DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN ARBEID EN MILIEU VZW • JAARGANG 2010 • NR 2 • APR - MEI - JUNI
ArbeidÊ&ÊMilieu
• • •
België-Belgique PB Brussel 5 P209314
magazine
Interview delegees Umicore Hoboken Er waait een coöperatie wind door Limburg Klimaatbeleid en rechtvaardigheid: verslag van de lezing door Aviel Verbruggen
Afgiftekantoor: 1050 Brussel 5 | Afzender: A&M, Edinburgstraat 26, 1050 Brussel
INHOUD
Inhoud MAGAZINE is een driemaandelijkse uitgave van Arbeid & Milieu vzw Edinburgstraat 26 - 1050 Brussel Tel. (02) 894 46 53
[email protected] • www.a-m.be Het secretariaat van Arbeid & Milieu vzw is op alle gewone werkdagen, van 9u tot 17u bereikbaar. Redactie: Edinburgstraat 26 - 1050 Brussel Druk: De Wrikker Lay-out: www.x-oc.com Foto cover: © Thijs Calu Arbeid & Milieu Magazine is een initiatief van Arbeid & Milieu vzw. Arbeid & Milieu vzw is een samenwerkingsverband waarin de arbeidersbeweging en de milieubeweging paritair vertegenwoordigd zijn. De arbeidersbeweging is momenteel vertegenwoordigd door het ABVV, ACV en ACLVB. De milieubeweging wordt vertegenwoordigd door de Bond Beter Leefmilieu. A&M Magazine biedt, aan de hand van reportages, interviews, achtergrondartikels, columns en praktische tips, informatie over thema’s die zich situeren op het raakvlak tussen arbeid en milieu. Om de band tussen arbeid en milieu aan te tonen en te bevorderen. Want wij denken dat het absoluut noodzakelijk is om sociaal en ecologisch welzijn met elkaar te verzoenen. Zonder dat geen duurzame ontwikkeling. Een jaarabonnement op A&M Magazine kost e 17,50. U kunt zich abonneren door dit bedrag te storten op het rek.nr. Fortis 001-1495955-97, met vermelding ‘Abonnement 2010’. Geef ons ook je exacte adres en contactgegevens door via mail of telefoon en laat weten of je een factuur wenst. Geïnteresseerd in een proefnummer van A&M Magazine? Contacteer ons op tel: 02/894.46.53 of
[email protected] Arbeid & Milieu vzw bestaat sinds 1988 en bracht voorheen ‘Arbeid en Milieu Nieuws’ uit. Redactieraad: Thijs Calu, Timothy De Clerck, Bert De Wel, Kristof Debrabandere, Dominique Kiekens, Suzanne Kwanten, Joris Van Damme, Kris Van Eyck, Pieter Verbeek. VU: Joris Van Damme Edinburgstraat 26 - 1050 Brussel Arbeid & Milieu Magazine is gedrukt op kringlooppapier. Het binnenwerk wordt gedrukt met vegetale inkt. De redactie is niet gebonden door de inhoud van de opgenomen advertenties. Mits voorafgaande toestemming mogen artikels overgenomen worden. Dit kan alleen maar de betere verspreiding van milieu-informatie in al zijn facetten ten goede komen.
2
am | arbeid & milieu
3
Redactioneel: Over informatie, imago, kloven en verborgen kansen 2 onderzoeksresultaten naast elkaar gezet: “Duurzaamheid is een modeverschijnsel voor 57% van de bedrijven en “Acht op tien werknemers wil voor een ‘groen’ bedrijf werken.” Een kans om deze kloof te dichten, ligt voor het grijpen.
4
Interview: Suzanne Kwanten (ACLVB) en Kristof Debrabandere (BBL) De vernieuwde Raad van Bestuur van A&M stelt zich voor, deel 2. Vorige keer kwam Sara van Dyck (Bond Beter Leefmilieu) al aan de beurt, deze keer mogen Suzanne Kwanten (ACLVB) en Kristof Debrabandere (Bond Beter Leefmilieu) zich voorstellen.
7
Er waait een coöperatieve wind door Limburg We zochten ex-coördinator Anton Gerits nog eens op voor toelichting rond een opmerkelijk initiatief in Limburg: de Limburgers zullen in de toekomst via coöperaties mede-eigenaars kunnen worden van bepaalde windmolenparken.
10 12
Van Groene Huize: Komosie vzw In deze traditionele rubriek laten we deze keer Komosie vzw – de Koepel van Milieuondernemers in de Sociale Economie – aan het woord. Beleid: Maatschappelijk verantwoord ondernemen in overheidsbedrijven De laatste jaren komt maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) meer en meer onder de aandacht. Ook van overheidsbedrijven wordt verwacht dat ze dit principe huldigen. Maar wat wil MVO nu eigenlijk zeggen en hoe kan je dit in de praktijk brengen? Rob Renaerts (bvba Coduco) licht toe.
15
Verslag: Klimaatbeleid en Rechtvaardigheid – lezing Aviel Verbruggen Na onze vorige Algemene Vergadering hadden we de eer en het genoegen Prof. Dr. Aviel Verbruggen uit te nodigen voor een lezing over Klimaatbeleid en Rechtvaardigheid. Het verslag lees je in dit magazine.
17 20
Bedrijfsdossier: Umicore Hoboken: een turbulente geschiedenis A&M werd uitgenodigd bij Umicore Hoboken voor een interview met enkele enthousiaste militanten, die hun visie geven op het milieu- en sociale beleid van hun werkgever. Beleid: Het Congres van het Vlaams ABVV: het milieuthema uitgelicht Op 7 en 8 mei hield het Vlaams ABVV zijn vierjaarlijks congres in het Floreal in Blankenberge. Ook Arbeid & Milieu was erbij. We namen de goedgekeurde congrestekst onder de loep en lichtten er een aantal punten uit die betrekking hebben op het milieuthema.
22
Websites in de kijker Volgende websites staan deze keer in de kijker: • www.dewereldmorgen.be • www.ecobouwers.be • www.fietsjewerkweg.be
23
Pubicaties in de kijker We geven een korte toelichting bij de volgende publicaties: • De stille dood van het neoliberalisme (John Vandaele) • We consumeren ons kapot (Dirk Geldof)
REDACTIONEEL
Over informatie, imago, kloven en verborgen kansen
M
‘Milieu’, ‘duurzaamheid’, ‘CO2-neutraal’ en ‘ondernemingen’, … Het zijn woorden die tegenwoordig steeds vaker samen genoemd worden in allerhande media. Het thema heeft ook geen gebrek aan aandacht vanuit de onderzoekswereld in de breedste zin van het woord. Bijna dagelijks zien we in die media een neerslag verschijnen van onderzoek door wetenschappelijke instellingen, maar evenzeer door marketingonderzoeksbureaus en persberichten van ondernemingen zelf. De ene bron van informatie mag dan al wat waardevoller zijn dan de andere, de grote aandacht voor het thema is op zichzelf al toe te juichen. Van die stroom van informatie blijft vaak weinig bruikbaars hangen in het geheugen van een normale mens, waartoe ik mezelf ook durf te rekenen. Maar af en toe stoot je dan toch op iets wat even blijft hangen. Mijn aandacht werd getrokken door 2 verschillende berichten: één vond ik terug tussen de talloze nieuwsbriefachtige berichten die dagelijks de inbox van onze e-mail doen overstromen, een ander stond in de vacaturekrant Jobat. Het was vooral het contrast tussen de inhoud van die twee berichten wat maakte dat ze me zijn bijgebleven. Duurzaamheid is “modeverschijnsel” voor 57% van de bedrijven Via een mailing door Quadrantcommunications liet een leverancier van zakelijke software het resultaat wereldkundig maken van een onderzoek door KUL-spinoff Indigov. Dat onderzoeks- en consultancybureau kwam na een bevraging van 650 ondernemingen in mei 2010 tot de bevinding dat duurzaamheid niet hoog op de agenda staat van Belgische bedrijven. 57 percent van die ondernemingen zou er zelfs van overtuigd zijn dat het een modeverschijnsel is. Bijna driekwart bekijkt duurzaamheid bovendien louter als ‘groen zijn’ en gaat daarbij voorbij aan andere belangrijke aspecten van duurzaamheid (waaronder een aantal sociale aspecten). Nochtans levert bijna driekwart van alle bedrijven inspanningen om het verbruik van papier terug te schroeven en staat efficiënt energieverbruik hoog op de agenda bij 72% van de ondernemingen, maar dat gaat natuurlijk (ook) over kostenbesparing. Acht op tien werknemers wil voor een ‘groen’ bedrijf werken Een rondvraag bij zo’n 4.000 Vlamingen door Jobat, ook in mei 2010, leert dat groene bedrijven goed in de markt liggen. Men polste naar welke bedrijven volgens hen de grootste inspanningen leveren om ‘groen’ en duurzaam te ondernemen in een aantal belangrijke sectoren. Belangrijker is echter de conclusie dat acht op de tien Vlamingen het belangrijk vindt om voor zo’n duurzaam, ‘groen’ bedrijf te werken. Werkgevers blijken dat alvast deels begrepen te hebben, maar reageren hierop helaas nog vaak te eenzijdig vanuit een marketingstandpunt, door zich te focussen op het investeren in een groener imago. Het is een begin, maar er is uiteraard meer nodig om ook daadwerkelijk een ‘groen’ bedrijf te zijn.
