Memo
Postregistratienummer: Aan: CC: Van: Datum: Betreft:
2014i00196 Commissie Bestuur en Maatschappij Concernzaken 5 februari 2014 Agendapunt handhaving
Geachte leden van de raad, In de commissievergadering Bestuur en Maatschappij van 24 februari aanstaande wordt het project ‘Hand in handhaving’ en de evaluatie van de Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA’s) besproken. Als onderliggende stukken voor de behandeling van dit agendapunt ontvangt u de notitie ‘Toezicht en handhaving in Leiderdorp’ met als bijlage het jaarverslag inzet BOA’s 2013. In de notitie leest u meer over de achtergrond van het project ‘Hand in handhaving’ en het verloop tot dusver. Centraal staat het spanningsveld tussen het (toenemende) aantal gemeentelijke taken op het gebied van toezicht en handhaving en de voorhanden zijnde capaciteit om uitvoering te geven aan deze taken. Duidelijk is dat de gemeentelijke organisatie niet alle taken met eenzelfde intensiteit kan uitvoeren. De gemeente moet daarom keuzes maken over “wat doen we wel en wat niet” en “wat doen we eerst en wat doen we later”. Met het project ‘Hand in handhaving’ wordt de raad in staat gesteld om hierin keuzes te maken. Verder wordt kort ingegaan op een onlangs gestart deelproject dat gericht is op handhaving in de openbare ruimte. Beoogd wordt om duidelijk te krijgen wat we willen bereiken met handhaving in de openbare ruimte en welke inzet hierbij past. Voor de onderbouwing wordt momenteel een analyse gemaakt van de leefbaarheid in de openbare ruimte. De eerste resultaten van de analyse worden in de week van 10 februari verwacht. Het streven is om de commissieleden in de vergadering van 24 februari a.s. hierover te informeren. Tot slot vindt u in de bijlage het jaarverslag 2013 van de BOA’s. Hierin leest u meer over de inzet (feiten en cijfers) van de BOA’s in 2013. Met vriendelijke groet, Laila Driessen
Toezicht en handhaving in Leiderdorp Inleiding In de commissievergadering van 24 februari aanstaande wordt het project ‘Hand in handhaving’ en de evaluatie van de Buitengewoon Opsporingsambtenaren (hierna BOA’s) besproken. De voorliggende notitie en bijlage (jaarverslag inzet BOA’s 2013) dienen als onderliggende stukken voor de behandeling van dit agendapunt. Achtergrond In het coalitieakkoord 2010-2014 is afgesproken de inzet van de BOA’s te evalueren. De huidige burgemeester heeft als verantwoordelijk portefeuillehouder aangegeven de evaluatie mee te nemen in een breder project over toezicht en handhaving, genaamd ‘Hand in handhaving’. In december 2013 is de raad per brief geïnformeerd over het verloop van dit project. Leeswijzer In deze notitie wordt achtereenvolgens besproken; de aanleiding van het project ‘Hand in handhaving’, de belangrijkste fasen van het project en de bevindingen tot nu toe. Ook wordt een doorkijkje gegeven naar een onlangs gestart deelproject dat is gericht op toezicht en handhaving in de openbare ruimte. Als bijlage is het jaarverslag over de inzet van de BOA’s in 2013 toegevoegd. Het project ‘Hand in handhaving’ Als gevolg van taakoverheveling van de centrale overheid naar het lokaal bestuur (decentralisering) en nieuwe wet- en regelgeving is het aantal taken op het gebied van toezicht en handhaving voor de gemeente Leiderdorp fors toegenomen. Recente voorbeelden zijn de nieuwe Drank- en horecawet, de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en de Wet basisregistratie personen. Uit deze wetgeving is een veelheid aan nieuwe gemeentelijke taken voortgekomen op het gebied van toezicht en handhaving. Daarbij zien we dat deze taakverzwaringen doorgaans plaatsvinden zonder overheveling