Over fotograferen
Over fotograferen
versie 1.1
1 Inleiding 1.1 Doelgroep Dit document is bedoeld voor iedereen die fotograferen leuk vindt en het gevoel heeft dat er meer uit te halen valt dan op dit moment het geval is. Het maakt niet echt uit welke camera je hebt. Wel wordt aangeraden om minstens een compact camera te hebben met semi-automatische instellingen (portret, landschap, sport etc.) en beter nog een handmatige instelling (M). Ik probeer niet al te diep in details te treden, zodat het overzichtelijk blijft. Mocht je meer willen weten over een bepaald onderwerp, of vragen/opmerkingen hebben m.b.t. dit document, dan kun je me contacteren via:
[email protected]
1.2 Versie historie Versie v1.1 12-2010
Toelichting • • • •
v1.0 11-2010
Update n.a.v. 2e fotoclub bijeenkomst. Lichtmeting toegevoegd bij Begrippen. Compact camera met verwisselbare lens toegevoegd aan Camera keuze. Opmerking toegevoegd m.b.t. reklames en concerten.
• • • •
Eerste finale versie n.a.v. 1e fotoclub bijeenkomst. Gepubliceerd via website: http://akbor75.nl/docs/over_fotograferen.pdf Basis informatie uitgebreid met Begrippen. Lens keuze uitgebereid met Stabilizer. Na het fotograferen uitgebreid met Software. Over mij en mijn apparatuur verplaatst naar bijlage.
v0.2
•
Tweede concept versie n.a.v. feedback.
v0.1
•
Eerste concept versie.
Ronald Kleijn
•
pagina 2 van 23
Over fotograferen
versie 1.1
2 Basis informatie 2.1 Hoe kom je aan informatie Je kunt veel boeken vinden over fotografie. Per camera, per onderwerp etc. Het is moeilijk om te bepalen welk boek goed is. Ik heb ook enkele boekjes gekocht, maar daar heb ik niet veel aan gehad. Er staan veel foto’s in en ook hoe ze tot stand zijn gekomen, maar aangezien je zelf nooit precies in die situatie verkeert heb je weinig aan die informatie. Hetzelfde geldt voor websites: Veel informatie, maar vaak niet precies wat je zoekt. Daarom heb ik 2 cursussen gevolgd (zie vorig hoofdstuk). Dan leer je veel onderwerpen in korte tijd, en je verfijnt dit door er zelf mee verder te gaan. Ik raad daarom aan om een cursus te doen. Het is leerzaam en ook leuk, omdat je met een groepje mensen bent dat dezelfde interesse heeft. Daarnaast is het ook leuk om wat te lezen of te praten met iemand met meer ervaring, dat doe ik zelf ook nog steeds. Maar het meeste leer je toch door zelf erop uit te gaan en dingen te proberen.
2.2 Begrippen 2.2.1 Algemeen Opmerking: Bepaalde begrippen zijn of werken verschillend bij analoge en digitale camera's. In dit document wordt dan altijd de digitale variant bedoeld. Begrip lichtmeting
Toelichting •
•
•
Ronald Kleijn
Je kunt lichtmeten op diverse manieren. Zelf doe ik het zo. Ik zet de camera op M, schat de instellingen (bijv. diafragma 4, ISO 100, sluitertijd 100) en neem een test foto. Ik check het resultaat en pas de sluitertijd aan indien nodig. Indien ik de sluitertijd niet wil verlengen verhoog ik de ISO. Je kunt ook dit doen: Zet de camera op A en de meetmethode op center of spot. Kies een diafragma en kijk (in de zoeker) wat de camera als sluitertijd bepaalt. Zet nu je camera op M en pas de instellingen toe. Let op: Je kunt je display instellen, dus een lichte foto wil niet meteen zeggen dat de instellingen fout zijn. Check m.b.v. het histogram of je foto overbelicht is.
pagina 3 van 23
Over fotograferen
versie 1.1
Begrip onderbelichting, overbelichting
Toelichting • •
scherptediepte
• •
stop
•
•
Als je foto te donker is zeg je dat die onderbelicht is. En bij te licht is dat overbelicht. Dit hoeft niet altijd fout te zijn, het hangt er vanaf wat je wilt. Bijv. bij een landschapsfoto is een overbelichte lucht niet mooi, maar bij een portret foto is het niet erg, omdat daar de persoon het onderwerp is. De afstand waarbinnen het voorwerp scherp wordt afgebeeld. Hangt af van afstand tot het voorwerp, brandpuntsafstand en diafragma. Dubbele of halve hoeveelheid licht. Te gebruiken bij het instellen van sluitertijd, diafragma en ISO. Meestal kun je op de camera stappen maken van 1/3 stop. Maar het kan handig zijn in hele stoppen te rekenen.
