mediagebruik bij leerlingen van een bovenbouw*
Omdat we het belangrijk vinden kinderen mediawijs op te voeden wilden we wat zicht krijgen op hoe onze leerlingen van een bovenbouw omgaan met gsm, tablets en computer, tv enz. 76 kinderen van 10 tot 13 jaar vulden eind 2013 online een bevraging in. 75% onder hen hadden als thuistaal Nederlands (Vlaams) Een vierde naast Nederlands ook (en een zeer kleine groep enkel) een andere thuistaal. Er waren meer kinderen uitgenodigd maar niet alle leerlingen kregen de tijd om deze bevraging tijdens de schooluren af te werken. Een aantal maakte deze dan (misschien onder het waakzaam oog van een ouder) in de vorm van een huistaak en wellicht bereikten ons een aantal ingevulde enquêtes niet omdat men op het einde vergat op ‘verzenden’ te klikken.
gsm 61% van de leerlingen zou een eigen gsm hebben (evenveel jongens als meisjes) met 10 keer meer kinderen die hem hebben gekregen dan zelf gekocht. De helft van de bevraagden weet dan ook niet hoeveel voor de gsm werd betaald terwijl een derde weet dat die meer dan € 100 kostte. 50% van de leerlingen die op de betreffende vraag antwoordde zou minder dan 5 sms’jes per dag verzenden, maar 20% twintig of meer en 4 leerlingen zelfs meer dan 50 per dag. Voor 15% van de leerlingen zijn er duidelijk geen afspraken. Soms hebben de afspraken te maken met wat een gsm kost. Soms hebben de afspraken te maken met wanneer/waar de gsm wel/niet mag gebruikt worden. Weinig afspraken zijn zeer duidelijk/expliciet streng. I.v.m. afspraken met de ouders rondom het gebruik van de gsm antwoordde een flink aantal leerlingen niet of met: ‘geen’ of ‘geen afspraken’ of ‘niet echt’ of vaag: ‘als ik van school kom’, ‘niet te vaak/lang’ of ‘niet om er mee te spelen’. Sommigen schrijven: ‘niet als ik studeer en na 21 uur’ of ‘altijd vragen en max. 3 keer per dag (ik moet hem delen met het gezin)’ maar anderen dan ook weer: ‘ik mag hem altijd gebruiken’ en ‘altijd wanneer ik dat wil’ (want) ‘ik ben oud genoeg om zelf uit te maken wanneer wat mag en niet’.
Van de duidelijke antwoorden op de vraag waar de gsm ‘s nachts slaapt antwoordde 2/3 van de leerlingen naast hen (op het nachtkastje of zelfs onder het kussen) De Amerikaanse professor Elizabeh Dowdell zegt dat tieners tussen de acht en tien uur per nacht moeten slapen. Jongeren die veel met smarth phone bezig zijn, komen vaker toe aan minder slaap. Het gevolg is dat hun slaappatroon verstoord raakt doordat de tieners sms’en blijven beantwoorden of omdat ze wakker worden door het geluid van hun gsm. Een verstoring van het slaappatroon kan leiden tot obesitas, depressie, slechte schoolprestaties en andere problemen. De professor raadt daarom aan ’s nachts de smart phone weg te leggen en het geluid af te zetten.
Over ‘wetenschappelijke onderzoeken’ bestaan verschillende meningen. Toch kan het een ‘goede gewoonte’ zijn om met je kind af te spreken dat ook een gsm ’s nachts rust nodig heeft en dat er betere plaatsen zijn dan onder het hoofdkussen of op het nachtkastje.
tablet 36% van de bevraagden heeft een eigen tablet. Meisjes krijgen deze iets vaker of kopen er zelf een. Meer dan de helft weet niet hoeveel voor die tablet werd betaald, een derde heeft er een van meer dan € 250. Men gebruikt deze
overwegend voor spelletjes (75%), en in veel mindere mate voor opzoeken, skypen, Facebook en mailen, muziek. Onafhankelijk van de toepassing antwoordde slechts een derde van het totaal aantal deelnemers, dus een tiende van het aantal tabletgebruikers dit tot minder dan een uur per dag te gebruiken. Slechts 5% van het aantal tabletgebruikers gebruiken dit medium langer dan 2 uur per dan. Men gebruikt de tablet vooral om spelletjes (te spelen), ook wel om filmpjes te bekijken (Youtube), te skypen en iets op te zoeken. Slechts bij een kleine helft van de leerlingen lijken er afspraken te zijn. Het valt op dat dit medium soms gebruikt wordt als een soort middel om te belonen/straffen: ‘Ik mag er op wanneer ik klaar ben met mijn huiswerk’ (‘na het studeren’), ‘stout wordt afgepakt’ of iets voor de vrije tijd.
