MOW
MAG
Nieuws uit het ministerie mow | Verschijnt driemaandelijks | # 02 | 8 juli 2007
20 km van Brussel: een terugblik
‘Mijn excuus staat er al op!’ Nieuwe mobiliteitsspotje met Roos Van Acker
Lummense verkeersknoop ontward
Van Cauwelaert herleeft Sluis krijgt opknapbeurt te A.
DAB Loodswezen in stijgende lijn Interview met Sandra De Canck
Mogelijkheden loopbaanonderbreking uitgebreid
maaltijd cheque s!
Beste collega’s In de eerste mowmag. las ik: ‘De bevolking verwacht dat wij haar het recht op mobiliteit garanderen.’ Klinkt mooi, maar wat betekent het eigenlijk? Ik zoek en vind, en wel in het Mobiliteitsplan Vlaanderen dat ‘het verkeerssysteem (…) de functie heeft om mens en maatschappij te verzekeren van de mobiliteit die nodig geacht wordt voor socio-economische en socioculturele ontwikkeling.’ Oké, daar kan ik inkomen. De mobiliteit dient dus onze welvaart en cultuur. Al blijft dat natuurlijk nog altijd vrij abstract. Misschien zal ik het vertalen naar het individuele vlak? Wat betekent het voor mensen als ze niet kunnen rekenen op een goed functionerend verkeerssysteem? Het antwoord is simpel: ze functioneren dan niet meer zoals gewoonlijk. We leven nu eenmaal in een wereld waarin de tijd kostbaar is en elke dag grondig wordt gepland. Werkt het verkeerssysteem niet goed, dan verliest de jonge moeder of vader kostbare tijd op weg naar de crèche. Er moet dan bliksemsnel een noodoplossing tevoorschijn komen om het kind op te vangen. Mijn buurman die in de file zit, mist mis-
02
MOW
MAG
schien een belangrijke vergadering en lijdt daardoor economisch verlies. De vrachtwagenchauffeur haalt zijn eindbestemming niet en kan pas de volgende dag zijn lading lossen. Het gaat dus om meer dan alleen maar ‘vertraging’. Plannen en gewoonten worden grondig in de war gestuurd, terwijl de omgeving verwacht dat we allemaal keurig op tijd verschijnen.
MOW
MAG
delijks | # 02 e mow | Verschijnt driemaan Nieuws uit het ministeri
20 km van Brussel: een terugblik
‘Mijn excuus staat er al op!’ Nieuwe mobiliteitsclip met Roos Van Acker
| Xxx 2007
Lummense verkeersknoop ontward
We moeten onze verwachtingen dus aanpassen. Maar dat is niet altijd makkelijk. Vindt u het leuk dat uw dagplanning door elkaar wordt gehaald door een onvoorziene storing? Vermoedelijk niet. Ik al evenmin. En dus beland ik weer bij het begin: ‘de bevolking het recht op mobiliteit garanderen’. Laten we ervoor zorgen dat de burgers van dit land kunnen kiezen uit een evenwichtig aanbod aan degelijke mobiliteitsmogelijkheden. Maar laten we de mensen ook leren om met de onvermijdelijke hinder om te gaan als het systeem eens een keer klem zit. Mensen zullen zich blijven verplaatsen. Hoe dat zal gebeuren, moeten ze samen uitmaken. Op een verantwoordelijke manier en met het oog op de toekomst. Wij blijven ze daarin alvast ondersteunen. Nog niet zo’n dwaze opdracht voor een ministerie, lijkt me.
Van Cauwelaert herleeft Sluis krijgt opknapbeur t te A.
DAB Loodswezen in stijgende lijn Interview met Sandra De Canck
Mogelijkheden loopbaanonderbreking uitgebreid
1
Helmut Paris Verkeerspsycholoog Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid
MOW
MAG
06
Lummense verkeersknoop ontward
Een van dé grote mobiliteitsproblemen in Vlaanderen is het klaverblad van Lummen. Daar wordt nu eindelijk iets aan gedaan: het klaverblad wordt vervangen door een ‘verkeersturbine’…
10
Jeugd & preventie
Jongeren zijn een kwetsbare groep in het verkeer. De doelgroep is bovendien moeilijk bereikbaar voor de klassieke preventieve campagnes. Wat doet Vlaanderen, en met name mow, om ze toch te bereiken?…
12
Een intranet van de nieuwe generatie
Er wordt op dit ogenblik hard gewerkt aan een nieuw intranet voor mow. Sommige informatie is al klaar, andere volgt binnenkort. Neem gerust al eens een kijkje op mow.vonet.be!...
16
Mogelijkheden loopbaanonderbreking uitgebreid
Een geslaagde stratenloop voor MOW
04
Vanaf 1 mei 2007 krijgen alle ambtenaren van de Vlaamse overheid uitgebreide mogelijkheden tot loopbaanonderbreking. Wat verandert, en wat niet?...
19
Van Cauwelaert herleeft
Het masterplan Antwerpen Mobiel wordt meestal geassocieerd met spectaculaire wegenwerken als de Lange Wapperbrug. Maar het allereerste masterplanproject is een scheepvaartproject…
14
Sandra De Canck over de DAB Loodswezen
20
Flanders Logistics gaat van start
Onder een stralende zon heeft minister Peeters op 24 mei het project Flanders Logistics toegelicht...
23 Roos Van Acker, ster van onze nieuwe tv-spot
Colofon MOWmag brengt informatie over actuele thema’s en activiteiten van het Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken. Ons adres: MOWmag , Koning Albert II-laan 20 bus 2, 1000 Brussel. Redactiecontacten: Daphne Dewolf, Agentschap Infrastructuur,
[email protected], T 02 553 75 57, Suzan Van Hoof, Departement Mobiliteit en Openbare Werken,
[email protected], T 02 553 71 04, Tom Moortgat, Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust,
[email protected], T 02 553 77 12. Ideeën en suggesties kunt u ook mailen naar
[email protected]. MOWmag verschijnt driemaandelijks. Verantwoordelijke uitgever: ir. Fernand Desmyter, secretaris-generaal van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Koning Albert II-laan 20 bus 2, 1000 Brussel. © 2007 MOWmag
03
Geflitst
Proficiat! Het was de 28ste 20 kilometer van Brussel en er deden ook 28.000 mensen mee: kan dat toeval zijn? (Waarschijnlijk wel). Het hoofdpodium kleurde volledig Qatarees, maar ook mow mag op een geslaagde stratenloop terugblikken. Niet minder dan 57 collega’s, waaronder ook enkele collega’s van rwo en lne, namen deel. Voor de gelegenheid hadden we een eigen tentje opgezet. Best praktisch voor al die sporters! Ook minister Kris Peeters was van de partij. Met een knappe eenentwintigste plaats (onder de mow’ers, vanzelfsprekend) liet hij heel wat van zijn ambtenaren achter zich. Jeroen Moernaut was zijn minister echter te snel af: na minder dan anderhalf uur kwam hij als eerste over de streep. Bewondering is zijn deel. En het goede doel? Uiteindelijk klokten onze lopers af op 3.632 euro sponsorgeld. De waterpomp voor Burkina Faso komt er binnenkort aan!
04
MOW
MAG
Winnen was voor de meesten wel niet het hoofddoel, maar we konden het toch niet laten. U mocht raden wie de snelste loper was en wat de gemiddelde looptijd. De volgende vijf personen zaten er het dichtst bij en winnen een uitstapje, georganiseerd door de afdeling Maritieme Toegang:
1. 2. 3. 4. 5.
Youri Meerschaut Maja Mampaey Liesbet Van den Abeele Ann Govaerts Tom De Mulder
Aan alle deelnemers en supporters een welgemeende proficiat!
MOD’s van start Op 1 april 2006 zijn de nieuwe managementondersteunende diensten (mod’s) van mow officieel van start gegaan. De mod’s maken deel uit van het Departement en staan in voor het personeelsbeheer en de logistieke, boekhoudkundige en juridische ondersteuning van zowel het Departement als van de iva’s. Ze kunnen dan ook beschouwd worden als de opvolger van de Algemene Administratieve Diensten (aad) van lin, die
over de verschillende ‘erfgenamen’ van het vroegere departement, lin werden herverdeeld. De mod’s geven hun ondersteuning op basis van samenwerkingsakkoorden: elke entiteit legt vast voor welke dienstverlening ze op de mod een beroep wil doen en aan welke vereisten die dienstverlening moet voldoen. Die (meetbare) afspraken heten in het vakjargon Service Level Agreements (sla’s).
