memo Verdeling exploitatietekort businesscase PIP Bommelerwaard
bestemd voor
Bestuurlijk overleg 10-12-2014
datum
Amersfoort, 8 december 2014
afzender
Rick Meijer gezien
Bestuurlijk overleg 10 december 18:00 uur, gemeentehuis Zaltbommel In verband met het tekort op de Businesscase PIP Bommelerwaard staat op 10 december een bestuurlijk overleg gepland. Voorliggende memo brengt de opties en scenario's in beeld. Deze memo is gebaseerd op de laatste versie van de Businesscase, welke als bijlage bij het uitvoeringsconvenant wordt opgenomen. Deze Businesscase is eveneens mee gestuurd. Er zijn een aantal thema's waarvoor keuzes moeten worden gemaakt. Het betreft:
Definitieve berekening: wat wordt wel/niet opgenomen?
Fietspad N831 / rotonde Hoorzik
Verdeling tekort over partijen: 3 methoden
Definitieve berekening Het uitgangspunt voor de definitieve berekening is bijgevoegd in de Businesscase. Hierin zijn een aantal keuzes gemaakt op basis van voorgaande bestuurlijk overleggen. Het gaat om:
Boekwaarde: nieuwe informatie omtrent een reeds aangekochte woningbouwkavel binnen intensiveringsgebied Brakel-Oost. Deze is als gronduitgifte tegen taxatiewaarde a € 355.000,- toegevoegd. Daar staat tegenover dat de boekwaarde voor de realisatie van natuurvriendelijke oevers à € 90.765 is toegevoegd aan de berekening. Beide zaken zijn bekend geworden bij de bestuursrapportage september 2014. Per saldo betekent dit een voordeel van € 264.235,-.
Strategisch grondbeleid: doorvoeren nieuwe verdeling hectares per deelgebied na actualisatie november 2014 door PHTB (zie bijlage 1). Per saldo heeft dit een negatief (nominaal) effect op de berekening van circa 2,5 miljoen.
Dijkzones: op basis van bestuurlijk overleg d.d. 3 november 2014 is 25% van de oorspronkelijk geraamde kosten alsnog toegevoegd om deze zones landschappelijk in te richten met inpassing van bestaande functies. Voor 3 november was deze kostenpost volledig uit de berekening gelaten. Het gaat in totaal om € 0,33 miljoen dat nu wordt toegevoegd.
Rente: op basis van actuele rekenrente bij de gemeente Zaltbommel is nu 3,5% aangehouden, tot op heden was dit 4%. De 4% was gebaseerd op de rekenrente uit het ondernemingsplan. De actuele rekenrente van Zaltbommel sluit beter aan bij de actuele marktrente. Dit heeft geen effect op het nominale resultaat en op netto contante waarde is het effect circa € 30.000 negatief (afgerond blijft het tekort ongewijzigd door deze verandering).
Bovenstaande wijzigingen zijn doorgevoerd. Het eindresultaat wordt daardoor in totaal circa € 2,6 miljoen negatiever (het effect voor de deelgebieden is opgenomen in bijlage 3 van de businesscase). Dit heeft een effect op zowel het eindresultaat als op het resultaat per deelgebied. De provincie wenst het reeds gecommuniceerde eindresultaat (€ 7,5 miljoen negatief op netto contante waarde 1-1-2015), mits financieel verantwoord, vooralsnog in stand te houden. De berekening is dynamisch en omwille van besluitvorming omtrent het ontwerp-PIP is de stand op dat moment bevroren. Met inachtneming van de bovengenoemde kostenposten is het percentage onvoorzien teruggebracht (van 20% naar 10%). Om de volgende redenen achten wij deze reductie gerechtvaardigd:
De oorspronkelijke aanname van 20% onvoorzien was een ruime marge vanwege de grote hoeveelheid onduidelijkheden van dat moment omtrent inrichtingsvarianten, fasering, huidige wegbreedtes, etc. In vergelijking met deze eerste berekening is nu veel uitvoeriger gekeken naar kosten en opbrengsten. De berekening is daardoor gedetailleerder en specifieker geworden.