2.2.2 Body Begrip beelduitsnede
Toelichting • •
bestandsformaat
•
• full frame
Ronald Kleijn
•
De beelduitsnede wordt bepaald door brandpuntsafstand en de sensorgrootte. Als de sensor niet full frame is spreekt men van een crop factor, focal length multipier of verlengingsfactor. Deze is voor een spiegelrefex camera bijv. 1.6. Bijvoorbeeld: Een 60 mm lens op een crop sensor heeft (ongeveer) dezelfde beeldhoek als een 100 mm lens op een full frame sensor. Camera's schieten standaard in JPEG. Meestal kun je de kwaliteit instellen, kies altijd de beste (meeste pixels, minste compressie). Verkleinen en/of comprimeren kan altijd later nog. In RAW schieten heeft voordelen, maar vereist meer nabewerking (zie Nabewerken). Sensor met dezelfde afmeting als het analoge kleinbeeld equivalent (36x24 mm).
pagina 4 van 23
Over fotograferen
versie 1.1
Begrip histogram
Toelichting • •
ISO
•
•
Grafische weergave van de hoeveelheid lichte en donkere delen in het beeld. Kan als hulpmiddel dienen om te checken of de foto overbelicht is, onafhankelijk van de instelling van het display. Lichtgevoeligheid. grote waarde = meer lichtgevoelig kleine waarde = minder lichtgevoelig Voorbeeldwaarden: 100, 200, 400
ruis
•
Ruis treedt op bij hogere ISO waarden. Dit is vooral zichtbaar in de donkere delen (minder licht = slechtere signaal/ruisverhouding).
sensor
•
Sensor type en grootte verschilt per camera (zie Camera keuze). In principe betekent een grotere sensor minder ruis. De klassieke verhouding is 3:2 (36x24 mm). Bij digitale compact camera's is het meestal 4:3, bij digitale spiegelreflex camera's meestal 3:2. Opmerking: Soms kun je kiezen tussen 4:3 en 3:2 (soms ook 16:9), maar dat betekent in feite dat een deel van de sensor niet gebruikt wordt.
•
sluitertijd
•
• witbalans
•
•
Tijd dat de sensor belicht wordt. grote waarde = kleine sluitertijd kleine waarde = grote sluitertijd Voorbeeldwaarden: 50, 100, 200, 400, 800 Kleurtemperatuur. Wordt uitgedrukt in Kelvin. Loopt van 2800 K tot 10.000 K. Wordt ook wel koel (blauw) en warm (geel) genoemd. Meestal zijn standaardwaarden te kiezen, zoals daglicht, bewolk, schaduw, kunstlicht etc.
2.2.3 Lens Begrip beeldhoek
Ronald Kleijn
Toelichting •
De beeldhoek hangt af van de brandpuntsafstand. klein (ca. 24 mm) = wijde beeldhoek (groothoek) normaal (ca. 50 mm) = normale beeldhoek groot (ca. 200 mm) = smalle beeldhoek (tele)
pagina 5 van 23
Over fotograferen
versie 1.1
Begrip
Toelichting
brandpuntsafstand
•
De brandpuntsafstand is de afstand tussen lens en (scherp) beeld. Een langere afstand betekent een langere lens.
diafragma
•
Lensopening. grote waarde = kleine lensopening kleine waarde = grote lensopening Voorbeeldwaarden: 2.8, 4.0, …, 22
• lichtsterkte
• •
Hoeveelheid doorgelaten licht bij maximaal diafragma. Voorbeeldwaarden: 1.4, 1.8, 2.0, 2.8, 4.0
2.3 Camera keuze Een veelgehoorde vraag is: “Welke camera moet ik kopen?” Het antwoord daarop is niet makkelijk te geven, dit hangt af van je budget en wat je wilt doen. Als je nog niet weet wat je wilt doen kun je goedkoop beginnen, als je dan bijv. na een jaar beter weet wat je wilt kun je altijd nog uitbreiden. Een andere vraag is: “Maak je met duurdere apparatuur altijd betere foto's?” Het antwoord is ja, technisch wel. Betere apparatuur betekent minder kans op onscherpe foto's, ruis etc. Maar dat wil niet zeggen dat de foto's ook interessanter worden, als je standaard plaatjes maakt blijven ze standaard. Het hangt er ook vanaf hoe goed je de camera kan bedienen, als je de verkeerde instellingen kiest zal ook bij een goede camera de foto mislukken. Als je vaak naar concerten gaat check dan vooraf of je mag fotograferen. Bij gratis concerten (festivals) mag dat meestal wel, bij betaalde concerten mag je meestal geen spiegelreflex camera meenemen, en soms geen enkele camera met verwisselbare lens. Dit slaat nergens op, maar de organisator mag dit zelf bepalen dus doe je er weinig tegen. Wellicht ten overvloede: Laat je niet misleiden door camera reklames. Er wordt meestal geadverteerd met specificaties die minder belangrijk zijn (bijv. megapixels) en belangrijke specificaties (bijv. lichtsterkte) worden niet genoemd. Tevens zijn de voorbeeld foto's niet gemaakt met een standaardconfiguratie, maar met een goede (dure) lens, en onder National Geographic achtige omstandigheden (denk aan de Canon kikker die van onderaf is gefotografeerd).
2.3.1 Compact camera Voordelen: • Compact dus makkelijk mee te nemen. • Goedkoop, ze zijn er al vanaf minder dan 100 euro. • Lens met groot bereik (groothoek t/m portret of zelfs tele). • Makkelijk om hipshots mee te maken (=onopvallende foto’s). Ronald Kleijn
pagina 6 van 23
Over fotograferen
• •
versie 1.1
Waterproof modellen beschikbaar, handig voor op vakantie. Veel modellen en kleuren…
Nadelen: • Kleine sensor (ca. 6.1x4.6 mm), dus hogere ISO waarden geven veel ruis. • Reageert traag, het is vrijwel onmogelijk om snel een foto te maken. Dus niet geschikt voor snelle acties. • Standaard flits is vaak te fel en levert vaak rode ogen.