van de benodigde financiële middelen. Door deze veranderende opgave zijn de grenzen bereikt van wat de gemeentelijke organisatie op het gebied van toezicht en handhaving kan leveren. Tegen deze achtergrond is in 2013 het project ‘Hand in handhaving’ gestart met als doel op een verantwoorde wijze invulling te geven aan de gemeentelijke taken op dit gebied. Duidelijk is dat de gemeentelijke organisatie niet alle taken met eenzelfde intensiteit kan uitvoeren. De gemeente moet daarom keuzes maken over “wat doen we wel en wat niet” en “wat doen we eerst en wat doen we later”. Het project is globaal onder te verdelen in vier fasen. − In de eerste fase staat de inventarisatie van de gemeentelijke taken op het gebied van toezicht en handhaving centraal. De inventarisatie is een belangrijk vertrekpunt en maakt zichtbaar voor welke opgave de gemeente staat. En bovenal, tussen welke taken keuzes dienen te worden gemaakt. − De volgende stap in het project is het bepalen van waar de noodzaak voor inzet van de gemeente op het gebied van toezicht en handhaving het grootst is. Dit betreft het prioriteren van de taken ter onderbouwing voor bestuurlijke afwegingen en besluitvorming. − De derde fase is gericht op het formuleren van concrete beleidsdoelen voor de inzet van toezicht en handhaving. We stellen onszelf de vraag: Wat willen we bereiken?
1
−
Tot slot, als duidelijk is wat we willen bereiken dient te worden onderzocht met welke capaciteit kan worden voldaan aan de wettelijke taken en bestuurlijke ambities.
Bevindingen tot nu toe In 2013 is een inventarisatie uitgevoerd en is gekeken op welke wijze de gemeente momenteel uitvoering geeft aan haar taken op het gebied van toezicht en handhaving. De uitkomsten van de inventarisatie laten goed zien dat de gemeente op vele terreinen wettelijk verantwoordelijk is voor de naleving van rechtsregels. Veel van deze taken zijn belegd in de eigen organisatie maar daarnaast geven ook verschillende verbonden partijen uitvoering aan gemeentelijke taken op het gebied van toezicht en handhaving. Een overzicht hiervan heeft de raad in december jl. als bijlage bij de brief met kenmerk 20133U03520 ontvangen. Verder zien we dat de gemeente voor bepaalde taken sterk afhankelijk is van ketenpartners zoals de politie en brandweer. Opvallend is dat voor veel taken concrete (SMART) beleidsdoelen ontbreken en er dus niet altijd duidelijkheid bestaat over wat we als gemeente willen bereiken met toezicht en handhaving. Illustrerend is het vaststellen van een top 5 ergernissen als grondslag voor de inzet van de BOA’s. Of, in het kader van de leerplicht de doelstelling ‘het voorkomen van onderwijsachterstanden’ als grondslag voor de inzet van de leerplichtambtenaar. Geen van beide voorbeelden maken duidelijk wanneer het doel is bereikt en of de inzet van BOA’s of een leerplichtambtenaar het juiste middel is. Pilot: Handhaving in de openbare ruimte In december vorig jaar is als pilot een deelproject gestart met als doel het formuleren van concrete (SMART) beleidsdoelen op het gebied van toezicht en handhaving in de openbare ruimte van Leiderdorp. Gekozen is voor het thema openbare ruimte omdat hier ook de meeste taken van de BOA’s liggen. Een belangrijke stap in het deelproject is het analyseren van de leefbaarheid in de openbare ruimte. De uitkomsten van de analyse dienen als onderbouwing voor de inzet van toezicht en handhaving en het formuleren van concrete (SMART) beleidsdoelen. De eerste resultaten van de analyse worden in de week van 10 februari verwacht. Het streven is om de commissieleden in de vergadering van 24 februari a.s. hierover te informeren.
