Opmaak Werkboek 4_PP
19 1
5
10
15
20
11:12
Pagina 38
Tijger
‘Ik noem hem Tijger,’ zegt Sam. ‘Want het is een mannetje en net een tijger.’ De jonge kater ligt in het halletje. Sams moeder lacht. ‘Als hij maar niet zo groot wordt als een tijger!’ Sam kijkt nog eens goed naar het katertje. Een zacht velletje en een heel lief snorretje. Zou hij echt zo groot worden? Tijger komt uit het asiel. Daar hadden ze veel jonkies. Maar deze dieren hadden geen ouders. Zou Tijger zijn papa en mama nu missen? Zo te zien valt dat wel mee. Het dier ligt heerlijk te slapen. Een bolletje geel met zwarte strepen. Nee, een echte tijger wordt Tijger vast niet! Maar dan doet het dier zijn bek open. Je ziet heel goed zijn scherpe tanden. Diep uit zijn keel komt een brulletje: ‘Piep!’ Bies van Ede
38
13-09-2010
Opmaak Werkboek 4_PP
1
Onderstreep steeds het basiswoord. Lees daarna de rijtjes woorden vlot. 2 kannen
3 kannetje
4 ring
5 ringen
6 ringetje
bal
ballen
balletje
som
sommen
sommetje
lel
lellen
lelletje
kar
karren
karretje
knor
knorren
knorretje
rib
ribben
ribbetje
hol
hollen
holletje
stal
stallen
stalletje
knul
knullen
knulletje
pen
pennen
pennetje
ding
dingen
dingetje
bon
bonnen
bonnetje
Welk woord hoort niet in de zin? Streep dat door. Lees de zinnen hardop. 1 2 3 4 5
4
Pagina 39
Ik zie√een grote tijger en een kleine kat. Jij bent de liefste mama van de wereld. Dat is de jongen die naast mijn oma woont. Mijn opa en oma wonen in het zuiden van het land.
1 kan
3
11:12
Zet een √ na de woorden die je in één keer leest. Lees daarna de zinnen hardop. 1 2 3 4
2
13-09-2010
In de tuin staat een sparretje/pilletje. De man liep over het biggetje/bruggetje. De zieke kreeg iedere dag een kinnetje/pilletje. Wat is dat een lelijk prulletje/brulletje. De poes kreeg van ons een zonnetje/kommetje melk.
Zet een verdeelstreep tussen de woorden. Lees ze daarna hardop.
st
m e tj e m a l e n t j n e i v b z o s n e n j t e e j t erre
s
belletjerugge t j e
et norrretjedingetjeprullet jes t a m m
je s
e tj e ezonn j t e r par
39
Opmaak Werkboek 4_PP
13-09-2010
20 1
5
10
15
20
Pagina 40
Strikje
Morgen is het feest, want dan is opa jarig. ‘Zullen we hem een gitaartas geven?’ vraagt mama. ‘Nee, een oliebol,’ zegt Bram, ‘met een strik!’ ‘Of een figuurzaag!’ roept Moon. ‘Dan liever een klapsigaar!’ zegt Bram. Hij neemt een slok van zijn cola. ‘Nee, ik heb een topidee!’ zegt Moon. ‘We geven hem een cavia in een kooi!’ ‘Zo'n minihaas bedoel je?’ vraagt Bram. ‘Maar dan wel in een kooi met een strik!’ ‘Waarom een strik?’ vraagt mama verbaasd. ‘Nou, het is toch feest!’ roept Moon, ‘en opa houdt van strikken, dat weet iedereen!’ Het plan voor de cavia wordt goedgekeurd. Ze gaan meteen naar de dierenzaak. ‘Kijk eens wat een lieverdje,’ wijst mama. ‘Dat is onze zielenpiet,’ zegt de verkoper, ‘al zijn broertjes en zusjes zijn al weg. Hoe gaan jullie hem noemen?’ ‘Strikje,’ zegt Bram, ‘en hij is voor opa!’ Mieke van Hooft
40
11:12
Opmaak Werkboek 4_PP
1
We geven hem een cavia in een kooi! Ze gaan meteen naar de dierenzaak. Zullen we hem een gitaartas geven? Hoe gaan jullie hem noemen?
