PEDAGOGISCH DOSSIER KLEUTERSCHOOL & LAGERE SCHOOL ‘Jonge, fietsende kinderen veilig leren vallen’
Vallen & opstaan
“Juf / meester, waarom is vallen geen vak?”
In dit dossier kom jij te weten … • waarom valtechnieken zo belangrijk zijn (p.4-5) • hoe je ze kan aanleren (p.6-7) • hoe je ermee aan de slag kan gaan (p.8-9) • waarom een fietshelm toch onmisbaar is (p.10-11)
2
VOORWOORD
Welkom op ‘de grote valpartij’! In Vlaanderen vallen we veel. Van alle sporten loop je bij fietsen de meeste kans op een zware val met een ernstig letsel, blijvende handicap of – in de ergste gevallen – een overlijden tot gevolg. De fiets wordt nog elke dag populairder. Jammer genoeg neemt het aantal dode, zwaar- en lichtgewonde fietsslachtoffers daardoor ook toe, in tegenstelling tot de dalende tendens in de rest van het Vlaamse verkeer (bv. automobilisten). Ondanks de hoge snelheid van wielertoeristen en stunts van mountainbikers, blijken 65+’ers en kinderen onder de 12 het vaakst te vallen. Meestal gaat het om een enkelvoudige val, waarbij geen andere weggebruiker betrokken is. Gelukkig kan je oefenen om beter te leren vallen. Wie zich de juiste technieken meester maakt, zal minder breuken of minder ernstige kwetsuren oplopen. En jonge kinderen kan je nog heel goed automatismen aanleren. Daarom hebben we bij KU Leuven een project over veilig leren vallen opgestart, in samenwerking met de pedagogische begeleiding bewegingsopvoeding van het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs (VSKO) en de Bond voor Lichamelijke Opvoeding. Met de steun van KBC Groep NV hebben we dit pedagogisch dossier opgesteld, op maat van kleuteronderwijzers en leerkrachten van de lagere school en alle betrokkenen in het veld. Als fietsland bij uitstek heeft Nederland enkele jaren geleden al een lespakket ontwikkeld voor leerkrachten lichamelijke opvoeding. Uit onderzoek bleek dat dit de kans op verwondingen bij een valpartij met de helft vermindert. Laten we de Nederlanders bijbenen …
Ik roep iedereen op om zich in dit project te smijten en onze jonge kinderen beter te leren vallen! Ik wens jullie alvast een zachte landing!
Prof. Pauwels, Faculteit Bewegings- en Revalidatie wetenschappen KU Leuven
3
WAAROM ZIJN VALTECHNIEKEN ZO BELANGRIJK?
Fietsen & vallen in getallen In Vlaanderen zijn er zo’n 5 000 000 fietsen in omloop. • Elk jaar worden er in België meer dan 500 000 fietsen verkocht: 25% koers- en terreinfietsen, 20% elektrische fietsen en 30% kinder- en plooifietsen. • Slechts 13% van alle verplaatsingen in Vlaanderen gebeurt met de fiets. Samen leggen we zo’n 3 500 000 000 fietskilometers af per jaar. Al bij al is dat slechts 4% van alle reiskilometers. • 36% van de schoolgaande jeugd fietst naar school. Dat kan beter, zeker als je weet dat 37% van hen op minder dan 2,5 kilometer van de school woont en 54% maximaal 5 kilometer moet afleggen. Elke dag gebeuren er in België gemiddeld 44 fietsongevallen. • Hoe meer fietsers op de baan, hoe beter: bij een verdubbeling van het aantal fietsers neemt het risico op een ongeval per gefietste kilometer af met 34%. Dit principe staat bekend als het ‘safety in numbers effect’, of de Wet van Smeed. Verrassend of niet: Vlaanderen wijkt – jammer genoeg – enigszins af van deze stelregel. • Bij 86% van alle fietsongevallen is geen andere weggebruiker betrokken en 30% van alle ziekenhuisopnames na verkeersongevallen zijn enkelvoudige fietsongevallen. • 21% van de slachtoffers fietste tegen een trottoirband of geraakte naast het fietspad in de berm, 18% gleed uit op een glad wegdek en 7% verloor het evenwicht door oneffenheden of door een voorwerp op het wegdek. Tussen 2008 en 2011 vielen er 28 868 lichtgewonden, 3 714 zwaargewonden en 312 doden bij fietsongevallen. • Bij slechts 17% van alle fietsongevallen blijft het bij stoffelijke schade. Bij andere verkeersongevallen is dat 75%. • 17% van het jaarlijks aantal verkeersdoden in Vlaanderen zijn fietsdoden.