2
Bijlage Buitengewoon Opsporings Ambtenaar (BOA) Leiderdorp, feiten en cijfers 2013 Taken en bevoegdheden Het terugdringen van kleine ergernissen (TOP 5) in de openbare ruimte, toezicht op de naleving van de Algemene plaatselijke verordening, afvalstoffen verordening , groenverordening, de wet op de kansspelen, marktverordening (marktmeester), de Drank- en Horecawet en een deel van de Wet algemene bepaling omgevingsrecht (WABO). Handhaving van artikelen uit de APV (zie bijlage) , Drank- en Horecawet (bestuurlijke keuze nog te maken) en wegsleepverordening. Capaciteit Er is 2 fte beschikbaar. 1 fte wordt bekostigd uit de reiniging, de ander uit de APV.. Beide BOA’s zijn tevens marktmeester. Werkzaamheden De BOA’s reageren op meldingen die voort komen uit de openbare ruimte (Melddesk). Meestal worden alle meldingen binnen 3 dagen afgehandeld. Daarnaast komen meldingen binnen via mail of post (corsa) en telefonisch. Deze worden afgehandeld via het zelfde kanaal, zonodig met fysieke controle. Werkzaamheden mbt de WABO worden uitgevoerd in SBA (workflow) met fysieke controle op de (bouw)locatie. In de weekenden vindt over het algemeen de controle op evenementen plaats. Door surveillance in de openbare ruimte komen er door eigen bevindingen ook meldingen bij. De werkzaamheden zijn de afgelopen jaren verschoven van handhaving naar preventie en voorlichting. De scheelt capaciteit en het resultaat is beter. Vooral bij de reiniging en overlast honden is het lastig om te handhaven. Er is bijna nooit sprake van heterdaad en de opsporing vergt veel tijd, waardoor een relatief beperkt effect wordt behaald op de gepleegde ureninzet. Preventie is dan effectiever. In 2013 waren er minder huisuitzettingen. Daarnaast zijn er werkzaamheden mbt de drank- en horecawet bij gekomen. De inzet van de BOA’s liggen tot nu toe in de controle op de locaties (bouwkundige aspecten) en de voorlichting op de nieuwe wet. Keuzes over inzet in toezicht en handhaving zijn nog niet gemaakt. Indicatief is de verdeling van werkzaamheden: Marktmeester 8% Wekelijkse controle op de op- en afbouw van de markt. Voorlichting en toedeling van plaatsen. Groen 7% In het voorjaar en zomer extra inspanning via projectmatige aanpak en voorlichting. Reiniging 25% In voorgaande jaren werd meer tijd gestoken in de opsporing. Met het benoemen van de BOA’s tot toezichthouder op de drank—en horecawet, is minder tijd aan de reiniging besteed.
Drank- en horeca 25% Werkzaamheden betroffen het inventariseren van de huidige situatie en voorlichting over de nieuwe wet. Daarnaast hebben beide BOA’s een opleiding gevolgd en examen gedaan. APV en WABO 35% Afhandelen van meldingen en controle op vergunningen. Omdat veel evenementen in de weekenden plaats vinden, werkt dat beperkend op de capaciteit (dubbele uren). Alle taakvelden hebben buiten- en binnen-werkzaamheden en zijn administratief, repressief of preventief van aard. Overleg 10% Een van de BOA’s sluit 4 keer per jaar aan bij het wijkoverleg en deelt zijn kennis en bevindingen in het jeugdoverleg. Daarnaast is in 2013 veel overleg gepleegd over de implementatie van de nieuwe drank- en horecawet. Administratie 20% De BOA’s werken in vier verschillende systemen en handelen de eigen administratie af. Werkzaamheden binnen vs werkzaamheden buiten 50/50% Het afgelopen jaar waren de BOA’s minder op straat dan de jaren ervoor. Dit had vooral te maken met de benodigde capaciteit in het project Drank- en Horeca en de gevolgde opleiding (17 lesdagen plus studie-uren). Projectmatige acties in 2013 Naast het reguliere werk, worden sommige ergernissen (vaak seizoensgebonden) projectmatig aangepakt. Na publicatie in de krant wordt de actie gericht uitgevoerd. Soms in samenwerking met de politie. In 2013 zijn de wirwar van mini containers op de openbare weg, weesfietsen (wrakken) en ligplaatsen gepubliceerd en als actie uitgevoerd. Daarnaast is tijdens de jaarwisseling door de BOA’s en politie (wijkagenten) gecontroleerd op illegaal vuurwerk en het afsteken van vuurwerk buiten de toegestane tijden. Evenals het signaleren van brandbare objecten in de openbare ruimte. Boa’s met politiebevoegdheden/geweldmiddelen Onze BOA’s beschikken niet over geweldsmiddelen. Zij volgen geen IBT trainingen. Strafrechtelijke handhaving Er zijn in 2013 geen BOA-activiteiten gebruikt voor strafrechtelijke handhaving. In het jaar 2013 is gewerkt aan het implementeren van de bestuurlijke strafbeschikking en samenwerking met het CJIB. Er zijn geen strafbare feiten beboet in 2013. Aantal strafbare feiten Er is 25 keer spoedeisende bestuursdwang toegepast op voertuigen(wegsleep verordening ). 1 maal vooraankondiging bestuursdwang op de drank- en horecawet Ongeveer 140 vooraankondigingen bestuursdwang op de APV ( Artikel 5:5 en 5:6) Ongeveer 160 mondelingen waarschuwingen op APV overtredingen.
