PRAKTIJKTEST
Leren fotograferen met 22Meg aan beeldinfo...
Mamiya ZD Waarom kochten massa’s fotografen vroeger een Mamiya C330? Omdat hij goedkoper was dan een Rolleiflex en optisch er nauwelijks voor onder deed. Waarom kochten massa’s fotografen een Mamiya 4,5x6 camera? Omdat hij veel goedkoper was dan die Zweed, niet verplicht vierkant was en optisch vrijwel niet onder deed. Waarom kopen massa’s fotografen geen Mamiya ZD in plaats van een dikke Canon...? Omdat.. tsja, waarom eigenlijk niet? Goedkoper dan een Rollei is 'ie niet echt meer, net zo goed als die Zweed inmiddels wel. De fraaie Mamiya optieken zijn alleen maar beter geworden, dus daaraan kan het niet liggen. In mijn rechter hand hou ik een flinke uit de kluiten gewassen ‘kleinbeeldcamera’, maar dan in het sensorformaat 48 x 36mm, met een capaciteit van 22Megapixels. Dat klinkt veel, maar die 22 miljoen pixels bevinden
30
zich op een sensor van 1.728 mm2. Op de 864mm2 grote sensor van een
dikke Canon bevinden zich er dik 17 miljoen. En snel rekensommetje leert dat Dalsa ruim 12.500 pixels op een vierkante mm propt en Canon een kleine 20.000. Maar die Dalsa CCD is wel 2x zo groot als de Canon CMOS. Dus de door Dalsa gebruikte pixels zijn blijkbaar een stuk groter (0,00008mm) dan die van Canon (0,00005mm). Voordat deze test aanvangt stel ik mij de vraag: “waar ga ik deze
camera voor gebruiken”. Leuk dat Mamiya haar trouwe gebruikers een ZD presenteert na bijna twee jaar wachten, maar wat voegt deze camera toe? Waarom ga ik in deze tijd van hegemonie van aan de ene kant Leaf (ook Dalsa) & Co in de studio en aan de andere kant Canon & Co op straat een forse middenformaat digireflex van 10.000 euro aanschaffen? Het antwoord is simpel. De genoemde achterwanden van Leaf e.a. waren in wezen bedoeld voor 4x5” studiocamera’s en neem je niet ff mee naar buiten. Ze waren tot voor kort ook erg duur en vroegen of om speciaal licht of het waren geen zg ‘one pass’ sensors. Inmiddels is dit allemaal achterhaald en zijn er ook 33 megapixel achterwanden, maar die kosten dan ook veel meer
CAMERA MAGAZINE 104
dan deze hele Mamiya camera. We blikken ff in een Calumet foldertje: de gemiddelde 17 Meg (!) achterwand is al net zo duur als deze hele mamiya camera. De ouw trouwe 22 Meg Zweed kost 2x zo veel als de Mamiya. Het voordeel van de Mamiya ZD is dus onomstotelijk dat je een hele camera inclusief software koopt voor de prijs van een losse achterwand elders.
Jaargang 21 / nummer 1
En dan hebben we het nog niet gehad over de beeldkwaliteit, te danken aan de 2x APS-C sensor.
KARAKTERISTIEKEN De APS-C formaat Canon’s en Nikon’s hebben een beeldkarakteristiek die onder andere door de 1,5x factor en een overmaat aan oplossend vermogen (vaak meer dan het objectief aan kan), het best omschreven kan worden als alles overheersend scherp. Het is met een APS-C formaat digireflex verrekte moeilijk een onscherpe foto te maken. “Uh, dat wil ik ook helemaal niet”, hoor ik u zeggen. Maar soms moét het. Ik leg u dat uit. Wij zijn met z’n allen vreselijk verwend geraakt daar waar het gaat om de beeldweergave. De APS-C sendor van onze digireflex registeert als nooit tevoren scherp van hoek tot hoek. Dat komt omdat hij maar een klein deel van de beeldcirkel van het objectief gebruikt, en dat is meteen het beste deel van die beeldcirkel; het centrum. Daarbij komt dat de sensor een oplossend vermogen heeft dat hoger ligt dan het scheidend vermogen van de meeste optieken. De Dalsa-sensor in de Mamiya is niet veel kleiner dan het oorspronkelijke filmformaat van de Mamiya 645 camera’s. Ze noemden dat wel 4,5 x 6cm, maar het netto filmoppervlak was ook maar 40 x 56 mm. Derhalve is de vergrotingsfactor van de Mamiya slechts 1,16x. Om tegemoet te komen aan het oplossend vermogen van de sensor en de manier waarop deze met
opvallend licht omgaat, heeft men bij Mamiya besloten om alle objectieven opnieuw te berekenen, aangepast aan de karakteristieken van de sensor. Hierdoor valt het licht optimaal op de sensor en is er weinig strooilicht op deze grote sensor. Wat dus -in tegenstelling tot kleinbeeld- gebleven is, is de typische middenformaat beeldkarakteristiek met de fraaie scherp/onscherp vlakverdeling door de geringe dieptescherpte, die nu eenmaal inherent is aan het gebruik van objectieven met een grote beeldcirkel.