Veel kleuters kunnen reeds vrij goed overweg met een tablet. Geef je kind ook minstens zoveel tijd om écht te spelen* i.p.v. via een computer. 2 april 2014 is er de 7de ‘buitenspeeldag’. Een aantal Vlaamse tv-zenders houden het dan ‘s namiddags even stil. Een idee om met je kind minstens een wekelijkse buitenspeeldag te organiseren? * Tijdens onze studiedag op woensdag 26 maart jl. leerden we dat écht spel creatief (en vrij) is met kansen om sociale rollen en taal te leren. Dit in tegenstelling tot pseudo-spelen die vooral op entertainment en competitie gericht zijn.
computer In alle gezinnen was er minstens een computer; 25% beschikt over een eigen computer (onder voorbehoud van wat ze daarmee bedoelden: een desk- of laptop of een tablet) 40% ‘zit’ daar minstens meer dan 1 uur en 7% meer dan 2 uur per dag op. Jongere meisjes iets minder. Bij ongeveer de helft van de kinderen staat de computer waar ze het meest op werken in de woonkamer, bij 25% in een soort bureau of computerkamer en bij 15% in ‘de’ (eigen?) kamer. 10% blanco antwoorden. Men gebruikt de computer vooral om op Facebook en Youtube te gaan en spelletjes te spelen. Slechts twee leerlingen vermelden als reden de school (huiswerk, oefeningen) Bijna de helft van de leerlingen beantwoordde de vraag ‘Wat kan je doen met je tablet/computer wanneer je geen internet hebt’ met: ‘niets’. Iemand schreef: ‘We hebben altijd internet’. Veel jongens en meisjes ervaren hun mama’s als de strengste i.v.m. het gebruik van computer en internet.
Plaats de computer op een ‘gedeelde plek’. Voor kinderen van een lagere schoolleeftijd bijv. nooit op de slaapkamer zonder ouderlijk toezicht.
tv 2 kinderen geven aan thuis over geen tv te beschikken terwijl bijna 30% zegt een eigen tv te hebben. 65% van de bevraagden kijkt meer dan 1 uur tv per dag waarvan een derde (of 20% van de geënquêteerden) meer dan twee uur. Op de vraag waarom men naar tv kijkt antwoorden de meeste leerlingen …: om naar tv te kijken! Bij zeker 15% zijn er geen afspraken i.v.m. tv kijken. Indien wel dan gaan ze over de duur, wanneer en vooral ‘niet te veel’ (bijv. niet meer dan 2 uur achter elkaar) Slechts één iemand schrijft ‘niet naar films kijken boven mijn eigen jaar’.
Op tv zijn zeer veel mooie, interessante en ontspannende programma’s te zien. Maar tv kan ook synoniem zijn voor ‘te veel’. Spreek met je kind af vooraf bewust bepaalde programma’s te kiezen, ev. op te nemen en niet doelloos te zappen.
sociale netwerken 20% heeft nog geen account op een sociaal netwerk. Hives is 3 keer meer populair bij meisjes. Er zitten iets meer jongens op Facebook. 30% startte zijn account zelf, dus zonder hulp op. 25% (meer meisjes dan jongens) deed dit met behulp van een vriend(in), zus of broer en 16% met behulp van de ouders. 7% gaf aan ‘anders’. 34% (vooral meisjes) gaf op minder dan 13 te zijn (voor Hives kan dit) en 8% ouder dan 18 jaar. 40% beantwoordde deze vraag niet.
Het aantal ‘vrienden’ varieert van (bijna) geen tot 720 en 10000 met een mediaan van 50. Niettegenstaande de vraag naar hun veelgebruikte nick names en wachtwoorden uiteraard geen verplicht veld was, vulde een aantal leerlingen dit toch in (15% gaf zijn wachtwoord) Gelukkig antwoordden sommigen assertief zoals bijv.: ‘Dat zeg ik lekker niet’. Minder leuke ervaringen op het internet gaan vooral over ‘schelden’. Ongeveer de helft van de leerlingen gebruikt soms of vaak (12%) een webcam. Ongeveer de helft van de leerlingen skypete nog nooit, 13% doet dit vaak.
