Digitaal Fotograferen - Fotograferen Ed Claus Boskoop Creatief
Indeling Fotograferen • • • • • • • •
De compositie, de gulden snede en andere indelingen Belichting, histogram en highlights Scherpstellen en bewegingsonscherpte Witbalans Digitale zoom versus optische zoom Ruis Opslag, grootte en Bestandsformaten Bedieningselementen
Een mooie, geslaagde foto • Het is duidelijk wat het onderwerp is • kan concreet zijn, maar ook abstract • Heeft een aantrekkelijke indeling (compositie) • het onderwerp • de vlakverdeling • het lijnenspel, ritme en ruimte • Biedt een vernieuwende blik op het onderwerp • Heeft de juiste/gewenste belichting • Heeft geen of bepaalde bewegingsonscherpte Toelichting: Wanneer is een foto eigenlijk geslaagd. Moeilijk onderwerp want over smaak valt niet te twisten. Het maakt om te beginnen al uit of we de foto voor onszelf hebben gemaakt of dat ook andere mee gaan genieten. In't algemeen moet een foto iets hebben om naar te willen kijken. Wanneer we even blijven kijken, met de ogen over de foto dwalen, 'm onderzoeken dan is het goed. Daarmee heb ik dus niet gezegd dat een foto altijd goed belicht of goed scherp moet zijn, dat is ondergeschikt aan de creatieviteit van de maker. Ook nabewerkingen aan de foto horen daarbij. Er zijn in hoofdzaak 3 dingen die het resultaat bepalen; hoe wordt het beeld weergegeven, klopt de belichting en is de foto scherp. Hoewel scherp niet noodzakelijk is. Samen met de belichting kunnen we daar ook creatief mee zijn. De compositie heeft niet zo veel van doen met digitale fotografie, of we nu een foto maken op film of in het geheugen maakt niets uit. We gaan als eerste kijken naar de compositie, daarna naar de 2 technische aspecten. De compositie heb ik verdeeld in 3 aandachtsgebieden; aandacht voor het onderwerp, de compositie (verdeeld in 3 subzaken) en de kijkrichting.
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
© 2005 Ed Claus
Blz. 1/24
Aandacht voor het onderwerp • Fotografeer dichterbij, echt, veel dichterbij, nee, ik bedoel heel erg dichtbij • Eenvoudige foto's geven rust • Vrijstaand onderwerp krijgt alle aandacht • Achtergrond kan sterk afleiden
Toelichting: Het grote voordeel van dichterbij fotograferen is dat de foto veel eenvoudiger wordt. Het onderwerp krijgt daardoor alle aandacht en de omgeving zal veel minder afleiden. Let vooral op die achtergrond. Een lichtvlek trekt al dermate de aandacht dat de foto er niet beter van wordt. Ook een kleur die te veel lijkt op het haar van tante Truus of een tak van een boom die uit het hoofd van Oom Wim groeit doen geen goed. Wanneer je b.v. mooie bloemen fotografeerd in een vaas, vermijdt dan de tafel waar die opstaat, vermijdt de vaas zelf, misschien zelfs het groen van het blad.
Vlakverdeling - De gulden snede • Zet je onderwerp nooit in het midden • Hanteer de gulden snede, grofweg 1/3 of 2/3 van elke rand • Vinden we prettig kijken omdat de natuur ook zo is ingedeeld
Toelichting: Waarom vinden we een afbeelding mooi. Wanneer die voldoet aan een paar basisregels. Regels zijn er echter om te overtreden dus nooit een wet van meden en persen. Om ze te overtreden moet je ze echter eerst kennen. De belangrijkste regel die tot goede resultaten leidt is de gulden snede. De gulden snede komt overal om ons heen in de natuur voor en werd al in de oudheid overal gebruikt. De verdeling van ramen, dakranden, Blz. 2/24
© 2005 Ed Claus
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
pilaren en koepels, overal komt het voor. Grofweg komt het er op neer dat je onderwerp nooit in het midden komt (die neiging hebben we wel). De prettigste positie is grofweg op 1/3 of 2/3 van het totaal beeld. De werkelijke plek kan precieser maar dit is voor ons fotografen in het veld prima te hanteren.
Compositie - Lijnen en vlakken 1 • Een 3hoek vanuit de hoek naar een zijde • Een mix van 3 hoeken en de gulden snede • Frame in frame en kaderen
Toelichting: Door te denken in lijnen en vlakken kunnen we foto's ook expressiever maken en dat kan ook weer in combinatie met de gulden snede.
Compositie - Lijnen en vlakken 2 • Zichtbare lijnen en paden door de foto • En maak eens een uitzondering Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
© 2005 Ed Claus
Blz. 3/24
Toelichting: Uiteraard zijn uitzonderingen mogelijk en die zorgen dan weer voor de welkome afwisseling.
Compositie - Ritme en ruimte • Beeldend ritme • Negatieve ruimte
Toelichting: Een herhalend patroon geeft een beeldend ritme in de foto. Dit ritme kan uiteraard ook weer geplaatst worden met de voorgaande spelregels. Dus op de plek die de gulden snede aangeeft en met een lijnenspel in gedachten. Zogenaamde negatieve ruimte is iets wat ontstaat wanneer er zoveel ruimte vrij is rondom het onderwerp dat de ruimte zelf het onderwerp lijkt te worden.
