Mentaal Mentaal Lokaal WMO-MAGAZINE VAN GGZ NOORD- EN MIDDEN-LIMBURG
Jaargang 2 | Nummer 1 | april 2008
GGZ Noord- en Midden-Limburg en de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning.
Mentaal Mentaal Lokaal | jaargang 2 | Nummer 1 | april 2008
“Als je druk in je hoofd bent, kan het bos heilzaam werken”
INHOUD Redactioneel
7
De Regiegroep WMO stelt zich voor
10 “Er moet gastvrijheid worden georganiseerd”
12
20
4 6
‘Wij nemen de wensen van onze cliënten niet af’
8
‘Een weerbare cliënt, een leefbare samenleving’
12
Feiten, cijfers en wetenswaardigheden
14
Zwerfvuilproject GGZ Noord- en Midden-Limburg
16
Cursusaanbod
“Dieren maken geen onderscheid tussen zieke en gezonde mensen”
3
Buitenploeg GGZ Noord- en Midden-Limburg
Eindelijk een kinderboerderij in Venray
16 28
Redactioneel
18 23
COLOFON Mentaal Lokaal is een periodieke uitgave van GGZ Noord- en Midden-Limburg over de mogelijkheden en ontwikkelingen ten aanzien van zaken die voortvloeien uit de WMO. Mentaal Lokaal is bestemd voor alle WMO-partners. Redactie: Bureau Communicatie GGZ NML – postbus 5 – 5800 AA Venray. Vormgeing: MarksMarks Venlo. Oplage: 2000 exemplaren. Druk: NLW. Zie voor meer informatie www. ggznml.nl. De volgende Mentaal Lokaal gaat over prestatieveld 2, preventieve ondersteuning jeugd, en zal in september 2008 verschijnen.
Voor u ligt de tweede editie van Mentaal Lokaal, het minimagazine van GGZ Noord-en MiddenLimburg. In Mentaal Lokaal willen wij u – bestuurders en beleidsmedewerkers van de gemeenten in Noord-en Midden-Limburg, medewerkers van maatschappelijke instellingen en andere geïnteresseerden – periodiek informeren over ontwikkelingen in ons werkveld die raken aan de Wet op de Maatschappelijke ondersteuning (WMO).
en Deurne. Vanuit deze regionale centra is GGZ NML in staat cliënten langer thuis te ondersteunen. Dat betekent niet dat de terreinen van onze instelling in Venray worden ‘afgebouwd’. Er is voor een andere weg gekozen. Door het openstellen van het terrein aan de Stationsweg in Venray is een nieuwe wijk in aanbouw, de Servaashof. Onder het motto ‘Samen leven in Servaashof’ wil GGZ NML hier een leefbare wijk van maken. Voor onze cliënten en voor de andere toekomstige bewoners is het
In deze tweede editie staat het eerste prestatieveld van de WMO
van belang dat hier een veilige en plezierige leefomgeving wordt
centraal. Vanuit verschillende invalshoeken wordt in deze uitgave
gecreëerd. Dit doen we onder meer door cliënten te ondersteunen
ingegaan op het brede thema van sociale samenhang en leefbaar-
in het opstarten van projecten die zij zelf kunnen uitvoeren, maar
heid. Voor GGZ NML heeft dit thema een bijzondere betekenis. Het
ook door de inrichting van een kinderboerderij voor de inwoners
kunnen wonen in een prettige en veilige omgeving is voor onze
van Venray. In deze uitgave leest u hier meer over.
cliënten, zoals voor alle burgers, van onschatbare waarde. Nog niet zo heel lang geleden was het gebruikelijk dat veel cliënten gedu-
Ook kunt u lezen over cliënten die in opdracht van Staats-
rende lange tijd in onze instelling verbleven. Het instellingsterrein
bosbeheer meehelpen in het onderhoud van de bossen. En
in Venray was een wijk op zich, met een eigen sociale infrastruc-
over cliënten met een ernstige verslaving die participeren in
tuur en eigen voorzieningen. Dat is veranderd. Het beleid van GGZ
opschoonteams die het zwerfvuil opruimen in de gemeenten
NML heeft als uitgangspunt dat wij cliënten zo dicht mogelijk bij
Roermond, Venlo en Weert en cliënten. Via dit werk ontwikkelen
huis hulp willen bieden, het liefst binnen de eigen woonsituatie.
onze cliënten structuur in het dagelijks leven en dragen een
Hoe cliënten die zelfstandig wonen worden begeleid, kunt u in dit
steentje bij aan een leefbare omgeving.
nummer lezen. Wanneer de woonsituatie als gevolg van de ziekte
De winst van deze projecten is dat ze mogelijkheden scheppen
niet langer als veilig of prettig wordt ervaren, verblijft een cliënt
voor cliënten om in brede zin te participeren, maar tegelijkertijd
tijdelijk in één van de klinieken van onze instelling.
ontmoetingen mogelijk maken tussen mensen met en zonder psychiatrische problemen. We hopen dit soort projecten te blijven ont-
Dit beleid heeft enerzijds geleid tot een grotere zichtbaarheid
wikkelen in de toekomst, in samenwerking met de gemeenten.
en bereikbaarheid van onze instelling in de regio, anderzijds tot veranderingen op de terreinen van onze instelling in Venray. De
Koos Föllings
afgelopen jaren zijn regionale centra voor geestelijke gezond-
Voorzitter Regiegroep WMO
heidszorg geopend in Roermond, Venlo en Venray. Onlangs zijjn
Manager a.i. Preventie, Informatie, Activiteitencentra en Arbeids-
daar twee nieuwe poliklinieken aan toegevoegd, in Boxmeer
rehabilitatie
Mentaal | 3
Mentaal
De REGIEGROEP WMO stelt zich voor Bij de regiegroep WMO kunt u terecht met vragen over onze WMO-gerelateerde activiteiten. In de regiegroep zijn medewerkers van onze instelling vertegenwoordigd die nauw betrokken zijn bij activiteiten die onder de WMO vallen. Voor vragen of informatie kunt u zich tot één van de leden wenden, maar ook via een algemeen emailadres kunt u uw vragen aan ons kwijt.
