Jaarverslaggeving 2012 1
Maatschappelijk verslag Juvent 2012 Voorwoord Met de transitie van de zorg voor jeugd naar de gemeenten staat Juvent aan de vooravond van ingrijpende veranderingen. Anticiperend op deze ontwikkeling heeft Juvent in 2012 haar meerjarenambities geformuleerd. Daarbij gaan we uit van de krachten van kinderen, ouders en professionals. Samen met ketenpartners realiseren we hulp op maat waarbij we open staan voor nieuwe initiatieven en creatieve oplossingen. Dit met als doel om kinderen en ouders te helpen om op eigen kracht weer deel te kunnen nemen aan de samenleving. Het kind staat voor Juvent altijd op nummer 1! Daarom zet Juvent in op de kwaliteit van zorg en stelt ze haar bedrijfsvoering volledig ten dienste van de zorgverlening: zoveel als noodzakelijk, zo spaarzaam als mogelijk. Integrale zorg voor jeugd is een streven waar Juvent zich volledig voor inzet, niettemin vraagt de aanstaande transitie veel flexibiliteit en energie van de organisatie en al haar uitvoerende en ondersteunende medewerkers. Vanuit onze passie en betrokkenheid voor het kind, zetten we ons in voor de jeugd in Zeeland! Hein Abbing Raad van Bestuur 1. Uitgangspunten van de verslaggeving In dit jaarverslag verantwoordt Juvent haar beleid en resultaten over 2012. De Jaarverantwoordingen Zorginstellingen en Jeugdzorg zijn gehanteerd als kader om alle zorg te verantwoorden: gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, jeugdzorg en maatschappelijke opvang. Het onderscheid naar zorg- en financieringsvorm is in de verslaglegging en de jaarrekening gesegmenteerd. 2. Profiel van de organisatie 2.1 Algemene identificatiegegevens Naam verslagleggende rechtspersoon Bezoekadres Postcode Postadres Postcode Plaats Telefoonnummer Nummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina
Stichting Juvent Park Veldzigt 43 4336 DW Postbus 140 4330 AC Middelburg (0118) 63 55 10 41114538
[email protected] www.juvent.nl
2.2 Structuur van het concern Juvent is een stichting die is ingericht volgens het raad-van-toezichtmodel overeenkomstig de Zorgbrede Governance Code. Het ordeningsprincipe is gebaseerd op het integraal management. Het lijnmanagement is verantwoordelijk voor vakinhoudelijke, personele, financiële en technische aangelegenheden. De stafafdelingen hebben een voorbereidende, ontwikkelende, initiërende, signalerende en uitvoerende taak op hun specifieke beleidsterrein. Juvent kent medezeggenschapsorganen voor medewerkers (ondernemingsraad), cliënten (cliënten- en jongerenraad) en pleegouders (pleegouderraad).
2
Raad van Toezicht Ondernemingsraad. Raad van Bestuur
Controller
Secretaris RvB Bestuursbureau: kwaliteitsbeleid beleidsontwikkeling PR & communicatie bestuurssecretariaat
cliëntenraad
Hoofd Personeelservice
Hoofd Organisatie -service
Hoofd Cliëntservice
personeelbeleid scholingsbeleid arbobeleid
financiële, zorgen salarisadministratie facilitaire dienst
intake zorgregie participatie receptie
pleegouderraad jongerenraad
Manager Ambulant & Pleegzorg
Toegang en ambulante hulp: zorgregie diagnostiek crisishulpverlening intensieve pedagogische thuishulp omgangsbegeleiding pleegzorg Nelly.nl
Manager Jeugdhulpverlening
Jeugdhulpverlening: (naschoolse) dagbehandeling dagbehandeling GGZ Peuter/kleuter+ groep 24-uurs behandeling begeleid zelfstandig wonen, w.o. Foyer de Jeunesse en Jongerenhuis De Bevelanden Acreon: niet-schoolgaande jeugd
Manager Gehandicaptenzorg
Gehandicaptenzorg: naschoolse dagbehandeling buitenschoolse opvang+ school- en werktoeleiding 24-uurs behandeling begeleid zelfstandig wonen Amares: LVB en psychiatrische problematiek
2.3 Kerngegevens 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering Juvent biedt in Zeeland jaarlijks ondersteuning en behandeling aan circa 1.500 kinderen, jongeren en hun ouders bij opvoedings-, gedrags- en ontwikkelingsproblemen. Hulp wordt met en zonder indicatie geboden aan jeugd van 0 tot 23 jaar. Bij voorkeur wordt hulp thuis in het gezin geboden, al dan niet aangevuld met andere vormen van behandeling. Juvent beschikt hiervoor over diverse vormen van crisishulp, dagbehandeling, pleegzorg, 24-uurs behandeling en begeleid zelfstandig wonen. Verder biedt Juvent preventieve gezinsondersteuning via de website Nelly.nl en omgangsbegeleiding op last van de Kinderrechter ten behoeve van een omgangsregeling voor kinderen van gescheiden ouders. Wanneer een uithuisplaatsing noodzakelijk is, prefereert Juvent een gezinsvervangende plek in een pleeggezin of gezinshuis boven een behandelgroep. Het streven is altijd dat een kind terug naar huis kan, dan wel naar een gezinsvervangende situatie. Door nauwe samenwerking binnen Juvent, maar ook
3
met collega-zorgaanbieders, worden behandelingen geboden die aansluiten op de hulpvragen van kinderen en ouders. Juvent biedt zorg in verschillende wettelijke en financiële kaders, te weten: AWBZ: orthopedagogisch behandelcentrum voor jeugd met lichtverstandelijke beperking, toelatingen voor persoonlijke verzorging, begeleiding, behandeling, verblijf en verpleging; Zorgverzekeringswet: extramurale behandeling van jeugd met psychiatrische problematiek; Wet op de Jeugdzorg: ondersteuning en behandeling bij opvoedings- en opgroeiproblemen door ambulante jeugdhulpverlening, crisishulp, dagbehandeling, pleegzorg, 24-uurs verblijf en behandeling en begeleid zelfstandig wonen; Maatschappelijke Opvang: begeleid zelfstandig wonen voor jongeren. 2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten Capaciteit
GZ
JZ
GGZ
Foyer Vlissingen + Goes 33
Aantal bedden 121* 66 intramuraal/24-uurs Aantal plaatsen 36 NDB*** 24 NDB 26 dagbehandeling 26 MKD Aantal plaatsen 445** pleegzorg * waarvan 10 plaatsen ingebracht in Amares en 6 plaatsen vanaf 1-3-2011 toegevoegd t/m 31-12-2012 ** verslagjaar 2012: 402 pleegzorgplaatsen voltijd en 43 plaatsen deeltijd *** waarvan 12 in BSO+ en daarvan 4 vanaf september 2012
Productie GZ Intramuraal Crisis MFC VPT Extramuraal Dagactiviteiten
Eenheden Dagen Dagen Dagen Dagen Uren Dagdelen
Productie GGZ-DBC Aantal geopende DBC’s Aantal gesloten DBC’s
Productie JHV Ambulante hulp Dagbehandeling Pleegzorg Verblijf
