Colofon Interview Hugo Kuyper Klachtenbehandeling/klachtenbemiddeling Verleden, heden en toekomst psychiatrie Speeddaten met wethouder Testroote, Aankondiging symposium
Vernieuwen om zorg te verbeteren Shop till you drop, Columnicatie Kwaliteitsverbetering keuken, Cubus verzorgt workshop MDFT voor jongeren met meer dan een probleem Wetenschap IGG Preventiewerkers tappen uit ander vaatje Let's decide together Mijn droom is een huis met een tuin Opvanglocatie asielzoekers misschien op Annaterrein Zintuiglijke verwerkingsproblemen Informatiebijeenkomst Vincentiusterrein, De Ontmoeting Architectuurprijs Venray voor Servaasterrein 20 mei studiedag verpleging We timmeren aan de weg…, GGZ NML in werkgever-top 20 Sterk in Beeldwerk
0 3 M E NTA A L
VAN DE VOORZITTER
MEERDERHEID VOOR NIEUWE NAAM GGZ NML CARPE DIEM
Als voorzitter van de Raad van Bestuur buig ik me graag over mijn vaste column in Mentaal. Ik hecht daar waarde aan, omdat het mij de gelegenheid biedt om op mijn eigen manier mijn visie te geven over wat er binnen en buiten onze organisatie gebeurt. Deze uitgave wil ik ingaan op de aangekondigde bezuinigingen in de zorg.
Het voorjaar is weer begonnen. Voor veel mensen betekent dat nieuwe energie en grote schoonmaak houden. Geïnspireerd door het frisse, ontluikende groen in de natuur willen we ons ook ontdoen van het stof van de winter en van spullen die niet meer worden gebruikt en in de weg staan. Inmiddels trekt een grauwe aswolk vanuit een IJslandse vulkaan over Europa en dreigt letterlijk roet in het eten te gooien. In eigen land dreigt de kabinetscrisis in figuurlijke zin voor stagnatie in diverse hervormings- en vernieuwingsplannen te zorgen. Zowat alle politieke dossiers van onze minister Klink hebben van de Tweede Kamer het etiket ‘controversieel’ gekregen. Dat betekent stilstand of in het gunstigste geval vertraging in de verdere vernieuwing van ons zorgstelsel, de liberalisering en prestatiebekostiging, de hervorming van de AWBZ en de herziening van de kapitaallastenvergoeding. Verder is belangrijke nieuwe of verbeterde wetgeving op het gebied van de zorg in de ijskast gezet: verbetering positie cliëntenraden, zorg en dwang voor psychogeriatrische patiënten, integrale zorg voor schizofreniepatiënten met verslavingsproblemen, verbetering dwangbehandeling in de Wet BOPZ. Ondertussen zijn volijverige ambtenaren op onze ministeries onverdroten doorgegaan met het bedenken van voorstellen om 29 miljard euro te bezuinigen. De dames en heren in de twintig werkgroepen hebben naar hartelust hun creativiteit de vrije teugels kunnen geven. Zij werden immers niet gehinderd door enige beleidsmatige of ideologische randvoorwaarden. Het ging erom de financiële doelstelling hoe dan ook te halen. Welke voorstellen het uiteindelijk zullen halen, is nog ongewis. De eerste onrust over het verhogen van het eigen risico en schrappen in het basispakket is al uitgebroken. Sigmund Freud zou zich in zijn graf omdraaien als hij wist wat het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) recentelijk heeft besloten, namelijk dat de door hem ontwikkelde psychoanalyse niet langer meer wordt vergoed door de verzekering. De reden: de psychoanalyse is niet bewezen effectief, althans zuiver wetenschappelijk bewijs daarvan ontbreekt. Evidence based houdt echter ook rekening met de ervaringspraktijk. Ik vraag me af of dit de voorbode is van meer bezuinigingen die de zorg boven het hoofd hangen. Want er zijn meer methodes waarbij vanuit wetenschappelijk bewijs vraagtekens te plaatsen zijn. Er is werk aan de winkel. Hoewel de ggz niet het grootste aandeel in de totale begroting van volksgezondheid inneemt, lijken wij soms een gemakkelijke ‘bezuinigingsprooi’ te zijn. De ggz wordt ten onrechte nog vaak beschouwd als uitsluitend een kostenpost. Daar staan echter grote opbrengsten tegenover in termen van genezing, herstel, reactivering, vermindering van overlast en criminaliteit. Het is wel aan de sector om dit eenduidig en onweerlegbaar aan te tonen. De komende maanden konden wel eens cruciaal zijn voor de toekomst van de ggz.
Onder de titel ‘een nieuwe lente, een nieuwe naam’ is enige tijd geleden een vragenlijst rondgestuurd aan alle medewerkers van GGZ Noord- en Midden-Limburg. Enkele weken later is er een herinneringsbericht verstuurd en tegen het einde van april is de inzendtermijn gesloten. In totaal hebben 15% van de collega’s de vragenlijst ingestuurd en enkele mensen hebben zelfs met een extra mail gereageerd op deze enquête.
Op de vraag of zowel activiteiten als werkgebied onze naam GGZ Noord- en Midden-Limburg overstijgen antwoordt maar liefst 84% met ‘ja’. Op de stelling dat de naam GGZ NML te onpersoonlijk is en onvoldoende affiniteit bij zowel cliënten als medewerkers oproept, antwoordt maar liefst 70% instemmend. Ongeveer 10% heeft geen uitgesproken mening en 20% van de stemmers is het oneens. Naam en verhaal Een meerderheid van 76% wil een meer persoonlijke naam met een daaraan verbonden verhaal dat voldoende binding bij zowel cliënten als medewerkers geeft. Ongeveer 16% ziet daar geen echte meerwaarde in. De naam Vincent van Gogh kan zonder veel bezwaar terugkeren volgens precies 77% van de stemmers, terwijl 17% het daarmee oneens is. Slechts een klein deel van de ‘nee’ stemmers komt met alternatieve namen, zoals: Anton Kroft Kliniek, GGZ Zuidoost Nederland, Hoofdzaak, GGZ Servaeshof, Geestelijk Welvaren, Vooruit, LIGG (Landelijk Instituut Geestelijke Gezondheidszorg), Vincent II, GGZ Servanna, GGZ St. Servatius, Mentaal en GGZ Zuid. Geen slogan nodig Op de vraag of bij een nieuwe naam een slogan hoort waren de ‘nee’ stemmers met ruim 60% behoorlijk in de meerderheid. Minder dan 30% van de collega’s vond dat er wel een motto moest worden toegevoegd. Toch zijn er veel concrete suggesties gedaan voor de toevoeging een pakkende slogan, zoals: ‘Vincent van Gogh - Geestelijke gezondheidszorg door de eeuwen heen’, ‘Vincent van Gogh zorggroep’, ‘Uw zorg staat voorop’, ‘Vóór-Zorg’, ‘Wij zorgen voor de zorg’, ‘Uw zorg is bij ons in goede handen’, ‘Wij zorgen voor U’, ‘GGZ ZON Zorg op Maat’, ‘Menskracht’, ‘Zijn wie je bent’, ‘Stilstand is achteruitgang’, ‘Het beste voor mensen’, ‘Hoofdzaak’, ‘Een en al oor’, ‘Kwaliteit in Zorg’, ‘De klik met mensen’,
Het lentetafereel ‘Kersenbloesem’ van Vincent van Gogh. ‘Een luisterend oor’, ‘Het pallet van mensen’, ‘Mensen voor mensen’, ‘Mensen zoals jij en ik’, ‘Bied zorg op maat’ en ‘De mens centraal’. Precies 158 ingevulde enquêtes werden ingestuurd vanuit Venray, terwijl exact 32 reacties uit Venlo kwamen. Verder werden er 11 digitale formulieren in Roermond ingevuld en vanuit de overige locaties werden er nog eens 30 reacties ingestuurd. Komende weken wordt er op basis van deze enquête en de nodige andere ‘input’ een advies geformuleerd voor de Raad van Bestuur en directie van GGZ Noord- en Midden-Limburg. Wanneer er binnen dit project van de naamswijziging ontwikkelingen zijn of belangrijke beslissingen worden genomen, zullen wij u daarover informeren.
Toine van der Sanden
0 4 M E NTA A L
0 5 M E NTA A L
TELEFOONNUMMERS
SERVAASHOF EN VERMAATSCHAPPELIJKING De nieuwbouwappartementen aan de St. Servatiusweg zijn in gebruik genomen. Hiermee is er een belangrijke mijlpaal bereikt in het project Servaashof. De meest omvangrijke bouw is nu afgerond. In deze rubriek zult u vanaf nu in mindere mate over het bouwproces lezen maar meer over de vermaatschappelijking van de zorg. Binnen onze organisatie betekent vermaatschappelijking zoveel mogelijk ondersteuning en begeleiding bieden aan cliënten bij het deelnemen aan de maatschappij op het punt van werken, wonen en vrijetijdsbesteding.
LANDELIJKE COMPETITIE
In de nabijheid van ’t Huukske en nog achter het Activiteitencentrum ligt een fraaie minigolfbaan. Echter mini kun je de baan niet noemen De baan is groot opgezet, van iets gemakkelijke banen- voor de een keer per jaar golfer - tot de meer moeilijke banen. De baan is
0 6 M E NTA A L
gesitueerd op ’n goed onderhouden grasveld. De al jaren bestaande golfclub MGC Venray kwam bij het verdwijnen van het gelijknamige café annex golfbaan in een moeilijk parket. Ze hadden geen golbaan meer. Maar
de enthousiaste clubleden waren totaal niet van plan hun mooie hobby op te geven. Ze gingen op zoek naar iets anders. Op Servaashof waren ze meer dan welkom. De leden van de club stelden dit zeer op prijs. Op 31 augustus 2008 werd de baan feestelijk in gebruik genomen. Golfclub MGC Venray speelt er nu haar competitie. De mensen onderhouden zelf de banen. Het schoonmaken doen mensen uit ’t Huukske. Hay Schattefor coördineert de werkzaamheden en het verhuur aan dagjesmensen. Is hij tevreden over de afgelopen twee jaar? Hay: “Natuurlijk is het mooi, als mensen van hun sport genieten. Maar het kan allemaal beter! Buiten een artikel bij de opening in een weekblad is er nooit meer publiciteit geweest. Zelfs hier in onze eigen kring wordt er geen letter over geschreven. Waar blijven onze medewerkers bijvoorbeeld op woensdagmiddag? Wij hebben kinderarrangementen. Zij die geweest zijn, hebben niets dan lof over een leuke middag in de buitenlucht. En op de afdelingen kan er ook best wel aandacht aan geschonken worden. Weet je, er komen hier mensen die al jaren hier wonen en van het bestaan van de golfbaan niets afweten! Hopelijk draagt dit artikel hieraan bij”. Hay vervolgt: “Trouwens, het onderhoud vergt best wel een en ander, zeker in regentijden, zoals het aftrekken van het water dat niet snel wegloopt. Want gespeeld wordt enkel op een droge baan. De wedstrijdspelers zijn daar heel gevoelig voor. Bekijk hun uitrusting maar eens: voor iedere baan een andere bal en ook vaak wisselen van golfclub. Zelfs de gespeelde bal wordt op temperatuur gehouden door deze in de broekzak te bewaren. En dan nog wordt de golfbal weleens warm gewreven!” Hay: “Echter terug naar onze eigen golfclub Servio. Zij spelen tweewekelijks op dinsdagavond hun onderlinge competitie, waarbij de spelers van MGC Venray voor coaching en training aanwezig zijn. Dat er progressie geboekt wordt door de Serviogolfers is welhaast vanzelfsprekend”. Hay wil tot slot de personeelsleden van GGZ Noord- en Midden-Limburg uitnodigen eens te komen kijken, eventueel samen met hun kinderen. En natuurlijk zijn onze bewoners ook van harte welkom! In en nabij ’t Huukske is er mooie ontspanning voor hen. Mochten cliënten nog interesse hebben in het bieden van hulp voor de golfbaanwerkzaamheden, dan kunnen zij zich aanmelden bij ’t Huukske en vragen naar Hay, waar ze overigens ook voor een natje en een droogje terecht kunnen. Jan Leijsten
Arbodienst Achmea Vitale 0475-399899, Wendy Treurniet-Groustra, bedrijfsarts:
[email protected], Louis Thissen, bedrijfsarts:
[email protected] GGZ Noord- en Midden-Limburg algemeen 0478-527527 Personeelsvertrouwenspersoon: John Blankers, 0475-399899,
[email protected] Klachtencommissie individuele medewerkers 0478-527597,
[email protected], Commissie sociale begeleiding: 0478-527597,
[email protected] Ondernemingsraad 0478-527245 Ziek- en herstelmelding 0478-527161
COLOFON Redactie Mentaal
Eleän Mulder-Verleg, hoofd- en eindredacteur Sabine Nicolasen, bureau voorlichting encommunicatie Anita Boom, Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid Karin Geerkens, Verslavingszorg Truus Offermans / Hilal Uysal-Cosgun, EAD Kim Waskowskij, Specialistische functies Jan Leisten, Extern Joep van Eijk, Landurige Zorg Maria Spee, Intern activiteitencentrum Annemie Rours, HRM Paul de Bijl, divisie PIA Mentaal is het magazine van GGZ Noord- en Midden-Limburg voor (oud-)medewerkers, vrijwilligers en externe relaties en verschijnt zes keer per jaar. Uitgave bureau voorlichting en communicatie GGZ Noord- en Midden-Limburg. Oplage 2.600 exemplaren Vormgeving Ohho Venray Fotografie Johan Flapper, GGZ Noord- en Midden-Limburg, Hans van der Beele, Sevenum, bureau communicatie GGZ Noord- en Midden-Limburg Drukkerij ARS Grafisch Roermond Redactieadres GGZ Noord- en Midden-Limburg, bureau communicatie, t.a.v. E. Mulder-Verleg, postbus 5, 5800 AA Venray, tel. 0478-527186,
[email protected] Deadline volgende nummer 2 julii 2010. Foto’s gescheiden van tekst – dus als apart jpg-bestand – aanleveren. Voor meer informatie zie www.ggznml.nl of het intranet. Indien u besluit uw abonnement te beëindigen, kunt u dit kenbaar maken via
[email protected] of schriftelijk via het redactieadres.