Het contrast tussen de bevindingen uit beide onderzoeken geeft te kennen dat we nog een lange weg af te leggen hebben, maar nog meer zie ik er de enorme kansen in om samen stappen vooruit te zetten en die kloof te dichten. Tijdens het interview met delegees van Umicore in Hoboken, verderop in dit magazine, werd voor mij alvast een deel van de conclusies van het onderzoek door Jobat bevestigd: de nochtans voldoende kritisch ingestelde vakbondsafgevaardigden waren niettemin zichtbaar trots om te werken voor een bedrijf dat dergelijke radicale omslag heeft gemaakt ten opzichte van het verleden, bewust zijnde van een aantal pijnlijke ingrepen die gebeurd zijn. Intussen kan iedereen in de Golf van Mexico de gevolgen aanschouwen van een extreem contrast tussen het zich aanmeten van een groen imago en ook effectief duurzaam handelen. Jorre Van Damme Coördinator Arbeid & Milieu
am | arbeid & milieu
3
INTERVIEW
Interview Suzanne Kwanten (ACLVB) en Kristof Debrabandere (BBL) De Raad van Bestuur van Arbeid & Milieu is de laatste tijd onderhevig aan een aantal wijzigingen. In ons magazine willen we jullie graag kennis laten maken met onze nieuwe bestuurders. Vorige keer kwam Sara van Dyck al aan de beurt, deze keer mogen Suzanne Kwanten (ACLVB) en Kristof Debrabandere (Bond Beter Leefmilieu) zich voorstellen. A&M stelde hen enkele vragen over hun drijfveren en achtergrond.
A
A&M: Wat is jullie huidige functie? Suzanne: Sinds 1 jaar werk ik als adviseur op de studiedienst van ACLVB voor de Vlaamse Regionale. Ik geef beleidsadvies in de Minaraad en in de Sociaaleconomische raad van Vlaanderen voor de thema’s milieu en energie, ruimtelijke ordening en begroting. Daarnaast ben ik projectleider van het intersyndicaal milieuproject. Het project is een initiatief van de Vlaamse overheid om binnen de 3 vakbonden te sensibiliseren rond milieu. In het kader van het project worden vormingen gegeven aan verkozenen rond thema’s zoals de milieuvergunning, het jaarverslag van de milieucoördinator,... Suzanne Kwanten
4
am | arbeid & milieu
Kristof: Als beleidsmedewerker materialen en duurzaam ondernemen volg ik het beleid terzake op, en adviseer en beïnvloedt dit waar mogelijk. Dit gebeurt ondermeer via de formele adviesraden Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling (FRDO), de Minaraad en allerhande overlegplatformen. Het materialenbeleid omvat eveneens het afvalbeleid. A&M: Wat is jullie achtergrond (studies/beroepsverleden)? Suzanne: Toen ik een studiekeuze moest maken had ik nog geen idee wat ik wilde doen. Milieu kwam als thema steeds vaker aan bod in de actualiteit en Kristof Debrabandere - © BBL
INTERVIEW
zou in de toekomst alleen nog maar belangrijker worden. Ik ben in Antwerpen milieumanagement gaan studeren en ben daarnaast ook milieucoördinator B. Na mij opleiding kon ik op interim basis voor de Europese Commissie gaan werken op het Directoraat-Generaal Milieu. Ik had de intentie om dit 1 maand te doen als vakantiewerk maar uiteindelijk heb ik er 9 maanden gewerkt. Daarna ben ik begonnen bij ACLVB waar ik nu ongeveer 1 jaar werk. Op avondschool volg ik daarnaast nog een Master politieke wetenschappen die ik hoop dit academiejaar nog af te ronden. Kristof: Ik heb een technische opleiding als industrieel ingenieur chemie, gevolgd door een Master en een doctoraat in polymeer technologie. Mijn eerste loopbaan speelde zich af in de kunststofindustrie, waar ik gedurende 13 jaar verschillende functies heb uitgeoefend, gaande van R&D tot business management. Zo kreeg ik de kans om in Nederland, Engeland en Mexico te kunnen wonen en werken. Het toenmalig gebrek aan aandacht voor duurzaamheid binnen deze sector, de bedreigingen maar ook de opportuniteiten die dit kan aanbieden, heeft me een tweetal jaar terug de overstap naar Bond Beter Leefmilieu doen nemen, waar ik nu de kans krijg om me in deze materies te verdiepen. A&M: Vanwaar komt jullie interesse voor samenwerking tussen de syndicale en de milieubeweging? Suzanne: Los van het ideologische debat is het noodzakelijk dat we overschakelen naar een groenere economie. De situatie op dit moment is onhoudbaar. Voor mij gaan economie en ecologie dan ook hand in hand. Door efficiënt om te gaan met materialen en grondstoffen is een eerste stap gezet naar een win-win situatie voor beide. Het is dan ook belangrijk dat werkgevers-, werknemersen milieuorganisaties in de toekomst nauwer gaan samenwerken om de transitie naar een groene economie te vrijwaren. Kristof: Werknemers zijn cruciale actoren in het vergroenen van onze economie. Op een of andere manier zullen zij het moeten doen, samen met de werkgevers. Het is voor mij dan ook geen kwestie of dit gebeurt, maar eerder hoe dit kan gerealiseerd worden. Hoe proactiever dit gebeurt, hoe meer vergroening gelijk staat aan het creëren van jobs en welvaart. Gebeurt deze verandering op een meer reactieve en defensieve wijze, dan stijgt de kans dat vergroening eerder als een bedreiging gezien wordt. Ik ben ervan overtuigd dat een groot deel van de sociale agenda enkel zal kunnen gerealiseerd
worden, door middel van het uitrollen van een lange termijn duurzame groene visie. Net die toenemende afhankelijkheid tussen het groene en het sociale is de reden waarom de samenwerking tussen de syndicale en de milieubeweging voor mij zo belangrijk is. A&M: Hoe leeft volgens jullie op dit ogenblik het milieuthema binnen de vakbonden? Suzanne: Ik ben ervan overtuigd dat milieu een steeds belangrijker thema gaat worden binnen de syndicale overlegorganen. Als we willen overstappen naar een koolstofarme economie mogen we niet vastklampen aan oude tradities. Want vandaag de dag zijn het de traditionele sectoren die niet mee evolueren die de dupe zijn van de crisis. Ondermeer via de Staten-generaal industrie is een belangrijke stap gezet in de noodzakelijke overgang naar een meer duurzaam en toekomstgericht industriebeleid maar er is nog een lange weg te gaan. Kristof: Ik ben ervan overtuigd dat de beleidsverantwoordelijken binnen de vakbeweging zich, vanuit een sociale reflex, heel goed bewust zijn van de noodzaak van een duurzame vergroening van onze economie. Tegelijkertijd vermoed ik dat in tijden van crisis, groen soms door de basis als een afwijking van de sociale agenda wordt gezien. Deze reflex is begrijpelijk en is het resultaat van een korte termijn crisis waar men soms mee geconfronteerd wordt. De uitdaging is echter om er voor te zorgen dat een korte termijn crisis net een duw in de rug is om de eerste stappen van de lange termijn visie te nemen. A&M: En hoe leeft het sociale thema binnen de milieubeweging? Suzanne: Ook binnen de milieubeweging is een verschuiving aan de gang. Steeds meer is er belangstelling voor sociale thema’s, dan louter alleen voor het ecologische. Ondanks de verschillende meningen en prioriteiten trekken we ook regelmatig aan hetzelfde zeel. Zo vinden bijvoorbeeld beide organisaties het belangrijk dat ieder burger een minimum toegang heeft tot bijvoorbeeld gas en elektriciteit. Kristof: Het sociale thema leeft heel sterk binnen de milieubeweging. De sociaal zwakkeren hebben het meeste te verliezen in een niet-duurzame toekomst. Tegelijkertijd zijn de uitdagingen voor die doelgroep het grootst, wegens het gebrek aan middelen. Denk maar aan investeringskosten voor het isoleren van een huis, of het aankopen van sommige ecologische producten. Om die redenen hecht de milieubeweging net veel aandacht aan sociale thema’s. am | arbeid & milieu
5
INTERVIEW
A&M: Wat willen jullie op korte termijn en op middellange termijn graag verwezenlijken via de werking van A&M? Suzanne: Als we willen evolueren naar een groene economie is het belangrijk dat de vakbonden en de milieubeweging samenwerken om dit te verwezenlijken. Hiervoor is een mooie rol weggelegd voor A&M. Projecten zoals “duurzaam van 9 to 5” en “duurzaam omgaan met water binnen jouw bedrijf” dragen daar alleen maar toe bij. Arbeid en Milieu moet dan ook volgens mij voluit blijven inzetten op thema’s waarin ze koploper kunnen zijn. Kristof: Ik hoop dat we de boodschap goed kunnen overbrengen naar de basis van de syndicale beweging dat een groene, lange termijn visie net een essentiële voorwaarde is voor het behoud van onze welvaartsstaat. Tegelijkertijd wens ik dat de milieubeweging aandacht blijft hebben voor de sociaal zwakkeren bij het uitrollen van groene voorstellen voor verduurzaming van onze economie en samenleving. A&M: A&M gaat dit jaar zwaar inzetten op het thema Groene Jobs; welke opportuniteiten zie jij hier? Suzanne: De werkloosheidsgraad in Vlaanderen is hoog voor zowel jongeren, 50-plussers als allochtonen. De creatie van nieuwe duurzame jobs is daarom noodzakelijk voor alle sectoren en voor zowel arbeiders als bedienden. Nieuwe jobs creëren alleen is niet genoeg. De juiste vorming voor alle werknemers is zeker zo belangrijk omdat groene jobs specifieke vaardigheden vereisen. Daarnaast moet ook het onderwijs hervormd worden met aandacht voor duurzaamheid en ecologie, in de eerste plaats in het secundair onderwijs maar zeker ook in universiteiten en op de hogescholen. Kristof: Groene jobs zijn de top van de groene economie ijsberg. Zonder groene economie geen duurzame jobs... De inzet is dus bijzonder groot. Zoals eerder gesteld, hoe proactiever we op groene
6
am | arbeid & milieu
jobs kunnen inzetten, hoe beter voor iedereen. In de praktijk zie ik hier vooral opportuniteiten in het vergroenen van bestaande jobs. Duurzaamheidstrategieën zijn zowel de motor als het kompas voor deze vergroening. Dit kan zowel op sectorieel als op bedrijfsniveau uitgewerkt worden. De vakbonden kunnen op beide niveaus het voortouw nemen om deze transitie op gang te krijgen. A&M: Kun je de lezers een eenvoudige tip meegeven, die een snel financieel én ecologisch voordeel oplevert? Suzanne: Snel en ecologisch voordeel kan je halen uit dakisolatie. Daarnaast zijn er ook heel wat andere zaken die je kan doen om je energiefactuur naar beneden te halen. Is je woning nog steeds voorzien van enkel glas, dan kan dubbele beglazing je al op korte tijd heel wat besparing opleveren. Is je huis reeds goed geïsoleerd, denk dan eens na over zonnepanelen of een warmtepomp. Dit vergt een investering die je op middellange termijn kan terugverdienen en waar je jarenlang gratis elektriciteit of warmte mee produceert. Beschik je over een klein budget dan kan je heel wat geld besparen door te letten op je elektriciteiten waterverbruik. De stand-by stand van heel wat apparaten in je huis verbruiken energie zonder dat je ze gebruikt. Door de toestellen volledig af te zetten, kan je heel wat besparen. Hetzelfde kan worden gezegd voor het gebruik van een douchekop met spaarfunctie en het hergebruik van hemelwater via een regenput. Ben je van plan investeringen te doen, kijk dan goed alle subsidiemogelijkheden na van de federale en de Vlaamse overheid en van je gemeente en netbeheerder! Kristof: Bekijk even het veelvoud aan subsidies en belastingsvoordelen die er bestaan om investeringen in je huis te financieren. Probeer ook eens van donderdag de vegetarische dag van de week te maken. Lekker (en) goedkoop!
