Nr 224 MAART 2014
MAGAZINE Verschijnt 4 x per jaar (maart, juni, sept., dec.) – Maart 2014 – afgiftekantoor Brussel X – P 202013
www.caritas-int.be
SYRIËDOSSIER DE TIJD LOOPT 2015 RWANDA 20 JAAR LATER
© AFP E. Feferberg
Centraal-Afrikaanse Republiek
Nood is hoog
FILIPIJNEN - HAIYAN
Een toekomst na Haiyan 14 miljoen mensen lijden in meer of minder mate onder de gevolgen van Haiyan. Caritas International geeft kwetsbare slachtoffers als Andrea kansen om hun leven terug op te nemen. Filipijnen, Batbatan (provincie Antique). Andrea, 57 en Miguel, 58 jaar oud hebben zeven zonen. “Twee van mijn zonen zijn nog steeds vermist. Zij waren uit vissen op 8 november 2013, samen met 6 kompanen, de dag dat tyfoon Haiyan dood en vernieling zaaide. Niemand is tot nu toe teruggekeerd. Danny Boy, de jongste van de twee woont nog bij ons. Hij is de voornaamste kostwinner van het gezin. We zijn ten einde raad.”
de rug dragen want hij is gedeeltelijk verlamd als gevolg van een beroerte. Hij kan daardoor ook niet langer werken.” Andrea probeert wat geld te verdienen met het weven van matten maar de buripalmen zijn zwaar beschadigd en de meeste bomen zijn onbruikbaar geworden. De matten worden net als de vis verkocht. Nu er geen matten en vissen zijn om te verkopen, hebben Andrea en Miguel geen geld om rijst te kopen. Hun andere zoon die vermist wordt, is dertig jaar oud. Hij is getrouwd met Rosalie en zij hebben 3 kinderen: een dochter van acht en vijf en een zoontje van drie. Nu haar man er niet meer is, ziet ook zij de toekomst somber in. Ook zij kan niet langer matten weven om zo gedeeltelijk het inkomstenverlies te compenseren.
Andrea verloor 2 zonen in de tyfoon.
Toen de tyfoon het eiland bereikte, werd hun dak weggeblazen. “We vluchtten naar hoger gelegen gebied omdat we bang waren voor overstromingen. Ik moest mijn man op Caritas herstelt of vervangt beschadigde boten.
Toen de orkaan voorbij was, heeft Andrea met de hulp van haar buren het dak van haar huis hersteld. Maar er zijn zaken die niet gemaakt kunnen worden. Het verlies van haar zonen is een zware slag, ze eet en slaapt nauwelijks, ze kan zich niet concentreren. De armoede en het verdriet knagen, de toekomst is één groot vraagteken.
CARITAS HELPT Andrea Celestino en 275.000 andere kwetsbare slachtoffers in de provincies Palawan, Leyte, Eastern Samar, Antique, Capiz, Ilo-Ilo en Kalibo hebben de voorbije maanden al naar gelang hun noden voedsel, basisgoederen, hygiëneproducten, schuilmateriaal en psycho-sociale steun gekregen via Caritas Filipijnen. In de komende maanden zal Caritas International haar heropbouwactiviteiten concentreren in de provincie Antique. Focus ligt op het herstel van de basisinfrastructu-
Nu Andrea niet langer matten kan weven omdat veel bomen beschadigd zijn, zorgt Caritas voor alternatieve werkgelegenheid.
ren, de visvangst, de landbouw en de veeteelt en werkgelegenheid. Andrea en haar lotgenoten moeten de kans krijgen om in hun eigen onderhoud te voorzien zodat ze niet langer afhankelijk blijven van derden. Waar mogelijk, zorgen we ervoor dat de levensomstandigheden beter zijn dan vóór de ramp. Enkele concrete activiteiten: kweken van zeewier voor verkoop; herstel en aankoop van boten; ruimen van ontwortelde bomen via ‘cash for work’; aanleggen van moestuinen en het houden van varkens en kippen; lokale handel en de handel met het vaste land bevorderen; overleg met de overheid om het eigendomsrecht te verzekeren; technische vorming om huizen te herstellen en te onderhouden; rampenpreventie en risicovermindering. Andere herstelprogramma’s zijn nog in voorbereiding. JOHANNA VANRAES
2
OPROEP CENTRAAL-AFRIKAANSE REPUBLIEK
Humanitaire hulp en verzoening De Seleka grijpen de macht. De Antibalaka gaan in de tegenaanval. Plundering, verkrachting, moord alom. De gewone burger lijdt. kweken. Ook de handel is ingestort. Er is nog weinig te koop en de prijzen pieken wat de voedselbevoorrading van de steden erg bemoeilijkt. 2,5 miljoen mensen (meer dan de helft van de bevolking) hebben humanitaire hulp nodig. “Als ik met gewone mensen praat, dan hoor ik geen haat, alleen angst en wanhoop en een wanhopig smeken om vrede”, aldus aartsbisschop Dieudonné, voorzitter van Caritas in de Centraal-Afrikaanse Republiek. De mensen willen naar huis en hun vroegere leven terug opnemen.