Een andere blik op je onderwerp • Loop voor het fotograferen rondom je onderwerp • bekijk het effect van de achtergrond • kleuren, patronen, contrasten • Ga eens door je hurken of nog lager of klim eens ergens in
Blz. 4/24
© 2005 Ed Claus
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
Toelichting: In't algemeen kijk eerst hoe je je onderwerp wilt plaatsen, kijk dan naar de achtergrond en kies dan een vlakverdeling, lijnenspel of patroon. De kloe is eerst kijken dan pas fotograferen en in dat licht is fotograferen niet anders dan schilderen en andere creatieve en scheppende kunstvormen.
Belichting beoordelen De juiste belichting van de foto Het grote voordeel van digitaal - Direct klaar Controle m.b.v. de display Eerste hulpmiddel is het histogram • eerst wat theoretische achtergrond • dan het beoordelen van het histogram • Tweede hulpmiddel is de flashing highlights • • • •
Toelichting: Het tweede dat goed moet zijn is de belichting. Een van de belangrijke voordelen van digitaal fotograferen is dat de foto direct klaar is en m.b.v. de display ook direct beoordeeld kan worden; istie gelukt? De display is echter geen True Color scherm en zelfs dan zou het niet makkelijk zijn een goede conclusie te trekken. Veel camera's bieden daarvoor 2 belangrijke hulpmiddelen t.w. het histogram en de highlights. Vooral het histogram is een waardevol instrument en het wordt veel toegepast. Met het histogram kunnen we zien of een foto juist belicht is, te donker of te licht en of we wel de volledige dynamiek van de sensor gebruiken. Later in deel 4 zien we het ook weer terugkomen bij de nabehandeling van de foto. Het histogram is een grafiek en er komt geen hogere wiskunde bij te pas maar enigszins technisch is het wel. Voor diegene die het te veel is; de uitleg over de opbouw van het histogram is minder belangrijk dan het kunnen beoordelen van het histogram.
Histogram - De basis • De helderheid van de verschillende pixels vastgelegd in een staafgrafiek
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
© 2005 Ed Claus
Blz. 5/24
• Elke staaf vertegenwoordigt een helderheid • De hoogte van elke staaf vertelt of er veel of weinig van aanwezig is, niet absoluut • Horizontaal van links = donker naar rechts = licht Toelichting: In het kort is het histogram een staafgrafiek waarin de verdeling wordt weergegeven van de in de foto aanwezige helderheden en/of kleuren. We kijken eerst even hoe het histogram wordt opgebouwd. Van een foto wordt geteld hoeveel pixels er van een bepaalde helderheid (grijswaarde) aanwezig zijn en van elke grijswaarde wordt dan een staafje opgetekend van dat aantal. Wanneer er veel zijn dan wordt het een hoge staaf, en bij weinig een lage staaf. In de meest eenvoudige vorm is het histogram gemaakt van de helderheden van de pixels. Dit staat dus los van de kleurinformatie. Licht rood zit dus tegen het wit aan en donker rood zit tegen het zwart aan. Alle histogrammen beginnen met zwart aan de linker kant en geven naar rechts toe steeds lichter weer totdat ze bij wit zijn aangekomen. De hoogte van de staafjes geeft alleen de onderlinge verhouding van de hoeveelheden aan, hoog betekent dus 'meer dan een lagere'.
Histogram - De vorm • Het menselijk oog ziet 256 helderheden (8 bits) • Deze worden weergegeven in het histogram
Toelichting: Het menselijk oog kan zo'n 256 verschillende helderheden onderscheiden en daarom zijn er in een zwart/wit foto ook maar 256 grijswaarden aanwezig. In het histogram worden alle grijswaarden weergegeven en er komen dan ook 256 staafjes in te staan. De staafjes komen daardoor zo dicht bij elkaar te staan dat het lijkt alsof er gesloten vlak is met een golvende bovenlijn. Wanneer de resolutie van het display dat niet toestaat wordt uiteraard 'ingedikt'. Soms wordt alleen de bovenzijde van de figuur getekend en het vlak niet gevuld. Soms kan het nuttig zijn om niet alleen van de helderheden te weten hoe de belichting is maar ook van elke kleurkanaal apart. De duurdere camera's kunnen dan wisselen tussen de 3 kanalen rood, groen en blauw en de helderheid. Ook de specialistische software biedt deze mogelijkheid. Het voert te ver voor deze cursus maar er zijn zelfs nog andere histogrammen mogelijk. Blz. 6/24
© 2005 Ed Claus
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
Histogram - Dynamisch bereik • Maximale verschil tussen donker en licht (het contrast) dat gedetailleerd vastgelegd kan worden
Toelichting: Het histogram geeft dus alle helderheden weer vanaf links geheel donker tot aan rechts geheel wit en alles daartussen. Dit zijn dus alle helderheden die er mogelijk zijn binnen het dynamisch bereik van de sensor. Dit dynamisch bereik vraagt nog wat toelichting. Wanneer de camera een foto maakt van een onderwerp dan verwachten we dat alle donkere en lichte delen goed worden vastgelegd maar dat is niet zo. Stel dat we iemand fotograferen buiten in de zon en we doen dat recht tegen de zon in. Niemand zal het dan gek vinden dat de persoon dan bijna zwart is en niet te herkennen. Dit komt doordat het licht van de zon t.o.v. de persoon veel te fel is. Zelfs als wijzelf tegen de zon inkijken is het moeilijk om andere dingen duidelijk te zien. We zeggen dan dat het contrast te hoog is.