INTERVIEW
Er waait een coöperatieve wind door Limburg In Limburg is momenteel een opmerkelijk initiatief aan de gang. De Limburgers zullen in de toekomst via coöperaties mede-eigenaars kunnen worden van bepaalde windmolenparken. Op die manier kunnen de opbrengsten ook terugvloeien naar de gewone man en naar de inwoners van de gemeente. Het initiatief wordt aangestuurd door ACW-Limburg en laat dit nu net de huidige werkgever van ex- A&M-coördinator Anton Gerits zijn. Reden genoeg voor een interview!
© Thijs Calu
am | arbeid & milieu
7
INTERVIEW
A
Anton Gerits
A&M: Waarom juist dit initiatief? Anton Gerits: In Limburg staan een aantal windmolenparken in de steigers, en wij zouden het jammer vinden als dat totaal over de hoofden van de mensen heen zou gaan. Het is belangrijk dat we de winsten lokaal kunnen verankeren, in plaats van de traditionele verschuiving naar Parijs via Electrabel. De Europese Unie wil bovendien dat tegen 2020 twintig procent van alle energie hernieuwbaar is. Als sociale beweging moeten we onze verantwoordelijkheid nemen en zoveel mogelijk op de kar van hernieuwbare energie springen. Voor windmolens zijn er veel aanvragen, maar vaak is het moeilijk om een vergunning te krijgen, en dat is jammer. We moeten ervoor zorgen dat mensen de voordelen van windmolens gaan inzien, en niet a priori tegen zijn. A&M: Waar halen jullie de mosterd? Uit Denemarken. Daar is het bij wet verplicht om omwonenden te laten participeren in windmolenparken! Een groot voordeel, want dit voorkomt dat we afhangen van de goodwill van projectontwikkelaars. We zijn wel aan het onderhandelen met hen, maar we moeten nog veel actie voeren om uiteindelijk een deel van de koek te kunnen krijgen. A&M: Welke zijn de concrete voordelen die verbonden zijn aan een aandeel in zo’n coöperatie? Wij garanderen het drievoudige van het klassieke spaarboekje: een dividend van 6 procent op ons aandeel. Bovendien kan je door de overschakeling van
© Thijs Calu
8
am | arbeid & milieu
de standaard elektriciteitsleverancier naar groene energie tot ruim 100 euro per jaar besparen op de energiefactuur. De aanschaf van een aandeel in een coöperatie is dus op 2 à 3 jaar terugverdiend. Tot slot is er ook de herinvestering van de winsten in de gemeenschap. We denken hierbij aan de inrichting van extra kinderopvang of de aanleg van fietspaden en sportfaciliteiten in de gemeente. A&M: Daarnet sprak je over moeilijkheden bij de vergunning. Welke zijn zoal de obstakels? Er zijn inderdaad een aantal moeilijkheden bij de inplanting van windmolens. Je krijgt niet zomaar in elke gemeente een park vergund. Je hebt altijd 2 vergunningen nodig: een milieuvergunning, die wordt afgeleverd door de provincie, en een stedenbouwkundige vergunning, die wordt afgeleverd door het Vlaams Gewest. Nu worden door de projectontwikkelaars zoveel mogelijk aanvragen ingediend voor de ‘gemakkelijkste’ locaties. Parken bouwen in het groen van Zuid-Limburg bijvoorbeeld is geen evidentie. De filosofie van het Vlaams Gewest is om windmolenparken zoveel mogelijk te integreren in bestaande infrastructuren, bijvoorbeeld langs kanalen, spoorwegen, autosnelwegen... Later zullen er ongetwijfeld aanvragen komen voor andere plaatsen. Aan de andere kant heb je natuurlijk ook protesterende burgers die projecten kunnen tegenhouden. Omwonenden klagen vooral over geluidshinder en slagschaduw. Dat soort protest haalt gemakkelijk
INTERVIEW het Belang van Limburg, maar het hele verhaal van groene energie, klimaatdoelstellingen, jobcreatie en wat het allemaal kan opbrengen komt nergens aan bod, en dat is jammer. A&M: In Lanaken werken jullie samen met Limburg Win(d)t. Daar zouden acht windmolens komen in landbouwgebied. Dat was vroeger niet zo evident... Anton: Inderdaad, maar in 2008 is er een wijziging gekomen in de wetgeving. Er moeten nu geen RUP’s (Ruimtelijke Uitvoeringsplannen) meer gemaakt worden om windmolens in een landbouwzone te bouwen. Daardoor is er een rush ontstaan op interessante landbouwgebieden. In die mate zelfs dat de wieken van de geplande windmolens bij wijze van spreken bijna in mekaar hingen, zoals onlangs gebeurde in Halen, waar Ecopower en Limburg Win(d)t elk apart boeren zijn gaan aanspreken om projecten te realiseren. Ze zijn uiteindelijk op het matje geroepen door het provinciebestuur. A&M: Zo’n participatie vraagt natuurlijk een financiële inspanning. Hoe zien jullie de participatie van diegenen die minder kapitaalkrachtig zijn? Anton: Op dit moment onderzoeken we verschillende manieren om het coöperatieve aandeel voor te schieten voor mensen die het nodige geld niet meteen op tafel kunnen leggen. Zo zouden bijvoorbeeld de financiers van de solidaire economie ook voor die prefinanciering kunnen zorgen. We hebben ook zelf nog een andere coöperatie opgericht in Limburg waarmee we goedkope leningen van 2 procent kunnen verstrekken aan mensen die energie-investeringen willen doen in woningen. Als je daar dan nog de groene lening van de gewone bank aan koppelt, praten we over 0,5 procent. Die groene lening van de bank zorgt immers voor een interestaftrek van 1,5% van het gewone leningpercentage voor investeringen in energie-efficiëntie. Dat is dan wel gekoppeld aan inkomensgrenzen. A&M: Blijft dit in jouw ogen een ACW Limburg verhaal of zal de coöperatieve wind ook andere bewegingen in gang zetten? Anton: Ook in andere provincies in Vlaanderen zijn de vakbonden aan het nadenken over hoe we meer greep kunnen krijgen op die hernieuwbare energie. Doordat we hier geconfronteerd worden met heel wat aanvragen, moesten we wel meteen op die kar springen en worden we voortdurend voor nieuwe deadlines gesteld. Maar ik vermoed dat ook bijvoorbeeld in Oost-Vlaanderen de aanvragen gaan komen. En ook daar zal dan het ACW, of evengoed het ABVV, op die kar springen. Er komen ook windmolens op sommige industrieterreinen. Moeten volgens jullie ook werknemers financieel kunnen participeren? Anton: Ja, dat moeten we toch zoveel mogelijk proberen te realiseren, en dat loopt best via het
sociaal overleg. Zo laten de vakbonden zien dat ze ook constructief willen meedenken met de werkgever over de toekomst van het bedrijf, door te zorgen voor kapitaal vanuit de werknemers voor die windmolens. Want die windmolens kosten veel geld. Als je genoeg centen op tafel kan leggen, kan je als bedrijf opteren om die windmolens in eigen beheer uit te baten, waardoor de winsten (groenestroomcertificaten) in het bedrijf gehouden worden, hetgeen de tewerkstelling ten goede komt. En de werknemer die participeert krijgt natuurlijk een interessant dividend op zijn kapitaal.