gieter verlies ieder piepen
2 gitaar
3 gitaartas
viool idool pion
4 sinasfles
vioolsnaar popidool schaakpion
5
rivierboot wegpiraat griepvirus
iglotent skipiste bikinibroek tostibrood
Zet een verdeelstreep tussen de twee woorden. Kleur daarna de i rood en de ie groen. Lees alle woorden. 1 figuurzaag
kilogram mierenhoop
4
Pagina 41
Lees de woorden: eerst van boven naar beneden, dan van links naar rechts. 1
3
11:12
Zoek de zinnen in de leestekst. Zet er steeds een streep onder. Lees de zinnen. 1 2 3 4
2
13-09-2010
2 buikspieren
limoentaart topidee
3 junimaand
4 drinkbidon
antivries boektitel
waterski huisdieren
Welk woord hoort niet in de zin? Streep dat door. Lees de zinnen hardop. 1 Jeroen gaat kamperen in een iglotent/kilozak. 2 Cola zit in een figuurzaag/literfles. 3 Een iglo/eskimo is een huis van sneeuw.
5
Trek een lijn tussen het woord en het plaatje dat er bij hoort.
kl.ps.gaar
k.w.schil
g.taar..aar
sch..kp.on
fig..r.aag
sk.st.kken
ca.ia
41
Opmaak Werkboek 4_PP
13-09-2010
21 1
5
10
15
20
Pagina 42
De thuiswedstrijd
Ali en Thijs zijn gek op voetbal. Hun club speelt zondag een thuiswedstrijd. Daar willen ze heel graag bij zijn, maar ze hebben geen geld. Ali bedenkt een plan. Zijn vader heeft een theehuis. En de moeder van Thijs heeft twee thermoskannen. Die vullen ze met heel heet water. Ali pakt thuis een thee-ei en een bus thee. Thijs neemt tien bekers mee. Ze gaan naar de drukste straat van het dorp. Daar lopen altijd heel veel mensen. De vrienden roepen om de beurt: ‘Theetijd!’ De mensen vinden het erg leuk. Mmm, een lekker kopje thee voor vijftig cent. Ali en Thijs doen het geld in een theeblik. Ze verkopen tot de winkels dicht gaan. Thuis tellen ze snel al hun geld. Het is ze gelukt! Ali en Thijs kunnen naar de wedstrijd toe! Saskia Goldschmidt
42
11:12
Opmaak Werkboek 4_PP
1
13-09-2010
11:12
Pagina 43
Lees wat Thijs en Ali zeggen. Zet een √ na de woorden die je in één keer leest. Lees daarna de zinnen hardop. Thijs Ali Thijs Ali Thijs Ali
‘Zullen we bij mij thuis√gaan spelen?’ ‘Nee, vandaag spelen we bij mij thuis!’ ‘Waarom moet het nu bij jou thuis?’ ‘Mijn moeder heeft thee met taart.’ ‘Taart is lekker, maar ik lust geen thee.’ ‘Dan krijg jij vast wel een glas ijsthee!’
2
Zoek in de leestekst de woorden met th. Onderstreep die woorden en lees ze voor.
3
Trek lijnen van de tekening naar de juiste woorden. tafeltje
ijsthee
dokter
tenen
thermometer
thermoskan
tijger
4
Vul in: thuis – Arthur – thee 1 In een theehuis kun je
drinken.
2 Een theeleut voelt zich daar wel 3 Mijn oom
5
.
zou er graag wonen!
Zet een √ na de woorden die je in één keer leest. Lees het rijmpje voor. Mijn oma woont in Tholen,√vlakbij de zee. Haar poes heet Liesbeth, zij drinkt graag thee. Liesbeth likt altijd mijn theekopje schoon. Dat beest is een theeleut, echt niet gewoon!
