Meerjarenbeleidsplan Utrechts Landschap 2013-2017
Utrechts Landschap, verrassend dichtbij
Inleiding In 2012 bestond Utrechts Landschap 85 jaar. Gedurende deze periode heeft het zo’n 5000 ha natuurgebied in eigendom verworven en voor altijd veiliggesteld. Deze terreinen zijn niet alleen van groot belang voor behoud van biodiversiteit, er bevinden zich vele historische gebouwen en andere sporen van een rijke cultuurhistorie. Jaarlijks genieten honderdduizenden inwoners en bezoekers van de provincie Utrecht van de terreinen van Utrechts Landschap. Utrechts Landschap heeft deze resultaten kunnen boeken dankzij steun vanuit de samenleving. Overheden, particulieren, bedrijven en fondsen hebben met Utrechts Landschap samengewerkt en financieel bijgedragen aan het werk van de stichting. Het maatschappelijk speelveld waarbinnen Utrechts Landschap opereert is continu in beweging. In die 85 jaar is er weliswaar deskundigheid en erkenning opgebouwd als het gaat om beheer, onderhoud en exploitatie van terreinen en gebouwen, maar de maatschappelijke steun is niet vanzelfsprekend. Dit meerjarenbeleidsplan voor de periode 2013-2017 verschijnt op een moment dat het speelveld flink in beweging is. De afgelopen decennia heeft de overheid een actieve rol gespeeld in het natuurbeleid en daar ook
middelen voor beschikbaar gesteld. Mede vanuit financiële overwegingen doet de overheid nu een stap terug. Voor het boeken van resultaten zal de steun van particulieren, bedrijven en fondsen nog belangrijker worden dan de afgelopen jaren. De missie van Utrechts Landschap is onverminderd actueel: het beschermen en versterken van natuur, landschap en erfgoed in de provincie Utrecht. Er ligt een uitdaging om particulieren en bedrijven meer dan voorheen daar bij te betrekken bijvoorbeeld door nieuwe vormen van ‘eigenaarschap’. Vanuit deze betrokkenheid zal ook de financiering van het werk verder versterkt moeten worden. Van oudsher vindt Utrechts Landschap zijn achterban in de directe omgeving van haar terreinen. Uitdaging is om de komende jaren de stedeling meer te betrekken bij de doelen en het werk van de organisatie.
Inhoud Dit meerjarenbeleidsplan is als volgt opgebouwd: 1. beschrijving van Utrechts Landschap 4 2. maatschappelijke trends
7
3. positionering
10
4. belangrijkste opgaven
14
5. samenwerking
20
6. organisatie
24
Meerjarenbeleidsplan 3
1. Wat is en doet Utrechts Landschap? Historie Utrechts Landschap is opgericht in 1927 door vertegenwoordigers van de Provincie Utrecht en Natuurmonumenten. Achterliggende gedachte was de behoefte aan een natuurbeschermingsorganisatie op provinciaal niveau die zich kan ontfermen over natuurgebieden die anders in handen zouden komen van speculanten. Utrechts Landschap was het eerste ‘provinciaal landschap’, later volgden elf anderen die nu samenwerken onder de koepel De12Landschappen. Statutaire doelstelling “Het doel van de stichting is het bevorderen van het behoud van het natuur- en landschapsschoon en cultuurhistorie in de provincie Utrecht. Daaronder wordt verstaan al datgene wat tot de aantrekkelijkheid van het landschapsbeeld bijdraagt, waartoe mede kunnen worden gerekend de merkwaardigheden op het gebied der natuurhistorie en de voortbrengselen van menselijke werkzaamheid, welke door hun vorm, ligging of ouderdom de waarde van het landschapsbeeld verhogen.” Of in hedendaagse taal: alles wat de kwaliteit van natuur en het landschap in de provincie Utrecht ten goede komt. De belangrijkste middelen om deze doelen te realiseren zijn (1) zorgvuldig beheer van de natuurgebieden, restauratie en onderhoud van de historische gebouwen en openstelling van haar bezittingen voor het publiek en (2) verwerving in eigendom. De beste garantie voor veiligstelling van gebieden en gebouwen is eigendom. Dit heeft in de afgelopen 85 jaar heel wat opgeleverd. In 2012 heeft Utrechts Landschap bijna vijfduizend hectare natuurgebied, waaronder veel landgoederen, en zo’n tweehonderd gebouwen en bouwwerken. Het zwaartepunt van de bezittingen ligt in de oostelijk helft van de provincie
4 Utrechts Landschap
(Utrechtse Heuvelrug, Gelderse Vallei, Kromme Rijngebied en uiterwaarden Nederrijn en Lek). Organisatie Utrechts Landschap is een stichting. De eindverantwoordelijkheid ligt bij het bestuur, dat bestaat uit zeven personen. Het bestuur wordt gecontroleerd door een raad van toezicht. Vanaf de oprichting is de Commissaris van de Koningin voorzitter van de raad van toezicht. De werkorganisatie bestaat uit ± vijftig medewerkers (ruim veertig fte). Ruim de helft van de medewerkers is werkzaam in het dagelijks beheer en onderhoud van natuurgebieden en historische gebouwen. Er zijn ± vierhonderd vrijwilligers actief voor Utrechts Landschap. Ze zijn betrokken bij het terreinbeheer, onderhoud van historische gebouwen (o.a. veertig molenaars) en publieksactiviteiten (o.a. bemensen van negen infocentra en vaartochten op Nederrijn en Kromme Rijn). Belangenbehartiging Utrechts Landschap komt op voor de belangen van natuur, landschap en erfgoed. We nemen zelf initiatieven, vaak in de vorm van een integrale visie op een bepaald gebied of thema. Deze visie wordt gepresenteerd tijdens de jaarlijkse Week van het Landschap die op locatie plaatsvindt. Voorbeelden zijn ‘Hart van de Heuvelrug’ en ‘Venster op de Vallei (2000)’. Bij de realisatie werken we samen met gebiedspartners. Ook reageert Utrechts Landschap op ontwikkelingen die ten koste gaan van de kwaliteit van het landschap, zeker als er een relatie is met de eigen terreinen.
Maatschappelijke positie Utrechts Landschap heeft een ANBI-status (algemeen nut beogende instelling) en een CBF-keurmerk (keurmerk voor fondsenwervende instellingen). Utrechts Landschap wordt gesteund door bijna 23.000 donateurs (‘Beschermers’). Daarnaast wordt de organisatie gesteund door een netwerk van ongeveer vijftig bedrijfsvrienden. Utrechts Landschap ontvangt jaarlijkse een bijdrage van de Nationale Postcode loterij. Financiering Utrechts Landschap moet zelf financiële middelen genereren om zijn doelen te realiseren. Naast een uitvoerende organisatie is Utrechts Landschap ook een fondsenwervende organisatie met een brede financiering. Er zijn drie bronnen die ruwweg 1/3 van de inkomsten voor hun rekening nemen: • ‘Charitas’: donaties, sponsoring, fondsen (waaronder Postcodeloterij). • Eigen inkomsten: met name uit gebouwen (verhuur en erfpacht) en in mindere mate verkoop van hout. • Subsidie: basissubsidie voor beheer natuurgebieden en onderhoud rijksmonumenten en provinciale subsidie voor ondersteuning van de organisatie (o.a. publieksbereik, bijdrage aan initiërende projecten). Naast elke euro subsidie, legt Utrechts Landschap twee euro’s bij dankzij particuliere bijdragen en eigen inkomsten.