Eenheden Uren Dagdelen Dagen Dagen
Personeel
Verslagjaar 2011 41.828 1.994 3.550 n.v.t. 6.503 6.860
Verslagjaar 2012 35.118 1.779 3.912 5.141 2.963 5.301
Verslagjaar 2011 67 64
Verslagjaar 2012 76 70
Verslagjaar 2011 39.364 18.050 141.009 21.677
Verslagjaar 2012 38.216 13.171 148.726 21.985
Verslagjaar 2011
Verslagjaar 2012
Aantal personeelsleden in loondienst op 31-12
545
529
Aantal FTE in loondienst op 31-12
405
371
4
Bedrijfsopbrengsten
Verslagjaar 2011
Verslagjaar 2012
32.472.498
33.191.329
waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
11.785.259
12.139.382
waarvan overige bedrijfsopbrengsten
20.687.239
21.051.947
Totaal bedrijfsopbrengsten in euro’s
2.4 Samenwerkingsrelaties (niet uitputtend) Samenwerkingen Amares met GGZ-instelling Emergis. Multifunctioneel centrum voor extramurale, semi- en klinische behandeling aan jeugdigen met een lichtverstandelijke beperking en (een vermoeden van) psychiatrische of psychische problematiek. Acreon met Respont (voortgezet speciaal onderwijs). Onderwijszorgarrangement voor niet-schoolgaande jeugd die vanwege ernstige gedragsproblemen in het onderwijs is vastgelopen, met als doel terugleiding naar onderwijs of werk. Gesloten en open specialistische jeugdzorg met Juzt, Emergis en Respont. Specialistische jeugdzorg gebaseerd op het concept van Jeugdzorg Plus. Buitenschoolse opvang plus (BSO+) en peuter/kleuterplusgroep met Kinderopvang Walcheren, Kibeo, Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen, speciaal onderwijs Respont, De Veste en De Linie voor kinderen met gedrags- en ontwikkelingsproblemen in de eigen omgeving. Diagnostisch observatieteam (DOT): een samenwerkingsverband tussen Zeeuwse instellingen die zorg bieden aan jonge kinderen met een meervoudige complexe ontwikkelingsachterstand. Integrale Vroeghulp (IVH): een samenwerkingsverband voor de signalering en behandeling van ontwikkelingsstoornissen bij het jonge kind. Financiering Provincie Zeeland: productieafspraken jeugdzorg. CZ-Zorgkantoor Zeeland: productieafspraken AWBZ. CZ Zeeland/VGZ: productieafspraken GGZ-DBC’s. Gemeenten Middelburg, Vlissingen, Goes (en CZW-bureau): financiering Foyer de Jeunesse en Jongerenhuis de Bevelanden. Ketenpartners Centrum Indicatiestellingen Zorg en Bureau Jeugdzorg: indicatieorganen voor zorgverlening. MEE Zeeland begeleidt cliënten met een lichtverstandelijke beperking. Juvent participeert in diverse gemeentelijke en provinciale samenwerkingsverbanden en overlegorganen rondom jeugdhulpverlening, zoals: Stroomlijnen, Werkgroep Zorgaanbieders Task Force Jeugd, Zorgaanbiedersplatform, Signs of Safety en de Centra voor Jeugd en Gezin. Woningcorporaties en gemeenten: samenwerking om meer, betaalbare jongerenhuisvesting te realiseren om uitstroom van jongeren te bevorderen. Juvent heeft op cliëntniveau contact met diverse provinciale en landelijke zorginstellingen. Juvent zit in het bestuur van IJ-ZA, het cliënt- en zorgregistratiesysteem dat door automatiseerder Centric wordt beheerd.
5
Cliënt- en pleegoudervertegenwoordiging Klaverblad Zeeland: provinciale cliëntenbelangenorganisatie, onafhankelijke cliëntvertrouwenspersoon en Zeeuws Platform Cliënten Jeugdzorg. Stichting Pleegoudersupport Zeeland: belangenbehartiging pleegouders. Brancheorganisaties Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland Jeugdzorg Nederland Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra. Onderwijs (Speciaal) onderwijs: afstemming van zorg en onderwijs. ROC’s en Hogeschool Zeeland: afstemming over opleidingen en stages. Fondsen ten behoeve van cliënten Stichting Kinderzorg Nationaal Fonds Kinderhulp Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds Zeeland. 3. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 3.1 Normen voor goed bestuur Juvent hanteert de Zorgbrede Governance Code. Er is geen klokkenluidersregeling. 3.2 Raad van Bestuur Juvent heeft een eenhoofdige Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor de realisatie van strategie, beleid, doelstellingen en daaruit voortvloeiende resultaten. Hij legt hierover verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Alle bevoegdheden die niet statutair bij de Raad van Toezicht liggen, berusten bij het bestuur. In het managementstatuut is de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen toezicht, bestuur, management en stafdiensten vastgelegd. De kosten van de Raad van Bestuur maken onderdeel uit van de overhead. De totale overheadkosten worden volgens een vastgestelde verdeelsleutel administratief toegerekend aan de verschillende subsidiënten. De bezoldiging van de Raad van Bestuur is geregeld volgens de uitgangspunten van Good Governance. Nevenfuncties worden door de Raad van Bestuur slechts in overleg met de Raad van Toezicht aanvaard en mogen niet strijdig zijn met de doelstellingen van Juvent, noch mag er sprake zijn van belangenverstrengeling. De Raad van Bestuur is bestuurslid van Jeugd Sportfonds Zeeland, Jeugd Cultuurfonds Zeeland en Stichting Kinderzorg. 3.3 Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is werkgever en klankbord voor de Raad van Bestuur en heeft tevens als taak toezicht te houden op het bestuur en de realisatie van het beleid. De Raad van Toezicht komt zes keer per jaar in vergadering met de Raad van Bestuur bijeen. De leden van de Raad van Toezicht krijgen een vaste vergoeding op jaarbasis en kunnen gemaakte kosten declareren. In 2012 is een nieuwe voorzitter benoemd nadat de reglementaire termijn van de voorzitter was verstreken. Middels een advertentie in het regionale dagblad en een sollicitatieprocedure is een kandidaat geworven en benoemd. De voorzitter en leden van de Raad van Toezicht zijn onafhankelijk en op geen enkele andere wijze verbonden aan Juvent. Drie leden hebben zitting op voordracht van een van de
6