Histogram - Dynamisch bereik • Dynamisch bereik sensors is 5 stops
Toelichting: Als de zon echter iets gedempt is, b.v. achter gesluierde bewolking, dan lukt het wel. De clou is dat wanneer er niet te veel verschil tussen de lichtste en donkerste delen zit we alles goed kunnen zien. Het verschil tussen de uitersten vormt het dynamisch bereik. Wanneer de werkelijke uitersten verder uit elkaar liggen dan we kunnen registreren dan moeten we kiezen of onderbelichten (dan valt er aan de donkere kant info weg) of overbelichten (dan valt er aan de lichte kant wat weg). Onze ogen zijn trouwens goed uitgerust want we kunnen wel tot 9 stops overbruggen. Een dia en een fotofilmpje kunnen echter maar zo'n 4 stops overbruggen. Sensors kunnen wel 5 stops overbruggen. Het histogram van de digitale foto van links naar rechts geeft dus feitelijk die 5 stops belichtingsruimte weer. In de praktijk worden er maar globaal 3 vlakken aangeduid; donker, midden en licht. Dat praat een stuk makkelijker.
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
© 2005 Ed Claus
Blz. 7/24
Belichting beoordelen • • • • •
Een goed belichte foto past netjes binnen de kaders Een te donkere foto gaat links over de rand Een te lichte gaat rechts over de rand Te weinig contrast past te gemakkelijk binnen de kaders Te veel contrast gaat over beide randen heen
Toelichting: Hoe herkennen we nu een goed belichte foto a.d.h.v. het histogram. In de ideale situatie willen we geen onder- of overbelichting. Dat betekent dus dat er geen puur zwart in de foto zit en geen puur wit. De grafiek past dan dus precies binnen het kader. Wanneer we echter wel hebben onderbelicht dan zit de foto dus tegen het linker kader aan. En overbelicht zit dus te veel naar rechts. Een foto van iemand tegen de zon in zal dus helemaal niet passen en tegen beide zijden van het kader aan zitten. Wanneer delen van de histogram buiten de grafiek vallen heet dat geclipt. Aan de donkere-, dan wel lichtezijde is informatie verloren geraakt. Dit is nooit meer terug te vinden. Precies passen tussen de kaderranden is niet altijd mogeijk. Een foto in de mist, met weinig contrast, zal waarschijnlijk slechts 3 stops ruimte nodig hebben en dus ruim tussen de kaders komen.
Belichting beoordelen • Foto met normaal contrast
Blz. 8/24
© 2005 Ed Claus
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
• Histogram ligt keurig binnen de kaders
Belichting beoordelen • Te donkere foto
• Histogram is aan de linkerkant over de rand gegaan
Belichting beoordelen • Te lichte foto
• Histogram is aan de rechterkant over de rand gegaan
Belichting beoordelen • Foto met weinig contrast
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
© 2005 Ed Claus
Blz. 9/24
• Histogram is niet over de volle breedte benut
Belichting beoordelen • Foto met te veel contrast
• Histogram is zowel aan de linker als de rechter zijde geclipt
Kleur beoordelen
• Er is ruim groen aanwezig • En nog veel meer blauw • Er ontbreekt overduidelijk rood Toelichting: Nog even een uitstapje naar het kleurenhistogram ter illustratie. Wanneer foto's onderwater worden genomen, krijgen ze een blauwe kleur. Dit komt doordat het water de kleur er uit filterd. Hoe dieper hoe meer kleuren er verdwijnen. Uiteindelijk blijft alleen blauw over. En zelfs dat houdt een keer op en is al het licht weg. Wanneer we foto's van onderwater bekijken qua helderheid kunnen die prima belicht zijn (deze is te contrastrijk). Wanneer we echter naar de 3 kleurkanalen kijken zullen we zien dat inderdaad de ene kleur beter aanwezig is dan de ander. Blz. 10/24
© 2005 Ed Claus
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
Overbelichting beoordelen
• Lichtste delen van de foto knipperen • Beoordeel in combinatie met histogram • Alleen geclipt is verloren Toelichting: Een tweede hulpmiddel om de belichting van foto's te beoordelen is de 'flashing highlights'. In de display wordt dan de foto weergegeven en de delen van de foto die het dichts tegen wit aanzitten knipperen dan. Dat hoeft niet per sé overbelicht te zijn trouwens. Dat de lichtste kant is genomen komt omdat digitale foto's de minste speelruimte hebben aan de lichte kant van het bereik. Wanneer we heel dicht tegen het wit aan zitten zijn details niet makkelijk meer te herkennen. In tegenstelling tot de donkere kant. Vaak zijn er met hulpprogramma's op de PC aan de donkere kant nog wel details terug te halen. Dus in het algemeen geldt: aan de lichte kant tegen of over de rand (geclipt) is definitief verloren, aan de donkere kant tegen de rand is minder erg.