Het geweld in het weinig stabiele land flakkerde eind 2012 opnieuw op toen een coalitie van oppositiepartijen en gewapende bendes, overwegend moslim, onder de naam van Seleka het noorden en het centrum van het land in handen kregen. In maart 2013 slaagden ze erin president Bozizé van de macht te verdrijven. Rebellenleider Djotodia legde in augustus de eed af als president, en bedankte de Seleka voor bewezen diensten. De Ex-Seleka starten een algemene plundertocht, en de Antibalaka (christenen, animisten en soldaten van het regeringsleger) gingen in de tegenaanval. Op 10 januari trad Djotodia af en de ex-burgemeester van Bangui, C. Samba-Panza volgde hem op maar zij, noch de Franse troepenmacht, konden het geweld de baas. SOCIAAL-POLITIEK CONFLICT Een al jaren aanslepend sociaal-politiek conflict groeide uit tot een strijd op leven en dood tussen christenen en moslims, met ongeziene wreedheden en schendingen van de mensenrechten aan beide kanten. Toch is in het verleden gebleken dat het samenleven van mensen met verschillende geloofsovertuigingen op zich geen probleem vormt in de CentraalAfrikaanse republiek. Er zijn genoeg voorbeelden bekend waar moslims (15 à 20 % van de bevolking) christenen beschermen en omgekeerd. Een strijd om de politieke macht en het beheer van de natuurlijke rijkdommen (diamanten, goud en uranium) waarbij ook het buitenland een grote rol speelt, ligt aan de basis van het conflict. De vechtende partijen houden ondertussen de bevolking gegijzeld.
ANGST EN ONTBERING Volgens de Verenigde naties zijn 902.000 mensen op de vlucht in eigen land. Ze leven in geïmproviseerde kampen of zoeken hun toevlucht in kerkgebouwen en moskeeën. Scholen en ziekenhuizen zijn gesloten. Boeren kunnen hun veld niet bewerken en als er in maart niet gezaaid wordt, dreigt er een voedselcrisis voor een meerderheid van families die afhankelijk zijn van wat ze zelf
HUMANITAIRE HULP EN VERZOENING Bossongoa ligt in het noorden. Het is een van de ergst getroffen plaatsen. 36.000 christenen hebben eind vorig jaar bescherming gezocht in de katholieke missie. In de gebouwen van het bisdom is elke vierkante meter ingenomen. 4.000 moslims worden opgevangen in een school. Caritas zorgt er voor eten, hygiënekits, medische zorg, latrines en morele ondersteuning, samen met andere hulporganisaties. Zoals in Bossongoa zijn er op verschillende plaatsen verspreid over 5 bisdommen Caritasteams aan het werk met de steun van het internationale Caritasnetwerk. Zij vrezen het ergste als de levensomstandigheden niet drastische verbeteren maar daarvoor is geld nodig, veel geld – en verzoening! Aartsbisshop Dieudonné en Iman Omar Kobne Lyama reizen tesamen in hun land om een boodschap van harmonieus samenleven te brengen aan de bevolking en de strijdende partijen. Tegelijkertijd proberen ze invloed uit te oefenen op het politieke beleid dat een context moet scheppen waarin een vreedzame co-existentie mogelijk is. JOHANNA VANRAES
De toekomst van de Centraal-Afrikaanse Republiek, een van de armste landen in de wereld, is erg onzeker. Het lot van de bevolking evenzeer maar we laten haar niet in de steek!
IBAN BE88 0000 0000 4141 3
DOSSIER BURGEROORLOG SYRIË
Als thuis niet meer veilig is Wat een vreedzame betoging moest zijn op 15 maart 2011, is uitgegroeid tot een afschuwelijke burgeroorlog die nu al zijn vierde jaar ingaat. Volgens het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten zijn er midden februari 2014 sinds het begin van de horror al 140.000 mensen omgekomen. Meer dan 2,4 miljoen mensen hebben veiligheid gezocht in de buurlanden. Bijna 6,5 miljoen mensen zijn op de vlucht in Syrië zelf. Volgens de Verenigde naties hebben 9,3 miljoen mensen humanitaire hulp nodig. Getallen te groot om er ons nog een voorstelling bij te kunnen maken… Achter die onvatbare cijfers schuilen echter mensen zoals u en ik die hun kinderen gelukkig willen zien opgroeien, die met hun vrienden plezier willen maken, die willen werken voor hun dagelijks brood. De oorlog veroordeelt hen tot armoede, honger, ziekte, angst, uitzichtloosheid. Wie zijn deze mensen en hoe verzacht Caritas hun leed in Syrië zelf, in de buurlanden en - hoewel hun aantallen hier eerder beperkt zijn - in België?