0 7 M E NTA A L
‘ZORGLIJNEN ZIJN VOORAL EEN ORDENING VOOR CLIËNTEN OM OP EEN OVERZICHTELIJKE MANIER EEN BEHANDELING TE DOORLOPEN’
Heel veel medewerkers hebben een enorme betorkkenheid bij het werk, vinden het waardevol en zijn van daaruit bereid zich ten volle in te zetten. Deze intrinsieke motivatie is een heel belangrijk goed.
verbeteringen gewenst zijn en waar je een behoorlijke speelruimte hebt om dat uit te voeren. Aan die voorwaarden bleek GGZ NML goed te voldoen”. Wat zijn je eerste indrukken van onze organisatie? Hugo: “Mijn eerste indruk was dat ik heel welkom ben. Dit merk ik aan hoe mensen hier in de divisie maar ook in de rest van de organisatie me tegemoet treden: nieuwsgierig en bereid om me informatie te geven. Mijn tweede indruk is dat er binnen de organisatie zaken te verbeteren en te veranderen zijn. Het is een grote organisatie met veel professionals en veel mensen met kennis van zaken. Tegelijkertijd zie je ook dat er op onderdelen verbeteringen mogelijk zijn. Dat heeft vooral te maken met het feit dat de inhoud van de zorg heel erg leidend is. En het feit dat je dat ook op een goede manier moet organiseren en structureren. Een andere indruk is, dat er een enorme veelheid aan activiteiten is waarmee mensen zich op verschillende locaties van de organisatie mee bezighouden. Dat maakt het chaotisch en onoverzichtelijk”.
Hugo Kuyper is per 1 februari 2010 benoemd tot directeur van de divisie Verslavingszorg en Korsakov van GGZ NML. Alhoewel hij nog geen 100 dagen binnen deze - voor hem - nieuwe organisatie werkt, is hij zich er nu al van bewust dat er heel veel verschillende ontwikkelingen op GGZ NML gaan afkomen die heel veel van de organisatie zullen gaan vragen. Deze ontwikkelingen, zoals de invoering van de DBC’s, de bezuinigingen van het kabinet en de invoering van de zorglijnen zullen ook hoge eisen gaan stellen aan de onderlinge informatie- en communicatievoorziening. Hij realiseert zich dat het heel lastig zal zijn om de juiste mensen op het goede moment te informeren over de juiste dingen. Het hanteren van goede communicatie ziet hij als een belangrijk thema. Waar heb je gewerkt voordat je binnen GGZ NML bent komen werken? Hugo: “Ik ben begonnen als psychomotorisch therapeut en heb jarenlang dat soort behandelfuncties gehad, al snel gecombineerd met coördinerende functies voor behandelteams. In mijn hele carrière heb ik én uitvoerend werk én organiserend werk gedaan in de GGZ. Vanaf 1996 heb ik alleen nog maar management en bestuur gedaan en de
0 8 M E NTA A L
laatste 10 jaar ben ik directeur/bestuurder geweest van de stichting Radar, een organisatie die allerlei vormen van dagbesteding, arbeidsrehabilitatie en activering aanbiedt voor cliënten met een GGZ-achtergrond. In de tussentijd heb ik bedrijfskunde gestudeerd, omdat ik het organiserende beter in de vingers wilde krijgen. Ik wilde graag binnen de GGZ blijven werken, omdat ik daar op de een of andere manier mijn hart aan verpand heb. Maar ook waar iets te veranderen is, waar
Mensen asscociëren verslavingszorg met drugsverslaving. Ben je van plan iets te doen met dit imago in de regio? Hugo; “Aan het denken van mensen kun je niets veranderen. Maar je kunt wel iets veranderen aan de beeldvorming over de zorgverlening van het cliëntenbestand, die niet klopt met de praktijk. De grootste groep van cliënten waar wij zorg aan bieden, zijn mensen die alcoholproblemen hebben. Wij behandelen mensen meestal ambulant. We schrijven ieder jaar 1500 mensen ambulant in. In de kliniek zelf hebben we 44 plaatsen. In de praktijk hebben we dus veel meer mensen met alcoholproblemen die wij ambulant behandelen dan het gemiddelde beeld dat mensen hebben van de verslavingszorg. Ook behandelen en begeleiden wij cliënten die ernstig drugsverslaafd zijn. We zullen echter veel duidelijker onderscheid moeten gaan maken in hoe we erover praten en hoe we de zorg aanbieden. We moeten duidelijk maken dat we zorg niet per definitie op één locatie aanbieden, maar dat verschillende doelgroepen vanuit diverse plekken zorg kunnen ontvangen. Dit gaat veel dieper dan een pr- of imagocampage. Het zal ook een langere periode vergen. Verder willen we ook duidelijk gaan maken, dat we een behandeling voor koopverslaving hebben. Denk verder ook aan maatschappelijke problemen zoals jongeren die op jongere leeftijd meer gaan drinken, soms zelfs comazuipen. Als verslavingszorg moeten we een herkenbaar antwoord hebben op dat soort maatschappelijke vraagstukken. Wij hebben de know how in huis en kunnen daarin zorg verlenen. We willen onze kennis beschikbaar stellen voor diegenen die eerder dan wij mensen met middelenproblematiek ontmoeten. Denk hierbij aan projecten waarbij we
huisartsen ondersteunen, bijvoorbeeld vroegsignalering alcohol, of voorlichting door verslavingspreventie op scholen. Op deze manier kunnen we de schadelijke effecten van middelengebruik en –misbruik al in een eerder stadium op de agenda krijgen en aanpakken”. Je bent benoemd tot programmamanager zorglijnen. Wat kunnen we de komende tijd verwachten? Hugo: “We gaan veel aandacht besteden aan de voorbereidende fase. In mei gaan we praten met een aantal behandelaren en directeuren om goed in kaart te krijgen welke doelen we nastreven en wat de grenzen zijn van het project. Kies de doelen zodanig dat je ze ook kunt realiseren in bepaald tijdbestek. Eind mei hopen we een globaal plan te hebben hoe we de ontwikkeling en invoering van de zorglijnen willen doen. Dit zijn twee aparte stappen. Veelomvattend, want alle zorg die cliënten krijgen, gaan we op een meer overzichtelijke manier structureren. Daar zijn dus de zorglijnen voor. Het ziet ernaar uit, dat dat voor cliënten zal gaan betekenen dat ze vooraf een beter beeld krijgen van wat ze kunnen verwachten in de zorg, hoe lang de zorg gaat duren, welke typen activiteiten en behandeling daarin gaan plaatsvinden. De behandeling zal soepeler verlopen, zonder al te veel wachttijden. En dit zou er dus ook toe moeten leiden, dat voor potientiële cliënten en verwijzers helderder wordt dat GGZ NML verschillende behandelingen te bieden heeft voor verschillende soorten problemen van mensen. Voor medewerkers kun je nu niet zeggen of er dingen wel of niet gaan veranderen. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat er in de werkwijze binnen de teams veranderingen gaan optreden. Bijvoorbeeld meer duidelijke regels over hoe lang behandelingen gaan duren of wanneer behandelingen worden overgedragen. Voor sommige medewerkers kan het een kans betekenen om zich te specialiseren in een bepaald type behandeling of activiteit. Zorglijnen zijn vooral een ordening voor cliënten om op een overzichtelijke manier een behandeling te doorlopen. Wat belangrijk is om je te realiseren, is, dat de invoering van zorglijnen absoluut niet bedoeld is als een bezuinigings- of inkrimpingsoperatie. Het is bedoeld om een kwaliteitsslag te maken”. Hugo tot slot: “We gaan de zorg anders organiseren en structureren: in het belang van cliënten, in het belang van de doorstroming van de zorg voor cliënten en in het belang van de kwaliteit van de zorg. Heel veel medewerkers hebben een enorme betrokkenheid bij het werk, vinden het waardevol en zijn van daaruit bereid zich ten volle in te zetten. Deze intrinsieke motivatie is een heel belangrijk goed. We moeten proberen dat vast te houden!” Eleän Mulder-Verleg
0 9 M E NTA A L
EEN JUBILEUMSYMPOSIUM TER GELEGENHEID VAN HET 21-JARIG BESTAAN VAN DE OPLEIDING PSYCHIATRIE
VERLEDEN, HEDEN EN TOEKOMST IN DE PSYCHIATRIE
In een betoog over ziekte-eenheid binnen de psychiatrie, spoort hoogleraar Willem van Tilburg aan tot herwaardering van de bestaande classificatiesystemen en een pathogenetische hypothesevorming.
In een inspirerende eerste voordracht presenteert hoogleraar Marcel Olde Rikkert de volgende ‘levenslessen’ van Atul Gawande (2007): ‘Stel vragen van waarde: Zeur niet! Verander! Houd bij en tel wat er gebeurt, wat er verandert. Schrijf je bevindingen op.’ Dit zijn volgens Olde Rikkert vragen die ons beter maken: beter in opleiden, beter in onderzoeken, beter in diagnostiek en behandeling. Beter in mensen. In een betoog over ziekte-eenheid binnen de psychiatrie, spoort hoogleraar Willem van Tilburg aan tot herwaardering van de bestaande classificatiesystemen en een pathogenetische hypothesevorming. Moderne classificatiesystemen moeten binnen de traditie van Kraeplin bezien worden, waarbij de systematische groepering van symptomen als ‘springplank’ dient naar het uiteindelijke ideaal van de ziekte-eenheid. De aandacht dient echter verschoven te worden van een puur beschrijvende, naar een meer theoretisch niveau van systematisering, zodat kennis van syndromen vertaald kan worden naar inzichten in de ontstaansgeschiedenis
Op woensdag 17 maart jl. vond het symposium “Verleden, heden en toekomst in de psychiatrie”, ter gelegenheid van het 21-jarig bestaan van de opleiding tot psychiater en tevens het jubileum van A-opleider W. Verhoeven, plaats in de St. Annakapel te Venray. Deze dag werd, zoals eerder te lezen was in de Mentaal van april 2010, o.a. gevierd met voordrachten van acht vooraanstaande Nederlandse hoogleraren psychiatrie. De individuele bijdragen zijn gebundeld in een jubileumuitgave, die zich laat lezen als een beschouwend overzicht van de ontwikkelingen op medischwetenschappelijk, maar ook op het maatschappelijk- ideologische terrein van de psychologie en de psychiatrie. Hierbij een samenvatting van deze bijzondere ‘Dag der Hooggeleerden’. 1 0 M E NTA A L
Hoogleraar Hans Hovens geeft in zijn voordracht “Waar is de hysterie gebleven?” een fraai overzicht van de opkomst en ondergang van de hysterie als psychiatrische probleem. Het begrip hysterie heeft zijn oorsprong in de symptomen die tot aan de 16e eeuw werden omschreven als ‘gevoelsaanvallen’ of ‘bezetenheid’. Aan het eind van de 19e eeuw zijn het vooral Charcot, Janet en Freud die de beeldvorming definitief markeren. Hoewel hysterische klachten in de moderne psychiatrie niet geheel van het toneel zijn verdwenen, gaan zij schuil onder diverse diagnostische classificaties. Dit doet echter geen recht aan het oorspronkelijke concept van de hysterische persoonlijkheid. Er wordt gepleit voor een zogenaamde herintroductie, zodat hysterische beelden en reactievormen tijdig herkent en getypeerd kunnen worden. In “Arts, suïcide, ethiek en opleiding” bespreekt hoogleraar Joost Schudel de overwegingen die ten grondslag zouden moeten liggen aan professioneel handelen in het geval van
suïcide of suïcidaal gedrag. Artsen worden op verschillende wijzen geconfronteerd met zelfdoding. Drie belangrijke typen hulpvragen zijn daarbij preventieve hulp voor een patiënt met suïcidale gedachten of uitingen, hulp ten behoeve van nabestaanden van een patiënt die zich heeft gesuïcideerd en hulp bij zelfdoding, waarbij patiënt de arts deelgenoot maakt van zijn voornemen zich te suïcideren. Vooral dit laatste vraagstuk roept op tot een meer fundamentele discussie. Schudel schetst op heldere wijze een beeld van de medisch-ethische vraagstukken die bestaan rondom zelfdoding en besluit zijn betoog met de overweging dat een goede medische beroepsuitoefening gebaat is bij een adequate, overkoepelende en persoonlijke analyse van deze problematiek. De hoogleraar psychiatrie Jim van Os geeft in zijn lezing een gedegen oriëntatie op de huidige stand van kennis met betrekking tot de ziekte schizofrenie, en schetst een ontwikkelingsgang die vanaf heden moet worden gekozen. Schizofrenie is na 100 jaar nog steeds één van de meest raadselachtige ziekten; schizofrenie brengt zeer veel persoonlijk lijden met zich mee en de maatschappelijke kosten ervan zijn groot. Van Os schetst een samenvattend model van de ziekte schizofrenie en de psychotische stoornissen, waarin de samenhang tussen erfelijkheid, aanleg en milieufactoren wordt weergegeven. In de nabije toekomst moeten behandelvormen worden ontwikkeld gericht op neurobiologische kwetsbaarheid die in wisselwerking staan met omgevingsomstandigheden (als cannabisgebruik en migratie). In zijn lezing “Wat neuroimaging de psychiatrie nog verder kan bieden” geeft de Utrechtse hoogleraar René Kahn een overzicht van het onderzoek naar de subtiele veranderingen in het totale hersenvolume bij gezonde familieleden van schizofreniepatiënten. Afwijkingen worden voornamelijk gevonden in het volume van de grijze stof, de hippocampus en de laterale ventrikels. Dit suggereert dat genetische factoren een belangrijke rol spelen in het risico om schizofrenie te ontwikkelen. Kahn concludeert dat zowel genetische als omgevingsfactoren bijdragen aan de
1 1 M E NTA A L
VERLEDEN, HEDEN EN TOEKOMST IN DE PSYCHIATRIE
Familie Verhoeven
De heer en mevrouw Verhoeven met in het midden de heer Egger. ontwikkeling van schizofrenie. De exacte samenhang tussen deze elementen is echter nog onduidelijk. Hoogleraar Rutger-Jan van der Gaag beschrijft in zijn voordracht op zeer heldere wijze de veranderende ‘kijk op’ en ‘denken over’ ontwikkelingspathologie en de snelle ontwikkelingen in het vakgebied van de kinder- en jeugdpsychiatrie, die de afgelopen 10 jaar een waardevolle plaats heeft ingenomen in het krachtenveld van jeugdhulpverlening, justitie en scholen. Tot slot benadrukt van der Gaag dat de kinder- en jeugdpsychiatrie in Nederland geen apart medisch specialisme is; de kinder- en jeugdpsychiater is een psychiater die een interne aantekening van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie met goed gevolg heeft behaald. Kennis en ervaring met volwassenen met psychiatrische stoornissen is van groot belang
1 2 M E NTA A L
om een goede kijk te hebben op ontwikkelingspsychopathologie.
