market monitor Italië en Spanje: de textielsector en de bouwsector Portugal, Turkije, China: de textielsector Augustus 2011
atradiusmarketmonitor
Verwachte wanbetalingsfrequentie in Europa en de VSA
E
én van de belangrijkste factoren voor ondernemers is de trend van insolventie op hun markten. De EDF grafiek die u in elke uitgave van Market Monitor aantreft, is gebaseerd op beursgenoteerde ondernemingen uit de desbetreffende markten en toont de kansen op wanbetaling in de diverse sectoren in het volgende jaar.
In deze context, wordt wanbetaling gedefinieerd als het niet nakomen van een geplande betaling, of het in gang zetten van een faillissementsprocedure. De kans op wanbetalingen wordt berekend op basis van drie parameters: de marktwaarde van de middelen van de onderneming, haar volatiliteit en haar huidige kapitaalstructuur. De kans dat één onderneming op honderd slecht zal betalen wordt weergegeven als 1%.
Bron: KMV Credit Monitor en economisch onderzoek door Atradius
Tijdens het tweede kwartaal van 2011 maakte de dalende trend van de EDF voor beursgenoteerde bedrijven in alle opgevolgde economieën plaats voor een grotere volatiliteit. Deze evolutie vloeit voort uit een hogere volatiliteit van de nationale beurzen, deels door de onzekerheid over de wereldwijde economische vooruitzichten en de schuldencrisis binnen de eurozone. Het mag bijgevolg niet verbazen dat de stijging van de EDF in Italië groter is dan in andere landen, aangezien het land door de hogere overheidsschuld ook meer in de kijker loopt van de financiële markten. Toch is de recente stijging van de EDF allesbehalve groot en blijft ook de EDF-volatiliteit van belangrijke economieën als Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de VS bescheiden.
atradiusmarketmonitor
“Haal het beste uit wat je hebt en kunt”
Het is een eeuwenoude wijsheid die nu ook perfect van toepassing lijkt op de Europese textiel- en kledingsector. Wie in de winkelstraten de etiketten van de nieuwe wintercollectie bekijkt, zal bevestigd zien wat de statistieken al enige tijd aangeven: de Europese textiel- en kledingsector voelt de druk van de sterke concurrentie uit de lageloonlanden in Azië, in het bijzonder vanuit China. Dit zal in deze editie van de Market Monitor dan ook een aantal keer opnieuw aan bod komen, bij de verschillende Europese textiellanden. Turkije, nog steeds de tweede belangrijkste leverancier van textiel en kleding aan de EU, werd bijvoorbeeld op de proef gesteld door de Chinese concurrenten na het wegvallen van de Europese importquota in 2005. De concurrentie komt overigens niet alleen uit China, maar ook uit andere lageloonlanden als India, Pakistan en Bangladesh. Daarnaast kampen de Europese producenten met stijgende prijzen en een schaarste aan vitale grondstoffen. Ons rapport over Italië toont dat de toenemende vraag, in het bijzonder voor katoen, bij Aziatische producenten heeft geleid tot enorme prijsstijgingen en een kleinere beschikbaarheid voor de Europese bedrijven, niet alleen in Italië, maar ook in andere Europese textiellanden zoals Portugal. Het mag bijgevolg vreemd lijken dat terwijl een groot deel van de Europese textiel- en kledingsector een gevecht levert tegen de Aziatische producenten, het bescheiden herstel van de Europese sector grotendeels wordt gedreven door de verkoop aan Aziatische groeimarkten, in het bijzonder China. Wanneer we nader kijken, is dit echter niet zo tegenstrijdig als we op het eerste gezicht zouden denken. In plaats van te proberen om te concurreren met de goedkope Aziatische producten, slaagt Italië er met succes in om zijn hogere gamma's, zoals kasjmieren kleding, in het Verre Oosten aan populariteit te laten winnen. Ook de heropleving van de Spaanse textiel- en kledingsector werd grotendeels geleid door de export naar Azië.
Outlook
In de Market Monitor van deze maand bekijken we naast de textiel- en kledingindustrie in Spanje, Italië, Portugal, Turkije en China ook de Spaanse en Italiaanse bouwsector
Outlook
Op de volgende pagina’s beschrijven we de verwachte impact van wanbetalingen in diverse landen. Naast de risicoinschatting van underwriters geven we de algemene economische vooruitzichten per land met ‘weer’ symbolen:
Dans les pages suivantes, nous indiquons pour chaque marché et secteur décrits en utilisant des Uitstekend Goed les perspectives générales Redelijk Somber Guur symboles météorologiques.
atradiusmarketmonitor
Italië: de textielsector Een verbetering in 2010, maar nog ver verwijderd van de niveaus van voor de crisis De Italiaanse textielsector kreeg tijdens de economische crisis harde klappen: in 2008/2009 viel de productie terug met 27% en de export met 34%. Tegelijkertijd verloor de sector marktaandeel op mondiaal niveau: van 12% in 2008 tot 9% in 2009. Begin 2010 zagen we echter een eerste herstel met een duidelijke toename voor het aantal bestellingen (+10%), hoofdzakelijk door de gestegen vraag van kopers uit de boomende groeimarkten. Volgens de Italiaanse textiel- en modefederatie SMI steeg de verkoop in 2010 met 7,2% op jaarbasis, tot 49,66 miljard euro. De waarde van de productie groeide met 6,5% tot 35,19 miljard euro. Het handelsoverschot bedroeg 6,35 miljard euro: de export vertegenwoordigde 24,55 miljard euro, tegen een import van 18,21 miljard euro. Ondanks deze opverende markt is er nog een lange weg af te leggen voor we opnieuw op de niveaus van voor de crisis zullen zitten. De sector ondervindt nog steeds zware concurrentie van de Aziatische producenten. Deze hebben een competitief voordeel door de lagere arbeids- en energiekosten en stijgende grondstofprijzen. De groeiende vraag naar grondstoffen vanuit Azië – in het bijzonder katoen – leidde tot massale prijsstijgingen (zie tabel hieronder) en een kleinere beschikbaarheid voor Europese producenten. Sinds december 2010 zien we ook sterke prijsstijgingen voor wol, en vermoedelijk zullen deze nog verder toenemen door een lagere aanvoer vanuit Australië door de grote overstromingen vorig jaar. Alsof de sector nog niet met voldoende problemen kampt, leiden de hogere olieprijzen ook tot een toename van de transport- en productiekosten.
