Mentaal Mentaal Lokaal WMO-MAGAZINE VAN GGZ NOORD- EN MIDDEN-LIMBURG
Jaargang 1 | Nummer 1 | september 2007
GGZ Noord- en Midden-Limburg en de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning.
Mentaal Lokaal | jaargang 1 | Nummer 1 | september 2007
Regiegroep WMO stelt zich voor
7
10 Wat doet het Centraal Loket?
12
INHOUD Beter voorkomen dan genezen!
4
Psychische klachten in Noord- en Midden-Limburg
6
De Regiegroep WMO stelt zich voor
7
'Plezier op School' succesformule
8
Kloeken en blowen
10
Werken met gevoel
12
Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid
14
Zorgt de WMO voor adequate maatschappelijke steunsystemen?
16
Woonbegeleidiing
18
Wet Maatschappelijke Ondersteuning: bedreiging of kans?
20
(Niet) Vergeten..... het Alzheimzer Café
22
16 28
COLOFON Bedreiging of kans?
20
Mentaal Lokaal is een periodieke uitgave van GGZ Noord- en Midden-Limburg over de mogelijkheden en ontwikkelingen ten aanzien van zaken die voortvloeien uit de WMO. Mentaal Lokaal is bestemd voor alle WMO-partners. Redactie: Bureau Communicatie GGZ NML – postbus 5 – 5800 AA Venray. Vormgeving: MarksMarks Venlo. Oplage: 500 exemplaren. Zie voor meer informatie www.ggznml.nl.
Mentaal
Redactioneel Voor u ligt Mentaal Lokaal, een speciale editie van Mentaal, het magazine van GGZ Noord-en MiddenLimburg. In Mentaal Lokaal willen wij u – bestuurders en beleidsmedewerkers van de gemeenten in Noord-en Midden-Limburg, medewerkers van maatschappelijke instellingen en andere geïnteresseerden – periodiek informeren over ontwikkelingen in ons werkveld die raken aan de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Een van de uitgangspunten van de WMO is dat mensen met beperkingen, of dit nu lichamelijke of psychische beperkingen zijn, als volwaardige burgers moeten kunnen participeren in
steund in de deelname aan allerlei activiteiten, zoals welzijns- of
onze samenleving. Daarnaast zet de WMO in op veiligheid en
sportactiviteiten of activiteiten op het gebied van cultuur; en er
leefbaarheid, op voorlichting en preventie en op vroegtijdige
is winst voor de gemeenten die met specifieke lokale vragen een
signalering van problemen onder risicogroepen, zodat erger kan
beroep kunnen doen op geestelijke gezondheidszorg.
worden voorkomen. In deze eerste editie van Mentaal Lokaal stellen wij u voor aan de GGZ Noord-en Midden-Limburg beschikt over veel kennis en ex-
regiegroep WMO. Hier kunt u terecht met vragen over WMO-gere-
pertise op het gebied van psychische problematiek en verslaving.
lateerde activiteiten. Verder komt in deze editie de coördinator van
Zij biedt haar expertise graag aan aan gemeenten en keten-
het bemoeizorgteam aan het woord. Hij gaat in op de gevolgen
partners in de vorm van preventieve (voorlichtings-)activiteiten,
van de WMO voor de werkwijze van het bemoeizorgteam. De
deelname aan (vroeg-)signaleringsnetwerken en consultatie en
voorzitter van de Collectieve Cliëntenraad en de manager van
advies over psychische problematiek.
het Cliënten Advies Bureau schetsen de kansen en bedreigingen van de invoering van de WMO voor ggz-cliënten. Tenslotte is er
Een goede inbedding van de geestelijke gezondheidszorg in de
informatie over activiteiten die GGZ Noord-en Midden-Limburg
WMO leidt tot winst. Winst voor risicogroepen, omdat signalen
in de regio aanbiedt.
over psychische en/of verslavingsproblemen snel kunnen worden opgepakt; winst voor zorgmijders en hun omgeving, omdat
In de uitvoering van de WMO zijn de gemeenten nu aan zet. Wij
bemoeizorgteams middels een outreachende aanpak problemen
hopen op een prettige samenwerking!
van en met zorgmijders kunnen oppakken; winst voor ketenpartners die consultatie en advies kunnen vragen in de omgang
Toine van der Sanden
met mensen met psychische problemen; winst voor burgers met
Voorzitter Raad van Bestuur
psychische beperkingen die daadwerkelijk kunnen worden onder-
GGZ Noord-en Midden-Limburg
Mentaal | 3
Voorzitter regiegroep WMO Koos Föllings stelt:
Beter voorkomen De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) maakt dat instellingen als GGZ NML hun expertise aan diagnostiek en behandeling van mensen met een psychische dan wel psychiatrische aandoening, preventief gaan inzetten voor alle burgers binnen hun gemeente. Naast het bevorderen van maatschappelijke participatie van mensen met psychische beperkingen, is de WMO er ook op gericht te voorkómen dat mensen psychische klachten krijgen.