Samenwerking Utrechts Landschap onderhoudt goede relaties met haar buren (boeren, particuliere grondeigenaren, omwonenden) en werkt in veel verbanden samen, waaronder: • ‘Oostbroek’: samenwerking tussen zes provinciale natuur- en milieuorganisaties. Gezamenlijk optrekken bij trajecten als Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie. • ‘ Utrechts model’: intensieve samenwerking en afstemming tussen Landschap Erfgoed Utrecht en Utrechts Landschap. De organisaties zijn complementair en bestrijken gezamenlijk het gehele werkveld van natuur, landschap en erfgoed. De één (UL) primair door te verwerven en te beheren, de ander (LEU) door particuliere grondeigenaren te ondersteunen. Gezamenlijke huisvesting op landgoed Oostbroek. • De12Landschappen: samenwerkingsverband tussen 12 provinciale landschappen t.b.v. landelijke vertegenwoordiging. • Gebiedscommissies Agenda Vitaal Platteland (AVP): actieve inbreng in diverse gebiedsprocessen in Utrecht, gericht op uitvoering van rijks- en provinciaal beleid op het vlak van natuur en landschap. Binnen deze gebiedscommissies wordt samengewerkt met overheden, particuliere grondeigenaren, landbouworganisaties, recreatieondernemers en collega-terreinbeheerders. • In het kader van gebiedsontwikkeling werkt Utrechts Landschap op projectbasis samen met provincie Utrecht, gemeenten, waterschappen en andere partijen. Voorbeelden zijn de projecten Hart van de Heuvelrug, De Schammer, Ruimte voor de Rivier. • Utrecht 2040: actieve inbreng bij en bijdrage aan realisatie van de doelen Utrecht 2040 (een duurzame en aantrekkelijke provincie).
Meerjarenbeleidsplan 5
Heidestein
6 Utrechts Landschap
Grutto
2. Wat is er gaande? Maatschappelijke steun Mensen zijn niet meer vanzelfsprekend lid van omroep, politieke partij en/of vakbond. Ze zijn minder geneigd om zich voor langere tijd aan een bepaalde organisatie te binden. Betrokkenheid verloopt tegenwoordig langs vele lijnen, waaronder social media. Ook Utrechts Landschap heeft daarmee te maken. De achterban van Utrechts Landschap is op leeftijd. Hoewel het aantal Beschermers van Utrechts Landschap zich de afgelopen jaren heeft gestabiliseerd rond 23.000 huishoudens, bestaat het risico van een afkalvende achterban en teruglopende inkomsten. Werken aan de relatie met onze Beschermers blijft daarom geboden. Het werkveld natuur is de afgelopen jaren gedomineerd door de overheid en ‘deskundigen’. De betrokkenheid van het brede publiek bij natuur en landschap is enigszins op de achtergrond geraakt. Niettemin genieten jaarlijks miljoenen mensen van de terreinen van Utrechts Landschap. Er ligt een uitdaging om de betrokkenheid van burgers bij natuur te versterken, ook vanwege de terugtrekkende beweging van de overheid.
Aandachtspunten • opnieuw invullen van concept van ‘beschermerschap’ met aandacht voor vormen van mede-eigenaarschap • activeren van de betrokkenheid met natuur en cultuur van de inwoners van de provincie, met name de bezoekers van onze terreinen en gebouwen
Terugtrekkende overheid In 1990 werd het Natuurbeleidsplan door de Tweede Kamer vastgesteld, het begin van de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur. Ruim 20 jaar heeft de overheid actief gewerkt aan de EHS en een groot deel van de financiering voor haar rekening genomen. Naast behoud van bestaande natuur, kwam er veel aandacht voor de ontwikkeling van ‘nieuwe natuur’. Dit alles volgens een zeer planmatige aanpak, met door de overheid geformu-
leerde natuurdoelen. Deze werkwijze heeft veel tastbare resultaten opgeleverd in de vorm van nieuwe natuur en ecologische verbindingen. Dit succes heeft ook een keerzijde. Door de focus op realisatie van de plannen kwam de relatie met het ‘brede publiek’ op de achtergrond. Het denken over natuur werd gedomineerd door overheid en deskundigen. Bezuinigingen en decentralisatie brengen een andere invulling van natuurbeleid met zich mee. In Utrecht hebben betrokken partijen het ‘Akkoord van Utrecht’ gesloten. Dit akkoord voorziet in een kleinere EHS, waarvan een gedeelte niet meer door de overheid gefinancierd zal worden, maar met andere financiële arrangementen. Daarnaast zal de subsidie voor beheer worden verlaagd. Omdat natuur nu het domein van de provincies wordt, staat Utrechts Landschap dichter bij de besluitvorming en kan hierin een (nog) actievere rol gaan spelen. Kortom, er is ook op dit front meer werk aan de winkel.
Aandachtspunten • meer zelf op zoek naar duurzame financiering van het beheer van bestaande natuurgebieden • ontwikkelen van nieuwe vormen van financiering en gebiedsontwikkeling voor de afronding van de EHS
Natuur In Utrecht is de afgelopen decennia met positief resultaat gewerkt aan de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur. Er zijn nieuwe natuurgebieden bijgekomen, bestaande vergroot en verbonden, ecoducten aangelegd en specifieke maatregelen uitgevoerd gericht op biodiversiteit. Maar een robuust natuurnetwerk is nog niet gerealiseerd en de provincie geeft zichzelf een ‘rode kaart’ wat betreft biodiversiteitsdoelen. Daarnaast is de brede betekenis van natuur voor de samenleving evident, maar is de beeldvorming daarover niet altijd positief of juist.
Aandachtspunten • realisatie van een robuust netwerk conform het Akkoord van Utrecht • positieve beeldvorming over natuur vergroten
Meerjarenbeleidsplan 7
Sandwijck
Cultureel erfgoed Utrechts Landschap was in de eerste tientallen jaren van zijn bestaan vooral een ‘vangnet’ voor landgoederen en buitenplaatsen. Voor landgoederen en buitenplaatsen geldt dat natuur en cultuur verweven zijn. Utrechts Landschap is gericht op cultureel erfgoed in samenhang met het landschap. Utrechts Landschap koestert deze ensemble benadering en heeft dit de afgelopen jaren verder uitgebouwd. Dit is mede gebeurd vanuit een initiatief van de provincie Utrecht begin 21e eeuw voor herschikking van organisaties die actief waren op het vlak van natuur, landschap en erfgoed. Uit een fusie van een aantal organisaties ontstond Landschap Erfgoed Utrecht. LEU ondersteunt en adviseert particulieren bij het beheer van natuur, landschap en erfgoed. De herschikking heeft ertoe geleid dat LEU en Utrechts Landschap complementair zijn aan elkaar. De molenstichting, de enige erfgoedstichting die zelf eigenaar was van erfgoed, werd onder de paraplu van Utrechts Landschap gebracht. Sindsdien is instandhouding van cultureel erfgoed explicieter een doelstelling geworden van Utrechts Landschap en als zodanig in de statuten vastgelegd. Verwerving van steenfabriek Bosscherwaarden en de betrokkenheid bij kasteel Loenersloot komen direct voort uit deze taakopvatting.
Aandachtspunten • verdieping van de rol van Utrechts Landschap ten aanzien van cultureel erfgoed • evalueren en optimaliseren van het ‘Utrechts model’ • voortbouwen op de Utrechtse ontwerptraditie
Utrechts Landschap heeft oog voor een ontwikkelingsgerichte benadering van erfgoed. Utrecht kent een lange ontwerptraditie in landschapsarchitectuur in samenhang met gebouwen en ook in onze tijd kunnen we nieuw erfgoed toevoegen met kwaliteit (behoud door ontwikkeling). Folly op Hoog Beek en Royen
8 Utrechts Landschap
Particuliere grondeigenaren De rol van particuliere grondeigenaren in het natuurbeheer is de afgelopen jaren versterkt. De tijd dat verwerving alleen een zaak was van natuurorganisaties en de provincie verdeeld was in ‘invloedsferen’ van terreinbeherende organisaties, is voorbij. Particulieren kunnen tegenwoordig van vergelijkbare regelingen voor aankoop en beheer gebruik maken. Hun maatschappelijke rol is echter een andere: zij hebben geen charitatieve doelstelling en een andere binding met de Utrechtse samenleving. Het ‘Utrechts model’ leidt ertoe dat Utrechts Landschap geen adviserende of ondersteunende rol heeft ten aanzien van particuliere grondeigenaren. Wel wordt er samengewerkt in de gebiedscommissies (zoals het Nationaal Park) en streeft Utrechts Landschap naar goede relatie met zijn buren, dus ook met omliggende particuliere grondeigenaren.
Aandachtspunten • nadere invulling geven aan de samenwerking tussen Utrechts Landschap en particuliere grondeigenaren
Duurzaamheid Ook Utrecht heeft te maken met de gevolgen van klimaatverandering. Utrechts Landschap spant zich in om de effecten op de natuur zo klein mogelijk te houden, onder andere door actief te werken aan een netwerk van natuurgebieden. Van Utrechts Landschap mag ook verwacht worden dat de organisatie zich maximaal inzet om bewust met energie en grondstoffen om te gaan. Dat geldt bijvoorbeeld voor het energiegebruik in de (historische) panden, inzet van machines in het beheer, de bedrijfsauto’s en de toepassing van materialen bij bouw en restauraties. Onderzocht wordt of er mogelijkheden zijn om biomassa te benutten.
