memo aan: Alle deelnemende gemeenten betreft: Besluit inzake tijdelijke contracten bij BaanStede van: Algemeen Bestuur BaanStede datum: 5 november 2014
Inleiding Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Eén van de gevolgen is dat vanaf deze datum instroom in de Sociale Werkvoorziening (sw) niet meer mogelijk is. De Participatiewet gaat gepaard met bezuinigingen in de budget verstrekking. In aanloop naar deze wet waren er veel onduidelijkheden over de financiële consequenties voor gemeenten. Daarom heeft het bestuur in 2011 het besluit genomen om geen sw-dienstverbanden voor onbepaalde tijd meer aan te gaan. Alle medewerkers die sinds die datum zijn ingestroomd via de Wet sociale werkvoorziening hebben derhalve een tijdelijke arbeidsovereenkomst van maximaal een jaar gekregen. Inmiddels is er zicht op de wettelijke en financiële kaders van de Participatiewet en de sociale en financiële effecten daarvan op BaanStede en de gemeenten. Op basis hiervan heeft het bestuur besloten de 133 tijdelijke sw-dienstverbanden alsnog om te zetten in sw-dienstverbanden voor onbepaalde tijd. Wij realiseren ons dat het besluit afwijkt van hetgeen hierover is gezegd in het transitieplan. Het bestuur is van mening dat dit besluit de uitgangspunten van het transitieplan het beste dient. Argumenten Het besluit is op hoofdlijnen gebaseerd op de volgende overwegingen: - Sociaal: de medewerker behoudt werk en hoeft niet bang te zijn voor ontslag, werkloosheid en terugval op een uitkering; - Financieel: de kosten van een sw-werkplek zijn voor de gemeente lager dan de kosten van een Participatiewet-uitkering; - Bedrijfsvoering: de continuïteit van de dienstverlening aan opdrachtgevers en de mogelijkheid om goed lopende bedrijfsactiviteiten over te dragen aan een marktpartij worden hierdoor positief beïnvloed. Voor meer informatie verwijzen wij naar het beslisdocument ‘Tijdelijke sw-dienstverbanden’ (bijlage 1). Gelet op de kwetsbare doelgroep heeft zwaar meegewogen dat het sociaal niet wenselijk is dat deze mensen werkloos thuis komen te zitten. Dit nog afgezien van diverse neveneffecten met extra kosten voor de maatschappij als gevolg. Financiële consequenties exploitatie BaanStede Het bestuur kiest er met dit besluit ook voor om een maximaal aandeel in het landelijke macrobudget voor de Wsw te behouden. Die subsidie vanuit het rijk dekt de eerste jaren de loonkosten van de betreffende groep SW-ers meer dan volledig. Op termijn ontstaat ook voor hen structureel een negatief subsidieresultaat door de efficiencykorting die het ministerie de komende jaren doorvoert. Naar verwachting kan dit subsidieresultaat volledig worden gecompenseerd door detacheringsvergoedingen.