Bewegingsonscherpte • Bewegingsonscherpte voorkomen • Fotografeer sneller dan de trilling • voor kleinbeeld sneller dan 1/lens • omrekenen bij digitaal naar kleinbeeld • Vibration Reduction • in de lens ingebouwd • in het camerahuis ingebouwd • Gebruik zo veel mogelijk hulpmiddelen • fotografeer op statief • voorkom trillingen van afdrukken en spiegelklap • of steun ergens tegenaan Toelichting: Het derde element dat het resultaat van onze fotografeerkunsten bepaalt is de scherpte van de foto. Dit gaat dus niet over scherpstellen of voldoende scherptediepte maar over het voorkomen van bewegingsonscherpte. Dit is als eindresultaat moeilijk te beoordelen op een klein schermpje. Meestal is er wel in te zoomen maar echt snel werkt dat niet. Het beste is weten wat je doet en wat er gebeurt. Een camera in de vrije hand stilhouden is niet mogelijk. Hoe goed we ook onze best doen, er is altijd wel wat beweging. Het gewicht speelt mee, hoe we de camera ondersteunen en zelfs onze eigen hartslag gooit roet in het eten. Toch lukken veel foto's zonder dat we er over nadenken. Dat komt dan omdat we de foto sneller gemaakt hebben dan dat we de camera bewogen hebben. De sluitertijd was sneller dan de beweging die we maakten. Een vuistregel die algemeen gehanteerd wordt bij kleinbeeldfotografie is dat de sluitertijd sneller moet Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
© 2005 Ed Claus
Blz. 11/24
zijn dan 1/'de lengte van de lens'. Dus gebruiken we een korte telelens van F=100mm dan zullen we alleen nog uit de hand scherp kunnen fotograferen wanneer de sluitertijd minstens 1/100 seconde is. De regel geldt dus voor kleinbeeld en we zullen daarom moeten omrekenen wanneer we digitaal fotograferen. De nieuwe hype is momenteel Vibration Reduction. Dit wordt ingebouwd in de lens of in het toestel en maakt bewegingen tegengesteld aan de camera zodat de bewegingsonscherpte wordt opgeheven. Dit is niet zaligmakend maar levert toch wel een 2-3 stops voordeel op. Vooralsnog lijkt het erop dat de VR ingebouwd in de lenzen de beter variant is. Vooral bij de telelenzen. Het voordeel van VR ingebouwd in de camerabody bij spiegelreflexcamera's is dat elke lens gebruikt kan worden en daarmee ook niet duurder wordt. Wanneer de scherpte van de foto echt kritisch is, b.v. wanneer we er vergrotingen van willen maken dan ontkomen we niet aan extra maatregelen. Een statief om de camera (of beter nog de lens) te ondersteunen komt als eerste. De betere spiegelreflexcamera's hebben de mogelijkheid om het opklappen van de spiegel te dempen en verder helpt het dan om af te drukken met een draadontspanner (of tijdopname). In de praktijk is het altijd goed om ergens tegenaan te steunen, b.v. bij fotografie in een cathedraal.
Witbalans - Film • Omgevingslicht bepaalt de toonzetting van de foto • Onze hersenen zijn in staat om dat te compenseren • Film niet, daarom filmkeuze afstemmen op omgevingslicht
Toelichting: Naast de eerder genoemde compositie, belichting en scherpte zijn er meer dingen die van de foto bepalen hoe het eindresultaat wordt. Zo bepaalt de kleur van het omgevingslicht hoe de algehele kleurstelling van de foto wordt. Is het omgevingslicht rood, b.v. bij zonsondergang, dan zal de gehele foto roodachtig worden. Wellicht zijn we het ons niet zo bewust maar die kleur is sterk aanwezig, alleen onze hersenen zijn in staat om gemakkelijk aan de omstandigheden aan te passen. Wanneer we deze familiefoto bekijken door een cyanfilter zullen we waarnemen dat er een geel truitje wordt gedragen terwijl het in werkelijkheid groen is. Wanneer we een filmrolletje gebruiken kiezen we daarom voor bepaalde lichtomstandigheden zoals daglicht of kunstlicht. Een andere mogelijkheid is het licht aanpassen wat b.v. in de studio kan met studiolampen of thuis met onze flitser. Blz. 12/24
© 2005 Ed Claus
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
Witbalans - Digitaal • • • •
Automatische witbalans baseert zich op wit in de foto Alle neutrale grijswaarden voldoen Dan moet er wel wit zijn! Anders helpen door zelf in te stellen
Toelichting: Met de komst van de digitale camera lijkt het ineens een stuk gemakkelijker geworden. Niets geen rolletje kiezen, de camera regelt het wel. Alleen gaat dat wel eens mis en moeten we toch nog even helpen. Wanneer de witbalans in de stand automatisch staat zal de camera na het maken van de foto zoeken naar een lichte kleurloze grijstint en zich daarop baseren. Dit kan dus puur wit zijn en elke neutrale grijstint daarna. Te donker is niet praktisch uiteraard. Als er echter geen wit of neutrale grijstint aanwezig is in de foto gaat het mis dan komt het witpunt verkeerd te liggen en krijgt de foto een kleurzweem. Een duidelijk voorbeeld is de onderwaterfoto, deze is altijd blauwig. Andere voorbeelden zijn foto's bij kaarslicht, zonsondergang en TLlicht. Wanneer dit het geval is zullen we zelf aan moeten geven in wat voor situatie we ons bevinden en dat moeten instellen op de camera.