Bron: Index Mundi
atradiusmarketmonitor
Italië: de textielsector De SMI raamt de omzetgroei voor de eerste helft van 2011 op 8%, maar voor de tweede helft van het jaar wordt een vertraging verwacht, waardoor men voor het hele jaar denkt uit te komen op een groei van rond de 6%. Deze komt vooral voort uit de export (op jaarbasis verwacht men een toename van 12,3%), dankzij een gestegen vraag uit het Verre Oosten. Dit is in het bijzonder gunstig voor de segmenten die zich op de hogere kwaliteiten richten (het weven van wol en luxematerialen zoals kasjmier) terwijl we verwachten dat de subsector van het katoen tegen de Aziatische concurrentie moet blijven vechten. De binnenlandse retail, zowel kleding als textiel, gaat nog zware tijden tegemoet door de lage binnenlandse vraag. Nog heel 2011 en 2012 zal het beschikbare gezinskomen afnemen waardoor de private consumptie wordt getemperd. Ook de toegenomen inflatie (in juni 2011 2,7% op jaarbasis) zal een rem zetten op de bestedingen van de gezinnen. De voorbije twee jaar vertoonde het Italiaanse consumentenvertrouwen grote schommelingen en sinds begin 2010 neemt dit nog eerder af (zie onderstaande tabel).
Meer falingen te voorzien binnen de subsector van de retail De Italiaanse textielsector wordt historisch gekenmerkt door lange betaaltermijnen. In 2009 werden facturen gemiddeld betaald na 116 dagen (DPO), tegen gemiddeld 95 in 2008. Sector Gemiddelde DPO Gemiddelde DSO Landbouw 204,12 76,95 Chemische nijverheid 107,48 112,24 Bouwsector 175,28 126,26 Bouwmaterialen 124,22 129,15 Duurzame consumptiegoederen 178,65 93,31 Elektronica-industrie 107,36 117,10 Financiële sector 112,62 360,98 Voeding 92,92 77,37 Machinebouw 118,90 116,79 Metaalsector 119,55 121,62 Papier 123,66 116,63 Diensten 158,48 108,21 Textiel 116,50 126,19 Transport 103,25 91,43 Totaal 128,71 111,66 Berekend op basis van financiële staten 2009 (laatst beschikbare gegevens) Bron: Atradius
atradiusmarketmonitor
Italië: de textielsector Door de lagere binnenlandse vraag verwachten we een verlenging van de betaaltermijnen en meer wanbetalingen binnen de subsector van de retail, wat uiteindelijk de productiebedrijven aan het begin van de productieketen zou kunnen besmetten. Binnen de subsector van de kleding zagen we gemiddeld al meer faillissementen ten opzichte van andere subsectoren, deze situatie zal in 2011 nog verslechteren, zeker voor bedrijven die zich op de binnenlandse markt richten.
Bron: Cerved Door deze problemen blijven we een voorzichtig verzekeringsbeleid hanteren, vooral de subsectoren retail en katoen zullen van nabij worden opgevolgd. Onze beslissingen voor de textielsector zijn hoofdzakelijk gebaseerd op de leeftijd van het bedrijf, het vermogen om de dalende verkoop en marges op te vangen (via de eigen financieringsmiddelen en/of een gezonde financiële structuur), het vermogen om de stijgende grondstofprijzen door te rekenen aan de markt, een kredietcyclus die aansluit bij de sector en de verhouding tussen kasstroom en netto financiële situatie.
Italiaanse textielsector STERKTEN Prestige van het merk «Made in Italy»
ZWAKTEN Concurrentie van China
Goede positionering binnen het luxesegment
Stijgende grondstofprijzen door Aziatische consumptie Hoge arbeids- en energiekosten
Delocalisatie reeds gestart .