Mentaal | 4
Mentaal
Divisiemanager Koos Föllings is voorzitter van de regiegroep WMO. Hij legt uit wat deze wet betekent voor de relatie tussen GGZ NML en de gemeenten en vooral ook wat GGZ NML naast de zorg voor mensen met psychische of psychiatrische problemen, voor de rest van de burgers in onze maatschappij kan betekenen. “Het ontwikkelen van informatiestromen ter voorkoming van verdere problematiek is het specialisme van onze afdeling Preventie. De nieuwe WMO bepaalt dat de overheidsgelden voor dit soort activiteiten niet meer naar de diverse hulpverlenende instellingen gaan, maar naar de gemeenten, die vervolgens op grond van hun vraag, oftewel de vraag van
een specifieke GGZ-doelgroep maar om een groep mensen die bij het voortduren van hun ongewenste gedrag een groot risico loopt hier wel toe te gaan behoren. Een ander voorbeeld is informatieverstrekking aan ouders van kinderen met autisme. Wellicht kun je daarmee voorkomen dat een kind met autisme überhaupt in de psychische dan wel psychiatrische hulpverlening terechtkomt. GGZ NML is voor de gemeenten ten aanzien van de WMO dus een uitstekende partij, omdat de geestelijke gezondheidszorg al van oudsher gericht is op zorg aan de zwakkeren in de samenleving. We hebben inmiddels een enorme expertise opgebouwd op het gebied van zowel jongeren als ouderen met psychische of psychiatrische problemen. Daardoor zien we het als onze maatschappelijke plicht om deze kennis in te gaan zetten binnen de WMO. Door onze cliënt te helpen, helpen we ook diens ‘gezonde’ omgeving en door preventief te werken, voorkomen we hopelijk dat mensen psychische problemen ontwikkelen.
dan genezen! de gemeenteburger, zelf moeten gaan kiezen welke preventieactiviteiten en middelen ze zullen inzetten en inkopen. De keuze komt hiermee dus bij de lokale overheid te liggen. Een logische keuze, omdat de vraag per gemeente kan verschillen. In feite is hiermee een mogelijkheid geschapen om meer vraaggericht te kunnen werken. Een voorbeeld van een lokaal preventieproject is de actie ‘Kloeken en Blowen’ dat in Venlo is gestart ter preventie van het dranken drugsgebruik van ‘stappende jeugd’, kinderen van 12-13 jaar. Het gaat dan niet om
De vragen kunnen liggen op allerlei gebied; van verslavingsoverlast, overlast door hangjongeren, pesten op school, jeugdcriminaliteit, tot drank en drugsmisbruik en ga zo maar door. Juist om te voorkómen dat mensen in een dusdanige situatie terecht komen dat ze daadwerkelijk psychisch ziek worden, zetten we onze expertise gráág in!”
Mentaal | 5
Psychische klachten in Noord- en Midden-Limburg Psychische stoornissen komen veel voor. Depressie, angststoornissen en alcohol-afhankelijkheid staan in de top 10 van ziektes met een grote ziektelast. Vertalen we de landelijke cijfers naar deze regio, dan ligt het aantal inwoners dat jaarlijks aan een depressie lijdt op ongeveer 28.000. Voor een angststoornis ligt dit aantal op 64.000 en voor alcoholafhankelijkheid op 33.000. Slechts een klein deel van deze mensen komt uiteindelijk in behandeling in een tweedelijns ggz-instelling. �����������������
Aantal cliënten uit de regio Noord-en Midden-Limburg in behandeling bij GGZ NML op 1 juli 2007
������
Ambulante DeeltijdKlinische behandeling behandeling behandeling Regio Maasduinen
196
16
15
Regio Venray
1664
139
349
Regio Venlo
3279
96
127
Regio Helden
619
17
28
Regio Weerterkwartier
231
6
17
Regio Midden-Limburg-Oost
1108
37
90
Totaal
7097
311
626
���������������� ������
������ �������
������
������������ �������������� ������� ������ ������
������ ���������
�����������
��������
������������
�����
In het bovenstaande overzicht geven we ���������� ������ aan hoeveel cliënten bij GGZ NML stonden ������ ingeschreven voor een ambulante behande- ��������������������� ling (wekelijkse behandeling), een deeltijd������ ����� behandeling (een behandeling die meerdere �������� dagen per week in beslag neemt) of een klinische behandeling (behandeling tijdens verblijf binnen de �������� ��������� instelling). De aantallen geven alleen een indicatie van ������������������������� de omvang van de psychische problematiek in de regio. ������������� �������������� Mentaal | 6
Mentaal
De REGIEGROEP WMO stelt zich voor Bij de regiegroep WMO kunt u terecht met vragen over onze WMO-gerelateerde activiteiten. In de regiegroep zijn medewerkers van onze instelling vertegenwoordigd die nauw betrokken zijn bij activiteiten die onder de WMO vallen. Voor vragen of informatie kunt u zich tot één van de leden wenden, maar ook via een algemeen emailadres kunt u uw vragen aan ons kwijt.