Aandachtspunten • verduurzamen van de eigen bedrijfsvoering
Landbouw De ontwikkeling van de landbouw is bepalend voor de toekomst van het landelijk gebied. Landbouw en natuur zijn bondgenoten tegen een verdere verstedelijking van de provincie. Aan de andere kant biedt een op puur economische leest geschoeide landbouw weinig ruimte voor behoud laat staan herstel van biodiversiteit. Agrarisch natuurbeheer is het meest zinvol in ruimtelijke samenhang met natuurgebieden en leidt meestal niet tot de gewenste resultaten bij een versnipperde aanpak. In het westelijke veenweidegebied speelt de problematiek van bodemdaling en komt de landbouw vroeg of laat voor de keuze te staan: doorgaan op economische basis of extensiveren en verbreden. In delen komt de optie van grootschalige vernatting aan de orde, met nieuwe combinaties van wonen, recreatie, waterberging en/of natuur. In het oostelijke deel van de provincie zijn de veranderingen kleinschaliger. Maar ook hier drukken ontwikkelingen in de intensieve veehouderij (Gelderse Vallei), melkvee houderij (Eemland) en fruitteelt (Kromme Rijn) hun stempel op het landschap.
Aandachtspunten • anticiperen op veranderende landbouw, vooral aandacht voor stadsrandzones • samenwerking opbouwen met agrariërs die verbreden en/of extensiveren
Lakenvelders op Oostbroek
Meerjarenbeleidsplan 9
3. Positionering Visie en missie In het verlengde van de statutaire doelstelling heeft Utrechts Landschap:
als visie: Een mooi landschap, rijk aan natuur en cultuur, is onmisbaar voor de Utrechtse samenleving als missie: Utrechts Landschap werkt actief aan het behouden, versterken en ontwikkelen van natuur, landschap en erfgoed en wil mensen daarbij betrekken en ruimte bieden om daarvan te genieten als kernwaarden: Betrokken, daadkrachtig en vernieuwend Betrokken Midden in de Utrechtse samenleving Utrechts Landschap is als organisatie, zowel medewerkers als vrijwilligers, zeer betrokken bij natuur, landschap en erfgoed in Utrecht. Mensen zetten zich met passie voor deze organisatie in. Het werk van Utrechts Landschap leidt tot concrete, tastbare resultaten en dat motiveert mensen. Utrechts Landschap is niet alleen betrokken bij de eigen terreinen en gebouwen. Hij hecht aan een goede relatie met buren, overheden, bedrijven
10 Utrechts Landschap
en instellingen. Utrechts Landschap staat midden in de samenleving. Utrechts Landschap staat voor de kernkwaliteit van de provincie Utrecht: de balans tussen stad en land, tussen rood en groen, tussen natuur en cultuur. De organisatie wil deze balans bewaken door aandacht te geven aan de kwaliteit van het landschap, de ‘groene kant’ van de Utrechtse medaille. De achterban heeft een duidelijke binding met de terreinen van Utrechts Landschap. Een naar verhouding groot deel van de Beschermers woont in de directe omgeving van de natuurgebieden. Hun steun heeft betrekking op iets wat ze zelf kennen en waarderen. Deze betrokkenheid kan zich verder ontwikkelen. Bijvoorbeeld door naast het recreatief gebruik van onze gebieden ook het gevoel van ‘eigenaarschap’ te versterken. Of door niet alleen de directe buren aan te spreken, maar ook de inwoners van de steden Utrecht en Amersfoort. En de relatie met Utrechtse bedrijven en instellingen uit te bouwen en te intensiveren.
Utrechts Landschap is zichtbaar aanwezig in de regio. De boswachter en zijn medewerkers zijn het gezicht in de terreinen en direct aanspreekbaar. De vrijwilligers zorgen voor een warm welkom in de infocentra en voor vele activiteiten. Voor overheden, bedrijven en instellingen is Utrechts Landschap makkelijk te benaderen. Utrechts Landschap is altijd bereid om resultaten te boeken door samenwerking. Landschap als verbindend thema Utrechts Landschap richt zich op natuur en cultuur. De betrokkenheid kent een breed spectrum: van ‘wildernis’ in de Blauwe Kamer tot het ‘gaande werk’ van een poldermolen. De term ‘landschap’ weerspiegelt goed de breedte van het werkterrein. Het omvat de natuur, het cultuurlandschap en het historisch erfgoed. Utrechts Landschap opereert vanuit de samenhang tussen natuur en cultuur, gebouwd en ongebouwd. Het begrip ‘ensemble’ is daarbij leidend.
Molen van de Polder Buitenweg
Utrechts Landschap heeft twee ‘zusterstichtingen’: Utrechtse Molens en Kasteel Loenersloot. Provincie als werkgebied De focus van Utrechts Landschap ligt op haar eigen terreinen en gebouwen. Een blijvende instandhouding vraagt om een grote inspanning op het vlak van beheer, onderhoud en financiering. De kwaliteit van natuur, landschap en erfgoed is vaak sterk afhankelijk van wat er in de omgeving gebeurt. Daar wil Utrechts Landschap zo nodig ook invloed op uitoefenen. De belangenbehartiging richt zich daarom mede op wat er buiten de grenzen van het eigendom gebeurt. Het gaat daarbij om zaken als ‘ontsnippering’, aanpak verdroging en faunabeheer. Als het gaat om het behartigen van de belangen van natuur en landschap op het niveau van de gehele provincie, beperkt Utrechts Landschap zich tot enkele majeure thema’s die het eigendom overstijgen: • De realisatie van een samenhangend netwerk van natuurgebieden, als onderdeel van een landelijk (EHS) en Europees (Natura 2000) netwerk. • Het bewaken van de Utrechtse traditie op het vlak van landschapsontwerp en architectuur die heeft geresulteerd in buitenplaatsen, landgoederen, industrieel en militair erfgoed. Door nieuwe ontwikkelingen en transformaties in deze traditie te plaatsen, leveren deze een bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit in plaats van er afbreuk aan te doen. • Ruimtelijke ordening op provinciaal niveau in relatie tot de kwaliteit van het landschap.
Kasteel Loenersloot
Daadkrachtig Praktische organisatie Utrechts Landschap is een organisatie van doeners, gericht op uitvoering. Meer dan de helft van de medewerkers is betrokken bij het dagelijks beheer van natuurgebieden en gebouwen. De medewerkers zijn gericht op praktische oplossingen. Door de beperkte omvang kan Utrechts Landschap slagvaardig reageren op externe ontwikkelingen. Ook strategisch opereert Utrechts Landschap pragmatisch met oog voor andere maatschappelijke belangen. Dat leidt tot integrale visies waarbij niet alleen natuur, maar ook zo veel mogelijk andere belangen erop vooruit gaan. Financiën Utrechts Landschap heeft meerdere financiële bronnen (1/3 subsidie, 1/3 eigen inkomsten, 1/3 charitas). Maar geen van die bronnen is vanzelfsprekend, voor elke euro moet worden gewerkt. Dankzij de brede financiering is Utrechts Landschap niet afhankelijk van één geldstroom. De organisatie is daardoor minder kwetsbaar en kan voor een belangrijk deel ‘de eigen broek ophouden’. Dat geeft goede garanties voor de continuïteit van het werk.