Voorzitter: Dhr. Koos Föllings Manager Preventie en Informatie, Acitiviteitencentra en Arbeidsrehabilitatie Stationsweg 46 5803 AC Venray T. 0478 527644
Dhr. P. de Bijl Ondersteuner WMO-regiegroep Dhr. Frans van Ool Manager Verslavingszorg Noord- en Midden-Limburg Wanssumseweg 12 5807 EA Oostrum 0478-527815
Dhr. Henk Verstappen Hoofd afdeling Preventie & Dienstverlening Eindstraat 24 5801 CR Venray 0478 531460
De WMO-regiegroep wordt ondersteund door Paul de Bijl, Ria Lemmen en Monika Scholten
Mentaal | 4
Even voorstellen...
“Met ingang van januari 2008 ben ik als ondersteuner WMO-regiegroep werkzaam bij GGZ Noord- en Midden-Limburg. Het is niet gelogen als ik zeg dat ik het leuk vind om te schrijven. Ik zeg ook regelmatig tegen mensen dat ik dan mijn ‘schrijfei’ kwijt kan. Door te schrijven kunnen gebeurtenissen en mensen tot leven komen. Het is prettig om te weten dat ik mijn hobby mag uitoefenen voor GGZ NML. Nu stonden voor mij de afgelopen drie maanden vooral in het teken van kennismaking. GGZ NML heb ik leren kennen als een grote dynamische instelling die aardig
aan het veranderen is. Tijdens de introductie heb ik ook mijn ogen uitgekeken. Wat een omslag! Voor mij heeft de beleidsnota ‘Koersen op Kansen’ een levendige betekenis gekregen. U zult in Mentaal Lokaal regelmatig artikelen terugvinden die door mij zijn geschreven. Natuurlijk staat de Wet Maatschappelijke Ondersteuning centraal, maar ik schrijf ook graag over de mensen zelf. Vragen als: “Wat houdt de WMO in voor cliënten van het GGZ” en “Hoe werken zakelijke regels in de praktijk”, spelen in mijn verhalen een belangrijke rol.
Mentaal | 5
Mentaal Door: Paul de Bijl
Hoe bent u eigenlijk bij de groenvoorziening gekomen? “In eerste instantie was ik actief in een heel ander werkveld, ik was namelijk boekhouder in het welzijnswerk. De liefde voor de natuur en de mens heb ik echter altijd gehad. In mijn vrije tijd was ik ook actief in het groen. Ik vond het heerlijk om in de natuur te zijn. Op een gegeven moment deed zich de mogelijkheid voor om binnen GGZ NML als arbeidsbegeleider binnen de buitenploeg te functioneren. Ik heb niet lang nagedacht en heb deze baan geaccepteerd”. Welke werkzaamheden verrichten jullie als team? “Wij zijn op veel terreinen actief. De buitenploeg heeft een eigen bloementuin. Bloemen worden gekweekt waarna ze verkocht kunnen worden. Verder verzamelen we hout in de bossen voor kachelhout en voor het dakpannenproject (de buitenploeg maakt voor dit project, dat nog in de kinderschoenen staat, houten dakpannen van lariks- en eikenhout waarna deze kunnen worden doorverkocht aan een parti-
moment de tuintjes van 10 sociowoningen. Voor mij alleen is dat het maximale. Maar we moeten niet opgeven. Het is een mooi initiatief. Als ik kijk naar de contacten, dan is dat heerlijk. Je houdt feeling met de cliënten in de buurt. En het komt de leefbaarheid ten goede.” U noemde ook werkzaamheden voor Staatsbosbeheer en de gemeente Venray? Wat houden die in? “Via mijn eigen netwerk krijg ik regelmatig verzoeken vanuit de gemeente om te werken in de bossen. Ook via ambtenaren van Staatsbosbeheer krijg ik regelmatig een dergelijk verzoek. Voor je het weet, werken we als team voor Staatsbosbeheer. Voor cliënten van GGZ geldt dat zij in het kader van arbeidsrehabilitatie en dagbesteding in de bossen aan het werk kunnen en hier vaak ook plezier aan beleven. Je moet eens denken aan iemand die ADHD heeft. Als je druk in je hoofd bent, kan een bosomgeving heilzaam werken. Mensen zijn na een dag werken in het bos echt voldaan moe. Het mes snijdt dus aan twee kanten. En door dit werk kunnen inwoners van
nieten. Het komt regelmatig voor dat cliënten (als ze bij ons uitbehandeld zijn) verder gaan in de groenvoorziening, bij het leer- en werkbedrijf Noord-Limburg West (NLW) in Venray. Cliënten die het aankunnen, maken er hun baan van. Mensen gaan zich eveneens interesseren voor de natuur. Als wij beginnen met een nieuwe klus, dan krijgen we vaak achtergrondinformatie mee. Een boswachter komt ons bijvoorbeeld uitleggen hoe belangrijk ons werk is. Laatst hebben we nog bij een weg een opening in een bos gemaakt. Met deze actie wordt geprobeerd een zeldzame vlinder terug te krijgen. Als de mensen vervolgens aan de slag gaan dan weten ze waar ze het voor doen. Dat werkt motiverend. Een ander voordeel van werken in een bos is de gezonde vermoeidheid. Na een dagje stevig werken in het bos, zijn cliënten blij als ze weer thuis zijn. Geloof me, dit bevordert de nachtrust.” Cliënten verrichten, als ik dat zo zie, zware lichamelijke arbeid. Selecteren jullie mensen hierop? “Oh zeker. Ik nodig cliënten eerst uit om eens een dagje mee te komen werken. Met mijn ervaring zie ik dan al snel of zij het werk aankunnen. Overigens hoop ik dat we in de toekomst nog meer gebruik gaan maken van het bos. Gewoon een wandeling doet al wonderen. We moeten mensen die geen zwaar werk kunnen verrichten, ook de werking van de natuur laten proeven.”