DIT
GEZEGD
hebbende, gaan we verder met de vraag waarom dan een middenformaat digireflex. Waarom wilt u een camera die NIET van hoek tot hoek ragscherp afbeeldt. De reden waarom fotografen vroeger een middenformaat camera kochten was omdat het negatief veel groter was dan dat van kleinbeeld en men dus verder kon uitvergroten voordat er korrel in zicht kwam. Maar een hele belangrijke tweede reden was dat met een middenformaatcamera de scherpteverdeling totaal anders is dan bij kleinbeeld. Doordat er een veel grotere oppervlakte belicht moet worden, is de beeldcirkel groter en de breking van het licht anders. Hierdoor is de zogenaamde dieptescherpte veel geringen. Kijk maar naar het bovenbeschreven APS-C sensortje van 15x22mm; doordat de lichtstraler veel steiler invallen, is de dieptescherpte juist enorm. Ik ga u hier niet verder
31
mee vervelen, maar het is een gegeven dat middenformaat objectieven veel verder gediafragmeerd moeten worden om dezelfde dieptescherpte te krijgen als bij kleinbeeld. En juist dit maakt middenformaat zo uniek. Met weinig middelen kan er een beeld ontstaan waarbij het onderwerp total is ‘losgeweekt’ van de achtergrond. Je ziet die achtergrond wel, maar hij verdwijnt in een soort droomwereld, waarbij het onderwerp, meestal een persoon, maar dat kan natuurlijk ook een artikel, een auto of een gebouw zijn, alle aandacht krijgt omdat het wél scherp is afgebeeld. Daarom ook zijn bijvoorbeeld bij middenformaat de 150mm matig-tele en de 120mm populaire brandpuntsafstanden, deze benadrukken immers dit effect. .
FOTOGRAFEER
JE
met een kleinbeeld digireflex en krijg je onvoorbereid een Mamiya ZD in handen geduwd, dan is het resultaat bijkans ‘onscherp’. Dat ís het niet, maar de indruk is onscherp omdat louter het geringe scherpstelvlak -zeker bij volle opening- scherp is. De rest hult zich in een stilzwijgend ‘bokeh’ (zie ook Anno Huidekoper’s verhaal in CM103 en de test van de Canon 1.2/ 85mm door Erwin Puts in CM104), waarbij veel afhangt van de kwaliteit van het objectief dat voor de fraaie weergave van dit Bokeh (de onscherpe achtergrond) moet zorgen. “Fotografen fotograferen niet meer” is de klacht van de importeur van Mamiya, “Ze registreren alleen maar en dat in enorme aantallen. Daar waar ze vroeger hooguit twee filmpjes volschoten, schieten ze nu honderden opnamen”. Velen zijn hun opleiding en de wetmatigheden van de fotografie vergeten en kunnen niet meer werken met scherpte/onscherpte en vlakverdeling. Het lijkt tegenstrijdig, maar daarom ook zijn zo veel digitale beelden oninteressant om naar te kijken; het beeld wordt juist door de alomaanwezige scherpte van voor tot achter zo vlak als het maar kan”.
DE
GROTE KRACHT
van deze Mamiya is dus het vermogen om te spelen met de scherptediepte, iets wat we bij de digitale APSC sensor van de meeste kleinbeeldcamera’s zijn kwijtgeraakt (daarom ook is bv de in dit nummer geteste Canon 1.2/85mm weer in zwang). De oude wetmatigheden van de fotografie zijn bij deze camera, met z’n verlengingsfactor van slechts 1,16x, nog steeds onverminderd van kracht. Bij de meegeleverde f4/120mm macro vertaalt zich dat in een schertediepte
32
een krappe 0,3 cm op 50 cm afstand bij volle opening, nauwelijks genoeg om een insect scherp af te beelden, maar daarom niet minder fraai omdat hij daarmee totaal van z’n omgeving wordt geïsoleerd. Zo ook bij het maken van een portret. FF op straat iemand portretteren kan, maar is lastig door het volume van de camera, de geringe scherptediepte. Bij f8 en ISO 100 is er buiten al aardig wat licht nodig en een sluitertijd van 1/125 s om bewegingsonscherpte tegen te gaan met een 120mm (want x1,16 = een 139mm). De scherptediepte bedraagt ca. 13 cm en loopt dan ca. 7 cm vanaf het scherpstelvlak naar achteren en ca. 6 cm naar voren op een afstand van 2 meter. Net voldoende om de oren scherp te krijgen indien er op de ogen werd scherpgesteld. Beter is dan de studio, waar meestal genoeg licht is plus een zwaar statief. En met voldoende licht voorhanden, kan een model daar naar believen worden uitgelicht. Van het topje van de neus tot het oorlelletje. Maar ik begin praktisch te worden. Tijd dus voor de praktijktest van deze dikke Bertha.
WIE ‘T
GROTE NIET EERT...