SPEEDDATEN MET WETHOUDER TESTROOTE
Hoogleraar Gerrit Glas houdt een voordracht met als titel: ‘Zenuw of ziel? Over het ziektebegrip in de psychiatrie’. In een fijnzinnig gedetailleerd filosofisch betoog analyseert Glas de vooronderstellingen die bij het spreken over psychiatrische ziekten en bij psychiatrische diagnostiek een rol spelen. Glas pleit tenslotte voor een ziektebegrip gebaseerd op een plurale opvatting van dysfunctie, ontregeling, in welke benadering ontregelingen op diverse niveaus (neurofysiologisch, mentaal, personaal) aan elkaar worden gerelateerd, en de dilemma’s met betrekking tot het ziektebegrip op pragmatische wijze worden gehanteerd.
"Speeddaten: Het is een ideale manier om partners te leren kennen wanneer je het veel te druk hebt om op een normale manier te daten. Het draait om de eerste indruk, vertel geen leugens en wees ook bereid om te luisteren naar de andere. Zorg dat de andere zich op zijn/haar gemak voelt."
Emeritus hoogleraar Herman van Praag houdt een lezing met als titel ‘Descartes gelijk. Over de relatieve autonomie van de ziel’. In een boeiend, zowel theoretisch als op de praktijk van het psychiatrisch handelen gericht betoog beargumenteert hij, dat het biologisch monisme in de psychiatrie, de opvatting dat het uitsluitend om hersenfuncties draait, een verkeerd uitgangspunt is, en dat dit uitgangspunt een verarming voor het psychiatrisch denken en handelen betekent. Het dualisme van Descartes, i.c. lichaam en psyche zijn wezenlijk onderscheiden zaken, blijft daarentegen een noodzakelijk en vruchtbaar uitgangspunt voor de psychiatrie, in de zin dat hiermee de nadruk wordt gelegd op de volledig eigen aard van de psyche. Hersenen vormen de instrumentele voorwaarde voor psychisch leven. Psychisch leven beantwoordt aan een eigen wetmatigheid en dynamiek. Hersenen en psychen beïnvloeden elkaar wederkerig. Reductie van psychisch leven tot hersenfuncties houdt een ernstige, noodlottige inperking van het object van de psychiatrie in. Hoe het psychisch leven als een eigen dimensie van het bestaan mogelijk is rekent de spreker tot de kernmysteries van het bestaan. Ter gelegenheid van de volwassenwording van de “Venrayse opleiding” lieten 8 Nederlandse hoogleraren psychiatrie hun gedachten over het verleden, het heden en de toekomst van de psychiatrie de vrije loop. Hun bijdragen zetten aan tot reflectie op het object van de psychiatrie, op de beroepsuitoefening ervan en op dat wat er komen gaat. Het verleden heeft de hedendaagse psychiatrie ertoe gebracht om te denken in ziekte eenheden vanuit een descriptief perspectief. De toekomst noopt ons tot meer theoriegestuurd onderzoek en herwaardering van de traditionele diagnostische opvattingen. Een inhoudelijk mooi en zeer compleet verhaal kunt u lezen op internet (www. ggznml.nl), waar tevens de mooiste foto’s en muziek van die dag zijn gepubliceerd. Constance Vissers en Gwenny Janssen
Het is 7 april 2010. Aan het begin van de middag verzamelen alle deelnemers aan deze overzichtsmarkt zich bij boulevard Hazekamp te Blerick. De Venlose Wethouder Sociale Infrastructuur, Openbare werken en Sport ing. R. (Ramon) Testroote wil kennismaken met een 40-tal regionale organisaties die zich bezighouden met wonen, zorg en welzijn
op het gebied van de WMO. Volgens de planning zal hij tussen 13.30 en 17.00 uur met een afvaardiging van deze organisaties een kort gesprek hebben over hun aanbod en mogelijkheden. Vijftien minuten maximaal om onze informatie over te brengen. Informatie over bemoeizorg, dagactiviteiten, zwerfvuilprojecten, wonen, re-integratie, preventie en het informatiecentrum. Eigenlijk teveel dus. Namens GGZ Noord- en Midden-Limburg vertelt Henk Verstappen kort over onze organisatie en geeft dan het woord aan de betrokken werknemers. De tijdsdruk dwingt om kort en krachtig ons punt te maken. Desondanks kunnen we allemaal ons verhaal aan hem kwijt. Het is opvallend met hoeveel aandacht hij luistert en de juiste vragen stelt. Hij komt over als een man die weet wat hij wil en die op zoek is naar hoofdzaken. Rustig neemt hij de tijd om langs alle deelnemers te lopen en met hen het gesprek aan te gaan. Paul Hortulanus
LANGDURIGE ZORG: EEN LEVEN MET ZORG Voor de derde keer zal er binnen GGZ NML een symposion georganiseerd gaan worden over een thema in de zorg dat momenteel actueel is. Het gaat dit keer over de klassieke indeling van de GGZ-zorg in kortdurende en langdurende zorg. Een indeling die tegenwoordig niet meer houdbaar is. De GGZ-zorg is niet op te knippen in stukjes zorg, waarvan de een kort en de ander lang genoemd kan worden. Een aandoening die met het leven meeloopt, dient ook als zodanig gezien te worden in de hulpverlening. Zorglijnen worden geïntroduceerd, de levensloop vervolgen en fasegewijs matched-care leveren wordt het nieuwe uitgangspunt. De cure en de care moeten op een andere manier geleverd worden, waarbij het beste uit mensen gehaald kan worden. De centrale vraag is dan direct wie (de patiënt, de hulpverlener, de familie) bepaalt wat het beste is voor die persoon op dat moment. Noteert u alvast in uw agenda: woensdag 29 september 2010 symposion ‘Langdurige zorg: een leven met zorg’. In de volgende uitgave van Mentaal zullen we nader ingaan op het onderwerp en de inhoud van de dag. Hans Kok en Annemiek de Wit
1 3 M E NTA A L
ON
GEGROND GGZ Noord- en Midden-
Limburg heeft een Klachtencommissie voor
Ad Burgmans verzorgt deze rubriek in opdracht als jurist van ADJUST juridisch advies.
De wet BOPZ geeft, zo stelt de Commissie, duidelijk aan wanneer het recht op bewegingsvrijheid in en rond het ziekenhuis mag worden ingeperkt. Daarbij gaat de beperking verder dan de gelding van de normale huisregels.
KLACHT De heer M heeft een klacht ingediend tegen de beperking van zijn bewegingsvrijheid, terwijl de klach-tencommissie een zelfde klacht recent gegrond heeft verklaard.
Cliënten op grond van de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) en de Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ). Een cliënt of degenen die optreedt namens de cliënt kan een klacht indienen bij deze commissie als hij of zij bezwaar heeft tegen een gedraging van een medewerker of een handelwijze van de instelling jegens de cliënt of tegen een beslissing met betrekking tot de behandeling of begeleiding die gevolgen heeft voor de cliënt. De commissie verklaart de klacht gegrond of ongegrond en brengt haar oordeel ter kennis van de Raad van Bestuur die vervolgens maatregelen kan treffen. 1 4 M E NTA A L
Relevante feiten M, 62 jaar, is ten tijde van de klacht met een rechterlijke machtiging opgenomen op het RCG Venlo. De opname duurt al 10 maanden en ondanks dat de diagnose nog niet helemaal zeker is, is het duidelijk dat de cliënt niet meer zelfstandig kan wonen en aangewezen is op een beschermde woonvorm met intensieve begeleiding. Een aanvraag bij Mensana, de regionale instelling voor beschermd wonen (RIBW), is helaas afgewezen. Daarom is M aangewezen op de Langdurige Zorg van GGZ NML. Zijn psychiatrisch toestandbeeld is wisselend. Hij heeft perioden waarin hij erg onrustig is en ontremd gedrag heeft met sterk associatieve gedachten. Dan is het nodig om de medicatie opnieuw in te stellen. De vrijheidsbeperkende maatregelen hebben tot doel om gedurende die periode goed toezicht te houden. De vrijheidsbeperking houdt in dat men dagelijks maar een korte tijd aaneengesloten de afdeling mag verlaten. M is het niet eens met deze vrijheidsbeperkingen. Ze zijn volgens hem strijdig met de uitspraak die de klachtencommissie eerder deed. Verweer De behandelend psychiater en een psychiater in opleiding hebben verweer gevoerd. Zij gaven aan dat direct na de uitspraak van enkele maanden geleden M meer vrijheden heeft gekregen. Al gauw bleek echter dat M daarna in innerlijk onrustig werd, meer associatief reageerde en meer ontremd gedrag ging vertonen. Daardoor was de behandelend psychiater genoodzaakt om de vrijheden weer te beperken. M bleek ook nogal last te hebben van bijwerkingen van de medicatie en was onzeker ter been. Omdat er twijfels waren of M zijn medicatie trouw innam, is overgegaan op toediening in vloeibare vorm. In de weken daarna zijn stapsgewijs de beperkingen weer opgeheven toen het beter met hem ging. Een en ander zou overeenkomen met het behandelplan, waarin staat dat de vrijheden aangepast dienen te worden aan het toestandsbeeld van de patiënt. Daarom werden de vrijheidsbeperkingen aangepast op geleide van het psychiatrisch ziektebeeld.