Buitenploeg GGZ Noord- en Midden-Limburg Een veelzijdig team In het kader van het thema leefbaarheid had ik een interview met Ted Gieling. Ted is arbeidsbegeleider van de buitenploeg binnen het Intern Activiteiten Centrum en begeleidt al jaren cliënten in het groen. Zelf geeft hij aan dat hij de ideale werkplek heeft gevonden. Hij kan mensenwerk combineren met de natuur.
Mentaal | 6
culier). Verder maak ik mij sterk voor het ‘sociowoningenproject’. En natuurlijk mag ik onze werkzaamheden voor Staatsbosbeheer en de gemeente Venray niet vergeten”. Wat houdt het project ‘sociowoningen’ in? “Dit is echt een heel mooi project. Ik bezoek regelmatig cliënten van onze instelling die in Venray wonen. Ik verzorg dan de tuinen van mensen en ik maak een praatje met de mensen. Oh, begrijp me goed hoor, de eigenaren van de tuintjes moeten wel meehelpen. Ik kijk dan naar de mogelijkheden van de mensen. Je kunt niet van iemand die lichamelijk gehandicapt is, verwachten dat hij/ zij intensief mee gaat werken in de tuin. Het kan echt heel verschillend zijn. Iemand kan ook koffie gaan zetten (als dat voor de bewoner het maximale is wat hij/ zij aankan).Het is mijn wens om hier structureel een dag voor te gebruiken. Nu doe ik het alleen. Ik onderhoud op dit
Venray heerlijk wandelen over de nieuwe bospaden.” “Natuurlijk, het werk is soms zwaar. Je kunt hier bijvoorbeeld zien (Ted neemt mij mee naar een open plek in het bos) dat we stevig hebben gewerkt. We snoeien vaak met de hand en vervolgens verzamelen we de takken op een open terrein. Zoals je kunt zien, werken we in verschillende bossen in de buurt van Venray. Maar de buitenploeg is ook actief in de bossen van Horst. Ja, het is echt heerlijk om even het terrein van GGZ te verlaten om in de bossen te werken.” U vertelde al iets over de heilzame werking die de natuur heeft op GGZ-cliënten. Kunt u daar iets meer over vertellen? “Mijn mensen werken heel graag in de natuur. De natuur geeft rust en als we een bospad aanleggen (Ted wijst naar een recente klus) dan zie ik mensen heerlijk werken, ze ge-
Als u nu kijkt naar het werk dat jullie uitvoeren, moeten er volgens u dan zaken veranderd/ verbeterd worden? “Er kan wel het een en ander verbeterd worden. Waarschijnlijk gaan we in de toekomst de nodige veranderingen meemaken. Ik denk nu aan de kinderboerderij (zie elders in deze Mentaal Lokaal) die er moet komen op het terrein van Servaashof. Het zou mooi zijn als ons team dan uitgebreid wordt. Een team zou dan op de boerderij kunnen werken en het ander team in de bossen. We zouden er dan met busjes op uit kunnen trekken. Nu hebben we maar één busje tot onze beschikking.”
Mentaal | 7
Mentaal Interview met Marie-José Geurts
Wij nemen de wensen van onze cliënten niet af Marie-José Geurts is projectcoördinator zorg van Intensief Begeleid Wonen (IBW), een onderdeel van GGZ Noord- en Midden-Limburg dat zich richt op mensen met een psychische beperking die langdurige ondersteuning en begeleiding nodig hebben om een zo zelfstandig mogelijk leven te kunnen leiden. De woningen van IBW staan in verschillende woonwijken in Venray, Horst, Helden, Echt en Roermond. Gezamenlijk wonen hier ongeveer 85 cliënten. De meeste cliënten wonen in een groepswoning, een aantal in een individueel appartement. De ondersteuning wordt 24 uur per dag geboden. We vragen Marie-José wat Intensief Begeleid Wonen precies doet en wat het betekent voor cliënten om in een woonwijk te wonen.