atradiusmarketmonitor
Italië: de bouwsector Crisis houdt aan De Italiaanse bouwsector heeft een aantal zware jaren achter de rug. Volgens de Italiaanse bouwfederatie Federcostruzioni liep de totale omzet voor de sector terug van 386 miljard euro in 2008 tot 370 miljard euro in 2009 en zelfs 323 miljard euro in 2010. Vorig jaar liepen de investeringen in de bouw terug met 6,4% op jaarbasis. De terugval voor de periode 2008 tot 2011 is zelfs nog groter: 17,8%, het equivalent van bijna 29 miljard euro. Investeringen in de bouwsector (in miljoenen euro)
Bron: ANCE (Associazione Nazionale Costruttori Edili) Men verwacht voor de periode 2008 tot eind 2011 dat de investeringen in nieuwe woningen met 24,2% gedaald zullen zijn, voor de utiliteitsbouw schuift men het cijfer van -15,6% naar voor. Voor de publieke bouwprojecten zijn de cijfers al niet veel beter: er is sprake van een daling van 31,8% tussen 2004 en eind dit jaar. Het mag bijgevolg niet verbazen dat in de sector tot op heden 250.000 banen verloren gingen. Verkoop civiele gebouwen (privaat gebruik) in Italië (in duizenden)
Bron: ANCE (Associazione Nazionale Costruttori Edili)
atradiusmarketmonitor
Italië: de bouwsector De subsector van de bouwmaterialen kreeg het eveneens hard te verduren, maar werd gelukkig wel ondersteund dankzij renovaties en de vervangmarkt die fiscaal werden aangemoedigd (in 2010 werd 180 miljard euro overheidsmiddelen vrijgemaakt voor fiscale stimuli) en door nieuwe "groene" initiatieven voor de residentiële bouw (bijvoorbeeld zonnepanelen, fotovoltaïsche uitrusting en isolatie). In totaal liep de omzet binnen de subsector van de bouwmaterialen in 2009 terug tot 338 miljard euro (-11% op jaarbasis). In 2010 was er opnieuw een daling met 4,4%. De stijgende grondstofprijzen hebben nog steeds een impact op de subsector van de bouwmaterialen. De hogere olieprijzen drukken de marges voor producenten van cement en beton, de sector kan de prijsstijgingen immers niet altijd doorrekenen aan klanten, bijvoorbeeld door contractueel vastgelegde prijzen voor overheidsafnemers. De marges staan onder druk, tenzij bedrijven in het buitenland kunnen produceren en verkopen. De gestegen energie- en gasprijzen wegen op de winstmarge van de producenten van keramische tegels. In deze subsector zien we heel wat kleine bedrijven, met een omzet onder de 5 miljoen euro, waarvan velen zeker de voorbije twee jaar verlies hebben gemaakt. Tal van bedrijven hebben echter een hoge netto vermogenswaarde en waardevolle vaste activa, de risico's zijn lager voor bedrijven die in het buitenland verkopen of hoogkwalitatieve goederen produceren. Tot nog toe waren de exportresultaten voor deze subsector goed. Hout/panelen is een van de best presterende subsectoren. De vraag wordt ondersteund door diversificatie, renovatie en de vervangmarkt (meubels, residentiële bouw, kozijnen/deuren/ramen).
Economische stagnatie en soberheidsmaatregelen remmen herstel De matige economische resultaten zijn de grootste belemmering voor het herstel van de Italiaanse bouwsector. In 2009 liep het BBP terug met 5,2%. In 2010 was er slechts een bescheiden groei van 1,2% en voor 2011 en 2011 verwacht men af te klokken op 0,9%. De private investeringen blijven op een laag niveau en ook de publieke investeringen zullen de volgende jaren afnemen als gevolg van het enorme overheidstekort van het land. Onder druk van de financiële markten lanceerde de Italiaanse regering recent een pakket maatregelen om tegen 2014 om en bij de 47 miljard euro te besparen. Tijdens de crisis speelden overheidsstimuli nog een belangrijke rol bij het voorkomen van een nog sterkere terugval in de bouwsector. De regeling voor werktijdverkorting was bijvoorbeeld een belangrijke stimulus voor de bouwsector doordat er overheidsmiddelen werden vrijgemaakt om de personeelskost voor bedrijven te verlagen. In 2010 waren er ook fiscale incentives voor renovaties en verbeteringen aan private woningen, maar deze werden niet verlengd. De algemene resultaten van de sector zullen in 2011 en ook daarna teleurstellen. Tussen januari en april 2011 daalden de omzetten van de bouw jaar op jaar opnieuw met 1,2% en men verwacht dat de vraag over het hele jaar met 2,4% zal teruglopen. Men verwacht ook een daling van het aantal nieuwe aanbestedingen aangezien de Italiaanse regio’s het stabiliteitspact (‘patto di stabilità’) moeten volgen voor de financiële middelen die door de centrale schatkist worden toegekend. Op regionaal niveau betekent dit 3,3 miljard euro minder investeringen in 2011 en 4,3 miljard euro in 2012. Er zijn zeker ook geen rooskleurige vooruitzichten voor de beschikbare overheidsmiddelen voor nieuwe infrastructuur
atradiusmarketmonitor
Italië: de bouwsector (met uitzondering van de hogesnelheidstrein), waarvoor men in 2011 jaar op jaar een daling verwacht met 12,2%, tot 13,59 miljard euro. Een aantal grotere bedrijven – deze met een omzet van meer dan 50 miljoen euro – proberen de tegenvallende binnenlandse situatie te compenseren via projecten in het buitenland, waaronder de bouw van wegen, bruggen, fabrieken/engineering en autowegconcessies. Toch hebben enkel de grootste bedrijven de financiële structuren en het nodige management voor projecten in het buitenland. De top-10 van Italiaanse bedrijven met buitenlandse activiteiten zijn Impregilo Spa, Astaldi, Salini Costruttori, Ghella, Bonatti, Trevi, Rizzani de Eccher, CMC, Impresa Pizzarotti en Renco. Blootstelling aan de turbulente Noord-Afrikaanse markten zal in de nabije toekomst echter leiden tot minder inkomsten en een potentieel hoger kredietrisico.
Grote achterstallen bij betalingen door overheidsafnemers Gemiddeld worden facturen in de bouwsector pas na 180 dagen betaald, soms zelfs 300 dagen (projectfinanciering, ANAS – beheerder van wegen en snelwegen, ASL – beheerder van de overheidsuitgaven voor gezondheidszorg). In de subsector van de bouwmaterialen worden facturen gemiddeld pas na 130 dagen betaald, soms na 180 dagen. We zagen een geleidelijke maar gestage verlenging van de betaaltermijnen. Deze verlengingen werden hoofdzakelijk veroorzaakt door overheidsafnemers, maar verspreidden zich als vallende dominostenen doorheen de hele markt en treffen ruim 90% van de bedrijven die intekenen op aanbestedingen of werken voor overheidsprojecten, al dan niet in de bouw. Het komt voor dat overheidsafnemers tot 24 maanden wachten alvorens hun facturen te betalen, de nieuwe Europese reglementering die maximale betaaltermijnen oplegt, heeft nog geen aanzienlijke verbetering gebracht. We verwachten de volgende maanden een verdere verslechtering, in het bijzonder van overheidsafnemers, aangezien soberheidsmaatregelen hun bewegingsruimte nog verder zal beperken. Deze verslechterende situatie leidde tot heel wat faillissementen, zowel bij de bouw als bij de bouwmaterialen. In de bouw steeg het aantal faillissementen in 2009 met 33,6% op jaarbasis, in 2010 opnieuw met 14,7%. We verwachten voor 2011 een verdere toename van het aantal faillissementen, in het bijzonder bij de kleinere en middelgrote bedrijven (KMO's) bij wie laattijdige betalingen een dramatische impact hebben op hun kasstroom en hun liquide middelen. KMO's zijn meestal onvoldoende gekapitaliseerd om dergelijke financiële problemen te overbruggen en ondervinden ook problemen om bij de banken nieuwe kredieten op te nemen. Vooral bedrijven met een omzet van minder dan 5 miljoen euro lopen een risico, net als bedrijven die actief zijn binnen de residentiële vastgoedontwikkeling, door marktbeperkingen en een gebrekkige diversificatie.