Complexe noden, kwetsbare mensen Dankzij uw gulle bijdragen kan Caritas International de humanitaire programma’s van het Caritasnetwerk voor de slachtoffers van het geweld blijven steunen in Syrië, Libanon, Jordanië en Turkije (voedsel, medische zorg, onderdak, onderwijs, werkgelegenheid, winterbescherming en kleren). We steunen daarnaast met financiering van het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking (150.000 euro) een specifiek project in de kuststreek van Syrië. Premier Di Rupo bracht op vrijdag 27 december 2013 een bezoek aan een Caritascentrum in Jdeideh, een buitenwijk in het noorden van Beiroet en ging ook langs bij twee families die hulp krijgen van Caritas Libanon. Hij bevestigde het goede nieuws dat DGD, de federale overheid, 533.000 euro vrij gemaakt heeft om de hulpverlening van Caritas Libanon in 2014 verder te ondersteunen via onze organisatie. 4
HELPEN WAAR MOGELIJK Syrië. Een groot aantal mensen, dat het geweld in Homs en Aleppo wil ontvluchten, trekt naar de kuststreek, zo’n 45 minuten van Homs, die tot dusver relatief gespaard is gebleven van de oorlog. Deze instroom van mensen legt een enorme druk op de bestaande basisdiensten. Ontheemden leven ofwel samen met andere gezinnen of in collectieve centra. Sommigen zijn verplicht een onderkomen te improviseren aan de rand van de stad. Velen moeten het stellen zonder warm water of aangepaste sanitaire voorzieningen. Naast problemen van infrastructuur en huisvesting, is er een ontreddering van het socio-economisch evenwicht. Een oorlogseconomie, gekenmerkt door schaarste aan goederen, diensten en werkgelegenheid, leidt tot een expo-
nentiële stijging van de kosten van levensonderhoud. Verplaatste personen en gastgezinnen (765 families of 3.825 personen) in de regio van Tartus krijgen daarom nu hulp voor voedsel, huur en medische zorg. Het gaat hier zowel om christenen als moslims. PSYCHO-SOCIALE STEUN IS BELANGRIJK Libanon. Het Caritas migrantencentrum werd opgericht in 1994 en is ondertussen de belangrijkste dienstverlener in het land als het gaat om migranten, vluchtelingen en asielzoekers. De hulpverlening loopt via sociale centra die over het grondgebied verspreid zijn en is maatwerk. Op die manier worden de middelen efficiënt ingezet en zorgt men ervoor dat de hulpvragers de steun en begeleiding krijgen die ze echt nodig hebben.
Registratie van vluchtelingen in het Caritas migrantencentrum Saida
Tahana Anjari, Syrische vluchtelinge, helpt als vrijwilligster haar lotgenoten in Jordanië. © Sam Tarling Caritas
Heel wat Syriërs zijn getraumatiseerd door het geweld dat ze meegemaakt hebben. Anderen staan onder ernstige psychologische druk omdat ze hun familie, hun werk, hun thuis hebben moeten opgeven. Caritas is van oordeel dat psycho-sociale hulp naast materiële hulp een belangrijk onderdeel uitmaakt van een goede begeleiding. Trauma en stressverwerking zijn nodig willen we ervoor zorgen dat de mensen op termijn in staat zijn hun leven opnieuw in handen te nemen. Na huisbezoeken en contacten op de sociale dienst wordt er telkens in teamverband een evaluatie gemaakt van de noodzaak voor psychosociale hulp. De begeleiding gebeurt individueel maar er zijn ook groepsactiviteiten waar plaats is voor creativiteit, discussie en ontspanning. Daarnaast krijgen de maatschappelijk werkers geregeld vorming rond traumaverwerking.
© Sciaf
MEDISCHE ZORG Jordanië. Tahana Anjari vluchtte uit de stad Homs in Syrië nadat haar huis vernield werd door een bom. Zij arriveerde in de Jordaanse stad Zarqa zonder voedsel of onderdak en wist totaal niet wat de toekomst brengen zou. “Wij schuilden in mijn kelder. We hoorden de vliegtuigen en voelden de aarde trillen door vallende bommen. Wij hebben het allernoodzakelijkste vastgepakt en zijn gaan lopen.
Caritas Jordanië heeft me geholpen. Ik besefte al gauw dat er mensen waren die het veel moeilijker hadden dan ikzelf.” Tahana heeft aangeboden om te helpen. In principe registreren de mensen zich op het kantoor van de sociale dienst in Zarqa maar voor ouderen of zieken, alleenstaande moeders met kinderen of gehandicapten is dat vaak niet mogelijk. Tahana
maakt nu deel uit van een Caritasteam dat deze nieuwkomers gaat bezoeken en zorgt voor hun specifieke noden. Caritas Jordanië heeft vijf medische centra verbonden aan bestaande ziekenhuizen voor eerste hulp en basisgezondheidszorg. Daarnaast beschikt het over vijf migrantencentra die directe humanitaire hulp verdelen. Er is echter een groeiende druk op de gezondheidszorg in Jordanië omwille van de grote instroom van vluchtelingen en vooral dit luik wil Caritas versterken. In recente maanden hebben 6 keer meer Syriërs medische hulp gevraagd in vergelijking met de vorige maanden. Dr. Khalid Shammas: “We zijn het gewend met vluchtelingen te werken sinds de Iraakse crisis maar de Syrisch situatie is zo veel erger. Volgens mijn zal de crisis nog jaren aanslepen en de impact op Syrië zal zeker 20 jaar duren. De Syrische vluchtelingen hebben alles verloren en hebben niets om terug naar te keren.” Caritas International heeft onlangs beslist om nog eens 55.000 euro vrij te maken voor slachtofferhulp van Caritas Jordanië in 2014. ●●●
Nidal, een Syrische vluchteling, brak zijn been tijdens een bombardement. Hij krijgt hier verzorging in het Caritascentrum in Amman.