Eind 2006 werden de samenwerkingsakkoorden met het Agentschap Infrastructuur en het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (mdk) ondertekend. De opvolging van de sla’s is begonnen in de loop van de maand mei. Begin 2008 volgt een eerste evaluatie van deze vernieuwde manier van werken.
Foto-event mow Gaat u binnenkort op olifantentrektocht in de Thaïse jungle? Op expeditie bij enkele Afrikaanse stammen? Salsa dansen in Cuba? Of zonnen aan de Turkse rivièra? Laat ons bij uw terugkomst weten wat uw vakantieland zo prachtig maakt en bezorg uw mooiste foto’s van bezienswaardigheden aan Annick De Coster (
[email protected]). De mooiste foto’s winnen een plaatsje in onze fototentoonstelling Spiegels van de wereld, die in het najaar in Brussel van start gaat.
Snelheid daalt, maar niet genoeg Op 1 september 2005 werd elke schoolomgeving in België een zone 30. Uit onderzoek van het Steunpunt Verkeersveiligheid blijkt nu dat die maatregel wel degelijk effect sorteert. Maanden na het invoeren van de zone 30 is de gemiddelde snelheid tijdens de ochtendspits in de meeste gevallen gedaald. Aan schoolomgevingen die duidelijk in een woongebied liggen (dat wil zeggen: niet aan een snelle verbindingsweg), is het effect van de vaste zone 30 over heel de dag merkbaar.
Toch ligt de gemiddelde snelheid aan de meeste schoolomgevingen nog steeds hoger dan 30 km/u. Het Steunpunt pleit dan ook voor flankerende maatregelen, zoals aanpassingen aan de weginfrastructuur of snelheidscontroles.
info Het volledige onderzoeksrapport vindt u op www.steunpuntverkeersveiligheid.be.
05
Lummen
Lummense verkeersknoop ontward
Van klaverblad naar turbine Een van dé grote mobiliteitsproblemen in Vlaanderen is het klaverblad van Lummen. Hier kruisen (of botsen?) twee grote verkeersaders elkaar, en helaas worden die niet voldoende van elkaar gescheiden, waardoor er veel ongevallen gebeuren. Daar wordt nu eindelijk iets aan gedaan: het klaverblad wordt vervangen door een ‘verkeersturbine’.
H
et klaverblad van Lummen verwerkt elke dag meer dan 100.000 voertuigen, heeft een enorm economisch belang voor heel Limburg en is bovendien de hoofdverkeersader voor het vrachtvervoer tussen de Antwerpse haven en het Europese binnenland. Maar het is er gevaarlijk. Er zijn maar liefst vier punten waarop inkomend verkeer voorrang moet geven. Oprijdende wagens moeten dus plots vertragen of zelfs stoppen. Ongevallen, files en economische verliezen zijn het resultaat.
06
MOW
MAG
Daarom maakt het klaverblad nu plaats voor een zogenaamde verkeersturbine, waarbij het verkeer nergens meer kruist. Bij een verkeersturbine rijdt u het complex op, volgt u de gewenste bestemming en kunt u gewoon doorrijden. Wie vroeger moest stoppen voor een gevaarlijke kruising, rijdt nu gewoon over of onder een brug in de richting van zijn keuze. Auto’s moeten dus geen rekening meer houden met verkeer uit of naar een andere richting, zoals vandaag op het klaverblad wel nog het geval is. Om de ontsluiting van de industriegebieden van Heusden-Zolder en Lummen te
verbeteren, komt er ook een nieuw en apart op- en afrittencomplex met een eigen verbindingsweg voor de industriezones. Zo zijn alle problemen dankzij één project van de baan.
Twee fasen Het totale project zal ongeveer 40 miljoen euro kosten en zal pas volledig voltooid zijn tegen eind 2012. Maar de eerste resultaten komen er nu al aan! In een eerste fase wordt de ontsluiting van de industrieterreinen aangepakt. De verbindingswegen voor de industrie ter hoogte van de huidige parkings langs de
Waarom de heraanleg? Te hoog ongevallenrisico. Bij een gewone kruising van twee autosnelwegen kunnen chauffeurs altijd vlot en veilig van richting wisselen. Op het klaverblad kan dat helaas niet, want op vier punten moet u voorrang verlenen. Oprijdende wagens moeten op een autosnelweg plots vertragen of zelfs stoppen: een levensgevaarlijke situatie die al heel wat ongevallen heeft veroorzaakt.
Zware economische verliezen. Files kosten handenvol tijd en geld aan particulieren, bedrijven en de overheid. Bovendien liggen er rond het klaverblad twee belangrijke industriezones: HeusdenZolder en Lummen. Niet alleen de plaatselijke economische activiteit heeft nood aan een verbeterde ontsluiting. De hele Limburgse economie kan niet verder groeien zonder een vernieuwd en veiliger klaverblad.
Acute fileproblemen. Elke dag wordt het klaverblad overspoeld door een verkeersgolf van 100.000 auto’s en vrachtwagens. Doordat auto’s moeten vertragen of stoppen, ontstaan er bij piekmomenten files waardoor de e313 en e314 dichtslibben.
e313 zullen einde 2007 klaar zijn. Vanaf dan kunnen de gevaarlijke rechtstreekse toegangswegen van de industriezone naar de verkeerswisselaar van Lummen ook sluiten. De ruimte van de huidige parkings op de e313 wordt mooi groen in het kader van boscompensatie. Deel 2 omvat de afbraak van de bestaande bruggen en de aanleg van nieuwe bruggen en wegen die samen de gloednieuwe verkeersturbine van Lummen zullen uitmaken. De vier huidige bruggen verdwijnen,
in de plaats komen in totaal acht nieuwe bruggen in de verkeerswisselaar zelf. De eerste vier nieuwe bruggen worden in het voorjaar van 2008 gebouwd.
Minder hinder Staan we vanaf nu met zijn allen in nóg langere Lummense files? Waarschijnlijk niet, want er wordt gebouwd volgens een uniek en vernieuwend werfconcept. In plaats van de autosnelwegen lange tijd te versperren met een werf óp de rijbaan,
blijven de wegen zo lang mogelijk open en wordt er gebouwd náást en boven de weg. Eens een brugelement klaar is, wordt het zo snel mogelijk geïnstalleerd in de nieuwe turbine. Zo duren de werken in totaal iets langer, maar blijft de verkeershinder beperkt. Er blijven overdag altijd twee rijstroken open in elke rijrichting. Alleen voor enkele onderdelen van de werken zal het verkeer ‘s nachts in elke rijrichting op één rijstrook worden gebracht.
Architecturale visie De verregaande omvorming van het klaverblad biedt ook kansen voor het milieu en de nabije groenomgeving. Momenteel loopt een landschapsstudie met de Vlaamse Bouwmeester die een architecturale visie op de turbine moet ontwikkelen en de turbine beter in het landschap moet inpassen.
info Alle info vindt u op www.klaverbladlummen.be. Daar ziet u ook een simulatiefilm die toont hoe het klaverblad er in 2012 zal uitzien.
07
Verkeerscentrum
Filekijken op de webcam www.verkeerscentrum.be is een succes De website www.verkeerscentrum.be is een succes: elke dag loggen meer dan 5.000 mensen in om actuele verkeersinformatie te krijgen. Handig is ook de Spitsmail, die de liefhebbers elke dag op het gewenste uur aangeeft welke files ze op hun brood gaan krijgen. De afdeling Verkeerscentrum Vlaanderen, eigenaar van de site, heeft nu een gebruikersenquête gehouden om hun service nog te verbeteren. 08
MOW
MAG
Het Verkeerscentrum wil mensen motiveren om zich zo goed mogelijk te informeren voor ze vertrekken. ‘Dat levert een dubbel voordeel op’, zegt Mieke Van Grimberge. ‘De weggebruiker verliest minder tijd en de weginfrastructuur wordt op piekperiodes minder belast omdat het aantal voertuigen zich spreidt over de beschikbare wegen en in de tijd.’ En het werkt! ‘Uit de enquête blijkt dat weggebruikers hun route of het tijdstip van vertrek wel degelijk aanpassen op basis van de vooraf beschikbare verkeersinformatie.’