Wat houdt het werk bij Intensief Begeleid Wonen in? “Wonen bij IBW is tijdelijk. We hanteren een richttijd van twee jaar. Sommige cliënten wonen langer bij ons, anderen korter. Een cliënt die bij ons wil komen wonen, heeft een hulpvraag. Samen met de cliënt inventariseren wij deze hulpvraag naar de toekomst. We doen dat op vier levensgebieden: wonen, werk, studie en vrije tijd. Vervolgens gaan we na wat de cliënt nodig heeft om dit te realiseren. Soms kan een cliënt zelf vaardigheden aanleren, bijvoorbeeld zelf eten koken of het huis schoonmaken. Soms lukt het niet om iets zelf te realiseren, maar kan een cliënt hulpbronnen inschakelen. We gaan uit van het perspectief van de cliënt. Wil hij een baan? Dan zoekt hij een baan. Heeft hij een baan gevonden, dan moet hij op tijd opstaan. Dat is een eigen verantwoordelijkheid. We oefenen niet van te voren. Als ik vrij ben, sta ik ook niet vroeg
Mentaal | 8
op. Maar als een cliënt moeite heeft om op te staan en een baan heeft gevonden, dan kunnen we wel afspreken dat we iemand ‘s ochtends wekken. Een ander uitgangspunt is dat we cliënten die bij ons komen, stimuleren in hun wensen. We pakken de wensen van onze cliënten niet af, ook al zijn ze misschien niet realistisch. We zeggen: ga het traject in en laat iemand zijn eigen dromen bijstellen. Het geloof in eigen kunnen van de cliënt, daar gaat het om. Ons eigen ongeloof is niet zo belangrijk. De meeste van onze cliënten hebben trouwens heel gewone wensen: huisje, boompje, beestje. Elke cliënt van IBW heeft een persoonlijk begeleider. Met deze persoonlijke begeleider heeft zij of hij zeker één keer per week een gesprek. Begeleiders zijn daarnaast veel op pad met een cliënt. Wandelen door de buurt, mee naar gesprekken met allerlei instanties, zoals gemeente, CWI, schuldhulpverlening enzovoort.”
Welke cliënten komen bij IBW? “IBW is heel laagdrempelig; cliënten met een hulpvraag gericht op de toekomst kunnen bij ons terecht. Cliënten met een acute psychose of een acute verslaving kunnen we niet begeleiden. Maar we nemen alle hulpvragen in behandeling en gaan na of we er iets mee kunnen. Veel van onze cliënten komen uit de 24-uurszorg, verder uit de verslavingszorg en soms komen cliënten uit de jeugdzorg. Vooral cliënten met verslavingsproblemen zijn vaak moeilijk te plaatsen. Die verslavingsproblematiek is ook enorm toegenomen. We zijn acht jaar geleden begonnen in Horst en toen was de verslavingsproblematiek minimaal in vergelijking met nu. Het ging toen vaak over softdruggebruik, blowen en zo. Voor cliënten met een dubbele diagnose (verslaving in combinatie met andere psychiatrische problematiek) is het heel moeilijk het traject goed af te leggen. Dan is voor ons de vraag: wat hebben we nagelaten om te doen? Overigens ligt hier ook een gezamenlijk probleem. In de ene gemeente lukt het beter dan in de andere om de handen voor deze groep ineen te slaan.” Kun je iets zeggen over wat de ervaringen van cliënten zijn? “Het palet aan ervaringen is breed. De over-
Mentaal | 9
Mentaal Vervolg interview met Marie-José Geurts
gang kan soms heel groot zijn. Cliënten die jarenlang in de instelling hebben gewoond, zijn gewend geraakt om verzorgd te worden. Binnen de instelling is bijvoorbeeld een groot aanbod aan activiteiten. Cliënten ontdekken bij ons dat bijna alles wat ze willen ondernemen, geld kost. Ze moeten leren om keuzes te maken. Verder is de regel dat we ons houden aan maatschappelijke normen en waarden. Een cliënt die stemmen hoort, kan de muziek heel hard willen zetten om die stemmen niet te horen. Maar je kunt de stereo midden in de nacht niet op 10 zetten. Cliënten zijn soms beperkt door hun psychisch ziek zijn.” Hoe zijn de ervaringen in de buurt? “Die zijn heel verschillend. Soms is er scepsis, maar we hebben ook een cliënt gehad die met zijn buurman ging tennissen. Als we een nieuwe woning hebben, laten we de buren altijd weten dat we 24 uur per dag begeleiding bieden en dat ze vragen en opmerkingen kwijt kunnen. Als ggz-instelling zijn we gemakkelijk aanspreekbaar. Dat heeft wel twee kanten. We zijn aanspreekbaar op leefbaarheid, maar er wordt soms ook heel snel gebruik van gemaakt. Soms spelen we vroegtijdig in op signalen van politie, buurt en woningbouwvereniging. De politie weet altijd wie op welke locatie woont. Als er daadwerkelijk overlast geconstateerd wordt, kan het zijn dat de cliënt naar een andere plek moet vertrekken. In een dergelijke situatie is de cliënt wel de underdog.”