2.3.2 Compact camera met verwisselbare lens (Vanaf versie 1.1)
Voordelen: • Grotere sensor dan compact camera, soms zelfs even groot als spiegelreflex sensor (crop sensor). • Compacter dan spiegelreflex camera. • Verwisselbare lenzen. • Bepaalde modellen bieden HD video opname. (Spiegelfeflex camera's tegenwoordig soms ook.) • Bepaalde modellen bieden HDR opname. (Andere camera's soms ook.) Nadelen: • Camera is (nog) duur, vaak even duur als een instap spiegelreflex camera. • Lenzen zijn duur en er zijn er (nog) niet zoveel beschikbaar. • Lenzen van een spiegelreflex camera zijn niet bruikbaar.
2.3.3 Spiegelreflex camera Voordelen: • Body ligt goed in de hand. Een duurdere body nog beter, en biedt vaak ook wat meer bedieningsgemak. • Opzetflits kan gericht worden (omhoog, opzij) en levert geen rode ogen. • Focust snel. • Schieten in RAW. • Veel flexibiliteit doordat je de lenzen kan kopen die je nodig hebt. • Grotere sensor (ca. 22x15 mm), dus minder ruis. Dit is bekent dat je bij hogere ISO waarden nog steeds goede foto’s krijgt. • Lenzen van een analoge spiegelreflex camera kunnen gebruikt worden (moeten in principe wel van hetzelfde merk zijn). Let op: Hierbij moet je voor de beelduitsnede wel rekening houden met de crop factor (ca. 1.6). Bijv. een 100 mm lens levert dezelfde beelduitsnede als een 60 mm lens op een full frame camera. Nadelen: • Groot. • Duur. • De batterijen voor verschillende body's kunnen verschillend zijn, waardoor je mogelijk de (extra) batterij van je oude body niet kunt hergebruiken.
Ronald Kleijn
pagina 7 van 23
Over fotograferen
versie 1.1
Opmerking: Duurdere compact camera’s hebben tegenwoordig soms ook bepaalde spiegelreflex mogelijkheden, zoals schieten in RAW, verwisselbare lenzen, grotere sensor.
2.3.4 Full frame spiegelreflex camera Voordelen: • Grotere sensor (36x24 mm), dus nog minder ruis. • Groter beeld in de zoeker. • Lenzen van een analoge spiegelreflex camera kunnen gebruikt worden (moeten in principe wel van hetzelfde merk zijn). Nadelen: • Duurder. • Lenzen voor een crop camera kunnen niet gebruikt worden.
2.4 Lens keuze 2.4.1 Camera merk vs ander merk In principe zijn lenzen van dezelfde maker als de camera het beste, maar vaak ook duurder. Bijv. een goede Canon zoomlens kan 1500 euro kosten terwijl de Sigma versie de helft kost. Deze is dan mogelijk wel minder lichtsterk.
2.4.2 Hoeveel millimeter Hoeveel mm je nodig hebt hangt af van wat je wilt doen. • Groothoek (bijv. 18-24 mm) is geschikt voor landschappen en kleine ruimtes. Een groothoek lens vertekent nogal, dat maakt ‘m in principe niet geschikt voor portretten. Een groothoek lens levert een grote scherptediepte. • Normaal tot licht tele (bijv. 50-100 mm) is geschikt voor portretten. Weinig vervorming. De geringe scherptediepte zorgt voor een onscherpe achtergrond. • Tele (bijv. 200-300 mm) is geschikt als je niet dichtbij het onderwerp kunt komen, bijv. dieren en sportvelden. Let op: Een langere lens zorgt voor meer beweging, waardoor een kortere sluitertijd noodzakelijk is. Dit is minder relevant als je een lichtsterke lens hebt of een lens met stabilizer.
2.4.3 Welke lichtsterkte In principe geldt hoe beter de lichtsterkte, hoe handiger. Echter, lichtsterkte is duur. Bovendien is een lichtsterkere lens groter en zwaarder. De lichtsterkte wordt aangegeven na de brandpunt, bijv. “100 mm 2.0” betekent een maximale lensopening van 2.0. Bij een zoomlens waarvan de lichtsterkte verandert bij zoomen staan 2 getallen, bijv. “18-200 mm 3.5-6.3”, dit betekent een maximale lensopening van 3.5 bij 18 mm en een maximale lensopening van 6.3 bij 200 mm.
Ronald Kleijn
pagina 8 van 23
Over fotograferen
versie 1.1
2.4.4 Zoom lens vs vast brandpunt Het voordeel van een vast brandpunt is dat deze lens erg lichtsterk is. Het nadeel is dat je voor in- en uitzoomen jezelf moet verplaatsen. Het nadeel van een goedkope zoom lens is dat deze lichtsterkte verliest bij inzoomen, dit kan makkelijk 1 of 2 stops zijn. Een dure zoom lens heeft wel een constante lichtsterkte, maar minder dan een vaste brandpunt. Voorbeelden: Lens
Toelichting
18-200 mm 3.5-6.3
Groot bereik, goed om mee te oefenen. Niet zo scherp in groothoek. Wel in tele, maar dan niet lichtsterk.
60 mm 2.8 macro
Prima lens. Helaas niet geschikt voor mijn full frame camera, daar had ik destijds niet op gelet. Ik gebruik ‘m nog wel op mijn oude body. Door de macro kan ik dichtbij het voorwerp komen, wat ook mooi is bij close-up portretten.
50 mm 1.4
Erg lichtsterk. Beter is vrijwel onbetaalbaar en bovendien erg zwaar, omdat dat simpelweg meer glas betekent.
100 mm 2.0
Erg mooie portret lens. Lichtsterk en rond diafragma zorgt voor een mooie onscherpe achtergrond, ook bij full body foto’s.
70-200 mm 2.8
Mooie lens, maar vrij zwaar. Ik gebruik ‘m als ik niet zo dichtbij het onderwerp kan komen, bijv. op festivals.