Incidenten van geweld Er waren in 2013 2 incidenten waar sprake was van verbaal geweld. Deze zijn door de gemeente opgelost zonder verdere consequenties. De BOA’s trekken vaak samen op, omdat de burger –zeker in contact met het blauwe uniform- agressief kan handelen. Om die reden wordt soms buiten ook zonder uniform gelopen. De politie gaat over op een ander soort uniform Dat leidt ertoe dat de BOA meer en meer als de huidige politieagent wordt gezien. Trainingen / opleidingen / cursussen Een van de BOA’s is in 2013 opnieuw beëdigd en benoemd als BOA in domein 1 (openbare ruimte; domein 2 richt zich meer op milieu). De andere moet in 2014 de opleiding opnieuw volgen. Daarnaast hebben beide BOA’s een opleiding gevolgd voor toezichthouder op de Drank- en horecawet en hebben het examen afgelegd. De uitslag wordt eind februari bekend. Zij zijn wel verplicht (volgens de nieuwe regels) permanente her en bijscholing te volgen. (ieder jaar) Knelpunten en keuzes De BOA’s hebben velerlei taken en die nemen nog steeds toe. Daarnaast zijn er verwachtingen over de inzet van de BOAs, die we qua capaciteit en bevoegdheden niet waar kunnen worden gemaakt. De BOA’s zijn bijvoorbeeld niet bevoegd te handhaven op de wegen- verkeerswet. Ze kunnen niet bekeuren bij parkeer- of verkeerexcessen. Dat kan alleen de politie. Sinds de regionalisering van de politie is de prioritering aangepast en wordt minder inzet gepleegd op zaken die wel tot de ergernissen bij de inwoners horen. Door het herprioriteren/het terugtrekken van de politie en de overheveling van taken rond de drank- en horecawet, is het noodzaak dat er een keuze gemaakt wordt over inzet en capaciteit. Het project Hand- in handhaving richt zich op alle taken die de gemeente heeft op het gebied van toezicht en handhaving. Een groot deel van deze taken is belegd bij verbonden partijen, een deel binnen de capaciteit van Leiderdorp. En daar weer een deel is belegd bij de BOA’s. Het takenpakket van de BOA’s richt zich voornamelijk op het behouden van een leefbaar Leiderdorp (APV, groen, reiniging) Het deelproject ‘Toezien op een leefbaar Leiderdorp’ richt zich op dit onderwerp. De resultaten uit dit deelproject geven een beeld de situatie en de knelpunten. Van daaruit wordt geformuleerd wat we willen bereiken en kan de capaciteit gericht worden ingezet. De BOA’s verwerken hun administratie in vier verschillende systemen. En mogelijk met het verwerken van beschikkingen aan het CJIB komt er nog een systeem bij. Het verwerken van een boeterapportage t.b.v. de drank- en horecawet mag alleen door een BOA uitgeschreven worden en vergt ook een nieuw verwerking systeem. De administratieve last is dus groot.