atradiusmarketmonitor
Italië: de bouwsector De trend binnen de sector blijft verontrustend en we volgen daarom van nabij de risico’s als gevolg van de beperkte overheidsinvesteringen en de trage betalingen, al hebben we meer vertrouwen in de sector nu we over het hoogtepunt van de crisis heen lijken.
De Italiaanse bouwsector STERKTEN •
• •
•
ZWAKTEN
Traditie van de eigen woning (de vastgoedmarkt wordt gekenmerkt door een groot aantal huiseigenaren. Italiaanse gezinnen beschouwen een eigen woning als de veiligste belegging). Minder grote speculatieve zeepbel dan in Spanje of de VS Export (de grote bouwbedrijven compenseren de zwakke binnenlandse vraag met buitenlandse projecten, bijvoorbeeld in Zuid-Amerika, de VS, de EU en het Midden-Oosten). In 2010 werd 17 miljard euro aan nieuwe overheidsmiddelen goedgekeurd.
•
Marktversnippering (de top-50 van de bouwbedrijven vertegenwoordigden in 2009 5,5% van de totale omzet).
•
Betaaltermijnen van 180 tot 300 dagen.
•
Beperkte hoeveelheid liquide middelen door de zeer lange betaaltermijnen door overheidsafnemers.
•
Onvoldoende publieke bouwwerken voor een economisch herstel en beperkte financiële middelen. Weinig aanbestedingen voor grote projecten en nog minder voor kleine – de waarde per project lijkt af te nemen.
•
De Italiaanse bouwmaterialensector STERKTEN • • • •
ZWAKTEN
Kwaliteit van de “Made in Italy” producten (bijvoorbeeld keramische tegels). Vraag deels ondersteund door renovatie en vervangmarkt. Overheidsstimuli voor renovatiewerken. Eind 2010 werd 180 miljard aan overheidsmiddelen goedgekeurd om de stijgende grondstofprijzen te compenseren.
• • • • •
Overcapaciteit aan productiezijde, in combinatie met moeilijke export. Hoge impact van energie- en transportkosten. Trage betalingen. Zwakke binnenlandse vraag. Beperkte overheidsinvesteringen in de bouw.
atradiusmarketmonitor
Spanje: de textielsector De export, motor voor het herstel De Spaanse textiel- en kledingsector vertegenwoordigt 150.000 werknemers, in 5000 bedrijven. De waarde van de productie op jaarbasis wordt geraamd op 8,8 miljard euro. In 2010 was de sector goed voor 3,3% van de totale industriële productie en 5,9% van de totale export. Nog voor wereldwijd de economische crisis uitbrak, kampte de Spaanse textiel- en kledingsector al met een groeiende concurrentie vanuit China en andere lageloonlanden, waardoor de productie en bijgevolg het aantal werknemers binnen de sector afnam. Sinds 2010 vertoont de sector echter tekenen van herstel, met een lichte heropleving van de productie (tijdens het eerste kwartaal van 2011 ongeveer 5% op jaarbasis). Het herstel is hoofdzakelijk gebaseerd op de export, niet minder dan 85% van de nationale productie wordt uitgevoerd. Twee derde van de Spaanse textiel/kledingexport is bestemd voor de EU, toch groeit de export naar Azië en de VS het snelst. Tijdens de periode van januari tot april steeg de export met 15,9% ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder, tot 3,13 miljard euro. De import steeg met 15,7% tot 4,64 miljard euro.
De Spaanse textielsector 2006
2009
2010
Productie*
11,415
8,750
8,700
Import*
12,396
11,795
13,305
Export*
7,303
7,821
6,544
-5,093
-3.974
-4,761
Commerciële balans* *€ miljoen
Bron: Nationaal bureau voor de Statistiek Ondanks dit recente herstel is de algemene financiële situatie binnen de sector niet verbeterd. De retailprijzen blijven onder druk, terwijl de kost van de vezels sterk gestegen is. De gespannen vezelmarkt heeft al voor heel wat bevoorradingsproblemen gezorgd. Er is tevens een moeilijke aanvoer voor katoen, waardoor de prijzen stegen tot op het hoogste niveau van de voorbije 15 jaar. Dit is het gevolg van krimpende voorraden, een beperktere aanvoer vanuit Pakistan en hogere exporttarieven in bepaalde landen.
De algemene resultaten verbeteren, maar met een lichte toename van het aantal faillissementen. Binnen de Spaanse textielsector bedraagt de gemiddelde betaaltermijn 60 dagen. In maart en april van dit jaar zagen we een lichte toename van de betaaltermijnen, maar de trend verbeterde sinds juni en we verwachten geen verdere verslechtering voor de volgende maanden. In vergelijking tot andere Spaanse sectoren is de faillissements- en wanbetalingsgraad gemiddeld vrij goed en de voorbije maanden is het aantal kredietverzekeringsclaims in alle subsectoren stabiel gebleven. We verwachten de volgende maanden wel een lichte toename van het aantal faillissementen: de stijgende grondstofprijzen knagen aan de
atradiusmarketmonitor
Spanje: de textielsector bedrijfswinsten terwijl de toegang tot bankleningen in het algemeen beperkt blijft. Toch zullen de algemene resultaten van de textielsector verbeteren ten opzichte van vorig jaar. Dit is hoofdzakelijk te danken aan de heropleving van de export, terwijl vanaf augustus of september dit jaar ook een herstel van de binnenlandse vraag wordt verwacht.