2014 11 05 memo besluit tijdelijke contracten BaanStede - mdj
Pagina 1 van 2
In de gewijzigde begroting 2014, de begroting 2015 en de bijbehorende meerjarenraming is geen rekening gehouden met versnelde uitstroom als gevolg van het niet verlengen van tijdelijke contracten. Het besluit heeft derhalve geen invloed op deze begroting en meerjarenraming. Tenslotte verwijzen wij u naar bijlage 2, waarin de meest gestelde vragen rond dit onderwerp worden beantwoord. Met vriendelijke groet, Namens het algemeen bestuur van BaanStede,
E.C.C. Voorbij voorzitter
G.H.M. Kroon-Sombroek secretaris
Bijlagen: 1. Beslisdocument Tijdelijke sw-dienstverbanden 2. Meest gestelde vragen
2014 11 05 memo besluit tijdelijke contracten BaanStede - mdj
Pagina 2 van 2
Bijlage 1
aan: Algemeen Bestuur betreft: Tijdelijke SW-dienstverbanden van: Wil Peters datum: 11 september 2014
Inleiding In september 2011 heeft het dagelijks bestuur van BaanStede besloten geen sw-dienstverbanden voor onbepaalde tijd meer te verstrekken. Dit met als doel om zo weinig mogelijk verplichtingen te hebben vanwege vaste dienstverbanden op het moment dat de aangekondigde nieuwe wetgeving zou worden ingevoerd en ruimte te creëren voor besluitvorming in het licht van de nieuwe regelgeving. In de praktijk heeft dit besluit tot gevolg dat sw-ers na maximaal drie tijdelijke contracten worden teruggeplaatst op de wachtlijst. In het transitieplan staat dat dit beleid wordt gecontinueerd. Continueren van het huidige beleid ten aanzien van vaste aanstellingen heeft definitieve gevolgen voor de betrokken sw-ers, waarvan het tijdelijk dienstverband na 1 oktober a.s. niet meer kan worden verlengd. Het heeft ook gevolgen voor: - de verdeling van het macrobudget voor de uitvoering van de Wsw als deel van het Participatiebudget dat de gemeenten ontvangen; - de exploitatie en de bedrijfsvoering van BaanStede. Hoeveel sw-ers hebben een tijdelijk contract? Per 1 juli 2014 werken bij BaanStede 133 SW-medewerkers met een tijdelijke arbeidsovereenkomst (zie tabel in bijlage 1). De verwachting is dat dit aantal de komende maanden nog zal stijgen naar ongeveer 150 als gevolg van instroom vanaf de wachtlijst om de taakstelling voor 2014 te realiseren. Keuze Er zijn op hoofdlijnen twee keuzemogelijkheden: 1. Het beleid om geen dienstverbanden voor onbepaalde tijd meer te geven blijft gehandhaafd. Elk tijdelijk dienstverband dat niet tijdelijk verlengd kan worden, wordt van rechtswege beëindigd. 2. Alle nu tijdelijke dienstverbanden die niet nogmaals tijdelijk kunnen worden verlengd (na 3 x), worden alsnog omgezet naar een dienstverband voor onbepaalde tijd. Gevolgen van de keuze De keuze die het bestuur maakt heeft sociale, financiële en bedrijfsvoering consequenties. Onderstaand worden deze consequenties toegelicht.
2014 09 24 AB 05 tijdelijke sw-dienstverbanden - mdj
Sociaal Omzetten van tijdelijke contracten in dienstverbanden voor onbepaalde tijd biedt de betreffende swmedewerkers zekerheid van werk en inkomen en spoort met het maatschappelijke uitgangspunt ‘werk boven uitkering’. Financieel Na het beëindigen van tijdelijke dienstverbanden hebben de betrokken medewerkers maximaal 3 maanden recht op een WW-uitkering. Een deel van hen (ca. 28%) zal vervolgens terugvallen op een WIA/WAO/WAJONG-uitkering. Op grond van historische gegevens schatten we in dat minimaal 25% direct na de ww-periode een beroep zal doen op een WWB-uitkering. Dit percentage loopt wellicht op tot ca. 50%. Een WWB-uitkering kost grofweg 15.000 euro/jaar exclusief de uitvoeringskosten. Omdat de sw-medewerkers conform de cao voor de sociale werkvoorziening maximaal 5 jaar op WML-niveau kunnen worden betaald, is het subsidieresultaat (het verschil tussen de rijkssubsidie en de loonkosten) voor de sw-medewerkers met een tijdelijk dienstverband tot en met 2016 positief. Wanneer de tijdelijke aanstelling met een vast dienstverband wordt gecontinueerd, wordt het subsidieresultaat vanaf 2017 negatief door de efficiency korting op de sw-subsidie en de cao verplichting