Voorzitter: Dhr. Koos Föllings Manager Preventie en Informatie, Acitiviteitencentra en Arbeidsrehabilitatie Stationsweg 46 5803 AC Venray T. 0478 527644
Dhr. Constant Favier Manager RCG Venlo Tegelseweg 210 5912 BL Venlo T. 077-3550206
Dhr. Frans van Ool Manager Verslavingszorg Noord- en Midden-Limburg Wanssumseweg 12 5807 EA Oostrum 0478-527815
Dhr. Henk Verstappen Hoofd afdeling Preventie & Dienstverlening Eindstraat 24 5801 CR Venray 0478 531460
Email:
[email protected]
Mentaal | 7
Preventieprogramma Sociale Vaardigheden
‘Plezier op School’ succes Ondersteuningsaanbod: vaardigheidstraining voor jeugdigen Doelgroep: jeugd Prestatieveld WMO: 2
Al vanaf 1987 heeft de afdeling Preventie en Informatie van de GGZNML met haar preventieprogramma ‘Sociale Vaardigheden’ aan de basis gestaan van een groot en divers aanbod Sociale Vaardigheidstrainingen, die inmiddels door en i.s.m. diverse instellingen in de eigen regio en ver daarbuiten worden uitgevoerd. Succesvolste cursus in dit preventieprogramma is de zomercursus ‘Plezier op School’. De cursus is bedoeld voor a.s. brugklassers die op de basisschool gepest werden of andere problemen hadden met leeftijdgenoten. In de laatste week van de zomervakantie worden de deelnemers in twee dagen geholpen bij het maken van een goede start op het voortgezet onderwijs. Op deze manier wordt getracht herhaling van de problemen te voorkomen en kinderen meer plezier te laten ervaren op de nieuwe school.
werd in 1997 genomineerd voor de Preffi-prijs (prijs voor effectieve preventieprojecten). Al snel nam het aantal aanmeldingen voor de cursus toe. Vanaf 1998 wordt de cursus, om aan die aanvragen tegemoet te komen, in de regio Noord-Limburg uitgevoerd i.s.m. GGD Noord- en Midden-Limburg, Stichting Synthese en de Mutsaersstichting. Nog ieder jaar leveren alle eerder genoemde instellingen trainers aan Plezier op School. Vanaf 2005 heeft de GGD NML de organisatie van de cursus overgenomen en standaard in haar takenpakket opgenomen. Jaarlijks doen er in deze regio gemiddeld 90 kinderen aan Plezier op School mee en wordt de training door 18 trainers uitgevoerd. Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht naar de effectiviteit van Plezier op School blijkt dat de cursus werkt. Na de cursus voelen kinderen zich minder sociaal angstig, is het pesten verminderd met 60% en hebben ze meer plezierige contacten met leeftijdgenoten.
Deze cursus, die in 1996 als pilot door de voormalig RIAGG Noord-Limburg werd ontwikkeld en uitgevoerd,
Mentaal | 8
Mede dankzij deze onderzoeksgegevens verspreidt de
Mentaal
formule
cursus zich in rap tempo over heel Nederland. Afgelopen zomer is het aantal uitvoerende instellingen en deelnemers inmiddels (meer dan) verdubbeld. Landelijk hebben in 2007 naar schatting minstens 1000 kinderen Plezier op School gevolgd. Het is echter niet uitgesloten dat dit er veel meer zijn. Ook de Euregio (RECES) heeft belangstelling voor de cursus. Voorbereidingen worden getroffen om de cursus in 2008 uit te voeren in o.m. Aaken, Eupen en Luik. Door het succes van cursus staat Plezier op School iedere zomer opnieuw in het de belangstelling van zowel het
regionale als het landelijke nieuws. Naast voorpagina nieuws in de zaterdag-editie van het Algemeen Dagblad (27.06.07) en de van daaruit overgenomen berichtgeving in diverse andere landelijke en regionale dagbladen, hebben ook diverse tv-zenders, waaronder L1 en enkele andere regionale tv-zenders, het Jeugdjournaal (14.08.07) en EénVandaag (20.08.07) reportages aan Plezier op School gewijd. Inmiddels is er overleg met het Trimbos Instituut en NIGZ om de landelijke implementatie te ondersteunen en de kwaliteit van de cursus te waarborgen.
Mentaal | 9
Kloeken en blowen Ondersteuningsaanbod: bewustwording van middelenmisbruik onder jongeren en hun ouders Doelgroep: jongeren Prestatieveld WMO: 2
Kloeken en Blowen is een unieke samenwerking tussen ggz verslavingspreventie, gemeente Venlo en ketenpartners. In de periode 2007-2009 zetten zij fors in op het tegengaan van alcohol- en drugsgebruik bij de Venlose jeugd. Jongeren en ouders zullen op verschillende manieren kennis nemen van onze boodschap, kort samengevat in de slogan: 'STOMDRONKEN, het is bezopen om je elke keer te bezuipen'.
Om de bewustwording te bereiken bij de uiteindelijke doelgroep worden verschillende middelen ingezet. In een massamediale campagne zijn posters gemaakt; jongeren worden aangesproken op het gênante van te veel drinken. Andere materialen, zoals sleutelhangers en pennen, leggen vervolgens de nadruk op positief gedrag: “ik ben nuchter”, en in horecagelegenheden liggen ‘nuchtere’ bierviltjes met korte tips over alcoholen drugsgebruik. Een aantal Venlose jongeren heeft zelf een rapsong gemaakt over alcoholgebruik, die te zien zal zijn op Omroep Venlo. Er is ook een wedstrijd uitgeschreven: hoe bezopen vind jij het om te zuipen? Venlose jongeren kunnen zelf een bierviltje ontwerpen waarop ze dit duidelijk maken. In dezelfde periode worden andere doelgroepen benaderd die met jongeren werken of een rol hebben in de opvoeding. Zo wordt barpersoneel getraind in het omgaan met problemen met alcohol- en drugsgebruik in de horeca. Een belangrijk punt dat binnen ‘Kloeken en Blowen’ extra aandacht krijgt, is de naleving van de leeftijdsgrens en het terugdringen van de beschikbaarheid van alcohol. Scholen worden benaderd met een voorlichtingsprogramma vanaf groep 7 op basisscholen. Via deze weg
Mentaal | 10
Mentaal
worden ook ouders benaderd, een van de belangrijkste doelgroepen.