Spaanse textielsector STERKTEN
ZWAKTEN
Vanaf de zomer van 2011 betere vooruitzichten
Nog steeds een zwakke binnenlandse vraag
voor de groei van de binnenlandse vraag Positieve ontwikkeling van de export
Nog steeds een beperkte toegang tot bankleningen Krappe vezelmarkt
atradiusmarketmonitor
Spanje: de bouwsector Verzwakt, maar nog steeds hoeksteen van de economie Ondanks de zware recessie van de voorbije jaren blijft de bouwsector een van de belangrijkste sectoren voor de Spaanse economie, zowel inzake algemene investeringen (bruto-investeringen in vaste activa) als bruto toegevoegde waarde (nettoproductie). Ondanks de teruggelopen activiteit in de bouw, biedt de sector nog steeds werk aan 8,9% van de totale actieve bevolking. Toch blijft tijdens het eerste kwartaal van 2011 de bijdrage van de bouwsector aan de economie negatief, zowel op het niveau van investeringen als nettoproductie. Volgens het Spaanse bureau voor de statistiek steeg het BBP tijdens het eerste kwartaal met 0,8% op jaarbasis en met 0,3% ten opzichte van een kwartaal eerder. Deze groei is hoofdzakelijk te danken aan een toename van de buitenlandse vraag. In de bouw daalden tijdens het eerste kwartaal de brutoinvesteringen in vaste activa met 10,2% ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Toch lag deze terugval al iets lager dan die van de voorbije kwartalen (-10,6% tijdens het vierde en -11,2% tijdens het derde kwartaal van 2010). Ook de nettoproductie van de sector liep tijdens het eerste kwartaal terug. De uiteindelijke daling bedroeg 5,4%, komende van -5,8% tijdens het vierde kwartaal van 2010 en -6,6% tijdens het derde kwartaal van 2010. In 2010 daalde de productie op jaarbasis met 10,8%, tot 1,64 miljard euro. Deze terugval was merkbaar in alle sectoren: Woningbouw: -16,5% Utiliteitsbouw: -4,5% Renovatie en onderhoud: - 4% Civiele bouw: -13,5%
Bouwvolumes (miljard euro) Jaar
Structurele engineering Grond-, water- en wegenbouw Totaal
1990
67,5
33,9 101,4
1995
45,3
18,6
63,9
2000
73,4
22,3
95,7
2005
124,7
40,4 165,1
2006
140,8
46,1 186,9
2007
150,2
50,3 200,5
2008
138,5
54,9 193,4
2009
108,6
55,1 163,7
90,2
45,1 135,3
2010 *) *schatting –Bron: SEOPAN
atradiusmarketmonitor
Spanje: de bouwsector Binnen de subsector van de bouwmaterialen is het cementverbruik de beste indicator. Dit verbruik liep sinds het tweede kwartaal van 2007 terug tot de helft (zie grafiek hierna). Tijdens het eerste kwartaal van 2011 daalde het cementverbruik opnieuw met 4,1%, en voor heel 2011 wordt een daling van 11% verwacht.
Cementverbruik Consumo de Cemento 16.000,0
10%
Miles de Toneladas
14.000,0
0%
12.000,0 ‐10%
10.000,0 8.000,0
‐20%
6.000,0
‐30%
4.000,0 ‐40%
2.000,0
‐50%
0,0
Consumo Aparente
% Var. Interanual
Bron: Atradius Gemiddeld worden in de bouwsector facturen betaald na 185 dagen, maar sinds 2008 zien we een toename van deze termijn. We verwachten echter dat deze trend de volgende maanden zal afvlakken. Tijdens het tweede kwartaal van 2011 daalde het aantal faillissementen in de bouwsector met 1% ten opzichte van een kwartaal eerder (tot 408 gevallen) en we verwachten op korte termijn niet opnieuw een toename. Toch zien we dat de subsector die prefab betonnen bouwonderdelen aanlevert, sterk gebukt gaat onder een dalende verkoop, een teruglopende hoeveelheid liquide middelen en krimpende winstmarges. Heel wat bouwbedrijven proberen zich aan te passen aan de moeilijke marktomstandigheden door hun structurele kosten te drukken. Ze verlagen hun afhankelijkheid van de Spaanse markt door te diversifiëren naar andere activiteiten zoals het verlenen van diensten die geen rechtstreeks verband houden met de traditionele bouw en zoeken buitenlandse werven om de vertraging op de binnenlandse markt te compenseren. We verwachten dat in 2011 het aantal Spaanse bedrijfsfaillissementen op jaarbasis zal teruglopen met 15%. Dat volgt op een toename van het aantal faillissementen met 5% in 2010 en zelfs 50% in 2009. In juni 2011 steeg in Spanje de EDF voor beursgenoteerde bedrijven met 3 basispunten ten opzichte van de maand eerder, tot 38 basispunten. Dit is 37 basispunten lager dan bij de piek in november 2010. Tegelijkertijd bereikte de Italiaanse EDF zijn laagste punt in meer dan twee jaar (zie grafiek op pagina 2). De Spaanse EDF was de voorbije maanden erg volatiel, maar ligt toch lager dan deze in andere Zuid-Europese landen (zie grafiek hierna).