Beoordeling van de Commissie Tijdens de hoorzitting bleek op navraag van de Commissie dat het behandelplan niet in overleg met de patiënt tot stand is gekomen en dat deze er niet mee heeft ingestemd. Ook bleek dat de geneesheer-directeur aan de patiënt geen schriftelijke mededeling heeft gedaan, waarin de gronden van de vrijheidsperkende maatregelen worden toegelicht, conform artikel 40a wet BOPZ. De wet BOPZ geeft, zo stelt de Commissie, duidelijk aan wanneer het recht op bewegingsvrijheid in en rond het ziekenhuis mag worden ingeperkt. Daarbij gaat de beperking verder dan de gelding van de normale huisregels. Een verdere beperking is alleen toegestaan als er ernstig nadeel moet worden gevreesd voor de gezondheidstoestand van de patiënt, of ter voorkoming van een verstoring van de orde in het ziekenhuis, dan wel ter voorkoming van strafbare feiten. De Commissie constateert dat evenals bij de behandeling van de vorige klacht van M, de verweerders onvoldoende inzicht hebben in de juridische kaders van de hulpverlening. Men ging er blijkbaar van uit dat instemming van een patiënt met het behandelplan niet nodig is als de patiënt gedwongen is opgenomen. Ook ging men er van uit dat het voldoende is een aantekening in het dossier te maken over datgene wat er met de patiënt besproken is over de
vrijheidsbeperkingen, en dat het niet nodig is de maatregelen nog eens schriftelijk te laten meedelen door de geneesheer-directeur. De Commissie neemt dit hoog op. Inhoudelijk gezien vindt de Commissie de argumenten tot beperking van de bewegingsvrijheid van M correct. Maar uit jurisprudentie blijkt dat wanneer niet voldaan is aan het vereiste van artikel 40a van de wet BOPZ, dat de klacht dan gegrond dient te worden verklaard. Uitspraak De Commissie verklaart de klacht van de heer M. dat hem ten onrechte vrijheidsbeperkende maatregelen worden opgelegd, wegens procedurele gebreken gegrond. Commentaar De BOPZ is een wet die de rechten van de patiënt beschermt. Het vereiste van artikel 40a wet BOPZ strekt tot bescherming van de patiënt tegen ongerechtvaardigde inbreuken op zijn lichamelijke integriteit. Binnen GGZNML wordt de functie van geneesheer-directeur in het kader van de wet BOPZ vervuld door de eerste geneeskundige. De psychiater met deze functie heeft binnen de instelling het hoogste wettelijke gezag op het gebied van de medische behandeling. De bepaling van artikel 40a heeft tot doel om verstrekkende maatregelen met betrekking tot de beperking van fundamentele vrijheden (een grondrecht) aan het hoogste gezag te toetsen. Daarom zijn vormfouten op dit gebied onacceptabel. Artikel 40a is pas bij wetswijziging van 25 februari 2008 ingevoerd. Het wordt gezien als een versterking van het klachtrecht van patiënten.
Tegenverweer Bij monde van de patiëntenvertrouwenspersoon gaf M te kennen dat hij het gevoel heeft dat zijn vrijheden en beslismogelijkheden aan alle kanten worden ingeperkt. Hij wil graag de zeggenschap over zijn eigen leven houden.
1 5 M E NTA A L
ADOLESCENTENKLINIEK GGZ NML ONTWIKKELT NIEUWE PROGRAMMA’S, THERAPIEËN EN FACILITEITEN
VERNIEUWEN OM DE ZORG TE VERBETEREN
Het jongerencircuit van GGZ NML bestaat uit een polikliniek en een Adolescentenkliniek, met deeltijd- en klinische programma’s. Het zijn specialistische behandelvoorzieningen, die zich focussen op het diagnosticeren, behandelen en begeleiden van jongeren met een psychiatrische aandoening.
Doris Packbiers, programmaleider van de Adolescentenkliniek, vertelt dat het systeem vaak een deel van het probleem én de oplossing is. “Het gedrag van de jongere wordt doorgaans veroorzaakt door kenmerken van de jongere zelf, maar ook door kenmerken van het gezin, de vriendengroep, de school en de buurt. Onze aanpak bestaat uit het verminderen van de risicofactoren en het versterken van de beschermende factoren. We willen jongeren losweken van onderdelen die hun probleem negatief beïnvloeden. Dat is niet altijd gemakkelijk, maar wel cruciaal voor het succes van de behandeling en aanpak.” Doris Packbiers ziet cliënten voor de intake, is betrokken bij de behandeling en buigt zich over organisatorische en inhoudelijke vernieuwingen. “In het najaar starten we met een afdeling vroege psychose. Deze afdeling gaat zich bezig houden met de diagnostiek en behandeling van adolescenten die een psychose hebben of bij wie het risico op het krijgen van een psychose hoog wordt ingeschat. Er zal multidisciplinair worden gewerkt met richtlijnen in de behandeling die wetenschappelijk zijn aangetoond. Ook dat vind ik een sterk onderdeel van onze manier van werken: we proberen voortdurend andere specialistische voorzieningen bij de behandeling van adolescenten te betrekken. Zo willen we optimaal rendement halen uit de kennis en ervaring die binnen GGZ NML aanwezig is, maar die ook partners buiten onze organisatie aanreiken. Samen komen we tot de beste behandelingen en programma’s.”
De adolescentie is een turbulente fase in een mensenleven. Veel jongeren kampen met problemen en onzekerheden, die vaak resulteren in of voortkomen uit psychische klachten als depressiviteit, angst-, gedrags- en persoonlijkheidsstoornissen. De adolescentenzorg van GGZ NML ontwikkelt nieuwe en vernieuwende programma’s, therapieën en faciliteiten om nog beter te kunnen inspelen op psychische en psychiatrische problemen van jongeren en jongvolwassenen in de leeftijd van 16 tot 24 jaar. Peter Thijssen, José Boonen, Doris Packbiers en Nathan Bachrach geven een inkijk in de professionalisering en vernieuwing van de zorg voor adolescenten bij GGZ NML. Het jongerencircuit van GGZ NML bestaat uit een polikliniek en een Adolescentenkliniek, met deeltijd- en klinische programma’s. Het zijn specialistische behandelvoorzieningen, die zich focussen op het diagnosticeren, behandelen en begeleiden van jongeren met een psychiatrische aandoening. Op basis van de intake, psychiatrisch en psychologisch onderzoek van de jongeren en hun gezin of omgeving, wordt een advies gegeven
1 6 M E NTA A L
over de meest gewenste behandeling. Dat ook de directe omgeving van de jongere bij de behandeling wordt betrokken, noemt psychiater Doris Packbiers ‘één van de sterke punten van de adolescentenzorg van GGZ NML’. “We kijken naar het hele systeem. Dat betekent dat we bij de behandeling ook inzoomen op het gezin, vrienden, leerkrachten en werkgever van de jongere en ze er desgewenst bij betrekken.”
Het voortdurend zoeken naar vernieuwingen in de behandelprogramma’s heeft ook de interesse van Nathan Bachrach. Hij werkt als behandelcoördinator op de afdeling voor adolescenten met angst- en stemmingsstoornissen. “Ik ben betrokken bij het ontwikkelen van nieuwe modules, zoals sociale vaardigheidstraining (SOVA-training), leertheorie, cognitieve therapie ‘probleem oplossen’ en ‘lange termijn doelen’ in groepsverband. Na de ontwikkeling van deze modules ga ik verder met de implementatie en uitvoering ervan. We proberen zoveel mogelijk ‘evidencebased’ te werken. En we meten of dit effectief is. Mijn motivatie om dit werk te doen en om te blijven vernieuwen is mijn nieuwsgierigheid; waarom mensen zich gedragen zoals ze doen. Dat intrigeert me, daar wil ik meer van weten. Daarom wil ik ook mezelf blijven ontwikkelen. Ik ben in opleiding tot cognitief gedragstherapeut en aan het promoveren op sekse specifieke patronen bij hechtingsstoornissen in relatie tot persoonlijkheidsproblematiek.”
José Boonen is behandelcoördinator woontraining van adolescenten. “Bij de woontraining adolescenten beschikken we over vier huizen, waarbij de begeleiding in intensiteit verschilt. Er is één basishuis, een relatief nieuwe voorziening. Van daaruit kan een jongere doorgroeien naar een van de drie trainingshuizen. Daarnaast doen we ook ambulante woonbegeleiding. Ik ben met name bezig met het opzetten en uitvoeren van behandelplannen en stuur het team aan in de uitvoering van de plannen. We zijn in onze aanpak sterk gericht op competentieontwikkeling, het vergroten van de autonomie en zelfredzaamheid van de adolescent. Het accent ligt hierbij op de levensgebieden wonen, opleiding/werk, gezondheid, dagbesteding/vrije tijd, zelfzorg, zingeving & autonomie, sociale relaties en financiën. We willen jongeren leren naar zichzelf te kijken, naar hun problematiek en functioneren.” Peter Thijssen is behandelcoördinator op de afdeling voor adolescenten met persoonlijkheidsproblematiek. De behandeling van deze doelgroep zat volgens hem lang in de verdomhoek. “Enerzijds omdat goede behandelmethoden ontbraken, anderzijds omdat behandelaars zich niet goed raad wisten met de vaak bizarre, grillige en ook starre aspecten waarin deze stoornissen zich uiten. We zijn ruim twee jaar geleden begonnen met de ontwikkeling van een klinisch behandelmodel voor de behandeling van persoonlijkheidsproblematiek bij adolescenten. Dat doen we vanuit het zogeheten ‘schemafocused denken’ van Young. Deze aanpak laat goede resultaten zien. Daardoor kunnen wij adolescenten weer hoop geven en behandelaars houvast en inzicht om hun behandeling vorm te geven.”
1 7 M E NTA A L
...SHOP TILL YOU DROP...
COLUMNICATIE Vakantiestress
Steeds meer mensen melden zich aan met problematisch koopgedrag, oftewel een koopverslaving. Er is sprake van koopverslaving als mensen impulsen om te kopen niet kunnen onderdrukken. De oorzaken voor koopverslaving liggen min of meer in dezelfde hoek als bij andere verslavingen. Mensen gaan kopen omdat ze niet lekker in hun vel zitten, omdat ze zich eenzaam voelen, om problemen even te vergeten of om zich zelf te belonen omdat ze zo hard hebben gewerkt. Ze merken dat het kopen tot een ontlading leidt, dat ze zich er beter door gaan voelen en gaat het vaker doen, en zo kan een koopverslaving ontstaan. Aangezien steeds meer mensen problemen ervaren door een koopverslaving, is door de Divisie Verslavingszorg besloten om een cognitieve gedragstherapeutische module te ontwikkelen voor de behandeling van koopverslaving. Deze module is gebaseerd op de Leefstijltraining, een evidence-based gedragstherapeutische behandeling gericht op het stoppen/ verminderen van verslavingsgedrag. De module gericht op het behandelen van koopverslaving is zowel individueel als in een groep te geven en bestaat uit 10 sessies van maximaal 2 uur.