“Wij vinden het belangrijk om juist deze doelgroepen extra aandacht te geven binnen dit project,” aldus de Venlose wethouder Jan Lamers (Jeugd, Welzijn en Zorg). “Kinderen van 11 en 12 jaar zitten in een kwetsbare fase, ze gaan naar een nieuwe school, komen in een nieuwe omgeving en komen in aanraking met nieuwe mensen. Als zij dan weten wat de risico’s van alcohol en drugs zijn, hebben ze een stapje voor en zullen ze minder snel geneigd zijn om deze middelen te gebruiken.”
Andere doelgroepen zijn onder andere jeugd- en jongerenwerkers, EHBO-verenigingen en politie; hiervoor zijn verschillende trainingen ontwikkeld. Een van de plannen voor de doelgroep ouders is het versturen van een brief aan àlle ouders in Venlo van jon-
geren die 12 jaar worden. In deze brief wordt gewezen op de gevaren van alcohol- en drugsgebruik, en krijgen de ouders adviezen hoe ze hier mee om kunnen gaan.
Mentaal | 11
Theo Theunissen Teamleider Bureau Zorgwekkende Zorgmijders en kartrekker Centraal Loket Noord-Limburg:
Wat doet het Bureau Bemoeizorg Zorgwekkende Zorgmijders (BZZ) “BZZ brengt de mensen in kaart die zorgwekkend en zorgmijdend zijn. We kijken wat de probleemstelling is en we proberen deze mensen in zorg te krijgen. Deze groep mijdt dit zelf en het is onze taak om bij deze mensen te proberen een proces op gang te brengen waarin zij in zorg gaan”, aldus Theo. Wie zijn deze zorgmijders? Zorgmijders hebben vaak meerdere problemen. Vaak kampen ze met psychiatrische problemen in combinatie met een verslaving. Tussen de drie regio’s waar de veldwerkers werkzaam zijn (Venlo en oostkant Maas, Venray e.o., Helden e.o.) zie je overigens wel verschillen. In iedere regio maak je een aangepast beleid. Samen met partners in de regio vorm je een netwerk. Het beleid voer je uit binnen dit netwerk. Wil je het vangnet voor zorgmijders goed laten opereren, dan is dit netwerk van levensbelang.” Hoe werkt BZZ? Theo: “We hebben een algemeen meldpunt dat functioneert binnen RCG Venlo. Meldingen worden vaak gedaan door hulpverleningsinstellingen, politie, woningcorporaties of maatschappelijk werkers. Daarnaast hebben wij in de regio Noord-Limburg 12 netwerken georganiseerd. Zo’n netwerk bestaat uit de gemeente, woningcorporatie, politie, het algemeen maatschappelijk werk en een bemoeizorgveldwerker vanuit de locatie waar het netwerk georganiseerd is. In een netwerk worden maandelijks alle zorgwekkende casuïstieken begesproken en wordt iemand verantwoordelijk gemaakt voor het oppakken van een probleem. Binnen de netwerken rouleren per maand gemiddeld 250 tot 275 casussen. Er worden ook afspraken gemaakt met de melders van een casus: wie gaat er mee op huisbezoek, wat is de aanleiding, waarom, wat gaan we daar doen, wat is de noodzaak, betreft het een uitzetting, psychiatrische problemen,
Mentaal | 12
verslavingsproblematiek enzovoort.” Hij vervolgt: “We werken echter niet alleen in zorgtrajecten. We kijken naar de sociale context. Soms krijg je bijvoorbeeld te maken met jongvolwassenen in gezinssituaties, in de leeftijd van 15 tot 18 jaar. Zij vinden niet altijd meer begeleiding binnen de jeugdzorg of binnen andere kaders. Je hebt dan het AMK (Algemeen Meldpunt Kindermishandeling) nodig, bureau Jeugdzorg en de Raad van Kinderbescherming, terwijl BZZ in feite alleen verant-
‘Werken woordelijk is voor volwassenenzorg. Daarom is BZZ bezig met het opzetten van de functie veldwerker voor jeugdzaken.” Jullie werken al nauw samen met de gemeenten in Noord-Limburg. Wat verandert er voor BZZ nu de activiteiten van BZZ sinds 1 januari 2007 onder de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning vallen? “Voor BZZ zal er weinig veranderen. Vroeger werden we door het zorgkantoor én de gemeente gefinancierd, nu vallen we volledig onder het gemeentebeleid. Wat wel verandert, is dat de gemeente het accent vooral legt op onze veldwerkfunctie, de OGGZ functie. We moeten bij onze corebusiness blijven: mensen opsporen, overlast beperken, mensen toeleiden naar de reguliere zorg en vervolgens terug naar het veld om nieuwe situaties op te pakken. De gemeente wil dat we
Mentaal de problemen nog eerder in kaart brengen zodat we het
en brengen vervolgens in kaart wat de probleemstelling is.
centrale loket eerder kunnen inzetten. Op deze manier kan ook de instroom in de maatschappelijke opvang worden verminderd. Het inbedden van zorgmijders in de reguliere zorg komt voor ons dan te vervallen. Dat is de taak van de zorgaanbieder. Het gemeentebeleid is dus eigenlijk heel goed voor het bemoeizorgconcept. We komen meer toe aan wat we eigenlijk moeten doen.”