Positieve resultaten
‘D
e doelstelling van de site is simpel’, zegt Mieke Van Grimberge van het Verkeerscentrum. ‘We geven alle informatie over het verkeer en vooral over de verkeershinder op de grote Vlaamse wegen. Dat gebeurt via een lijst, maar ook op een overzichtskaart, en zelfs met live camerabeelden van de knelpunten.’
Spits Een handige service is ook de Spitsmail, de gratis e-mail service van het Verkeerscentrum Vlaanderen. Die geeft u verkeersinformatie op uw maat en wanneer u het wilt. U kunt bijvoorbeeld uw route naar het werk doorgeven en dan krijgt u voor u thuis of van uw bureau vertrekt of er files zijn en hoe groot ze zijn. Zo kunt u uw vertrek eventueel wat uitstellen of een alternatieve route verzinnen.
En dan was er nu de enquête. ‘Eerste conclusie: we zijn niet slecht bezig. De meest geraadpleegde informatiebron voor fileleed is uiteraard de radio, zeker voor wie al onderweg is. Maar vóór vertrek is de website bijna even populair. De gebruiksfrequentie van de site ligt ook vrij hoog: 44 % van de websitebezoekers raadpleegt ons minstens één keer per dag’. De huidige gebruikers zijn globaal erg tevreden: 94 % van de Spitsmailabonnees zegt tevreden te zijn over de dienstverlening, 83 % van de websitebezoekers heeft de site al aangeraden aan mensen in zijn/haar omgeving en slechts 31 % vindt dat er iets aan de website moet veranderen. Meer dan 90 % van de bezoekers zegt snel de gezochte informatie te vinden en vindt de verstrekte informatie gemakkelijk te begrijpen. Wat kwam er nog uit de enquête naar voren? ‘De grootste groep gebruikers bestaat uit mannelijke veelrijders met een kantoorbaan die dagelijks pendelen met de wagen en gebruik maken van de snelwegen in de driehoek Brussel-Antwerpen-Gent. Opvallend: de professionele bestuurders, de bus-, bestelwagen- en vrachtwagenchauffeurs, gebruiken de site veel minder, en dat is toch jammer’.
De lengte is belangrijk Opmerkelijk is ook dat meer mensen een indicatie van de filelengte belangrijker vinden dan een vermelding van de extra reistijd. Reistijd heeft als voordeel dat het een betrouwbare schatting kan geven van het op te lopen oponthoud, terwijl dat op basis van filelengte zeer moeilijk te zeggen is. Er kan sprake zijn van stilstaande en traag-
rijdende files. De vermoedelijke verklaring is volgens het Vlaams Verkeerscentrum dat weggebruikers momenteel alleen vertrouwd zijn met filelengte als indicator. ‘Minder verrassend is dan weer dat de weggebruikers vooral de berichten over onverwachte, moeilijker in te schatten hindernissen belangrijk vinden, zoals files door ongevallen of wegenwerken. De structurele files kennen ze onderhand al wel. En de meeste gebruikers hebben een grote voorkeur voor de kaart als overzicht van waaruit je toegang hebt tot het grote aantal beschikbare verkeersberichten. In een oogopslag kan je zien of er iets te melden is op je traject. Met de vele concrete suggesties die de enquête op dit vlak heeft opgeleverd, kan de kaart verder worden uitgebouwd als centrale spil van de site’.
Verbeterpunten Natuurlijk heeft de enquête niet alleen lof opgeleverd: er zijn ook verbeterpunten. ‘Spitsmail blijkt nog te weinig bekend bij het brede publiek: zelfs van de eigen websitebezoekers heeft slechts de helft al van Spitsmail gehoord. We willen het ook mogelijk maken om route en aflevertijdstip van de Spitsmail nog fijner af te stellen, want dat was een regelmatig terugkerende vraag.’ Er is ook vraag naar een flexibeler beschikbaarheid van verkeersinformatie. Gsm en pda zijn uiterst geschikt om snel en locatieonafhankelijk toegang te krijgen tot verkeersinformatie. ‘Het afstemmen van Spitsmail en de website voor gsm- en pda-gebruik lijkt dan ook de ideale oplossing. Daar wordt dus aan gewerkt.’ Tot slot kan ook hier het communautaire aspect niet ontbreken. Weggebruikers die bij hun verplaatsingen vaak de gewestgrenzen kruisen, pleiten voor verkeersinformatie over heel België, beschikbaar via één kanaal. ‘Waarom stopt de verkeersinformatie aan de taalgrens?’ Maar ook hier is een oplossing in de maak, zegt Mieke Van Grimberge. ‘We hebben recent een uitwisselingsovereenkomst afgesloten met het Waals Gewest. In de toekomst worden onze gegevens automatisch uitgewisseld en zullen alle weggebruikers verkeersinformatie over heel België kunnen raadplegen.’ Op naar de toekomst!
09
Jeugd & preventie Jongeren zijn een kwetsbare groep in het verkeer. Een kwart van de voetgangers die dodelijk of ernstig gewond raken, is maximaal 19 jaar oud. Een kwart van de fietsers die overlijden of ernstig gewonden geraken, is tussen 10 en 19 jaar oud. Niet minder dan 1500 jongeren tussen 18 en 24 jaar hadden in 2001 een zwaar ongeval. Dat betekent 4 per dag. Ze vormen hiermee een kwart van alle zware en dodelijke ongevallen. De doelgroep is bovendien moeilijk bereikbaar voor de klassieke preventieve campagnes. Wat doet Vlaanderen, en met name mow, om ze toch te bereiken? We geven op deze pagina’s een overzicht van belangwekkende cijfers en nieuwe initiatieven.
Zet ‘m op! 89 % van de Vlaamse jongeren draagt nooit een fietshelm. Dat blijkt uit de resultaten van de Switch On Enquête, een online bevraging bij 1000 jongeren tussen 13 en 29 jaar. ‘Niet cool’ en ‘Het ziet er gek uit’ geven de jongeren als voornaamste motief om geen helm te dragen. Nochtans vindt de helft van de jongeren het wel verstandig om een helm te dragen. En kunnen we hen ongelijk geven? Verwondingen aan het hoofd komen het meest voor bij fietsongevallen en zijn ook de belangrijkste doodsoorzaak. Het hoofd wordt in 38 % van de ongevallen geraakt, en bij kinderen van 1 tot 5 jaar zelfs in 55 % van de gevallen. Een fietshelm dragen vermindert het risico op een hoofdletsel met 75 % en het risico op een hersenletsel met 85 %.
Film/game Om iets aan het imago van de fietshelm te doen start de jongerenzender tmf een campagne in opdracht van Vlaams minister van Mobiliteit Kathleen Van Brempt. De campagne maakt onderdeel uit van het Mobiel4Real-project. Net als bij de andere onderdelen van Mobiel4Real, ligt ook bij deze campagne de klemtoon op het interactieve aspect. In maart werden jongeren een hele maand lang opgeroepen om creatieve ideeën in
10
MOW
MAG
te zenden. Dat heeft 5 filmpjes opgeleverd die in april op tmf werden uitgezonden. Er is ook een game op de website gelanceerd. Voor meer info surft u naar www. mobiel4real.be.
Prins auto De enquête peilde overigens ook naar enkele andere mobiliteitsaspecten bij de jeugd. Weinig verrassend: de auto is voor bijna de helft het favoriete transportmiddel. Maar je hebt er wel een rijbewijs voor nodig. Bij de Vlaamse tieners duidt één op drie de fiets aan als favoriet - bij Franstalige tieners is dat maar 12 %. Slechts 46 % van de Franstaligen heeft een fiets, tegenover 90 % van de Vlaamse jongeren. Zodra de rijbewijsleeftijd is bereikt, moet de fiets in beide landsdelen echter het onderspit delven ten voordele van de auto. Meer dan 80 % van de twintigers heeft een auto, waarvan de helft een nieuwe. Alternatieven voor de auto hebben het duidelijk niet makkelijk om hun plaats te veroveren. Jongeren zien de auto als een snel en makkelijk vervoermiddel. Voordelen van de fiets voor deze doelgroep: hij is gezond (je sport), goedkoop en milieuvriendelijk. Maar een fiets biedt geen comfort als het koud is of regent, en bijna één op drie tieners vindt fietsen te vermoeiend. Logisch
dat jongeren de fiets alleen voor korte afstandjes in aanmerking nemen. Van brommers en scooters hebben jongeren dan weer een zeer positief beeld: ze zijn snel en makkelijk en hebben volgens de bevraagde jongeren ‘een hoog fun & cool-gehalte’.