Shoppen, voor veel mensen is dit een van de meest plezierige manieren om je vrije tijd mee door te brengen. En helemaal geen slechte gewoonte… Maar het wordt anders wanneer het winkelen ervoor zorgt, dat je in de problemen komt: sommige mensen gaan dingen kopen die ze zich eigenlijk niet kunnen veroorloven en komen daardoor in de schulden. Soms kopen mensen alleen om zich goed te voelen en hebben het gevoel er zelf geen controle meer over te hebben. Het gaat dan op een gegeven moment niet meer om de dingen die je koopt maar om het gevoel wat je eraan overhoudt. 1 8 M E NTA A L
In februari 2010 is in samenwerking met het GGZ centrum deze module gegeven aan een groep mensen die zich hadden aangemeld met als voornaamste klacht problematisch koopgedrag. De module is inmiddels afgerond. We mogen terugkijken op een succesvolle eerste pilot. De deelnemers waren zeer enthousiast en erg gemotiveerd. Er waren zelfs deelnemers uit Den Haag en Nijmegen die elke week op en neer kwamen om de module te volgen. Alle deelnemers gaven na afloop van de module aan er veel aan te hebben gehad. Alle deelnemers was het gelukt het koopgedrag fors te minderen. Ook hadden ze allen het idee meer controle te ervaren over het koopgedrag als bij aanvang van de module. Al met al een succes wat zeker voortgezet gaat worden! Loes Boonen en Marjan van Leusden
Ik begin tegen de deadline aan te hikken, omdat mijn inspiratie angstige stiltes uitspreekt. Op gebied van creativiteit is het, hoe zal ik het zeggen, rommelig, ben ik tevergeefs zoekende. Als klap op de vuurpijl, is dit ook de vakantieperiode, waarin de zaken ook niet echt rollen, lees: er geen verbluffende nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden. Het weer? Niet om spontaan van in juichsalvo’s te vervallen, sterker, deze meivakantie lijkt de titel vakantie geen eer aan te doen. De bloemen rusten veelal nog in chagrijnig ochtendhumeur (ware rolmodellen), en, nu komt het, zelfs de modecollectie spreekt me niet aan. Wat is dat nou?! Ik, als redelijk ervaren shopaholic, niet warm wordend van wat in de winkels hangt? Nee, het moet niet veel gekker worden. Maar we zijn nog niet klaar, wat zo veel wil zeggen als “dat werd het wel”. Iemand die zo veel waarde hecht aan een goede nachtrust (ik), heeft vorige week niet een, maar wel vier nachten niet goed geslapen (vrijwel niet), en de reden van verontrusting is omdat ik zèlf zelfs last heb van mijn vernietigende ochtendhumeur. Vakantie? Que? Wat is dit voor vakantie, zon, hier, nu! Het geliefde verschijnsel vakantie is niet meer wat het geweest is. In plaats van massaal met z’n allen naar het strand of op stedentrip te gaan, is het nu bijkomen van onze burn-out, als dat lukt, terwijl we lijden onder de beginfase van een depressie. Nee, mensen, de winterdip mag dan voorbij zijn, nu is het tijd voor de vakantiedepressie, jawel. Dan zet ik bij deze al mijn geld in op de augustuszon; zomervakantie, zonnebaden en met weemoed terug denken aan het grote Vroegâh, toen alles anders was. Sanne
1 9 M E NTA A L
CONTINUE KWALITEITSVERBETERING KEUKEN GGZ NOORD- EN MIDDEN-LIMBURG Op woensdag 2 juni 2010 viert de keuken van GGZ NML haar 10-jarig bestaan. Hier zal op een feestlijke wijze intern bij stilgestaan gaan worden. Cliënten en huishoudassistentes zullen oa. een rondleiding in de keuken krijgen. Zo kunnen ze op een andere manier kennis maken met de gang van zaken rondom maaltijdbereidingen. Dit alles onder het genot van een drankje en een hapje. Later deze dag zullen er voor genodigden nog andere activiteiten plaatsvinden. 10 jaar lang is de keuken al bezig haar kwaliteiten voor de klanten te verbeteren. De door de keukenmedewerkers gevolgde missie ‘We 4 You’ is het succes van de keuken. Om deze missie te verwezenlijken verbeteren de keukenmedewerkers continu hun producten en diensten. Regelmatig meten zij de tevredenheid van hun klanten, mede ook door klantenpaneldagen waardoor ze in staat zijn om de wensen en verwachtingen van de klanten als maatstaf voor kwaliteit te gebruiken. De keukenmedewerkers zijn op dit moment volop bezig met de implementatie van het voedingsmanagementsysteem Magister. Met dit voedingsmanagementsysteem is het keukenteam in staat om de kwaliteit van de producten en dienstverlening nog beter te garanderen. Naast de maaltijden voor GGZ Noord-en Midden-Limburg bereidt de keuken ook maaltijden voor Viecuri Medisch Centrum in Venlo en Venray, TBS kliniek de Rooyse Wissel, het Hippische Centrum Deurne en Medisch Centrum in Weert. Dagelijks bereidt de keuken maar liefst 1100 maaltijden en 1200 broodmaaltijden. Dat betekent dat dagelijks zo’n 500 kilo aan verschillende ingrediënten verwerkt worden. Daarom werken er in de keuken 55 medewerkers (samen ruim 26fte). Die hebben er voor gezorgd dat de productie van de keuken gegroeid is van 650 naar 1100 maaltijden. Op korte termijn zal het mogelijk zijn, dat de cliënt de broodmaaltijden digitaal gaat bestellen. Mede door een korte, klantvriendelijke en veilige bestelprocedure bieden we de klant een hoge kwaliteitsnorm met het vertrouwen dat nodig is voor een goede samenwerking. Anja Poels Centrale keuken
CUBUS VERZORGT WORKSHOP OP MEDILEX CUBUS, het cliëntenuitzendbureau van GGZ NML, is uitgenodigd een workshop te geven op een congres van MEDILEX op dinsdag 15 juni 2010. Dit congres heet ‘De ervaringsdeskundige als professional in uw organisatie – Van koudwatervrees naar acceptatie’. Tijdens de workshop ‘Uitzendbureau voor en door (ex-)GGZ-cliënten’ zullen Paul van Oijen, gespreksleider, Melvin Rommers, coördinator, en Jan Leijsten, medewerker horeca, allen van GGZ Noord- en Midden-Limburg, spreken over het consumerrunuitzendbureau en het ontstaan ervan binnen GGZ NML. Meer info op www.medilex.nl .
2 0 M E NTA A L
MDFT VOOR JONGEREN MET MEER DAN EEN PROBLEEM De meeste jongeren met meervoudige problemen komen vaak in aanraking met druggebruik, overmatig drinken, criminaliteit, geweld, spijbelen, weglopen, psychische stoornissen e.d. Die jongeren en hun gezinnen hebben meestal een hele geschiedenis achter de rug van contacten met hulpverleners en autoriteiten. Weinig lijkt te helpen. Dit komt doordat de hulp versnipperd is of zich concentreert op slechts één onderdeel van de problematiek. De directeur van de divisie Verslavingszorg en Korsakov, Hugo Kuyper zegt hierover: “Een brede benadering en bemoeizorg is nodig en die wordt juist geboden door MultiDimensionele FamilieTherapie (MDFT) aan te bieden binnen het verzorgingsgebied van GGZ Noord- en Midden-Limburg”. ontbreekt. Hulpverleners besteden aandacht aan een stukje uit het leven van de jongere, niet aan het geheel. Behandelsucces houdt daardoor geen stand. Met MDFT komt er aandacht voor het geheel: het besef dat een jongere een leven leidt in meerdere domeinen. Het eerste domein is natuurlijk de jongere zelf. Het tweede betreft zijn ouders, het gezin en de familie. Het derde domein is de omringende buitenwereld: vrienden, school, werk, vrijetijdsbesteding, politie en justitie.
De aanpak is na zes jaar voorbereiding nu klaar voor invoering in Nederland en is officieel erkend als behandelmethode voor de duur van twee jaar. Daarna is definitieve erkenning aan de orde. Zoals aangegeven ook GGZ Noord- en MiddenLimburg, samen met het Erasmus Medisch Centrum (MC) in Rotterdam, is bezig zijn met het uitrollen van MDFT. Deze innovatieve vorm van systeembehandeling start door het opleiden van teams van therapeuten. Directeur van de divisie Specialistische Functies Frans van Ool stelt: “Door als GGZ-instelling MDFT aan te bieden zullen wij nog meer als voorheen over elkaars grenzen heen leren kijken. Bovendien staat onze cliënt, zijn familie en zijn omgeving nog meer centraal”. Probleemgedrag Jongeren kunnen soms meervoudig probleemgedrag vertonen. Zo heeft meer dan de helft van de jongeren in jeugdgevangenissen last van de verslavingsproblematiek. Jongeren die al vroeg in de puberteit last van verslavingsverschijnselen hebben, vertonen meestal ook gedragsproblemen. Veel van de gezinnen functioneren slecht. Iedere hulpverlener opereert vanuit eigen stellingen. Maar het totaaloverzicht
Erasmus MC Het Rotterdamse Erasmus MC heeft een volledig Nederlands programma opgezet voor training van teams van therapeuten in MDFT. De eerste vijf teams zijn begin vorig jaar gediplomeerd en de twee teams van GGZ NML gaan nog dit jaar in opleiding. Dit wordt allemaal betaald zonder enige subsidie van de overheid. De waarde van MDFT voor behandeling van jongeren met meervoudige problematiek is beoordeeld door de Erkennings-commissie Gedragsinterventies van Justitie. De commissie vindt MDFT veelbelovend en heeft de behandeling officieel erkend voor de komende twee jaar en daarna wordt bekeken of het programma wordt voortgezet. Nieuwe ontwikkelingen MDFT is een vorm van bemoeizorg die meestal ambulant wordt uitgevoerd. Maar momenteel wordt er ook gewerkt aan een model waar opgenomen jongeren of gedetineerden al binnen de inrichting beginnen met MDFT. Na terugkeer in de maatschappij wordt het MDFT traject ambulant voortgezet, zeg maar een soort van ambulante nazorg. Jongeren en hun gezinnen kunnen bij ons MDFT-team terecht op eigen initiatief of ze worden verwezen door reguliere hulpverleners of andere beroepskrachten (artsen, therapeuten, sociaal werkers etc.). Voor meer informatie kijk op www.mdft.nl en www.ggznml.nl
2 1 M E NTA A L
WETENSCHAP
Uitgeverij Balans & VU uitgeverij, Amsterdam, 2010; ISBN 978 - 94- 600 3222 6 270 pagina’s
BERT KEIZER
"ONVERKLAARBAAR BEWOOND" ‘HET WONDERLIJKE DOMEIN VAN DE HERSENEN’ "Je hersens, dat ben jezelf", die uitspraak van Jean Kierkels, oprichter van de Hersenstichting Nederland, zou je kunnen lezen als een korte samenvatting van dit boek. Het komt overeen met dat wat een klein meisje over orgaantransplantatie zei: "Hersenen die kun je niet transplanteren’, want dan ga jezelf mee’. Je hoeft dus ook niet verbaasd te zijn over de laatste woorden van het boek: ‘Hersenschade is geestesschade’. De Vrije Universiteit in Amsterdam nodigde de schrijver uit verslag te doen van zijn ervaringen op haar afdeling neurochirurgie. Hij plaatst zijn indrukken in een kader van teksten van allerhande mensen die ook over de hersenen en over ingrepen in het brein schreven. De blik die deze verpleeghuisarts nu zelf wierp in de superspecialistische neurochirurgie levert voor de lezer fascinerende èn gruwelijke beelden op. Hij gebruikt daarvoor een directe en indringende taal. Sommige beelden laten mij niet meer los; zoals dat van de tumoroperatie uit het brein, omschreven als ‘het weghalen van een klodder jam uit een wollen trui’, of dat van ‘de gliacellen, die de neuronen steunen zoals brood de rozijnen hun plaats geeft’. Een aantal patiënten wordt gedurende een paar maanden gevolgd; er wordt gezegd hoe en waarom ze in het ziekenhuis kwamen, welke onderzoeken en ingrepen er werden uitgevoerd, wat de directe gevolgen ervan
2 2 M E NTA A L
waren en wat het resultaat na een paar weken was. Sommige patiënten kwam de schrijver later nog tegen in verpleeghuis, aanleunwoning of revalidatieafdeling en het succes van de operaties bleek wisselend. Wanneer je al die ingrepen meeleest die de auteur volgde, dan weet je dat daarna veel patiënten later in het boek niet meer zo zullen zijn als ze voor de ingreep waren. Een soortgelijke ervaring brengt het lezen van dit boek met zich mee, na het lezen zul je niet meer hetzelfde denken over hersenen, geest, ziel, ‘uittredingen’ en ‘bijna-dood-ervaringen’. Is de ziel alleen maar stoffelijk?. Tevreden daarover is de schrijver niet; maar om zekerheid te vinden moet u dit boek niet lezen. Gaat het boek dan over allerhande neurochirurgische ingrepen of is het een beschouwing over het lot van de mens: ‘la condition humaine’? De auteur is medicus en filosoof en zijn boek balanceert tussen beiden. Kunt u daar tegen? Leen het dan uit onze bibliotheek (ik las het in één dag uit en bracht het direct voor u terug). Abe
INFORMATIECENTRUM GEESTELIJKE GEZONDHEID
ADHD: HOE LEG JE DAT UIT? In een serie van 6 handzame boekjes van Janssen-Cilag b.v. kan de lezer alle informatie vinden over het thema ADHD. Over ADHD wordt tegenwoordig veel gesproken en geschreven. Dat betekent dat er aandacht is voor de problemen waar een grote groep mensen mee moet leven. Jammer genoeg is er ook een keerzijde. Hoewel de afkorting ADHD misschien wel bekend is, hebben de meeste mensen geen flauw idee wat deze aandoening in het dagelijks leven allemaal met zich meebrengt. Het gevolg? Vreemde, of zelfs vervelende, vooroordelen en ongevraagde adviezen. Het is dus niet zo vreemd als iemand soms onzeker is om met anderen over ADHD te praten. Want gaat het om jezelf, om je eigen kind of om een kind in de klas. De leesbare serie omvat zes titels namelijk: Hoe leg je dat uit?; Kun je zonder medicijnen?; Behandeling met medicijnen, Hoe gaat dat op school of werk?; Hoe gaat dat in het gezin?; Wat bespreek je met de arts en hoe?. De serie is gratis verkrijgbaar bij het Informatiecentrum en een mogelijk hulpmiddel bij psycho-educatie.
Wegwijs Het Informatiecentrum is er voor iedereen die vragen heeft of informatie wil over geestelijke gezondheid(szorg) in zijn algemeenheid en de GGZ NML in het bijzonder. Hebt u een vraag of verzoek, neem gewoon een keer contact met ons op. Nieuwsgierig geworden? Wandel dan vrijblijvend bij ons binnen, u bent van harte welkom! Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid Stationsweg 46, 5803 AC Venray Centraal telefoonnummer 0478 - 527066 E-mail
[email protected] Openingstijden locatie Venray Maandag t/m vrijdag 9.00 tot 12.00 uur en 13.00 tot 16.00 uur Bezoekadres Servaashof, Stationsweg 46 Openingstijden locatie Venlo Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 9.00 tot 12.00 uur Woensdag 13.00 tot 16.00 uur Bezoekadres RCG Venlo, Tegelseweg 210
2 3 M E NTA A L
PREVENTIEWERKERS TAPPEN UIT ANDER VAATJE In het jaar 2000 belandden in ons land 50 jongeren in het ziekenhuis die door drank bewusteloos waren geraakt. In 2009 waren het er liefst 500. ‘Maar het probleem is nog veel groter,’ meent GGZ Noord- en Midden-Limburg. Tijd voor een nog meer effectieve aanpak.