Meerjarenbeleidsplan 11
Oostbroek
Utrechts Landschap wil niet afhankelijk zijn van subsidies en politieke afwegingen, maar streeft wel naar een blijvende financiële betrokkenheid van de overheid bij zijn werk. Natuur, landschap en erfgoed behoren tot het publieke domein en dat komt tot uiting in het beschikbaar stellen van maatschappelijke middelen voor beheer en onderhoud. Vanzelfsprekend geldt daarbij als voorwaarde dat de terreinen zijn opengesteld voor het publiek en daar komt Utrechts Landschap graag aan tegemoet. Vernieuwend Ontwikkelingsgericht Utrechts Landschap wil niet alleen conserveren, maar waar mogelijk en nodig ook ontwikkelen. De Blauwe Kamer was één van de eerste gebieden waar de rivier weer ruimte kreeg. De zomerkade werd afgegraven en kilometers prikkeldraad verwijderd. De natuur kreeg alle ruimte om het gebied zelf in te vullen met een belangrijke rol voor grote grazers. Het werd een voorbeeldproject waarvoor nationaal en internationaal veel belangstelling bestaat. In het beheer van het bos is het concept van geïntegreerd bosbeheer ontwikkeld dat zich richt op versterking van biodiversiteit, belevingswaarde en toekomstgerichte instandhouding. Verschillende varianten daarvan worden inmiddels toegepast in het Nederlandse en Vlaamse bos. Architectuur en landschapsarchitectuur met oog voor kwaliteit heeft de provincie onder andere veel buitenplaatsen opgeleverd, zowel langs de Vecht als de Stichtse Lustwarande. Een deel hiervan is in eigendom en beheer van Utrechts Landschap. Erfgoed is niet alleen iets wat onze voorouders maakten; ook in deze tijd kan nieuw erfgoed met kwaliteit toegevoegd worden. Utrechts Landschap heeft hier in het klein invulling aan gegeven in de vorm van het Godebald-prieel op Oostbroek en de folly ‘Zeist aan Zee’ in Hoog Beek & Royen.
12 Utrechts Landschap
Gebiedsontwikkeling en financiering Ook op het vlak van gebiedsontwikkeling en regionale financiering is Utrechts Landschap vernieuwend. Het project Hart van de Heuvelrug, geïnitieerd door Utrechts Landschap, is gebaseerd op een verdienmodel. Verkenning van samenwerking met ondernemers uit de regio, heeft enkele interessante initiatieven opgeleverd, zoals de ‘Heuvelrugkist’ (uitvaartkist) en locatieverhuur. Dergelijke initiatieven versterken de regionale financiering van het werk van Utrechts Landschap. De omstandigheden in de provincie Utrecht zijn relatief gunstig om dergelijke initiatieven te ontwikkelen; het kan een ‘proeftuin’ voor Nederland zijn als het gaat om nieuwe vormen van financiering, gebiedsontwikkeling en mede-eigenaarschap.
Meerjarenbeleidsplan 13
4. Opgaven Vanuit de ervaring van 85 jaar natuurbescherming, de analyse van het huidige speelveld en de positionering, ziet Utrechts Landschap zich de komende jaren gesteld voor vijf uitdagingen:
1. Borgen van duurzaam beheer en onderhoud 2. Relatie stad-land 3. Realisatie netwerk natuurgebieden 4. Ruimte bieden aan beleving 5. Versterking achterban 1. Borgen van duurzaam beheer en onderhoud Aan Utrechts Landschap zijn zo’n 5000 hectare natuurgebied en vele historische gebouwen toevertrouwd. Kerntaak van de organisatie is duurzame instandhouding van dit rijke bezit. Dat vraagt om een duidelijke doelstelling, inzet van deskundig personeel bij de uitvoering en voldoende financiële middelen. Terreinbeheer De uitgangspunten voor het beheer van de natuurterreinen zijn vastgelegd in de Beheervisie (2012) . Voor de terreinen zijn beheerplannen gemaakt. Dit heeft er onder andere toe geleid dat er op de buitenplaatsen meer aandacht wordt gegeven aan cultuurhistorische aspecten, er meer ruimte komt voor heide en een deel van de graslanden intensiever beheerd gaat worden. De beheerplannen worden vertaald naar jaarlijkse werkplannen, waarin de besteding van tijd en geld wordt vastgelegd. Binnen de werkplannen wordt
14 Utrechts Landschap
de afweging gemaakt welke werkzaamheden worden uitbesteed en wat in eigen beheer wordt uitgevoerd. Ook de opbrengsten worden in beeld gebracht. Deze zijn onder andere afkomstig van de verkoop van hout, verpachting of in gebruikgeving van grond. De ontwikkelingen in de terreinen (flora,fauna) worden gevolgd via een monitoringsprogramma. Dit wordt jaarlijks vastgesteld en is van belang vanuit subsidievoorwaarden, evaluatie van het beheer en publieksvoorlichting. Een groot deel van de inventarisaties wordt gedaan door vrijwilligers met veel kennis en betrokkenheid. Voor specifieke opdrachten en langjarig onderzoek worden bureaus ingehuurd. Gebouwen Gebouwen zijn gedeeltelijk verhuurd, gedeeltelijk in erfpacht uitgegeven. Voor de gebouwen die in eigen beheer zijn, maakt Utrechts Landschap meerjaren-onderhoudsplannen. Deze worden vertaald naar een jaarlijks onderhoudsprogramma. De bestemming van de gebouwen is gericht op een gezonde exploitatie. Een aantal panden biedt mogelijk ruimte voor verhoging van inkomsten, maar aan de andere kant is de woningmarkt dermate onzeker, dat het streven is om de huidige inkomsten op peil te houden.
Financiering beheer en onderhoud De middelen die de overheid beschikbaar stelt voor beheer van natuur en instandhouding van erfgoed, zullen naar verwachting fors gaan dalen. Bijstelling van de doelen kan daar een reactie op zijn, maar dat gaat ten koste van de kwaliteit van natuur en erfgoed. In eerste instantie zal Utrechts Landschap zich richten op het versterken van andere financieringsbronnen en op het verminderen van kosten door inzet van vrijwilligers. Pas in tweede instantie zullen eventueel doelen worden bijgesteld. Meest kwetsbaar hiervoor zijn de intensief beheerde natuurgebieden als hakhout, hooilanden en de buitenplaatsen. Ook toezicht en handhaving kunnen onder druk komen te staan. Het gaat te ver om daar in dit meerjaren beleidsplan op vooruit te lopen. Om een goed beheer en onderhoud de komende jaren te kunnen garanderen zijn de volgende punten geformuleerd:
Speerpunten 2013-2017 • Versterken van eigen inkomsten uit terreinen door ruimte te bieden aan economische activiteiten die aansluiten op de doelstelling (voorbeelden: natuurbegraafplaats, buitenschoolse opvang). Nadere invulling door samenwerking met (regionale) ondernemers. • Gerichte donaties voor het beheer in de vorm van ‘adoptie’ (mede-eigenaarschap) door particulieren of bedrijven van bestaande natuurgebieden, eventueel in combinatie met ‘vrucht gebruik’ (appels, brandhout, etc.). • Versterken van inzet vrijwilligers bij het terreinbeheer, met als speerpunt de buitenplaatsen (‘tuinbazen’). Vooral om de betrokkenheid van mensen bij de terreinen te bevorderen en daarbij kostenbesparing te realiseren. Naast een vast groepje vrijwilligers, kan gedacht worden aan werkdagen voor Beschermers, omwonenden of bedrijven. • Eigen bedrijfsvoering verduurzamen: energiegebruik, mobiliteit, gebruik duurzaam hout (bij voorkeur uit eigen bos), etc. • Vergroten van toegevoegde waarde van producten (voorbeelden: Heuvelrugkist, brandhoutveiling, wildernisvlees). • Uitbreiden van aantal vakantiehuisjes tot circa 5. • Infocentra buiten de openingstijden inzetten voor locatieverhuur.
2. Relatie stad-land Utrecht is in hoge mate verstedelijkt. Voor veel stedelingen is het lastig om op een aangename manier ‘buiten’ te komen: afstand, barrières in de vorm van infrastructuur. Daarnaast is er te weinig natuur in de directe omgeving van de grote steden. De natuurgebieden rond de steden (bijvoorbeeld Amelisweerd, Beerschoten/Houdringe) worden dan ook druk bezocht. Utrechts Landschap ziet dat de behoefte groot is en wil rond Utrecht en Amersfoort een belangrijke rol vervullen om de betekenis van en betrokkenheid bij natuur voor inwoners van deze regio’s veel groter te laten zijn. Dat betekent ook dat er meer aansluiting gezocht wordt met wensen van burgers. De uitgangssituatie in Utrecht is gunstig om de relatie tussen stad en land te verbeteren. In vergelijking met de rest van de Randstad is er veel natuur en een grote variatie aan landschappen. Utrechts Landschap heeft een stevige achterban in de plaatsen waar zijn natuurgebieden liggen. Die betrokkenheid met ‘natuur dichtbij’ zou er ook kunnen zijn in steden als Utrecht en Amersfoort en omliggende plaatsen als Nieuwegein, Houten en Leusden. Om de relatie tussen stad en land te verbeteren, is er behoefte aan meer natuur in de stadsrand. En dan natuur waar je als stedeling ook wat aan hebt. Voor de een is dat ontspanning, voor de ander juist inspanning. De betrokkenheid en binding van bewoners wordt vergroot door de gelegenheid te geven om een stuk natuur te adopteren, hen meer te laten meedenken over inrichting en (mede)verantwoordelijk te laten zijn voor het beheer. Vanwege het diverse karakter van de stedelijke populatie, gaat het daarbij waarschijnlijk om een breed spectrum aan wensen.