Mentaal | 10
Een belangrijke doelstelling van de WMO is ‘meedoen’: iedereen moet kunnen deelnemen aan de samenleving. Hoe bevordert Intensief Begeleid Wonen dat cliënten mee kunnen doen? “Wij proberen te stimuleren dat cliënten iets ondernemen. We gaan met cliënten mee boodschappen doen in de plaatselijke supermarkt, naar de vrijwilligerscentrale, naar een mogelijke werkgever of we werken samen in de tuin. Maar er valt nog heel veel winst te behalen. Je kunt dit als GGZ-instelling ook niet alleen. Het beeld van een psychiatrische patiënt is toch nog vaak negatief. Mensen hebben een vaag beeld van onze cliënten en associëren onze doelgroep soms met criminele activiteiten. We proberen cliënten te wijzen op geldende normen en waarden en gedragsregels….misschien, zeggen we dan, is het niet zo slim om op straat dat flesje bier te drinken…. Integratie klinkt simpel, maar ik merk dat de maatschappij er niet altijd op staat te wachten. Acceptatie is al een heel mooi doel. Cliënten zoeken elkaar op. En vaak zijn wij hét sociale netwerk van de cliënt. Daarom bieden we ook nazorg, zolang als dat nodig is. Dat is belangrijk, want je bouwt een band op met elkaar. Cliënten kunnen, als ze ergens anders gaan wonen, altijd nog bellen, ook ’s nachts. Of ze komen een kopje koffie drinken.” Als je een zak geld had om de leefbaarheid en sociale samenhang voor de cliënten in de buurt te bevorderen, waaraan zou je het uitgeven? “Ik zou het individueel inzetten. Elke cliënt
van IBW heeft andere behoeften. Werk is belangrijk. Veel van onze cliënten willen graag werken. Werk wordt maatschappelijk gewaardeerd. Zij kunnen echter moeilijk voldoen aan de eisen van de arbeidsmarkt. Meer begeleiding in de nazorg en meer maatwerk, dat zou goed zijn. Je kunt ook geld inzetten
voor inloophuizen, maar dat is niet voor iedereen leuk. Eigenlijk gaat het erom dat je voor een kwetsbare groep iets heel basaals probeert te realiseren. Het is misschien marginaal wat je kunt bereiken, en het vraagt een lange adem, maar je moet successen in hele kleine dingen willen zien.”
Mentaal | 11
Mentaal
Ervaringsdeskundigen delen hun ervaringen met raadsleden tijdens de manifestatie Gewoon Meedoen, september 2007
Raadsleden van gemeenten in Noord-Limburg sluiten cursus WMO, wat anders? af bij GGZ NML
Cor Rutten tijdens de manifestatie Gewoon Meedoen, september 2007
Sociale samenhang en leefbaarheid in wijken en buurten. Prestatieveld nummer 1 is het meest brede van de negen prestatievelden van de WMO. Het gaat hier om algemene voorzieningen op het vlak van wijkaanpak, welzijn, zorg, educatie, recreatie, sport en veiligheid. In de stad, wijk en buurt. Hierbij staat ondermeer voor ogen: het versterken van leefbaarheid, sociale samenhang en het bieden van mogelijkheden om op allerlei gebied actief aan de samenleving deel te nemen.
zorgvuldige processen, via creëren van draagvlak en samenwerking, de plaatselijke opgave te realiseren.
Wij hebben hier te maken met een breed spectrum van gemeentelijk beleid. Als het gaat om nieuwe ontwikkelingen, dan zijn de gemeentelijke beleidsprogramma’s sturend. Een wijkgerichte benadering is vaak nodig voor een effectieve aanpak van complexe problemen of het realiseren van wensen van bewoners. Het succes van wijkgericht werken is mede afhankelijk van de initiatieven en het zelforganiserend vermogen binnen de wijk. De wijkoverleggen en de dorpsraad hebben hierbij een spilfunctie.
Deze gedachten worden nog meer versterkt als in 2008 de gemeenten voor deze financiering zorg moeten dragen. De grenzen van de vermaatschappelijking komen volgens velen in zicht. In de GGZ-sector wordt soms gesteld, dat de afbraak van intramurale voorzieningen voor de ene helft van de cliënten een zegen was en voor de andere helft een ramp.
De gemeenten moeten oog hebben voor de huisvestiging van moeilijke of kwetsbare doelgroepen, al dan niet met begeleiding. De gemeenten (maatschappelijke opvang) of de instellingen (extramuraliseren) zijn hiermee doende. Realisatie zal altijd op een concrete plek in een buurt plaatsvinden. Dit vraagt om medewerking en tolerantie van de directe omgeving, van wijkoverleggen en anderen. Het is een gezamenlijke opgave om via
Ook over dagbesteding maak ik mij met het oog op de vermaatschappelijking veel zorgen. Er zullen meer mensen gebruik gaan maken van deze voorzieningen. Elk dagactiviteitencentrum kampt met financiële problemen en die krapte heeft ook consequenties voor het aanbod en de openingstijden van een dergelijk centrum.
Er moet een samenhangend en integraal voorzieningenaanbod voor alle groepen met een functiebeperking zijn. Maar er dient ook aandacht te zijn voor de acceptatie en integratie van de zorgvragers, zodat deze niet in hetzelfde isolement terecht komen als toen ze nog afgezonderd op de hei woonden. Er moet ‘gastvrijheid in de maatschappij worden georganiseerd’ zodat voor onze mensen dit ook hun thuis mag worden. Cor Rutten, voorzitter Collectieve Cliëntenraad GGZ NML
Een weerbare c liënt, een leefbare samenleving Mentaal | 12
Mentaal | 13
Mentaal
Feiten, cijfers en andere wetens waardigheden Bron: Sonja Visser, projectleider Limburg Programma Lokale Versterking.