Allereerst de handligging en dan de knoppologie. Hoe je ‘t ook wendt of keert, de eerste Mamiya 645 camera’s lagen niet prettig in de hand. Pas later, met de 645Pro werd het beter, maar pas àf is met met de Maimiya ZD. Voor me staan een ZD en een (Canon)30D met batterijgreep. Natuurlijk is de ZD iets omvangrijker, maar eenmaal in de hand valt op dat de ZD eigenlijk net zo prettig vasthoudt als de Canon. En dat is een compliment aan de ontwerpers van de ZD body. Met name de riante plaats voor de duim en de lekkere stroeve bekleding zorgen ervoor dat de Mamiya zich in het veld laat hanteren als een kleinbeeldcamera. Ook het gewicht scheelt niet veel; 1750 gram voor de Mamiya (met batterij en objectief) en 1450 voor de Canon (idem). Tot zover een appels en peren vergelijking, maar louter om u een impressie te geven van de bulk van een dergelijke camera, of liever het ontbreken daarvan. Waar je de ZD natuurlijk mee zou moeten vergelijken is één van z’n soortgenoten, maar die hebben we nu niet bij de hand, dus we gaan verder met de beschrijving van de camera zelf.
EERST
DE FUNCTIES
die met de rechterhand worden bediend. De ontspanknop voor op de handgreep is à la Nikon voorzien van een ring met hevel, waarmee de
camera aan gezet kan worden. De standen L(ock), S(ingle), C(ontinue) en klokje (zelfontspanner) zijn hier voorhanden. Daarboven een instelwiel door de wijsvinger te bedienen. Dan een LCD schermpje waarin sluitertijd, diafragma, meetgebied, belichtingsmode, +/- correctie, drive-instelling en batterijcapaciteit zijn weergegeven. De meest essentiële zaken hiervan worden ook onderin de zoeker afgebeeld. Door het het knopje van de LCD-verlichting te drukken wordt de tekst zelf in het LCD blauw verlicht. Onder duimbereik bevinden zich het duimwiel waarmee afhankelijk van welke modus is gekozen deze kan woren beïnvloed, een blauw knopje voor auto exposure lock en een rood knopje ten behoeve van de flitslichtcorrectie. Om de bajonetmond zit een door de middelvinger te bedienen rubberen toets waarmee de AF vastgezet kan worden. Voor de pink tenslotte is er een klein knopje gevonden waarmee het diafragma van het objectief gesloten kan worden. U ziet, de essentiële zaken zijn met de rechthand op de tast te bedienen en in te stellen en dat zonder het oog van het oculair af te hoeven halen. Het tekent de professionaliteit van deze camera, er is duidelijk over nagedacht. Op het forse prismahuis zit een hendel om het oculair mee af te sluiten tegen invallend strooilicht. Bovenop de hot shoe met volledige synchronisatie met het Metz SCA flitssysteem. De riante rubberen oogschelp is afneembaar en daaronder vindt u het grote oculair met uitneembare glaasjes. Prima! De grote zoeker biedt 100% dekking. Hij maakt de wereld wat mooier, want hij is licht amberkleurig. Links naast het prisma vinden we de knop om de riante 4x5 cm grote spiegel mee op te klappen, bv ter voorkoming van trillingen of om de sensor te kunnen reinigen. Met het knopje daarnaast kunnen de instelwielen uitgeschakeld worden. Dat is handig, want in de modi P, Av en Tv kan met het duimwiel de belichting met 1/3 stop (per ongeluk) worden gekorrigeerd. Met het laatste knopje links van het spiegelhuis zijn de lichtmeetmodi in te stellen (zie tabel).
DE
ACHTERKANT
laat ons een naar huidige maatstaven wat klein 1,8” LCD schermpje zien. Natuurlijk is de weergave slechts een indicatie van wat de sensor voor ons in petto heeft, maar toch. Ook duurt het vrij lang voordat de camera kans ziet een beeld te benaderen en weer te geven. Dit is echt iets om aandacht aan te besteden. Wellicht kan de CAMERA MAGAZINE 104
DETAILOPNAMEN
VAN DE KOP MET SNAREN, STEMME-
CHANIEKEN EN KAM VAN EEN
ZIE
GIBSON FIREBIRD
GITAAR.
HIER HET VERSCHIL TUSSEN DIGITAAL MIDDENFOR-
MAAT EN DIGITAAL 'KLEINBEELD'.
LINKS ZD OP
DE VOLFORMAAT OPNAME VAN DE
MET
120MM MACRO
30%. HET
100%,
OP
MAMIYA
ISO 100,
AFGEBEELD
DETAIL HIERONDER IS AFGEBEELD OP
DE GEHELE FOTO ZOU IN DRUK ZO'N
45
X
30
CM BEDRAGEN.
ONDER: 30D
DEZELFDE OPNAME GEMAAKT MET DE
VOORZIEN VAN
60MM
QUA BRANDPUNT MET DE
OOK LET
AFGEBEELD OP
MACRO.
120MM
30%,
CANON
VERGELIJKBAAR
VAN DE
MAMIYA.
MET EEN DETAIL OP
100%.
OP HET VERSCHIL IN GROOTTE, HET VERSCHIL IN
DIEPTESCHERPTE (BEIDE MET F22 OPGENOMEN). HOEWEL HET
CANON
IS (DE CAMERA KOST DE
MAMIYA
AL-
BEELDJE ABSOLUUT NIET VERKEERD
1/8
VAN DE
MAMIYA...),
GEEFT
EEN VEEL GROTER BEELD, KAN ER DUS OOK
VERDER UITVERGROOT WORDEN EN IS DE DETAILRIJKDOM GROTER BIJ TOTALE AFWEZIGHEID VAN 'KORREL'.