Opmerking: Het wordt aangeraden een lens niet met maximale opening te gebruiken. Ik schiet meestal op 4.0, in noodgevallen kan ik dan naar 2.8 gaan (of kleiner, afhankelijk van welke lens ik op dat moment gebruik).
2.4.5 Stabilizer Het voordeel van een stabilizer is dat je bij een lange lens gewone sluitertijden kunt hanteren, zodat je niet veel licht verliest. Het nadeel is dat een stabilizer duur is. Dit kan ca. factor 2 zijn, maar ze worden wel goedkoper. Naast een optische stabilizer in de lens kan er ook een softwarematige stabilizer in de body zitten (ook bij compact camera's). Let op: Een stabilizer werkt mogelijk niet goed bij een bewegend voorwerp. Zet de stabilizer dus alleen aan als het nodig is (indien mogelijk).
Ronald Kleijn
pagina 9 van 23
Over fotograferen
versie 1.1
3 Voor het fotograferen 3.1 Initiële camera instellingen Stel een camera altijd zo in, dat als je geen tijd hebt om ‘m in te stellen de kans groot is dat de foto toch lukt. Voorbeeld compact camera: • stand: P • ISO: 100 • witbalans: auto • lichtmeet mode: geheel beeld • focus mode: single shot • focus punt: midden (indien instelbaar) • bestandsformaat: JPEG, max grootte en kwaliteit • flits uit Voorbeeld spiegelreflex camera: • stand: P • ISO: 100 • witbalans: auto (niet relevant in RAW, maar wel bij foto's terugkijken op camera) • lichtmeet mode: geheel beeld • focus mode: single shot • focus punt: midden • bestandsformaat: RAW • flits uit (indien je een body hebt met flitser)
3.2 Voorbereiden op verschillende onderwerpen Onderwerp
Toelichting
mensen
Om mensen op straat te fotograferen is een lange lens handig, zodat ze je niet opmerken. Dit heeft niet met stiekem te maken maar met het behouden van de scene: Als mensen zien dat ze gefotografeerd worden gaan ze zich vaak anders gedragen.
architectuur
Om gebouwen te fotograferen zou je denken een groothoek lens nodig te hebben. Dat is niet zo. Een groothoek lens vervormt heel erg, wat de foto geen goed doet. Het is vaak mooier een detail vast te leggen. Omdat je niet altijd kan kiezen waar je kunt staan is een zoom lens (tele) handig.
Ronald Kleijn
pagina 10 van 23
Over fotograferen
versie 1.1
Onderwerp
Toelichting
dieren
Dieren bewegen vaak snel en ze ze gaan vaak weg als je dichterbij komt. Daarom is een telelens nodig, liefst een lichtsterke. Een stabilizer levert geen uitkomst, omdat je met lange sluitertijden beweging niet goed kunt vastleggen.
natuur
Voor landschappen is een groothoek lens handig. Voor details zoals bloemen is een macro lens nodig. Let wel dat de geringe scherptediepte lastig kan zijn bij scherp krijgen van het onderwerp. Dat is vooral het geval als het onderwerp beweegt, bijv. door wind.
reportage
Bij een reportage is de kwaliteit ondergeschikt aan de nieuwswaarde. Je moet snel kunnen reageren en je hebt weinig tijd om instellingen aan te passen of van lens te wisselen. Kies bijv.: • Portretlens: Vrij grote beeldhoek. • Kleine sluitertijd: Actie is goed vast te leggen. Indien nodig kan de sluitertijd omhoog als meer licht nodig is. • Hoge ISO: Maakt kleine sluitertijd mogelijk.
binnenshuis
Weinig ruimte vraagt om groothoek. Een goede groothoek lens is wel duur. Wellicht kan een portretlens ook voldoen.
3.3 Camera schoonmaken Koop een schoonmaaksetje, met daarin minstens een doekje, flesje vloeistof en blaagbalgje. Maak regelmatig de lens schoon. Spiegelreflex: Gebruik een UV filter om de lens te beschermen. Gebruik een lens cap om te voorkomen dat je met de lens ergens tegenaan botst.
3.4 Fotografie regels Er zijn bepaalde regels die ik niet ga behandelen. Ik hanteer liever tips, zoals: • Less is more (mijn favoriet). Vaak probeert men het geheel van iets vast te leggen. Ten 1e lukt dat vaak niet en ten 2e is het resultaat vaak saai. Probeer dus juist eens wat uit te snijden, dat kan door simpelweg dichterbij gaan staan of inzoomen. Ik hou van een open kader, wat betekent dat het onderwerp niet geheel binnen de foto valt. Daardoor blijft er wat te raden, wat de foto spannend maakt. • Gebruik geen automatische stand. De camera kan onmogelijk weten wat je wilt. De camera zal proberen je foto technisch goed te krijgen, maar of dat resulteert in wat je wit is maar de vraag. Gebruik bij voorkeur de P stand of half automatische instellingen, en als je je camera goed beheerst verdient M de voorkeur. • Probeer eens wat anders. Als er iets is dat je nooit doet, bijv. omdat je het niet leuk vindt of omdat je denkt dat het niet lukt, doe het dan eens wel. Het Ronald Kleijn
pagina 11 van 23
Over fotograferen
•
versie 1.1
is even lastig, maar het is leerzaam om uit je comfort zone te stappen en vaak is het achteraf toch heel leuk en nuttig. Durf te fotograferen. Stap eens de straat op ook al ziet iedereen je, ga door de knieën ook al staat dat raar, het levert vaak interessantere foto’s op.