de medewerker na verloop van tijd een hoger functieloon te betalen. De hoogte van het sw-deel van het Participatiebudget zal vanaf 2015 worden bepaald door het gerealiseerde aantal sw-plaatsingen, met als maximum de taakstelling voor 2014. Door tijdelijke dienstverbanden zo optimaal mogelijk te continueren wordt de hoogte van het sw-deel van het Participatiebudget positief beïnvloed. Ook de brancheorganisatie Cedris pleit hiervoor (zie bijlage 4). De kosten van een WWB-uikering bij extra instroom zijn altijd voor de gemeente zelf, zolang deze uitgaven niet boven 110% van het I-deel uitstijgen. Een WWB-uitkering is voor de gemeente in dat geval duurder dan continueren van een sw-werkplek. Ook wanneer we meetellen dat een deel van de groep geen beroep doet op een WWB-uitkering, zijn de gemeenten dan gemiddeld per fte duurder uit als de sw-dienstverbanden niet worden gecontinueerd (zie bijlage 2). Bedrijfsvoering Het definitief beëindigen van alle tijdelijke contracten heeft vanaf 1 januari 2015, wanneer geen instroom vanaf de wachtlijst meer mogelijk is en er geen mogelijkheden worden gevonden om de werkplekken in te vullen vanuit de Participatiewet, forse gevolgen voor de bedrijfsvoering en de continuïteit van dienstverlening aan opdrachtgevers. Dit geldt met name voor de afdeling Groen en Post/Print. De bedrijfsleiders van BaanStede ramen een omzetverlies van 440.000 euro (zie bijlage 3). Dit omzetverlies kan worden voorkomen door de uitstroom van sw-medewerkers direct te compenseren met instroom vanuit de Participatiewet. Deze omzetdaling is niet opgenomen in de begroting. Daarnaast ontstaat er een reëel risico dat werkplekken verloren gaan voor arbeidsbeperkten. Wanneer opdrachtgevers twijfelen aan de continuïteit van de dienstverlening zullen zij versneld opdrachten weghalen bij Baanstede. Dit houdt tevens het risico in dat de werkplekken niet ingevuld worden door arbeidsbeperkten uit de regio. Transitieplan Kern van het transitieplan is het extern plaatsen van sw-ers bij reguliere werkgevers in lijn met de gedachte achter de Participatiewet. Wat betreft die opgave voor de groep maakt het weinig uit of zij sw-er blijven of na beëindigen van hun laatste tijdelijke arbeidsovereenkomst met Baanstede onder de Participatiewet vallen en vandaaruit naar werk moeten worden bemiddeld. 2014 09 24 AB 05 tijdelijke sw-dienstverbanden - mdj
Advies Op grond van de geschetste sociale, financiële en bedrijfsvoering effecten adviseren wij om tijdelijke contracten om te zetten in contracten voor onbepaalde tijd. Voorstel: 1. Maximeren van het sw-deel van het participatiebudget. 2. Tijdelijke contracten, die niet nogmaals tijdelijk kunnen worden verlengd, bij gebleken geschiktheid omzetten in contracten voor onbepaalde tijd. Gevraagd besluit Het bestuur wordt gevraagd in te stemmen met het voorstel.
Bijlagen: 1. 2. 3. 4.
Tabel tijdelijke dienstverbanden Financiële effecten wel/niet omzetten Wsw-dienstverbanden Effecten beëindigen tijdelijke contracten op de bedrijfsvoering Aanbeveling brancheorganisatie Cedris
2014 09 24 AB 05 tijdelijke sw-dienstverbanden - mdj
Bijlage 1 Tabel tijdelijke dienstverbanden
Tijdelijke dienstverbanden per 1 juli 2014: Afdeling Totaal 010 Wagenpark, verv., verzek., telefonie (v/h FD) 1 018 Schoonmaak Einstein 2 041 A&V In- en ompak food Purmer. 4 042 A&V In- en ompak non food 2 061 A&V Elektromontage 4 064 Instroomafdeling 37 Subtotaal Industrie & Diensten 811 Rayon1 Volendam 11 812 Rayon2 Oostzaan 5 814 Rayon4 Zaanstad Noord 6 815 Rayon5 Purmerend 10 816 Rayon6 Zaandam Zuid 13 Subtotaal Baanstede Groen 090 Post & Archief Purmerend 9 091 Post & Archief Zaandam 5 095 Post & Archief Zaandam (Wormerveer) 4 Subtotaal Business Post & Print 310 Deta/BW 18 Subtotaal Detachering & Re-integratie 100 Receptie 2 Subtotaal Baanstede Stafafdelingen Totaal
133
50
45
18 18 2 133
Dit aantal kan nog stijgen wanneer voor 1 januari 2015 mensen vanaf de wachtlijst met een tijdelijk contract bij Baanstede worden aangenomen om de taakstelling voor 2014 te realiseren.