© Thijs Calu
Thijs Calu Educatief medewerker Arbeid & Milieu am | arbeid & milieu
9
v
a
n
G
r
o
e
KOMOSIE vzw (Koepel van Milieuon De vereniging heeft tot doel sociale economie ondernemingen die activiteiten met ecologische meerwaarde uitvoeren, te verenigen en hen te ondersteunen in het uitbouwen van een professionele werking. Doel is het leefmilieu te beschermen en werkgelegenheid voor risicogroepen op de arbeidsmarkt te creëren en in stand te houden. Bekendste voorbeelden zijn de kringloopwinkels in Vlaanderen, en meer recent ook de Energiesnoeiers.
K
Korte Inleiding Komosie vzw is een ledenorganisatie. Zij heeft tot doel de sociale economie bedrijven te ondersteunen en hun belangen te vertegenwoordigen op alle relevante niveaus. De kringloopcentra verzamelen herbruikbare goederen over gans Vlaanderen, en streven naar een hergebruik van producten van 5 kg per Vlaamse inwoner. De energiesnoeiers voeren een energiescan aan huis uit, al dan niet in combinatie met een aantal kleine energiebesparende maatregelen. Ook eenvoudige isolatiewerken worden in het aanbod opgeno-
men. Men richt zich bij voorkeur tot de uitvoering bij maatschappelijk kwetsbare groepen. Uniek aan beide soort ondernemingen is dat de arbeid wordt uitgevoerd door werknemers die vrij ver van de reguliere arbeidsmarkt afstaan. Zowel op het vlak van ondersteuning van de tewerkstelling van deze doelgroepwerknemers als van het bereiken van de milieudoelstellingen is een professioneel optreden nodig. Er worden gezamenlijke projecten ontwikkeld en beheerd die de professionaliteit, kwaliteit en bekendheid van elk van de activiteitenniches ten goede komen. Ontstaan Begin de jaren ‘90 vonden een aantal initiatiefnemers zich in een gezamenlijke opleiding die ‘werk’ en ‘milieu’ aan elkaar koppelde. Met inspiratie vanuit Nederland, werden de eerste kringloopcentra opgestart. In 1995 werd een koepel opgericht, de Koepel van Vlaamse Kringloopcentra (KVK). In de loop van de volgende jaren werden verschillende projecten uitgewerkt: Revisie (garantielabel voor hergebruikte elektrische en elektronische apparaten, De Kringwinkel (gezamenlijk communicatieproject), Kwadraad (kwaliteitsondersteuning van de sector). Het succes van deze activiteitsgerichte koepelvorming werkte een gelijkaardige krachtenbundeling in de hand in het domein van de energiebesparing. Vanaf 2008 wordt met de opname van de energiesnoeibedrijven als leden, naar analogie van het
10
am | arbeid & milieu
n
e
h
u
i
z
e
ndernemers in de Sociale Economie) Een energiesnoeier plaatst isolatie © Komosie
kringloopgebeuren, gewerkt aan een gelijkwaardige ondersteuning en vertegenwoordiging. De medewerkers Rechtstreeks voor de koepel werken er vandaag 11 personen. De werkingsmiddelen van de koepel bestaan hoofdzakelijk uit ledenbijdragen en voor een beperkt gedeelte uit projectfinanciering. Website en e-zine Via www.komosie.be kom je bij de verschillende websites terecht die meer informatie bieden over de verschillende activiteiten van de koepel en van de leden. Je vindt er ook cijfergegevens, toelichting bij de doelstellingen, en meer gerichte informatie over hoe je bij een kringloopbedrijf of energiesnoeier terecht komt. Met de Saflet (een driemaandelijkse nieuwsbrief) pogen we onze leden en een brede groep aan geïnteresseerden op de hoogte te houden van het reilen en zeilen in deze sectoren.
van herbruikbare spullen en tot het bezoeken van een Kringwinkel. Zo is er jaarlijks in het voorjaar een retro-dag, en wordt er elk jaar een dag van de Kringwinkel georganiseerd (dit jaar op 23 oktober 2010). Met de energiesnoeiers proberen we gemeenten aan te zetten de energiescans bij hun bewoners te laten uitvoeren door sociale economie bedrijven. Contactgegevens: • Koepel van Milieuondernemers in de Sociale Economie Uitbreidingstraat 470 2600 Berchem
[email protected]
03 281 03 30 Marc Willem Algemeen directeur KOMOSIE vzw
Contact met de vakbonden Gezien we een activiteitsgerichte koepel zijn, komen we niet rechtstreeks in contact met de vakbonden. We verwijzen hiervoor door naar de werkgeverskoepels actief in deze sectoren. Campagnes in de kijker De Kringwinkel voert jaarlijks campagnes om de mensen meer aan te zetten tot het brengen
Marc Willem © Komosie
am | arbeid & milieu
11
BELEID
Maatschappelijk verantwoord ondernemen in overheidsbedrijven De laatste jaren komt maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) meer en meer onder de aandacht. Ook van overheidsbedrijven wordt verwacht dat ze dit principe huldigen. Maar wat wil MVO nu eigenlijk zeggen en hoe kan je dit in de praktijk brengen?
M
MVO wordt gedefinieerd als een continu verbeteringsproces waarbij ondernemingen vrijwillig op systematische wijze economische, milieu- en sociale overwegingen op een geïntegreerde manier in de gehele bedrijfsvoering opnemen, waarbij overleg met de stakeholders, of belanghebbenden, van de onderneming deel uitmaakt van dit proces.
12
Opstellen van een bestek
Kortom, MVO is een procesmatige benadering waarbij de werking van de onderneming zich niet langer enkel richt op de economische pijler, maar tevens ecologische en sociale aspecten in rekening brengt, zich bewust is van de maatschappelijke evoluties en zich hieraan weet aan te passen. Vooral de nadruk op een continue verbetering is van belang in de definitie.
Overheidsbedrijven zijn gehouden aan de wet op de overheidsopdrachten. Maar in tegenstelling tot enkele jaren geleden wordt de prijs niet langer als enig zaligmakend criterium beschouwd voor de toekenning van een opdracht. Meer en meer overheidsbedrijven wensen zich te onderscheiden door de aankoop van duurzame producten en diensten. Meest gekende voorbeelden hiervan zijn de aankoop van zuinige auto’s, fair trade dranken en gerecycleerd papier.
Eén van de grootste uitdagingen van vandaag voor overheidsbedrijven is deze theoretische benadering van MVO in de praktijk te brengen. Het volstaat niet om zich te engageren om duurzame ontwikkeling in de bedrijfsvoering op te nemen en vervolgens de zaken op zijn beloop te laten. Ook eenmalige acties met een grote communicatieve waarde voor het bedrijf voldoen niet aan de definitie van MVO.
De beslissing om milieu en/of sociale criteria te integreren in bestekken, kan een enorme impact teweegbrengen op het terrein. Enerzijds doordat overheidsaankopen goed zijn voor ongeveer 16% van het BNP binnen de EU. Anderzijds doordat bedrijven die milieuvriendelijke producten produceren en verkopen hiermee een steun in de rug kunnen krijgen.
De bedrijfsvoering moet resultaten kunnen voorleggen en deze kunnen bevestigen over een langere periode. Hiervoor moet worden gezocht naar een nieuw evenwicht waarin de sociale en ecologische dimensie in de bedrijfsvoering worden geïntegreerd. Dit vraagt een omschakeling in het denkpatroon van het bedrijf waarbij inspanningen op milieu en sociaal vlak niet langer worden aanzien als een verplichting maar worden aanvaard als een essentieel onderdeel van de bedrijfsvoering.
Er bestaat ook reeds enige tijd een wettelijk kader voor de introductie van milieucriteria in bestekken. Dit mag ook niet verbazen gezien de maatschappelijke debatten in de milieuproblematiek van de laatste decennia. Denk maar aan de bescherming van het regenwoud en de klimaatproblematiek, die worden weerspiegeld in het gebruik van gerecycleerd papier en energiezuinige toestellen. Zoals MVO het voorschrijft, volgt de wetgever de maatschappelijke tendenzen met de creatie van dit kader. Vanzelfsprekend is het aan de bedrijven zelf om hiervan gebruik te maken.
Wanneer een bedrijf hiervoor rijp is, kan worden gezocht naar mogelijkheden om meer aandacht te besteden aan de vaak onderbelichte ecologische en sociale dimensies in de bedrijfsvoering. Vervolgens kan je op zoek gaan naar domeinen waar je deze beide dimensies kan integreren. am | arbeid & milieu
We gaan het in dit artikel verder hebben over de twee meest voor de hand liggende zaken: de aankoop en het gebruik van producten en diensten.
Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van verschillende tools op Belgisch en Europees vlak. Zo heeft de Programmatorische Overheidsdienst Duurzame Ontwikkeling (PODDO) de gids voor
BELEID
duurzame aankopen (www.gidsvoorduurzameaankopen.be) gecreëerd. Deze gids helpt aankopers met de integratie van milieu- en in mindere mate sociale criteria in de bestekken. Op Europees vlak is er de website inzake Green Product Procurement (http://ec.europa.eu/environment/gpp/index_en.htm), waar eveneens nuttige tips voor het opstellen van bestekken kunnen worden bekomen. Daarnaast zijn er nog websites van NGO’s zoals de milieukoopwijzer (www.milieukoopwijzer.be) die nuttige tips geven rond duurzame aankopen. Deze beleidsondersteuning en praktische hulpmiddelen zijn belangrijk indien we willen dat overheidsbedrijven het initatief nemen om duurzaamheidscriteria in hun beleid op te nemen. Ze verklaren eveneens waarom vooral aandacht wordt gegeven aan milieucriteria en minder aan sociale criteria. Voor het tweede bestaat momenteel nog geen uitgewerkt wettelijk kader. In de praktijk is het bij de aankoop van producten (en diensten) belangrijk een onderscheid te maken tussen producten die een grote impact hebben tijdens hun gebruiksfase (bv. voertuigen), en pro-
ducten waarbij de impact vooral verscholen ligt in de productiefase (bv. papier). Voor de tweede categorie is het voldoende om enkele technische criteria op te nemen in het bestek. Voorbeelden hiervan zijn papier afkomstig uit gerecycleerde vezels, koffie van biologische oorsprong of een groendienst die geen gebruik maakt van pesticiden.
Op www.gidsvoorduurzameaankopen.be vind je een gids die aankopers helpt met de integratie van milieu- en in mindere mate sociale criteria in de bestekken.
Voor producten met een grote impact tijdens de levensfase wordt best een analyse gemaakt van de gebruiksfase van het product. Dit noemt men Life cycle cost (LCC). Hierbij wordt een berekening gemaakt van de kosten die het product vertegenwoordigen tijdens de levenscyclus. Zo wordt een printer niet langer enkel beoordeeld op zijn aankoopprijs maar wordt een analyse gemaakt van de kostprijs van de energie, inkt, papier... gedurende de volledige levensfase. In vele gevallen blijkt hieruit dat een printer die duurder is in aankoop, maar zuiniger in gebruik, over 5 jaar gespreid een financieel aantrekkelijker kostenplaatje heeft dan een goedkoper model met een groter verbruik. Bijkomend voordeel van deze techniek is dat dit de verborgen gebruikskost van producten blootlegt, am | arbeid & milieu
13
BELEID iets waar in veel gevallen geen aandacht aan wordt besteed. Kortom, door na te denken over de levenscyclus van een product komen verborgen milieu en financiële kosten naar boven, die vervolgens worden aangepakt.
Sociale criteria Wat betreft sociale criteria is de wetgeving nog niet helemaal aangepast aan de vragen van de maatschappij. Meer en meer komt er kritiek op de arbeidsomstandigheden in het Zuiden, getuige hiervan onder meer de recente reportage over kinderarbeid in de cacaoteelt. Op vraag van diverse NGO’s komt dit punt stilaan op de politieke agenda en zullen er in de volgende jaren wellicht sluitende clausules worden gemaakt voor de introductie van sociale criteria in overheidsaankopen.
Dit voorbeeld toont aan dat met behulp van een goede voorafgaande analyse en een optimaal gebruik van de technische mogelijkheden veel energie kan worden bespaard zonder dat hiervoor moet worden gerekend op het personeel om zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Nu moet een opleiding worden voorzien om het energiegebruik te doen dalen. Hopelijk heeft dit een effect, want iedereen weet dat het erg moeilijk is gedrag van individuen op korte termijn te veranderen.
Toch kunnen overheidsbedrijven ook nu al hun verantwoordelijkheid opnemen door in hun bestekken een reeks van sociale criteria in te bouwen. Om controle uit te oefenen op deze voorwaarden bestaan er meerdere internationaal erkende systemen waarmee een leverancier kan aantonen dat hij aan de opgelegde voorwaarden voldoet. Door sociale criteria in de bestekken te integreren, worden leveranciers verplicht te zoeken naar producenten die de arbeidswetgeving respecteren.
Er zijn diverse redenen waarom op ondoordachte wijze beslist wordt producten aan te kopen: gebrek aan overleg tussen de aankoopdienst en de overige diensten, routine (vaak moeilijk te doorbreken) en een gebrek aan kennis van vernieuwende producten op de markt. Door een goed milieumanagement zijn vele van deze problemen eenvoudig op te lossen, waarmee kan worden vermeden dat milieu en financiële kosten van een bedrijf de hoogte ingaan.
Anderzijds kan ook voorrang worden gegeven aan bedrijven uit de sociale economie. Zo is het onder bepaalde omstandigheden mogelijk te eisen dat de indiener een bedrijf is uit de sociale economie. Door hiervoor te kiezen geef je opleidingskansen aan langdurig werklozen en vergemakkelijk je de integratie van sociaal zwakkeren in de maatschappij.
Correct gebruik Het correct gebruik van producten is een tweede manier waarop de ecologische dimensie in de werking van een overheidsbedrijf kan worden geïntegreerd. Op dit vlak zijn de meest voorkomende problemen het aankopen van overbodige producten, het onderbenutten van de technische mogelijkheden van een toestel en onaangepast gedrag van de werknemers.
14
te doen dalen wanneer de pc niet gebruikt wordt. Het bedrijf vergeet echter aan de installateur te vragen deze software te activeren. Hierdoor moet het personeel ‘s avonds zelf zijn computer afsluiten. Dit wordt door velen vergeten, waardoor ‘s nachts de helft van de computers en beeldschermen gewoon energie blijft verbruiken.
Laten we dit even schetsen aan de hand van een voorbeeld: Een bedrijf besluit zijn informaticapark te vernieuwen. Hierbij krijgt ieder personeelslid dezelfde nieuwe computer, omdat er geen analyse gemaakt wordt van de noden van elke afdeling. Hierdoor bezitten sommige personeelsleden een computer die teveel geheugen heeft voor de uit te voeren taken (en teveel energie verbruikt), terwijl anderen misschien te weinig geheugen bezitten (wat kan leiden tot frustraties bij de werknemers). Moderne computers hebben allerlei stand-by functies die het mogelijk maken het energieverbruik drastisch am | arbeid & milieu
Conclusie Dit artikel laat zien dat het opstellen van bestekken een goed beginpunt is om MVO toe te passen in een bedrijf. Het laat toe een moment van reflectie in te bouwen over het gebruik van de producten waarmee de zwakke punten in het huidige milieumanagement kunnen worden gedetecteerd. Door overleg te plegen omtrent de aankoop van producten en door na te denken over de noden van het bedrijf worden nutteloze aankopen vermeden en milieu- en sociale criteria in de bestekken geïntegreerd. Voor meer informatie over het toepassen van MVO in uw bedrijf, kan u steeds terecht bij Rob Renaerts van bvba Coduco. Coduco helpt bedrijven met de analyse van hun aankoopbeleid en het opstellen van duurzame bestekken. Rob Renaerts zaakvoerder bvba Coduco
VERSLAG
Klimaatbeleid en Rechtvaardigheid: Verslag van de lezing door Aviel Verbruggen Naar goede gewoonte organiseert A&M na haar Algemene Vergadering een educatieve activiteit. Op onze laatste AV van 29 maart was dit niet anders, en waren we vereerd Prof.dr. Aviel Verbruggen – energie- en milieu-econoom, doctor in de toegepaste economische wetenschappen, hoogleraar én allereerste A&M voorzitter(!) - te mogen verwelkomen. Enkele aspecten van de info-avond worden hieronder toegelicht.
D
Dringend en drastisch anders Prof. dr. Verbruggen houdt in hoofdzaak een vurig pleidooi voor een “dringend en drastisch” andere aanpak dan de huidige aanpak van de klimaat- en energieproblematiek. We krijgen een grafiek voorgeschoteld (zie figuur 1), met daarop de uitstoot van broeikasgassen vanaf 1850 tot nu. Het traject toont aan dat we zo snel mogelijk en aan een hels tempo onze uitstoot moeten verminderen. Dit kan echter niet door verder te doen zoals we nu bezig zijn. Prof.dr. Verbruggen is hoopvol, en stelt dat bij uitzonderlijke scharniermomenten zoals deze, de geschiedenis reeds bewezen heeft dat drastische omkeringen mogelijk zijn. Dit ondanks alle tegen-
werkende krachten, zoals de gevestigde (veelal economische en politieke) belangen, die de intenties en goede wil al eens willen domineren.
De vervuiler betaalt Hoe moet het dan wel? Eén van de prioriteiten in dit debat is dat het klimaatbeleid rechtvaardig moet zijn, en dat betekent een veel striktere toepassing van het principe “de vervuiler betaalt”, om broeikasgasuitstoters tot de orde te roepen. Prof.dr. Verbruggen gaf in zijn inleiding al aan een heel eigen visie te hebben, die wel eens tegen de schenen van de ‘heersende’ meningen durft te schoppen. Zijn visie omtrent ‘historische schuld’(de
Een lagere intensiteit aan gebruik van onduurzame energie is een essentieel onderdeel van een dringend en drastisch anders beleid
am | arbeid & milieu
15
VERSLAG is daarom discriminerend. Daarenboven is dit ook niet effectief, noch efficiënt. Een pleidooi dus voor het decentraliseren van het klimaatbeleid.