‘Wat belemmert mensen met psychiatrische problemen om mee te doen in de maatschappij?’ In mei 2007 werd in Venray een miniconferentie georganiseerd door het Programma Lokale Versterking GGz WMO onder de titel “Wij zien ons zitten”. Tijdens deze middag vulden 65 mensen een vragenlijst in met vragen over de belemmeringen die zij ondervinden bij deelname aan de samenleving. 40 Enquêtes werden ingevuld door mensen die zelf last hebben van psychische/psychiatrische problemen. De andere 25 enquêtes werden door naastbetrokkenen (familieleden, partners) ingevuld. De deelnemers die de enquête invulden, waren afkomstig uit de regio’s Roermond (8), Venlo (23), Venray (23) en Weert (8). Van drie deelnemers was de afkomst onbekend. De top 6 van belemmeringen volgens mensen met psychische/psychiatrische problemen: • Vrijwilligers van buiten de doelgroep hebben moeite met het op de juiste manier omgaan met de doelgroep. • De angst om niet serieus genomen te worden, belemmert het meedoen • Onbegrip van andere mensen belemmert het meedoen • Er worden nog te weinig kansen geboden aan ervaringsdeskundigen • Er zijn nog te weinig mensen uit onze doelgroep die onze belangen willen behartigen • Mantelzorgers van de doelgroep hebben zelf ook veel ondersteuning nodig
Mentaal | 14
De top 6 van belemmeringen volgens naastbetrokkenen: • Mantelzorgers van de doelgroep hebben zelf ook veel ondersteuning nodig • Kosten van vervoer zijn te hoog • Onbegrip van andere mensen belemmert het meedoen • Men wordt teveel aan zijn/haar lot overgelaten. Dit belemmert de zelfredzaamheid • Er zijn nog te weinig mensen uit de doelgroep die de belangen willen behartigen • Veel hobby’s zijn te duur
Mensen konden in de enquête ook zelf hun opmerkingen invullen. Per thema (uit de top 6) enkele opmerkingen:
De gezamenlijke top 6: • Onbegrip van andere mensen belemmert het meedoen • Mantelzorgers van de doelgroep hebben zelf ook veel ondersteuning nodig • De angst om niet serieus genomen te worden belemmert het meedoen • Men wordt teveel aan zijn/haar lot overgelaten. Dit belemmert de zelfredzaamheid En in gelijke mate op nummer 5: • Er worden nog te weinig kansen geboden aan ervaringsdeskundigen • Vrijwilligers van buiten de doelgroep hebben moeite met het op de juiste manier omgaan met de doelgroep • Er zijn nog te weinig mensen uit onze doelgroep die onze belangen willen behartigen.
Meedoen in de maatschappij: ‘Het ziektebeeld is niet zichtbaar aan de buitenkant.’ ‘Het tempo van de maatschappij ligt te hoog.’ ‘Onbegrip van de behandelaar’. ‘Ik weet niet hoe.’ Mantelzorg: ‘Moeilijk vanwege vooroordeel verslaving.’ ‘Met wat begrip is het allemaal best te doen en geeft het veel voldoening.’ ‘Onbegrip binnen de eigen familie.’ Inzetten van ervaringsdeskundigheid: ‘Het is juist belangrijk dat professionals en ervaringsdeskundigen de handen ineenslaan.’ ‘Waarom moet het (bijna) allemaal vrijwillig? Mijn werk en de ervaring daarachter zijn met tonnen niet te betalen…’
Vrijwilligers: ‘Geen inzicht.’ Zelfredzaam zijn: ‘Het is moeilijk om uit alles de juiste weg te vinden. Dus: info, waar ik wat kan halen.’ ‘Er wordt voorbij gegaan aan de eigen mening.’ ‘Financiën tekort.’ Belangenbehartiging: ‘Kijk naar de kracht en kwaliteit van mensen, beloon die, pas het tempo aan. Wie weet bevalt het jou ook. Werkelijk, ik was gekker toen ik nog normaal (=gezond) was.’ Mobiel zijn: ‘Last van te veel prikkels in openbaar vervoer.’ ‘Met indicatie wel, zonder indicatie niet?’
Mentaal | 15
Mentaal
Zwerfvuilproject GGZ NML Een uitkomst voor cliënt en buurtbewoner In 2002 startte GGZ NML in de gemeente Venlo met het zwervuilproject Extra Hands. Het doel van dit project was om mensen, die door een langdurige verslaving hun structuur zijn kwijtgeraakt, weer een houvast te bieden. Tegelijkertijd kon het zwerfvuil, doorn in het oog van menig buurtbewoner, worden aangepakt. Inmiddels heeft het zwerfvuilproject haar weg ook gevonden naar Weert en Roermond.
Achtergrond
Wie langdurig verslaafd is, heeft geen duidelijke dagindeling, sociale vaardigheden en werk. Men neemt niet actief meer deel aan de maatschappij en de arbeidsmarkt is vaak zeer moeilijk te bereiken. Het zwerfvuilproject stimuleert en motiveert harddrugsverslaafden tot een zinvolle dagbesteding en sociale activering. Daarnaast kan het project een bijdrage leveren aan positievere beeldvorming over deze doelgroep. De praktijk
Alvorens iemand kan deelnemen aan het zwerfvuilproject, wordt de deelnemer eerst gescreend. Belangrijk is dat een cliënt twee uur goed kan functioneren zonder gebruik van verslavende middelen. De deelnemer moet eveneens over een redelijke gezondheid beschikken. Men moet in staat zijn het werk uit te voeren. Wie niet voor het opschoonteam in aanmerking komt, wordt terugverwezen naar de sociale dienst. Er wordt dan naar een ander traject gekeken dat bij hem/ haar past.