2014 09 24 AB 05 tijdelijke sw-dienstverbanden - mdj
Bijlage 2 Financiële effecten wel/niet omzetten van Wsw-dienstverbanden
Financiële effecten wel/niet omzetten WSW-dienstverbanden per FTE
1 Tijdelijke SW-dienstverbanden omzetten in dienstverbanden voor onbepaalde tijd. Financiële projectie naar de duurzame eindsituatie (2019):
WSW-subsidie Tot. Loon/pers.kosten NTW/Deta-opbr. Bijkomende var. kosten Saldo
Beschut binnen: € 23.817 € -26.400 € -2.583 € € -5.100 € -7.683
€ € € € € €
Groen/Post: 23.817 -26.400 -2.583 6.495 -6.685 -2.774
€ € € € € €
Deta: 23.817 -26.400 -2.583 5.535 2.952
Wanneer sw-medewerkers een dienstverband voor onbepaalde tijd krijgen, hebben zij na uiterlijk 5 jaar recht op functieloon. In deze optie zijn de loonkosten daarvan gebaseerd op trede 4 van schaal B. Hiervoor is de aanname gedaan dat er dan een loongebouw dan wel WSW-cao zal zijn die dat mogelijk maakt. Bij een gelijke verdeling over genoemde werksoorten en met deze aannames kost deze groep sw-medewerkers de gemeenten structureel gemiddeld per fte ca. € 2.500,- per jaar. (Wanneer 1/3 van de groep aangewezen blijft op beschut werk en de rest kan worden gedetacheerd tegen dezelfde deta-condities dalen de gemiddelde kosten per fte tot ca. € 600,- per jaar.)
2 Per einde van het laatstmogelijke tijdelijk dienstverband uit dienst. Een deel van de groep sw-medewerkers kan bij beëindigen van het tijdelijk dienstverband terugvallen op een voorliggende WAO, WIA of Wajong voorziening. Een ander deel van de groep zal niet-uitkeringsgerechtigd zijn. Een substantieel deel zal een beroep doen op de WWB. Uit Zaanstad ontvingen wij de volgende informatie m.b.t. de kosten daarvan voor de gemeente: "Wij krijgen WWB (ook wel het I-deel, inkomensdeel) van het Rijk. Het macrobudget is echter te laag. Dus dan zijn de kosten voor de gemeenten zelf bij extra instroom." Vanuit Overgemeenten is aangegeven dat bij het rijk om aanvulling kan worden gevraagd wanneer de uitgaven hoger zijn dan 110% van het I-deel. De kosten van een WWB-uitkering bedragen ca. € 15.000,- per jaar exclusief uitvoeringskosten. Wanneer 50% van de groep een beroep doet op een WWB-uitkering, bedragen de gemiddelde kosten per persoon per jaar voor de gemeente ca. € 7.500,- (excl. uitvoeringskosten).
Achtergrondinformatie: Verdeling voorliggende voorziening van de WSW-medewerkers met een tijdelijk dienstverband: WAO/WIA/WAJONG 28% NUG 20% WWB 20% WW/ZW 16% Onbekend 16%
2014 09 24 AB 05 tijdelijke sw-dienstverbanden - mdj
Bijlage 3 Effecten beëindigen tijdelijke contracten op de bedrijfsvoering
Financiële effecten wel/niet omzetten WSW-dienstverbanden Effecten op de bedrijfsvoering
FTE's: Opgaven bedrijfsleiders: Omsc hrijving Wegvallende omzet Inhuur vervangend prod. personeel Inhuur vervangend indirect personeel
43,6
16,0
€
I&D -37.500 €
€
-53.750
Totaal directe nadelige effecten
€
-91.250
€
BPP -87.500
-87.500
40,1
18,7
Groen
Overig
€
-516.600
€
-516.600
€
-
118,4
€ € €
totaal -125.000 -516.600 -53.750
€
-695.350
Deze negatieve effecten worden van toepassing wanneer de tijdelijke dienstverbanden worden beëindigd, na 1 januari 2015 geen instroom vanaf de wac htlijst meer mogelijk is en de werkplekken niet ingevuld kunnen worden vanuit de Participatiewet.