Ronald Kleijn
pagina 12 van 23
Over fotograferen
versie 1.1
4 Tijdens het fotograferen 4.1 Compositie parameters Parameter
Toelichting
scherptediepte
Niet echt een parameter, meer een resultaat van gekozen brandpunt, diafragma en afstand tot voorwerp.
diepte
Voorbeeld: Straat. Indien je een portret foto maakt zorgt veel diepte voor een onscherpe achtergrond.
ritme
Voorbeeld: Rij bomen of lantaarnpalen, maar ook gebouw met veel raampjes.
licht
Dit is zeer belangrijk, zonder licht geen foto. Maar ik bedoel hier meer wat voor licht, dus bundel vs diffuus, ochtend licht vs avond licht (kleur), hoog licht vs laag (langere schaduwen) etc.
schaduw
Schaduwen kunnen mooi zijn, bijv. bij architectuur, maar ook minder mooi, bijv. bij een gezicht (mn. de ogen).
4.2 Technische parameters Parameter
Toelichting
sluitertijd
Bij een te lange sluitertijd kan de foto bewogen zijn, dat kan komen door de fotograaf of door het onderwerp. Maak je sluitertijd dus kort genoeg, verhoog indien nodig de ISO.
diafragma
Zet je diafragma zover mogelijk open, hoe meer licht hoe beter. Als je genoeg licht hebt kan je diafragma ook wat dicht, bijv. 1 of 2 stops.
ISO
Een hogere ISO veroorzaakt meer ruis (zeker bij donkere foto's). Zet deze dus zo laag mogelijk. (De camera's ondersteunen tegenwoordig zeer hoge ISO waarden, maar alleen bij heel dure camera's geeft dat een goed resultaat.)
Ronald Kleijn
pagina 13 van 23
Over fotograferen
versie 1.1
Parameter witbalans
Toelichting Als je in JPEG schiet kun je deze het best op auto zetten, tenzij je weet wat je moet kiezen. Vergeet 'm dan niet terug te zetten als de situatie veranderd is, anders kunnen de kleuren erg lelijk worden. (Dit is enigszins te corrigeren op de computer, maar het kan lastig zijn en het is gewoon makkelijker als het meteen goed is.) Als je in RAW schiet maakt het niet uit waar het op staat, maar auto is handig, omdat het terugkijken op de camera dan mooier is.
4.3 Hulpmiddelen Item
Toelichting
opzetflitser
Bij een portret kun je licht toevoegen d.m.v flitser. Goed flitsen is echter niet makkelijk. Tevens is een flitser vrij duur. Opmerking: Je kunt een opzetflitser los van de camera gebruiken d.m.v. een statief of een flitskabel.
reflector
Bij een portret kun je het aanwezige licht omleiden d.m.v. een reflector (bijv. om ongewenste schaduwen op te lichten). Het voordeel van een reflector is dat, omdat het aanwezige licht gebruikt wordt, de kleur mooier is. Tevens kun je een reflector flexibel richten, zodat bijv. het onderwerp van opzij verlicht wordt.
diffusor
Bij een portret kun je, als er teveel licht is, dit verminderen d.m.v. een diffusor.
statief
Een statief kun je gebruiken bij lange sluitertijden en ook bij panorama foto's.
afstandsbediening
Een (draadloze) afstandsbediening is handig bij lange sluitertijden. Je kunt direct foto's maken, bij een timer moet je vaak langer wachten.
battery grip
Ligt beter in de hand bij verticale opnamen. Er kan een extra batterij in dus kun je lang doorgaan.
lichtmeter
Een lichtmeter zorgt voor een onafhankelijk en dus eenduidige lichtmeting. Echter, een lichtmeter is duur en de effectiviteit ervan hangt af van of je zo'n apparaat goed weet te gebruiken. Daarom behandel ik hier alleen hoe je een goede belichte foto kunt maken d.m.v. de camera.
Ronald Kleijn
pagina 14 van 23
Over fotograferen
versie 1.1
5 Na het fotograferen 5.1 Workflow •
•
•
•
•
•
Kopieer de bestanden naar je computer. Doe dit bij voorkeur niet via een programma of wizard, maar gewoon via Verkenner (Windows) of Finder (Mac). Hernoem de bestanden zoals je dat handig vindt, bijv. datum + volgnummer + locatie, bijv. “2010-09-18_001_Rotterdam.CR2”. (De originele bestandsnaam is niet relevant, bovendien is deze nog te vinden in de EXIF data. Deze kun je meestal opvragen via menu Bestand / Eigenschappen.) Gebruik hiervoor bijv. Een tool als IrfanView (Windows) of FileWrangler (Mac). Kopieer de bestanden naar je backup medium, bijv. een harddisk met USB aansluiting. (Deze zijn handig en voordelig, voor ca. 100 euro heb je al 1 TB.) Tip: Koppel de backup los als je deze niet nodig hebt. Het is het beste om een 2e backup schijf te hebben, en nog beter om deze ergens anders te bewaren (al doe ik dat zelf ook niet). Bewerk de foto’s die je het best vindt. Sla deze niet op als JPEG maar als (compressed) TIFF of PSD. (Bepaalde programma’s ondersteunen instelling bestanden -bijv. Lightroom- zodat je geen kopieen hoeft op te slaan. Dit scheelt schijfruimte.) Maak publicatie versies. Sla deze op als JPEG, zodat je zeker weet dat ze leesbaar zijn door applicaties die deze bestanden moeten weergeven of printen. Sla print versies op met minimale compressie. Sla web versies op met wat meer compressie. Kopieer de bewerkte bestanden ook naar je backup medium.