‘Comazuipen’ wordt het genoemd: het verschijnsel dat een jongere zoveel drinkt dat hij buiten bewustzijn raakt. Een ongelukkige term, vindt Nadine Mouchart, preventiewerker verslaving bij GGZ NML. ‘De jongeren die buiten bewustzijn worden binnengebracht in het ziekenhuis omdat ze te veel gedronken hebben, zijn gelukkig slechts zelden in coma. Maar buiten bewustzijn zijn ze wel. En dat hun aantal de afgelopen jaren schrikbarend is toegenomen, dat klopt ook.’ Alcoholpoli Daarom kent het St. Jans Gasthuis in Weert sinds oktober 2009 een zogenaamde alcoholpoli. Het is een samenwerking tussen het ziekenhuis en GGZ NML. In een convenant is afgesproken hoe de samenwerking eruitziet. ‘Wordt een jongere in het ziekenhuis binnengebracht die zoveel heeft gedronken dat medische hulp noodzakelijk is, dan krijgen wij daarvan een signaal,’ zegt Henk Verstappen, leidinggevende van de afdeling preventie en informatie. ‘We gaan enkele dagen later in gesprek met de jongere en geven voorlichting over het effect van alcoholgebruik. Dat doen we overigens niet in het ziekenhuis, want daar hangt niet de juiste sfeer, maar bij de jongere thuis en met de ouders erbij.’ Op grond van het gesprek beslist GGZ NML of er een doorverwijzing volgt naar een ketenpartner, zoals Bureau Jeugdzorg of Maatschappelijk Werk. De alcoholpoli in Weert is geen novum, maar een
2 4 M E NTA A L
kopie van de alcoholpoli die enkele jaren geleden in Delft werd opgezet door dr. Van der Lely. In Weert gaat het om een pilot van twee jaar. Inmiddels is GGZ NML in gesprek met Laurentius Ziekenhuis in Roermond en met Viecuri (Venlo en Venray) om eenzelfde poli te beginnen. Buiten beeld Het aantal gesprekken met jongeren dat GGZ NML sinds de samenwerking met het St. Jans Gasthuis hield, is nog niet erg hoog: gemiddeld één per maand. Maar daaruit mogen we niet concluderen dat het met het alcoholmisbruik in deze regio wel meevalt. ‘Integendeel!’ zegt Nadine Mouchart. ‘Uit onze contacten met horecamedewerkers en met Jongerenwerk weten we dat het aantal jongeren dat buiten bewustzijn raakt door alcohol vele malen hoger ligt dan de jongeren die wij zien.’ Maar waarom blijven deze jongeren dan buiten beeld van GGZ NML? ‘Daarvoor, zegt Henk Verstappen, zijn allerlei oorzaken. Zo vinden nogal wat jongeren en hun ouders het simpelweg stoer als een jongere eens een keer zoveel drinkt dat hij buiten bewustzijn raakt. ‘Nu is onze zoon een echte vent,’ zeggen ouders dan. Ook komt het vaak voor dat een stomdronken jongere door zijn vrienden letterlijk met zijn neus in de wind wordt gezet’. ‘Maar daar leert de jongere niets van,’ aldus Verstappen. Of de ambulancemedewerker zegt: ‘Stomdronken? Ga maar gewoon je roes uitslapen.’ Of de jongere wordt naar de huisartsenpost gebracht, en daar
heeft GGZ NML geen afspraken mee. ‘Het zijn allemaal aandachtspunten die ik meeneem in de tussenevaluatie van de alcoholpoli in juni,’ zegt Verstappen. Tupperwareparty De alcoholpoli is het meest in het oog springende voorbeeld van recente samenwerking door GGZ NML. Maar er zijn meer voorbeelden. Zo ontwikkelen de regio’s Roermond, Venlo, Venray en Weert sinds kort samen beleid tegen overmatig alcoholgebruik door jongeren. Venlo neemt in samenwerking met GGZ NML het voortouw met alcoholvrije feesten en een meldingsplicht voor jongerenfeesten. Ook bekijkt de regio of de gemeente clubs kan verplichten hun personeel de ‘Instructie verantwoord alcohol schenken’ te laten volgen. Verder komen er informatieavonden voor ouders volgens het Tupperware-concept. Dan staat dus niet de plastic opbergoplossing centraal, maar alcoholmisbruik. ‘Als GGZ NML hebben we positieve ervaringen met zulke bijeenkomsten,’ zegt Henk Verstappen. ‘De bedoeling is dat na Venlo ook de andere regio’s deze initiatieven invoeren.’
anderen, zoals een kinderarts, een jongerenwerker of ouders. Wil de jongere niet meewerken, dan schakelen we zelfs bemoeizorg in.’ Stiekem droomt Verstappen van nog meer maatregelen. ‘Ik ben voorstander van een eenduidig zuipkeetbeleid, strengere regels voor alchohol op muziekfestivals en betere afspraken over horecasluitingstijden.’ Hij juicht het dan ook toe dat de regisseurs van de vier genoemde regio’s inmiddels enkele keren per jaar bij elkaar komen om regels op elkaar af te stemmen. ‘Met de mobiele jeugd van tegenwoordig is het belangrijk dat je in een groot gebied dezelfde aanpak hanteert.’ Toch kijkt Verstappen nuchter naar de toekomst: ‘De aanpak van overmatig alcoholgebruik door jongeren vergt een zeer lange adem. Maar we zetten wel steeds stapjes vooruit. Dat is nodig en zinvol.’ Stan Verhaag
Lange adem Alcoholpoli, gezamenlijk beleid, alcholvrije feesten, Tupperwareparty’s: er gebeurt van alles. Maar alléén voorlichting en gezamenlijk beleid werkt niet, weet Verstappen. Nog meer samenwerking is nodig. ‘We anticiperen steeds vaker heel gericht na signalen van
2 5 M E NTA A L
CLIËNTEN EN HULPVERLENERS SAMEN VERDER!
LET’S DECIDE TOGETHER
Samen Beslissen is breed inzetbaar en toegankelijk voor meerdere doelgroepen. De resultaten zijn niet alleen van belang voor hulpverleners en cliënten in de verslavingszorg, maar ook voor beleidsmakers, hulpverleners, cliënten en cliëntenraden in de geestelijke gezondheidszorg.
Sinds het verschijnen van het proefschrift “Let’s decide together. Shared decision-making in addiction health care” is landelijk veel aandacht en publiciteit geweest rondom deze interventie. Niet alleen binnen de verslavingszorg. Op 20 januari j.l. heeft Evelien Joosten, werkzaam als psycholoog en onderzoeker/ beleidsmedewerker bij de divisie Verslavingszorg & Korsakov, een presentatie gegeven tijdens het groot referaat van GGZ NML. Samen Beslissen is breed inzetbaar en toegankelijk voor meerdere doelgroepen. De resultaten zijn niet alleen van belang voor hulpverleners en cliënten in de verslavingszorg, maar ook voor beleidsmakers, hulpverleners, cliënten en cliëntenraden in de geestelijke gezondheidszorg. Inmiddels is er binnen een van de behandelgroepen van verslavingszorgkliniek Paschalis een start gemaakt met de implementatie van de interventie. De trainingen zijn gegeven in november 2009 en begin 2010 is gestart met de implementatie van de interventie. In nauwe samenwerking met de sociotherapeuten en behandelaren van de behandelgroep wordt gewerkt aan het zo praktisch mogelijk en toepasbaar maken van de interventie. Wij ontvangen positieve geluiden van zowel cliënten als hulpverleners. De evaluatie van deze implementatieperiode staat gepland voor het najaar van 2010. Indien de implementatie goed verlopen is, zal een verdere implementatie gaan plaatsvinden binnen de behandelgroepen van Paschalis.
Binnen instellingen van het kenniscentrum NISPA heeft een succesvol onderzoek plaatsgevonden naar de effectiviteit van de interventie Samen Beslissen (Shared Decision-Making Intervention). De interventie is tot stand gekomen en onderzocht in nauwe samenwerking met cliënten, hulpverleners en cliëntenraden. Samen Beslissen is een methode waarbij cliënten op een gestructureerde manier actief meewerken aan de ontwikkeling en uitvoering van de behandelingsovereenkomst. Samen Beslissen blijkt niet alleen een effectieve manier om een behandelingsovereenkomst te sluiten in de verslavingszorg, maar leidt ook tot vermindering van psychische klachten en de ernst van het druggebruik. Het gezamenlijk opstellen van een behandelingsplan doet een beroep op de inbreng van beide partijen. De cliënt wordt daardoor assertiever en hulpverleners vinden dat ze beter werk leveren. Hulpverleners ervaren daarnaast een betere therapeutische relatie met hun cliënten (zie ook Mentaal februari 2009).
2 6 M E NTA A L
Reactie sociotherapeut: “Hulpvragen worden praktischer en concreter geformuleerd SAMEN met de cliënt. Meer overleg, meer overeenstemming, meer draagvlak, duidelijkere richtlijnen voor behandeldoelen. Even wennen, maar wel prettig en eenvoudig uit te voeren”. Reactie cliënten: ”Duidelijk systeem!” “Voor mij was het overbodig, maar als je niet alles op een rij hebt, kan het verhelderheid geven”. “Ik vond het OK. Het gaf veel helderheid en ik ben er serieus mee bezig geweest. Mijn begeleider had een andere prioriteit dan ik”. Momenteel zijn we bezig met het verkennen van mogelijkheden voor verdere implementatie van de interventie. Op 20 mei werd een korte presentatie gegeven tijdens de “Match Makers Meeting” van ZonMW (Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginno-
vatie) om dit project onder de aandacht te brengen bij belangrijke stakeholders. ZonMW hoopt dat op deze manier een samenwerking ontstaat die de resultaten een stukje verder brengen naar de praktijk. Na deze bijeenkomst kan samen met een andere partij een subsidie-aanvraag ingediend worden. Voor de aanvraag is het van belang dat de implementatie leidt tot verdere inbedding van de resultaten van voorgaand onderzoek. Deze samenwerking zal zorgen voor een duurzame borging van Samen Beslissen. Bij de implementatie van Samen Beslissen zullen wij ons eerst richten op de verslavingszorg, aangezien de interventie hier ontwikkeld is. Daarnaast worden de mogelijkheden onderzocht om de interventie te implementeren binnen de psychiatrie. Momenteel zijn we de mogelijkheden aan het onderzoeken om dit met een of meerdere klinische afdelingen van andere divisies te gaan doen. Samen Beslissen zou mogelijk een heel goede aanvulling kunnen betekenen in de contacten met psychiatrische patiënten om veel meer aansluiting en overeenkomst te vinden. Dat willen wij graag verder onderzoeken en daartoe anderen uitnodigen mee te doen. U kunt hiervoor contact op nemen met Evelien Joosten . Bij de implementatie wordt gekeken hoe de methodiek het beste ingebed kan worden binnen het zorgaanbod. Naast de implementatie wordt een doorontwikkeling voorbereid waarin onderzocht wordt of de resultaten van Samen Beslissen verbeterd kunnen worden door in de module ook expliciet te spreken over de zogenoemde Verklarende Modellen van zowel de cliënt als de hulpverleners. Binnen NISPA (Nijmegen Institute for Scientist-Practitioners in Addiction) is op dit gebied veel expertise aanwezig in de persoon van Dr. L. Oliemeulen, die in 2007 op dit thema is gepromoveerd. Onder ‘Verklarende Modellen’ verstaat men de ideeën van de cliënt, zijn naastbetrokkenen en de hulpverlener over de oorzaak van de aandoening, het ontstaan ervan, de behandeling en de verwachtingen voor de toekomst. De doorontwikkeling van Samen Beslissen is een veelbelovende aanvulling. Hiernaast kan het inspirerend en leuk zijn om samen met patiënten te werken binnen een dergelijk project. Evelien Joosten
2 7 M E NTA A L
MIJN DROOM IS EEN HUIS MET TUIN In mijn recente speurtocht naar ervaringsdeskundigen ben uitgekomen bij mevrouw Gommans die werkzaam is bij het Huukske op de Stationsweg in Venray. Ik ontmoet haar op 11 maart in de middag. Al snel wordt mij duidelijk dat ik een bijzondere ervaringsdeskundige heb “gevonden” die bereid is haar leven voor mij te schetsen.