Witbalans - Kelvinschaal • Temperatuurschaal om kleur aan te duiden Soort Licht
Kleur Temperatuur in K
Kaarsvlam
1,500
Gloeilamp
3,000
Zonsopgang, ondergang
3,500
Middagzon, Flitslicht
5,500
Felle zon, Onbewolkt
6,000
Bewolkte lucht, Schaduw
7,000
Blauwe lucht
9,000
Toelichting: De duurdere camara's kunnen de witbalans ook ingsteld krijgen in Kelvin. Kelvin is net als Celsius een temperatuurschaal alleen Celsius heeft het nulpunt bij het vriespunt terwijl Kelvin begint bij het absolute nulpunt. Kelvin is Celsius + 273. We spreken over graden Celsius en over Kelvin, bij Kelvin wordt geen graden toegevoegd. De Kelvin kleurschaal is gebaseerd op een stukje ijzer dat verhit wordt en gaat gloeien. De kleur die bij een bepaalde temperatuur ontstaat is tevens de kleur op de Kelvin kleurschaal. Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
© 2005 Ed Claus
Blz. 13/24
Digitale zoom
Toelichting: Er zijn op de digitale compact- en zoekercamera's vaak 2 soorten zoom te vinden; de optische en de digitale zoom. De optische zoom wordt bereikt door een aantal lenzen in het objectief te verschuiven. Dit kan m.b.v. een bedieningsknopje op het toestel of door aan een lensring te draaien. Deze zoomoptie wordt ook al weergegeven bij de algemene specificaties van de camera, b.v. Lens F35-105mm. De digitale zoom vergroot de mogelijkheden nog verder. De software pakt een deel van de totale hoeveelheid pixels en vergroot dat tot een volledige foto. Jammer genoeg gaat dit wel ten koste van de kwaliteit van de foto.
Digitaal inzoomen • Vergroten is gokken naar de missende info • Hoe meer vergroten, hoe waziger het resultaat
Blz. 14/24
© 2005 Ed Claus
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
Toelichting: Wat er in feite gebeurt is dat de software een uitsnede uit de foto maakt en die vervolgens gaat vergroten om weer een volledige foto te presenteren. Het moeilijke is dat de camera van een beetje beeldinformatie meer moet maken. Het moet gaan raden naar de missende informatie. Wanneer er voldoende rekenkracht is zoals op de PC dan lukt dat nog wel een beetje. Maar de compactkamera heeft dat niet en levert een minder resultaat. We kunnen digitale zoom daarom ook beter vermijden. Als we dit echt willen kunnen we dit soort bewerkingen beter later op de computer doen.
Ruis • Ruis ten gevolge van grootte pixelcel sensor • Ruis door versterking in de electronica • gebruik ISO zo laag mogelijk • Ruis zit in de schaduwpartijen • belicht zo licht mogelijk zonder clippen • Ruis neemt toe met de temperatuur • camera uit de zon • Hotpixels is ruis t.g.v. lange belichting • gebruik in-camera ruisonderdrukking Toelichting: Zoals we al eerder gezien hebben is ruis altijd aanwezig. Afhankelijk echter van diverse zaken is het meer of minder. We keken naar de techniek waar we vaststelden dat een grotere pixelcel het voordeel heeft dat er minder ruis optreed. We kijken nu nog even welke factoren daarnaast ruis opleveren en waar we nog invloed op kunnen uitoefenen. Allereerst hebben we het al over ISO gehad. De waarde is bij de meeste camera's te kiezen. Dat is handig wanneer het omgevingslicht niet toerijkend is of wanneer onze flitser niet voldoende levert om aan te vullen. De keerzijde is dus de ruis die, zeker bij compact- en zoekercamera's aanzienlijk is. Ruis treed het eerst op op de plek waar het minste licht is en is dus in onze foto's het snelst te zien in de schaduwpartijen. Een foto onderbelichten heeft dus niet alleen het nadeel dat we in de schaduwen detail kwijtraken maar ook dat de ruis toeneemt. Ruis zal trouwens ook toenemen wanneer de temperatuur hoger is. In de zomer zijn we dus eerder de klos dan in de winter. Dan zijn er ook nog de zgn. hot pixels. Deze vorm van ruis treedt op bij het langer belichten, b.v. bij nachtfoto's. Vaak zit er in de betere camera de mogelijkheid om bij lang belichte foto's deze soort ruis te onderdrukken.