4
Solovallen: een geval apart Het zal je misschien verbazen dat het grootste deel van de fietsongevallen gebeurt zonder dat er een andere weggebruiker bij betrokken is. Bij deze zogenaamde enkelvoudige ongevallen komen de geleerde valtechnieken het beste van pas. Kinderen onder de 12 jaar zijn nog niet stuurvaardig en maken vaak verkeerde bewegingen. Op een glad of oneffen wegdek of wanneer er obstakels in de weg liggen, verliezen onervaren fietsers al gauw hun evenwicht. Ook aanvaringen met de trottoirrand of de berm, zorgen voor een groot deel van de valpartijen. Bij dit soort ongevallen hebben valtechnieken dus het meeste nut. Paul Schepers van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu in Nederland, deed onderzoek naar enkelvoudige fietsongevallen: “Als we het aantal spoedopnames bekijken, blijkt het risico per gereden kilometer het hoogst bij de allerjongsten en ouderen. Bij een evenwichtsvoertuig als een fiets is er een veelvoud aan oorzaken. Vaak ontbreekt het jonge kinderen aan voldoende fietsvaardigheid. Ook groepsgedrag speelt een rol: met veel naast elkaar fietsen, praten en het gsm-gebruik dragen bij tot meer valpartijen. Verder is infrastructuur geregeld de boosdoener. Paaltjes die in de weg staan, te smalle fietspaden en een glad wegdek of glibberige tramsporen zijn veel voorkomende oorzaken.”
Paul Schepers
“Ik ben deze zomer gevallen met de fiets. Ik ging supersnel en ben van het voetpad gereden. Zo heb ik mijn sleutelbeen gebroken. Nu heb ik soms wel schrik om nog eens hard te vallen.”
Stijn D’Hondt
Filmtip
iew met lledige interv bekijk het vo ’Hondt van de rs en Stijn D Paul Schepe eerskunde rk ichting Ve epers Vlaamse St deo/paul-sch pstaan.be/vi no ne le al .v op www
Lucas, 8 jaar
Michel Wuyts
Must-have fietstools Fluohesje: je mag – of beter: moet – gezien worden. Fluo is hip en veilig! > Nieuw zijn de fluo veiligheidskragen: minder groot, maar toch even opvallend in het verkeer.
Flashy fietsbel: laat van je horen! Met een goed getimede ‘ringeling’ trek je de aandacht. > Fietsbel saai? Dan heb je deze ‘zotte’ bellen nog niet gezien … en gehoord!
Spaakreflectoren: ‘less is more’ geldt niet altijd. Spaakreflectoren maken je nog zichtbaarder. > Verlicht je wielen met de ‘monkey lights’ en fietsen in het donker wordt waanzinnig leuk!
surftip
Filmtip
bekijk het volledige interview op www.vallenenopsta an.be/video/kindere
“Leren vallen heeft iets cool”
n-vallen
Michel Wuyts is peter van het project ‘Valtraining’. Als wielerjournalist hoorden we hem al vaak ‘aj-aj-aj’ uitroepen bij zware valpartijen in het peloton. In 2010 verliet hij zelf de Tour de France omdat zijn vrouw ernstige letsels had opgelopen na een val van haar fiets. De ex-schooldirecteur is heel begaan met het welzijn van kinderen. Waarom zijn lessen in valtechnieken nodig? “Bewust leren vallen gaat wonderen doen. Een kind moet zonder angst de val inzetten, dan een bolreflex hebben en afkloppen na de val. Zo blijft de schade beperkt tot het wegvegen van wat stof. Herhaling is de moeder van de valwetenschap, want het verkort de denkpatronen. Door oefeningen herhaaldelijk traag uit te voeren, geraken ze ingebakken en kan je ze automatisch uitvoeren.” Hoe kunnen we kinderen hiervoor motiveren? “Kinderen zijn wijzer dan wij vermoeden. Ik denk dat de intrinsieke motivatie groot genoeg is, omdat ieder kind ervaringsdeskundige is op het vlak van vallen. Volgens mij gaan de lessen succes hebben, want leren vallen heeft iets ‘cool’.” Welke preventietips kunnen we meegeven aan kinderen? “Draag altijd een helm, want je hoofd weegt zo veel dat het sowieso naar de grond gaat. Zorg dat je een beschermende laag (bv. fietskleding) draagt, hoe warm het ook is. Fiets defensief en probeer geen haantje de voorste te zijn. Maak afspraken als je in groep fietst en besef dat het nabootsen van wedstrijden op de openbare weg niet kan. Laat dat maar voor de koers!”