BIJ
DE
MAMIYA
ZICHTBAAR, HET
IS TOT OP
CANON
300%
GEEN 'KORREL'
BEELD WORDT OP
200%
AL IETS PIXELIG.
Jaargang 21 / nummer 1
33
TOCH
BOVEN
VAN LINKS NAAR
RECHTS DE KLEURRUIMTES VAN DE MAMIYA
ZD:
STANDAARD, PORTRET, LANSCHAP EN STILLEVEN.
LINKS
DE VOLLEDIGE
ISO50
OPNAME EN
ONDER DE UITSNEDES MET BETREKKING TOT DE RUISVORMING VAN HET BEELD BIJ EEN NORMALE OPNAME OVERDAG MET VEEL LICHT.
LET
OP DE
SCHADUWPARTIJEN BIJ RESPECTIEVELIJK
ISO 50,
ISO100, ISO200 ISO 400 (VLNR).
34
EN
behuizing voor de CF en SD kaartjes naar de rechterhandgreep verhuisd worden? Dan kunnen de knopjes wat meer naar links en kan het display groter worden. Zoals ik al zei kunnen CF én SD kaartjes (vanaf 256Mb) gebruikt worden. Geen overbodige luxe want in MEF (Mamiya Electronic Format = RAW) schrijf je een kleine 35Mb aan beeldinfo weg. Op een 4Gb kaart passen dan 112 beelden. Op het tweede display onder het 1,8” scherm vinden we de info van in het camera-menu gemaakte instellingen afgebeeld, o.a. ISO, kwaliteit van het beeld, witbalans, resterende opnamen, CF en/of SD kaart en custom-instellingen. Het spreekt van zelf dat deze instellingen ook met de druktoetjes die om het scherm heen zijn gegroepeerd te wijzigen zijn. De grote ‘pijltoetsenknop’ achterop heeft in feite dezelfde functies als de twee instelwieltjes voor duim en wijsvinger en kan dan ook uitgeschakeld worden. Rechtsonder achter een rubber dopje zit een aansluiting voor de afstandstandbediening. Rest nog de instelhevel voor de AF; C(ontinu), S(ingle) en M(anual) instelling. Daar boven de ontgrendelknop voor de bajonet en naast het trotse 22Mpixels logo de voor een dergelijke camera onontbeerlijke aansluiting voor de studioflitskabel
CAMERA MAGAZINE 104
die verbazingwekkend niet van een schroefdraad was voorzien, waardoor onze kabel er om de haverklap uit viel. Puntje van aandacht voor Mamiya. Haal je het objectief van de camera, dan valt de enorme bajonetmond op met de flinke spiegel en het verwisselbare matglas. De spiegel is halfdoorlatend met daaronder een in een hoek staande kleine soortgenoot die het licht doorkaatst naar de lichtmeetcel onderin het spiegelhuis. Klap je de spiegel op, dan valt je blik op de titanium lamellensluiter met een looptijd van 30- 1/4000 s. Geen kinderachtige tijdenreeks voor een middenformaat camera!
DE ZD
IN DE PRAKTIJK
Het valt me op dat de ZD, ondanks de veel grotere spiegel en sluiter, eigelijk nauwelijks meer geluid produceert dan een kleinbeeld digicamera. De handligging en bediening zijn feilloos na een korte kleinbeeld-afkick-periode. Uiteraard is de ZD geen vederlichte camera, je hebt net zoals vroeger een flink stuk middenformaat in je handen. Maar met 1.300 gram is hij nu ook weer niet zwaar te noemen.
LICHTMETING De ZD beschikt over vier lichtmeetmodi waarvan spotmeting, semispotmeting en meting met nadruk op het centrum algemeen bekend zijn, en ook in andere camera’s worden toegepast. Specifiek voor Mamiya is de automatisch wisselende meetmethode. In deze stand bepaalt de cameracomputer wanneer òf meting met nadruk op het centrum, òf deelmeting (semispot) moet worden toegepast. Wordt een deel van het beeld in contrastomvang donkerder dan de rest, dan schakelt de camera naar deelmeting. Vindt de camera weinig verschil tussen de twee methoden, dan wordt een belichting tussen de twee metingen in gebruikt. In de praktijk heb ik in deze stand geen vreemde metingen aangetroffen, dus je kunt er van uitgaan dat het prima werkt. Zoals u weet ben ik een fan van meting met nadruk op het centrum, dus die methode heb ik veel gebruikt en die beviel me ook prima. In gevallen van nood schakelde ik over naar de spotmeting en ook die werkt feilloos. De bekende automatische en handinstelbare belichtingsmethoden zijn aanwezig, evenals een stand ‘X’ ten behoeve van de flitssynchronisatie van 1/125 s. Voor wat betreft de lichtkwaliteit zijn er tien settings mogelijk van automatisch witbalans tot en met gebruiker-gespecificeerde (zie tabel). Mijn ervaring met deze instellingen is Jaargang 21 / nummer 1
dat AWB het best werkt, maar voor kritisch (studio)gebruik kan ik me voorstellen dat je als gebruiker een eigen preset witbalans wilt aanmaken. Alle andere -sunny, cloudy, overcast, light bulb, fluorescent light, stobehadden er voor mij niet op gehoeven, omdat ze nèt niet doen wat jij als vakfotograaf wilt.