© Val Morgan SCIAF
5
DOSSIER BURGEROORLOG SYRIË
© Reuters Alernet Goran Tomasevic
Ghassans vluchtverhaal of hoe moeilijk het is om Europa te bereiken Meer dan 2,4 miljoen mensen zijn uit Syrië gevlucht maar in België kregen, in 2013, amper 1.174 Syriërs bescherming. “De poorten van Europa zijn toe”, klinkt het. “De reis naar de EU kan levensgevaarlijk zijn.” Ghassan vertelt over zijn vlucht naar ons land, de gevaarlijke reis, de slopende procedureslag om bescherming en zijn integratietraject. Ghassan (schuilnaam) is 48 jaar en afkomstig uit Syrië. Twee jaar geleden kwam hij, na een helse tocht, in Brussel aan. “Mijn vrouw, onze dochter en ik woonden in de buitenwijken van Damascus. We zijn christenen en leefden er goed. Ik was er de baas van mijn eigen bouwbedrijf, leidde 50 tot 60 werknemers en reisde voor het werk veel tussen Syrië en Libanon. Ergens in 2010 hoorden we steeds vaker dat de opstand tegen het regime van Bachar Al Assad zou begin-
“Toen ik de beslissing nam om te vertrekken, ben ik op 24 uur tijd 25 jaar van mijn leven verloren. Mijn vrienden, mijn werk, mijn familie,… alles is achtergebleven.” 6
nen. Niemand kon de corrupte regering nog verdragen. We hoorden ook van de Moslimbroeders – nooit officieel natuurlijk – dat we zouden moeten kiezen: als enige alternatief tegen het regime boden ze hun geloof aan (soennieten).” “Als christenen wilden we niet kiezen voor een nieuw geloof maar voor een democratische regering. We probeerden er ons dus buiten te houden. Na een paar maanden, werden we constant lastig gevallen door opstandelingen: ze vroegen geld, ze vroegen om een kant te kiezen, ze dreigden ermee mijn dochter aan te pakken als ik niet zou betalen… De Mukkabarath (de geheime diensten van het regime. Red) hebben overal ogen en oren, en ook de oppositie had geheime diensten die zich onder de bevolking mengden. We wisten niet meer wie te vertrouwen. Op 24 uur tijd hebben we beslist het land te verlaten. Mensen die willen vertrekken worden door het regime vaak opgepakt uit vrees voor wat er in het buitenland over dat regime zou gezegd worden. We moesten dus snel zijn.” Ook de Sociale Dienst van Caritas International hoorde dergelijke verhalen: gezinsleden die – onderweg naar een Belgische ambassade in Turkije om daar een gezinshereniging aan te vragen – zijn opgepakt en sommigen
zelfs gedood door het leger van Bachar Al Assad. Volgens de Syriërs die Caritas International begeleidt, gaat het voornamelijk om gezinsleden van vluchtelingen die in Europa onderdak kregen. De familieleden worden dan opgepakt of gedood uit vrees voor wat er in het buitenland over het regime zou gezegd worden. EEN REIS VAN 15.000 DOLLAR Ghassan en zijn gezin betaalden een “vriend” 15.000 dollar om hen veilig naar Europa te brengen: “Zonder hem hadden we 30.000 dollar moeten geven”, gaat Ghassan verder. “We zijn langs mijn moeder gegaan en hebben afscheid van haar genomen. Dan zijn we doorgereden naar Latakia, aan de kust. Daar hebben
we ‘s nachts een zeer klein bootje genomen. Pas rond 5 uur ‘s ochtends zijn we aan land gekomen. We moesten één dag lang verstopt blijven in een chalet. Toen het nacht werd, konden we dan opnieuw vertrekken. Twee mannen hebben ons in de koffers van twee auto’s verstopt. Ik heb nooit geweten welke landen we gepasseerd zijn. Het enige wat ik wilde, was veiligheid voor mij en mijn gezin.” ASIEL AANVRAGEN “Na vijf dagen hebben ze ons in Brussel afgezet”, gaat Ghassan verder. “Bij het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen. Daar hebben we asiel aangevraagd.” Ghassan herinnert zich die dag nog goed: “Het was op 16 januari 2011”. In volle opvangcrisis. Ghassan en zijn gezin kregen geen opvangplaats toegewezen want het netwerk was verzadigd. Hij moest zich zelf zien te behelpen. “Maar hoe doe je dat als je de taal niet spreekt en niemand kent?”, vraagt Ghassan zich nog steeds af. “Een dame hoorde mij die dag Engels praten tegen mijn dochter en bracht ons naar een tijdelijke nachtopvang. Overdag moesten we op straat leven. Mijn dochter was nog geen vijf jaar oud en het was ijzig koud! Een paar weken later kregen we gelukkig hulp van Caritas International. Mijn dochter kon eindelijk naar school.”