Op de preventieshop*, een initiatief van KBC Groep NV bestel je al deze onmisbare attributen apart of kies je een pakket. Surf naar www.kbcpreventieshop.be.
5
HOE LEER JE DE VALTECHNIEKEN AAN?
In 36 stappen naar de perfecte valtechniek Als je valt, heb je de reflex om je val te breken met gestrekte arm. Dat is net wat je niét mag doen, want dan komt alle kinetische energie op één punt terecht. Probeer de energie af te leiden over je hele lichaam, bijvoorbeeld door te rollen en de platte kant van je arm te gebruiken. In samenwerking met de vrije basisschool Via IMMAC in Tienen, maakte KU Leuven filmpjes van 36 oefeningen om deze technieken aan te leren.
Valabele valmethodes Er zijn vier basistechnieken om een val te breken: zijwaarts vallen, achterwaarts vallen, voorwaarts rollen en voorwaarts vallen. Elke techniek krijg je via verschillende oefeningen onder de knie. •
Zijwaartse vallen
oefen je door heen en weer te tuimelen in kleermakerszit. Vervolgens doe je hetzelfde vanuit zit, hurk, rechtstaande positie en van op het klimrek. Je breekt je val door met gestrekte arm op de grond te slaan.
Voorbeeldoefening:
•
Achterwaarts vallen
doe je door naar achter te rollen en vervolgens af te kloppen met gestrekte armen. Ook deze oefening kan je vanuit verschillende posities doen.
Voorbeeldoefening:
Judocadeau Je ziet judoka’s vaak keihard tegen de mat knallen, maar toch lijken ze zich zelden te bezeren of iets te breken. Hoe doen ze dat toch? Breekt hun judopak de val? Of hebben ze ijzeren botten? Helemaal niet: ze beheersen bepaalde valtechnieken die ervoor zorgen dat ze zich niet verwonden. Valtechnieken zijn een belangrijk onderdeel van de oosterse gevechtssporten. De bedoeling is om de energie die bij een val opgewekt wordt, geleidelijk af te bouwen door te rollen of de val te breken. Niet voor niets betekent judo in het Japans ‘zachte weg’. Na sushi en yoga is het tijd om ook de oosterse valtechnieken te adopteren. Start to ukemi!
•
Voorwaarts rollen
leer je door te beginnen met een koprol, vanuit verschillende posities (kleermakerszit, hurkzit en rechtstaand). Het einddoel is een schouderrol vanuit rechtstaande positie, waarbij je hoofd de grond niet raakt. Deze laatste fase kan je oefenen met een zitbal.
Voorbeeldoefening:
•
Voorwaartse plankval
doe je door een driehoek te maken van je voorarmen. Zo raakt je hoofd de grond niet en veert je lichaam een beetje op.
Voorbeeldoefening:
lestip
6
Werk in de les met het gordelsysteem van judo en motiveer zo de kinderen om het vallen onder de knie te krijgen. De zwarte gordel is voor de leerlingen met de meest ‘bevallige’ techniek!
Karen Nackom
Valoefeningen in drie niveaus De 36 valoefeningen vormen een compleet lespakket om leerlingen veiliger te leren vallen. Hoewel de oefeningen werden uitgevoerd door leerlingen uit de eerste, tweede en derde graad van de lagere school, zijn de meest eenvoudige technieken ook voor de oudste kleuters geschikt. Daarom hebben we de oefeningen ingedeeld in drie niveaus: beginnersniveau, tussenniveau en gevorderd niveau. De indeling gebeurde op basis van didactische factoren die verwijzen naar een zinvol progressief werken. De oefenstof is dus gerangschikt van: • • • • • • • • •
gemakkelijk naar moeilijk laag naar hoog langzaam naar snel eenvoudig naar complex gekend naar ongekend enkelvoudig naar samengesteld gesloten situaties naar open situaties verwachte situaties naar onverwachte zeer veilig naar enig risico.