Vervolgens wordt een zorgtraject gemaakt om de probleemsituatie aan te pakken en om te voorkomen dat het tot een uitzetting komt. Theo: “de uitvoerder belegt een overleg, eventueel met de betrokkene zelf, om de zaak snel en effectief weer op de rol te krijgen. We maken gebruik van een netwerk van woningcorporaties, politie, deurwaarder, bewindvoerderskantoor, maatschappelijk werk, bemoeizorg en ambulante reguliere zorg. De samenwerking met deze partners is heel belangrijk en bewijst ook zijn nut. In een jaar tijd hebben we 140 aanmeldingen gehad van mensen die potentieel uitzettingsbehoeftig waren. In 95% van de gevallen kon uitzetting uit de woning worden voorkomen en kon een zorgtraject worden opgestart. De multiproblematiek achter de voordeur is enorm groot. We zetten zelf sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen in. Zij hebben een ruim blikveld en kunnen goede splitsingen in de
Je bent tevens kartrekker van het Centraal Loket (in oprichting) in Venlo. Wat houdt dat in? “De aanleiding voor het oprichten van het Centraal Loket was de vraag vanuit drie woningcorporaties in Venlo richting de gemeente om te investeren in het voorkomen van huisuitzettingen en het aanpakken van probleemsituaties die leiden tot uitzettingen. Het antwoord van de gemeente op deze vraag was het inrichten van een Centraal Loket. Na een oefenronde
met gevoel’ in 2005 is in 2006 met het Centraal Loket gestart. Het doel van het Centraal Loket is het voorkomen van huisuitzettingen en het zoveel mogelijk vermijden van een doortocht naar de Maatschappelijke Opvang Venlo.” Hoewel de doelgroep van het Centraal Loket een heel andere is dan die van het Bureau Zorgwekkende Zorgmijders, geeft Theo aan dat er een belangrijke overeenkomst zit in de manier van werken binnen het Centraal Loket. Vandaar dat het Centraal Loket op dezelfde plaats is gehuisvest als BZZ, in RCG Venlo. Wat doet het Centraal Loket? Het team van het Centraal Loket bestaat uit twee secretariaatsmedewerkers en twee uitvoerders. Zij krijgen meldingen van de woningcorporaties over dreigende huisuitzettingen
problematiek aanbrengen. Bovendien krijgen ze een aparte training voor dit werk. Het is een heel pittige functie, waarin je met de moeilijkste mensen te maken krijgt. Je moet vanuit je gevoel kunnen werken en leren dit te gebruiken.” Theo vervolgt: “” Het Centraal Loket is in oprichting. Hoe ziet de toekomst eruit? “De gemeente heeft nog geen duidelijkheid over de uiteindelijke inbedding van het Centraal Loket, bij RCG Venlo of elders. Momenteel laat ze hiernaar onderzoek uitvoeren. Wel is het de bedoeling dat wij nog dit jaar voor een dekking van Noord-Limburg zorgen en in 2008 voor een totale dekking voor heel Noord- en Midden-Limburg. Om dit werkgebied aan te kunnen, komt er één uitvoerder bij”.
Mentaal | 13
IGG Ondersteuningsaanbod: het verstrekken van informatie en voorlichting over geestelijke gezondheidszorg Doelgroep: cliënten, familieleden van cliënten, hulpverleners, maatschappelijke organisaties, algemeen publiek Prestatieveld WMO: 3
Het Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid (IGG) streeft ernaar: • op laagdrempelige wijze informatie over de geestelijke gezondheidszorg toegankelijk te maken; • de positie van de cliënten, hun naasten en maatschappelijke organisaties te verbeteren door meer en betere informatieverstrekking; • een centrale informatiefunctie te realiseren ten behoeve van verwijzers; • de maatschappelijke beeldvorming over de GGZ op positieve wijze te beïnvloeden; • de kwaliteit van zorg te verbeteren door de hulpverleners in de GGZ te ondersteunen bij het geven van voorlichting en het stimuleren van adequaat gebruik van voorlichtingsmateriaal. In 2004 heeft het Informatiecentrum een plaats gekregen binnen de dienst Preventie van GGZ NML. Goede informatie en voorlichting kunnen immers een preventief effect hebben. Het geven van informatie vormt in feite het startpunt van preventie. Dat geldt niet alleen voor cliënten, maar zeker ook voor het algemeen publiek. Goede informatie en voorlichting leveren een belangrijke bijdrage aan de vroegherkenning en ontstigmatisering van psychische problematiek.