In het ondernemingsplan in 2009 is eveneens gerekend met 10% onvoorzien. Destijds was er meer onduidelijkheid over de specifieke inrichting van gebieden dan nu.
In de kostenraming is op veel plaatsen een 'dure' variant gekozen. Als onduidelijk is welke optie de gemeentelijke voorkeur heeft is met de duurste optie gerekend. Dit betekent dat binnen de berekening een veilig uitgangspunt is gekozen en in de toekomst optimalisaties mogelijk zijn.
Sinds de eerste berekening is een veel beter beeld ontstaan van het huidige en toekomstige risicomanagement. Aangezien dit reeds op een verantwoorde manier wordt vorm gegeven en middels het uitvoeringsconvenant naar de toekomst toe wordt bevestigd, is de kans op kostenoverschrijdingen aanzienlijk kleiner.
Het merendeel van de kosten zijn in de periode 2015-2020 gefaseerd. Er is momenteel een gunstige markt en de kans op aanbestedingsvoordelen (ten opzichte van de kengetallen) is reëel.
Er is reeds vastgelegd op welke wijze eventuele aanvullende tekorten worden afgedekt.
Om het nominale resultaat gelijk te houden (op € 7,2 miljoen negatief) betekent deze reductie dat een post onvoorzien van 10% resteert. Dit is overigens een gebruikelijk percentage bij grondexploitatiebegrotingen.
2
Er is dan nog steeds in totaal € 2,8 miljoen beschikbaar om onvoorziene uitgaven binnen de deelgebieden op te vangen. NB: Indien men de redenering niet wil volgen en het percentage onvoorzien op 20% wil handhaven, bedraagt het eindresultaat van de Businesscase circa € 10 miljoen negatief. De post onvoorzien is dan circa € 5,7 miljoen Fietspad N831 / rotonde Hoorzik Een tweede specifiek onderwerp ten aanzien van de gezamenlijke businesscase is het fietspad langs de N831 en de rotonde bij Hoorzik. De gemeente Maasdriel is hiervoor reeds langere tijd in overleg met de provincie Gelderland (programma Mobiliteit). Voor de provincie Gelderland volstaat een inrichtingsvariant die is geraamd op € 4,0 miljoen. Hiervoor is door de provincie Gelderland een gedetailleerde kostenraming opgesteld. De gemeente Maasdriel geeft de voorkeur aan een variant met een vrijliggend fietspad (2richtingen) aan de oostzijde van de N831. Deze variant is geraamd op € 4,7 miljoen, waarbij de provincie heeft aangegeven de meerkosten voor 50% te willen financieren. Bestuurlijk is afgesproken dat het project alleen doorgang vindt met een bijdrage van de gemeente Maasdriel van € 0,35 miljoen. Voor het eind van 2014 moet hier een keuze in worden gemaakt. De gemeente Maasdriel stelt zich op het standpunt dat deze werken in de Businesscase van het PIP moeten worden betrokken. Conform de onderling afgestemde rekenwijze in de Businesscase is het volgende gereserveerd voor het fietspad en de rotonde:
raming fietspad N831 + rotonde Hoorzik verwerving fietspad 5.320 m2 € aanleg fietspad 1.520 m1 € VTU fietspad 15% % € Inzet PHTB/gemeente 9% % € Planontwikkeling wijzigingsplan 2% % € subtotaal fietspad verwerving + aanleg rotonde opwaardering Hoorzik aansluiting VTU rotonde Inzet PHTB/gemeente Planontwikkeling wijzigingsplan subtotaal rotonde
1 144 1 15% 9% 2%
onvoorzien
10% %
Totaal geraamd in businesscase
3
post m2 post % % %
17,50 489,09 836.517 836.517 836.517
€ 93.100 € 743.417 € 125.478 € 75.287 € 18.152 € 1.055.433
600.000 72 50.000 660.332 660.332 660.332
€ € € € € € €
600.000 10.332 50.000 99.050 59.430 14.329 833.141
€ 1.888.574
€
191.060
€ € € € € €
€ 2.079.635
Het verschil met de raming van de provincie (programma Mobiliteit) is aanzienlijk. Dit wordt veroorzaakt doordat:
de provincie ook het gedeelte rotonde Hoorzik tot rotonde Wordenseweg meerekent; de basiskaart gaat slechts tot rotonde Hoorzik. Het gedeelte dat 'extra' is opgenomen in de provinciale raming gaat om circa 650 m1 en betreft € 0,37 miljoen.