medezeggenschapsraden (ondernemingsraad, cliëntenraad, pleegouderraad), maar doen dit zonder last en ruggespraak en zonder diens deelbelang te laten prevaleren. Qua deskundigheid en maatschappelijke achtergrond vormen de leden een goede afspiegeling van de externe omgeving van Juvent. In de Raad zijn de volgende kennisgebieden vertegenwoordigd: openbaar bestuur, onderwijs, zorg, consultancy, financiën, HRM en juridisch. Daarmee kan de Raad naast de toezichthoudende taak ook zijn functie als klankbord voor de Raad van Bestuur vervullen. In het verslagjaar is de Raad van Toezicht zes keer in vergadering bijeengeweest, telkens in aanwezigheid van de Raad van Bestuur. De externe accountant was bij één vergadering aanwezig. Onderwerpen die in 2012 op de agenda stonden waren: Benoeming nieuwe voorzitter Risico-inschatting budget en beleid buitenprovinciale plaatsingen Beloning commissarissen vanwege wijziging fiscale wetgeving Kostprijzen dashboards Ontwikkeling transitie zorg voor jeugd Middels de rapportage van de Raad van Bestuur wordt de raad in zijn vergadering geïnformeerd over actuele ontwikkelingen. Daarnaast zijn reguliere onderwerpen als kaderbrief, begroting, jaarplan, jaarverantwoording en management- en AO/ICrapportages besproken. De auditcommissie, die fungeert als adviesgroep naar de Raden van Bestuur en Toezicht over de interne beheersing, financiële verslaggeving en naleving van regelgeving, is zes keer bijeengeweest. De Raad van Bestuur en externe accountant waren bij deze bijeenkomsten aanwezig. Een vertegenwoordiging van de Raad van Toezicht houdt jaarlijks gesprekken met de Raad van Bestuur over het functioneren van het bestuur. Tevens vindt jaarlijks een bijeenkomst plaats waarin Raad van Toezicht en Raad van Bestuur reflecteren op de wijze van samenwerking en waarin ruimte is voor deskundigheidsbevordering. Met de ondernemingsraad is in 2012 twee keer overleg geweest, overeenkomstig artikel 24 van de Wet op de ondernemingsraden. Met de cliëntenraad is één keer overlegd. 3.4 Bedrijfsvoering Risicomanagement Binnen Juvent wordt gebruik gemaakt van verschillende instrumenten om risico’s voor de bedrijfsvoering in kaart te brengen en te managen. De ontwikkeling richt zich vooral op de risico’s die het inhoudelijk zorgproces en de daaruit voortvloeiende bedrijfsactiviteiten met zich meebrengen. Zo wordt bij het opstellen en evalueren van alle bedrijfsprocessen een prospectieve risicoanalyse gemaakt. Bij elke managementrapportage is expliciet aandacht voor bestaande en nieuwe risico’s. Transitie zorg voor jeugd De streefdatum voor de transitie zorg voor jeugd is 1 januari 2015. De hoofdlijnen van de transitie zijn duidelijk, maar de exacte consequenties zijn nog niet definitief vastgesteld. Ook de samenhang met andere decentralisatiedossiers is onduidelijk. Met name het uitstel van de overheveling van begeleiding van AWBZ naar WMO en de doorvoering van Passend Onderwijs kunnen consequenties hebben voor Juvent. Dit maakt het moeilijk om realistische en concrete plannen te maken en hierover afspraken te maken met (potentiële) partners. Economische situatie Gezien de huidige economische situatie krijgt de zorg voor jeugd de komende jaren zeer waarschijnlijk te maken met nieuwe bezuinigingsmaatregelen. Een aantal eerder aangekondigde maatregelen is uitgesteld naar de transitie, waaronder het scheiden van wonen en zorg voor de LVB ZZP1 en ZZP2.
7
Planning en control De P&C-cyclus is in 2012 op dezelfde wijze gestructureerd als in 2011. De viermaandelijkse managementrapportages zijn doorontwikkeld en de rol voor het management bij de analyse en toelichting is vergroot. Hierdoor wordt de integraliteit van de rapportages vergroot. Dashboards De managementinformatie wordt ontsloten via dashboards. De actualiteit en de gebruiksvriendelijkheid zijn in 2012 verder verbeterd zodat leidinggevenden over betere sturingsinformatie beschikken. In 2013 worden de dashboards verder toegesneden op de informatiebehoefte van bestuur en management. Inrichting administratieve systemen De inrichting en functionaliteit van administratieve systemen is een continu proces om te kunnen blijven voldoen aan de groeiende vraag naar interne en externe informatie, de veranderingen in wet- en regelgeving en de steeds toenemende en veranderende functionaliteiten. Met name de aanpassingen in zorgregistratiesysteem IJZA vergen veel tijd en inspanning. Invoering NHC In 2012 is gestart met de invoering van de gewijzigde financiering van vastgoed binnen de AWBZ-sector. De wijziging houdt in dat niet langer de werkelijke kapitaallasten worden vergoed, maar dat de tarieven voor zorgproducten worden verhoogd met een opslag voor de normatieve huisvestingscomponent (NHC). Gevolg is dat de zorgleverancier zelf risicodrager wordt van onderbezetting en leegstand van zorgvastgoed. Daarnaast kan de NHC opslag voor elke zorgaanbieder anders uitpakken en tot voordelige of nadelige herverdeeleffecten leiden. Productie De intramurale productie gehandicaptenzorg overschrijdt de 100%, waarbij een deel van de productie wordt gerealiseerd in gezinshuizen, behandelgezinnen en Amares. Voor de extramurale productie is sprake van onderbezetting, net als bij de (provinciaal gefinancierde) dagbehandeling. Plannen om de capaciteit, kosten en productie van de dagbehandeling in evenwicht te brengen worden ontwikkeld. Voor ambulante jeugdzorg is sprake van onderproductie, mede door een hoog ziekteverzuim en de reallocatie van capaciteit ten behoeve van netwerkpleegzorg. De toename van de vraag naar (netwerk)pleegzorg heeft geleid tot een overproductie. De residentiële productie jeugdzorg is nagenoeg 100%. De productie GGZ-DBC komt overeen met de afspraak gemaakt met de zorgverzekeraars. Wachttijden jeugdzorg De wachtlijst is in vergelijking met 2011 afgenomen. De wachttijden voor ambulant blijven relatief hoog. Hier is in 2012 de toename van het aantal netwerkpleegzorgplaatsen debet aan: deze hulpvragen moeten conform landelijk protocol direct starten. Om de toestroom te kunnen verwerken moest in 2012 een deel van de hulpverleningscapaciteit gerealloceerd worden met als ongewenst effect een toename van de wachttijd ambulant. De overige wachttijden zijn stabiel en betreffen in de regel een momentopname (halfjaarlijkse in/uitstroom dagbehandeling) en matchingskwestie (pleegzorg). Van de kinderen die langer dan 9 weken op zorg wachtten, was in 5 gevallen het hulpverleningscontract nog niet door ouders getekend en/of gaven ouders de voorkeur aan een latere start van zorg. De andere zaken betroffen een matchingsprobleem voor weekendpleegzorg, het nog niet beschikbaar zijn van naschoolse dagbehandeling terwijl de ambulante behandeling