Hot pixels • Hot pixels zijn minder gelijkmatig dan gewone ruis • En hebben duidelijke kleuren van zichzelf
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
© 2005 Ed Claus
Blz. 15/24
Van foto naar JPEG • • • •
De 3 primaire kleuren worden samengevoegd (Bayer-algoritme) Dan belichting en kleurbalans, resultaat op display Uitvoering verscherping en afmeting Compressie en opslag als JPEG-foto
Toelichting: De laatste stap, het maken van de foto en het opslaan, is ook nog vrij pittig. Het bepaalt ook mede de kwaliteit van de foto. Er zijn hier verschillende keuzes te maken. In welk formaat gaan we de foto opslaan, met welke kwaliteit en in welke afmeting. Welke keuzes we maken heeft te maken met welke kwaliteit we zelf willen en wat we later met de foto willen doen. Klein afdrukken of groot, nabewerken of niet. Het heeft direct gevolg voor de grootte van het bestand maar tegenwoordig is dat niet direct meer een issue want harde schijven en CDs zijn zijn relatief goedkoop. De meest gebruikte opslagvariant is het JPEG-formaat. De tweede belangrijke variant is RAW. Professionele camera's hebben ook nog TIFF in gebruik. We kijken eerst naar de JPEG variant. Allereerst volgen we het process zoals dat in de camera wordt uitgevoerd. Na het knippen van de foto komt de data van de sensor in een buffer. Hier worden de 3 primaire kleuren uit elkaar gehaald en d.m.v. het Bayer-algoritme tot 1 foto samengevoegd. Vervolgens kijkt de software hoe de camera stond ingesteld (belichting en witbalans) en wordt dat op de foto losgelaten. Het resultaat wordt op de display getoond. Als we dat willen kunnen we dan ook al de metadata op de display zien; de sluitertijd, diafragma, de lensinstelling etc. De software van de camera zorgt nu ook voor het histogram e.d. De volgend stap is het nabewerken van de foto. Eventuele ruisonderdrukking, de verscherping en de grootte van de foto. Als laatste wordt de bitdiepte van de foto teruggebracht naar 8 bits en wordt de foto gecomprimeerd. Dan wordt de foto opgeslagen op het geheugenkaartje.
JPEG compressie - kwaliteit • Hoe meer compressie, hoe lager de kwaliteit • 60% is een goede kwaliteit-compressie verhouding
Blz. 16/24
© 2005 Ed Claus
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
Toelichting: Het comprimeren naar JPEG-formaat bestaat uit grofweg het opzoeken van bij elkaar liggende bijna gelijke kleurtinten en deze vervangen door 1 en dezelfde kleur (zeer vereenvoudigde weergave). Dit gebeurt in vaste groepjes van meerdere pixels en is goed te zien wanneer we inzoomen op de foto. We zien dan blokken van dezelfde pixels bij elkaar zitten. Deze groepjes van meerdere pixels met dezelfde kleur hoeven dan niet allemaal apart te worden opgeslagen maar kunnen als 1 geheel worden opgeslagen, wat minder informatie is. De kwaliteitsfactor van 60% is ongeveer de grens waar de zichtbaarheid van de compressie sterk gaat toenemen maar de compressie niet meer belangrijk wordt vergroot. Een 6 Mp foto wordt ongeveer 1,5 MB groot bij een goede kwaliteit compressie. 100% is ook al een compressiefactor en levert dus kleinere bestanden op dan ongecomprimeerd.
JPEG compressie - Ins en outs • Er wordt dus detail weggegooid • alleen zichtbaar bij ver inzoomen/vergroten • De scherpe randjes komen onder druk te staan • Foto's met egale kleuren comprimeren gemakkelijker • en zullen dus kleiner zijn dan foto's met veel detail • Instellen camera op Fine, Superfine of .... • bij 3 varianten vaak de middelste • zelf testen d.m.v. een foto met veel detail • om na te bewerken vooral niet te grof • Beter investeren in een groter geheugenkaartje • op de PC komt het probleem van het opslaan toch wel Toelichting: Ruis kan duidelijker worden bij JPEG-compressie. Wanneer te duidelijke ruis aanwezig is zal de compressie dat zien als onderdeel van de foto en de omliggende pixels in de groep dezelfde tint geven. Daardoor wordt de ruis dus beter zichtbaar. Ruis verergert ook al door de verscherping en het liefst zouden we daarom de compressie naar JPEG pas doen na alle bewerkingen. Dit is een belangrijke reden voor de perfectionisten om in RAW te fotograferen. Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
© 2005 Ed Claus
Blz. 17/24
Meer ruimte of meer foto • Afmeting foto is van belang voor wat we er mee willen • Achteraf vergroten kan niet, weg is weg • Sla zo groot mogelijk op • kleiner maken kan later altijd nog • inzoomen en uitsnedes maken kan alleen van een grote foto • meer marge bij nabewerken m.b.v. grafische pakketten • Minimaal 2 à 3 Mp (megapixel) voor 10x15 cm afdruk Toelichting: Naast de compressiefactor is ook de afmeting van de foto zelf van invloed op de ingenomen ruimte. Het lijkt aantrekkelijk om de foto kleiner op te slaan om zo meer foto's op een geheugen kaartje kwijt te kunnen. Alleen dan kunnen we er achteraf niets meer aan veranderen. Een uitsnede of deelvergroting maken is dan niet meer mogelijk. Ook nabewerken kan beter eerst gebeuren en daarna evt. pas verkleinen. Software kan beter inschatten hoe een bewerking moet worden uitgevoerd wanneer er veel beschikbare info is. Sla bij voorkeur zo groot mogelijk op maar behoudt in ieder geval 2 à 3 Mp voor een 10x15 cm afdruk. Dus een minimale afmeting van 1600x1200 tot zo'n 2000x1500 pixels. We zagen al eerder dat de race om meer megapixels flauwekul is. Kwaliteit levert het aantal pixels niet op en wie niet anders dan familiefoto's maakt en deze afdrukt in 10x15cm kan dus toe met een kleiner aantal pixels. Alleen wie veel nabewerkt zal meer pixels willen omdat dat nu eenmaal meer marge oplevert.