de provincie (programma Mobiliteit) echt tot aan de rotonde Alem rekent; op de basiskaart staat enkel tot aan Berm gevisualiseerd waar wordt aangesloten op bestaand fietspad.
1
de provincie conform SSK-normen rekent. Hier zit een aanzienlijk gedeelte risicovoorziening in die in de businesscase niet als zodanig is opgenomen. In de raming van de provincie (programma Mobiliteit) zit circa € 0,5 miljoen risicovoorziening.
de provincie (programma Mobiliteit) met in totaal circa € 0,9 miljoen verwervingskosten rekent. De businesscase rekent met een fractie hiervan, namelijk de afgestemde € 17,50 per vierkante meter. Bovendien is het uitgangspunt in de businesscase dat verwerving van woningbouwgrond tenzij absoluut noodzakelijk wordt voorkomen. Bij het inbrengen van het fietspad N831 is door de gemeente niet aangegeven dat hier een bijzondere situatie met betrekking tot verwerving optreedt (aankoop voortuinen).
Indien de gemeente Maasdriel tot een akkoord komt met de provincie (Mobiliteit) en de daarbij behorende bijdrage aan fietspad en rotonde, wordt de raming van kosten voor het fietspad en de rotonde Hoorzik geschrapt uit de Businesscase bij het PIP. De benodigde werken uit de basiskaart worden dan namelijk via een ander programma gerealiseerd. Het resultaat van de businesscase bedraagt dan circa € 5,8 miljoen negatief. De gemeente Maasdriel betaalt dan (via de afspraak met Mobiliteit) een separate bijdrage voor de realisatie van het fietspad N831 / de rotonde Hoorzik en voor de werken die in de Businesscase zijn opgenomen. De bijdrage in de Businesscase wordt dan lager, gezien het lagere tekort. Indien de gemeente Maasdriel niet tot een akkoord komt met de provincie over de uitvoering van fietspad en rotonde gaat de realisatie van de werken met provinciale middelen (Mobiliteit) niet door. Binnen de Businesscase wordt rekening gehouden met realisatie in de periode 2015 tot en met 2018. Zoals aangegeven is in de Businesscase een aanzienlijk lager bedrag begroot dan de € 4,7 miljoen van Mobiliteit. Dit betekent dat bij realisatie via de Businesscase keuzes moeten worden gemaakt. Algemeen wordt uitgegaan van uitvoering binnen het budget, dus een sobere variant. Uitvoering van de duurdere variant leidt tot een fors extra tekort op deelgebied Grote Ingh. Conform SOK-afspraken en het uitvoeringsconvenant wordt dit tekort (circa € 2,7 miljoen) bij het afsluiten van deelgebied Grote Ingh 50/50 gedeeld over de gemeente en de provincie. Samenvattend is de conclusie dat een akkoord nu tussen de gemeente Maasdriel en het provinciale programma Mobiliteit voor iedereen onmiskenbaar voordelen biedt:
1
standaard systematiek kostenramingen, een methodiek ontwikkeld door een kennisplatform. De methodiek gaat echter uit van zeer voorzichtige ramingen (standaard 30% risicovoorziening in de raming) waardoor actuele marktinvloeden zoals aanbestedingsvoordelen niet worden meegenomen.
4
gemeente Maasdriel betaalt € 350.000,= en krijgt op korte termijn een project t.w.v. € 4.7 mln (via het PIP zou dit een project zijn t.w.v. ca. € 2.1 mln);
het tekort op de businesscase PIP daalt van € 7.5 mln naar € 5.8 mln en navenant dus de bijdragen door alle partners.