atradiusmarketmonitor
Spanje: de bouwsector Gemiddelde EDF evolutie per land Moyenne de l'évolution des FADP par pays 2,5
2,5 Italie
2,0
2,0
Portugal
Pourcentage
Espagne 1,5
1,5
1,0
1,0
0,5
0,5
0,0 2005
0,0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Bron: KMV Credit Monitor en economisch onderzoek door Atradius
De daling in infrastructuuruitgaven ontketent een sterke daling voor grond-wateren wegenbouw Hoewel het ergste achter de rug lijkt voor de bouw en aanverwante sectoren, blijft in de meeste subsectoren ook in 2011 de productie teruglopen: De productie in de woningbouw zal op jaarbasis met 4 à 7% dalen. De activiteit in deze subsector zal verder teruglopen door een massaal overaanbod van huizen, terwijl de vraag beperkt is door restrictieve en duurdere bankleningen voor de gezinnen. Voor de productie in de utiliteitsbouw verwachten we een evolutie van -3 tot +1%, al naargelang de investeringen door de publieke sector en de bereidheid van bedrijven om te investeren in nieuwe commerciële gebouwen en productiesites. Ook bij de subsector renovatie en onderhoud zullen de resultaten tussen de -3 en +1% liggen, opnieuw afhankelijk van het niveau van de fiscale stimuli en de investeringen om deze subsector te ondersteunen. Door de drastische overheidsmaatregelen die Spanje moet nemen zal de productie van de subsector grond-, water- en wegenbouw vermoedelijk met 19 tot 22% teruglopen. Deze subsector bleef tot 2009 gevrijwaard van een al te sterke omzetdaling dankzij overheidsstimuli voor openbare werken om de teruggelopen activiteit in andere subsectoren op te vangen. Om het overheidstekort tegen 2013 terug te dringen tot 3% (in 2011 was dit nog 6%) volgden er in 2010 echter koerswijzigingen in het economische beleid, waardoor er geen ruimte is voor bijkomende infrastructuuruitgaven. Tijdens het eerste kwartaal van 2011 liepen de investeringen in de utiliteitsbouw sterker terug (-10,9%) dan in de subsector van de woningbouw (-8,9%), door de sterke daling bij infrastructuurbouw.
atradiusmarketmonitor
Spanje: de bouwsector Spaanse bouwsector STERKTEN Flexibele structuren Productdiversificatie en internationalisering Nog steeds een strategische sector
ZWAKTEN Binnenlandse vraag Afhankelijkheid van externe financiering Vaak laattijdige betalingen
atradiusmarketmonitor
Portugal: de textielsector Korte opleving in 2010 Met 157.770 banen en 22% van de totale tewerkstelling in de verwerkende nijverheid is de textiel- en kledingsector een van de belangrijkste voor de Portugese economie. Portugal telt ongeveer 7.000 bedrijven die actief zijn in alle subsectoren van de textielnijverheid, grotendeels kleine en middelgrote ondernemingen. In 2008 en 2009 ondervond de sector grote problemen door een terugvallend concurrentievermogen. Heel wat textielbedrijven leden onder een krappe beschikbaarheid van liquiditeiten, de strengere kredietvoorwaarden van de banken en dalende overheidssubsidies. Hoewel de sector nog steeds kampt met een relatief groot aantal faillissementen en laattijdige betalingen, zijn er in het geheel enige tekenen van verbetering en een aantal succesverhalen. De textielproductie is toegenomen, de werkgelegenheid herstelt zich enigszins en we zien binnen de sector een verschuiving naar een aantal subsectoren met een hogere toegevoegde waarde. In 2010 steeg de omzet op jaarbasis met 7% tot 6,12 miljard euro. De waarde van de export nam in 2010 toe met 6,4% (zie onderstaande grafiek) en vertegenwoordigt 11% van de totale Portugese export. De import steeg in 2010 tot 3,29 miljard euro, een toename met 10,8%. Export: textiel en kleding
Bron: Eurostat
De exportgeoriënteerde textiel- en kledingbedrijven toonden de meeste veerkracht en hielden ook het best stand ondanks de huidige economische moeilijkheden van het land. Voor de kleinhandel ziet de toekomst er een stuk somberder uit. De Portugese retailmarkt voor kleding vertegenwoordigde in 2010 4,1 miljard euro. Door de afnemende
atradiusmarketmonitor
Portugal: de textielsector vraag bij de consument en de grotere druk op de prijzen is de onderlinge concurrentie de voorbije jaren opmerkelijk gestegen, met een groeiende trend naar gespecialiseerde ketens. In 2010 hadden deze een marktaandeel van 50%. De situatie voor de kleinhandel van textiel/kleding zal nog verder verslechteren door de economische crisis en het ruime pakket soberheidsmaatregelen voor het aanpakken van de Portugese schuldproblemen. Men verwacht dat de Portugese economie in 2011 zal krimpen met 2% en in 2012 nogmaals met ruim 1,5%. Waarschijnlijk zal de private consumptie – in het bijzonder van duurzame goederen – de volgende twee jaar nog scherp terugvallen. Een bijkomend probleem zijn de stijgende grondstofprijzen, bijvoorbeeld van katoen, die de productiekosten doen toenemen maar in een periode met een dalende vraag niet kunnen worden doorgerekend aan de consument.