8
net was afgerond en het wachten op de start van dagbehandeling waarbij het niet mogelijk was overbruggingszorg thuis in te zetten in verband met een taalprobleem van ouders. Tabel: Wachttijden unieke jeugdigen geïndiceerde jeugdzorg (peildata 31-12-2011/31-12-2012) Hulpvorm <= 4 weken >4 <=9 weken > 9 weken Totale wachtlijst 2011 2012 2011 2012 2011 2012 2011 2012 Ambulant 16 13 6 12 26 5 48 30 Dagbehandeling 0 0 0 3 2 2 2 3 Pleegzorg 0 2 1 0 2 1 3 5 Residentieel 1 0 0 0 1 0 2 0 Totaal 17 15 7 15 31 8 55 38
3.5 Medezeggenschap 3.5.1 Cliënten Juvent heeft een cliëntenraad en een jongerenraad. De cliënten- en jongerenraad werken conform een reglement. De leden van de cliëntenraad krijgen een vaste vacatievergoeding voor bezochte vergaderingen en kunnen onkosten declareren. Juvent heeft een ondersteuner die de raden begeleidt bij het vormgeven van hun rol en die tevens de link is tussen organisatie en raden. In geval van meningsverschillen tussen Raad van Bestuur en cliëntenraad kan een beroep worden gedaan op de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV). Naast de jaarlijks terugkerende onderwerpen als jaarplan, begroting en jaarverslag, is in 2012 advies gevraagd over de aanpassing van het rookbeleid. De cliëntenraad adviseerde hierop positief en gaf aandachtspunten die in de implementatie konden worden meegenomen. In 2012 is verder veel informatie-uitwisseling geweest tussen de organisatie en de cliëntenraad over de transitie en de wijze waarop Juvent zich hierop voorbereidt. Ook heeft de raad zich verdiept op specifieke onderwerpen: begroting, hulpverleningsplan, Signs of Safety, bewindvoering. De raad was ook betrokken bij de vraagstelling van het cliënttevredenheidsonderzoek. De onderwerpen die in de jongerenraad worden besproken zijn praktischer van aard dan die de cliëntenraad bespreekt en hebben vooral betrekking op het dagelijks leven in de groep. In 2012 hebben veel ledenwisselingen plaatsgevonden waardoor vooral geïnvesteerd is in de vormgeving van hun rol en teamvorming. Er is overleg geweest met clustermanagers over diverse praktische onderwerpen en met een medewerker van de financiële administratie over financiële regels voor jongeren. 3.5.2 Pleegouders De pleegouderraad adviseert gevraagd en ongevraagd over ontwikkelingen die consequenties hebben voor pleegzorg en pleegouders. De manager pleegzorg is het aanspreekpunt. Jaarlijks terugkerende onderwerpen als jaarplan, begroting en jaarverantwoording zijn met de pleegouderraad besproken. Verder is de raad om advies gevraagd over: Protocol beëindiging plaatsing Herscreening pleegouders Nieuw voorbereidingsprogramma pleegouders Meldingsprocedure pleegouders Samenwerkingscontract en algemene voorwaarden pleegouders De adviezen van de pleegouderraad waren overwegend positief. Aanbevelingen zijn waar mogelijk in de besluitvorming of implementatie meegenomen. Een belangrijke
9
aanbeveling is om – met name in formulering – beter rekening te houden met het perspectief en de positie van de pleegouder. De pleegouderraad werkt conform een reglement en leden kunnen onkosten declareren en krijgen een vaste vacatievergoeding voor bezochte vergaderingen. Naar aanleiding van de nieuwe Wet verbetering positie pleegouders worden in 2013 de organisatiestatuten en het reglement van de pleegouderraad aangepast. 3.5.3 Medewerkers Om de continuïteit te borgen telt de ondernemingsraad, met toestemming van de Raad van Bestuur, 12 zetels. Dat is één meer dan conform de Wet op de ondernemingsraden. Maandelijks is er een formeel en informeel overleg met de Raad van Bestuur. Twee keer per jaar vindt overleg plaats met de Raad van Toezicht conform artikel 24 van de Wet op de ondernemingsraden. Onderwerpen die jaarlijks worden besproken zijn: kaderbrief, begroting, jaarplan, jaarverantwoording en managementrapportages. Op voorstel van de ondernemingsraad is met de Raad van Bestuur afgesproken dat de raad vroegtijdiger in procedures wordt betrokken zodat adviezen van wezenlijke invloed kunnen zijn op besluitvorming. De raad adviseerde positief en stemde in met de volgende voorgenomen besluiten: Advies: Wijziging medische discipline Dagbehandeling Samenwerkingsovereenkomst Respont, De Korre, Juvent Instemming: BHV-plan en procedure jaarlijkse ontruimingsoefening Overgangsregeling HBO-opleidingseis Invoeren digitale loonstrook Wijziging introductie nieuwe medewerkers Werkkostenregeling Functioneringsgesprekken De adviezen en instemmingen waren steeds positief met daarbij een aantal aandachtspunten die meestal bij de verdere implementatie konden worden meegenomen. Samen met de Raad van Bestuur is een intentieverklaring deskundigheidsbevordering ondernemingsraad getekend. Ook was de voorzitter van de ondernemingsraad als toehoorder aanwezig bij de onderhandelingen met de vakbond over een nieuw doorlopend sociaal plan. Verder heeft de raad gereageerd op interne ontwikkelingen zoals de krimp in werkbegeleiding en ‘Rijnlands’ denken. 4. Beleid, inspanningen en prestaties 4.1 Meerjarenbeleid Juvent heeft haar ambities vastgelegd in het meerjarenbeleidsplan Wij zijn Juvent! Ambities 2012-2016. Dit plan anticipeert op de aanstaande transitie in de zorg voor jeugd. De volgende ambities zijn vastgesteld: 1. Focus op preventieve (gezins)ondersteuning Juvent ziet het als haar maatschappelijke verantwoordelijkheid om samen met andere instellingen te voorkomen dat kinderen en gezinnen in een hulpverleningstraject terecht komen. Daarom delen we onze kennis met bijvoorbeeld scholen en kinderopvang. Opvoeders worden waar nodig versterkt: deskundigheidsbevordering professionals en opvoedadvies ouders/verzorgers. In samenwerking worden nieuwe zorgvormen dichtbij gezinnen gestart, zoals buitenschoolse opvang plus (BSO+) en peuter/kleuterplusgroep.