. Verdeling tekort Er zijn 3 methoden besproken om het actuele tekort over partijen te verdelen: 1.
conform SOK-percentages 2009; deze variant is in het Bestuurlijk Overleg van 19-11 als voorkeursvariant benoemd.
2.
de provincie betaalt haar deel van afgerond 79% en het restant wordt verdeeld over beide gemeenten, waarbij de verdeelsleutel wordt bepaald op basis van het relatieve tekort per gemeente in de businesscase 2015.
3.
de provincie betaalt haar deel. Er wordt een vergelijk gemaakt tussen de tekorten van partijen in 2009 en 2014 en het verschil wordt door partijen bijgedragen. Deze variant is ingebracht door gemeente Zaltbommel.
Voor het actuele tekort liggen op dit moment twee scenario's voor: A. Businesscase inclusief rotonde Hoorzik en fietspad N831, tekort 7.5 mln (ncw 1-1-2015) B. Businesscase exclusief rotonde Hoorzik en fietspad N831, tekort 5.8 mln (ncw 1-1-2015) In beide scenario's kan de verdeling van het tekort volgens de 3 genoemde methoden plaatsvinden. Hieronder worden de 6 mogelijkheden behandeld. A. Businesscase inclusief rotonde Hoorzik en fietspad N831, tekort € 7,5 mln (ncw 1-1-2015) A1. Verdeling volgens SOK 2009 Conform SOK-percentages is de verdeling op basis van bijgevoegde berekening businesscase als volgt:
Tekort
ncw
A1 verdeling conform SOK-percentages 1-1-2015
Provincie Gelderland Gemeente Zaltbommel Gemeente Maasdriel Waterschap Rivierenland
79% 16% 5% 0%
€ -7.540.000 € -5.950.000 € -1.230.000 € -360.000 € -
A2. Verdeling op basis van tekort per gemeente Wanneer de methode wordt gevolgd dat de provincie de afgeronde 79% betaalt en vervolgens het restant wordt verdeeld over beide gemeenten, conform het relatieve tekort per gemeente, ontstaat onderstaand beeld. De verdeelsleutel tussen gemeenten (Zaltbommel 77%, Maasdriel 23%) wordt toegepast om de resterende 21% van het tekort te verdelen. Het beeld dat ontstaat verschilt amper van de verdeling op basis van SOK-bijdragen in 2009. Dit is ook logisch, aangezien:
5
het aantal deelgebieden per gemeente gelijk is gebleven
de mate waarin binnen de gebieden werken worden gerealiseerd relatief gezien niet zoveel uiteen loopt
de verdeling in 2009 indirect gebaseerd was op de oppervlakte. In de huidige berekening geldt nog steeds: hoe groter het gebied hoe hoger de kosten
6
Tekort
ncw
A2 verdeling conform verlies per gemeente 1-1-2015
nominaal tekort Maasdriel* nominaal tekort Zaltbommel* nominaal tekort excl SOK-bijdrage SOK-bijdrage minus boekwaarde water nominaal tekort Provincie Gelderland Gemeente Zaltbommel Gemeente Maasdriel Waterschap Rivierenland
-5.317.635 -17.506.735 -22.824.370 15.619.235 -7.205.135
77% 23% 0%
€ -7.540.000 23% 77% 100%
79% € -5.950.000 van resterende 21% € -1.220.000 van resterende 21% € -370.000 € -
* exclusief SOK-bijdrage en boekwaarde waterschap, gebaseerd op huidige aanname verdeling algemene posten
A3. Methodiek Zaltbommel De laatste methodiek om het tekort over partijen te verdelen is ingebracht door de gemeente Zaltbommel. Zaltbommel stelt dat op basis van een vergelijk tussen het ondernemingsplan 2009 en de businesscase 2015 het tekort over beide gemeenten verdeeld dient te worden. Dit tekort wordt vervolgens voor beide gemeenten voor 79% gedragen door de provincie en voor 21% door de gemeente zelf. Deze methodiek is gebaseerd op een strikte scheiding tussen beide gemeenten binnen de berekening van de gezamenlijke herstructureringsopgave. Het probleem van deze rekenmethodiek is dat de getallen medio 2009 niet zomaar vergelijkbaar zijn met de getallen in 2015. Beide zijn uitgedrukt in de tijdswaarde van dat moment. Bovendien is in de businesscase berekening per deelgebied de SOK-bijdrage nog niet meegenomen, waardoor een verschil optreedt van het rente-effect. Hierdoor is de optelling van deze verdeling niet voldoende om het volledige tekort op de berekening af te dekken. Er resteert een 'gat' van € 0,5 miljoen. Dit gat is conform SOK-percentages verdeeld over de partijen.