Foto's opslaan in RAW • Ruwe sensor data wordt opgeslagen • Geen enkele bewerking in de camera • Eventueel met verliesvrije compressie
Toelichting: RAW staat letterlijk voor ruw en is de data zoals die van de sensor komt. Deze informatie wordt op geen enkele manier bewerkt en dan aangevuld met de camera instellingen, zo op het geheugenkaartje opgeslagen. Soms kan nog wel compressie worden toegepast maar die is verliesvrij (of bijna) en daarom niet zo sterk als bij JPEG.
RAW formaat - Ins en outs • Niet verscherpt, dus beter voor de ruis Blz. 18/24
© 2005 Ed Claus
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
• Bitdiepte 12 bits • meer detail, kan beter nabewerkt worden (Lightroom, Photoshop) • Ingestelde belichting is nog niet toegepast • geeft extra belichtingsruimte bij nabewerking • plus 1 extra stop om mee te werken (verschuiven histogram) • RAW is wel behoorlijk merkspecifiek • te herkennen aan de extensie van het bestand • .NEF (Nikon), .CRW (Canon), .MRW (Konica/Minolta), .ORF (Olympus) • RAW is nog geen foto en niet zo maar worden gebruikt Toelichting: Zo gewenst kunnen we in blok 4 misschien nog kijken naar de voordelen van RAW bij het nabewerken met Adobe Lightroom.
Foto's opslaan in TIFF • • • •
TIFF is wel redelijk uniform Gebruikt in de professionele wereld Alles gedaan behalve de JPEG-compressie 12 bits wordt 16 bits, dus grote bestanden
Toelichting: TIFF wordt alleen gebruikt door fotografen en professionals die bang zijn dat een merkspecifiek formaat in de toekomst een probleem zal opleveren. Veel voordelen kent het verder niet. Mag in het kader van deze cursus verder vergeten worden.
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
© 2005 Ed Claus
Blz. 19/24
Cameramode - Automatisch • Selectiedraaiknop fotografeer-mode - Instelknop fotografeer-mode - Variaties afhankelijk van soort toestel • Auto- of A-mode - Volledig automatisch - Belichting, flitser, witbalans etc. • P-mode - Volledig automatisch maar . . . - Beïnvloedbaar Toelichting: De selectiedraaiknop om de fotografie-mode in te stellen komt op alle typen camera's voor. Afhankelijk van het type komen bepaalde instellingen wel of niet voor. Zo zullen op veel spiegelreflexcamera's alleen P, Av, Tv en M voorkomen. Aan de A-mode kunnen we niets instellen. Wanneer de camera denkt dat de flitser nodig is, zal de flitser afgaan en wanneer niet, dan ook niet. Met de P-mode kunnen een aantal instellingen wel door onszelf worden bepaald. We kunnen bijvoorbeeld de flitser opdracht geven wel af te gaan in de volle zon om de schaduwen op te lichten. Ook de witbalans en wat kenmerken van de foto zelf zoals contrast en kleurgebruik zijn vaak in te stellen.
Cameramode - Geprogrammeerd • Portret-mode - diafragma zo wijd mogelijk open - dus weinig scherptediepte
• De onscherpe achtergrond trekt geen aandacht • Alle aandacht gaat naar het onderwerp
Blz. 20/24
© 2005 Ed Claus
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
• Landschap-mode - diafragma zo ver mogelijk dicht - zo veel mogelijk scherptediepte - scherpstelvlak naar voren - geen flits aan
Toelichting: Door het diafragma kleiner te zetten wordt de scherptediepte vergroot. Door nu het scherpstelvlak zo te kiezen dat de achterste grens van het scherpe gebied precies op oneindig ligt, benutten we het scherpe gebied maximaal. Het scherpstelvlak waar we op instellen om dat te bereiken heet het Hyperfocal Point.
Cameramode - Geprogrammeerd • Sport mode - sluitertijd wordt zo snel mogelijk gekozen - om onderwerp te 'bevriezen' in de beweging • Nacht mode - de camera krijgt een lange sluitertijd - en belicht daarmee de achtergrond - geeft bewegingsonscherpte in achtergrond - en flitst om de voorgrond te belichten - en om het onderwerp stil te zetten • Macro mode - lens wordt versteld naar dichtbij - diafragma zo klein mogelijk - voor extra scherptediepte • Stich mode - belichting eerste foto wordt vastgehouden - ook witbalans en evt. automatische verscherping - ter voorkoming belichtingsverschillen - beweeg camera alleen om het lensmidden
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
© 2005 Ed Claus
Blz. 21/24
• Film mode - Compact - zeer verschillend per camera - zowel grootte als lengte - te veel scherptediepte voor echte film - verwacht er niet te veel van • Film mode - Reflex - zeer hoge resolutie (HD) - beperkte filmduur door verhitten sensor
Cameramode - Handmatig • Volledig handmatig - Sluitertijd en diafragma zelf instellen - info in zoeker geeft correctheid belichting aan - onder- of overbelichting is mogelijk Toelichting: We willen niet alleen kunnen bepalen wat scherp moet worden en wat niet maar ook wat juist belicht moet worden. Bijvoorbeeld bij te groot contrast kunnen wij zelf uitmaken of we de lichte of de donkere delen goed belicht willen hebben. Bij tegenlichtopnames kunnen we ons onderwerp als belangrijkste deel in de foto bepalen. Bij overmatig donkere of lichte foto's (b.v. sneeuw- en strandfoto's) kunnen we ingrijpen.