Opmerking: Je kunt een programma gebruiken als Photoshop Album. Daar kun je diverse labels hangen aan je foto’s en daarop zoeken en filteren. Waarschijnlijk kun je ook een webpagina genereren. Echter, ik ben old school en houd van een goede directory structuur, zodat je niet vast zit aan een tool.
5.2 Nabewerken Nabewerken kan leuk zijn, maar ook erg tijdrovend. Het heeft mijn voorkeur tijdens het schieten de foto zo goed mogelijk te maken, zodat het nabewerken zo min mogelijk tijd kost. Opmerking: Hoe het nabewerken precies gaat is afhankelijk van het gebruikte programma (stappen, plaatjes) en zal hier daarom niet uitvoerig behandeld worden. Ik heb gemerkt dat er wel vraag naar is, dus wellicht maak ik daar een apart document over.
Ronald Kleijn
pagina 15 van 23
Over fotograferen
versie 1.1
5.2.1 Software •
•
•
•
•
Digital Photo Professional RAW editor, gratis meegeleverd bij Canon camera's. Niet zo uitgebreid, maar basis aanpassingen (exposure, witbalans) kun je er prima mee doen, ook voor meedere bestanden tegelijk. De resultaten kun je batchen naar JPEG of TIFF. Platform: Windows en Mac Photoshop Wordt gezien als het beste fotobewerkingsprogramma (fotobewerken wordt vaak Photoshoppen genoemd), maar het is duur. Platform: Windows en Mac Photoshop Elements Minder uitgebreid dan Photoshop, maar voldoet prima voor de gewone gebruiker en is veel goedkoper. Platform: Windows en Mac Aperture: Heb er weinig ervaring mee. Het ziet er goed uit en is niet zo duur (duurder dan Photoshop Elements maar veel goedkoper dan Photoshop). Platform: Mac Lightroom RAW editor van Adobe. Heb er weinig ervaring mee. Is dacht ik net zo duur als Aperture.
5.2.2 JPEG Een JPEG kan op zich goed bewerkt worden, maar let erop dat je hetzelfde bestand niet meerdere keren opent en opslaat. Ga dus altijd uit van het origineel, of gebruik een losless tussenbestand, zoals (compressed) TIFF. Tip: Je kunt diverse bewerkingen op een foto doen d.m.v. adjustment layers. Dan hoef je geen apart bestand te maken en dat bespaart ruimte. (Ik doe dit zelf niet, omdat ik aparte bestanden handiger vind.)
5.2.3 RAW Deel 1: • Start de RAW editor en open een RAW bestand. • Kies een witbalans. Vaak zijn de standaard waarden (daglicht, schaduw, kunstlicht) voldoende, maar soms ook niet en dan kun je zelf een kleurtemperatuur kiezen. • Pas de exposure aan met 1 stop (in noodgevallen met 2 stops). • Sla het bestand op als (compressed) TIFF. Geef de bestandsnaam een zinvolle toevoeging. Bijv. “2010-0918_001_e1_s5.tif”, waarbij “e1” betekent exposure met 1 stop aangepast en “s5” betekent scherpte met 5 aangepast. Deel 2: • Start de foto editor en open een bewerkt bestand.
Ronald Kleijn
pagina 16 van 23
Over fotograferen
• • • •
versie 1.1
Snijd de foto uit. Dit is nuttig als je tijdens het schieten niet genoeg hebt kunnen inzoomen op het onderwerp. Werk oneffenheden weg. Gebruik hiervoor bijv. de healing brush tool (Photoshop) Maak meerdere versies indien gewenst, zoals zwart/wit, 50% saturation, kleurvariaties of diverse uitsnedes. Sla elk bestand op als (compressed) TIFF. Geef de bestandsnaam een zinvolle toevoeging. Bijv. “2010-0918_001_e1_s5_c10.tif”, waarbij “c10” betekent contrast met 10 aangepast.
5.3 Publiceren 5.3.1 Algemeen Batch alle te publiceren bestanden naar JPEG. Geef de bestandsnaam een zinvolle toevoeging. Bijv. “2010-09-18_001_e1_s5_c10_q8.jpg”, waarbij “q8” betekent quality 8.
5.3.2 Website Een foto voor internet kan bijv. 600x400 of 900x600 pixels zijn. Opmerking: DPI is niet van belang, omdat dat een vertaling is van pixels naar cm en dus alleen geldt voor prints.
5.3.3 Print 10x15 cm • •
Als je uitgaat van 300 DPI is 1800x1200 pixels (ca. 2 MP) voldoende. Als je uitgaat van 100 PPC is 1500x1000 pixels voldoende.
5.3.4 Print 20x30 cm • •
Als je uitgaat van 300 DPI is 3600x2400 pixels (ca. 8 MP) voldoende. Als je uitgaat van 100 PPC is 3000x2000 pixels voldoende.
5.3.5 Print poster Het vergroten van een foto is vakwerk en kun je het best laten doen bij een goede printshop. Theoretisch moet je voor een poster van bijv. 60x90 cm bij 100 PPC dus 6000x9000 pixels hebben. Een normale camera heeft dat niet (een prof camera heeft 'slechts' ca. 6000x4000 pixels), dus zou je de foto moeten vergroten. Dat kan, maar het is belangrijk hoe je dat doet, anders wordt het er niet mooier op. Het resultaat is uiteraard erg afhankelijk van de technische kwaliteit van de foto. Bijv. verscherping heeft alleen zin bij een foto met genoeg details, anders valt er weinig te verscherpen. Echter, teveel verscherpen is weer lelijk.