Meerjarenbeleidsplan 15
Speerpunten 2013-2017 • Actief contact leggen met inwoners van stedelijke gebieden om een beeld te krijgen van wensen en ideeën ten aanzien van de natuur rond de stad. Deze betrokkenheid vertalen naar concrete resultaten en naar werving van Beschermers. • Nader invulling geven aan de visie ‘De Tuinen van Utrecht’ (2009), waarbij mensen ‘mede-eigenaar’ worden van een stukje natuur in de stadsrand. Inwoners van de stad Utrecht adopteren een stukje natuur buiten de stad waar ze kunnen picknicken, zonnen of oogsten van hun eigen appelboom. Utrechts Landschap beheert het landschappelijk raamwerk, de gebruiker verzorgt zijn eigen stukje natuur. Naast individuele gebruikers en gezinnen, biedt deze werkwijze ook mogelijkheden om ‘communities’ als scholen, verzorgingshuizen of moskeeën te betrekken bij natuur rond de stad. • Meer bedrijven vanuit hun visie op maatschappelijk verantwoord ondernemen betrekken bij de ontwikkeling van natuur rond de stad (bijvoorbeeld door een Streekfonds ‘Groen Utrecht’ en/of ‘Groen Amersfoort’).
3. Realisatie netwerk natuurgebieden Het speelveld voor verwerving van natuur is drastisch veranderd. Aankoopsubsidie zal alleen nog beschikbaar zijn voor gebieden die deel uitmaken van de ‘herijkte’ EHS. Deze omvat 1500 ha nieuwe natuur van de aanvankelijke resterende opgave van 6000 ha nog te realiseren EHS. Het zwaartepunt van deze opgave ligt bij enkele grote natuurontwikkelingsprojecten in het westelijk deel van de provincie. Voor Utrechts Landschap zijn vooral de Elster Buitenwaarden en enkele afrondingsaankopen van belang. De herijkte EHS wordt gefinancierd met overheidsmiddelen; het voortouw ligt bij de provincie. Het accent van de inspanningen van Utrechts Landschap zal liggen op gebieden binnen de ‘groene contour’. Dit zijn gebieden die van belang zijn om de EHS af te ronden, maar waarvoor vooralsnog geen overheidsmiddelen beschikbaar zijn. Zodra hier nieuwe natuur wordt ontwikkeld, maakt deze deel uit van de EHS. In de gehele provincie gaat het om 3000 ha. Utrechts Landschap inventariseert voor welk deel van deze opgave zij zich (mede) verantwoordelijk voelt en formuleert vervolgens een strategie. Deze strategie zal ingaan op mogelijke samenwerkingspartners en nieuwe vormen van financiering. Aankoop van bestaande natuurgebieden wordt in principe niet meer financieel ondersteund door de overheid. Bij kleinere, strategische aankopen kan Utrechts Landschap een campagne starten, vergelijkbaar met de Biltse Duinen. Een gerichte werving van legaten (ten behoeve van een ‘aankoopfonds’) of nieuwe vormen van private financiering (‘natuurobligaties’) kunnen aanvullende middelen opleveren. Sommige natuurgebieden zijn in handen van lokale overheden, instellingen of bedrijven. In het verleden heeft een aantal gemeenten natuurgebieden aan Utrechts Landschap overgedragen, in het kader van een kerntakendiscussie of vanuit de wens om deze gebieden blijvend veilig te stellen. Mochten partijen overdracht overwegen, dan staat Utrechts Landschap open voor een serieuze verkenning daarvan. Naast natuur speelt Utrechts Landschap een rol bij de verwerving van erfgoed. De ensemble-benadering vormt daarbij het uitgangspunt. Het erfgoed moet een duidelijke samenhang hebben met de omgeving en Utrechts
16 Utrechts Landschap
Landschap moet afzender zijn van het gehele ensemble. Daar waar erfgoed al een relatie heeft met bestaande natuurgebieden van Utrechts Landschap, wordt een actieve opstelling gekozen; elders een passieve. Voorwaarde voor verwerving van erfgoed door Utrechts Landschap is dat er zicht is op een gezonde financiële exploitatie.
Speerpunten 2013-2017 • Nieuwe natuur realiseren binnen de ‘groene contour’. Verkennen van mogelijkheden voor gebiedsontwikkeling met een verdienmodel (samenwerking met overheden en/of bedrijven). Bij kleinschalige opgaven mogelijkheden verkennen van financiering door particulieren (‘natuurobligaties’); hierbij samenwerken met Groenfonds en/of financiële instellingen. • Samenwerking met provincie bij verwerving in herijkte EHS (Elster Buitenwaarden, afrondingsaankopen). • Gerichte fondsenwerving voor aankoop van bestaande natuur (voeren van gerichte campagnes, instellen van ‘aankoopfonds’, ontwikkelen van nieuwe vormen van private financiering als ‘natuurobligaties’). • Stimuleren van overdracht aan Utrechts Landschap van bos- en natuurgebieden die in eigendom zijn van gemeenten, bedrijven of instellingen. • Verwerven van cultureel erfgoed als dit past in de ‘ensemble-benadering’ en er zicht is op een gezonde exploitatie.
4. Ruimte bieden aan beleving Utrechts Landschap vindt het belangrijk dat mensen kunnen genieten van natuur en erfgoed. Er valt veel te beleven! Openstelling voor het publiek is het uitgangspunt, de wijze waarop en mate waarin is afhankelijk van het terrein en het gebouw. De keuzes daarvoor worden in de beheerplannen gemaakt. Bij monumentale gebouwen die door particulieren bewoond worden, is het streven om het gebouw minimaal 1x per jaar open te stellen tijdens Open Monumentendag. Informatie en routes zullen in toenemende mate ook digitaal beschikbaar komen (apps voor wandelroutes, scannen van QR-code). Op zeven locaties beheert Utrechts Landschap kleinschalige informatiecentra: ‘t Winkeltje van Oostbroek, Paviljoen Beerschoten, Schaapskooi Heidestein, de Blauwe Kamer, de tabaksschuur Amerongen, Koetshuis Stoutenburg en Molen De Hoop (Loenen a/d Vecht). Ook steenfabriek
Bosscherwaarden opent geregeld haar poorten en de meeste molens zijn op zaterdag te bezoeken. Gestreefd wordt de infocentra voor een bezoek interessanter te maken. Aandachtspunten zijn het informatieaanbod, de verse koffie en de aantrekkelijkheid voor gezinnen met jonge kinderen. De vrijwilligers krijgen vooral de rol van ambassadeurs van Utrechts Landschap; samenwerking met een cateraar of horecaondernemer kan de kwaliteit van koffie en aanverwante zaken verbeteren. De informatiecentra zijn ook beschikbaar voor activiteiten op het vlak van natuureducatie, zowel door eigen vrijwilligers als door centra voor natuur- en milieueducatie. Het aantal infocentra is in de loop der tijd gegroeid. Nu ervaring is opgedaan op diverse locaties en verschillende formules, is het wenselijk om te kijken naar het rendement van de infocentra: het bezoekersaantal in relatie tot de geleverde inspanningen. Verkleining van het aantal infocentra is een mogelijkheid; daar staat tegenover dat als Vliegbasis Soesterberg in 2014 haar hekken opent, aanwezigheid van een informatiecentrum zeer gewenst is. Naast genieten op individuele basis, biedt Utrechts Landschap een breed spectrum aan publieksactiviteiten aan, veelal dankzij de inzet van vrijwilligers. Het gaat om excursies, evenementen (als fruitfeest, landgoedmarkt en schaapscheerderfeest) en vaartochten met Blauwe Bever (Nederrijn en Lek), Pont van het Landschap (Kromme Rijn) en het Romeins Schip Woerden (Oude Rijn). Het accent van deze activiteiten zal (nog) meer op beleving van natuur en erfgoed komen te liggen. Het gaat om kleinschalige activiteiten, die veelal buiten plaatsvinden en gericht zijn op specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld gezinnen, hardlopers, omwonenden).