Aangeraden valmateriaal
“Vroeger wist ik niet wat ik moest doen als ik viel. Nu is vallen geen probleem, want , ar ja het is een reflex geworden. Richiano, 11 ning tijdens kreeg valtrai Ik schoof eens uit in de les de Kung Fu sneeuw en viel opzij van mijn fiets. Ik heb toen mijn fiets losgelaten en op de grond afgeklopt met mijn arm, zodat mijn hoofd de grond niet zou raken.”
De valoefeningen doe je best niet op een harde vloer. Dit materiaal is geen overbodige luxe: • een dikke mat en een aantal kleine matten. • een klimtoestel of -rek voor uitdagende oefeningen. Het is leuk voor de kinderen als je in de hoogte kan werken • een fysiobal, zitbal of aardbal voor de voorwaartse rol, omdat je zo op een natuurlijke manier de beweging aanleert.
Lerares lage r onderwijs na de opleid ing valtraini ng
“Je zegt altijd tegen een kind ‘doe het veilig’, maar wat is veilig voor een kind? In de training kunnen ze leren dat hun hoofd van de mat moet blijven en hun armen naast hun lichaam. Ze gaan het geweldig vinden om in de lessen te stoeien Filmtip efeningen op lo va 36 de en elkaar om te duwen!” bekijk nvideos taan.be/oefe
nops n! www.vallene et je leerlinge en doe ze m
Filmtip
bekijk het volledige interview op www.vallenenopsta an.be/video/leraren -opleiding.
“Leraren zijn meestal stijver dan kinderen”
Karen Nackom, zelf een ervaren judoka en lector aan de KHLeuven, geeft bijscholingen ‘jongeren veilig leren vallen’ aan leerkrachten Lichamelijke Opvoeding. Zij weet perfect hoe je de kinderen de valtechnieken stap voor stap kunt aanleren. Kan je al starten bij kinderen van de laatste kleuterklas of leerlingen van het eerste leerjaar? “Ja, je kan bij kinderen van de laatste kleuterklas perfect beginnen met het makkelijkste niveau. Het is belangrijk dat ze snel van hun angst af geraken en plezier leren beleven aan vallen. Vanuit die basisoefeningen werk je verder in stappen. De oefeningen gaan van laag naar hoog, van traag naar snel en van verwachte naar onverwachte situaties. Wanneer een deeltje geautomatiseerd is, stap je over naar een volgende oefening.” Moet je als leerkracht alle oefeningen zelf doen? “Dat hoeft op zich niet. Veel leerkrachten zijn veel stijver dan de jonge kinderen. De methodes van de oefeningen spreken voor zich. Als je de makkelijke oefeningen zelf kan voordoen, kunnen de leerlingen bij wie het vlot gaat, verder op basis van jouw aanwijzingen. In de bijscholing leer ik de leraars de oefeningen op dezelfde manier als bij de leerlingen. Iedereen gaat zo ver mee als ie kan.” Waarom vind jij deze valtechnieken zo belangrijk? “Kinderen hebben veel baat bij goed kunnen vallen. Hoe vaardiger ze zijn, hoe liever ze spelen en hoe minder ze gaan vallen. Als je kan vallen, heb je minder schrik om te bewegen. Daarom raad ik leerkrachten ook aan om het niet te klassikaal aan te pakken. Hou het speels, bijvoorbeeld door de valoefeningen te koppelen aan tikkertje: wie getikt wordt moet – veilig! – vallen.”
7
HOE KAN IK NU CONCREET AAN DE SLAG?
FAQ: in welk vakje past vallen? Sta op en ga ervoor! Oké, het belang van valtechnieken is onomstootbaar. Maar wie moet hier nu concreet mee aan de slag? En wat kan jij doen? Enkele veel gestelde vragen en evenveel antwoorden …
Vraag 1: welke leraar is het beste geplaatst om valtechnieken aan te leren? Antwoord: leerkrachten Lichamelijke Opvoeding hebben allicht het breedste raakvlak met deze materie. Bovendien is veilig vallen ook belangrijk voor de sporten die ze aanleren.