Verleden en toekomst Gerda Gommans is 55 jaar en gescheiden. Ze heeft een zoon en een dochter, die beiden getrouwd zijn, en een kleinzoon. Gerda is al lange tijd bekend met psychiatrische problemen. Ze heeft altijd wel last gehad van bijvoorbeeld stemmingswisselingen, maar de diagnose heeft lang op zich laten wachten. Na jaren in onzekerheid te hebben verkeerd, krijgt Gerda de uiteindelijke diagnose “manisch depressief.” Gerda heeft veel meegemaakt in haar leven: “Mijn eerste opname was in 1996 bij een PAAZ in Brabant. Ik heb daar gezien hoe het niet moet. Op de afdeling waren veel cliënten. Iedereen was ook meer met zichzelf bezig. Cliënten kregen daar geen prikkels om actief mee te doen aan programma’ s. Daarnaast was nazorg een onbekend begrip bij de PAAZ. De deeltijdtherapie bij de PAAZ aldaar was eveneens geen succes. Het klinkt misschien vreemd, maar de taxiritten van en naar het ziekenhuis vond ik op dat moment het meest prettige”. Na deze periode in het ziekenhuis kwam GGZ NML in beeld. Gerda maakte kennis met verscheidene open en gesloten afdelingen van het instituut. Hoewel het ook hier niet helemaal goed verliep, maakte Gerda kennis met een arts binnen GGZ NML die haar verder hielp met medicijnen en het bieden van een luisterend oor. “Juist dit heeft mij geholpen. Ik kon mijn verhaal kwijt en ik kon weer meer gaan denken aan mijn toekomst”.
Dagbesteding Tijdens het gesprek wordt duidelijk dat wanneer je een beperking hebt, dit deelname aan het sociale leven niet in de weg hoeft te staan. Met trots in haar stem vertelt Gerda dat zij verschillende hobby’ s heeft die haar leven rijker hebben gemaakt. “Ik ben arbeidsongeschikt en ik ontvang via het UWV mijn uitkering. Ik weiger echter thuis te gaan zitten. Ik kan dat niet’. Gerda is sinds drie jaar actief bij “Het Huukske” waar zij als gastvrouw functioneert. Het centrum is bedoeld als ontmoetingsruimte voor cliënten en wordt door cliënten zelf gerund. “Juist hier kan ik mijn energie kwijt. Het is mooi om te zien wat dit centrum allemaal kan bieden. Mensen kunnen hier bijvoorbeeld voor een vergoeding warm eten (een klein keukentje staat tot onze beschikking) en we hebben een zithoek waar we gezellig bij elkaar kunnen zitten”.
Gerda moest veel achterlaten. Ze ging scheiden van haar echtgenoot en haar woonplaats Meijel werd verlaten. Ze kon haar vizier richten op haar wensen voor de toekomst. Het Zorg Op Maat project (ZOM) kwam in beeld,. Ze kreeg de beschikking over een eigen kamer, waarna ze de overstap maakte naar ambulante woonbegeleiding. “Ik woon nu in een appartement van de woningbouwvereniging in Venray. Hoewel ik nog ondersteuning krijg van mijn casemanager en gesprekken voer met mijn psychiater, merk ik dat er vooruitgang wordt geboekt. Dat is heel fijn. Ik hoop ook, dat ik in de toekomst een huis met een tuin kan gaan bewonen. Voor mij is dat een droom.”
Persoonlijke wensen Bij de vraag of Gerda nog andere wensen heeft, antwoordt zij, dat ze het heerlijk vindt om sociale activiteiten te hebben. “Ik hoop ook dat “Het Huukske” in de toekomst kan uitbreiden. Het is de wens van ons team dat de keuken wordt uitgebreid. Regelmatig hebben we te maken met capaciteitsproblemen. Als we meerdere maaltijden willen klaarmaken, geeft dat problemen. Hopelijk zal hier snel verandering in komen”.
2 8 M E NTA A L
Gerda is verder ook actief binnen het Maatjesproject. Hier ondersteunt ze als maatje andere mensen. Ze is regelmatig te vinden bij het vrouwencentrum waar ze in de tuin werkt en mensen helpt te leren fietsen. Tot slot werkt ze als vrijwilliger bij Interactie GGZ NML en het DAC, waar ze deelneemt aan overleggen.
Paul de Bijl
OPVANGLOCATIE ASIELZOEKERS MISSCHIEN OP ANNATERREIN Het COA is in gesprek met de gemeente en GGZ NML over de mogelijke vestiging van een opvanglocatie voor asielzoekers in Venray op het St. Annaterrein. De gemeente wil onder strikte voorwaarden haar medewerking hieraan verlenen. De voorwaarden betreffen de duur van de opvang (maximaal 10 jaar), het aantal asielzoekers (maximaal 1200) en het in 2009 vastgestelde Globaal Stedenbouwkundig Plan (GSP) St. Anna. Het COA heeft de gemeente Venray benaderd over de mogelijke opvang van asielzoekers. Gelet op de dringende noodzaak van extra opvangplaatsen en de maatschappelijke verantwoordelijkheid, heeft het college van burgemeester en wethouders aangegeven dat de vestiging van een locatie bespreekbaar is onder voorwaarden. De gemeente en GGZ (eigenaar van het Annaterrein) zien kansen om in deze tijd van economische tegenwind toch een stap te kunnen maken in de uitwerking van het Globaal Stedenbouwkundig Plan, zoals het behoud van monumentale panden en beheer van het terrein. Informatie Het COA, GGZ en de gemeente Venray hechten aan een goede informatievoorziening richting alle betrokkenen, waaronder bewoners in de buurt van het St. Annaterrein. Daarom zijn bij bewoners en gebruikers op en rondom het St. Annaterrein informatiebrieven verspreid.
binnen de opvang – als gevolg van het besluit van de staatssecretaris van Justitie om bewoners uit de gemeentelijke noodopvang recht te geven op opvang in COA-locaties – en een daling in de uitstroom. GGZ betrokkenheid Dit project valt onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter van de Raad van Bestuur Toine van der Sanden en het wordt begeleid door de afdeling beleidsontwikkeling vastgoed en huisvesting. Naast gesprekken met het COA is GGZ NML momenteel ook in onderhandeling met andere geïnteresseerde marktpartijen. Voor vragen kunt u terecht bij de afdeling voorlichting en communicatie GGZ NML, Gerard van der Zanden, bereikbaar via
[email protected] of via telefoonnummer 0478 – 52 76 98.
De komende tijd overleggen het COA en GGZ of zij tot een overeenkomst kunnen komen. De gemeente stelt de voorwaarden waaraan het COA moet voldoen. Pas als er een overeenkomst is getekend en het COA heeft ingestemd met de voorwaarden van de gemeente is het zeker dat er een opvanglocatie komt. Zodra duidelijk wordt dat het COA een opvanglocatie kan realiseren op het St. Annaterrein, wordt er een informatiebijeenkomst met het COA, GGZ en de gemeente georganiseerd. Naar verwachting is hier rond de zomer meer duidelijkheid over. Het COA is momenteel in heel Nederland op zoek naar nieuwe locaties. De extra capaciteit is nodig, vanwege aflopende bestuursovereenkomsten met andere gemeenten, een lichte stijging in de instroom
2 9 M E NTA A L
DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN ZINTUIGLIJKE VERWERKINGSPROBLEMEN BIJ VOLWASSENEN MET AUTISME EN AD(H)D
Het feit dat zintuiglijke verwerkingsproblemen bij autisme kunnen voorkomen, vloeit voort uit de problemen met het waarnemen van de informatie die mensen met autisme hebben.
ning mee gehouden kan worden. Afgelopen jaar werd de aandacht voor dit onderwerp uitgebreid in de vorm van een scriptieonderzoek door Judith Haaβ, masterstudente psychologie.
Autisme, de ontwikkelingsproblematiek, waarbij sociaal-communicatieve problemen en gedragsproblemen in het oog springen, is niet alleen een probleem dat bij kinderen voorkomt. Ook bij volwassenen kan deze problematiek vastgesteld worden. Vaak gaat het dan om volwassenen, waarbij door verschillende factoren de problemen niet eerder erg opgevallen zijn of door de persoon redelijk goed gecompenseerd zijn. Verder kan het zijn dat een andere problematiek meer op de voorgrond heeft gestaan, waardoor het autisme minder opviel. GGZ Noord- en Midden-Limburg heeft ruim 5 jaar een circuit dat hulp biedt aan deze doelgroep. Deze hulp kan geboden worden in de vorm van diagnostiek en behandeling, zowel poliklinisch als klinisch. De kliniek omvat 10 bedden, waar voornamelijk jong volwassenen behandeld worden. Door de
3 0 M E NTA A L
ervaring van de afgelopen jaren ontstaan steeds weer nieuwe cliëntvragen. Een daarvan betreft de zintuiglijke verwerkingsproblemen die sommige cliënten blijken te hebben. Al enkele jaren worden alle cliënten binnen de kliniek gescreend op dergelijke problemen, zodat daar in de behandeling reke-
Het feit dat zintuiglijke verwerkingsproblemen bij autisme kunnen voorkomen, vloeit voort uit de problemen met het waarnemen van de informatie die mensen met autisme hebben. Normaal filteren de hersenen op elk moment de meest belangrijke beelden, geuren, geluiden, en gevoelens eruit. Op die manier houden we een selectie over van zintuiglijke prikkels. Bij mensen met autisme werkt het filterproces niet zo goed, dat wil zeggen dat ze ofwel overdonderd worden door een heleboel zintuiglijke prikkels die elk even belangrijk lijken te zijn (het gezoem van een vlieg versus de stem van een leerkracht), ofwel ondergevoelig zijn voor bepaalde prikkels zoals bv. voor temperatuur of pijn (in een t-shirt buitengaan als het vriest). Doordat ze teveel, te weinig of gewoon de verkeerde prikkels selecteren, houden mensen met autisme andere informatie over dan wij. Naast deze waarnemingsproblemen, kan ook het verwerken van de informatie op een andere manier verlopen. Mensen met autisme zien vaak het geheel niet meer. Ze hebben moeilijkheden om de informatie die binnenkomt tot één samenhangend geheel te verwerken of om de juiste verbanden te leggen. Schat volgende situatie in: keuken - persoon met betraande ogen schort scherpe geur - uien. Als we die verschillende informatiedeeltjes samenbrengen kunnen we vermoeden dat die persoon last heeft van prikkende ogen door de uien, niet dat de persoon aan het huilen is omdat hij of zij verdrietig is. Mensen met autisme daarentegen zullen vasthouden aan 1 deeltje informatie en brengen de rest van de informatie niet mee in rekening. Deze verstoorde prikkelverwerking heeft als gevolg dat situaties, gebeurtenissen en relaties tussen mensen op een andere manier ingeschat worden dan wij dit doen en dat mensen met autisme vervolgens ander gedrag zullen vertonen dan wat doorgaans verwacht wordt. Sommige onderzoekers stellen dat zintuiglijk disfunctioneren een primair kenmerk is dat een verklaring kan geven voor de elementaire symptomen van autisme zoals de Triade van Stoornissen: tekortkomingen in sociaal contact, communicatie en voorstellingsvermogen. Desondanks worden afwijkingen in de zintuiglijke prikkelverwerking beschouwd als aanverwante kenmerken en niet als kernsymptomen van deze stoornis. Dit omdat onder andere de aard van de zintuiglijke problemen bij autisme zeer divers is, zowel in soort als in ernst. Bovendien is bekend dat zintuiglijke ver-
werkingsproblemen ook kunnen voor komen bij mensen met ADHD. Dit is niet verrassend omdat er evenals bij autisme, ook bij ADHD sprake is van een ontwikkelingsproblematiek, waarbij informatieverwerking in de hersenen anders verloopt. Tenslotte is bekend dat zintuiglijke verwerkingsproblemen ook bij mensen met een overigens normale ontwikkeling voorkomen. Judith Haass voerde in 2009 haar scriptieonderzoek uit binnen GGZ Noord- en Midden-Limburg binnen het circuit Autisme & ADHD. Zij onderzocht in hoeverre zintuiglijke verwerkingsproblemen voorkomen bij drie groepen: een groep volwassenen met ASS en een groep volwassenen met ADHD, beiden cliënten van het circuit. En tenslotte een groep volwassenen met een normale ontwikkeling. Zij gebruikte daarvoor een specifieke vragenlijst, de Adolescent/Adult Sensory Profile (AASP), welke door middel van een zintuiglijk profiel de zintuiglijke verwerking in kaart brengt. Hieruit kan naar voren komen welke zintuigen problematische prikkelverwerking hebben. Hiermee kunnen tevens vier mogelijke patronen van zintuiglijke verwerkingsproblemen aangetoond worden, te weten ‘prikkels zoekend’, ‘prikkels vermijdend’, ‘sensorische gevoeligheid’ en ‘gebrekkige registratie’. Uit de resultaten blijken significante verschillen tussen de groep ASS en de controlegroep op vier van de zeven en tussen de groep AD(H)D en de controlegroep op vijf van de zeven zintuiglijke prikkelscores. Observatie van de data duidt op mogelijke gelijksoortige patronen van waarneming van de twee klinische groepen. Dit onderzoek toont de aanwezigheid van afwijkingen in de zintuiglijke prikkelverwerking bij volwassen mannen met zowel een ASS als een AD(H)D aan. Dit roept de veronderstelling op dat er mogelijk sprake kan zijn van een gemeenschappelijk, onderliggend, proces welke ten grondslag zou kunnen liggen aan een gestoorde prikkelverwerking. Op basis van deze resultaten wordt momenteel verder onderzoek naar de hoeveelheid van problemen in de zintuiglijke verwerking gedaan. Op de kliniek autisme wordt al enkele jaren het zintuiglijk profiel in kaart gebracht. Vanaf dit jaar wordt ook standaard het zintuiglijk profiel van alle nieuwe cliënten op de poli met hen in kaart gebracht. Eventueel gevonden problemen kunnen vervolgens onderdeel van de behandeling worden en worden opgenomen in het behandelplan.