3-traps raketten
Figuur 1
vervuiling uit het verleden) illustreert dit perfect. Om 2 redenen stelt Prof.dr. Verbruggen het in rekening brengen van de historische schuld in vraag. Ten eerste is het zeer moeilijk om dit te concretiseren: wie is precies voor welk stukje verantwoordelijk? Prof.dr. Verbruggen geeft het voorbeeld van de emissies van de Verenigde Staten om Europa van de nazi’s te bevrijden. Komt dit op rekening van de VS, Europa of Duitsland? Daarnaast houdt een monetarisering van de historische schuld ook in dat de blik te veel op het verleden wordt gericht, en te weinig naar de toekomst kijkt.
Mondiaal krimpen en convergeren Wat de verantwoordelijkheid voor de oplossing van het klimaatprobleem betreft, breekt Prof.dr. Verbruggen een lans voor een gemeenschappelijke, maar verschillende verantwoordelijkheid, waarbij we als geheel moeten krimpen, maar dan voor ieder land aangepast aan zijn eigen situatie. Een mondiaal identieke emissiehoeveelheid per persoon is onrechtvaardig. Dit zou immers een gelijke behandeling zijn van ongelijke situaties en
Om de klimaatsverandering te keren moet volgens Prof.dr. Verbruggen gewerkt worden op 3 vlakken (zie figuur 2). Ten eerste moet er een progressieve ombouw komen van de taksen en budgetten om duurzame praktijken te stimuleren. De rode draad doorheen het ganse betoog was onmiskenbaar dat geld dé sturende factor is als het aankomt op gedragsverandering bij de mens. Enkel via een correcte prijszetting en een ombouw van de belastingen kunnen we tot een volledige ombouw van onze energiesystemen komen. Risicovolle energie zou eigenlijk altijd en overal duur moeten zijn. Op dit moment zijn fossiele brandstoffen en atoomenergie ‘frauduleus’ laag geprijsd. De taksombouw is niet zomaar een belastingsverhoging, maar wel een combinatie van lasten op onduurzame energie en investeringen in duurzame energie, mét oog voor sociale correcties. Subsidies voor onduurzame praktijken moeten dus worden afgeschaft. Atoomenergie en gebruik van fossiele brandstoffen moeten echt getaxeerd worden, en we moeten steun geven aan energieefficiëntie en duurzame energie. Ten tweede moet er werk worden gemaakt van een lagere intensiteit aan gebruik van onduurzame energie. En tenslotte moet het gebruik van hernieuwbare energie stijgen, aangezien dit de enige duurzame optie is. Thijs Calu (Educatief medewerker A&M)
Wie is Aviel Verbruggen? Aviel Verbruggen (°1949) is energie- en milieu-econoom, doctor in de toegepaste economische wetenschappen en hoogleraar (Universiteit Antwerpen,1979). Hij studeerde systeemanalyse aan Stanford University en is voorzitter van het Departement voor Milieu, Technologie en Technologiemanagement. Verbruggen was voorzitter van de Milieu- en Natuurraad Vlaanderen (1991-1995) en concipieerde en redigeerde de Vlaamse milieu- en natuurrapporten (1993-1998). Hij is sinds 1998 lid van het Intergovernmental Panel on Climate Change, het wetenschappelijke forum van de Verenigde Naties dat klimaatverandering bestudeert en in 2007 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg. Aviel Verbruggen was tevens de eerste voorzitter van Arbeid & Milieu gedurende een aantal jaren Meer info op http://www.avielverbruggen.be Door de beperkte plaats in dit magazine kunnen we hier spijtig genoeg niet op alle ideeën van Prof.dr. Verbruggen ingaan. Voor wie meer wil weten is het boek ‘De ware energiefactuur’ een echte aanrader. Dit boek is te koop in de betere boekhandel en bij Uitgeverij Houtekiet.
16
Figuur 2
am | arbeid & milieu
BEDRIJFSDOSSIER
Umicore Hoboken: een turbulente geschiedenis Arbeid & Milieu was onlangs te gast in Hoboken, waar de grootste site van Umicore gevestigd is. De laatste jaren is Umicore Hoboken geëvolueerd naar een gevarieerd technologiebedrijf waar men onder andere zonnecellen, autokatalysatoren, poeders voor batterijen en zinkproducten voor gebouwen produceert. Daarnaast heeft het bedrijf ook een grote recyclageactiviteit in Hoboken, waarbij in totaal 17 metaalsoorten gerecycleerd worden. Op jaarbasis produceert men bovendien 140 à 150.000 ton slakken, die grotendeels gebruikt worden als toevoegmateriaal in de betonindustrie; Dit maakt dat het productieproces slechts 3 à 4 procent afval genereert. Een b(l)oeiend bedrijf dus, waar we 5 enthousiaste vakbondsmilitanten ontmoeten: Danny Janssens (ABVV Metaal), Jan Verrept (ACV), Mohamed Siyahya (ACV), Frank Van Hoof (LBC) en Erika Van den Bossche (BBTK). Doordat de ACLVB afgevaardigden die dag op vorming waren, konden ze spijtig genoeg niet deelnemen aan het interview. Starten doen we met een inleiding door personeelschef Geert Verstraeten. “Het laatste waarin we zwaar hebben geïnvesteerd is onze zogenaamde ‘kronkel’, een ‘facelift’ van het hoofdgebouw en een verfraaiing van onze site”, aldus personeelschef Geert Verstraeten.
D
“Umicore is aanwezig in een 35-tal landen ( met een 85 sites) en stelt in totaal een 15.000-tal mensen tewerk. Ongeveer 10% hiervan is werkzaam in Hoboken. De 2e grootste site is Olen.”, vertelt Geert. “Ondanks de economische crisis gaan kent de site Hoboken een hoge activiteit”, vervolgt hij. “We hebben de laatste jaren zwaar geïnvesteerd in nieuwe procédés en maken nu winst. Dat was een aantal jaar geleden wel anders – toen waren we bijna failliet – maar dankzij een goed industrieel plan onder leiding van Karel Vinck, kregen we het hoofd weer boven water. Het was een zwaar sociaal plan, maar de nieuw ingeslagen weg heeft gezorgd voor het overleven van het bedrijf”. “Het laatste waarin we zwaar hebben geïnvesteerd is onze zogenaamde ‘kronkel’, een ‘facelift’ van het hoofdgebouw en een verfraaiing van onze site (zie foto). We hadden al nieuwe installaties, maar vanbuiten zag alles er heel oud en droevig uit.” Ook qua tewerkstellingen gaan de zaken goed bij Umicore Hoboken. “We werven momenteel aan aan een ritme van 150 mensen per jaar, contracten van onbepaalde duur. Nieuwe installaties moeten bemand worden, gepensioneerden vervangen en een deel van onze de productie in Duitsland komt naar hier”, besluit Geert.
Saneren van historische vervuiling Tijd nu voor ons gesprek met vakbondsafgevaardigden Danny, Jan, Mohamed, Frank en Erika. Ze am | arbeid & milieu
17
BEDRIJFSDOSSIER
Vlnr.: Danny Janssens (ABVV Metaal), Erika Van den Bossche (BBTK), Jan Verrept (ACV), Mohamed Siyahya (ACV) en Frank Van Hoof (LBC) (© Thijs Calu)
18
am | arbeid & milieu
vertellen ons over hun ervaringen in het bedrijf waar ze al jaren werken en dat ze door en door kennen. “Ik ben een 6-tal jaar werkzaam als polyvalente operator bij Umicore Hoboken, waarvan reeds een aantal jaar als militant bij ABVV Metaal en anderhalf jaar als vervangend lid in het Comité ter Preventie en Bescherming op het Werk”, aldus Danny. Mohamed: “Ik werk hier al 33 jaar en ben vanuit de vakbond reeds 12 jaar lid van het Comité (CPBW). Mijn functie op het bedrijf is sectie-operator.” Ook Jan werkt hier al een tijdje: “Ik werk reeds 28 jaar op deze site en in de dienst bemonstering. Ik ben al 12 jaar delegee van het ACV. Een andere delegee met ervaring is Frank: “Ik werk al 32 jaar op het bedrijf , waarvan 12 jaar als militant voor het LBC en sedert een aantal jaar hoofddelegee. Ik ben actief in de Ondernemingsraad en de Syndicale Afvaardiging. Verder heb ik er ook al 8 jaar Comité opzitten”. Erika tenslotte, heeft de langste staat van dienst: “Ik ben in 1974 begonnen in het analyselabo. In 1985 stond ik voor het eerst op de BBTK lijst, vanaf 2000 ben ik effectief gemandateerd in het Comité en nu ook hoofddelegee voor BBTK”. “Wat het milieu betreft, is de erkenning van de historische vervuiling één van de belangrijkste zaken in de geschiedenis van Umicore geweest”, vervolgt Erika. “Die erkenning kwam er door de komst van Thomas Leysen in de jaren ’90, die op vlak van milieu een belangrijke beweging in gang heeft gezet. Het probleem stond jaren op de agenda van de overheid, de vakbonden binnen het bedrijf
en verschillende milieu- en politieke bewegingen. Men heeft toen zowel het bedrijf als de omgeving gesaneerd. Een positieve evolutie waaraan constant wordt verder gewerkt. Volgens Frank is de eerste kentering er al gekomen door het omschakelingsprogramma van Karel Vinck “Hij introduceerde nieuwe technologieën die milieuvriendelijker zijn. De doorbraak naar de buitenwereld toe is er inderdaad gekomen door Thomas Leysen, die de media heeft weten te bespelen. Het blijft wel uniek wat we hier op dat vlak presteren. Elders in de wereld gebeurt wat wij doen in woestijnen, tegen de oceanen, in gebieden waar geen kat woont. Hier gebeurt alles gewoon in de bebouwde kom, én hebben we nu een goede relatie met de buurtbewoners.”