Vraag 2: kunnen andere leerkrachten er ook iets mee doen? Antwoord: natuurlijk! Laat je niet afschrikken om zelf initiatief te nemen. Je vindt ongetwijfeld wel een aanknopingspunt met je eigen leerstof, denk bijvoorbeeld aan fysica of biologie.
Vraag 3: hoe begin ik eraan? Antwoord: het ideale scenario is uiteraard om een opleiding valtraining te volgen (zie p.7), maar met de informatie en de voorbeeldfilmpjes op de website van de KU Leuven www.vallenenopstaan.be heb je ook al voldoende bagage om hen de technieken te leren.
Vraag 4: de valoefeningen zien er een beetje saai uit. Hoe kan ik ze wat leuker maken?
Antwoord: hou het speels! Werk bijvoorbeeld met evenwichtsoefeningen op een bal en doe de oefeningen in groep. Zet de kinderen in een imaginair bootje en laat ze omvallen door een storm, val om de beurt als een ‘mexican wave’ of begin in het midden met een ‘deze duim op deze duim …’ en val van daaruit achterover.
Vraag 5: in welke leerjaren werken we best rond valtechnieken? “Vroeger durfde ik niets gewaagd te doen, omdat ik bang was dat ik mij pijn zou doen. Nu kan ik meteen opstaan na een val. Als je valtechnieken kent, ligt je veiligheid in je eigen handen. Toen ik werd geduwd en de grond dichterbij zag komen, wist ik dat ik mijn handen niet mocht zetten. Ik heb mij laten ar, Qayla, 12 ja ng op ni ai doorrollen tot ik uitgerold was.” ltr va g kree
ckeyclub
haar veldho
8
Antwoord: alle jaren. Om automatismen op te bouwen is herhaling cruciaal. Hoe vroeger de kinderen de technieken leren, hoe vlotter het gaat. Begin dus bij voorkeur in de laatste kleuterklas en herhaal de technieken in elk leerjaar of elke graad.
Vraag 6: geef ik mijn leerlingen ook huiswerk mee rond leren vallen? Antwoord: beter niet. De valtechnieken worden best geoefend onder begeleiding en op valmatten. Vraag je leerlingen dus niet om de oefeningen thuis te herhalen.
Vraag 7: zijn we als onderwijzer verplicht om valtechnieken aan te leren? Antwoord: eigenlijk wel. In de ontwikkelingsdoelen van de kleuterschool en de eindtermen van de lagere school wordt vanuit verschillende leergebieden verwezen naar leren vallen.
Gary Peeters
Vraag 8: wat kunnen de onderwijsnetten en pedagogische begeleiders doen? Antwoord: het staat hen vrij om dit zelf te vertalen naar concrete lessen en leerplannen. Ze kunnen ook lespakketten of bijscholingen aanbieden. In Nederland wordt het lespakket sinds september 2010 gratis aangeboden aan de scholen die er om vroegen.
Vraag 9: leveren die valtechnieken ook effectief iets op? Antwoord: ja. In Nederland is gebleken dat het daadwerkelijk opnemen van de valoefeningen in de jaarplanning een letselvermindering van ongeveer 25 procent kan opleveren.
Vraag 10: moet ‘vallen’ ook beoordeeld worden met punten? Antwoord: leren vallen en de beoordelingsmethode daarvan mag elke school zelf invullen. Een echte toets hoeft niet, maar je kan hun inzet wel belonen. Wat dacht je van een ‘officieel’ valdiploma? Of maken jullie er een onderdeel van het fietsexamen van?