Mentaal | 16
De cliënt die wordt toegelaten, maakt kennis met een gefaseerde aanpak
Tijdens de eerste fase werken de deelnemers onder begeleiding. In dit onderdeel van het project krijgt de belastbaarheid van de cliënt de aandacht (de werkweek wordt hierop ook afgestemd). Extra nadruk wordt gelegd op “het aanleren van sociale vaardigheden” en “houding”. Als er vorderingen gemaakt worden (zelfstandiger functioneren), zal de begeleidig afnemen. In de tweede fase gaat de cliënt zelfstandiger te werk (drie dagdelen in de week). De begeleiding wordt tijdens een werkdag beperkt. Wanneer de ontwikkeling bij cliënt zich doorzet, kijkt de arbeidstrajectbegeleider of doorstroming naar de arbeidsmarkt en/of opleiding mogelijk is. Uiteraard wordt wederom gelet op de zelfredzaamheid. Een vraag als “Kan een cliënt zich zelfstandig redden op de arbeidsmarkt?” speelt dan een belangrijke rol.” We mogen stellen dat het zwerfvuilproject succesvol is. Een aantal deelnemers is doorgestroomd naar betaald werk. Ook blijkt dat
de omgeving positief reageert op het project. Mensen vinden dat het zwerfvuil wordt aangepakt en dat de cliënten iets terug doen voor de maatschappij. Men kijkt sneller op een positieve manier naar deze doelgroep. Verbeterpunten
Het zwerfvuilproject staat nog in de kinderschoenen en is nog niet bij iedereen bekend. Het komt regelmatig voor dat de doelgroep geconfronteerd wordt met vooroordelen. Vaak heeft dit te maken met onbekendheid met de doelgroep. Doorstroom naar reguliere arbeid komt dan in de verdrukking. Daarnaast is de behoefte van cliënten aan intensieve begeleiding soms groter dan GGZ NML kan bieden. Een ander punt dat aandacht behoeft is wat te doen bij slecht weer. Slechte weersomstandigheden zorgen ervoor dat cliënten moeilijk buiten kunnen werken. Het zou goed zijn als mensen dan binnen werkzaamheden kunnen verrichten. Het team van het zwerfvuilproject is hiervoor met de gemeenten de mogelijkheden aan het verkennen.
Stapje voor stapje Een van de deelnemers kon door alcoholgebruik (en de daardoor ontstane schulden ) niet meer voor zichzelf zorgen. Hij kon geen grip op zijn leven krijgen en dreigde zichzelf en zijn omgeving te vervuilen. Als gevolg van deze zorgelijke ontwikkeling werd deze cliënt door de gemeentelijke sociale dienst aangemeld bij het project. De gemeente gaf de man een kans om zijn leven weer inhoud te geven. Al snel werd duidelijk dat de cliënt werknemersvaardigheden ging ontwikkelen. Hij begon meer te werken en toonde initiatief op verscheidene gebieden. Door deze positieve ontwikkeling kreeg de cliënt plantsoenen in zijn beheer. Hij was verantwoordelijk voor het opruimen van het zwerfvuil. De positieve ontwikkeling zette zich vervolgens verder door. Al snel kon cliënt een betaalde baan accepteren.
Mentaal | 17
Mentaal
Eindelijk... Het streven om mensen met en zonder een psychiatrische achtergrond met elkaar in contact te brengen is niet nieuw, maar wel actueel. Op het Servatiusterrein van GGZ NML krijgt dit streven een heel bijzondere invulling. In een proces van ‘omgekeerde vermaatschappelijking’ wordt de wijk naar het instituutsterrein gehaald. Naast een verblijfsfunctie voor langdurig zorgafhankelijke cliënten, wordt op het terrein reguliere woningbouw gerealiseerd. GGZ NML beschouwt het als haar verantwoordelijkheid om samen met de gemeente Venray en andere partners in deze nieuwe woonwijk, Servaashof, een sociale infrastructuur te realiseren waarin cliënten en bewoners kunnen participeren. Een van de onderdelen van deze infrastructuur is de boerderij Servaashof. Het is de bedoeling dat de boerderij met daarbij behorende voorzieningen een brede doelgroep gaat bereiken. Een belangrijke doelgroep is de bewoners uit de buurt. Daarnaast bestaat de hoop dat (basis-) scholen de kinderboerderij intensief gaan bezoeken en dat kinderen kennis maken met het nieuwe project van GGZ NML. Verder wil het Landbouw, Natuur en Milieu Educatiecentrum (LNME) in de boerderij een educatiecentrum realiseren. Hiermee worden andere bezoekersgroepen uit de wijk aangetrokken.
De activiteiten en voorzieningen binnen boerderij Servaashof zijn deels ‘consumerrun’, dat wil zeggen dat ze voor een belangrijk deel door cliënten zelf worden uitgevoerd.
Hoe gaat dit er nu concreet uitzien? We vragen het aan de voorzitter van de WMO-regiegroep, tevens manager van de divisie Preventie, Informatie, Activiteitencentra en Arbeidsrehabilitatie, Koos Föllings. “Er bestaan plannen om diverse projecten op te zetten. Je kunt denken aan een hondenuitlaatservice, een tafeltje-dek-je of aan het gras maaien bij inwoners van de gemeente Venray.
Het is belangrijk dat op den duur projecten ontstaan die gerund worden door mensen en voor mensen. We moeten naar een punt dat cliënten meer en meer integreren in onze samenleving. Het past ook goed in prestatieveld 1 van de WMO. Werelden moeten bij elkaar gebracht worden. Ik ben tevreden met de belangstelling. Veel mensen zijn enthousiast en willen deelnemen aan dit project.”
...een kinder boerderij in Venray
Meerdere voorzieningen Boerderij Servaashof moet in de toekomst een multifunctionele invulling krijgen. Dat betekent dat naast ruimte voor recreatie en ontmoeting er ook ruimte moet zijn voor ontplooiing en training. Bovendien moet de boerderij een opstap vormen voor cliënten naar algemene voorzieningen.