Ronald Kleijn
pagina 17 van 23
Over fotograferen
versie 1.1
Je kunt ook accepteren dat de vergrote foto van dichtbij niet zo scherp is, want meestal bekijk je ‘m toch van een afstand.
5.3.6 iPad Een iPad scherm is niet zo groot (1024x768 pixels), maar je kunt inzoomen, dus is het wel nuttig de foto's full size te gebruiken.
Ronald Kleijn
pagina 18 van 23
Over fotograferen
versie 1.1
6 Veelvoorkomende problemen 6.1 De lucht is te licht Oorzaak: De foto is overbelicht, omdat de lichtmeting is verricht op een donker deel, bijv. een bos. De camera kiest dan een relatief lange sluitertijd. Hierdoor wordt het donkere deel goed, maar het lichte deel dus te licht. Mogelijke oplossing(en): • Richt de camera een beetje naar boven, zodat de lichtmeting op de lucht plaatsvindt. De lucht zal dan mooi worden, maar de donkere kant wordt dan mogelijk te donker. • Kijk wat de camera had gekozen en stel de camera een stop donkerder in, bijv. door de sluitertijd te halveren. • RAW editor: Mogelijk is dit te compenseren door een exposure compensatie van -1 in te stellen. Tip: Maak bij twijfel meerdere foto’s, dan kun je thuis kijken welke het best gelukt is, dat is op de camera niet altijd goed te zien.
6.2 Het onderwerp is bewogen Oorzaak: Dit komt voor als de sluitertijd te lang is zodat de beweging van de camera zichtbaar wordt, of omdat het onderwerp beweegt. Mogelijke oplossing(en): • Kijk wat de camera had gekozen en maak de sluitertijd een stop korter (of meer stops als dat nodig is). Om dit te corrigeren dient de ISO verhoogt te worden. (Het diafragma kan misschien ook verder open, maar bij donkere situaties staat deze al maximaal open.) • Een camera of lens met image stabilizer gebruiken. • Als het gaat om beweging van de camera kun je een statief gebruiken. Bij voorkeur i.c.m. een afstandbediening of timer, zodat je de camera niet aanraakt tijdens het nemen van de foto. • Als het gaat om beweging van het voorwerp kun je flitsen, als het voorwerp dichtbij is (hoe dichtbij hangt af van de kracht van je flitser). Tip: Gebruik indien mogelijk 2e gordijn synchronisatie. Dit zorgt ervoor dat niet geflitst wordt aan het begin van de sluitertijd maar aan het eind. Daardoor wordt beweging van het voorwerp voorkomen (de achtergrond kan wel bewogen zijn).
6.3 Rode ogen Oorzaak: Rode ogen ontstaan als de hoek tussen de lens en de flits niet optimaal is. Mogelijke oplossing(en):
Ronald Kleijn
pagina 19 van 23
Over fotograferen
•
•
•
versie 1.1
Gebruik een opzetflits. Hierdoor wordt de hoek beter. Bovendien is deze te richten, zodat je kunt bouncen via een muur of plafond. Gebruik een omnibounce om het licht minder fel te maken. Het klinkt suf, maar probeer eens niet te flitsen. Overdag heb je het vaak niet nodig. Als je het licht meet op het voorwerp i.p.v. het hele frame gaat de belichting gewoon goed. De achtergrond wordt dan wel lichter, maar dat is meestal niet erg, omdat die niet het onderwerp is. Tip: Gebruik de “flits uit” stand. Veel software biedt rode ogen reductie functionaliteit. Dit levert vaak geen fraai resultaat, dus voorkomen is hier de beste oplossing.
6.4 Overbelicht door flits Oorzaak: Flits staat te fel. Mogelijke oplossing(en): • Als je een goedkope camera hebt zonder regelbare flits is er weinig aan te doen, behalve niet flitsen. • De meeste camera's hebben meerdere standen, probeer een andere, waarschijnlijk wordt de flits dan ook anders geregeld. • Als je camera flits compensatie heeft, stel deze dan in op 1 stop. • RAW editor: Mogelijk is dit te compenseren door een exposure compensatie van -1 in te stellen.
6.5 Schaduw foto is te blauw Oorzaak: Witbalans staat niet goed. Mogelijke oplossing(en): • Als de witbalans op daglicht staat moet je deze op schaduw zetten. • Als de witbalans op auto of schaduw staat, en de kleur is toch niet goed, dan moet je een custom witbalans instellen. Dat kan door een referentie foto te maken of door de kleurtemperatuur zelf aan te geven (dat laatste kan mogelijk alleen bij duurdere camera's). • RAW editor: Bij een RAW bestand kun je de witbalans instellen. Zet deze op schaduw of kies een kleurtemperatuur.
6.6 Sneeuw is te grijs / lucht is niet blauw genoeg Oorzaak: De camera ziet de foto als te licht en onderbelicht daarom. Je kunt dit zien d.m.v. het histogram, dit loopt vlak aan de lichte kant (rechts). Mogelijke oplossing(en): • Kijk welke instelling de camera had gekozen en stel 1 stop hoger in (langere sluitertijd of hogere ISO). • Je kunt achteraf op de computer ook het witpunt verleggen door het vlakke deel van het histogram 'weg te duwen' d.m.v. Levels.
Ronald Kleijn
pagina 20 van 23
Over fotograferen
versie 1.1
6.7 Schaduw kant niet donker genoeg Oorzaak: De camera heeft moeite met het contrast. Dit kan bijv. voorkomen bij tegenlicht. Je kunt dit zien d.m.v. het histogram, dit loopt vlak aan de donkere kant (links). Mogelijke oplossing(en): • Je kunt achteraf op de computer het zwartpunt verleggen door het vlakke deel van het histogram 'weg te duwen' d.m.v. Levels.