Bedelaar bus De troeven van tram en bus: makkelijk en goedkoop. Maar het openbaar vervoer blijft wel de laatste keuze. Vooral slechte verbindingen en vertragingen zorgen ervoor dat tram en bus niet hoger op de lijst staan.
Behoefte aan meer verkeerseducatie de belangstelling is lauw. Iets meer dan de helft van de scholen geeft zelf toe dat de inspanningen beperkt zijn, 30 % geeft nooit verkeerslessen. Slechts 1 op 5 scholen geeft les over het verkeersreglement, hoewel de scholen volgens de eindtermen aandacht moeten besteden aan de voorbereiding van het theoretisch rijexamen. Nochtans zijn jongeren uit het secundair onderwijs een gevoelige doelgroep. Ze zijn oververtegenwoordigd in de ongevallencijfers. Van alle leeftijdsgroepen heeft de groep van 15 tot 24 jarigen veruit de grootste kans om gedood of zwaargewond te raken bij een verkeersongeval.
Er is meer nood aan permanente verkeerseducatie in het secundair onderwijs. Dat blijkt uit de resultaten van een enquête die de vab en de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (vsv) in opdracht van Vlaams minister van Mobiliteit Kathleen Van Brempt uitvoerden. Verkeerseducatie blijkt slechts in 1 op 5 secundaire scholen een permanent aandachtspunt te zijn. De helft van de scholen werkt alleen projectmatig aan verkeerseducatie. Als we die cijfers vergelijken met een enquête over het basisonderwijs, komen secundaire scholen er heel wat slechter uit.
Hoe komt dat? Verkeer en mobiliteit zijn in het secundair onderwijs wel opgenomen in vakoverschrijdende eindtermen, maar die houden alleen een inspanningsverplichting in, geen resultaatsverbintenis. De scholen zijn met andere woorden niet verplicht om iets met verkeer te doen, en
De Stuurgroep Onderwijs van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (vsv) en vab stelden alvast enkele maatregelen voor om de situatie te verbeteren: • verkeers- en mobiliteitseducatie moet resultaatgebonden worden, dus niet langer vrijblijvend, • verkeersopleiding moet in zijn totaliteit gefinancierd of gesubsidieerd worden door de overheid, • er moet professionele ondersteuning komen bij het begin van elk leerproces. Kathleen Van Brempt trekt het totale budget voor verkeerseducatie en sensibilisatie op van 700.000 euro naar bijna 1,3 miljoen euro. Daar bovenop gaat zij nog extra middelen voor verkeersveiligheid van jongeren opnemen in de begroting.
Project Verkeersgetuigen in de prijzen Op het Vlaams Congres Verkeersveiligheid van 23 april bekroonde de Vlaamse Stichting Verkeerskunde het project Verkeersgetuigen als een voorbeeldproject van mobiliteitseducatie en sensibilisatie. Het project is ontwikkeld door het Limburgse provinciebestuur, in opdracht van en in nauwe samenwerking met de Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid. Het project confronteert jongeren uit het vijfde en zesde jaar van het secundair onderwijs met het verhaal van een persoon
die als jongvolwassene slachtoffer werd van een verkeersongeval. De verkeersgetuigen vertellen de jongeren over hun leven voor het ongeval, over de oorzaak en de verwerking van het ongeval en alles wat daar rechtstreeks en onrechtstreeks uit voortvloeide, zoals de revalidatie en het opbouwen van een nieuw leven. ‘De kracht van het project schuilt erin dat het de jongeren niet met het vingertje wijst over wat ze moeten doen of laten, maar hen zelf aan het denken zet’, zegt Helmut Paris
(Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid). ‘Het zijn de leerlingen zelf die de link leggen tussen het verhaal van de getuige en hun eigen leefwereld. Het project gaat ervan uit dat de leerlingen meer worden beïnvloed door de confrontatie met de gevolgen van een verkeersongeval dan door een les over de verkeersregels. Want ook al zijn ze soms moeilijk benaderbaar, deze jongeren zitten in een ontwikkelingsstadium waarin hun persoonlijke houding en dus ook hun verkeersgedrag nog beïnvloedbaar is’.
11
intranet
Een intranet van de nieuwe generatie Er wordt op dit ogenblik hard gewerkt aan een nieuw intranet voor mow. Het nieuwe intranet vertrekt van een heel andere filosofie dan de ‘oude’ intranetten van lin (1998) en mow (2006). Omdat het gebouwd wordt met een content management system zal het heel wat handiger in het gebruik zijn dan zijn voorgangers. Sommige informatie is al klaar, andere volgt binnenkort. Ga gerust al eens een kijkje nemen op de pagina mow.vonet.be.
Het iPublish content management system Intranet was vroeger gebaseerd op apart geschreven webpagina’s. Om zo’n webpagina’s te schrijven, moest je om te beginnen verstand hebben van html, de ‘internettaal’. Bovendien had je een apart stuk software nodig om die html aan te maken: een webeditor. Frontpage en Dreamweaver zijn voorbeelden van zulke webeditors. En om je intranetpagina’s te kunnen publiceren, moest je ook toegang hebben tot een intranetserver (‘schrijfrechten’). Een content management system maakt alles veel eenvoudiger. Je hoeft geen html meer te kennen en je hebt ook geen webeditor nodig. Vormgeving en structuur van de pagina’s zijn vastgelegd in sjablonen. De auteur moet enkel de tekst inbrengen, het systeem doet de rest. Na een korte opleiding van een halve dag kunnen de intranetredacteurs aan de slag. Op dit ogenblik hebben de meesten die opleiding al achter de rug. Later zal de opleiding opgenomen worden in het vormingsaanbod van de afdeling Vorming. Na een jarenlange voorbereiding hebben de meeste ministeries, Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid (dar) voorop, gekozen voor het iPublish content management system van eds. Het internationale informaticabedrijf, dat samen met Telindus voor de Vlaamse overheid werkt, ge-
12
MOW
MAG
bruikt iPublish o.m. voor zijn eigen intranet. Ruim 100.000 eds-medewerkers over de hele wereld werken er elke dag mee! Straks zullen we met het iPublish-systeem zelfs internetwebsites kunnen gaan bouwen. Enkele collega’s werken met eds/t aan een internetversie die het mogelijk zal maken om snel en eenvoudig websites op het internet te zetten.
Lage drempel Omdat er minder technische kennis nodig is om met het systeem te werken, ligt de drempel lager. In principe zullen dus meer collega’s voor het intranet gaan schrijven. De huidige intranetredacteurs hebben als eersten de opleiding gevolgd en schrijfrechten gekregen. Later kunnen ook andere collega’s met het systeem leren werken. Toch blijft de toegang beveiligd. De hoofdredacteurs bepalen wie pagina’s mag maken en wijzigen. Het beheer van de schrijfrechten verloopt gelukkig erg vlot.
Gebruiksvriendelijke informatiestructuur De afgelopen maanden hebben de entiteiten van ons ministerie (departement en beide agentschappen) overlegd over de meest gebruiksvriendelijke structuur voor het nieuwe intranet. Er is gekozen voor een gemeenschappelijke muurkrant op de startpagina mow.vonet.be. De hoofdnavi-
gatie bovenaan het scherm heeft de vorm van zgn. ‘tabs’: Start - Departement - Infrastructuur - Maritieme Dienstverlening en Kust. Onder de knop Start zitten enkele thema’s die bedoeld zijn voor de personeelsleden van alle entiteiten, b.v. Personeel, Beleidsinformatie en zo meer. De knop Departement leidt naar de intranetpagina’s van de afdelingen. Bij het Agentschap Infrastructuur hebben ze de zaken anders aangepakt. Daar wordt de informatie thematisch geordend: ‘Beheer en onderhoud’, ‘Realisatie van een project’, ‘Materialen, methoden en standaarden’ en zo meer. Ook het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust werkt volop aan een nieuw intranet. Bij het structureren van de informatie, proberen we altijd te vertrekken van het standpunt van de gebruiker. Afdelingen die over bepaalde onderwerpen gezamenlijke informatie hebben, worden ertoe aangezet om die ook gezamenlijk aan te bieden, zodat de gebruiker niet zelf op de pagina’s van de verschillende afdelingen moet gaan zoeken. Het nieuwe systeem maakt het makkelijk om gezamenlijk intranetpagina’s te maken en te onderhouden.