Green Plan Award Vorig jaar werd een ‘Green Plan Award’ uitgereikt aan Umicore, een award die duurzaam vlootbeheer beloont. Over de waarde van die uitreiking bespeuren we toch enkele twijfels: “Ik vind het knap dat ze dat op die manier kunnen verkopen. Wij hebben altijd gezegd dat ze eigenlijk niet zo milieuvriendelijk bezig zijn op dat vlak, gezien de tankkaarten voor een onbeperkt aantal kilometers voor alle kaders. Eigenlijk is dit een vorm van ‘windowdressing’”, klinkt het,“hier betreft het enkel wagens van leidinggevenden en het kader. Wat het voertuigenpark op het bedrijf zelf hier betreft, gebeurt te weinig op vlak van het beperken van de CO2-uitstoot.”
BEDRIJFSDOSSIER MVO bij Umicore Hoboken Men is het er wel over eens dat er bij Umicore Hoboken heel wat milieu-inspanningen worden gedaan. “Op vlak van uitstoot van schadelijke stoffen doet Umicore wel z’n best om overal onder het wettelijke minimum te blijven en dus zelf strengere normen te hanteren. Daar besteedt men heel veel aandacht aan. Ook van de veiligheid en gezondheid van de werknemers maakt men hier een prioriteit”, zegt Jan. “Met al onze vragen rond milieu kunnen we terecht bij de milieucoördinator. Die houdt ons maandelijks op de hoogte van zijn bezigheden. ”, aldus Mohamed. Dat kan Danny bevestigen: “De info wordt gemakkelijk ter beschikking gesteld. We moeten er maar om vragen. Als er zich onveilige situaties voordoen of we merken dat een bepaalde job zeer verontreinigend is, dan brengen we dat aan en wordt er meteen aandacht aan besteed. Men zal er alles aan doen om die problemen zo snel mogelijk op te lossen.
5 milieudoelstellingen Umicore hanteert 5 milieudoelstellingen die tegen 2010 behaald moeten zijn, gaande van het opstellen van energie-efficiëntieplannen tot het implementeren van een onafhankelijk gecertificeerd milieubeheersysteem – voor alle vestigingen. We polsen bij de militanten of ze hier iets meer over kunnen vertellen. “In de Ondernemingsraad heeft men ons onlangs verteld dat de doelstellingen zo goed als behaald zijn.”, vertelt Frank. “Men heeft zelfs al een plan opgesteld met nieuwe doelstellingen. We zullen natuurlijk altijd een grote CO2-verontreiniger blijven, maar dat is nu eenmaal inherent aan onze processen. Maar wat wij doen op vlak van uitstoot en milieu in het algemeen, zullen we altijd beter trachten te doen dan dat een ander het zou doen. Onze technologie is de properst en best beschikbare, maar je kan er niet omheen dat we altijd CO2 zullen blijven produceren.”
Veiligheid en gezondheid Als leden van het CPBW zijn de militanten natuurlijk ook zeer begaan met de veiligheid en gezondheid van de werknemers. Mohamed legt uit: “Ook dat aspect van het bedrijfsbeleid is in er in één beweging gekomen met de omschakeling. Als men hier merkt dat je onveilig werkt, tilt men daar zeer zwaar aan. Dat is een bewijs dat ze het met dit thema ook menen, en daar zijn geen imagobelangen mee gemoeid. Ook hier probeert men onder de wettelijke norm te blijven. Momenteel loopt hier het project ‘SALUS’, waarbij we streven naar 0 ongevallen tot 2015”
vernieuwend bedrijf: “We zitten met een heel pak nieuwe technologie, die nog niet algemeen verbreid is. De risico’s moeten soms spijtig genoeg eerst aan den lijve worden ondervonden”.
Aangepast werk De omschakeling bij Umicore ging niet van een leien dakje. Als gevolg van de herstructurering zijn een groot aantal mensen vanaf 50 jaar op brugpensioen gestuurd. “Misschien was het voor een deel van de mensen die zijn afgevloeid moeilijk om hen hier toch aan het werk te houden. Maar het verlies aan kennis en ervaring heeft zich nog lang laten voelen. De technische evolutie blijft verder gaan. De laatste jaren krijgt opleiding een belangrijke plaatst om de verandering van en mutaties binnen het bedrijf mogelijk te maken. Velen hebben werk gekregen op een nieuwe dienst, waar ze zich goed voelen. Het ontstaan van het zogenaamde ‘Green Team’ is een goed initiatief gebleken. Dat is een dienst voor aangepast werk, waarbij we als vakbonden een adviserende rol spelen. De mensen die niet meer meekunnen, om allerlei redenen, komen terecht bij ons, de delegees. Wij zijn dan onderhandelaar voor de mensen, naar de werkgever toe.”, zegt Mohamed. Frank vervolgt: “Dat zijn de mensen die je hier ziet rondrijden met sproeiwagens, om de wegen te bevochtigen zodat er geen opwaaiend stof is. Dat is eigenlijk wel een fantastisch project, en we zijn er fier op dat we als vakbond bij dergelijke initiatieven betrokken zijn.” Dit wil niet zeggen dat hier alles van een leien dakje loopt. De comité leden en de directie hebben ieder hun eigen visie op hoe verder werken aan een veilig en milieubewust bedrijf. Dat kan wel eens flink botsen. Door gebruik te maken van de bestaande kanalen en mogelijkheden, kunnen we onze rol als werknemersafgevaardigde ten volle spelen. Dat is voor ons heel belangrijk. Tot besluit willen de delegees nog een lans breken voor het eenheidsstatuut, want vele voordelen die de bedienden krijgen gelden niet voor de arbeiders, ook al hebben die voordelen niets te maken met het werk dat ze verrichten. En daar zijn zowel de bedienden als de arbeiders rond de tafel het mee eens. Interview: Jorre Van Damme (Coördinator A&M) & Thijs Calu (Educatief medewerker A&M)
Danny kaart aan dat de organisatie van de veiligheid niet altijd even simpel is bij een dergelijk am | arbeid & milieu
19
BELEID
Het congres van het Vlaams ABVV: het milieuthema uitgelicht Op 7 en 8 mei hield het Vlaams ABVV zijn vierjaarlijks congres in het Floreal in Blankenberge. Arbeid & Milieu was van de partij met een kleine stand in de foyer en mocht als genodigde het congres bijwonen. Na het harde labeur door de talrijk opgekomen ABVV’ers in de werkgroepen op vrijdag, werd zaterdag de congrestekst met alle standpunten en actiepunten vlot aanvaard. Arbeid & Milieu nam de congrestekst met als thema “Een sterke vakbond is broodnodig” onder de loep en lichtte er een aantal punten uit die betrekking hebben op het milieuthema. De tekst behandelt vier grote thema’s: (1) Aan het werk en toch arm, (2) Werkbaar werk, (3) Een sterke overheid, en (4) Een sterk ABVV in Vlaanderen. Vooral bij het derde, maar ook wel bij het vierde thema vinden we in de tekst een aantal belangrijke raakpunten tussen arbeid en milieu.
Het Congres op 8 mei: de stemming © Vlaams ABVV
20
In het kader van de oproep tot “Een sterke overheid” door het ABVV zien we een eerste aanknopingspunt bij actiepunt 16. Bij elke aanbesteding dient volgens het Vlaams ABVV niet alleen “de beste kwaliteit tegen de laagste prijs” het criterium tot toekenning te zijn, maar dienen samen met elementen als respect voor sociale waarden ook milieuvriendelijke alternatieven mee in rekening gebracht te worden. Deze zouden dan voortaan voor elke aanbesteding moeten gelden. Binnen hetzelfde thema vinden we wellicht het
meest expliciete en uitgewerkte deel terug dat over het milieuthema handelt, met name onder standpunt 4 “Meer ruimte voor economisch overheidsinitiatief”. Om de vernieuwing van de industrie en de economie in een hogere versnelling te brengen, is er volgens het Vlaams ABVV behoefte aan een langetermijnvisie en –strategie, overlegde plannen en aan gerichte stimuli voor de ondernemingen. Daarbij moet volgens de socialistische vakbond worden ingezet op: 1e) strategische sectoren die van cruciaal belang zijn voor een duurzame transitie en waarvoor een groot potentieel bestaat in Vlaanderen 2e) strategische speerpunten 3e) hernieuwbare energie, wat ook een kans biedt voor de technologische industrie. Het is volgens het ABVV hoog tijd om te investeren in nieuwe, schone elektriciteitsproducten door nieuwe spelers zodat we kunnen evolueren naar een betaalbare en duurzame energievoorziening. Bovendien is het ABVV van oordeel dat een toenemend aandeel van de middelen voor investeringssteun gericht moet zijn op ecologische investeringen. De toekenning van ecologiesteun moet wel steeds verbonden worden aan het creëren van extra (groene) jobs en de overheid moet ook zelf economisch initiatief nemen om nieuwe niches of domeinen aan te boren. Aan dat standpunt over meer ruimte voor economisch overheidsinitiatief koppelt het Vlaams ABVV 2 concrete actiepunten (actiepunten 19 en 20). Het Vlaams ABVV wil, aldus actiepunt 19, dat de overheid in overleg met de sociale partners een meer actieve rol opneemt in het aangeven van grote maatschappelijke innovatieprojecten, zoals de vergroening van de economie (elektrische wagen, windenergie, …). Daarnaast wil het ABVV dat de Vlaamse overheid volop investeert in milieutechnologie, -opleidingen en banen. 170.000 woningen zijn dringend toe aan een grondige renovatie, 400.000 woningen hebben nood aan een kleinere energierenovatie. Het EnergieRenovatieprogramma 2020 moet versterkt voortgezet worden. Een gratis energieaudit voor woningen is daarin volgens het ABVV een belangrijk instrument. In actiepunt 20 geeft het Vlaams ABVV aan dat het wil dat de Participatie Maatschappij Vlaanderen (PMV) evolueert tot een belangrijke speler in de Vlaamse economie die de strategische sectoren mee uitbouwt of op de sporen zet. Bij participaties of andere vormen van steunverlening moet PMV zich toeleggen op projecten met positieve milieueffecten
am | arbeid & milieu
en met bijkomende werkgelegenheid. Net als bij de publieke Gewestelijke Investeringsmaatschappij Vlaanderen (GIMV) het geval was, moeten volgens het ABVV de sociale partners betrokken worden bij de strategische keuzes van PMV. Beleggingen van reserves moeten daarbij op een ethische en niet speculatieve manier gebeuren. Een slagkrachtig overheidsinitiatief veronderstelt voor het ABVV ook een grotere samenwerking tussen alle publieke spelers, zoals kenniscentra (VITO, IMEC , …), universiteiten en PMV.