Cameramode - Halfautomatisch • Diafragma voorkeuze - Diafragma is vrij te kiezen - Camera zoekt juiste sluitertijd erbij • Sluitertijd voorkeuze - Sluiterijd is vrij te kiezen - Camera zoekt juiste diafragma erbij Toelichting: Het grote voordeel van het zelf kiezen van de sluitertijd of het diafragma is dat we volledige controle krijgen over de foto. Wat wordt scherp of juist niet. Het vraagt wel meer denkwerk van onze kant. Wanneer de camera niet in staat is een bijpassende sluitertijd of diafragma te vinden blijven we met verkeerd belichte foto's zitten. Soms willen we echter zoveel invloed uit kunnen oefenen. De camera, hoe modern ook, is niet altijd in staat "te zien" wat willen dat er gefotografeerd wordt en dan moet het mogelijk zijn om af te kunnen wijken van de automaat.
Blz. 22/24
© 2005 Ed Claus
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
Filters • Effect- en kleurfilters • Kleur kan veel beter in bewerkingspakketten • Polarisatiefilter tegen reflecties
Toelichting: Bij spiegelreflexcamera's en ook veel zoekercamera's bestaat de nogelijkheid om filters op de lens te plaatsen. Samengevat kennen we effectfilters en kleurfilters. Effectfilters zijn o.a. lenzen die de brandpuntafstand van het gebruikte objectief veranderen naar meer groothoek of meer tele. Ook filters die de foto op een bepaalde manier kaderen of vervormen horen hierbij. Kleurfilters worden gebruikt om de bestaande lichtsituatie aan te passen aan de gebruikte film of, bij zwart/wit, om bepaalde kleuren beter tot hun recht te laten komen. De kleurfilters zijn bij digitaal fotograferen niet meer zo interessant. De witbalans is nauwkeurig in te stellen en kleuraanpassingen zijn verder in beeldbewerkingspakketten veel beter en nauwkeuriger te doen. De in de kamera aanwezige effecten zijn trouwens ook beter op de PC te doen, zelfs zwart/wit en sepia. Het is alleen wel gemakkelijk en snel klaar. Het polarisatiefilter is nog wel een heel interessante. Het kan ongewenste reflecties verminderen waardoor kleur veel beter tot z'n recht komt, meer verzadigd wordt. Ook wordt het gebruikt om reflecties in ruiten en glimmende voorwerpen te vermijden. Opletten echter met het blauw van de hemel, dat kan te blauw worden en -afhankelijk van de gebruikte kijkhoek- niet egaal gekleurd.
Filters en zonnekappen • Nooit de zon op je voorruit
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4
© 2005 Ed Claus
Blz. 23/24
• Altijd de zonnekap gebruiken • UVfilter onnodig en brengt je raam naar voren Toelichting: Iedereen die wel eens ramen lapt of auto rijdt weet dat de zon op je raam lelijk uitzicht geeft. Foto's gemaakt met de zon (of fel licht) op de voorste lens van het objectief worden doffer, minder contrastrijk. daarom altijd de zonnekap gebruiken, ook als dit vanwege het weer onnodig lijkt. Het bijkomende voordeel is dat de lens beschermd is tegen kindervingers en andere uitstekende dingen waar je mee in aanraking kan komen. Een extra UV-filter ter bescherming is onnodig voor UV omdat de sensor daar al voldoende tegen beschermd is (trouwens de film van vroeger ook al) en het heeft als nadeel dat het licht sneller op de voorste ruit kan komen.
Exif metadata • Opslag cameragegevens in de foto • Inclusief fotogegevens en evt. commentaar • Ook gebruikt bij terugkijken op camera • Niet 100% gestandaardiseerd
Samenvatting • • • • • • • •
We keken naar compositie en gulden snede We beoordeelden belichting a.d.h.v. het histogram en de highlights Keken naar scherpstellen en bewegingsonscherpte Zagen wat de witbalans is Het verschil tussen digitale zoom en de optische Zagen ruis weer langs komen Bekeken de opslag, grootte en bestandsformaten En sloten af met de bedieningselementen
Toelichting: In dit deel keken we naar de foto zelf. Allereerst vanuit esthetisch oogpunt, wat maakt een foto mooi, compositie etc. Vervolgens hebben we de technische aspecten van een goede foto bekeken, belichting, scherpte en witbalans. Verder hebben we het maken van de foto doorgenomen en zijn we dieper ingegaan op de opslag van de foto door de camera en welke bewerkingen in de camera worden uitgevoerd.
Blz. 24/24
© 2005 Ed Claus
Digitaal fotograferen - Fotograferen rev.4