Masterclass Studiekeuzegesprekken. Werken met risicoprofielen

Masterclass Studiekeuzegesprekken

Werken met risicoprofielen

Opdracht 1 • Schrijf de top 3 van uitvalfactoren binnen je eigen instelling/opleiding op.

• Schrijf de top 3 van succesfactoren binnen je eigen instelling/opleiding op.

Voor vandaag Grote lijnen Studie 1  Effectiviteit INHolland intakes i.k.v. studiesucces  Welke factoren zijn gerelateerd aan studie-uitval en – succes (GPA, ECTS) Studie 2  Welke studentenkenmerken zijn gerelateerd aan studiesucces, studievertraging en post-propedeutische uitval en werksucces?  Is er na de studie nog sprake van keuze problematiek?

Grote lijnen (1)

Grote lijnen (2) Percentage uitvallers na 1 jaar in relatie tot de maand van hun aanmelding 40% 35% 30%

2004

2005

2006

2007

25% 20% 15% 10% 5% 0% nov

dec

jan

feb

mrt

Uitval is gedefinieerd als uitval uit de instelling. Bron: onderzoek Inholland 2009

apr

mei

jun

jul

aug

sept

Stelling 1 Op basis van de inschrijfdatum van de student (vroeg, laat, zeer laat) kan zinvol aan de student een (risico)score worden toegekend. 1 = eens 2 = oneens


Intake bij Inholland Inholland doet intake assessment sinds 2008 2 pilots (sept 08, febr 09): 1e opschaling (sept 09): 2e opschaling (sept 10):

500 studenten 1400 studenten 3000 studenten

Deelname aan Studiekeuzegesprekken, wat werkt?! Surf programma met 28 projecten in HBO/WO

Uitgangspunten 1. Advies, geen selectie 2. Intake bij voorkeur vóór de poort 3. Intake in twee stappen: a. Digitale test, op basis van resultaat (score) al dan niet b. Intakegesprek 4. Intake is gericht op uitvalpreventie, start van de slb, honours programma 5. Geschoolde docenten doen intakegesprek

Conclusies na 3 jaar intake (2) Kwantitatief • Vaststelling ‘risicostudenten’: 40% aanvullend intakegesprek 60% (regulier) slb gesprek • > 80% terecht uitgenodigd voor gesprek • Risicoscore niet gerelateerd aan studie-uitval, GPA en ECTS in jaar 1

Conclusies na 3 jaar intake (3) 1. Vooropleiding – Mbo’ers (40%) vallen vaker uit dan havisten (32%) en vwo’ers (26%) – Mbo’ers die doorgaan behalen minder ECTS (46) dan havisten (50) en vwo’ers (55) 2. Geslacht – Mannen vallen vaker uit dan vrouwen (36% versus 30%), waarbij mannen vaker vanwege een BSA (22% versus 13%) – Mannen die doorgaan behalen in 1 jaar minder ECTS (46) dan vrouwen (50) 3. Cijfer vooropleiding (hoe hoger hoe meer ECTS in HBO) 4. Uren bijbaan (> 12 uur negatief effect op ECTS) 5. Afkomst – Autochtonen studenten vallen minder vaak uit (29%) dan 1e en 2e generatie allochtone studenten (46%, 41%) – Uit de groep allochtone studenten presteren 2e generatie allochtone vrouwen het best en bijna vergelijkbaar met de autochtone mannen.

Stelling 2 De INHolland risicoscore blijkt niet gerelateerd aan studiesucces in jaar 1 en is dus zinloos om mee te werken. 1 = eens 2 = oneens

Etniciteit en geslacht

Man

Vrouw

% uitval

ECTS

GPA

Autochtoon

32%

42

6,8

Allochtoon 1e generatie

49%

27

6,7


49%

31

6,6

Autochtoon

26%

47

7,1


45%

33

6,8


34%

39

6,8


Model Tinto (1994)

Onderzoeksmodel Constructen Intelligentie Persoonlijkheid Motivatie Faalangst Leerstijl

Instrumenten MCT-H NEO-FFI WSV LSQ Assessments

Bachelor of HRM Studiesucces

Studiecijfers Studieduur Studie-uitval (postpr) Competenties

10 jaar

Criteriumdomein Werksucces

Criteriummaten Salaris Promoties Tevredenheid

Onderzoeksmodel

Wat weten we? • 25 years of research has learned us: – Gender has become more prominent as a variable (e.g. Halpern ,1992; Skaalvik & Rankin, 1994) – Personality dimensions have been further identified (e.g. de Raad & Schouwenburg, 1996; Eysenck, 1998; O’Conner & Paunonen, 2007) – Notions of intelligence have been refined (e.g. Mackintosh, 1998), and cognitive style research (e.g. Riding & Rayner, 1998) – Learning style research (e.g. Busato, 1998; Coffield et al., 2004) has advanced. • Trend in research: a variable should not be considered in isolation, but in relation to others.

Voorspellers studiesucces

Rm = .68

Rm = .55

C, IM, Activist

Resultaten voor studiesucces • Intelligentie (r=.34), Conscientieusheid (r= .46) en Intrinsieke motivatie (r=.36) zijn de belangrijkste voorspellers voor studiecijfers • Studieduur hangt samen met Conscientieusheid en Neuroticisme • Uitvallers scoren lager op Consciëntieusheid, Intrinsieke motivatie en Activist leerstijl

Voorspellers werksucces (max. 5 jr)

Rm=.04 Rm=.27

Rm=.26 Rm=.23

Rm= -.07 Rm=.63

Resultaten voor werksucces • Werksucces is matig gerelateerd aan studiesucces (max. r=.27) • Werksucces is sterker gerelateerd aan studentkenmerken • Salarisgroei is gerelateerd aan: -

Goede studiecijfers Intelligentie Consciëntieusheid

• Switchgedrag na opleiding (18%) niet te voorspellen aan de hand van studieprestaties of studentkenmerken

Risicoprofielen In ieder geval: • Geslacht • Etniciteit • Vooropleiding • Vooropleidingscijfers • Persoonlijkheid (zelfdiscipline) Eventueel aanvullend (bv. voor SLB) • Capaciteiten (IQ, taal en rekenen) • Motivatie en leerstijl • Studieaanpak (MSV)

Stelling 3 Iedere student heeft bepaalde risicokenmerken dus ... een intake voor iedereen

1 = eens 2 = oneens

Adresgegevens Gegevens promotor

Gegevens co-promotor

Drs. F.R. Kappe

Prof. dr Henk van der Flier

Dr. Jeroen Onstenk

OKR, dienst Onderwijs Kwaliteit en Research

Vakgroepvoorzitter Afdeling Arbeids- en Organisatiepsychologie

Lector Geïntegreerd Pedagogisch Handelen

Bijdorplaan 15 2015 CE Haarlem Tel. 023-5412719 [email protected]

Vrije Universiteit Van der Boechorststraat 1 1081 BT Amsterdam

Hogeschool INHOLLAND Haarlem Bijdorplaan 15 2015 CE Haarlem

Masterclass Studiekeuzegesprekken. Werken met risicoprofielen

Recommend Documents