Een verdere verslechtering van het betalingsgedrag en meer faillissementen Gemiddeld worden binnen de Portugese textielindustrie facturen betaald na 120 dagen en we zien nog een verdere verslechtering van het betalingsgedrag. Met een teruglopende binnenlandse vraag en hogere grondstofprijzen verwachten we binnen de textiel- en kledingsector een nog minder rooskleurige financiële situatie, waardoor facturen de volgende maanden mogelijk nog later worden betaald. We zagen de voorbije drie maanden tevens een aanzienlijke toename van het aantal kredietverzekeringclaims en verwachten dat het aantal faillissementen binnen deze sector tijdens de rest van het jaar nog zal toenemen. De retail zal het hardst in de klappen delen, met bijgevolg het meeste falingen. Daarom zullen we ons zeer voorzichtig blijven opstellen voor deze sector, in het bijzonder voor de retail. Door de tegenvallende vooruitzichten op de binnenlandse markt en de harde concurrentie zullen fabrikanten van kleding en textiel nieuwe exportmarkten blijven zoeken en de toegevoegde waarde van hun export proberen te verhogen.
atradiusmarketmonitor
Portugal: de textielsector
Portugese textielsector STERKTEN
ZWAKTEN
Toenemend gewicht van exportgedreven sectoren
Macro-economische omgeving: sterke daling van de consumptie
Toegenomen gewicht van de subsectoren met een hogere toegevoegde waarde, wat leidt tot meer competitieve en veerkrachtigere bedrijven
De sector kampt met een groter aantal laattijdige betalingen en faillissementen
atradiusmarketmonitor
Turkije: de textielsecor Opnieuw groei in 2010 … De textielindustrie (waaronder katoen en synthetische garens, vezels en stoffen, woningtextiel en kleding) is in Turkije een van de belangrijkste sectoren. De sector vertegenwoordigt 11% van het BBP en stelt ongeveer twee miljoen mensen te werk. Turkije is na China de tweede grootste textiel- en kledingleverancier van de EU en is wereldwijd de achtste uitvoerder voor textiel en de vierde voor kleding. Jaarlijks wordt voor 21 miljard dollar aan textiel uitgevoerd, 18% van de totale export. De Turkse textielsector kreeg sinds 2005 meerdere harde noten te kraken nadat de EU - na de toetreding in 2001 van China tot de Wereldhandelsorganisatie - haar importquota ophief waardoor er meer Chinees textiel Europa kon binnenkomen. Als gevolg hiervan ondervonden Turkse textielproducenten sterke concurrentie van de goedkope Chinese producten, zowel binnen hun belangrijkste exportgebieden als op de thuismarkt. Daarnaast steeg ook de concurrentie vanuit andere textiellanden die heel wat goedkoper kunnen produceren, waaronder India, Pakistan en Bangladesh. Om opnieuw competitief te kunnen zijn, verlegden heel wat Turkse fabrikanten van textiel en kleding hun focus naar innovatieve producten en producten met een hogere toegevoegde waarde. Tegelijkertijd werkten de Turkse textielproducenten aan hun bekendheid op de wereldmarkten. Helaas konden niet alle textielbedrijven deze omschakeling maken en hun problemen verergerden nog door de economische crisis van 2008/2009, met als resultaat dat vermoedelijk ongeveer 20% van de Turkse bedrijven in deze sector op dat moment de boeken moest neerleggen of het faillissement aanvragen. Sinds 2010 stijgt echter opnieuw de vraag, hoofdzakelijk vanuit de EU maar ook vanuit de lokale markt, met bijgevolg grotere bestellingen en dus omzetten. De export steeg vorig jaar met ruim 15% en deze trend zette zich voort in 2011, met tijdens de eerste maanden van het jaar 20 à 30% meer bestellingen. De benutting van de productiecapaciteit steeg tot 80%, nadat deze tijdens de crisis was teruggevallen tot onder de 60%. Globaal kent de Turkse economie inmiddels een sterk herstel, met in 2010 een groei van het BBP met 8,9% en voor 2011 een groeiverwachting van 6%. Men verwacht dat dit patroon zal aanhouden, gedreven door investeringen en de binnenlandse consumptie. In 2010 groeide de particuliere consumptie met 6,6% dankzij een hogere tewerkstellingsgraad, een sterke Turkse lire en een lage spaarquote.
atradiusmarketmonitor
Turkije: de textielsecor …maar de structurele problemen blijven aanhouden Ondanks het herstel blijft de sector kampen met diepgewortelde structurele problemen, zoals de traditioneel lage kapitalisatie, onvoldoende liquide middelen en een slechte cashpositie van de Turkse textiel/kledingbedrijven. Hoewel de marges verbeteren dankzij het economische herstel, blijven ze onder druk door de sterke concurrentie binnen de wereldwijde textielmarkt en de stijgende grondstofprijzen. Als gevolg hiervan blijven de bedrijven in het algemeen met zeer kleine marges werken, waardoor hun financiële situatie precair blijft. Facturen worden vaak laattijdig betaald en het aantal non-performing kredieten en faillissementen ligt hoog – boven het gemiddelde voor alle Turkse sectoren samen. En aangezien we verwachten dat deze trend zich zal voortzetten, hanteren we een zeer voorzichtig kredietlimietbeleid voor deze sector. Een recent regeringsinitiatief zal hopelijk het aantal wanbetalingen en faillissementen binnen de textiel/kledingsector terugdringen. Om de lokale productie te beschermen lanceerde de Turkse regering op 22 juli een nieuwe reglementering voor de import van stoffen en kleding. Er wordt een bijkomende taks geheven van 20% op stoffen en 30% op kleding. Als gevolg hiervan zullen er dus extra invoerrechten gelden voor jassen, pakken, truien en T-shirts alsook wollen en katoenen stoffen. Men verwacht dat deze wetgeving een belangrijk positief effect zal hebben op het concurrentievermogen van de eigen textiel- en kledingproducenten en hen zal ondersteunen bij hun kwalitatieve productie. Men verwacht dat ingevolge deze wetgeving Turkse investeerders in landen als Egypte, China en andere Aziatische landen zullen terugkeren naar hun thuisland. Op lange termijn zal dit bijdragen tot een financiering van de modernisering van de productieprocessen waardoor het Turkse textiel met een hogere toegevoegde waarde opnieuw kan concurreren op wereldniveau.