In de begroting is in de risic oparagraaf het volgende over dit onderwerp opgenomen: Mogelijk financ iële effecten Baanstede-breed: per FTE Minder subsidie € 25.530Wegvallende loonkosten e.d. € 23.856 Per saldo € 1.674Minder NTW Minder bedrijfskosten Per saldo
€ € €
8.3716.333 2.038-
Totaal per saldo
€
3.712-
Totaal effect
€
-439.389
2014 09 24 AB 05 tijdelijke sw-dienstverbanden - mdj
Bijlage 4 Aanbeveling brancheorganisatie Cedris Onderwerp: Ledenbericht: verdeelmodel Participatiebudget, realiseren dienstverbanden
Afgelopen voorjaar hebben wij bij u uitgevraagd hoe u omging met tijdelijke contracten, en wat u verwachtte rond het realiseren van de taakstelling 2014. Er hebben 75 leden gereageerd. Tijdens de ALV in juni is de tussenstand van de inventarisatie gemeld. Conclusie onderzoek De einddatum van tijdelijke dienstverbanden blijkt door circa éénderde van de leden tactisch te worden ingezet. Het gaat om uiteenlopende einddata vóór, op of na de jaarwisseling. Afgaande op de respons zal er landelijk gezien geen sprake zijn van onderrealisatie. Overdracht taakstelling Het beeld is anders op het niveau van de gemeenten. Waar zij over- of onderrealisatie voorzien, blijkt dit in de meeste gevallen binnen de GR of met naburige SW-bedrijven te worden opgelost via overdracht/overname van taakstelling (klik hier). Uit onze inventarisatie blijkt dat de ‘vraag’ naar arbeidsjaren het aanbod fors overtreft. Tegenover enkele gemeenten die – soms bewust – onderrealiseren staat een forse groep gemeenten/SWbedrijven die taakstelling van anderen wensen over te nemen. Enkelen van hen sturen er bewust op aan om dit jaar zoveel mogelijk mensen van de wachtlijst te plaatsen. Belang realisatie bij de budgetverdeling Mede dankzij deze overdrachten zal macro gezien de taakstelling 2014 gerealiseerd worden. Voor gemeenten afzonderlijk kan dit anders uitpakken. Gemeenten die onderrealiseren krijgen te maken met de gebruikelijke terugvordering van Wsw-subsidie. Gemeenten die – eventueel na overdracht – aansturen op een zo laag mogelijke taakstelling (en realisatie) merken dat bovendien in hun budgettaire ruimte vanaf 2015. Die ruimte kunt u zien in bijlage A van het in opdracht van het ministerie opgestelde rapport ’Afbouw van het Wsw-bestand’ (klik hier). De budgetten worden bepaald door op basis van demografische gegevens berekende ‘blijfkansen’ per gemeente. Belangrijk om te weten is dat de aannames worden herijkt voor de budgetverdeling in latere jaren. Ook de feitelijke ontwikkeling van uw personeelsbestand speelt een rol bij de vaststelling van de fictieve taakstelling. (Versnelde) afbouw beïnvloedt daarmee de budgettaire ruimte. Dit is ook cijfermatig onderbouwd in onze ledenberichten van 17 oktober 2013 en 3 april 2014. 2014 09 24 AB 05 tijdelijke sw-dienstverbanden - mdj
De medio juni bekendgemaakte budgetten voor het zittende Wsw-bestand zijn overigens voorlopig. Bij deze indicatieve budgetten diende de taakstelling 2014 (vóór overdracht) als basis. Er volgen nog twee correcties, namelijk na het verdisconteren van de overdrachten (eind september) en van de feitelijke Wsw-realisatie 2014 (eind mei 2015).