10
2. Focus op (ambulante) zorg in de eerste lijn Juvent wil behandeling van complexe problematiek het liefst zo dicht mogelijk bij kinderen en gezinnen bieden. Naast het verplaatsen van bestaand aanbod, brengt Juvent haar specialistische kennis ook steeds vaker in bij CJG, kinderopvang en onderwijs. Ook het streven om in de toekomst bij de start van ieder hulptraject een netwerkberaad te organiseren past hierbij. 3. Profileren als opvoedingsspecialist en tegelijkertijd samenwerken in de keten Juvent beschikt over brede specialistische kennis over zorg voor jeugd. Die kennis brengen we in waar dat gewenst is. De samenwerkingen om voortijdig schooluitval te voor komen, om zwerfjongeren passende opvang te bieden en voor de integrale vroeghulp zijn hier voorbeelden van. 4. Leveren van specialistische hulp voor zwaardere vormen van jeugdzorg Jongeren kunnen met zwaardere hulpvragen kunnen – door samenwerking – in Zeeland terecht voor hulp. De samenwerking in Jeugdzorg Plus en Amares zijn hier voorbeelden van. Zonodig kan ook buiten de provinciegrenzen samenwerking worden gezocht. 5. Een organisatie die efficiënt en cliëntgericht is en kwalitatief hoogwaardige producten levert Juvent vervult een maatschappelijke functie. Het doel is kinderen in het gewone leven te laten participeren. Daarvoor verlenen kwalitatief hoogwaardige zorg die voldoet aan geldende kwaliteitsnormen. Kennisuitwisseling en samenwerking met cliënten en partners houdt ons scherp om passende en efficiënte zorg te leveren. Bij de implementatie van de ambities wordt Juvent ondersteund door het landelijke Vilans-traject In Voor Zorg!. Tot mei 2013 begeleidt een coach Juvent bij het ontwikkelen en implementeren van de noodzakelijke veranderingen om als organisatie klaar te zijn voor de transitie. 4.2 Algemeen beleid verslagjaar De ambities uit het meerjarenbeleid zijn leidend voor het beleid en de ontwikkelingen en gelden voor de hele organisatie, alle werkvormen. Zo is in 2012 de samenwerking met partners in het voorveld en met name CJG’s geïntensiveerd. Dat geldt ook voor de uitwisseling van kennis en deskundigheid met partners als onderwijs en kinderopvang om de ondersteuning van gezinnen te verbeteren. Ook zijn met het oog op de transitie de contacten met de Zeeuwse gemeenten aangehaald, onder meer door werkbezoeken te organiseren. Juvent blijft zich inzetten om de administratieve druk voor professionals te verminderen. Voorbereidingen zijn getroffen voor de implementatie van een vereenvoudigde versie van het zorgregistratiesysteem IJZA dat via een app op een tabletcomputer kan worden ingevuld. Hiermee kan ook op elke willekeurige locatie worden geregistreerd. Tevens wordt kritisch gekeken naar het vereenvoudigen van eigen en externe regels. Gehandicaptenzorg In Terneuzen is met kinderopvang en speciaal onderwijs een nieuwe buitenschoolse opvang plus (BSO+) gerealiseerd. In Goes en Zierikzee lopen gesprekken om ook daar zo’n opvang te realiseren voor jeugd met gedrags- en ontwikkelingsproblemen die op een reguliere BSO niet meekunnen. Een verdere uitbreiding is onderwerp van gesprek met partners.
11
De behandelgezinnen voor kinderen die minder op hun plaats zijn in een residentiële setting voorzien in een behoefte. Voor de structurele financiering van deze zorgvorm is met ondersteuning van het Zorgkantoor bij de NZa een verzoek ingediend om een nieuwe beleidsregel. Amares, de behandeling voor jeugd met een licht verstandelijke beperking en psychiatrische problematiek, heeft in 2012 een nieuw en beter passend pand betrokken. Tevens is een nieuw behandelaanbod voor groepen, gezinsdeeltijd en psychiatrische kinderintensieve thuiszorg voorbereid om in 2013 te starten. Een samenwerkingsovereenkomst met speciaal onderwijs is getekend om te komen tot passende onderwijs-zorgarrangementen om te voorkomen dat kinderen uitvallen. In meerdere regio’s vinden hierover inmiddels gesprekken plaats om de samenwerking uit te breiden. De ontwikkeling van een groep voor BOPZ-behandeling voor jeugd met zeer ernstige, complexe gedragsproblematiek is vertraagd maar zal naar verwachting in 2013 samen met Emergis worden gerealiseerd. De ontwikkeling van een groep voor autismebehandeling met Emergis voorziet in een Zeeuwse behoefte en is in voorbereiding. Hier is de wijze van financiering nog een vraagpunt. Geestelijke gezondheidszorg De vraag naar dagbehandeling blijft groot. In verband met het beschikbaar budget is het niet mogelijk de capaciteit uit te breiden. In 2012 is de DBC-systematiek voor Juvent gewijzigd waardoor het probleem van onderproductie is opgelost. De productie komt overeen met de afspraken gemaakt met zorgverzekeraars De beschikbaarheid van een psychiater blijkt geregeld een knelpunt. Hiervoor zijn afspraken met Emergis maar ook daar is sprake van krapte. Jeugdzorg Eind 2012 is met het speciaal onderwijs in Tholen een peuter/kleutergroep plus gestart voor kinderen met (beginnende) gedrags- of ontwikkelingsproblematiek. In Hulst lopen gesprekken voor eenzelfde voorziening. De capaciteit van de zelfstandigheidstraining wordt vergroot om in de vraag te kunnen voorzien. Mede daarvoor wordt in Hulst een nieuwe locatie betrokken waar naast een groepswoning ook zelfstandige wooneenheden voor jongeren komen. Met de samenwerkingspartners in Jeugdzorg Plus wordt trajecthulpverlening ontwikkeld: voor iedere jeugdige met een indicatie voor gesloten jeugdzorg wordt gewerkt aan een uitstroomperspectief, één plan en één coach voor een soepel verloop van de hulpverlening. Bij Acreon, de zorg-onderwijsvoorziening, is de behandeling van nietschoolgaande jongeren opnieuw vormgegeven. De behandeling is voornamelijk gericht op het opheffen van belemmeringen en het trainen van vaardigheden die noodzakelijk zijn om (weer) deel te kunnen nemen aan het onderwijs. Voor pubers die niet thuis kunnen wonen is het vaak moeilijk om een pleeggezin te vinden. Dit leidt onder meer tot verstopping op behandelgroepen. Daarom is gestart met de ontwikkeling van puberpleegzorg waarbij zowel de werving als de ondersteuning van pleeggezinnen wordt toegespitst op de specifieke problematiek. De capaciteit voor het uitvoeren van netwerkberaden wordt uitgebreid met de opleiding van nieuwe facilitators. Samenwerking met partners is bij de netwerkberaden vanzelfsprekend. In 2012 is gestart met het aanbieden van Triple P niveau 4 en 5 (Positief Opvoeden) aan ambulante cliënten, met als doel psychosociale problemen bij kinderen te voorkomen en zonodig aan te pakken door opvoedingsondersteuning
12
voor ouders. De methodiek sluit aan op de niveaus 1 t/m 3 die bij voorliggende voorzieningen wordt gebruikt. Eind 2012 is in Borsele gestart met het eerste team Jeugdzorg in de Buurt, begin 2013 start eenzelfde team in Hulst. Een team van – in eerste instantie – ambulante hulpverleners gaat in de gemeente, dichtbij kind en ouder de zorg vormgeven. De aanpak wordt werkenderwijs verder ontwikkeld met het oogmerk om in 2013 met meer teams in Zeeland te starten. Maatschappelijke opvang De exploitatie van de zelfstandigheidsvoorzieningen Foyer de Jeunesse en Jongerenhuis de Bevelanden is niet kostendekkend. Inmiddels is de structurele financiering van deze voorzieningen afgestemd met de Zeeuwse gemeenten. Middels trajectfinanciering zullen de gemeenten in de toekomst aan deze voorzieningen bijdragen. In de werkgroep Zwerfjongeren werkt Juvent samen met partners om voor zwerfjongeren een passende opvang en ondersteuning te bieden. De Foyer en het Jongerenhuis worden als preventieve, doorstroom- en opvangvoorziening in de keten van zwerfjongerenopvang Overig Nelly.nl, de interactieve website voor opvoedadvies, voorziet in een behoefte van ouders. De laagdrempelige vraagbaak is in 2012 in het bijzonder op scholen onder de aandacht gebracht. Verder wordt met partners gesproken over samenwerking in Nelly.nl. 4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid Sinds 2007 is Juvent HKZ gecertificeerd. Middels in- en externe audits toetst de organisatie regelmatig de beleidsuitvoering en het kwaliteitssysteem. De implementatie van de NEN 7510 norm voor informatiebeveiliging loopt op schema. Naast de digitale en fysieke beveiliging van systemen wordt hiertoe ook het beleid aangepast op de norm. De gebouwen van Juvent voldoen aan bouwkundige en veiligheidseisen en worden hierop regelmatig geïnspecteerd door Juvent zelf en door inspectieorganen. Alle panden hebben een gebruikersvergunning en bedrijfshulpverleners. Er is een actuele Risicoinventarisatie en –Evaluatie (RIE). 4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten 4.4.1