Intranet of extranet? Vonet! Wat het ‘extranet’ dan precies is? Simpel: het extranet is het intranet, plus een paar extra kabels...
Om ervoor te zorgen dat ook de eva’s die dat wensen toegang zouden krijgen tot de intranetomgeving van de ministeries is ‘Vonet’ uitgetekend, het netwerk van de Vlaamse overheid. eva’s die vroeger geen toegang hadden tot het netwerk van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap kunnen een aansluiting vragen op Vonet. Zij krijgen dan toegang tot de intranetten van de ministeries. Omgekeerd werkt dat niet: de ministeries krijgen géén toegang tot de intranetten van de aangesloten eva’s…
Hebt u vragen? Neem dan contact op met de intranetredacteur in uw afdeling of met de hoofdredacteur voor uw entiteit. • Voor het Agentschap Infrastructuur: Margo Briessinck,
[email protected]. • Voor het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust: Tom Moortgat,
[email protected]. • Voor het Departement mow: Karel Liebaers,
[email protected]. En: sinds 1 mei is Jurgen Silence,
[email protected], aangeworven als part time webmaster van het intranet in het departement.
Vacatures gebundeld • mow heeft een nieuwe vacaturewebsite www.bouwmeeaanvlaanderen.be/. •O p het intranet bundelt de pagina https://koepel.vonet.be/nlapps/docs/default.asp?fid=70 alle vacatures van de Vlaamse overheid. U komt er door op de knop ‘vacatures’ te klikken op de startpagina van het oude én het nieuwe intranet van mow.
Fietsfonds loopt op wieltjes Sinds 2006 kunnen gemeenten gebruikmaken van een fietsfonds om meer fietspaden aan te leggen voor woon-werk-, woonschool- en woon-winkelverkeer. Zowel de Vlaamse Regering als de provincies stortten 10 miljoen euro in het Fietsfonds. Met
de totale pot van 20 miljoen euro zullen de fietspaden op gemeentewegen worden gerealiseerd in het kader van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Heel wat gemeenten hebben al van het fonds gebruikgemaakt. De provincie
Antwerpen is in 2006 de koploper met 33 goedgekeurde aanvragen. In totaal zijn er 79 goedgekeurde aanvragen ingediend voor een totaalbedrag van 5.006.256, 08 euro.
Missie met resultaat De vzw fita (Flanders International Technical Agency) wil de deelname van het Vlaamse bedrijfsleven aan de buitenlandse
economie bevorderen, onder meer door overheidsexperts ter beschikking te stellen voor internationale opdrachten. Eind
maart organiseerde de vzw een missie naar Brazilië, in samenwerking met Flanders Hydraulics en Flanders Investment and Trade. De missie onder leiding van Louis Van Schel (foto), directeur van fita, had als thema Binnenscheepvaart en havens. Vertegenwoordigers van onder meer de 3 Vlaamse havens, baggerbedrijven, studiebureaus, waterbouwbedrijven en de betrokken beheerders van de Vlaamse waterwegen namen eraan deel. De eerste resultaten werden al tijdens de missie geboekt. Er werd onder meer een Memorandum of Understanding ondertekend tussen de havenautoriteiten van de Braziliaanse stad Santos en het Antwerp/ Flanders Port Training Center. Beide gaan samenwerken om een havengebonden opleidingscentrum uit te bouwen.
13
Commercieel directeur Sandra De Canck over de dab Loodswezen
Het loodsgebouw in Antwerpen ziet er glorieus uit, maar het is ook een beetje oude glorie. Moderne kantoren kun je niet echt maken in dit oude gebouw met de brede trappen en het mooie parket, en dus moet de argeloze bezoeker eerst door een doolhof van gangen en trappen voor hij op het juiste adres aankomt.
‘We zitten in stijgende
M
aar die wat stoffige aanblik is slechts schijn, zegt Sandra De Canck, kersvers commercieel directeur van de dab Loodswezen. ‘Dit is een moderne, heel klantgerichte organisatie. We hebben, om maar iets te zeggen, als enige dienst bij de Vlaamse overheid het efqm kwaliteits label binnengehaald. We zijn trouwens de enige loodsdienst ter wereld die dat certificaat heeft. En ook de klantenbevragingen van de voorbije jaren geven aan dat we in stijgende lijn zitten. Was er in 2001 nog redelijk wat kritiek, dan is die in de bevraging van 2005 op veel vlakken verstomd.’
14
MOW
MAG
Hectisch moment We treffen Sandra op een hectisch moment in haar carrière. Ze is nog maar een maand benoemd tot commercieel directeur, maar neemt er voorlopig ook haar oude job als hoofd van de cel facturatie nog bij. ‘Nog een geluk dat ik graag werk. En de jobs sluiten in zekere zin ook bij elkaar aan. Als commercieel directeur moet ik vooral waken over de klantentevredenheid, met andere woorden: is de dienstverlening in orde? En facturatie gaat in se over de prijs die de klant voor die dienstverlening wil betalen. Een klacht over een factuur is eigenlijk vaak een klacht over de dienstverlening.’
Erg veel klachten zijn er overigens niet, benadrukt Sandra. ‘Over onze kerntaak, de veiligheid verzekeren, is zo goed als iedereen het eens: de klanten zien het belang ervan in en ze vinden dat we dat goed doen. Maar ook voor andere aspecten ligt de tevredenheid hoog. Uit onze klantenenquête van 2005 blijkt dat bijna 70 % tevreden is over onze dienstverlening en ongeveer hetzelfde percentage vindt dat de dienstverlening er tegenover 2001, de vorige enquête, op verbeterd is. Kwaliteit, communicatie en facturatie zijn sterke punten. De loodsen krijgen 9 op 10 voor hun kerntaken.’
Loodswezen
EFQM efqm staat voor European Foundation for Quality Management. De organisatie werd opgezet door verschillende vooraanstaande Europese bedrijven en ontwikkelde een Europees model voor integrale kwaliteitszorg: ‘The efqm Model for Business Excellence’. Het model gaat uit van het basisprincipe dat resultaten met betrekking tot de klanten, de medewerkers, de samenleving en de sleutelprestaties worden bereikt door leiderschap, dat het beleid en de strategie, de mensen, de partners en de middelen en de processen stuwt. De dab Loodswezen deed de efqm-oefening naar aanleiding van de bbb-reorganisatie en behaalde het kwaliteitscertificaat op 23 augustus 2005.
lijn’ Continuïteit De beloodsing van schepen is een monopolie. In die context is de term ‘commercieel directeur’ misschien wat raar, geeft Sandra toe, ‘maar uiteindelijk komt mijn taak op hetzelfde neer als bij een bedrijf: ik ben de spil tussen de organisatie en de klanten. Ik peil naar de behoeften van de klant. Ik ga geregeld bij onze verschillende klantengroepen langs en ben ook geregeld op maritieme evenementen en dergelijke te vinden. Als een van de weinige vrouwen in een mannenwereld, ja: dat valt wel op. Maar ik sta wel mijn mannetje.’ Vooral de continuïteit van de loodsdiensten is belangrijk voor de klanten, zo blijkt.
‘Tussen het moment dat een schip de haven binnenkomt en weer buitenvaart, mag er zo weinig mogelijk onvoorzien oponthoud zijn. Loodsen, aanmeren, lossen en laden: het moet allemaal soepel in elkaar overgaan.’ En dat is niet eenvoudig, want er zijn heel wat verschillende partners betrokken bij al die activiteiten – Nederlandse loodsdiensten bijvoorbeeld, maar ook sleepboten, dokloodsen, enzovoort. Als er één onderdeel hapert, heeft dat gevolgen voor de rest van de keten. ‘Communicatie is cruciaal: iedereen moet aan de volgende in de keten doorgeven als er eventueel veranderingen of problemen zijn. Als het laden van een schip vertraging oploopt en dat wordt niet gemeld, staat de loods voor niets te wachten of moet hij zelfs terugkeren.’
Vloot. ‘Met de klassieke kotters en jollen kunnen we bij echt zwaar weer niet uitvaren en kunnen we dus ook geen loods aan boord brengen. We zoeken dan wel alternatieve oplossingen, zoals loodsen op afstand of door de loods per helikopter aan boord te brengen, maar dat zijn ‘second best’ oplossingen. De nieuwe vaartuigen zijn veel stabieler, dus kunnen we ook bij zwaar weer uitvaren.’ Een ander probleem is het aantal loodsen zelf. ‘Om loods te worden moet je eerst zeevaartschool hebben gedaan - universitaire studies - en dan moet je ook nog een periode op de lange omvaart werken. Welke jongere wil dat nog doen? Hoewel: sinds kort gaat het aantal inschrijvingen weer in stijgende lijn!’