Mentaal | 14
Naast een informatiefunctie en een preventieve functie heeft het Informatiecentrum een belangrijke verwijsfunctie: cliënten of hun naasten, maar ook hulpverleners kunnen via het IGG worden doorverwezen naar behandel-en begeleidingshulpverlening. De kernactiviteiten van het IGG bestaan uit: • frontoffice voor preventieve activiteiten; • frontoffice voor GGZ Noord- en Midden-Limburg; • het geven van individuele en groepsvoorlichting; • het initiëren, organiseren en ondersteunen van individuele en/of groepsvoorlichting; • het mede ontwikkelen, samenstellen en verspreiden van relevant voorlichtingsmateriaal; • het beschikbaar maken en houden van sociale kaartgegevens; • het ondersteunen van lotgenotencontact in de regio. Het IGG werkt in de regio op het gebied van voorlichting en informatie ondermeer samen met GGD Noord- en Midden-Limburg, MEE Noord- en Midden-Limburg, Stichting Vorkmeer, Bibliotheek Venray en Alzheimer Noord-Limburg. Tevens participeert het sinds februari 2004 in De Wegwijzer, een loket voor alle vragen op het terrein van wonen, welzijn en zorg.
Mentaal
Resultaten Aantal geregistreerde contacten 2002: Aantal geregistreerde contacten 2003: Aantal geregistreerde contacten 2004: Aantal geregistreerde contacten 2005: Aantal geregistreerde contacten 2006:
1815 2263 1974 2291 4423
Waarover vraagt men (gemiddeld): Ziektebeelden: Informatie over IGG/voorlichting: Aanbod preventie: Wegwijs (binnen GGZ en/of GGZ NML): Behandelmogelijkheden (o.a. GGZ NML): Algemene informatie (rechten, financiën, klachten): Lotgenoten/ondersteuning/dagbesteding: Luisterend oor: Klachten: Anderstalig Cliëntenparticipatie & bejegening
25% 18% 16% 14% 10% 8% 4% 2% 1% 1% 1%
Mentaal | 15
“Zorgt de WMO maatschappelijke
Mentaal | 16
Mentaal
Cor Rutten, voorzitter van de Collectieve Cliëntenraad van GGZ NML:
voor adequate steunsystemen?” De GGZ-cliënt is een normale Nederlandse burger die moet leven met beperkingen. Hij moet als mens ook in de maatschappij kunnen functioneren en participeren. Het zoveel mogelijk integreren in de samenleving vraagt om meer welzijnsfuncties in de wijk waar de GGZ-cliënten aan kunnen deelnemen. De Collectieve Cliëntenraad van GGZ Noord- en Midden-Limburg behartigt de belangen van de GGZ-cliënt; óók daar waar het gaat om vermaatschappelijking. Regels, regels, regels. Over het algemeen is dit het beeld dat de GGZ-cliënt heeft over het beleid van welzijn en vermaatschappelijking. Op dit moment is de overheid druk in de weer met de ontwikkeling van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De WMO heeft als doel dat iedereen kan meedoen in de maatschappij. De gemeenten hebben een grote verantwoordelijkheid om deze vermaatschappelijking te laten slagen. Binnen GGZ Noord- en Midden-Limburg is een actie in gang gezet om 150 cliënten een plek in de maatschappij te geven. De cliënt moet kun-
nen terugvallen op een goed systeem in de maatschappij, dat hem in zijn vertrouwde omgeving de benodigde ondersteuning biedt. Wat is er nodig om de GGZ-cliënt ‘erbij te laten horen’? • Goed overleg tussen alle betrokken personen en instanties. • Dat de hulpverlener de zorgvrager thuis opzoekt. • Dat de zorgvraag centraal staat en niet het zorgaanbod. • Dat mensen met een psychische handicap zelfstandig kunnen wonen in een gewoon huis, een gewone straat, een gewone wijk en een zo normaal mogelijk leven kunnen leiden. Hierbij is een inloop en dagbesteding op vrijwillige basis onmisbaar. Gemeenten, zorgaanbieders en maatschappelijke organisaties zullen een grote inspanning moeten verrichten opdat de GGZ-cliënt zich voortaan thuis kan voelen in de ‘normale’ maatschappij.
Mentaal | 17
Woonbegeleiding Ondersteuningsaanbod: woonbegeleiding aan mensen met een verslavingsachtergrond Doelgroep: mensen met verslavingsproblematiek Prestatieveld WMO: 9
Mogen wij ons even voorstellen: wij zijn het team woonbegeleiding van de divisie Verslavingszorg van GGZ NML. In 2001 begonnen we in de gemeente Horst met twee medewerkers. Inmiddels zijn we uitgegroeid tot een team van 11 medewerkers die ex-verslaafden begeleiden. Het doel van de begeleiding is dat deze mensen weer op een voor henzelf en hun omgeving aanvaardbaar niveau kunnen functioneren. Realisme staat hierbij voorop. Het is vanuit het oogpunt van woonbegeleiding niet ons streven om modelburgers te creëren. Ons streven is om mensen zolang mogelijk te laten functioneren in hun eigen vertrouwde leefomgeving, zonder dat zij overlast veroorzaken en met de vorm van ondersteuning en/of hulp waar hun situatie om vraagt. In Noord-Limburg bieden we aan zo’n 50 mensen ambulante woonbegeleiding. Mensen worden hiervoor aangemeld wanneer er sprake is van overlast, van sociale problemen, meestal in combinatie met financiële problemen. De cliënten blijven in hun eigen huis wonen, maar ontvangen begeleiding op verschillende leefgebieden, zodat huisuitzetting kan worden voorkomen. De begeleiding wordt in nauwe samenwerking met lokale instanties aangeboden. We werken samen met de woningcorporaties, de politie Limburg Noord, het centraal loket voor de maatschappelijke opvang en de gemeenten.