Judith Haass, Iris Bloemen, Wim Verbeeck, John van Daal
3 1 M E NTA A L
DE ONTMOETING INFORMATIEBIJEENKOMST OVER NIEUWE WOONVOORZIENING VAN ZORGGROEP EN GGZ NML OP VINCENTIUSTERREIN GOED BEZOCHT Dinsdag 30 maart in de avonduren zijn de bewoners van de wijk ‘De Kloostertuinen’ geïnformeerd door Koos Föllings (GGZ NML) en Sjaak Aveskamp (Zorggroep) over de nieuwe woonvoorzieningen op het Vincentiusterrein in Venray. De Zorggroep en GGZ NML willen samen op het terrein van het Vincentiushuis hoogwaardige zorg in nieuwe eigentijdse woonvoorzieningen gaan bieden. Het voornemen is op dit terrein een woonzorgwijk te gaan bouwen voor mensen met dementie, mensen met een intensieve lichamelijke zorgvraag en oudere mensen met een psychiatrische stoornis. Beide organisaties zijn ervan overtuigd dat zorg en behandeling voor deze cliëntgroepen sterk gebaat zijn bij een bundeling van kennis en ervaring vanuit de ouderenzorg en de psychiatrie. De woonomgeving, zeg maar het huis en de wijk, voor deze cliëntgroepen is voor 95% identiek. Na de verhalen van Sjaak en Koos waren de vragen van de omwonenden vooral gericht op verkeer, parkeerzaken, type van cliënten, zorgaanbod en hoogte van de bouw. Verder hadden de aanwezigen vragen over te volgen procedures en termijnen, mate van inspraak en verdere communicatie. Als afsluiting van de avond deden Koos en Sjaak de bewoners het aanbod om eens te gaan kijken bij een soortgelijke woonvorm (van de Zorggroep) in Noord-Limburg. Dat laatste aanbod werd met beide handen aangegrepen door de bewoners van ‘De Kloostertuinen’. Wordt vervolgd!
In deze rubriek staat het contact centraal tussen een behandelaar en een cliënt. Henk van Vorselen is woonbegeleider binnen de divisie Verslavingszorg. Frederick Bij binnenkomst is het eerste dat mij opvalt het feit dat Frederick waarschijnlijk het toilet recentelijk niet gehaald heeft gezien een vochtige voor- en achterzijde van zijn broek. Zijn zitplaats idem dito. Verder op de salontafel een giga berg peukjes, waarvan de heer des huizes de vloeitjes afhaalt. “Crisis of recycling?” vraag ik hem. Er verschijnt een glimlach op zijn gezicht maar hij gaat onverstoorbaar verder met zijn ‘werk’. ”Wil je koffie”?, vraagt hij. “Tegen jouw koffie ben ik helaas niet verzekerd Frederick”, antwoord ik hem. Volgens de papieren een man van rond de vijfenvijftig, maar door omstandigheden ziet hij er volledig uitgeleefd en uitgewoond uit. Bij een niet te hoge alcoholconcentratie is er goed mee te praten. Maar hoe hoger het promillage, hoe hoger zijn ontvlambaarheid. In een dergelijke situatie moeten familie, vrienden, bekenden, kortom bijna de gehele mensheid het ontgelden. Een hele goede autodidactische muzikant die geen enkele noot kan lezen, maar als je een nummer roept stuitert hij naar het orgel en speelt het gekozen nummer feilloos. Ongelofelijk. Speelde vroeger in cafés en restaurants, iets dat hij zelf nogal moeilijk vond omdat hij een grondige schurft had aan de meeste mensen, uitgezonderd aan mooie vrouwen. Op zijn vraag naar mijn relatie met muziek vertel ik hem dat ik bij een koor zing. Na zijn vraag wat voor een koor, zegt hij: “Roep eens wat”! Eén van de mooiste nummers die ik ken, is het Pie Jesu. Hij sloft naar het orgel, gaat zitten, kijkt schuin omhoog, denkt even na, en begint het te spelen. Wonderbaarlijk mooi. Tranen rollen over zijn wangen. Hij legt zijn ziel in de muziek. En de mijne ook. Het kost mij veel moeite om het zelf droog te houden. “Waarom wil iemand die zo mooi kan spelen zich persé kapot zuipen?” vraag ik hem. “Vanwege wederom de kut mensheid”, antwoord hij mij: “Afschaffen die hap”. Het enige waarmee hij zich iets kan verenigen zijn Koot en de Bie, het simplistische verbond. Ietwat gedateerd, maar toch. De laatste keer dat ik hem bezocht is vlak voor de feestdagen. Voor hem de zwartste dagen van het jaar tot en met zijn gruwelijkste feest ‘het carnaval’. Het feest waar bijna iedereen zat is en dus iedereen aardig is tegen elkaar. Tot aswoensdag. Daarna kent men elkaar niet meer. Hierna begint het het nieuwe jaar voor Frederick. Op dezelfde manier als de afsluiting van het oude, met een stevige pot bier in gepaste dronkenschap. “Je zult er toch doorheen moeten”, vertel ik hem. Desondanks wenst hij mij wel een paar mooie feestdagen, die ik van hem in dank aanvaard.
Henk van Vorselen
3 2 M E NTA A L
SERVAASTERREIN WINT EERSTE ARCHITECTUURPRIJS VENRAY Het Servaasterrein is vrijdag 23 april jl. uitgeroepen tot de winnaar van de eerste architectuurprijs van Venray. Bert Statema, voorzitter van het Adviesbureau Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) reikte vanmiddag de prijs uit aan initiatiefnemer GGZ Noord- en Midden-Limburg. Het Servaasterrein was genomineerd voor de nieuwbouw én renovatie op het terrein.
Het winnende project is ontworpen is door Greiner Van Goor Huijten Architecten bv uit Amsterdam. Bert Statema heeft niets dan lof voor dit project: "Deze locatie is een prachtig voorbeeld van het samengaan van heldere stedenbouw en zuivere architectuur. De zorggebouwen zijn prachtig gesitueerd in het groen. Privacy en eigen ruimte zijn goed afgebakend en geven de cliënten van de ggz-instelling een passend woon- en leefklimaat. Het toepassen van natuurlijke materialen verzacht de grootschalige gebouwen. Het is een voorbeeld van behoud van waardevolle historische gebouwen in samenspel met nieuwe architectuur." Jaarlijkse prijs Voor deze eerste Venrayse architectuurprijs heeft het ARK projecten geselecteerd die de afgelopen jaren in het oog sprongen. De architectuurprijs wordt vanaf nu jaarlijks uitgereikt. Voor volgend jaar kunnen alle inwoners van Venray projecten aanmelden die in 2010 gerealiseerd zijn. Uit diegenen die het winnende project aangemeld hebben, wordt volgend jaar één
persoon geselecteerd die zelf ook een aardige prijs krijgt. Wethouder Patrick van der Broeck hoopt dat de architectuurprijs een begrip wordt in de gemeente Venray. "We willen hiermee mensen inspireren om met hun woonomgeving aan de slag te gaan. Ga de genomineerde projecten zelf eens bekijken. Laat je inspireren en stimuleren! Dat zeg ik tegen alle inwoners van de gemeente Venray, tegen mensen die zelf willen gaan bouwen én tegen projectontwikkelaars”. Vijftien genomineerden gebundeld In totaal waren vijftien projecten voor de architectuurprijs genomineerd; deze hebben de afgelopen jaren in hoge mate bijgedragen aan de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente. De gemeente heeft alle genomineerde projecten gebundeld in een boekje dat kosteloos verkrijgbaar is bij de gemeente.
Foto: Henk Lammen, nieuwsblad Peel en Maas Venray
3 3 M E NTA A L
THEMAMIDDAG COMMUNICEREN VAN VAKGROEP VERPLEGING & VERZORGING Veel mensen waren aanwezig bij themamiddag communiceren van vakgroep verpleging en verzorging van GGZ NML in Venray op donderdag 20 mei jl. Voor ruim 60 collega’s gaf dagvoorzitter Arianne Boon een toelichting op de agenda, waarin schrijven en spreken met elkaar werden verbonden. Tobias Reijngoud gaf in een workshop ‘Schrijven’ een handreiking voor de structuur en inhoud van een goed artikel, hoe te schrijven voor de lezer en het formuleren van korte informatieve zinnen. Naast de theorie waren er ook enkele praktijkoefeningen voorzien tijdens deze workshop. ‘Hoe bedoelt U?’ was de titel van de inleiding van Marlou de Kuiper die verschillende elementen van het gesproken communiceren met elkaar aan de orde stelde. De zakelijke, expressieve, relationele en appellerende aspecten van het communiceren kwamen ruimschoots aan bod. Ook in deze workshop waren het de praktijkoefeningen die voor veel plezier en verbazing zorgde. In het plenaire deel - voor de workshops - was het communicatie collega Gerard van der Zanden die een presentatie had onder de titel ‘Eerlijke communicatie’. Hierin werd ingegaan op zaken als identiteit, imago, afbakening, plannen, prioriteiten en toekomstige communicatie. Zijn afsluitende opmerking was: ‘Vertel altijd de waarheid en je hoeft maar weinig te onthouden in het leven!’. Tenslotte was vakgroep voorzitter Désirée Verheijen verguld met de goede opkomst, terwijl de enthousiaste deelname aan zowel de discussies als de workshops het belang van dit soort sessies prima onderstrepen.
ALCOHOL- EN DRUGSBELEID (A&D-BELEID) IN DE PRAKTIJK
WE TIMMEREN AAN DE WEG… De inspanningen op het gebied van het vertalen van ons A&D-beleid naar de praktijk gaan onverminderd door. In dit artikel leest u over de stand van zaken vanuit het kernteam. Beleid Er zijn plannen om naast de bestaande afdelingsscan, gericht op behandel- en organisatorische casuïstieken, een nieuwe scan te ontwikkelen die aangeeft wat een afdeling nodig heeft uit het huidige aanbod op het gebied van A&D-beleid. Het huidige aanbod bestaat uit een basiscursus verslaving, hulp bij diagnostiek, motiverende gesprekstechnieken, terugvalpreventie, advies over regels/visie, supervisie/intervisie, en consultatie over patiënten. In de kaderbrief 2010 wordt het alcohol-en drugsbeleid onder de aandacht gebracht. Aan de divisies zal worden gevraagd activiteiten in dit kader op te nemen in de jaarplannen. Patiëntenzorg De ontwikkeling van een basiscursus verslavingszorg is in volle gang. De cursus zal 2 dagen beslaan, waarvan een halve dag middels e-learning. Er is een voorstel gemaakt om in het behandelplan een rubriek op te nemen onder de noemer ‘Afspraken m.b.t. middelengebruik’. Bij het ter perse gaan van deze Mentaal heeft de commissie EPD hierover inmiddels een besluit genomen. In Venlo en Roermond zijn de bureaudiensten voorlopig het aanspreekpunt voor consultatie over verslaving. Voor Venray is Peet Geenen beschikbaar voor consultatie. In een volgende Mentaal leest u meer over wat u van deze consultatiemedewerker kunt verwachten.
Gerard van der Zanden Handhaving Wat betreft de plannen rond het inrichten van een ‘meldpunt middelenmisbruik’ is men binnen de divisie Langdurige Zorg wijkbegeleiders aan het werven. Ook is er inmiddels overleg geweest met de politie over de nieuwe beleidskoers van GGZ NML inzake alcohol en drugs.
GGZ EN AMC IN TOP 20 MEEST FAVORIETE WERKGEVERS De GGZ en het AMC in Amsterdam staan in de top 20 van de meest favoriete werkgevers. Dit blijkt uit de Barometer van Meest Favoriete Werkgevers over het eerste kwartaal van 2010 van de Intelligence Group. Populariteit In 2009 verloren vrijwel alle ziekenhuizen aan populariteit ten opzichte van 2008. Volgens de Intelligence Group lijkt het tij nu te keren. Het AMC stijgt van een 103e plaats in 2009 naar plaats 19. Ook de ggz-sector stijgt in de lijst van de 18e naar de 11e plaats. Top 20 Meest Favoriete Werkgevers huidige positie positie 2009 1 2 2 1 3 3 4 6 5 5 6 8 7 4 8 7 9 24 10 27 11 18 12 14 13 9 14 15 15 17 16 22 17 28 18 34 19 103 20 11
werkgever Shell Rabobank Philips ING KLM Defensie Politie Het Rijk TNT Heineken GGZ Albert Heijn Nederlandse Spoorwegen KPN Brandweer Google Akzo Nobel DSM AMC ABN AMRO
In de volgende Mentaal meer over de ontwikkelingen op het gebied van ons A & D-beleid. Sabine Nicolasen
3 4 M E NTA A L
3 5 M E NTA A L
STERK IN BEELDWERK
2 8 M E NTA A L