43
Opmaak Werkboek 4_PP
13-09-2010
22 1
5
10
15
20
Pagina 44
De dief
Merves klas heeft een nieuwe meester. Meester Siebe werkte vroeger bij de politie. Toen was hij speurder, maar nu geeft hij les. Meestal vindt hij dat leuk, maar soms ook saai. Zoals vandaag, want de klas heeft een repetitie. Op de dag voor de vakantie, bah! Maar… waar is het papier met de vragen? ‘Jongens, we moeten zoeken!’ roept Siebe. ‘Wie het papier vindt, krijgt een traktatie!’ De klas komt meteen in actie. De kinderen springen op en gaan zoeken. ‘Kijk of er ingebroken is!’ roept Siebe. Merve rent naar het raam: nee, dat is dicht. Maar wat ziet ze daar? ‘Betrapt!’ gilt ze en ze wijst naar Siebe. Op zijn stoel ligt het papier. ‘Sorry,’ lacht hij, ‘ik had geen zin in een repetitie. Ik had meer zin in een speurspel. Merve, jij krijgt een traktatie en een tien voor speuren!’ Floortje Zwigtman
44
11:12
Opmaak Werkboek 4_PP
13-09-2010
11:12
Pagina 45
1
Speurwerk! Zoek in de leestekst de woorden met tie. Onderstreep ze alle zeven. Lees de woorden.
2
Onderstreep tie. Lees de rijtjes, eerst langzaam, daarna iets sneller. 1
3
actie
2 positie
3 relatie
4 operatie
portie
notitie
emotie
adoptie
spatie
auditie
garantie
informatie
Lees de zinnen. Onderstreep de stukjes die je langzamer leest. Zet een √ waar je even rust. Lees dan nog eens. 1 Op de dag voor de vakantie,√bah! 2 Maar… waar is het papier met de vragen? 3 Merve rent naar het raam: nee, dat is dicht. 4 ‘Betrapt!’ gilt ze en ze wijst naar Siebe.
4
Trek een lijn van tie naar de woorden waar het past. kana
por
trakta
fami
tie vakan
garan poli
tra
5
Vul in. Kies uit de woorden van opdracht 4. 1 Joppe koopt een p
patat.
2 De meester wil graag op v 3 De p
.
neemt de dief mee.
4 Merve heeft een t 5 Op deze telefoon krijg je drie jaar g
verdiend. .
45
Opmaak Werkboek 4_PP
23
13-09-2010
11:12
Pagina 46
Een eenzaam paardje 1
5
10
15
20
Er was eens een paardje dat Igor heette. Zijn manen waren lang en blond en zijn staart was zacht en pluizig. Hij kreeg een goede verzorging. De baas van Igor was een prins. Hij woonde in een groot paleis. Alles in dat paleis was van goud en zilver. Het was er echt heel koninklijk. Soms kwamen er gasten uit een ver land. Dan werd het feestelijk in het paleis. Met vuurwerk en kaarsen en taart en zo! De prins hield veel van zijn paardje. Maar hij had niet genoeg tijd voor het dier, want hij moest vaak op reis. Igor was dan erg verdrietig en alleen. Hij wilde eigenlijk weg, maar waar moest hij heen? Het paard was verstandig en dacht: Ver weg is leuk, maar ook gevaarlijk. Misschien verdwaal ik wel… Dan blijf ik toch maar hier. Liever een saai leven dan een eng leven. Anne Takens
46
Opmaak Werkboek 4_PP
1
water bobbel rommel rimpel
misselijk duizelig grieperig
bedoelen handelen schitteren belonen
2 reken
rekening wandeling oefening tekening
wandel oefen teken
3 meester
meesterlijk monsterlijk wonderlijk ridderlijk
monster wonder ridder
2 betaling
3 zindelijk
rekening beloning
4 kriebelig
verzorging huilerig
harig pluizig
5
gevaarlijk griezelig gruwelijk
2 schittering
3 wandelen
bedoeling beloning handeling
betalen verzorgen verwonden
4 verzorging
wandeling verwonding betaling
Zet verdeelstrepen tussen de acht woorden. Lees de woorden daarna steeds sneller.