Kwaliteit van zorg
Veiligheid cliënten Juvent doet er methodisch en organisatorisch alles aan om kinderen en ouders een veilige plek te bieden. Naar aanleiding van het onderzoek van de landelijke Commissie Samson naar seksueel misbruik in de jeugdzorg, wordt de veiligheid bij Juvent opnieuw onder de loep genomen. De (deels nog te ontwikkelen) landelijke maatregelen worden overgenomen, voor zover ze nog niet bij Juvent van toepassing zijn. Naast het verder optimaliseren van de screening van medewerkers en pleegouders, zal de seksuele opvoeding van cliënten en het bespreekbaar maken van seksualiteit in pleeggezinnen en behandelgroepen een belangrijk speerpunt zijn. Op alle groepen zijn gekwalificeerde bedrijfshulpverleners aanwezig. De noodzaak hiervan bleek bij een brand in een meterkast van een behandelgroep: de medewerkers kregen complimenten van de brandweer voor hun adequate optreden. Cliënt- en ouderparticipatie
13
Deelname van kinderen en ouders bij de hulpverlening en in de maatschappij is een speerpunt van Juvent. Participatie is integraal onderdeel van de hulpverlening. Thuis hulp verlenen en opgroeien in een gezin zijn het uitgangspunt. Kan dat niet, dan is het verblijf in een groep zo kort mogelijk. Om dit mogelijk te maken is de externe netwerkontwikkeling van kind en ouder belangrijk zodat zij naasten hebben die zo nodig ondersteuning kunnen bieden. Kinderen gaan naar regulier onderwijs en werk en worden gestimuleerd een zinvolle, leuke vrijetijdsbesteding te hebben. Om dit mogelijk te maken wijst Juvent cliënten de weg naar instellingen en regelingen. Op cliënt- en organisatieniveau wordt zonodig een beroep gedaan op fondsen Cliënttevredenheidsonderzoek Eind 2012 is een cliënttevredenheidsonderzoek gehouden onder jongeren (12+) en ouders in de zorg voor jeugd met een licht verstandelijke beperking. De resultaten van het onderzoek zijn in februari 2013 gepresenteerd. Zowel voor de 24-uurs behandeling als de ambulante behandeling leverde het onderzoek stijgende rapportcijfers op in vergelijking met het vorige onderzoek
Ouders Jongeren (12+)
24-uurs behandeling 2010 2012 6,4 7,6 6,3 6,9
Behandeling thuis 2011 2012 8,5 8,9 7,7 8,3
De deskundigheid en bejegening van de medewerkers en de passende hulp en behandeling worden voor beide behandelvormen en door zowel ouders als jongeren hoog gewaardeerd. De aandachtspunten scoren nog steeds ruime voldoendes en goed. Aandachtspunten volgens jongeren in groepen zijn onbekendheid met de inhoud van het behandelplan, te strenge en geen eenduidig toegepaste regels, meer luisteren naar en eigen verantwoordelijkheid voor jongeren. Ouders van deze jongeren vragen om meer betrokken te worden bij de behandeling en zien graag strengere regels op de groep. Bij hulp in de thuissituatie komen bij de ouders – door de hoge scores – geen echte aandachtspunten naar voren. De jongeren geven aan dat zij beter geïnformeerd willen worden over de hulp die zij krijgen en ze vragen om meer persoonlijke hulp. Het verhogen van de respons bij tevredenheidsonderzoeken is een laatste aandachtspunt. Alleen het onderzoek van jongeren in 24-uursbehandeling was representatief. Voor de andere onderzoeken was de respons te laag. Prestatie-indicatoren Conform de landelijke trajecten meet Juvent de prestatie-indicatoren voor de gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg. De verantwoording daarvan vindt plaats in Digimv. Voor de jeugdzorg meet Juvent de prestatie-indicatoren cliënttevredenheid en reden beëindiging zorg sinds eind 2011. Doelrealisatie wordt nog niet gemeten, omdat Bureau Jeugdzorg Zeeland hier nog niet mee is gestart. De cliënttevredenheid scoort hoog, maar het beeld is nog niet representatief omdat door de relatief korte meetperiode vrijwel alleen kortdurende ambulante trajecten zijn gemeten. Scorefactor verloop hulp Scorefactor resultaat / toekomst Rapportcijfer Jongeren 3,19 3,00 7,8 Ouders 3,26 2,98 7,7
Melding incidenten
14
Incidenten worden systematisch door medewerkers gemeld en opgevolgd door leidinggevenden om vast te kunnen stellen welke verbeter- of preventieve maatregelen genomen kunnen worden. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van het systeem Triasweb. Naar aanleiding van een cultuurmeting is in 2012 besloten dat onderzocht wordt of het systeem voor het melden van incidenten in 2013 gebruiksvriendelijker en meer passend op alle zorgvormen kan worden gemaakt. Nu blijkt de complexiteit soms als argument te worden gebruikt om niet te melden. In 2012 zijn 699 incidenten gemeld (2011: 681, 2010: 661). Het gaat vooral om agressie- en zorgincidenten (met name medicatie-incidenten, weglopen, alcohol en drugs). Inspectieonderzoeken Juvent meldt calamiteiten met cliënten systematisch aan de inspecties voor de Gezondheidszorg en Jeugdzorg. In 2012 meldde Juvent 7 incidenten aan de Inspecties (2011: 3, 2010: 5). De meldingen aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg betroffen de brand in een meterkast op een behandelgroep en 5 gevallen waarin sprake was van seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen cliënten. Aan de Inspectie Jeugdzorg is 1 melding gedaan van seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen een stagiair en een cliënt. Alle zaken – ook een nog lopende zaak uit 2011 - zijn door de Inspectie als afdoende afgehandeld beoordeeld. Beide inspecties hebben een landelijk onderzoek uitgevoerd naar stand van zaken rond de invoering van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. De Inspectie Jeugdzorg heeft tevens een onderzoek gedaan naar het meten van de uitkomst van behandelingen en risico-indicatoren pleegzorg. 4.4.2 Klachten Bij onvrede van cliënten of pleegouders wordt waar mogelijk middels bemiddeling door de hulpverlener en leidinggevende al in een vroeg stadium gezocht naar een oplossing. Cliënten en pleegouders kunnen ook een klacht indienen bij de onafhankelijke klachtencommissie, bestaande uit drie personen die op geen enkele wijze aan Juvent zijn verbonden. Cliënten en pleegouders worden hierover bij aanvang zorg mondeling en schriftelijk geïnformeerd. De informatie is ook beschikbaar op de website en in het handboek voor pleegouders. Medewerkers hebben een belangrijke rol en verantwoordelijkheid in het signaleren en bespreekbar maken van onvrede, en het actief verwijzen naar de onafhankelijke cliëntvertrouwenspersoon en klachtenregeling. Middels een interview met de commissie op de website en het intranet is de bekendheid bevorderd. De onafhankelijke klachtencommissie ontving in 2012 zes nieuwe klachten (2011: 6; 2010: 8), waarvan één klacht pas in 2013 in behandeling kan worden genomen doordat de klager niet meer in 2012 gehoord kon worden. Twee klachten zijn niet ontvankelijk verklaard, omdat het een reeds behandelde klacht betrof of omdat de klager geen formele klacht wilde indienen. De overige klachten betroffen onvrede over: wijze van communiceren hulpverlener/locatie schenden van de privacy cliënt objectiviteit medewerker bevoegdheid medewerker de locatie van een behandelgroep Deze klachten werden deels gegrond, deels ongegrond verklaard. Gegrond waren klachten over de wijze van verslaglegging naar ouders, het doorgeven van onjuiste informatie, het zonder medeweten van de cliënt doorsturen van informatie, de gang van zaken op een behandelgroep waardoor jongeren elkaar negatief konden beïnvloeden.