Het staat letterlijk in de … ONTWIKKELINGSDOELEN VAN DE KLEUTERSCHOOL Domein: motorische competenties 1.4. Kunnen het eigen lichaamsgewicht veilig opvangen d.m.v. landen en vallen. Voorbeeld: de kleuters kunnen bij het afspringen van een hoogte de armen functioneel plaatsen en de landing opvangen met een kniebuiging. De kleuters kunnen aanlopen en duiken op een dikke landingsmat. De kleuters exploreren met matten en kussens. 1.38 De kleuters kunnen geleerde bewegingsprincipes toepassen in andere situaties. Voorbeeld: diepte- en vertesprong toepassen in vrij spel. EINDTERMEN VAN DE LAGERE SCHOOL Leergebied: lichamelijke opvoeding, domein: motorische competenties, rubriek: zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties 1.1. De leerlingen kunnen de motorische basisbewegingen op een voldoend flexibele en verfijnde wijze aanwenden in gevarieerde en complexe bewegingssituaties. Voorbeeld: rollen van hoog naar laag of omgekeerd, rollen over iets. 1.2. De leerlingen kunnen veiligheidsafspraken naleven. Voorbeeld: de leerlingen kunnen landings- en valtechnieken toepassen. 1.5. De leerlingen kennen en gebruiken hun voorkeurzijde om te wenden en te draaien rond de lengteas. 1.12. De leerlingen kunnen verschillende vormen van rollen uitvoeren. Voorbeeld: rollen vanuit handenstand koprol op de plint, rollen na landing. (Bron: www.ond.vlaanderen.be)
Filmtip
bekijk het volledige interview op www.vallenenopsta an.be/video/taak-v an-de-school .
“Elke school kiest zelf hoe ze ‘leren vallen’ concreet maakt op de klasvloer”
Als coördinerend inspecteur van het basisonderwijs was Gary Peeters betrokken bij de uitwerking van de eindtermen in het Vlaams Basisonderwijs. Daarin wordt vanuit verschillende leergebieden verwezen naar leren vallen. Hetzelfde geldt trouwens voor de ontwikkelingsdoelen van het kleuteronderwijs. Welke doelen moet je als kleuterleid(st)er bereiken? “De kleuters moeten leren dat ze bij het springen hun armen op de juiste plaats moeten houden en bij de landing een lichte kniebuiging moeten maken. Daarnaast moeten ze met een aanloop kunnen duiken op een dikke landingsmat. Die opdracht zit ingebakken in de ontwikkelingsdoelen van de kleuterschool. Met bewegingsspelen en -oefeningen in allerlei vormen en richtingen kan je deze doelen bereiken.” Waar werken de leraren van de lagere school naartoe? “Een van de belangrijkste eindtermen zegt dat de kinderen op het einde van de lagere school in staat moeten zijn om een vertrouwde route zelfstandig en veilig af te leggen, ook met de fiets. Naast preventieve maatregelen, zoals bijvoorbeeld een fietshelm en de herkenning van gevaren, moeten ze leren vallen om kwetsuren te voorkomen. Daar kan je als leerkracht best zo vroeg mogelijk mee beginnen, omdat ze dan beter de automatismen verwerven.” Wat is het ideale traject in de praktijk? “Hoe je dit als school het beste aanpakt, hangt af van je eigen leerplan, je pedagogische project, de materiële mogelijkheden en het lerarenteam. Elke school bepaalt dus zelf op welke manier ze de eindtermen of ontwikkelingsdoelen bereikt. Natuurlijk stopt het project ‘leren vallen’ niet na het zesde leerjaar. Het secundair onderwijs moet verder bouwen op wat er in de lagere school bereikt is.”
9
HOE KAN JE ZE NOG BETER BESCHERMEN?
Te koppig voor bescherming? Maak helmen voor helden! Zelfs met intensieve valpreventie en zorgvuldig aangeleerde valtechnieken kan je een ongelukkige val niet uitsluiten. Meest kwetsbare punt daarbij is het hoofd. Daarom is een fietshelm onmisbaar. Maar hoe overtuig je die fiere meiden en stoere kerels om een helm op te zetten? Door ze supercool te maken. Vijf tips voor een sessie ‘pimp your helmet’ in de klas …
1. Basiskleur
Elk kind heeft zijn of haar lievelingskleur. Een helm met de juiste basiskleur maakt meer kans. Bling Bling of liever niet? Je hebt er die mooi blinken en je hebt er die lekker mat zijn. Maak de juiste keuze bij het begin of spuit de oude helm in de gewenste kleur.
2. Stickers
Met stickers kan je helmen makkelijk naar je hand zetten. Zorg voor stickervellen in allerlei kleuren zodat je leerlingen naar hartenlust kunnen knippen en plakken. Haaientanden, vlammen, bloemenmotiefjes of vlindervleugels ... Bedenk het en plak het! Controleer wel eerst of er geen barst in de buitenschelp zit, voor je de helm volledig met stickers beplakt. Na een val op de helm moet je de stickers verwijderen om opnieuw op barsten te controleren.