BELICHTING De bekende PSAM functies zijn aanwezig en in handbediening kunnen sluitertijd en diafragma in 1/3 stop worden afgeregeld. Het verschil tussen ingestelde- en gemeten waarde wordt in de zoeker aangegeven. Uiteraard kan de belichting in stapjes van 1/3 stop gekorrigeerd worden tot een maximum van 3 stops naar boven en naar beneden. Met auto bracketing kunnen 2 tot 5 opnamen van hetzelfde beeld worden gemaakt in stapjes van +/- 0.3, 0.5, 0.7 of 1 stop. OPNAME
AF De ZD-fotograaf heeft de keuze uit drie AF-velden; links-, midden of rechts in het beeld. Het gekozen scherpstelveld kleurt niet rood in de zoeker. Ook kunnen ze alle drie tegelijk aan, waarbij de fase-detectie van de camera het scherpstelvlak bepaalt. Een flink infraroodlicht komt de AF te hulp bij weinig-licht-situaties. Scherpstellen gaat vlot en accuraat. Ontspannen soepel, met een duidelijk voelbaar drukpunt. Er kan gekozen worden uit enkelbeeld, of seriebeelden. Onderin de zoeker geeft de buffer aan hoeveel beelden er na het schieten van een serie van tien er zijn weggeschreven naar de kaart, cq weer kunnen worden gemaakt. Tien MEF beeldjes (350 Mb!) wegschrijven kost de camera net geen twee minuten, maar is er eenmaal een beeldje weggeschreven, dan kan er ook meteen weer een nieuw beeldje worden opgenomen. In de praktijk komt het er op neer dat je met een snelheid van 1,2 beeldjes per seconde er tijdens het wegschrijven elke tien seconden een nieuw beeld kunt maken.
IN
MET
MM OP F4 BIJ
HET VELD.
Deze Mamiya ziet er uit als een kleinbeeldcamera, maar dat is hij niet. In de hand gedraagt de camera zich als een kleinbeeldcamera, dat wel. Maar de resultaten op straat zijn, afgezien van het veel grotere sensorbeeld, niet veel anders dan die van een goede kleinbeeldcamera. Ik zal u uitleggen waarom. Ten eerste is er die alom aanwezige scherptediepte, of liever het ontbreken daarvan. Een klein-
200
120 ISO
UIT DE LOSSE
HAND.
HET
GAAT
NOG NET, MAAR BIJ DEZE
ISO-WAARDE
BEGINT ER TOCH AL FLINK WAT KORREL TE ONTSTAAN, ONDANKS DAT WE HIER TE MAKEN HEBBEN MET EEN
MEF (RAW)
BEELDJE.
beeld digitale camera gebruikt door zijn verlengingsfactor slechts een deel van de beeldcirkel op een sensor die de helft is van kleinbeeld (15 x 22 ipv 24x36mm). De Mamiya ZD heeft een sensor die vrijwel even groot is als het voormalige middenformaat filmoppervlak met als gevolg dat de objectieven nauwelijks verlenginsfactor nodig hebben. Dit houdt in dat de beeldcirkel het hele beeldformaat moet uitlichten en dat er flink gediafragmeerd moet worden om scherpte in het beeld te krijgen. Dat vergeten mensen nogal eens als ze de straat op gaan met een middenformaat camera. Vervolgens is de beeldkwaliteit meer dan uitstekend bij ISO50 of 100 en die wil je dan ook graag gebruiken. Hetgeen inhoudt dat je al snel bij diafragma f11 een sluitertijd aantreft die dicht bij de 1/15 seconde of zelfs
langer komt. Kortom; een statief is al snel onontbeerlijk bij middenformaat fotografie. Dat is tevens de essentie van het werken op middenformaat; nadenken bij wat je doet en vooral voorbereidingen treffen. Het spontane van een kleinbeeld meetzoeker of zelfs een twee-oog middenformaat is er bij deze grote ZD niet echt bij. Dan is er ook nog de noodzaak van voldoende licht, want daar houdt deze sensor wel van. Ik wil niet zeggen dat de ZD goed uitgelichte donkere (zwarte) objecten niet aankan, zeker wel, maar hij is niet dol op schaduwpartijen die bij 200 of 400 ISO al aardig wat ruis laten zien. Het werkterrein van deze camera is ontegenzeggelijk de studio met z’n snelle flitslicht en z’n reflectieschermen. Dan hoef je ineens met diafragma f22 niet meer vanaf statief
35
36
CAMERA MAGAZINE 104
LINKERPAGINA: MEF-ONBEHANDELD (ALLEEN LICHT VERSCHERPT IN PHOTOSHOP), OP 100% (HET BEELD IS AANGESNEDEN OM OP DE PAGINA TE PASSEN, IN WERKELIJKHEID VULT HET MAKKELIJK DEZE TWEE PAGINA'S).
LET
OP DE TOTALE AFWEZIG-
HEID VAN 'KORREL', DE FRAAIE HUIDTOON, DE DETAILRIJKDOM IN DE OGEN, HAREN EN DE WEERGAVE VAN DE STOF VAN HET SHIRT.
VEEL
BETER DAN
DIT HOEFT HET NIET EN HET IS IN MIJN BESCHEIDEN OPTIEK MOOIER DAN FILM.
KLASSIEKE
PORTRETOPNAME IN
DE STUDIO MET DIAFRAGMA F8.