Heeft je kind een profiel op een sociale netwerksite dan word je als ouder best ‘vriend’. In een lagere school werkt dit nog en zo kan je je dochter/zoon aanspreken over bijv. haar/zijn openbaar profiel. Facebook is pas toegelaten vanaf 13 jaar. Kinderen met een Facebookprofiel of een login voor bepaalde games leren al vroeg dat je moet/mag liegen in de virtuele wereld. Bespreek met je kind de relativiteit van tientallen vrienden. In het échte leven zijn er vaak slechts een drie- tot vijftal vrienden met wie je zeer veel deelt. Maak met je kind duidelijke afspraken over het plaatsen van bijv. foto’s van anderen op z’n account.
games De lijst van games die men soms speelt is ellenlang. Dankzij de website pegi.com kunnen kinderen en ouders informatie vinden over bijv.:
Battlefield Heroes, EA Swiss Sarl De inhoud van dit spel is alleen geschikt voor personen van 16 jaar en ouder. Het bevat: Levensecht geweld Bij dit spel is sprake van interactie met andere spelers ONLINE Platform: PC - Genre: Action - Releasedatum: 2009-03-25
The Sims™ 3 Into the Future, EA Swiss Sarl De inhoud van dit spel is alleen geschikt voor personen van 12 jaar en ouder. Het bevat: Niet-levensecht geweld jegens menselijke personages - Seksuele beelden en/of seksuele toespelingen - Geweld dat alleen lichte verwondingen veroorzaakt Bij dit spel is sprake van interactie met andere spelers ONLINE Platform: PC - Genre: Simulation - Releasedatum: 201310-2
FIFA 14, EA Swiss Sarl De inhoud van dit spel is geschikt voor alle leeftijden. Het bevat: Bij dit spel is sprake van interactie met andere spelers ONLINE Platform: Xbox One - Genre: Sports - Releasedatum: 2013-10-29
15% van de kinderen praat meestal met niemand over de games die ze spelen. De meerderheid doet dat met vrienden, broer of zus. Slechts 2 met hun ouders.
schoolwerk 55% haast zich nooit met schoolwerk om met de tablet, computer of gsm te kunnen spelen. 4% (jongens) doet dat vaak of altijd.
Plaats bijv. een keukenwekker wanneer je kind digitaal gaat. Mag ook voor schoolwerk. Té (veel of lang of …) is nooit goed. Help je kind om ook via andere media dan de computer te leren.
vrije tijd Favoriet staat iets doen met vrienden. 71% zegt zijn hobby, jeugdbeweging of sport niet te kunnen missen. 39% kan zonder gsm en 8% kan zonder vrienden.
lezen Een kwart van de leerlingen leest zeker één boek per week. Meisjes lezen meer. 10% van de jongens leest zelden of nooit een boek maar jongens lezen dan wel weer iets vaker strips dan meisjes.
Maak tijd om met je kind de bieb te ontdekken.
16% leest nooit tijdschriften of kranten, 40% soms (meer meisjes dan jongens) en 12% heeft een eigen abonnement op een tijdschrift. Op de vraag wat gedaan wanneer er bijv. door een elektriciteitspanne geen internet zou zijn waren er zeer veel verscheidene antwoorden. Slechts één iemand antwoordde: ‘vervelen’ en twee beweerden ‘dood’ te ‘gaan’!
Wie wil stilstaan bij wat privacy voor ons en onze kinderen nog zou kunnen betekenen (her)leest best eens het boek 1984 van George Orwell. Belhamel of klokkenluider Snowden zette in zijn kerstboodschap eind 2013 alvast de toon met de vaststelling: 'We hebben sensoren in onze zakken die ons overal volgen waar we gaan', en de profetische woorden: 'Een kind dat vandaag geboren wordt, zal opgroeien zonder enig begrip van privacy. (...) En dat is een probleem omdat privacy van belang is. Dat laat ons toe om te bepalen wie we zijn en wie we willen zijn.' Oscar van den Boogaard daarentegen schrijft in de Standaard van 7 januari jl.: ‘Hoezeer je ook afgeluisterd wordt of door andere mensen bekeken, je privacy kunnen ze je nooit afnemen, want die zit veilig diep vanbinnen.’
‘Van de leerlingen in een bovenbouw noemt 22 procent zich een pester. Vaak weten zij niet waarom …’ (De Morgen, 5 februari 2014) Spreek met je kind over nettiquette (beleefdheid op het internet) Observeer je dochter/zoon goed i.v.m. ev. cyberpesten. In onze bovenbouw maakten we rond dit thema tijd a.d.h.v. de film ‘Vriendin’. Waar kan je kind terecht indien het ongewenste zaken meemaakt op het internet?
met dank aan de leerlingen die de enquête invulden met dank aan Hugo Bogaert voor de excellente verwerking van de gegevens
Tenslotte nog enkele vaardigheden die we (niet enkel) via onze sociale media kunnen leren: communiceren samen werken ICT-geletterdheid creativiteit kritisch denken problemen oplossen sociale en culturele burgerzin beknopt formuleren bron: Erno Mijland: ‘Smihopedia’ of ‘Sociale media in het onderwijs …)
meester Filip Bogaert, ICT-coördinator juf Ann, ICT-mediator
*enquête afgenomen bij leerlingen van 5de en 6de leerjaar in het Sint-Janscollege basisschool Heiveld en groep 5 en groep 6 Klimop montessorionderwijs in Gent