7
Tekort
ncw
A3 verdeling conform voorstel Zaltbommel 1-1-2015
€ -7.540.000
Tekort Zaltbommel 2009 (ncw 1-1-2009) Tekort Zaltbommel 2015 (ncw 1-1-2015) Verschil
€ 12.197.391 € 17.472.441 € -5.275.050
Tekort Maasdriel 2009 (ncw 1-1-2009) Tekort Maasdriel 2015 (ncw 1-1-2015) Verschil
€ 3.523.930 € 5.300.083 € -1.776.153
Per 'verschil' 79% provincie, 21% gemeente Provincie Gelderland Gemeente Zaltbommel Gemeente Maasdriel Totale bijdrage Restant tekort
€ -5.570.000 € -1.110.000 € -370.000 € -7.050.000 € 490.000
Totale bijdrage provincie Gelderland Totale bijdrage Zaltbommel Totale bijdrage Maasdriel Totale bijdrage partijen
8
79% € 16% € 5% €
-490.000 -490.000 -490.000
€ -5.960.000 € -1.190.000 € -390.000 € -7.540.000
B. Businesscase exclusief rotonde Hoorzik en fietspad N831, tekort € 5,8 mln (ncw 1-1-2015) B1. Verdeling volgens SOK 2009 Conform SOK-percentages is de verdeling van het tekort zonder Hoorzik / fietspad N831 als volgt:
B1 verdeling conform SOK-percentages Tekort
ncw
1-1-2015
Provincie Gelderland Gemeente Zaltbommel Gemeente Maasdriel Waterschap Rivierenland
€ -5.790.000 79% 16% 5% 0%
€ -4.570.000 € -940.000 € -280.000 € -
B2. Verdeling op basis van tekort per gemeente Wanneer de methode wordt gevolgd dat de provincie de afgeronde 79% betaalt en vervolgens het restant wordt verdeeld over beide gemeenten, conform het relatieve tekort per gemeente, ontstaat onderstaand beeld. De verdeelsleutel tussen gemeenten (Zaltbommel 77%, Maasdriel 23%) wordt toegepast om de resterende 21% van het tekort te verdelen. Het beeld dat ontstaat verschilt wederom enigszins van de verdeling op basis van de SOK-bijdrage. Dit komt doordat het tekort op grondgebied van Maasdriel fors naar beneden is gebracht, wat tot uitdrukking komt in de benodigde bijdrage.
B2 verdeling conform verlies per gemeente Tekort
ncw
1-1-2015
€ -5.790.000
nominaal tekort Maasdriel* nominaal tekort Zaltbommel* nominaal tekort excl SOK-bijdrage SOK-bijdrage minus boekwaarde water nominaal tekort Provincie Gelderland Gemeente Zaltbommel Gemeente Maasdriel Waterschap Rivierenland
-3.525.619 -17.481.953 -21.007.571 15.619.235 -5.388.336
83% 17% 0%
79% van resterende 21% van resterende 21%
17% 83% 100%
€ -4.570.000 € -1.010.000 € -200.000 € -
B3. Methodiek Zaltbommel De laatste methodiek om het tekort over partijen te verdelen is ingebracht door de gemeente Zaltbommel. Zaltbommel stelt dat op basis van een vergelijk tussen het ondernemingsplan 2009 en de businesscase 2015 het tekort over beide gemeenten verdeeld dient te worden. Dit tekort wordt vervolgens voor beide gemeenten voor 79% gedragen door de provincie en voor 21% door de gemeente zelf. Deze methodiek is gebaseerd op een strikte scheiding tussen beide gemeenten binnen de berekening van de gezamenlijke herstructureringsopgave. Het probleem van deze rekenmethodiek is dat de getallen medio 2009 niet zomaar vergelijkbaar zijn met de getallen in 2015. Beide zijn uitgedrukt in de tijdswaarde van dat moment.