SUBSIDIAIRE BESCHERMING Twee jaar na zijn aankomst kreeg Ghassan eindelijk een statuut: hij kreeg de subsidiaire bescherming en mag één jaar in België verblijven. Maar de asielaanvraag van zijn vrouw werd geweigerd omdat ze Libanese is. “En dit terwijl ze in Syrië woonde en met mij getrouwd is. Wat verwacht de Belgische overheid nu? Dat ze zonder ons zou terugkeren? Geen denken aan!” Het gezin ging onlangs in beroep tegen die beslissing. “Volgens ons zou, in een dergelijk dossier, de eenheid van het gezin voorrang moeten krijgen”, zegt ook Anne Dussart, Diensthoofd Sociale
Programma’s bij Caritas International. Het verhaal van dit gezin illustreert hoe moeilijk de toegang tot Europa is, ook voor mensen die – net zoals Ghassan en zijn gezin – bescherming nodig hebben. Ghassan spreekt vloeiend Engels en, ondertussen, ook vloeiend Nederlands. Hij is actief op zoek naar werk, heeft de procedure voor diplomagelijkschakeling opgestart en wil de komende maanden sterk inzetten op zijn integratie in onze maatschappij. JULIE VANSTALLEN – JOHANNA VANRAES
In 2011 stonden lange wachtrijen voor de dienst vreemdelingenzaken.
FEITEN In 2013 waren er in België 877 asieldossiers van Syriërs tegenover 793 in 2012 en 555 in 2011 (cijfers Commissariaat voor de Vluchtelingen). Daarvan werden, in 2013, 161 mensen erkend als Vluchteling, 1.013 anderen kregen de subsidiaire bescherming. In totaal worden meer dan 2,4 miljoen mensen uit Syrië opgevangen in Jordanië, Libanon, Irak of Egypte. Zo’n 53.000 vluchtelingen konden asiel aanvragen in een Europees land. De meeste asielzoekers uit Syrië komen in ons land terecht via mensensmokkelaars of “illegale” kanalen. Asielzoekers die het vluchtelingenstatuut of subsidiaire bescherming kregen, kunnen een gezinshereniging aanvragen. Hun gezinsleden moeten dan doorreizen naar een Belgische ambassade om daar de nodige documenten te krijgen en uiteindelijk naar België te reizen. Maar die reis naar een ambassade kan gevaarlijk zijn. Ook een paspoort aanvragen is zo goed als onmogelijk. “De Syrische autoriteiten zijn corrupt”, legt Ghassan uit. “Een paspoort aanvragen zou mij heel veel geld gekost hebben. Bovendien had de regering dan ook geweten dat ik zou gaan reizen. Dat zou niet veilig meer geweest zijn.” Het Hoog Commissariaat Voor vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) roept alle landen op om vluchtelingen uit Syrië (met
1000
877
800
793 600
555 400
200
0
2011
2012
2013
Figuur: Aantal asieldossiers van Syriërs in België, per jaar. inbegrip van mensen die er dagelijks wonen maar niet de Syrische nationaliteit hebben) toegang te verlenen tot het grondgebied en de mogelijkheid te bieden om asiel aan te vragen. Daarnaast vraagt de Internationale organisatie tevens om geen vluchtelingen uit Syrië terug te sturen.
7
MONDIALE ONTWIKKELING
Millenniumdoelstellingen, beloftes w IN 2000 BEVESTIGDEN 189 STAATSHOOFDEN OP EEN VN-TOP IN DE MILLENNIUMVERKLARING HUN ENGAGEMENT OM TEGEN 2015 DE ARMOEDE EN DE ELLENDE IN DE WERELD TE HALVEREN.
© Dieter Telemans
ILSE VERMEULEN
Met een reuzenwekker schudde de coalitie 2015, De Tijd Loopt een ochtend in september 2013 de regering Di Rupo wakker en vroeg haar om dringend werk te maken van de millenniumdoelstellingen.
De 8 Millenniumdoelstellingen De Millenniumverklaring bestaat uit acht millenniumdoelstellingen, met in totaal 21 subdoelstellingen. 1. De extreme armoede en honger halveren 2. Basisonderwijs voor alle kinderen realiseren 3. Gelijkheid tussen vrouwen en mannen bevorderen 4. Kindersterfte terugdringen 5. Gezondheid van moeders verbeteren 6. Aids, malaria en andere dodelijke ziektes bestrijden 7. Ecologische duurzaamheid verzekeren 8. Mondiale samenwerkingen voor ontwikkeling aangaan 8
Behaalde resultaten! Enkele doelstellingen zijn al gehaald. Zo is het percentage mensen dat leeft onder de armoedegrens van 1,25 dollar per dag tussen 1990 en 2010 gedaald van 47 naar 22 procent. Hiermee is het doel om het percentage mensen dat in armoede leeft te halveren vijf jaar voor de eindstreep behaald. Daarnaast zijn de afspraken over de toegang tot veilig drinkwater wereldwijd en het verbeteren van de woonomstandigheden in sloppenwijken behaald. Ook is er grote vooruitgang geboekt in het reduceren van het aantal hiv-infecties en sterfgevallen door tuberculose en malaria.