Nieuwe beloodsingsmiddelen Om die veelgeroemde continuïteit nog beter te garanderen, komen er binnenkort nieuwe vaartuigen, beheerd door de dab
info www.loodswezen.be
15
Mogelijkheden loopbaanonderbreking uitgebreid
16
MOW
MAG
Praktisch
Vanaf 1 mei 2007 krijgen alle ambtenaren van de Vlaamse overheid uitgebreide mogelijkheden tot loopbaanonderbreking. Dat was zo afgesproken in het Sectoraal Akkoord 2005-2007.
De basis Gedurende de totale loopbaan kan elk personeelslid 72 maanden voltijdse en 72 maanden deeltijdse loopbaanonderbreking opnemen. Officieel heet dat de loopbaanonderbreking in het ‘algemeen stelsel’. Deeltijdse loopbaanonderbreking voorafgaand aan het pensioen, palliatief verlof, bijstandsverlof en ouderschapsverlof onder de vorm van loopbaanonderbreking worden niet in mindering gebracht van dat contingent ‘algemeen stelsel’. Ook voor het palliatief verlof verandert er niets. Het kan alleen voltijds of halftijds worden opgenomen. Het kan onmiddellijk ingaan, op welke dag van de maand dan ook. Het palliatief verlof bedraagt één maand per patiënt, verlengbaar met één maand, ongeacht of u opteert voor een halftijdse of voltijdse onderbreking. Bij de verlenging kan de opnamevorm gewijzigd worden.
proef kunt u vanaf nu uw loopbaan deeltijds onderbreken.
Wat wel verandert
Ouderschapsverlof. U kunt het ouderschapsverlof voortaan ook opnemen in de vorm van een 1/5 loopbaanonderbreking, voor een totale duur van 15 maanden. De ‘oude’ vormen blijven uiteraard ook bestaan: 3 maanden voor een voltijdse loopbaanonderbreking of 6 maanden voor een halftijdse loopbaanonderbreking. Ook nieuw: u kunt van de ene vorm op de andere overstappen, bijvoorbeeld van voltijds naar 1/5. Het ouderschapsverlof moet voortaan niet aaneensluitend worden opgenomen. Het kan worden opgesplitst in periodes van minimum 1 maand (voltijds), 2 maanden (halftijds), 5 maanden (1/5) of een veelvoud van die periodes. Tot slot moet u het ouderschapsverlof voortaan aanvragen vóór uw kind 6 jaar wordt. Vroeger lag die grens op 4 jaar. Ook dat is dus een versoepeling.
Algemeen stelsel. Naast de voltijdse en halftijdse loopbaanonderbreking wordt het voortaan mogelijk om onder bepaalde voorwaarden de loopbaan met 1/4e en 1/5e te onderbreken. Ook als ambtenaar op
Verlof om medische bijstand te verstrekken. Normaal heeft het medisch bijstandsverlof een maximumduur van 12 maanden per patiënt bij een voltijdse onderbreking
en 24 maanden per patiënt bij een halftijdse onderbreking. Als u medisch bijstandsverlof aanvraagt voor een zwaar ziek kind van ten hoogste 16 jaar, heeft u vanaf nu onder bepaalde voorwaarden recht op 24 maanden voltijdse loopbaanonderbreking en 48 maanden halftijdse loopbaanonderbreking. Dat is dus een verdubbeling tegenover vroeger. U kunt het medisch bijstandsverlof opnemen in al dan niet opeenvolgende periodes van 1 tot 3 maanden. Ook hier kunt u overstappen van het ene systeem op het andere, en bijvoorbeeld van 3 maanden naar 1 maand gaan. Deeltijdse loopbaanonderbreking voorafgaand aan de pensioenleeftijd. Als u minstens 50 jaar oud bent, kunt u een deeltijdse loopbaanonderbreking nemen tot u de leeftijd hebt bereikt waarop u met pensioen kunt gaan. Nieuw is dat vastbenoemden, net als contractuelen, hun loopbaanonderbreking kunnen stopzetten vóór ze gepensioneerd zijn, en dus weer voltijds aan het werk gaan. Vroeger was dat niet mogelijk. Wie daarna terug in het systeem wenst te stappen, verliest wel het recht op een verhoogde uitkering.
meer info? Alles bij elkaar genomen, wordt het systeem van loopbaanonderbreking dus op verschillende punten verruimd en versoepeld. Bijkomende informatie over procedures, formulieren en modaliteiten krijgt u bij: • Martine Verlinden (tel. 02 553 72 47) voor de personeelsleden van het iva Maritieme Dienstverlening en Kust, • Wilfried Schelfhout (tel. 02 553 72 50) voor de personeelsleden van het iva Infrastructuur, • Philip Galle (tel. 02 553 79 57) voor de personeelsleden van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. De omzendbrief over de vernieuwingen in de loopbaanonderbreking vindt u op de website van de afdeling Personeel en Logistiek: http://intra.lin.vlaanderen.be/aaad/ap/verloven/index.htm. Op die site vindt u ook alle aanvraagformulieren met de nodige toelichting.
17
Maaltijdcheques
Ongetwijfeld hebt u het ergens al horen waaien: vanaf eind juli vindt u maandelijks een pakketje maaltijdcheques in uw brievenbus. Daarmee wordt een afspraak uit het Sectoraal Akkoord 2005-2007 verwezenlijkt.
Maaltijdcheques op komst
E
en maaltijdcheque heeft de waarde van 5 euro. Daarvan is 2,5 euro ten laste van u en 2,5 euro ten laste van de werkgever. De 2,5 euro wordt van uw nettoloon afgehouden (het heeft geen gevolgen voor uw brutoloon en dus ook niet voor uw pensioenberekening). De maaltijdcheques worden naar het thuisadres verzonden. Het is de bedoeling dat ze op de laatste dag van de maand in de brievenbussen gedropt worden. Voor het verzenden van de cheques baseren we ons op uw adresgegevens zoals die in het personeelssysteem Vlimpers zijn opgenomen. Wij raden u aan om deze gegevens te controleren. Er zijn verschillende regelingen naar gelang u de standaardwerktijd regeling volgt (zoals de meeste personeelsleden) of niet.
Standaardwerktijdregeling Per effectief gewerkte dag hebt u recht op één maaltijdcheque, ongeacht het aantal gewerkte uren. Ook een halve dag geeft dus recht op een cheque. Op afwezigheidsdagen (wegens verlof, ziekte, feestdag…) krijgt u er geen. De berekening van het aantal maaltijdcheques gebeurt door het personeelssysteem Vlimpers, via de elektronische registratie van afwezigheden. Vanaf 1 juli moeten alle afwezigheden dan ook via Vlimpers aangevraagd worden. Meer info hierover viondt u op de vernieuwde website van de Afdeling
18
MOW
MAG
Personeel en Logistiek (zie onderaan artikel). De berekening wordt rond de 20ste van iedere maand afgesloten. Als u tussen die datum en het einde van de maand nog afwezig bent (en dus geen recht hebt op een maaltijdcheque) wordt die dag in rekening gebracht bij de volgende maand. Hou er rekening mee dat uw loon vanaf juli elke maand zal verschillen.
‘Alternatieve telling’ Voor bepaalde personeelscategorieën, hoofdzakelijk continudiensten en semicontinudiensten, wordt het aantal maaltijdcheques bepaald door het totaal aantal effectief gewerkte uren tijdens het kwartaal, te delen door 7,36 u. U krijgt forfaitair een aantal maaltijdcheques toegekend. Tijdens de eerste maand volgend op het kwartaal gebeurt er een verrekening op basis van het aantal effectief gepresteerde uren tijdens het voorgaand kwartaal.
Anderen Daarnaast zijn er nog enkele personeelscategorieën (voornamelijk functies binnen het iva voor Maritieme Dienstverlening en Kust) die geen maaltijdcheques ontvangen maar waarvoor specifieke regelingen worden afgesloten. Personeelsleden met standplaats in Nederland ontvangen bijvoorbeeld maandelijks een forfaitaire vergoeding van 30 euro.