Voor culturele programmering sluit Utrechts Landschap aan bij initiatieven van derden, met als belangrijke partners de Stadsschouwburg Utrecht, Vrede van Utrecht en ZIMIHC. Utrechts Landschap biedt dan een locatie aan, de culturele organisatie zorgt voor de programmering. Zowel in de informatiecentra als tijdens de publieksactiviteiten wordt direct contact gelegd met mensen die geïnteresseerd zijn in natuur en/of erfgoed en kennis maken met het werk van Utrechts Landschap. Dit zijn ‘natuurlijke’ momenten om ook steun te werven voor Utrechts Landschap, bijvoorbeeld door een aanmelding als Beschermer. Daarnaast speelt het Promoteam van vrijwilligers daarin een belangrijke rol.
Speerpunten 2013-2017 • Kwaliteitsverbetering van de infocentra met aandacht voor informatieaanbod, aantrekkelijkheid voor gezinnen en actieve werving van Beschermers. Ondersteunende horeca door samenwerking met cateraar of horecaondernemer. • Nieuw infocentrum op Vliegbasis Soesterberg in 2014 (onder één dak met Nationaal Militair Museum). • Digitaal beschikbaar stellen van routes en informatie. • P ublieksactiviteiten meer richten op beleving van deelnemers (kleinschalig, buiten, actief, doelgroepen, gebruikers). • Kwaliteitsverbetering huidige publiekstrekkers (o.a. kerst op Beerschoten & Heidestein). • Sporters betrekken bij het gebied waar ze vaak komen, bijvoorbeeld door organisatie sponsorloop. • Grootschalige activiteiten in combinatie met culturele programmering. Samenwerking met culturele instellingen als Vrede van Utrecht, Stadsschouwburg Utrecht, ZIMIHC. Meest geschikte locaties zijn Vliegbasis Soesterberg (met landgoed De Paltz), steenfabriek Bosscherwaarden en Beerschoten. • Actieve werving van Beschermers in infocentra en bij activiteiten.
Meerjarenbeleidsplan 17
5. Versterking achterban Utrechts Landschap heeft bijna 23.000 Beschermers. In het algemeen zijn dit hoog opgeleide senioren die in de buurt van terreinen wonen (lokale binding). Deze doelgroep is en blijft belangrijk om verder uit te bouwen. Daarnaast zijn jonge gezinnen met kinderen in de basisschoolleeftijd donateur. In deze doelgroep zit nog veel potentie voor groei. Dit vraagt een meer gerichte benadering. Het doel is om het aantal Beschermers de komende jaren te laten groeien. Een mooie opgave is om in 2017 te streven naar 25.000 Beschermers. Een dergelijke stijging is alleen mogelijk door actieve werving (met accent op Utrecht en Amersfoort, infocentra en publieksactiviteiten) en door samenwerking met partners (bedrijven, culturele instellingen). Ook verkenning van potenties in plaatsen waar Utrechts Landschap niet direct ‘buur’ is, kan interessant zijn: bijvoorbeeld Veenendaal, Houten. Om een grotere doelgroep aan te spreken, wordt bekeken om ‘bekende Utrechters’ in te zetten als ambassadeurs. Daarnaast hebben de boswachters een belangrijke rol als verpersoonlijking van het Landschap. Zij zijn het gezicht naar buiten en bij voorkeur woordvoerder richting pers en publiek. Naast werving van nieuwe Beschermers, is behoud en betrokkenheid van de huidige Beschermers belangrijk. De band met Utrechts Landschap kan worden versterkt door het organiseren van excursies en lezingen specifiek voor Beschermers, versterken van de interactie (tijdschrift, social media) en door het (exclusief) aanbieden van ‘producten van Het Landschap’ (brandhout, wildernisvlees, fruit, vakantiewoningen, etc.). Daarnaast wordt gestreefd om de bijdrage per Beschermer te laten stijgen tot gemiddeld A 30 per jaar. In eerste instantie door nadrukkelijker een beroep te doen op een extra vrijwillige bijdrage; in tweede instantie door een generieke verhoging van de minimale bijdrage.
18 Utrechts Landschap
In de huidige tijd kiezen mensen er voor om niet langdurig een organisatie te steunen, maar om dat eenmalig te doen voor een bijzondere activiteit of project dat hun aanspreekt: ad hoc geefgedrag. Dit is bijvoorbeeld bij de actie voor aankoop van de Biltse Duinen succesvol geweest. Op verschillende manieren kan dit worden vormgegeven: acties voor aankoop, bijzondere projecten of de band met een specifiek terrein benutten (‘Vrienden van kasteel Loenersloot’, trouwe trimmers in het bos, etc.). Een belangrijke vorm van steun zijn legaten en schenkingen. Utrechts Landschap vindt dat een bijzonder gebaar en betrekt donateurs graag bij het kiezen van een goede bestemming. Persoonlijke aandacht is daarbij van belang. De mogelijkheid om Utrechts Landschap te steunen met schenking of legaat zal nadrukkelijker onder de aandacht gebracht worden van Beschermers en het brede publiek.
Speerpunten 2013-2017 • Actieve werving nieuwe Beschermers ten aanzien van uitschrijven. • Speciale activiteiten voor Beschermers (excursies, regiobijeenkomsten). • Ontwikkelen van ‘producten van het Landschap’. • Actief beleid t.a.v. schenkingen en legaten.
Tabaksschuur Amerongen
Koniks in de Blauwe Kamer
5. Vertaling naar samenwerking Overheden De provincie is regisseur van het ruimtelijk en het natuurbeleid. Een goede samenwerking met de provincie, zowel ambtelijk als bestuurlijk, is noodzakelijk om resultaten te kunnen boeken voor natuur, landschap en erfgoed. Voor gebieden binnen ‘categorie 1’(realisatie natuur met inzet van overheidsmiddelen) ligt het initiatief bij de provincie. Utrechts Landschap is één van de partners van de provincie om hier invulling aan te geven. In ‘categorie 2’ speelt de provincie een meer afwachtende rol en ligt er ruimte voor eigen initiatieven van Utrechts Landschap. Ook dat vraagt om afstemming met de provincie. Samenwerking met gemeenten speelt vooral op het niveau van afzonderlijke projecten. Daar waar dit gevolgen kan hebben voor de eigen terreinen, levert Utrechts Landschap actief inbreng bij het opstellen van structuurvisies. Sommige gemeenten hebben bossen en natuurgebieden in eigen beheer. Utrechts Landschap is bereid om het gesprek aan te gaan over overdracht van gemeentelijk eigendom. Gebiedscommissies In de tijd dat de overheid fors investeerde in natuur en landschap, zijn in Utrecht zeven gebiedscommissies ingesteld. Deze werden ondersteund door programmabureaus en streekhuizen, aanvullend aan de provinciale organisatie en Dienst Landelijk Gebied. De uitvoering liep over veel schijven en ging gepaard met een hoge overhead. Nu er fors bezuinigd wordt op natuurbeleid, wordt deze uitvoeringsorganisatie ingekrompen. Utrechts Landschap wil een actieve rol blijven spelen in de gebiedscommissies, omdat deze als platform functioneren voor alle gebiedspartners. De uitvoering moet zoveel mogelijk liggen bij de partijen in het gebied zelf: particuliere grondeigenaren, agrariërs, waterschappen en natuurorganisaties. Belangrijkste rol van de gebiedscommissies is het bevorderen van een soepele uitvoering door afstemming en samenwerking.