Aanbeveling Tijdens de ledenvergadering in juni riepen enkele leden op, tijdelijke dienstverbanden – binnen de ruimte van de Flexwet – zoveel mogelijk te verlengen. Deze oproep wint aan kracht nu meer bekend is geworden over het verdeelmodel voor 2015 en latere jaren: - de realisatie 2014 (afgetopt op taakstelling) vormt de basis voor de budgetverdeling, én - de ontwikkeling van uw budget volgt ook na dit jaar deels de feitelijke omvang van uw werknemersbestand. Gevoegd bij het morele aspect (werk boven uitkering) adviseert het Cedris-bestuur u dan ook uw taakstelling 2014 zoveel als mogelijk te realiseren en daarbij ook uw bezetting (ook voor wie tijdelijk in dienst is) na 1 januari op peil te houden. Vanuit Cedris zullen wij de verdeelsystematiek nader bestuderen en in overleg met Robert Capel en anderen een nader bericht en advies opstellen hoe om te gaan met de tijdelijke dienstverbanden na 1 januari 2015. Dit bericht ontvangt u in september/oktober.
Cedris is de brancheorganisatie van sociale werkvoorzieningsbedrijven. SW-bedrijven ondersteunen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt om aan de slag te komen. Op een beschutte werkplek, maar bij voorkeur bij een gewone werkgever. SW-bedrijven hebben ervaring met de doelgroep, kennen de regionale arbeidsmarkt en hebben de expertise om een goede match te maken met werkgevers. Ze kunnen werkgevers alle administratieve rompslomp, risico’s en begeleiding uit handen nemen. SW-bedrijven zijn daarom vanzelfsprekend partner voor de uitvoering van de Participatiewet.
2014 09 24 AB 05 tijdelijke sw-dienstverbanden - mdj
Bijlage 2 Meest gestelde vragen… Waarom besloot het bestuur in 2011 om geen vaste contracten meer te geven? In 2011 werd de Wet werken naar vermogen (WWNV) aangekondigd, die gepaard zou gaan met een forse korting op de sw-subsidie. Het bestuur van BaanStede heeft op dat moment de keuze gemaakt om zo weinig mogelijk verplichtingen aan te gaan waar BaanStede bij invoering van de nieuwe wet last van zou kunnen hebben. De verwachting was dat een sw-werkplek door de aangekondigde bezuinigingen voor de gemeenten onbetaalbaar zou worden. Vanaf 2011 is door BaanStede optimaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden binnen de Flexwet. Waarom werden er nog wel sw-ers met een tijdelijk contract aangenomen? Er stonden nog mensen met een sw-indicatie op de wachtlijst. Ook was het belangrijk de taakstelling van het ministerie te realiseren, omdat anders een deel van de sw-subsidie door de gemeente aan het rijk terugbetaald zou moeten worden. Waarom nu wel een vast contract? De bezuinigingen op de sw-subsidie gaan toch door? De aangekondigde bezuinigingen op de sw-subsidie gaan – weliswaar vertraagd – inderdaad door. Daardoor worden op termijn de lonen van alle sw-ers in Nederland hoger dan het subsidiebedrag dat de gemeenten per sw-er ontvangen. Het gat tussen subsidie en te betalen salaris wordt het grootst bij mensen die al jaren in de sociale werkvoorziening werken. Zij verdienen vaak een relatief hoog caoloon. De groep die de afgelopen jaren is ingestroomd, verdient het wettelijk minimumloon en zal uiteindelijk in de onderste schalen van de cao belanden. De groep met de tijdelijke contracten drukt daarom ook op termijn minder zwaar op de exploitatie van BaanStede dan de ‘oude doelgroep’. Bij detachering kunnen deze mensen op grond van de huidige inleentarieven zelfs een positieve bijdrage leveren aan de exploitatie. Het is voor de gemeenten altijd duurder wanneer zij de betreffende sw-ers met loonkostensubsidie moeten bemiddelen naar regulier werk of een uitkering moeten betalen. Naast dit financiële motief hebben ook sociale en bedrijfsvoering motieven het bestuur doen besluiten de huidige sw-ers toch een vast contract te geven. Wat gebeurt er met de subsidie voor de sw die gemeenten ontvangen als de tijdelijke contracten niet worden verlengd? Niet verlengen