9
Bovendien is in de businesscase berekening per deelgebied de SOK-bijdrage nog niet meegenomen, waardoor een verschil optreedt van het rente-effect. Hierdoor is de optelling van deze verdeling niet voldoende om het volledige tekort op de berekening af te dekken. Er resteert ook nu weer een 'gat', afgerond wederom € 0,5 miljoen. Dit gat is conform SOK-percentages verdeeld over de partijen.
B3 verdeling conform voorstel Zaltbommel Tekort
ncw
1-1-2015
€ -5.790.000
Tekort Zaltbommel 2009 (ncw 1-1-2009) Tekort Zaltbommel 2015 (ncw 1-1-2015) Verschil
€ 12.197.391 € 17.472.441 € -5.275.050
Tekort Maasdriel 2009 (ncw 1-1-2009) Tekort Maasdriel 2015 (ncw 1-1-2015) Verschil
€ € €
Per 'verschil' 79% provincie, 21% gemeente Provincie Gelderland Gemeente Zaltbommel Gemeente Maasdriel Totale bijdrage Restant tekort
€ -4.170.000 € -1.110.000 € € -5.280.000 € 510.000
Totale bijdrage provincie Gelderland Totale bijdrage Zaltbommel Totale bijdrage Maasdriel Totale bijdrage partijen
79% € 16% € 5% €
-510.000 -510.000 -510.000
3.523.930 3.530.828 -6.898
€ -4.573.000 € -1.193.000 € -24.000 € -5.790.000
Bestuurlijk overleg 10 december 2014 De beide gemeenten ontvangen in alle gevallen een enorme multiplier op basis van hun bijdrage aan de herstructurering. De risico's die daarbij horen moeten daar uiteraard bij worden betrokken, maar de resultaten die behaald worden door de gezamenlijke aanpak zouden de gemeenten via individuele inzet met een dergelijk financiële bijdrage niet kunnen behalen. Vanwege de multiplier is ook in geen van de scenario's sprake van middelen uit de gemeente Zaltbommel die in de gemeente Maasdriel zullen landen of vice versa. Het BO van 10 december heeft tot doel te komen tot een voorkeursscenario door de volgende vragen achtereenvolgens te behandelen: 1.
Hoe gaan we om met de herijkte kostenposten i.r.t. de post onvoorzien. Voorstel: deze posten meenemen en de post onvoorzien navenant verlagen;
2.
Hoe gaan we om met de rotonde Hoorzik en het fietspad N831. Voorstel: uit de businesscase PIP halen vanwege te maken afspraak Maasdriel – Provinciale programma Mobiliteit;
3.
Welk scenario krijgt de voorkeur voor het verdelen van het tekort. Voorstel: aansluiten bij overleg d.d. 19 november 2014 en verdeling conform SOK 2009 (optie B1).
10
Bijlage 1 - uitgangspunt herstructurering / actief grondbeleid
Zuilichem Nieuwaal Gameren Brakel-Oost Poederoijen Kerkwijk-Oost Grote Ingh Velddriel Totaal
11
Uitgangspunten herstructurering / actief grondbeleid Herstructurering actief ontwikkelen Totaal Kostenverhaal 'glas' 'gras' PHTB 'gras' 4 ha 4 ha 8 ha 23 ha 9 ha 15 ha 24 ha 10 ha 3 ha 3 ha 6 ha 10 ha 5,5 ha 6 ha 11,5 ha 11,5 ha 2 ha 3 ha 5 ha 30 ha 5 ha 13 ha 18 ha 3 ha 28,5 ha
44 ha
72,5 ha
87,5 ha
Totaal 31 ha 34 ha 16 ha 23 ha 35 ha 21 ha 160 ha