3. Attributen
Met rubber, pijpenrijgers, piepschuim of karton geef je de helm nog een opvallende toets. Wat dachten ze van een klein kroontje of een reeks drakenstekels? Gebruik enkel soepele en dus buigbare materialen, zodat het geheel zo rond mogelijk blijft, en het risico op gevaarlijke rotaties van het hoofd bij contact met de grond niet groter wordt.
4. Namen
Op je zelf versierde helm mag best ook je eigen naam staan, toch? Zet hem erop in mooi krullende letters met glitterstift of in robotletters met aluminiumfolie. Mooi meegenomen: een verloren helm vindt zo makkelijk zijn heldje terug.
5. Jasje
surftip
Heb je geen tijd om een fietshelm te versieren maar wil je toch een cool exemplaar? In de preventieshop* vind je funky fietshelmen met karakter. Surf naar www.kbcpreventieshop.be.
Je kan de helm ook laten voor wat ie is en er een origineel jasje voor maken. Dat kan je breien, naaien of maken in papier-maché. Voordeel: de helm blijft mooi intact en je kan regelmatig wisselen van jasje.
Samen de helm versieren geeft de kinderen een leuke extra motivatie om de helm te dragen. De gouden regel blijft: jong geleerd is oud gedaan. Maar geef vooral zelf het goede voorbeeld en zet ook een helm op! “Met lichten of stickers erop zou een helm veel cooler zijn. Als meer mensen er een zouden dragen, zou ik het leuker vinden om er een op te zetten.” Richiano, 11
10
jaar
Prof. Depreitere
Filmtip
bekijk het volledige interview op www.vallenenopsta an.be/video/hoofdle tsels.
“Dit is een no-brainer: draag een helm!” Prof. dr. Bart Depreitere, neurochirurg aan het UZ Leuven, behandelt het hele jaar door verkeersslachtoffers met een hoofd- of hersenletsel. Als geen ander kan hij het belang van een fietshelm inschatten. Waarom is een helm nu net voor fietsers zo belangrijk? “Omdat het zowat de enige beschermingsmaatregel is die ze voorhanden hebben. Een fiets heeft immers geen gordel of airbag. Bovendien zal een fietser bij een val heel vaak op het hoofd terechtkomen. Er is voldoende bewijs dat een helm daarbij bescherming biedt. Ik kan dus niet genoeg benadrukken dat fietsers een helm zouden moeten dragen. Je kan nooit zeggen ‘ik val toch niet’. Het gevaar kan altijd uit een onverwachte hoek komen.” Welke risico’s verminder je met een fietshelm? “Als fietsers medische hulp nodig hebben na een ongeval, dan draait het hoofdzakelijk om hoofd- en hersenletsels. En bij een overlijden of blijvende handicap gaat het bijna uitsluitend om die gevallen. Een helm beschermt dus vooral tegen een ernstige handicap, verlamming en overlijden. Studies wijzen uit dat de risico’s aanzienlijk verminderd worden. Ik zou de fietshelm dan ook verplicht maken, zeker tot de leeftijd van 16 jaar.” Wat is de ideale fietshelm? “Er zijn veel verschillende designs op de markt, maar een goede helm is zeker niet merk- of prijsgebonden. Ten eerste koop je best een helm die zo goed mogelijk het ganse hoofdoppervlak bedekt, zeker ook de slaapstreek, want daar is het bot dun. Ten tweede kies je best voor een model dat zo rond mogelijk is. Uitsteeksels kunnen de draaibeweging – die net zo gevaarlijk is voor het hoofd – nog versnellen.”
11
Dit dossier is een initiatief van KBC Groep NV, ondersteund en gevalideerd door de Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen van de KU Leuven. Meer informatie, tips en filmpjes vind je op
www.moederspreventiewinkel.be & www.vallenenopstaan.be. Content & vormgeving: Xenarjo CVBA. Verantwoordelijke uitgever: KBC Groep NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. BTW BE 0403.227.515, RPR Brussel. © 2014 KBC Groep NV *Uitgebaat door 24+ NV, Pastoor Coplaan 100, 2070 Zwijndrecht, België, BTW BE 0895.810.836, RPR Antwerpen. Een onderneming van de KBC-groep.