Bedrijven Utrechts Landschap wil haar netwerk van Bedrijfsvrienden graag in stand houden en verder uitbreiden. Vergroting van de inkomsten is wenselijk, maar mag niet drempelverhogend werken voor het midden- en kleinbedrijf. Voor de molens zal gewerkt worden aan een netwerk van Molenvrienden, met een 1-op-1 relatie tussen bedrijf en molen. Naast een sponsorrelatie worden de mogelijkheden voor een meer strategische samenwerking met bedrijven verkend. Deze samenwerking kan voortkomen uit de wens van een bedrijf om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. In dat geval levert het bedrijf een bijdrage en koppelt dat aan een concrete bestemming. Een voorbeeld is het concept StreekRekening, waarbij de Rabobank een afdracht doet over de uitgekeerde rente aan het StreekFonds Utrechtse Heuvelrug. Een andere vorm van strategische samenwerking is dat een bedrijf de ruimte krijgt om opbrengst te genereren in een terrein of gebouw van Utrechts Landschap en daarvoor een bepaalde afdracht doet. Voorbeelden zijn een natuurbegraafplaats en locatieverhuur van een informatiecentrum door een cateraar. Voor Utrechts Landschap levert deze vorm van samenwerking een opbrengst op in de vorm van huur en/of een zekere afdracht over de omzet. Van belang is dat de activiteiten bijdragen aan de doelstellingen en passen bij het imago van Utrechts Landschap. Nog verder gaat een samenwerking met bedrijven gericht op gebiedsontwikkeling. Door realisatie van natuur te koppelen aan ontwikkelingen op het vlak van wonen, recreatie of
Samenwerking ASR
20 Utrechts Landschap
grondwinning, kan deze ontwikkeling zichzelf financieren. Met name voor de gebieden in de groene contour biedt deze werkwijze kansen, omdat de gerealiseerde natuur onderdeel wordt van de Ecologische Hoofdstructuur. Utrechts Landschap zal actief de samenwerking met ondernemers zoeken om deze vorm van gebiedsontwikkeling nader te verkennen. Media Om het brede publiek te bereiken, is een goede relatie met lokale en regionale media van belang. Utrechts Landschap wil een actieve inbreng leveren om lezers, luisteraars en kijkers te betrekken bij actuele ontwikkelingen in hun omgeving op het vlak van natuur, landschap en erfgoed en daarbij de positie van Utrechts Landschap duidelijk maken. Aan een initiatief van RTV Utrecht om tot een provinciaal portal te komen met een overzicht van wat er in Utrecht speelt, zal Utrechts Landschap graag meewerken. Particuliere grondeigenaren Particuliere grondeigenaren lopen tegen dezelfde problemen aan als Utrechts Landschap als het gaat om financiering van beheer en onderhoud. Vanuit dit gedeelde belang is het goed om samen op te trekken richting Rijk en provincie. Het is een bewuste keuze van Utrechts Landschap om een initiatief als StreekFonds Utrechtse Heuvelrug ten goede te laten komen aan alle natuurbeheerders op de Heuvelrug, dus ook de particuliere grondeigenaren. Utrechts Landschap staat open voor een verdergaande kennisuitwisseling met particuliere grondeigenaren. Dit kan praktisch ingevuld worden in het kader van de certificatie ten behoeven van de basissubsidieregeling SNL. Daarnaast kunnen er provinciale beheerdersdagen georganiseerd worden, waarbij natuureigenaren en –beheerders praktische kennis uitwisselen. Het is een bewuste keuze van Utrechts Landschap om haar kennis niet te ‘vermarkten’ via betaalde adviezen. Daarvoor zijn instanties als Landschap Erfgoed Utrecht en onafhankelijke adviesbureaus beschikbaar. Culturele instellingen De samenwerking met culturele instellingen wordt verder uitgebouwd. Basis voor de samenwerking is dat Utrechts Landschap een locatie beschikbaar stelt en de instelling zorgt voor een culturele programmering. Met name steenfabriek Bosscherwaarden en Vliegbasis Soesterberg zijn in dit verband geschikte locaties. De culturele activiteiten maken het voor Utrechts Landschap mogelijk om nieuwe doelgroepen te bereiken.
Toneel Stoutenburg
Agrariërs Het concept van de Ecologische Hoofdstructuur heeft in sommige gevallen bijgedragen aan een scheiding tussen natuur en landbouw. Sommige agrariërs richten zich echter op verweving van hun bedrijfsvoering met natuur en landschap. Utrechts Landschap staat open voor een verdergaande samenwerking met deze boeren, zowel individueel als georganiseerd in agrarische natuurverenigingen. Te denken valt aan een actieve rol bij het beheer van graslanden en akkers van Utrechts Landschap. Overigens hecht Utrechts Landschap ook aan een goede band met de buren en hebben aangrenzende agrariërs ook een streepje voor als het gaat om medegebruik van grond. Fondsen Fondsen zijn van groot belang voor het financieren van projecten en activiteiten die aanvullend zijn op het reguliere werk. Van de Nationale Postcodeloterij wordt jaarlijks een substantiële bijdrage ontvangen; overige fondsen dragen bij aan afzonderlijke projecten. Utrechts Landschap hecht aan een goede werkrelatie met deze fondsen. De contacten met de Postcodeloterij lopen via De12Landschappen. Ten aanzien van de overige fondsen wil Utrechts Landschap een actief relatiebeheer voeren. Het Nationaal Groenfonds is een bijzonder fonds, omdat het geen geld kan schenken, maar wel kan helpen met het opzetten van nieuwe financieringsvormen die aantrekkelijk zijn voor particulieren. Graag wil Utrechts Landschap met het Nationaal Groenfonds verkennen welke concrete mogelijkheden hiervoor in Utrecht zijn.
Nationale Postcodeloterij schenkt aan De12Landschappen
Meerjarenbeleidsplan 21
Bunzing
Utrechts Landschap is zelf direct betrokken bij het StreekFonds Utrechtse Heuvelrug. Verkend zal worden of dit succesvolle initiatief navolging kan vinden in het Kromme Rijngebied en rondom de stad Utrecht. Collega-organisaties Van oudsher vormen de Oostbroek-organisaties de directe collega-organisaties van Utrechts Landschap. Met de verbreding richting erfgoed, met name de verantwoordelijkheid voor Kasteel Loenersloot, kunnen ook de diverse kasteeleigenaren als collega beschouwd worden. Buiten de provincie vormen de overige provinciale Landschappen directe collega’s, waarmee intensief wordt samengewerkt onder coördinatie van De12Landschappen. Praktisch onderdeel van de samenwerking is de gemeenschappelijke huisvesting op Oostbroek, waarbij allerlei faciliteiten gedeeld worden. Dit wordt voortgezet en verder uitgebouwd. Met de collega-terreinbeheerders in Nederland en daarbuiten wordt gewerkt aan een gezamenlijk planning- en vastgoedsysteem (CMSi). Wat betreft ict heeft Utrechts Landschap zich aangesloten bij een gemeenschappelijk systeem met Natuurmonumenten en collega Landschappen. Oostbroek
Utrechts Landschap staat open voor een verdergaande samenwerking met collega-natuurbeheerders, bijvoorbeeld door gezamenlijke uitbesteding, gezamenlijk gebruik van werkschuren en andere vormen van samenwerking gericht op efficiency en kostenbesparing. De belangenbehartiging richting Den Haag en het relatiebeheer met landelijke spelers vindt plaats vanuit de koepel De12Landschappen. In de erfgoedwereld speelt de FIM (Federatie Instandhouding Monumenten) een vergelijkbare rol. Voor de samenwerking met de terreinbeheerders geldt in principe een taakverdeling conform de oude ‘invloedsferen’. Deze verliezen hun formele betekenis, maar het principe om bij verwerving aan te sluiten op bestaand eigendom blijft van kracht, omdat het bijdraagt aan logische beheereenheden. De samenwerking met Landschap Erfgoed Utrecht is gebaseerd op de complementariteit van beide organisaties. Er zijn goede argumenten om dit ‘Utrechtse model’ voort te zetten.