15
4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 4.5.1
Personeelsbeleid
Gekwalificeerd personeel Juvent heeft deskundig en adequaat opgeleid personeel in dienst en investeert in een doorlopende deskundigheidsbevordering. Een relevante en afgeronde opleiding is een van de belangrijkste functie-eisen voor alle medewerkers. Afhankelijk van de functie wordt ook relevante werkervaring als aanvullende eis gesteld. Een verklaring omtrent gedrag is al jaren een vereiste voor elke functie. Een referentieonderzoek is vast onderdeel van de selectieprocedure. Juvent begeleidt jaarlijks 70 stagiaires. Inzet personeel Het meer vraaggestuurd en dichtbij de cliënt hulp verlenen, de bewegingen in het werkveld, de aanstaande transitie en de economische recessie hebben consequenties voor het personeelsbeleid en vragen om een flexibele personeelsinzet. Dit vraagt ook meer flexibiliteit van individuele medewerkers. Juvent heeft een nieuw doorlopend sociaal plan met de vakbonden voorbereid (begin 2013 vastgesteld) waarin gedwongen ontslagen worden uitgesloten. De druk op de formatie is echter wel zodanig dat in 2012 een aantal tijdelijke contracten niet is verlengd. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim is in vergelijking met 2011 sterk gedaald naar het streefcijfer: 5,5% (2011 7%, 2010 5,6%). In 2013 wordt ingezet op een verdere daling van het verzuim met 1%. Om dat te bereiken is gekozen voor een nieuwe verzuimaanpak waarvoor alle leidinggevenden een training volgen. De nieuwe aanpak stuurt meer op het gedragsaspect van verzuim en de verantwoordelijkheid die ook de medewerker heeft voor zijn re-integratie. Werkkostenregeling In 2012 is gestart met de invoering van de werkkostenregeling die het meerkeuzearbeidsvoorwaardenpakket gaat vervangen. De regeling geeft medewerkers de mogelijkheid persoonlijke arbeidsvoorwaarden samen te stellen. 4.5.2
Kwaliteit van het werk
Arbeidsomstandigheden Juvent biedt haar medewerkers een veilige en gezonde werkplek. Het arbobeleid is gericht op het voorkomen van ziekte en arbeidsongeschiktheid, het terugdringen van ziekteverzuim en een spoedig re-integratie. De balans tussen werklast en ervaren werkdruk staat mede door de aard van het werk, de aanstaande transitie, veranderingen in regelgeving en administratieve verplichtingen onder druk. Ook de morele druk om cliënten optimaal te helpen is groot. Een als hoog ervaren werkdruk beïnvloedt onvermijdelijk de kwaliteit van het werk. Psychisch en lichamelijk kan dit belastend zijn voor de medewerkers. Als een van de speerpunten uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek in 2011 is dit dan ook een continu aandachtspunt. In functioneringsgesprekken en in de nieuwe aanpak van verzuim is de balans werklast-werkdruk dan ook nadrukkelijk een thema. Ook bij het bezoek van de Arbeidsinspectie was werkdruk, naast agressie en geweld en arbeids- en rusttijden, een thema. De inspectie toonde zich tevreden over de wijze waarop Juvent deze onderwerpen oppakt. Op het gebied van werkdruk merkte de inspecteur op dat de maatregelen van Juvent op enkele plaatsen nog concretere uitwerking vergen. Verbetermogelijkheden waren er voor de voorlichting/instructie over het protocol agressie, het doen van aangifte en de meldingsplicht bij de arbeidsinspectie.