Mentaal | 18
Mentaal | 19
Mentaal Cliënten en de boerderij GGZ NML wil cliënten en inwoners van Venray nader tot elkaar brengen. Dat is uiteraard een mooi streven, maar wat kan een kinderboerderij, naast het leren omgaan met verantwoordelijkheid, betekenen voor een cliënt? In het verleden is een aantal onderzoeken verricht naar het effect van dieren op (zieke) mensen. Zo blijkt dat het omgaan met dieren het dragen van verantwoordelijkheid van
een cliënt kan bevorderen. Ook zijn er positieve effecten gevonden op het krijgen van vertrouwen, het zorgen voor een ander en zichzelf, meer lichaamsbeweging en een afname van eenzaamheidsgevoelens. Het omgaan met dieren heeft kortom een therapeutische werking. De buurtbewoner die in de toekomst zijn hond naar onze hondenuitlaatservice brengt, is gelukkig met de aanwezigheid van zo’ n dienst. En de cliënt profiteert door de gelegenheid die wordt geboden om de hond uit te laten.
GGZ NML heeft hier een coördinerende taak. De instelling kan via de kinderboerderij met de daarbij behorende voorzieningen de inwoners en de cliënten iets geven. De toekomst Een collega zei mij laatst: “Ik woon hier in de buurt. Als mijn kinderen echter naar een kinderboerderij willen gaan, dan moeten ze naar Venlo. Boerderij Hagerhof is voor ons nu de meest dichtstbijzijnde boerderij. Ik zal blij zijn als wij
in 2009 gebruik kunnen maken van de boerderij met zijn voorzieningen.” Boerderij Servaashof voorziet in een behoefte van verschillende groepen. Cliënten kunnen hier aan het werk in de consumerrun-projecten, voor inwoners van Venray hebben de kinderboerderij en het educatief centrum veel te bieden. Er zijn ook risico’s die moeten worden ondervangen. Van belang is bijvoorbeeld dat de boerderij kan rekenen op een breed draagvlak van gemeenten, welzijnsinstellingen, en buurt-of wijkorganisaties. Al deze organisaties hebben een taak in het ontwikkelen van consumerrun-projecten. Door deze projecten op te nemen in het WMO-beleid, kunnen ze bijdragen aan de vermaatschappelijking, niet alleen op Servaashof, maar ook elders in de regio.
“Ik leef helemaal voor mijn vogels. Als ik thuis kom, denk ik: “Hé fijn weer mijn beestjes.” Ik praat de hele dag tegen ze en ze hebben wel in de gaten hoe ik mij voel. Als ze me zien, dan beginnen ze blij te fluiten en te wippen op hun stokjes. Die blauwe grasparkiet, dat is Otto, die is al acht, die groene is Pukkie van twee. Ik heb ook kanaries gehad, maar die zijn bevattelijker voor ziektes. Deze zomer moest ik er nog eentje in laten slapen, dat is heel verdrietig.
Mentaal | 20
Als ik Otto en Pukkie ’s morgens geluidjes hoor maken, dan sta ik op. Zonder die vogels zou ik misschien langer blijven liggen. Andere dieren, zoals katten, vind ik ook leuk. Ik kan me een leven zonder dieren niet voorstellen” Citaat uit een artikel in Psy, tijdschrift voor geestelijke gezondheid en verslaving, uit maart 2006 “Een dier maakt geen onderscheid tussen zieke en gezonde mensen”
Mentaal | 21
Mentaal
Het cliëntenadviesbureau NML op de informatiemarkt tijdens de manifestatie Gewoon Meedoen, september 2007.
Cursusaanbod preventie periode maart-juni 2008
Cursus: ‘Leren omgaan met depressie’ Cursus: ’Liever bewegen dan moe’ voor allochtone vrouwen met stress, spanningen en vermoeidheid Cursus: ‘Leren omgaan met een eetstoornis’ Cursus: ‘Met lef! Zelfverzekerd in het contact met anderen’ Cursus: ‘Geen paniek, leren omgaan met paniekklachten’ Cursus: Aanpakken van stress, voorkomen van burnout Ondersteuningsgroep voor familieleden van mensen met een borderlinestoornis Cursus voor familieleden van mensen met schizofrenie Doe-praatgroep voor jongeren (9-12 jaar) waarvan de ouders psychische en/of verslavingsproblemen hebben. Verslavingspreventie Homeparty: ’Huiskamerbijeenkomst bij ouders en met kinderen met vragen over alcohol en drugs’ Cursus: Uw kind en genotmiddelen Testservice van pillen en poeders voor consumenten: www.drugs-test.nl Instructie Verantwoord Alcoholgebruik voor verenigingen Barcode: cursus voor horecamedewerkers Eerste Hulp bij Drugsincidenten in het uitgaan voor horeca en ehbo’ers Training sociale vaardigheden voor jongeren gericht op alcohol en druggebruik Hasj- en wietweek: Cursus voor (bijna) dagelijks blowende jongeren (15-25 jaar)
Voor meer informatie over de cursussen of over geestelijke gezondheid(szorg) in het algemeen, kunt u contact opnemen met het Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid(szorg). Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 09.00 tot 12.00 en van 13.00 tot 16.00 Telefoon: 0478-527066 Email:
[email protected]. Internet: www.ggznml.nl
Wij helpen u graag verder! Het Informatiecentrum is het frontoffice voor preventieve activiteiten, geeft individuele en groepsvoorlichting en is back-office voor De Wegwijzer, een loket voor alle vragen op het terrein van wonen, welzijn en zorg.
Mentaal | 22