Waar gebruiken? Wees gerust, de personeelsrestaurants verdwijnen niet door de komst van de maaltijdcheques. Maar het systeem van goedkope maaltijden kan niet worden gecombineerd met maaltijdcheques. Daarom wordt de prijs van een warme maaltijd in de resto’s verhoogd van 2,5 euro naar 5 euro. Die 5 euro kunt u betalen met de maaltijdcheques. Daarbuiten kunt u uw maaltijdcheques uiteraard ook kwijt in restaurants, supermarkten, enzovoort.
meer weten? Voor meer informatie kunt u uw licht opsteken bij uw personeels verantwoordelijke of bij de afdeling Personeel en Logistiek. Informatie over de maaltijdcheques: www.vlaanderen.be/maaltijdcheques Op http://mow.vonet.be (thema Personeel en Logistiek) vindt u alle informatie over het aanvragen van afwezigheden via het Personeelssysteem Vlimpers en over welke afwezigheden al dan niet recht geven op een maaltijdcheque. Bovendien vindt u hier ook een overzicht van alle personeelscategorieën en het berekeningssysteem dat op hen van toepassing is.
Scheepvaart
Van Cauwelaert herleeft Het masterplan Antwerpen Mobiel wordt meestal geassocieerd met spectaculaire wegwerkzaamheden als de Lange Wapperbrug. Maar er is ook een belangrijk onderdeel binnenscheepvaart aan verbonden. Het allereerste masterplanproject is zelfs een scheepvaartproject: de modernisering van de Van Cauwelaertsluis.
M
et het masterplan wil de Vlaamse Regering de mobiliteit, de verkeersveiligheid en de leefbaarheid in en rond Antwerpen verbeteren. Het masterplan bestaat uit 16 infrastructuurprojecten, met investeringen voor wegen, binnenvaart, openbaar vervoer en de zachte weggebruiker (voet- en fietspaden, oversteekplaatsen). Op maandag 7 mei is bam (Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel) met het eerste masterplanproject gestart, met name de renovatie van de Van Cauwelaertsluis. Aan de kant van het Hansadok verwijdert de aannemer het aanmeer- en geleidingsstaketsel. Nadien zal de schade die de sluis in de loop der jaren opliep, worden hersteld en zal de constructie worden versterkt. De
volledige modernisering van de sluis zal tot 2009 duren. De Van Cauwelaertsluis is niet het enige initiatief voor de binnenvaart. Ook de Royerssluis en de Kattendijksluis worden gerenoveerd. Zeven bruggen over het Albertkanaal worden verhoogd en verbreed. De gerenoveerde sluizen zullen de vrachtschepen snel en efficiënt kunnen verwerken, ook onder extreme weersomstandigheden. Ze vormen de garantie voor een goede verbinding over de Schelde naar de binnenterminals en de rechteroever, en een betere verbinding met het Albertkanaal.
info www.antwerken.be
VC De Van Cauwelaertsluis (1928) is, zoals de naam het al laat vermoeden, het werk van Frans Van Cauwelaert (1880-1961), Vlaams voorman uit het interbellum en burgemeester van Antwerpen van 1921 tot 1932. Als burgemeester nam hij de bevoegdheden van havenschepen erbij. Hij zorgde onder meer voor een forse havenuitbreiding in noordelijke richting. De Van Cauwelaertsluis was aan het eind van de jaren twintig de grootste sluis ter wereld: 270 meter lang, 35 meter breed. De opening door koning Albert I is een van de hoogtepunten van de carrière van Van Cauwelaert. Een andere hoogdag is 26 april 1930, als de voltallige koninklijke familie naar Antwerpen komt om de Wereldtentoonstelling te openen. Met 3,8 miljoen verkochte toegangskaarten is dat de grootste manifestatie uit de geschiedenis van de Scheldestad. Ook memorabel was de opening, opnieuw door koning Albert, van een voertuigen- en een voetgangerstunnel onder de Schelde in september 1933. Van Cauwelaert was toen al opgevolgd door Camille Huysmans, maar hij was wel de drijvende kracht achter de bouw van de tunnel. Van Cauwelaert was overigens niet zo arrogant dat hij de ‘zijn’ sluis naar zichzelf vernoemde. Het kunstwerk droeg eerst gewoon de benaming Kruisschanssluis.
19
Flanders Logistics gaat van start
Leve de blauwe banaan Onder een stralende zon heeft minister Peeters op 24 mei het project Flanders Logistics toegelicht in Meise. Het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken werkt sinds begin dit jaar al mee aan het project dat de logistieke sector in Vlaanderen wil versterken.
D
e Vlaamse logistieke sec tor bekleedt al meer dan 6 jaar een toppositie op Europees vlak. De ideale combinatie van goed opgeleide mensen en ligging is hier niet vreemd aan. We liggen dan ook in het centrum van de ‘blauwe banaan’, de Europese zone met de grootste concentratie van steden, de grootste productiecapaciteit per
20
MOW
MAG
vierkante meter en de belangrijkste commerciële handelstransacties. Bovendien omvat de blauwe banaan die regio’s van waaruit het grootste deel van Europa kan beleverd worden tegen relatief gunstige transportkosten en met haalbare levertijden. Dit betekent dat maar liefst 60 % van de Europese consumptie zich in straal van 500 km (of op minder dan één dag) rond Vlaanderen bevindt.
Daarnaast beschikt Vlaanderen over een zeer uitgebreid infrastructuurnetwerk dat we systematisch optimaliseren: 127 km spoorwegen per 100 km² (= het dichtste spoorwegennet binnen Europa), 80 km bevaarbare waterwegen per 100 km² (= het op één na dichtst binnenvaartnetwerk binnen Europa) en 63 km snelwegen per 100 km² (= het op één na dichtst snelwegennet binnen Europa).
Maar de concurrentie is scherp en er valt altijd nog wat te verbeteren. Om de positie van Vlaanderen te handhaven, bundelden de Vlaamse overheid en de logistieke sector de krachten onder de noemer ‘Flanders Logistics’.
Strategische doelstellingen Voor Flanders Logistics zijn zeven strategische doelstellingen geselecteerd op basis van de knelpunten en potentiële bedreigingen die door de logistieke sector zelf gedetecteerd werden: • de capaciteit van de multimodale infrastructuur beter benutten • de regelgeving stroomlijnen • logistieke clusters opzetten • infrastructuur op alternatieve wijze financieren • de logistieke opleidingen verbeteren • onderzoek en ontwikkeling in de logistieke sector stimuleren • een efficiënte communicatie opzetten. Om deze doelstellingen te realiseren, zet het Departement Mobiliteit en Openbare werken samen met enkele sleutelfiguren uit de sector zelf concrete acties op. Het is de bedoeling om Vlaanderen als logistieke topregio binnen Europa te versterken door logistiek blijvend te ontwikkelen als strategische schakel voor een duurzame economie, tewerkstelling en mobiliteit.
Maximaal capaciteit benutten Een heel groot deel van de acties is typisch mow-werk. Op het gebied van infrastructuur staat er veel in de steigers. Het
Deurganckdok bijvoorbeeld zal jaarlijks een enorme bijkomende goederenstroom genereren die moet worden opgevangen door de Liefkenshoektunnel en de nieuwe Oosterweelverbinding. Voor andere projecten bestaat de mogelijkheid ze door de privésector mee te laten financieren. Het systeem van alternatieve financiering kennen we al bij de aanleg van weginfrastructuur. Waarom zou dit ook niet ruimer kunnen bij de aanleg van waterweg- of haveninfrastructuur?
Duurzaamheid als rode draad Maar Flanders Logistics draait helemaal niet om ‘meer beton’. Duurzaamheid vormt de rode draad door alle acties. Flanders Logistics wil de logistieke sector juist verder laten groeien met een verminderde maatschappelijke druk. Een juiste inplanting en clustering van bedrijven en een goed doordacht vervoersbeleid herleiden de hinder in belangrijke mate. Enkele voorbeelden: files zijn in hoofdzaak een piekuurfenomeen en een belangrijk deel van de dag wordt de infrastructuur juist onderbenut. Eerder dan piekmomenten te bestrijden met totaal nieuwe en vaak zeer dure infrastructuur, wil Flanders Logistics manieren vinden om de bestaande infrastructuur beter te gebruiken door de verplaatsingen beter te organiseren en te coördineren en het goederenvervoer in de tijd te spreiden. Zo loopt in opdracht van het Departement mow een studie naar het verruimen van de laad- en lostijden in de havens. Voor andere punten in de logistieke keten is een optimalisatie mogelijk,
bijvoorbeeld door de openingsuren van de haventerminals en het hinterland beter op elkaar af te stemmen. Een ander proefproject zijn de langvrachtwagencombinaties (de ’ecocombi’s’). Ondertussen werden ook de eerste contacten gelegd om lege vervoersstromen in kaart te brengen en weg te werken en om knelpunten op het gebied van distributie (onder meer in de steden) op te lijsten.