Mentaal | 18
Naast de ambulante woonbegeleiding zijn er ook twee voorzieningen voor woonbegeleiding die bedoeld zijn voor mensen zonder huisvesting. Dat zijn de Opstapwoning en de HOP-woning (Huis Op Proef). In de Opstapwoning leren we mensen opnieuw (zelfstandig) wonen. De mensen die geplaatst worden komen uit alle lagen van de samenleving; de problemen waarmee zij kampen
Mentaal
zijn divers. Kandidaten die gemotiveerd zijn, worden aangemeld via hulpverlenende instanties of partners binnen het sociale netwerk. In dit netwerk werken verschillende instanties samen vanuit het begrip ‘ketenzorg’. We beschikken over twee Opstapwoningen, in de gemeente Venray en in de gemeente Horst, en kunnen daar 8 mensen plaatsen. Naast de Opstapwoningen beschikken we ook over HOP-woningen, 10 in Midden-Limburg en 14 in Noord-Limburg. Deze individuele woningen zijn bedoeld voor ex-verslaafden die via de reguliere weg niet meer aan woonruimte kunnen komen. Een HOP-traject mag slechts één keer worden afgelegd, terwijl mensen die een Opstap-traject afbreken op een later moment, mits gemotiveerd, opnieuw kunnen instromen.
Voor ons als woonbegeleiders is de achtergrond van iemands probleem niet zo relevant. Belangrijk is wel dat de mensen die worden aangemeld zich willen laten begeleiden. Ze moeten willen meewerken en samenwerken. Daarnaast is de samenwerking met de netwerkpartners van belang. Juist omdat we de handen ineen slaan en nauw samenwerken, kunnen we een goed begeleidingsaanbod bieden.
Correspondentie en contact: Afdeling Opstapwoningen divisie Verslavingszorg GGZ NML Teamleider P. Paffen De Hoge Horst 9 5961 KN Horst Tel: 077- 3210211
Mentaal | 19
Per 1 januari 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning ingevoerd. Het centrale doel van deze wet is, dat iedereen volwaardig deel kan nemen aan de samenleving. Of mensen nu oud of jong zijn, rijk of arm, gezond of met een beperking. De rijksoverheid wil dat gemeenten, professionele instanties maar ook vrijwilligers hun steentje bijdragen aan het centrale doel van de WMO. De doelgroep met psychiatrische problemen is evenwel nauwelijks in beeld bij de gemeenten; het is dan ook niet denkbeeldig dat deze groep buiten de boot dreigt te vallen als het gaat om de maatschappelijke ondersteuningsrol van de gemeenten!
Jos Kusters, Cliëntenadviesbureau NML:
Wet Maatschappelijke Ondersteuning: In de regio Noord- en Midden-Limburg behartigt het Cliën-
hun waarneming en begrip van situaties kan verschillen met
tenadviesbureau NML (CAB) de collectieve belangen van
die van anderen. Dit kan onzekerheid, angst en verwarring
mensen met psychiatrische problemen. Het CAB zet zich in
met zich meebrengen. Mensen raken in zichzelf gekeerd en
voor volwaardig burgerschap van mensen met een GGz-ach-
kunnen gemakkelijk vereenzamen. Anderen vertonen gedrag
tergrond. In samenwerking met het stimuleringsprogramma
dat omstanders als last ervaren.
‘Lokale Versterking’ tracht het CAB de belangen van deze doelgroep in de WMO te verankeren.
Betrokkenheid Het gevolg is dat deze mensen vaker geen partner (meer)
Mentaal | 20
Niet vanzelfsprekend
hebben, geen sociale contacten, geen zinvolle bezigheden,
Normaal maatschappelijk functioneren is voor mensen met
geen geld, geen aansluiting in de leefomgeving. Het CAB
psychiatrische problemen een hele opgave. De mate waarin
NML zet zich ervoor in om cliënten en ervaringsdeskundigen
zij drempels ervaren, kan wisselen in tijd en omvang. Dage-
zélf te betrekken bij de invulling van de WMO; wie kan im-
lijkse zaken zoals boodschappen doen en de huishouding
mers beter aangeven wat er voor maatschappelijk meedoen
voeren kunnen veel moeite kosten en sociaal verkeer is niet
nodig is dan de mensen zelf?! Zo spreken cliëntenvertegen-
vanzelfsprekend. Ze hebben vaak ook een wisselende ener-
woordigers zich in een overleggroep binnen het CAB uit over
gievoorraad, het verwerken van informatie verloopt anders en
de behoefte aan mogelijkheden voor het opdoen van sociaal
Mentaal
bedreiging of kans? contact; over de behoefte aan ondersteuning om de juiste
belang. Dit gaat niet vanzelf en men mag niet denken dat het
informatie en voorzieningen te vinden in het ingewikkelde
accent leggen op ‘eigen verantwoordelijkheid’ betekent, dat
veld van maatschappelijke voorzieningen.
zij die een grote afstand tot de maatschappij ervaren, deze verantwoordelijkheid zonder meer kunnen nemen.