Turkse textielsector: STERKTEN
ZWAKTEN
Het merkimago verbetert maar is nog steeds onvoldoende Kwalitatieve producten en producten met een hoge toegevoegde waarde Sterk marktaandeel op belangrijkste markten Nabijheid van EU, Midden-Oosten en CISlanden Rijk aan basisgrondstoffen
Hoge productiekosten, in het bijzonder de loonkosten Financieel onvoldoende sterk en groot aantal onbetaalde kredieten Hoog percentage “zwarte” productie en tewerkstelling Lage kapitalisatie
atradiusmarketmonitor
China: de textielsector Opmerkelijke prestaties – maar problemen aan de horizon Dankzij zowel een sterk herstel van de buitenlandse als binnenlandse markten kende de Chinese textiel- en kledingsector in 2010 een krachtig herstel na de crisis van 2008/2009. Volgens het China Economic Information Network zouden de textiel- en kledingfabrikanten en retailers in 2010 een omzet van 252 miljard euro gegenereerd hebben, een toename met 28,24% op jaarbasis. De sterke groei zette door tijdens het eerste kwartaal van 2011, met jaar op jaar een groei van zelfs 31%. Dit leidde in 2010 ook tot hogere investeringen (onder meer in machines en uitrusting), soms zelfs tot ruim 20%. Vorig jaar bedroeg de totale winst voor de sector 3,1 miljard euro - een toename met 52% op jaarbasis - met voor de sector een bruto winstmarge van 11,5% (10% in 2009). In 2010 bedroeg de winstmarge vóór belastingen 4,7%, tegen 3,88% in 2009. Het rendement op activa (ROA) steeg met 1,63 basispunten tot 6,5%, de ROI met 3,79 basispunten tot 15,30%. Dankzij deze mooie cijfers stegen in 2010 de nettowaarde van de activa en de solvabiliteit van de sector. Dit belette echter niet dat in 2010 ook 11% van de 33.218 bedrijven een netto verlies boekte. Er dienen zich echter ook een aantal problemen aan. De uit de pan swingende prijs voor katoen drukt de winstmarges van de textielmakers, die deze prijsstijgingen niet kunnen doorrekenen aan hun klanten. Zoals in tal van sectoren waren er ook in de kleding/textielsector sterke loonstijgingen (tijdens het eerste kwartaal van 2011 tot 15%), en knagen de stijgende prijzen van de producenten steeds meer aan het Chinese concurrentievermogen, in het bijzonder ten opzichte van andere Aziatische landen zoals Vietnam. Daarnaast wordt de Chinese yen traag maar zeker duurder, wat nadelig is voor de export. Verder verwacht men dat de Chinese overheid tijdens de tweede helft van het financiële jaar de korting op de exportheffing zal terugbrengen van 16 tot 11%, wat in het bijzonder nadelig zou zijn voor kleine en middelgrote producenten met bruto winstmarges van slechts 1 à 2%. Verder vormt ook het antidumpingonderzoek door een aantal westerse landen een bedreiging voor de Chinese export. Ten slotte zou een verstrakking van het monetaire beleid door de centrale bank de beschikbaarheid aan bancaire middelen voor de sector beperken, waardoor heel wat KMO's of exportgerichte textielmakers heel wat moeilijker aan kredieten zullen raken.
Een tragere groei van de export, maar herstel van de binnenlandse retail Wanneer we al deze factoren in overweging nemen, verwachten we dat de groei van de sector de volgende maanden zal vertragen, in het bijzonder bij de exportgerichte producenten. Tijdens de eerste helft van 2011 zagen we een afname van de vraag naar kleding en textiel op de binnenlandse markt, wat heeft geleid tot lagere marges voor de retailers. Toch menen we nog steeds dat de binnenlandse markt tijdens de tweede helft van het jaar beter zal presteren dan de export. We verwachten dat de binnenlandse vraag mogelijk opnieuw aantrekt na september 2011, omdat de huidige, hoge inflatie (6,4% in juni) dan zal terugvallen. De regering heeft beloofd inspanningen te leveren om de inflatie-index binnen een gecontroleerd bereik te houden en we kunnen verwachten dat, naarmate de inflatie afneemt, de binnenlandse vraag naar textiel tijdens het laatste kwartaal van 2011 opnieuw licht zal toenemen. Nog voor Kerstmis zou ook de export opnieuw kunnen stijgen.
atradiusmarketmonitor
China: de textielsector
Gemiddeld wordt binnen de Chinese textielsector binnen de 60 à 100 dagen betaald. Door de huidige problemen van de sector kunnen we echter niet volledig uitsluiten dat de komende tijd de kasstroom van de Chinese textiel- en kledingproducenten onder druk komt, waardoor de betaaltermijnen toenemen.
Chinese textielsector: STERKTEN
ZWAKTEN
Belangrijke sector die overheidssteun krijgt (zoals korting op de exportbelasting) Goede kwaliteit en een goedkopere prijs / grote concurrentievoordelen Verbeterde technologieën voor textielproductie
Gebrek aan belangrijke of geavanceerde troeven zoals design, merk, enz. Verzadigde markt en grote concurrentie Beperkte mogelijkheden om de stijgende grondstofprijzen door te rekenen aan de consument
atradiusmarketmonitor
Atradius Copyright 2011 Hoewel we al het noodzakelijke hebben gedaan om te verzekeren dat de informatie in dit rapport verkregen is van betrouwbare bronnen, kan Atradius niet verantwoordelijk gesteld worden voor fouten of omissies, of voor de resultaten bekomen door gebruik van deze informatie. Alle informatie in dit rapport wordt gegeven "zoals ze is", zonder garantie op volledigheid, accuraatheid, tijdsgebondenheid. In geen geval zal Atradius, haar gerelateerde partners of corporaties, of de partners, agenten of werknemers hiervan verantwoordelijk kunnen gesteld worden voor elke genomen beslissing of actie die zij zouden nemen op basis van de in dit rapport verstrekte informatie noch voor om het even welke andere schade, zelfs wanneer vooraf geïnformeerd over de mogelijke negatieve gevolgen.
Atradius Avenue Prince de Liège, 74 5100 Namur Meir, 30 2000 Antwerpen
atradiusmarketmonitor
www.atradius.be