van tijdelijke arbeidsovereenkomsten van sw-medewerkers in 2014 en daarna zou ingrijpende gevolgen hebben voor de verdeling van sw-budget in de volgende jaren. Er is bestuurlijk overeenstemming met de VNG over een zogenaamd ‘actuarieel verdeelmodel’ voor het resterend swbestand. Alle uitstroom werkt daarin financieel door in de toekenning van de subsidie voor het volgende jaar. Door het niet verlengen van tijdelijke aanstellingen zou het aandeel van de gemeenten in Zaanstreek-Waterland in het landelijk beschikbare sw-budget in twee jaar versneld afnemen met ca. 130 * 25.000 euro. Wat betekent het voor de instroom onder de Participatiewet als de tijdelijke contracten niet worden verlengd? Omdat vanaf 1 januari 2015 instroom in de sw niet meer mogelijk is, vallen de sw-medewerkers, van wie het contract niet wordt verlengd, terug op de gemeenten. Zij behoren dan tot de nieuwe doelgroep onder de Participatiewet. Dit betekent extra instroom en een extra beroep op de afnemende participatiegelden wanneer deze groep wordt gere-integreerd naar regulier werk en/of nieuw beschut werk. Het is de vraag of de gemeenten op 1 januari 2015 voldoende zijn toegerust om deze groep te begeleiden naar regulier werk. Ook is er nog geen duidelijkheid over de invulling van beschut werk onder de Participatiewet.
Waarom niet in dienst bij reguliere werkgevers? De werkgevers hebben toch garantiebanen beloofd? Doel van het transitieplan voor BaanStede en de Participatiewet is dat mensen met een arbeidsbeperking aan het werk komen bij reguliere werkgevers. Op dit moment zijn er echter nauwelijks banen beschikbaar die geschikt zijn voor de doelgroep. Niet verlengen van de tijdelijke contracten, betekent daarom voor de meeste betrokkenen waarschijnlijk dat zij langdurig werkloos worden. De politiek heeft – op aandringen van werkgevers – besloten om detacheringen ook mee te tellen voor de garantiebanen. Hierdoor is de kans ernstig verkleind dat een werkgever iemand met een arbeidsbeperking in dienst neemt. Hoewel een dienstverband met een werkgever de voorkeur heeft, is detacheren een realistischer optie. Om iemand bij een reguliere werkgever te kunnen detacheren, moet het dienstverband elders worden geboden. Wanneer de sw-ers met een tijdelijk contract hun dienstverband bij BaanStede behouden, delen de gemeenten in de regio maximaal mee in het macro sw-budget dat beschikbaar blijft zolang de Wsw nog bestaat. Hoe verhoudt dit besluit zich tot het transitieplan voor de sociale werkvoorziening? Het hoofddoel en de 3 hoofdlijnen van het transitieplan wijzigen niet door dit besluit. Het is nog steeds de bedoeling zo veel mogelijk sw-ers een werkplek te bieden bij een reguliere werkgever. Dit deels via een nieuwe detacheringsorganisatie en deels via het extern plaatsen van bedrijfsonderdelen van BaanStede of delen daarvan. Alleen voor wie niet bij een reguliere werkgever geplaatst kan worden, blijft een vorm van beschut werk beschikbaar. De inspanningen in het kader van de transitie omvatten weliswaar 150 sw-ers meer dan bij beëindigen van de tijdelijke contracten, maar deze 150 personen zouden anders door de gemeenten onder de Participatiewet bemiddeld moeten worden naar werk. In de praktijk is gebleken dat het gemakkelijker is mensen te bemiddelen vanuit een werksituatie. Wat is het gevolg van dit besluit voor de begroting en meerjarenraming van BaanStede? Het besluit de tijdelijke contracten om te zetten in contracten voor onbepaalde tijd heeft geen effect op de gepresenteerde begroting en meerjarenraming. In de begroting 2015 en meerjarenraming, die aan de gemeenten is voorgelegd, is gerekend met uitstroom conform het landelijk gehanteerde percentage. Het effect van versnelde uitstroom als gevolg van het niet verlengen van de tijdelijke contracten is benoemd in de risicoparagraaf. Door het besluit vervalt dit risico en nemen de geraamde tekorten dus niet verder toe.