Drempel De Huishoudelijke Verzorging is inmiddels vanuit de AWBZ
Zorgvrager centraal
naar de WMO overgeheveld. Deze overheveling heeft veel
Recentelijk heeft een rechtbank in dit verband een interes-
onrust veroorzaakt; het algemeen beleven is dat de financiën
sante uitspraak gedaan: bij de WMO dient de zorgvrager
bepalend zijn geweest en niet de kwaliteit van de huishoude-
met zijn behoefte centraal te staan en niet de protocollen
lijke verzorging. Dit geeft ‘onze mensen’ niet het vertrouwen
en eigen verantwoordelijkheid!
dat bij de verdere invulling van de WMO hun belang op juiste wijze in het beleid meegenomen zal worden… Van cliënten
Er ligt dus een grote uitdaging voor de doelgroep maar zeker
wordt nu een actieve inbreng gevraagd, terwijl dit juist een
óók voor de gemeenten om de meest kwetsbaren niet in
hoge drempel vormt voor mensen met een GGz-achtergrond.
de eerste plaats op hun verantwoordelijkheid te beoordelen
Om de WMO toch als kans te kunnen zien is het actief betrek-
maar actief te betrekken bij het inrichten van de Maatschap-
ken van onze doelgroep door de gemeenten van het grootste
pelijke Ondersteuning. Voorwaar een kans dus.
Mentaal | 21
(Niet) Vergeten... Alzheim Ondersteuningsaanbod: ondersteuning van mantelzorgers van dementerenden Doelgroep: mantelzorgers Prestatieveld WMO: 4
Kwetsbare ouderen worden binnen onze samenleving nog wel eens vergeten. Zeker geldt dit voor ouderen die zelf kampen met vergeetachtigheid en lijden aan dementie. Vaak wordt verondersteld dat de meeste van hen opgenomen zijn in een verpleeghuis. Maar ca. 70% van de mensen met dementie woont thuis. Zorgen voor een dementerend familielid is slopend,
Er wordt voorlichting gegeven over allerlei thema’s rondom dementie. Er is gelegenheid om vragen te stellen en na afloop kunnen gasten iets drinken en met elkaar napraten. Noord-Limburg kent inmiddels twee Cafés die elk maandelijks hun deuren openstellen. Het Café in Venray bestaat sinds november 2005; in Venlo is het Café maart 2007 geopend.
sociaal isolement dreigt en overbelasting ligt op de loer. Alle reden om mantelzorgers te ondersteunen. Vandaar de oprichting van het Alzheimer Café.
Cijfers Dementie Nederland telt zo’n 250.000 mensen met dementie. Door de toenemende vergrijzing gaan steeds meer mensen aan deze ziekte lijden. In 2050 zullen er zo’n 580.000 dementerenden zijn. Deze ruime verdubbeling zal, gezien het feit dat de meeste dementerenden in de thuissituatie verblijven, m.n. door mantelzorgers opgevangen dienen te worden. Het ontbreekt mantelzorgers echter vaak aan de juiste informatie over dementie en hulpmogelijkheden. Ook hebben zij behoefte aan advies over probleemgedrag en aan emotionele steun. Het Alzheimer Café voorziet hierin. Alzheimer Café Venlo en Venray Het Alzheimer Café is laagdrempelig en vormt een trefpunt voor mensen met dementie, hun partners, familieleden, vrienden en andere belangstellenden.
Mentaal | 22
Betrokken organisaties De afdeling Preventie en Informatie van GGZ Noorden Midden-Limburg heeft een voortrekkersrol gespeeld bij de oprichting van de Alzheimer Cafés. Hierbij is samenwerking gezocht met Alzheimer Nederland, afd. Noord-Limburg en overige organisaties binnen de ouderenzorg, zoals Zorggroep Noord-Limburg, Thuiszorg Noord-Limburg, de Zorgondersteuner, het Welzijnswerk (st. Wel.kom resp. Synthese), Alzheimer Centrum Limburg, Seniorenraad Venlo en ’t Groenewold.Vanuit een gemeenschappelijk draagvlak en enthousiasme zijn beide Cafés gerealiseerd. Het bereik De Alzheimer Cafés voorzien in een behoefte. Het Venrayse Café ontvangt jaarlijks bijna 700 gasten. Dat betekent per avond gemiddeld 60 bezoekers, waaronder vele vaste ‘klanten’. Het café in Venlo heeft sinds maart 2007 zo’n 350 gasten ontvangen. Dat betekent ook hier bijna 60 gasten per avond.
Mentaal Gastenboek (re
acties van bezo
er Café
“Ik vind het erg fijn hier begrip en kennis te delen. En dat mijn vader het hier fijn vindt.” (geschreven door een dochter van een dementerende vader) “Een zeer leerzame avond. Goed is dat je niet alleen staat in dit probleem.” “Ik heb er veel aan gehad.”
Thema’s Alzheimer
Café Venray
ber 2007 Maandag 10 septem tner dement is? par je als Wat betekent het tpaar ech Interview met een r 2007 Maandag 8 oktobe che aspecten Dementie en juridis te Venray Mathijsen, notaris Gastspreker: mr. H. ber 2007 Maandag 12 novem ie Omgaan met dement ggroep Noord-Limburg Zor g loo cho psy ns, Bouma Gastspreker: Claire ber 2007 Maandag 10 decem de dementerende van n rve ste Vragen rondom s, SCEN-arts eet Sm é Gastspreker: Ren nasie in Nederland) tha Eu bij tie lta nsu (Steun en Co
“Het w as weer een hee sfeervo l lle avon d. De w armte d hier erv ie ik aar is w eldadig.” “De opko mst heeft op mij gr indruk ge ote maakt: hu lde aan daar we ieder die rk van heeft ge maakt”
ekers)