Verkend zal worden in hoeverre aanpassing van het huidige model gewenst is, gelet op de grote verschuivingen in het speelveld. In eerste instantie door beide organisaties onderling, maar vervolgens ook met provincie Utrecht. Een verdergaande samenwerking met collega-kastelen is voor Utrechts Landschap interessant, vooral uit oogpunt van uitwisseling van kennis en expertise. Een platform van eigenaren van natuur en erfgoed, waar vooral zaken op het vlak van beheer, onderhoud en exploitatie besproken worden, kan een goede invulling zijn van de wens om tot een soort ‘Utrechtse trust’ te komen. Er is bij Utrechts Landschap de afgelopen decennia veel ervaring en kennis opgedaan met het beheer van natuurterreinen en erfgoed. Utrechts Landschap wil deze praktische kennis beschikbaar stellen aan anderen. Niet in de vorm van betaalde adviezen, maar door een gerichte uitwisseling van kennis met collega-grondeigenaren. Bijvoorbeeld in de vorm van thematische beheerdersdagen of door wederzijdse betrokkenheid bij audits van terreinbeheer. Landgoed Oostbroek biedt niet alleen onderdak aan Utrechts Landschap en Landschap Erfgoed Utrecht, maar ook aan hun beider landelijke koepels en aan het IVN. Dit cluster kan uitgroeien tot een ‘praktisch kenniscentrum’ op het vlak van natuur, landschap en erfgoed.
Meerjarenbeleidsplan 23
6. Vertaling naar de organisatie Bestuur en toezicht Statutair is het bestuur eindverantwoordelijk voor het werk van Utrechts Landschap. Voorafgaand aan de werving van een nieuwe voorzitter in 2011 is besloten om dit bestuursmodel te continueren. Vacatures in het bestuur zullen primair vanuit deskundigheid en positie in het ‘Utrechtse netwerk’ worden ingevuld. De Raad van Toezicht (RvT) houdt toezicht op het bestuur. Tot 2013 vormde de RvT een afspiegeling van het werkveld waarbinnen Utrechts Landschap opereert. Dat betekent een brede RvT (18 leden) waarin de verschillende maatschappelijke geledingen vertegenwoordigd zijn. De brede samenstelling staat op gespannen voet met de toezichthoudende taak. Om die reden is de brede RvT omgevormd tot een compacte RvT met vijf leden. Op dit moment heeft Utrechts Landschap twee ‘zusterstichtingen’: Stichting De Utrechtse Molens (SDUM) en Stichting Kasteel Loenersloot (SKL). Het betreft drie aparte stichtingen, elk met een eigen begroting. SDUM en SKL besteden het beheer van hun eigendommen en de belangenbehartiging uit aan Utrechts Landschap. SDUM en SKL hebben zelf geen medewerkers in dienst maar huren capaciteit in bij Utrechts Landschap. De drie stichtingen hebben een eigen Bestuur en Raad van Toezicht, die in personele samenstelling identiek zijn. Interne organisatie Utrechts Landschap is primair een beheerorganisatie. Een belangrijk deel van de organisatie is betrokken bij het dagelijks beheer en onderhoud van terreinen en gebouwen. Hierbij worden eigen medewerkers ingezet bij werkzaamheden waarvoor specifieke deskundigheid vereist is. Andere werkzaamheden worden uitbesteed. Utrechts Landschap is ingedeeld in zes afdelingen, waarbij het afdelingshoofd ‘meewerkend voorman’ is. Hierdoor is Utrechts Landschap een praktische, op uitvoering gerichte organisatie.
Saskia van Dockum (directeur-rentmeester)
Voor de ‘beherende afdelingen’, terreinbeheer en gebouwen, geldt een sterke focus op uitvoerend werk. Werkzaamheden worden op basis van jaarplannen ingepland en gemonitord. De afdelingen onderhouden externe contacten voor zover dit voortvloeit uit het uitvoerende werk; belangenbehartiging vindt plaats ‘vanuit kantoor’. Er wordt duidelijk afgebakend welke werkzaamheden terreinbeheer verricht vanuit communicatie. De komende jaren zal het succes van Utrechts Landschap in belangrijke mate afhangen van de betrokkenheid van particulieren en bedrijven. Tot nu toe richtte de afdeling planvorming zich primair op beleidsmakers en de afdeling communicatie op publiek. Veel projecten werden geïnitieerd vanuit de overheid. Door de terugtrekkende overheid zal het accent meer op private initiatieven komen te liggen; vanwege wijzigingen in het ruimtelijke ordeningsbeleid ligt er ook een grotere rol bij gemeentes. Waar communicatie vaak volgend was op ontwikkelingen, zal het nu vaak initiërend moeten zijn om ontwikkelingen in gang te zetten. Daarvoor is een sterkere wisselwerking tussen planvorming en communicatie nodig. Een organisatie als Utrechts Landschap drijft op vakmanschap. Veel kennis wordt werkenderweg verworven omdat geen gebied, gebouw of project hetzelfde is. Soms is het nuttig of nodig om nieuwe kennis aan te boren. Dat vraagt om een actief beleid ten aanzien van opleiding en kennisuitwisseling.
Weekend van Beerschoten 2012
24 Utrechts Landschap
Pontje van Het Landschap en de Nieuwe Molen
Vrijwilligers Op dit moment zijn er voor Utrechts Landschap ± 400 vrijwilligers actief. Deze zorgen voor een ‘schil’ rond de werkorganisatie waardoor er veel meer werk verzet kan worden, o.a. op het vlak van publieksactiviteiten, buitenwerk en werving. De vrijwilligers werken voor een belangrijk deel in commissies met een grote mate van zelforganisatie. De meeste commissies zijn georganiseerd rond de informatiecentra. Door deze organisatievorm kan de begeleiding vanuit ‘kantoor’ beperkt blijven. Wat betreft de inzet van vrijwilligers zal het accent komen te liggen op: Door in de infocentra meer ruimte te bieden aan ondernemers (koffie, catering, etc), krijgt de rol van vrijwilligers als gastheer een andere invulling. De komende jaren zullen op dit punt ervaringen opgedaan worden die kunnen leiden tot aanpassing van de huidige opzet van informatiecentra.
• H et buitenwerk (natuurbeheer, tuinmannen, molenaars). Dit draagt bij aan betrokkenheid en eigenaarschap en kan Utrechts Landschap kosten besparen. Dat vraagt wel om professionele begeleiding. In elk beheerteam zal één terreinmedewerker belast worden met de coördinatie van de inzet van vrijwillige buitenmedewerkers. De mogelijkheid bestaat om op dit punt samenwerking te zoeken met Landschap Erfgoed Utrecht, bijvoorbeeld in de vorm van ‘molenteams’ voor het beheer van het molenbiotoop. • Natuur- en landschapsbeleving. Utrechts Landschap kan als geen ander een beleving bieden in haar natuurgebieden en historische gebouwen. Voor een deel vindt dat plaats in georganiseerd verband. Het gaat om begeleide excursies en rondleidingen en om vaartochten met de Blauwe Bever of Pont van het Landschap. Dergelijke activiteiten worden meestal uitgevoerd door vrijwilligers. Ze worden zowel individueel aangeboden, als aan groepen (schoolklassen, bedrijven, serviceclubs, etc). Inzet is om meer bijzondere vormen van beleving te bieden die mensen raken en bijblijven. Jeugd vormt daarbij een belangrijke doelgroep. • Werving van Beschermers. Het ‘promoteam’ werft jaarlijks honderden nieuwe Beschermers voor Utrechts Landschap. Een fraaie prestatie waar veel tijd en enthousiasme in gaat zitten. Voor versterking van de achterban in de grote steden en het benaderen van nieuwe doelgroepen zullen ook andere methodes ingezet moeten worden. Dit vraagt om uitbreiding van het aantal vrijwilligers, training en goede ondersteuning.
Utrechts Landschap stelt een ‘notitie vrijwilligersbeleid’ op waarin voor de komende jaren de rol van vrijwilligers, de verschillende mogelijkheden voor vrijwilligerswerk, de organisatie ervan en ondersteuning vanuit Utrechts Landschap wordt beschreven.
Meerjarenbeleidsplan 25
Colofon Uitgave Stichting Het Utrechts Landschap Postbus 121 3730 AC De Bilt T 030 – 220 55 55
[email protected] www.utrechtslandschap.nl www.facebook.com/utrechtslandschap www.twitter.com/UtrLandschap Publicatie april 2013 Beeld Renk Ruiter, Picture Promotions, Willem Mes, Jose Struik, Ed Rossino en medewerkers Utrechts Landschap Tekst Utrechts Landschap Eindredactie: Monique van Hezewijk Ontwerp en vormgeving Roquefort Ontwerpers, Utrecht
26 Utrechts Landschap
28 Utrechts Landschap