© Vlaams ABVV
BELEID
Het Congres op 8 mei: de drie tenoren bedanken de aanwezigen en sluiten het congres af
Een effectieve en werkbare syndicale ondersteuning vergt volgens het Vlaams ABVV ook een aangepaste inzet van instrumenten, opgeleide medewerkers en permanente samenwerking tussen diensten. Zo moeten de medewerkers ondersteuning in het Vlaams ABVV en de gewesten (en centrales) begeleid en permanent bijgeschoold worden. De dienst vorming en ondersteuning van het Vlaams ABVV wil zich hiertoe ontwikkelen als overlegplatform en methodisch expertisecentrum voor de Vlaamse beleidsthema’s, waaronder milieu, energie, mobiliteit en preventief bedrijfsbeleid.
De Werkgroepen op 7 mei: hard labeur door de ABVV’ers bij het sleutelen aan de teksten
© Vlaams ABVV
Inzake overleg wil het Vlaams ABVV dat de centrales en gewesten mee verantwoordelijkheid moeten opnemen om, meer dan één keer om de vier jaar op het congres, aan een draagvlak voor Vlaamse syndicale thema’s te werken. Het tweejaarlijkse werkgelegenheidsakkoord wordt voorbereid door de centrales met het oog op een interprofessionele eisenbundel. Er wordt ruimte ingebouwd voor sensibilisering en betrokkenheid van militanten. Deze werkwijze moet toelaten dat minder klassieke syndicale thema’s, waaronder ook milieu, meer gedragen worden. De verschillende centrales binnen het Vlaams ABVV engageren zich om meer praktijkervaringen met sectorconvenanten, opleiding, milieu, mobiliteit, … uit te wisselen met het Vlaams ABVV, zodat terreinervaringen meegenomen kunnen worden in het overleg.
© Vlaams ABVV
Bij thema 4 “Een sterk ABVV in Vlaanderen”, waarmee de Vlaamse socialistische vakbond zijn eigen werking wil optimaliseren, vinden we ook een aantal niet onbelangrijke elementen terug die betrekking hebben op het milieuthema.
De Werkgroepen op 7 mei: even de koppen bij elkaar en op zoek naar het juiste compromis
De volledige congresteksten kunnen gedownload worden op www.vlaamsabvv.be Jorre Van Damme Coördinator Arbeid & Milieu am | arbeid & milieu
21
websites in de kijker www.dewereldmorgen.be DeWereldMorgen.be is het gezamenlijke werk van haar (burger) journalisten, lezers en vrijwillige medewerkers. DeWereldMorgen.be wil een stem geven aan alle mensen die niet of minder aan bod komen in de traditionele media. DeWereldMorgen.be wil hen leren met de media om te gaan en hen de mogelijkheid bieden om zelf media te maken door hen de nodige opleidingen aan te bieden en samen met hen media-initiatieven en -producties op te zetten die hun weg vinden naar het grote publiek. DeWereldMorgen.be wil op die manier mensen mondiger maken en hen leren hoe zij op een actieve en kritische manier aan de media en het mediadebat kunnen deelnemen. Op deze wijze wil DeWereldMorgen.be ook een bijdrage leveren tot de democratisering van de berichtgeving en van de media in het algemeen. Aan DeWereldMorgen.be kan u dus ook zelf meewerken. Registreer u nu op de website en publiceer uw blog, opiniestuk, artikel, recensie, fotoreportage, video of audio. Bron: dewereldmorgen.be
www.ecobouwers.be Ecobouwers.be is een website met praktische en technische informatie en concrete ervaringen over duurzaam bouwen. Het platform wil de ontmoetingsplaats zijn van een online gemeenschap rond duurzaam en energiezuinig bouwen en verbouwen. Je komt er in contact met geëngageerde doe-het-zelvers en met professionals uit de sector. De online community bepaalt de inhoud van het platform en neemt het onderhoud op zich. Door deze site worden er hopelijk meer duurzame en energiezuinige huizen gebouwd in Vlaanderen. Ecobouwers.be is een initiatief van Bond Beter Leefmilieu met de steun van de Vlaamse overheid en de Koning Boudewijnstichting. Bron: ecobouwers.be
www.fietsjewerkweg.be Op deze website zettenPeeters & Pichal, Bond Beter Leefmilieu en Fietsersbond de beste fietsroutes voor woonwerkverkeer op de kaart. Aan goed uitgestippelde recreatieve fietsroutes is er in Vlaanderen geen gebrek. De routes die fietspendelaars gebruiken van en naar het werk staan nog niét op de kaart. Daarom slaan Peeters & Pichal, Bond Beter Leefmilieu en Fietsersbond de handen in elkaar. Van 31 mei tot 4 juni organiseren ze de actie “Fiets je werk weg!”, een actieweek die fietsroutes naar het werk in de kijker zet. Fietsende pendelaars kunnen hun route toevoegen aan de databank. Wie nog op zoek is naar de beste route om naar het werk te fietsen, kan de ingevoerde routes raadplegen op een digitale kaart. Handig! Bron: www.fietsjewerkweg.be
22
am | arbeid & milieu
PUBLICATIEs in de kijker De Stille dood van het neoliberalisme John Vandaele De mondialisering gaat weliswaar gepaard met meer economische groei, maar er zijn winnaars en verliezers. Dat roept vele vragen op. Beloont de mondialisering kapitaal beter dan arbeid? Dicht de mondialisering de diepe kloof tussen arme en rijke landen en verandert ze zo de machtsverhouding tussen Noord en Zuid? En zo ja, moet het bestuur van de wereld dan niet aan die nieuwe realiteit worden aangepast? Of is dat al bezig? Wat met de milieugevolgen van de mondialisering? En is het toeval dat er nu zoveel over goed bestuur wordt gesproken? Op al die vragen probeert MO*journalist John Vandaele in dit boek een antwoord te geven. Het boek is uitgegeven bij Houtekiet en kost e 16,50.
Bron: www.mo.be
‘We consumeren ons kapot’ Dirk Geldof We hebben nog nooit zoveel geconsumeerd. Alles is te koop en je bent wat je koopt. De rekken in onze supermarkten puilen uit, net zoals onze kasten, kelders, zolders en garages. De aarde kan deze groeiende consumptie steeds moeilijker aan. Ons klimaat warmt op, grondstoffen raken uitgeput, we zien en voelen de vervuiling aan den lijve. In ‘We consumeren ons kapot ‘onderzoekt Dirk Geldof waarom we nooit genoeg zullen hebben en wijst hij op de grenzen van onze keuzevrijheid. Na ‘Niet meer maar beter’ (1999) en ‘Onthaasting’ (2001) is dit boek het slot van een drieluik waarin begrippen als ‘genot’, ‘levenskwaliteit’ en ‘geluk’ wel centraal staan, maar niet als moralistische categorie worden gebruikt. Het boek is uitgegeven bij Houtekiet. (200 blz, e 17,95)
Bron: bewustverbruiken.org
am | arbeid & milieu
23
Samen naar het werk is leuker.
Collega’s die goed gezind en ontspannen op het werk toekomen, dat klinkt u vast als muziek in de oren. ‘Ik kyoto’ is een sympathieke actie die duurzaam pendelen in de kijker zet. En er is keuze genoeg: samen naar het werk fietsen, wandelen, sporen, bussen, carpoolen ... Een duurzaam pendelbeleid is goed voor de individuele werknemer en voor de onderneming. Help dus mee om duurzame mobiliteit in uw bedrijf op de kaart te zetten.
Meer info op www.ikkyoto.be Een initiatief van
24
am | arbeid & milieu
In samenwerking met