6.8 Het donkere en lichte deel van de foto zijn niet beide goed Oorzaak: Het dynamisch bereik van wat je wilt vastleggen is groter dan het dynamisch bereik van de sensor. Mogelijke oplossing(en): • Als er teveel stops zitten tussen het lichte en donkere deel valt dit buiten het bereik van de sensor. Je moet dan kiezen wat je goed wilt hebben, het donkere deel of het lichte deel. • Je kunt ook meerdere foto’s maken en deze later combineren. Om de horizon gelijk te houden is een statief noodzakelijk. Zorg i.v.m. (automatisch) aan elkaar plakken voor een overlap.
Ronald Kleijn
pagina 21 van 23
Over fotograferen
versie 1.1
Bijlage: Over mezelf en mijn apparatuur Jaar
Apparatuur
2000
Mijn eerste camera was een simpele analoge camera (Fuji). De foto’s waren wel goed, maar ik kon er niks op instellen. Bovendien scande ik me een slag in de rondte omdat ik de foto’s digitaal wilde hebben. Ook leverde de scanner destijds niet echt goede foto’s op.
2002
Daarom ben ik overgestapt op digitaal, en mijn eerste digitale camera was een Sony Cybershot. Deze had 2 MP (4:3). Je kon er ook niks op instellen, maar betere camera’s waren te duur.
Aug 2005
Toen ik voor het eerst naar Amerika ging wilde ik een beter camera. Ik wilde meer in kunnen stellen en betere camera’s waren inmiddels betaalbaar geworden. Ik was naar een fotozaak gegaan voor informatie. Ik ben daar meerdere keren naar terug gegaan en heb uiteindelijk gekozen voor de Canon 350D body (spiegelreflex). De reden daarvan was dat een goede compact camera ook vrij duur was terwijl deze niet uitbreidbaar is (met extra lenzen etc.). Dus heb ik voor een paar honderd euro meer een spiegelreflex gekocht. Deze had 8 MP (3:2) en diverse semi-automatische instellingen. Er kan een opzet flits op, welke ik later ook heb gekocht. (Daarnaast heb ik ook een goed statief gekocht en een.) Ik heb niet gekozen voor de standaard lens (18-55 mm) omdat ik deze te beperkt vond, in plaats daarvan heb ik een Sigma 18-200 mm 3.56.3 lens gekocht. Dit is geen top lens, maar je een groot bereik voor een redelijke prijs.
Jan 2006
Omdat ik meer uit mijn camera wilde halen, en boekjes geen hulp boden, heb ik 2 fotografie cursussen gevolgd bij de SKVR (Stichting Kunst Voor Rotterdammers). Daarin kreeg je in korte tijd veel onderwerpen, zoals camera instellingen, compositie keuzes en we bekeken ook werk van beroemde fotografen (bijv. Martin Parr). Het betrof de cursussen Digitaal voor beginners en Digitaal voor gevorderden, beide cursussen waren 15 lessen (1 les per week) en de prijs per cursus was ca. 200 euro. Voor het recente aanbod, zie: http://skvr.nl
Jun 2006
Omdat ik geen zin heb om altijd veel mee te sjouwen heb ik ook een compact camera gekocht, te weten een Canon Ixus 50. Deze had 5 MP (4:3) en 3 keer optische zoom. Verder zat er weinig op.
Jul 2007
Ik deed steeds meer met modellen fotografie en mijn Sigma lens was daar eigenlijk minder geschikt voor. Daarom heb ik een Canon 60 mm 2.8 macro lens gekocht. Daarnaast heb ik ook een reflector gekocht, maar deze gebruik ik niet vaak, omdat ik 't niet zo handig vind en het voegt niet altijd wat toe.
Ronald Kleijn
pagina 22 van 23
Over fotograferen
versie 1.1
Jaar
Apparatuur
Dec 2007
Voor minder lichtsterke omstandigheden heb ik een Canon 50 mm 1.4 lens gekocht.
Jan 2009
Een vriend van mij fotografeert ook, en hij heeft me weten over te halen om over te gaan op full frame. Daarom heb ik de Canon 5D gekocht. Deze was in de aanbieding voor 1000 euro, omdat de 5D II er inmiddels was (die is ruim 2x zo duur, dus heb ik voor de oude gekozen). Helaas kon mijn 60 mm lens daar niet op, dus heb ik een Canon 100 mm 2.0 lens gekocht. Deze set gebruik ik nog steeds regelmatig en ik ben er erg blij mee. (Mijn 350D gebruik ik niet meer zo vaak, maar nog wel voor macro foto's.)
Jun 2009
Voor festivals is 100 mm niet handig, daarom heb ik een Sigma 70200 mm 2.8 gekocht. Groot en zwaar, maar erg goed. De constante lichtsterkte zorgt ervoor dat ik mijn instellingen niet hoef te wijzigen als ik in- of uitzoom. Er zit geen stabilisatie op, maar door de goede lichtsterkte kan ik kleine sluitertijden aanhouden, dus mis ik die niet.
Mrt 2010
Omdat mijn Ixus gesneuveld is heb ik een andere compact camera gekocht, nl. een Canon PowerShot SX200. Deze heeft 12 MP, 12x optische zoom, en een stabilizer (heb je wel nodig bij zoveel zoom). Tevens kun je er HD filmpjes mee maken, leuk voor op vakantie.
Ronald Kleijn
pagina 23 van 23