120MM BIJ NEUS EN OGEN
ZIJN SCHERP EN BIJ DE OREN TREEDT DE ONSCHERPTE IN.
DE
FOTO'S LINKS LATEN HET
VERSCHIL IN
MEF (LI)
EN
JPG
ZIEN, ALHOEWEL GELIJKTIJDIG OPGENOMEN!
PHOTOSHOP
KLEURBEHEER
IN
IN BEIDE GEVAL-
LEN UIT BIJ HET OMZETTEN.
16
PIXELS DIEPE
HET MEF-BEELD-
45 X 34 CM 122MB ZWAAR! JE IS
te werken, maar lekker uit de hand bij 1/125 s. En dat is weer een voordeel ten opzichte van de statische 4x5” met digi-achterwand. Je bent veel flexibeler in je bewegingen en kunt zo veel makkelijker je standpunt ten opzichte van je onderwerp bepalen.
DE
CAMERAMENU’S
Mamiya heeft er voor gekozen de menus met plaatjes te illustreren, met daaronder in minuscule lettertjes de betekenis. Nu heb ik gehoord dat Nederland internationaal gezien in de prijzen valt gezien haar schematische plaatjes-bewegwijzering met borden op wegen, vliegvelden en in stations, maar in een camera zie ik persoonlijk liever direct te bevatten regels tekst. De betekenis daarvan dringt veel sneller door dan die van zestig verschillende diagrammetjes die ik na dertig keer gezien te heben nog steeds niet vat. Doe mij maar tekst in regels onder elkaar, die neemt ook minder ruimte in beslag en kun je veel sneler doorzappen. Mamiya heeft de diverse functies gegroepeerd, zo is er het ‘recording menu’, het ‘playback menu’, het ‘set-up menu’ en het ‘custom setting menu’ (zie tabel). Alle hebben ze een eigen kleurtje. Vreemd vind ik dat de keuze tussen sRGB of Adobe RGB in het set-up menu zit, naar mijn mening hoort
Jaargang 21 / nummer 1
dit in het snel te bereiken recording menu. De bereikbaarheid van de menus is goed en je hoeft doordat de symbooltjes allemaal in een vlak zichtbaar zijn niet ver te graven, maar het is wat lastig selecteren met de pijltjesschijf. Uiteraard kan met de diverse menus de camera volledig naar behoeven worden ingesteld en kunnen er mappen voor vier gebruikers worden gemaakt.
SOFTWARE Mamiya levert haar eigen Mamiya Digital Photo Studio (DPS) software, noodzakelijk om de zo zorgvuldig door u gecomponeerde hoge resolutie MEF beelden te beoordelen en om te zetten naar Tif. In princiepe kunt u de beelden van de camera uitlezen via FireWire, maar veel sneller werkt een losse cardreader. Via de FolderTree van het menu zijn de beeldjes als diaatjes zichtbaar en selecteerbaar te maken. Het gaat te ver hier alle functies van het programma te behandelen, maar in DPS is de opbouw van de RAW beelden te bekijken en aan te passen op een Photoshop achtige manier, maar dan gebruik makend van onder ander de menu-instellingen zoals die in de camera ook aanwezig zijn. Zo is de witbalans ook achteraf nog voor bv kunstlicht of flitslicht in te stellen en
kan de belichting of kleurtemperatuur in zeer fijne gradaties aangepast wordenin het DPS Windows palet. Maar ook scherpte-, ruis- en lenscorrectie vallen hieronder. Zo kunnen vignettering, vertekening en chromatische abberatie van het gebruikte objectief achteraf aangepast worden, automatische of handmatig. Variaties op het thema worden afgebeeld, zodat je op je (gecalibreerde!) scherm kunt zien hoe de foto’s van elkaar verschillen en hoe het uiteindelijke resultaat gaat worden. Na alle bewerking kun je kiezen in welk formaat het beeld bewaard moet worden; als 60Mb 8-bits of 120 Mb 16 bits Tif beeld. Van MEF naar Jpg kan ook en resulteert in 7,2 Mb beeldgrootte. Mamiya noemt dat toepasselijk het ‘ontwikkelen’ van het beeld. In DPS kunnen gereedschappen naar believen worden toegevoegd of verwijderd. In princiepe werkt het programma met (oppervlakkig beschouwd) onscherpe lowres beelden met de nodige ruis en aliassen. Dat is de eerste keer best even schrikken, maar al gauw wen je hier aan en het werkt ook snel. Wil je het beeld bekijken in ‘al zijn glorie’, dan druk je op ‘appeltje-U’ (control-U Windows) en wordt het beeld in al z'n glorie 'ontwikkeld' en getoond. Het aardige is dat veel functies ook met het (Apple) ‘drag-and-drop’ systeem werken.
In DPS zit ook een ‘remote capture’ programma gebouwd waarmee de ZD op afstand vanuit de computer kan worden ingesteld en bediend. Net zoals er tegelijkertijd MEF en Jpg beelden kunnen worden opgenomen, kun je bij remote capture bijvoorbeeld kiezen voor bewaren van het beeld op schijf én in de computer. Of wil je snel de op afstand geschoten beelden beoordelen, dan kies je ‘transfer only thumbnails’. Mooi programma.