Gefaalde resultaten? Aan de andere kant zijn er nog heel wat doelstellingen lang niet gehaald. Zo gaan nog steeds 57 miljoen kinderen niet naar school en sterven dagelijks 770 vrouwen tijdens de zwangerschap of bevalling. 2,5 miljard mensen – bijna de helft van de bevolking in ontwikkelingslanden – hebben geen toegang tot goede sanitaire voorzieningen. En ook het voornemen om kindersterfte terug te dringen, ligt niet op schema, net als dat om de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen aan te pakken. En wat millenniumdoelstelling 8 betreft: de rijke landen besteden aanzienlijk minder dan de afgesproken 0,7 procent van hun BNP aan ontwikkelingssamenwerking. Ook België investeerde van 2000 tot en met 2012 gemiddeld maar 0,49% van het BNP.
es waarmaken EEN EXTRA INSPANNING VOOR 2015 14 jaar na het opstellen van de Millenniumverklaring blijven de concrete gevolgen van de goede voornemens beperkt. En millenniumdoelstelling 8 is grotendeels vergeten. Men heeft zich vooral gefocust op de doelstellingen die het gemakkelijkst bereikbaar waren. Als er al enige vooruitgang is geboekt, blijft die zeer beperkt voor grote groepen van mensen, zowel in de lage- als de midden-inkomenslanden. Van bij het begin was er discussie over de Millenniumdoelstellingen. Waren ze utopisch of net te pragmatisch? Voor de bedenkers ging het alvast niet om een verre utopie, maar om een inhaaloperatie. Het verwezenlijken van de doelstellingen zou ons opnieuw in lijn brengen met de vooruitgang van de jaren 60 en 70 en compenseren voor de terugval en vertraging die in de jaren 80 en 90 waren opgelopen. (bron: 11.11.11). De levens van miljoenen mensen over de hele wereld zijn sinds het opstellen van de millenniumdoelstellingen verbeterd. Maar het tempo van de veranderingen is niet snel genoeg. De geboekte voortuitgang loopt het risico opnieuw uitgehold te worden door de klimaatveranderingen, de mondiale economische crisis en het gevoel dat het gewoon te moeilijk is. Dus in plaats van ons terug te trekken, is het nu tijd om onze inspanningen te verscherpen.
2015, De Tijd Loopt Samen met 24 andere ngo’s, maakt Caritas International deel uit van de coalitie 2015, De Tijd Loopt. De coalitie is de Belgische tak van het wereldwijde netwerk tegen armoede, GCAP (Global Call to Action against Poverty). De coalitie startte in 2005, op hetzelfde moment als de campagne ‘Make Poverty History!’ Tal van wereldwijde acties en grote concerten werden toen georganiseerd. Samen willen we ervoor zorgen dat de gemaakte beloftes terug onder de aandacht komen en nageleefd worden. Voor meer informatie over de coa-litie en de doelstellingen: www.detijdloopt.be
Hoe dragen Caritas International en het wereldwijde Caritas-netwerk hun steentje bij? Caritas maakt al decennialang werk van ontwikkelingssamenwerking, Voedselzekerheid is daarin onze prioriteit, maar ook op andere vlakken sluit ons werk aan op de millenniumdoelstellingen. ENKELE VOORBEELDEN: , In Zababdeh, Palestina, werkt Caritas aan voedselzekerheid voor de meest kwetsbare families. We bezorgen de families een inkomen dat hen toelaat uit de spiraal van armoede te breken. Wie toegang heeft tot land, krijgt steun met een kleine kudde schapen. Zij die geen toegang tot land hebben, geven we mogelijkheden om op een andere manier inkomsten te verwerven: een winkeltje, een koffiebar, een naaiatelier … , Na de allesverwoestende aardbeving in 2010 was het weeshuis van de zusters Salesianen in Port-au-Prince, Haïti, onbewoonbaar. Caritas bood steun bij de bouw en de inrichting van een nieuwe instelling. Momenteel kun-
Caritas wil dat de millenniumdoelstellingen waargemaakt worden. Niet alleenomwille van de gemaakte beloftes, maar ook om de morele verplichting. We kunnen de armen en kwetsbaren niet de rug toekeren omdat het ongelegen komt of moeilijk is. Niets minder dan onze collectieve toekomst en veiligheid staan op het spel. Tekortschieten is geen optie. nen er 150 kinderen tussen 6 en 15 jaar terecht voor onderdak en onderwijs.
, Kasteloze vrouwen in India hebben het dubbel moeilijk omdat ze niet alleen behoren tot de kastelozen maar ook nog eens ‘vrouw’ zijn. Caritas voorziet in het district Warangal beroepsopleidingen (snit en naad, productie van verf, kleuren van sari’s …) en lessen over hoe ze kunnen opkomen voor hun rechten. Ze krijgen op die manier kansen om een eigen handeltje op te zetten en extra inkomsten te verwerven. We geven hen ook informatie over hoe ze leningen kunnen krijgen van de overheid en een opleiding met
onderdelen als budgetbeheer, marktonderzoek en boekhouding. Enkele maanden geleden lanceerde het Caritas-netwerk een wereldwijde campagne ‘One human familiy, food for all’. De 164 Caritas-organisaties willen zich samen inzetten voor een wereld zonder honger. En zoals paus Franciscus zei in zijn videoboodschap om deze campagne te steunen: “We staan voor een wereldwijd schandaal van ongeveer een miljard mensen die vandaag de dag nog steeds honger lijden. We kunnen niet langer de andere kant op kijken.” Voor meer voorbeelden en informatie over Caritas en de millenniumdoelstellingen, en de wereldwijde campagne: mdg2015.caritas.org en food.caritas.org. 9
RWANDA
De genocide, 20 jaar later 20 jaar nadat ze haar dierbaren verloor en aan het ergste is ontsnapt, vertelt Virginie Niyonsaba ons over die cruciale momenten in haar leven die alles veranderd hebben, haar ontmoeting met Caritas en haar nieuwe leven in België. STÉPHANIE TERLINDEN
Getuigen is een plicht
S.T. Waar was je tijdens de genocide? V.N. Ik ben opgegroeid in een dorpje in het noorden van Rwanda in een gemengde familie. In 1993 was de oorlog in die grensregio met Oeganda al begonnen. Ik was net 13 geworden toen ik mijn ouders en mijn 3 broers verloor. Kort daarop is de genocide gestart, synoniem van geweld en oorlog. Ik moest mijn overige familieleden achterlaten en alleen vertrekken: het begin van mijn leven als banneling. Om de moordpartijen te ontvluchten ben ik richting Congo getrokken. Ik heb verEen meisje als Virginie loopt 2 kilometer vooraleer ze een kamp bereikt in de regio Bukavu.