akelig d
5
waterig bobbelig rommelig rimpelig
Lees de rijtjes. Trek lijnen tussen de woorden die bij elkaar horen. Lees daarna deze woorden twee aan twee. 1
4
Pagina 47
Lees de rijtjes. Trek een lijn naar de juiste tekening. 1
3
11:12
Lees de rijtjes goed en snel. Lees steeds twee woorden naast elkaar. 1
2
13-09-2010
uizel igzw iggeweld
everiggev aarl ijkg
welijkm riezeliggru onst erlijk
Lees de zinnen. Trek een lijn naar het juiste woord. Lees daarna de zinnen nog eens met het juiste woord erin. 1 2 3 4 5
De prins zag hoe Igor was. Hij bedacht een slimme . Hij kocht een meisjespaard. Igor en zij kregen al snel . En ze leefden nog lang en .
verkering
gelukkig verdrietig vriendelijk
oplossing
47
Opmaak Werkboek 4_PP
13-09-2010
24 1
5
10
15
20
Pagina 48
Op vakantie
Gaan jullie maar op vakantie, denkt Sep boos. Ik ga niet mee, ik blijf met Bolletje thuis. Sep verstopt zich met zijn konijn in de schuur. Hij heeft tostibrood en een literfles thee, en voor Bolletje een wortel en een portie sla. ‘Sep!’ roept papa, ‘kom je… we gaan, hoor!’ De deur van de schuur zwaait piepend open. ‘Sep, ben je hier?’ Sep schrikt, hij spant zijn buikspieren. Hij zegt niets en wacht stil af. Maar Bolletje vindt stil zitten moeilijk. Ze glipt het holletje uit en hupt naar papa toe. ‘Hee Bolletje,’ zegt papa, ‘waar is Sep?’ Verraden! denkt Sep, Bolletje heeft me verraden. ‘Ik ga mee als Bolletje óók mee mag,’ pruilt Sep. ‘Dat vind ik kinderachtig,’ zegt papa. ‘Want hier is ze maar alleen, gun Bolletje ook een uitje. Bij de kinderboerderij zijn ook andere konijnen.’ ‘En ik dan?’ vraagt Sep en hij staat op. Papa lacht: ‘Jij vindt vast een vriend bij de zee!’ Geert van Diepen
48
11:12
Opmaak Werkboek 4_PP
1
Gaan jullie maar op vakantie, denkt Sep boos. ‘Ik ga mee als Bolletje óók mee mag,’ pruilt Sep. ‘Dat vind ik kinderachtig,’ zegt papa. Papa lacht: ‘Jij vindt vast een vriend bij de zee!’
vakantie op vakantie samen op vakantie
2 literfles
3 buikspieren
een literfles een literfles thee
zijn buikspieren hij spant zijn buikspieren
Lees de woordparen. Kleur dan elk tweede woord. Kleur dat woord ook in de leestekst. Welk woord blijft over? 1
4
Pagina 49
Lees de rijtjes vlot, steeds sneller. 1
3
11:12
Lees de zinnen vlot: eerst met je ogen, dan fluisterend, dan hardop. 1 2 3 4
2
13-09-2010
bol
bolletje 2
huis
thuis
hol
holletje
hee
thee
3
kind kinderachtig 4 spier moe
moeilijk
fles
buikspieren literfles
Zet de woorden in de goede rij. Lees daarna de rijtjes goed en vlot. theepot – literfles – heerlijk – portie
5
vakantie politie garantie traktatie
2 thuis
3 skipiste
thema ijsthee thuiskomst
wegpiraat riviertocht bikinibroek
Zoek elk woord. Streep het door. ijsthee traktatie
gummetje thuis
skipiste Welk woord blijft over?
politie
thema literfles
4 eindelijk
tijdelijk pluizig
moeilijk tijdelijk smakelijk
l d p i i g k t
i t e r f l t h e m a o l u i z i g e i t i l o j s t h e e u mm e t j j i l e d j r a k t a t
e n z p g e i i
s k i p i s t e
© Noordhoff Uitgevers bv
1
49