CONCLUSIE Ten opzichte van een 17 Meg volkleinbeeld camera heeft de ZD ‘maar’ 5 Meg meer te bieden. Maar wel op een oppervlakte die 2x zo groot is en dat zie je bij het bekijken en merk je bij het verwerken van de beelden. Dan realiseer je je dat de pixelrace allang gestreden is en dat het geen kwestie meer is van de meeste pixels op de kleinste oppervlakte maar een combinatie van factoren; aantal pixels (geclusterd, gescheiden), grootte van de sensor, de wijze waarop de data wordt uitgelezen (pixel voor pixel, alles ineens), geconverteerd en wordt opgeslagen. Ik zou bijna zeggen; gelukkig heeft Mamiya erg lang over de ontwikkeling van deze camera gedaan. Qua mechaniek en optiek zat het allemaal wel snor. Maar het probleem zat hem meer bij de vraag: “hoe krijgen
37
GROOT EN
WAT IS ER IN TE STELLEN IN DE MENUS VAN DE ZD?
(de meeste items zijn in DPS nog in de MEF aan te passen)
RECORDING OF SHOOTING MENU: - Color preference - Sharpness - Tone - Saturation - Folder setting - Custom White balance - Storage (SD of CF kaart) - Auto rotation
PLAYBACK MENU:
- erase image - playback folder - slide show - LCD brightnes - protect - alerts (die je op je scherm wilt zien) - magnification (4, 9 of 16x) - highlight alert - shadow alert - file type to erase (alle, alleen MEF of alleen jpg)
SETUP MENU:
- color space - sluiter zonder kaart - file numbering - powers aving mode - noise reduction (moet op ‘aan’ boven ISO 200) - image view - video output - auto monitor off - date/time - language (geen NL) - format - CCD cleaning
CUSTOM SETTINGS:
- custom settings - shutter/aperture step - exposure compensation setp - AF-focusing erea - Aperture after lens change - Sleep mode - Exposure compensation range - Top LCD Illumination - Hold time of mirror up - Autobracket sequence - cancel Autobracket - Bracketing in M-mode - Dial function in M-mode - Sub dial in AV/TV mode - Dial direction - Program Shift - AE/AF lock buttons - half-press release button - AE Lock w/button - Focus/Defocus marks - Gap w. standard exposure - Max. time of Bulb (30s of 1 min) - Bulb exposure - Shutter speed in X-mode (1/125, 1/90, 1/60, 1/45s) - Shutter speed with flash (Metz SCA3002; gemeten waarde tot 1/125) - Flash compensation (koppeling met belichtingscompensatie) - Flash sync. timing (1e of 2e sluitergordijn) - AF assist beam - Copy custom setting - Default current user - Index
38
TECHNISCHE GEGEVENS MAMIYA ZD
AF single lens reflexcamera 48 x 36 mm full frame transfer CCD 4:3 21.7 megapixels 21.3 megapixels Mamiya AF vatting (M645 objectieven kunnen evt. gebruikt worden) 1,16 x brandpuntsafstand 14 bit, 12 bit opname 50-400 in 1/3 stops RAW of Jpg (exif 2.2) of RAW+Jpg tegelijk L: 5328x4000, M: 4096x3072, S: 3008x2256 RAW 35Mb (5328x4000), Jpg L: ca. 10Mb. (beeldgrootte afh v. ISO en inhoud) 1,2 beelden per seconde, 10 beelden buffer Adobe RGB, sRGB auto, sunny, cloudy, shadow, artificial, fluorescent, strobe met fijnafstemming. Preset 1, preset 2, kleurtemp setting van 2800-10000K in stappen van 100K. Opslagmedium SD en CF kaarten van 256 en groter of direct naar de PC via FW kabel. LCD TFT color 1.8”, 100% view Playback vergroten, slide-show, histogram, hightlight/shadow warning Menutalen Japans, engels, duits, frans, spaans (geen NL) Video NTSC/Pal PC verbindign FireWire (IEEE1394) Filter cartridge uitwisselbaar IR-type, Low pass (optie) Zoeker Penta prisma, correctie -2.5 tot +0,5 dioptrie/ eyepoint: 15mm, met zoekerafsluiting. Zoekervergroting 0,75x met 80mm f2.8 op oneindig Zoekerbeeld 98% Matglazen uitwisselbaar; geheel mat, of schaakbord AF type 3-velds TTL phase systeem AF veld selectie auto, enkelveld, manual (zichtbaar in zkr/LCD) AF modes Single, Continue, Manual, vergrendeling mogelijk AF assist extra AF hulplicht ingebouwd (ism Metz flitser) Belichting P(grogram), S(luitertijdvoorkeuze), A(diafragmavoorkeuze), M(anual), X-mode, en B(ulb) AE lock ja, met ontspanknop, kan via CS veranderd worden. Lichtmeting nadruk op centrum, deelmeting, of automatische wisseling tussen die twee, spotmeting. Meetwaarden EV2-EV19 (ISO100, 80mm/f2.8), spotmeting: EV5-EV19. Sluiter digitaal gestuurde metalen spleetsluiter; 30-1/4000 s, in stapjes van 1/2 of 1/3 stop instelbaar, Synchro 1/125 bij eerste sluitergordijn. Flitssynchro via hotshoe of kabelcontact Spiegel vlug terug type, opklapbaar (macro, sensorreinigen) Onspanmodi L(ock), S(ingleshot), C(ontinuous), selftimer (instelbaar tussen 2 en 60 s) Scherptedieptecontrole ja Afstandsbediening ja, met RE401-RE402/RS402 kabels en RC set. Custom Settings ja, 31 stuks (zie tabel) Bracketing