© B. Press
Virginie is een overlever. Ze heeft samen met heel wat lotgenoten de gruwel van de genocide overleefd die Rwanda en zijn buurlanden door elkaar heeft geschud. Ze vertelt ons haar verhaal omdat ze het als haar plicht beschouwt om te blijven getuigen over dit belangrijke maar toch wel gevoelige onderwerp.
Een familie bijeengepakt onder tentzeil en takken, in een vluchtelingenkamp.
schillende keren voor mijn leven gevreesd toen ik op Interahamwe botste of onder bommengeweld terecht kwam. Wat me nog het meest beangstigde was de complete eenzaamheid waarin ik terecht gekomen was. Ondanks alles heb ik mijn tocht verder gezet en ben ik de weg van zovele duizenden Rwandezen gegaan. Ik heb Bukavu bereikt en ben in een kamp aanbeland. S.T. Hoe was het leven in de kampen? V.N. Ik ben eerst in een kamp terecht gekomen voor niet-begeleide kinderen, zo rond oktober 1994. Daarna werd ik overgebracht naar een kamp voor volwassenen met mijn ‘zogenaamde kunst-
matige familie’. We waren met 5 adolescenten. We deelden dezelfde tent en ik was aangeduid als gezinshoofd. Het was voor ons jonge meisjes erg moeilijk om te overleven: we moesten eten en kleren vinden, moesten ons zien te wassen en ervoor zorgen dat de mannen ons met rust lieten. Gelukkig heb ik kunnen rekenen op de solidariteit van vrienden die ons soms wat geld of eten toestaken. Naast die solidariteit is het vooral mijn gebed, de steun van mijn moeder - ook al was ze niet lijfelijk aanwezig - en de school die mij hebben doen overleven. Vooral de school: ze heeft me niet alleen de kans gegeven om kennis te vergaren, maar ook een bestaansreden.
© H.J. Davies
Wacht niet, maak nu kennis met UMURIMA
10
Caritas International wil opvoeden tot ontwikkeling met Umurima, ons eerste pedagogische instrument bestemd voor leerlingen van 5 en 6de secondair onderwijs. Umurima behandelt voedselzekerheid in de context van de landbouwcoöperaties in Rwanda. Bent u leraar of gewoonweg nieuwsgierig? Ontdek Umurima en de activiteiten van Caritas ter plaatse: www.umurima.coop
Caritas International in het land van de duizend heuvels. Rwanda heeft de afgelopen jaren een enorme economische groei gekend maar dat staat niet overal gelijk aan het terugdringen van de armoede. Caritas International werkt met haar lokale partner aan een grotere voedselzekerheid, aan de ontwikkeling van bio-intensieve moestuinen en het optimaliseren van de werking van de coöperaties. Meer weten? www.caritas-int.be/nl/land/rwanda S.T. Heeft Caritas iets kunnen doen voor jou? V.N. Na verloop van tijd wilde men ons repatriëren. De schoolactiviteiten werden stopgezet in de hoop dat we terug zouden keren naar Rwanda. Alles wat ons nog enige waardigheid gaf, werd verboden. We werden niet langer als mensen behandeld maar als vluchtelingen die het recht niet hadden om school te lopen of om zich te vestigen. Onze boeken werden verbrand, onze geïmproviseerde klassen vernield, wijzelf en onze leraars werden geslagen. Caritas heeft zich toen niet aangesloten bij de tijdsgeest en de internationale besluitvorming. Ze is ons blijven steunen hoewel het ene na het andere kamp gesloten werd. We kregen humanitaire hulp en de medewerkers moedigden ons aan om verder te studeren: we kregen zelf petroleumlampen zodat we ’s nachts konden studeren en busvervoer om onze examens te gaan afleggen in Bukavu. ST. Hoe is jouw integratie in België verlopen? V.N. Na een uitputtende tocht door het Evenaarswoud van het oosten naar het westen van Congo en enkele maanden in Kinshasa ben ik uiteindelijk in 1998 in België beland. Het begin van een heel traject: van asielaanvraag tot erkenning als vluchteling. De interviews waren psychologisch lastig om dragen, het wachten beangstigend. Ik werd opgevangen in een centrum, moest een sociaal netwerk opbouwen en mijn eigen identiteit terugvinden. Uiteindelijk was het voor mij niet al te moeilijk om bescherming te krijgen in België en om mij te integreren. In Rwanda was de situatie altijd erg gespan-
nen. Ik werd hier opgevangen door een Belgische familie en sprak goed Frans. Een van de sleutels tot integratie is een goed georganiseerd onthaal en een humane en opbouwende begeleiding. Vooral voor wie hier alleen is en de taal niet begrijpt. S.T. U bent erg geëngageerd. Wat drijft u? V.N. Ondanks het geweld en de armoede die ik heb gekend, ben ik ook helpende handen tegen gekomen. Die jonge man die zich tussen de moordenaars en mij opstelde, een Congolese landbouwer die me redde van de verplichte repatriëring, die jongen in het kamp die eten voor mij gestolen heeft, die vriendin die de helft van haar salaris aanbood, die oude vrouw in het Evenaarswoud die het weinige dat ze bij elkaar had gebedeld aan mij gaf. Zij hebben me allemaal geholpen om te overleven, daarna om te leven. Op mijn parcours heb ik opoffering gezien, vriendschap en solidariteit, zij hebben me gered. Ik vind het mijn plicht om daarover te getuigen, en vooral ook om anderen te laten delen in deze basiswaarden. Ik wil dan vooral de jongeren bereiken die op hun weg echt wel het verschil kunnen maken. Ik zou graag hebben dat ze deze waarden in hun eigen leven integreren en zich engageren om te werken voor een betere wereld.