Flanders Logistics: world class Logistiek is heel wat meer dan vrachtwagens en magazijnen. De logistieke sector is goed voor maar liefst 9 % van het bbp en ongeveer 300.000 banen. De sector vormt dus een belangrijke motor van onze economie. Flanders Logistics zorgt ervoor dat de motor niet stilvalt maar nog beter zal draaien dan tevoren. En dat willen we de wereld laten weten. In de komende maanden worden acties op touw gezet die het draagvlak voor de logistieke sector in Vlaanderen helpen verhogen en het imago in het buitenland helpen verstevigen. Flanders Logistics wordt een echte merknaam: world class!
info Meer informatie leest u op de website www.flanderslogistics.be. U vindt er onder meer een forum waarop iedereen zijn suggesties en ideeën rond logistiek kan meegeven. Hebt u een vraag? Stuur dan een berichtje naar het aanspreekpunt
[email protected].
21
Geflitst
Onbemande camera’s renderen
Voetjes op het droge Komt dat zien: de tentoonstelling Zeewering (ook) een kunst van de Afdeling Kust. De presentatie van het Europese project voor zeewering Safecoast – keeping our feet dry in the North Sea Lowlands en de toepassing op de Vlaamse kust staat daar in confrontatie met kunstzinnige foto’s van strandverhoging in Oostende en de ku(n)st van 2006beaufort.
Onbemande camera’s dragen bij tot het verminderen van het aantal verkeersongevallen en -slachtoffers. De maatschappelijke kosten die zo worden vermeden, overtreffen ruimschoots de kosten voor plaatsing en onderhoud van de camera’s. Dat blijkt uit een onderzoek van Steunpunt Verkeersveiligheid. Ook onderzoek aan de Universiteit Hasselt toont aan dat investeringen in onbemande camera’s zichzelf tot 30 keer terugverdienen. Het belangrijkste positieve effect van de onbemande camera’s is de daling in het aantal verkeersslachtoffers en -ongevallen. Dat vermijdt een aantal kosten, zoals medische kosten voor verzorging en revalidatie, interventies van brandweer en politie, administratiekosten, materiële schade en gerechtelijke kosten. Uit internationaal onderzoek blijkt dat het aantal letselongevallen zou verminde-
ren met 27 % na plaatsing van onbemande camera’s. Eerder uitgevoerd onderzoek van het Steunpunt Verkeersveiligheid spreekt van 8 %. Bij een daling van 27 % op een gemiddeld kruispunt wordt elke geïnvesteerde euro bijna 30 keer terugverdiend. Bij een daling van 8 % wordt elke euro nog altijd meer dan negen keer terugverdiend. Nog altijd zeer rendabel dus. Het grote positieve rendement is echter geen pleidooi om overal onbemande camera’s te gaan plaatsen, vindt het steunpunt. Weliswaar kunnen onbemande camera’s een rendabele investering zijn, maar misschien zijn andere ingrepen minder duur of leiden ze tot een nog grotere daling in ongevallen en slachtoffers. Idealiter zou voor elk soort van investering (rotonde, conflictvrije verkeerslichten, snelheidsverlaging, enzovoort) een aparte kosten-batenanalyse moeten worden gemaakt.
info De tentoonstelling loopt van maandag 10 september tot en met zaterdag 29 september 2007 in het Cultureel Centrum De Benne aan de Hoogstraat 2 in Blankenberge, dagelijks van 10 tot 12 u en van 14 tot 17 u. Zondag gesloten.
Digitale flitscamera’s getest Op donderdag 26 april heeft mow voor het eerst in ons land digitale flitscamera’s getest. Dat gebeurde in Hasselt. Digitale flitscamera’s zijn veel gebruiksvriendelijker dan hun analoge broertjes. Het voordeel is dat de beelden online kunnen worden doorgestuurd en er dus
22
MOW
MAG
niemand ter plaatse moet gaan om filmrolletjes te vervangen. Digitale flitspalen kunnen dan ook op moeilijker bereikbare plaatsen ingezet worden. De gegevens van de digitale camera’s werden tijdens de test vergeleken met de metingen van een klassieke, analoge flits-
camera op dezelfde plaats. Als de test goed loopt, kan de modelgoedkeuring aangevraagd worden bij het federaal ministerie van metrologie en kunnen de digitale flitscamera’s worden aangekocht en ingezet.
‘Mijn excuus staat er al op!’ Roos Van Acker, ster van onze nieuwe tv-spot
Voor onze mobiliteitscampagnes blijven we nieuwe paden bewandelen. Niemand minder dan Roos Van Acker presenteert de tv-spot voor de zomercampagne.
V
oor de campagne van maart en de campagne van mei deden we een beroep op dat andere bekende vt4 gezicht, Hans Otten. Hij presenteerde de spotjes rond verantwoord rijgedrag bij wegenwerken en woon-werkverkeer. De uitzendingen sloegen aan en werden druk bekeken op de Wat is uw excuus-site en www.youtube.com. En nu is het dus de beurt aan Roos. ‘We kunnen al lang niet meer ontkennen dat het op onze Vlaamse wegen vaak in het honderd loopt’, vertelt ze zelf. ‘Ikzelf rijd al een aantal jaren elke ochtend tijdens de spits van Mechelen naar Brussel. Vroeger kwam ik na een half uurtje op mijn werk aan, nu doe ik er bijna een uur over. Er zijn te veel auto’s en Vlaanderen is niet zo erg groot (lacht).’
Brede smile Het thema voor de zomercampagne vindt ze zeer goed gekozen. ‘Korte stop, motor uit: logisch toch? Alle beetjes helpen om ons milieu te sparen. Als je wilt dat je kleinkinderen een lang en mooi leven in Vlaanderen meemaken, dan moet je dringend beseffen dat er werk aan de winkel is en er drastische veranderingen moeten plaatsvinden in je dagelijkse leven. Denk niet dat je zelf niets kunt bijdragen, dat je
© VT4 geen verschil maakt. Het begint bij jezelf. Bijvoorbeeld door je motor stil te leggen als je voor een overweg staat.’ Roos is wel te vinden voor het excuusconcept. ‘Eén van jullie slogans zorgde voor een brede smile op mijn gezicht: U scheurt langs werken want u vlucht voor fans? Eerlijk gezegd, ik heb zoiets al wel eens meegemaakt. Je zou dus kunnen zeggen dat ik geen excuus meer hoef te verzinnen: het staat al op de site!’
‘Een vriendin van mij, die politieagent is, heeft me een grappige versie doorgestuurd via mail. En je weet wat ze zeggen: als ze je parodiëren, is je doel bereikt! Maar omdat ik toch o zo graag de mierenneuker speel, kan ik het niet laten om jullie te vragen er af en toe toch wat meer humor in te steken.’ Intussen is de vierde tv-spot onderweg. Die zal het carpoolen belichten en wordt uitgezonden in september.
23
Pius X krijgt zeebenen Voor de derde keer al organiseert het Vlaams Instituut voor de Zee in een partnerschap met de dab Vloot van het iva Maritieme Dienstverlening en Kust het educatieve project Expeditie Zeeleeuw. Dat project daagt 17-18-jarigen uit om creatieve oplossingen te vinden voor tien zeeproblemen (klimaat, scheepvaart, visserij, biodiversiteit, vervuiling, erfgoed, zeelucht,
strandafval, ruimtelijke planning, oorlogsmunitie). De drie edities samen bereikten zo’n 3000 leerlingen uit meer dan honderd klassen in Vlaanderen. De winnaars voor dit schooljaar werden de vijfdejaars van het Pius x College uit Tessenderlo. Zij mochten op 16 april aanmonsteren op het onderzoeksschip ‘Zeeleeuw’ van Vloot. Begeleid door een experten-
team konden ze een week lang ook écht wetenschappelijk onderzoek verrichten op de Noordzee. Tussendoor bezochten ze de vuurtoren in Oostende en maakten ze kennis met het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum van de afdeling Scheepvaartbegeleiding. Windkracht 10, maar dan écht!