ja, 2, 3 of 5 beelden in continu of single. Instelbaar met 1/3, 1/2 of 1 hele stop. Belichtingscompensatie ja, ± 3EV (instelbaar in 1/3, 2/3 of 1 stops), ±5EV via CS. Statiefaansluiting: 1/4-20 en 3/8 draad Stroombron: 7,2V/1700mAh Li accu of BA701/AC adapterset PA301(optioneel). Batterijcontrole blijvend statuscontrole via LED Afmetignen 161,5 x 152 x 90,8 mm Gewicht camera: 1300 g, accu: 100 g. Werktemperatuur tussen 0 en 40oC, vochtgehalte < 75%. Adviesprijs body: 9.995,- ex btw. / ruit-matglas: 45,- / hoekzoeker: 295,- / netvoeding 115,Info www.mamiya.nl, of 075-6144724 Type Sensor ratio Pixeltotaal Effectief vatting Conversiefac. brandpunt A/D conversie ISO Opnameformaat Beelkwaliteit Jpg Beeldgrootte Opnamesnelheid Kleurruimte Witbalans
we die grote sensor zo snel werkend zonder dat hij te heet wordt en hoe verwerken we die enorme hoeveelheid informatie zo natuurgetrouw mogelijk”. Ex Philips onderneming Dalsa (nu Leaf/Kodak) zorgde met haar ‘real time’ sensor voor de basis en Cosmo Japan was al van het begin af aan verantwoordelijk voor de processor en de software. Deze twee grootheden samenbrengend en het feit dat de camera-omzet nog slechts 5% van het totaal van Mamiya uitmaakte, zorgde ervoor dat de directie besloot om Mamiya Op. Ltd geheel bij high tech Cosmo onder te brengen. Voor de medewerkers van Mamiya Op. Ltd een opluchting omdat nu het bedrijf met het oog op de nieuwe digitale techniek wordt gestuurd en niet meer wordt afgeremd door een directie die de nieuwste ontwikkelingen niet kon bijbenen. Het kan er dus alleen maar beter op worden voor Mamiya. De ZD is in feite het eerste digitale
Mamiya product dat op zich goed doordacht is en prima werkt maar dat toch nog enkele kinderziektes vertoont vergeleken met bv het al veel verder doorontwikkelde kleinbeeld. Hoe meer je er over nadenkt dat kleine dwerg Mamiya voet bij stuk houdt, een nieuwe serie objectieven neerzet en deze camera in korte tijd heeft uitontwikkeld, dan heb ik daar grote bewondering voor. De ZD is een prettige camera om mee te werken, levert beelden van ongekend hoge kwaliteit. Absoluut korrelvrije hoge scherpte door het grote sensorformaat met de fijnste gradaties en levensechte huidtonen. Ook de top-optiek van Mamiya is daar zeker credit aan. De camera is makkelijk hanteerbaar en met tien te bufferen 35Mb grootformaat beelden zelfs redelijk vlot te noemen. Blijft de geringe dieptescherpte in het veld, inherent aan middenformaat, maar daarentegen veel speelruimte daar waar het licht door de fotograaf is te
beïnvloeden; de studio. Op ISO 50 en 100 t/m ca. 200 is het beeld helder en open, daarboven ontstaat met name in de donkere partijen toch wel wat ruis. Behoefte aan veel licht blijft, maar goed daar kun je ook niet zonder met ISO50 en een klein diafragma. Afgemeten naar de net geen 10.000 euries (10.894,05 inc. Btw) die er voor deze camera neergeteld moet worden is mijn conclusie dat hij dit zonder meer waard is, zeker voor de prof die er de afnemers voor heeft en z’n workflow middels een dikke Mac G5, gecalibreerd beeldscherm, voldoende opslagmogelijkheid en de benodigde workflow netjes op orde heeft. Maar ook de enthousiaste macro-, architectuur of landschapsfotograaf -met voldoende middelen- die gaat voor middenformaat topkwaliteit beelden, kan ik deze ZD van harte aanbevelen. • TEKST &
FOTO'S
FRED JANSZ
CAMERA MAGAZINE 104
��������� ����������������� € 1.150,00
�������� ����������������� € 980,00
�������� ����������������� € 870,00
�������� ����������������� € 580,00
��������� ����������������� € 1.415,00
��������� ����������������� € 830,00
������������������� ����������������� ������������������� ����������������� ����������������� ������������������ € 1.705,00 € 1.705,00 �������� € 1.375,00
���������� ������������������ ������������������� € 2.870,00
������������������� ���� �������� ����� ��� ����� ������� ���� ������ ��� ������ �������� ����� ���� ����� ������������� ������� ���� ����� �����������������������������������������������������������������������������€��������������������������������������� �������������������������������������������������������������������������������� �����������������������������������������������������€���������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������������������������������������������������
������������������������������������������������������������������������������������������������������������ Jaargang 21 / nummer 1 39 ����������������������������������������������������������������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������