lager onderwijs, ziekteverzekering, toegang tot verantwoordelijke functies voor de vrouwen... Er is toch nog een weg af te leggen. Ongelijkheden worden groter, er is gebrek aan werkelijke democratie en vrijemeningsuiting. Om van een authentieke verzoening te kunnen spreken, moet er nog meer aandacht gaan naar het genezingsproces van dit volk dat zo zwaar geleden heeft. De maatregelen om tot verzoening te komen worden nog te weinig gedragen door de gewone mensen. Duizenden overlevenden hebben nood aan een omgeving waar ze in alle veiligheid kunnen spreken over wat hen beroert.
S.T. Hoe is de situatie in Rwanda nu? Waar heeft de bevolking vandaag nog nood aan? V.N. Na de crisis, heeft de regering enorme inspanningen geleverd. Zij heeft een leefbaar klimaat geschapen dat het mogelijk maakte het land opnieuw op te bouwen. Er is enorm gewerkt, de resultaten zijn er: goed bestuur, relatief stabiele economische groei, verplicht en gratis 11
MAGAZINE Nr. 224 maart 2014
Prepress: Avenue Druk: Corelio Verzending: Manufast Redactie en vertalingen: G. Cnockaert, S. Terlinden, J. Vanraes, J. Vanstallen, I. Vermeulen
Op 17 april 2014 (Witte Donderdag) vormt Merchtem vanaf 20.30 uur het openluchtdecor voor ‘De Passie’.
Verantwoordelijke uitgever: G. Dopchie, directeur Caritas International Liefdadigheidstraat 43 1210 Brussel Info Magazine: Tel: 02 229 36 23
[email protected]
Caritas International onderschrijft de Ethische Code van de VEF. U beschikt over een recht op informatie. Dit houdt in dat schenkers, medewerkers en personeelsleden tenminste jaarlijks op de hoogte gebracht worden van wat met de verworven fondsen gedaan werd.
INHOUD
D
it multimediaal event vertelt op een hedendaagse manier het lijdensverhaal van Christus, een verhaal over vriendschap en ontrouw, verraad en marteling, maar ook over hoop en liefde die
overwinnen. Regie Stijn Coninx. Hoofdrollen o.a Geena Lisa, Rik Torfs. Toegang gratis. Busvervoer. Alle info op www.depassie.be. Warm aanbevolen!
2 FILIPIJNEN: HEROPBOUW 3 CENTRAAL-AFRIKAANSE REP.: HUMANITAIRE HULP EN VERZOENING 4 DOSSIER SYRIË: ALS THUIS NIET MEER VEILIG IS 8 MILLENNIUMDOELSTELLINGEN 10 RWANDA : 20 JAAR NA DE GENOCIDE
Caritas International is een Belgische NGO die deel uitmaakt van het wereldwijde Caritasnetwerk van 164 katholieke organisaties. We zijn samen actief in 200 landen en regio’s. Caritas International helpt slachtoffers van oorlogsgeweld, natuurrampen en armoede in hun eigen land of op de vlucht. In België huisvesten we asielzoekers, begeleiden we migranten en ondersteunen we erkende vluchtelingen bij hun integratie.
VLUCHTELING ZOEKT JOB « Vluchtelingen willen werken! Maar liefst 94 procent van de vluchtelingen die we hebben ondervraagd en die nog niet studeren of werken zijn actief op zoek naar een baan”, aldus Elisabeth Verniers, coach bij de Cel Integratie van Caritas International. Meer weten? Lees: ‘Vluchteling zkt job – resultaten van een onderzoek naar opleiding en tewerkstelling bij vluchtelingen’. U vindt er ook aanbevelingen met het oog op een vlottere integratie van vluchtelingen op onze arbeidsmarkt. www.caritas-int.be (publicaties/rapporten)
VOLG ONS OP DE VOET
Caritas International Belgium
12
@Caritasintbe
IBAN BE88 0000 0000 4141 (BIC BPOTBEB1) of via onze site : www.caritas-int.be