16
Informatievoorziening en besluitvorming De interne informatievoorziening en informatie-uitwisseling is sterk verbeterd met de ingebruikname van een nieuw, interactief intranet. Ook de besluitvorming is – deels dankzij intranet, deels dankzij kortere besluitlijnen - inzichtelijker geworden. Hiermee zij twee belangrijke speerpunten uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek in 2011 gerealiseerd. 4.6 Samenleving en belanghebbenden Juvent vervult een maatschappelijke functie die met publiek geld wordt gefinancierd. Deze middelen worden zo efficiënt mogelijk ingezet ten behoeve van de hulpverlening. De organisatorische kosten worden daarbij zo laag mogelijk gehouden. Juvent zet haar expertise zo breed mogelijk in voor het welzijn van kinderen en ouders in Zeeland. Vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid zoekt Juvent de samenwerking met voorliggende partners om zo ook te voorkomen dat kinderen in een hulpverleningstraject terecht komen. Iedereen moet in de gelegenheid zijn om actief deel te nemen in de maatschappij. Daartoe bevordert Juvent de participatie van cliënten, waarbij het normale leven het uitgangspunt is. Daarvoor wordt ook het sociale netwerk van een gezin geactiveerd en betrokken. Juvent ondersteunt kinderen om deel te nemen aan regulier onderwijs, werk, sport, cultuur en vrijetijdsbesteding. Daartoe wordt incidenteel en structureel gebruik gemaakt van fondsen als Stichting Kinderzorg, Nationaal Fonds Kinderhulp, Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds Zeeland. Als tegenprestatie organiseert Juvent jaarlijks de collecte voor Nationaal Fonds Kinderhulp. Ook particulieren en instellingen dragen de doelstellingen van Juvent een warm hart toe en dragen bij aan het welzijn van cliënten. Op organisatieniveau wordt gekeken naar duurzame maatregelen die het milieu zoveel mogelijk ontlasten. Energiebesparing, fair-trade koffie en bewuster omgaan met voorraden zijn enkele inspanningen. 4.7 Financieel beleid De kwaliteit van de zorgverlening is leidend voor Juvent. Dit is ook de leidraad voor het financieel beleid waarvoor de volgende uitgangspunten gelden: begrotingen van bedrijfsonderdelen dienen te passen binnen de structureel beschikbare middelen; het voorzichtigheidsprincipe wordt gehanteerd; in 2014 dient het weerstandsvermogen de door het Waarborgfonds Zorg aangegeven minimaal noodzakelijke omvang te hebben. Om te komen tot een adequaat weerstandsvermogen – dat het mogelijk maakt om incidentele tegenvallers op te vangen – is het streven van Juvent om jaarlijks minimaal € 0,4 miljoen positief resultaat te realiseren, zodat uiterlijk eind 2014 een solvabiliteit van 15% wordt bereikt en in 2017 een solvabiliteit van 20%. De afgelopen drie jaar is telkens een hoger positief resultaat behaald en ook in 2012 is het resultaat weer ruim hoger, namelijk € 876.000. Dit heeft tot gevolg dat de solvabiliteit eind 2012 al op 14% staat, en in 2013 naar verwachting de 15% gaat overschrijden. De reserve jeugdhulpverlening had ultimo 2011 reeds een stand had bereikt van iets meer dan 10% van de jaarlijkse provinciale subsidie. Aangezien 10% de maximaal toegestane risicoreserve is voor door de provincie gesubsidieerde instellingen, gaf dit aanleiding tot het voornemen van de provincie om het meerdere ( ca. € 14.000) terug te vorderen. Hiertegen heeft Juvent bezwaar aangetekend en inmiddels heeft de provincie het voornemen tot terugvordering ingetrokken. Echter, de bepaling dat de
17
risicoreserve jeugdhulpverlening niet meer mag bedragen dan 10% van het subsidiebedrag is niet vervallen. Juvent ervaart deze bepaling als een belemmering om een gezonde financiële basis te realiseren en heeft hiertegen bezwaar aangetekend. De verwachtingen over de budgettaire gevolgen van de transitie jeugdzorg en de wijziging van het risicoprofiel van de organisatie als gevolg van deze transitie maken het des te belangrijker een buffer te hebben om frictiekosten en tegenslagen op te kunnen vangen. Op dit moment is het nog niet mogelijk om een goede inschatting te maken van de kosten, eenmalig en structureel, die samenhangen met de transitie. Zowel het landelijk kader als de regionale gevolgen zijn nog onduidelijk. Er wordt vooralsnog rekening gehouden met een verlaging van het budgettair kader met 4% in 2015, oplopend naar 15% in 2017. Dit kan regionaal (of lokaal) nog oplopen naar 20% of meer, als gemeenten besluiten een deel van de zorg zelf uit te voeren of door andere aanbieders dan de bestaande. De ontwikkeling van dashboards om managementinformatie integraal te ontsluiten en zo de bedrijfsvoering te kunnen monitoren is in 2012 verder geoptimaliseerd. Op basis van de dashboards worden elke vier maanden integrale managementrapportages opgesteld die Juventbreed worden vertaald naar prognoses over de rest van het jaar en indien nodig naar maatregelen om bij te sturen. Financiële realisatie ten opzichte van begroting (in euro)
Opbrengsten AWBZ Opbrengsten DBC Subsidies Provincie Subsidies gemeenten Overige opbrengsten Totaal opbrengsten
Begroting 2012 11.304.103 1.077.000 19.129.909 207.000 1.205.928 32.923.940
Realisatie 2012 11.068.339 1.075.866 19.353.704 204.430 1.493.813 33.196.152
Personele kosten Huisvestingskosten Clientgebonden kosten Overige kosten Afschrijvingslasten Totaal kosten
-22.416.743 -2.105.442 -3.814.390 -3.246.332 -862.798 -32.445.705
-22.583.862 -1.917.907 -3.843.534 -3.122.384 -984.491 -32.452.178
-167.119 187.535 -29.144 123.948 -121.693 -6.473
478.235
743.974
265.739
0
132.455
132.455
478.235
876.429
398.194
Saldo reguliere bedrijfsvoering Incidenteel plus/min Saldo totale bedrijfsvoering
Verschil -235.764 -1.134 223.795 -2.570 287.885 272.212
Het resultaat over 2012 is ca. € 398.000 hoger dan begroot en bedraagt € 876.429. De belangrijkste verschillen tussen begroting en realisatie betreffen: De opbrengsten AWBZ zijn ca. € 235.000 lager dan begroot door een onderproductie op de dagbehandeling en extramurale prestaties. Met name de bezetting op de dagbehandeling is in 2012 fors teruggelopen. De subsidie Provincie is ca € 224.000 hoger dan begroot. Dit wordt voor € 175.000 veroorzaakt door de hogere indexering (plus 2,95%) in verband met de compensatie loonkostenontwikkeling (OVA) dan geraamd was (plus 2,0%). Daarnaast is de verhoging van de pleegzorgvergoeding gecompenseerd ad
18
€ 49.000. De overige opbrengsten zijn bijna € 288.000 hoger dan begroot. De belangrijkste redenen hiervoor zijn: o Er is voor het in zorg nemen van cliënten van buiten Zeeland (buitenprovinciale plaatsingen) in totaal € 180.000 aan extra inkomsten gerealiseerd, dat niet begroot was. o Er is € 41.000 aan PGB inkomsten gegenereerd, dat niet begroot was. o De subsidie stagefonds is ca. € 15.000 hoger dan begroot. o De renteopbrengsten zijn ruim € 30.000 hoger door een hoger banksaldo en rentevergoeding dan geraamd. De personele kosten zijn ruim € 167.000 hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat er ca. 3 fte meer personeel is ingezet dan begroot (deels door detachering). Een deel van deze hogere inzet (ca. 1,5 fte) wordt bekostigd uit het innovatiebudget, dat begroot is bij overige kosten. De huisvestingskosten vallen ruim € 187.000 lager uit, met name door lagere energiekosten (-/- € 83.000), lagere huurkosten (-/- € 58.000) en lagere rentelasten € -/- € 31.000): o De lagere huurkosten zijn het gevolg van te hoog geraamde huurkosten voor de Vliethoeve en de teruggave van teveel betaalde huur over 2011. o De lagere energielasten zijn met name het gevolg van het afsluiten van een nieuw goedkoper contract en door energiebesparing door het gebruik van nieuwe ICT apparatuur. o De lagere rentelasten zijn gerealiseerd door aflossing van twee hypothecaire leningen en door gunstige renteaanpassingen van twee leningen. De cliëntgebonden kosten zijn ruim € 29.000 hoger dan begroot. De kosten van pleegzorgvergoedingen zijn in 2012 ruim € 81.000 hoger dan begroot door de plaatsing van meer cliënten in pleeggezinnen en door verhoging van de pleegzorgvergoeding. Dit wordt voor een groot deel gecompenseerd door lagere kosten op overige posten, zoals vervoerskosten cliënten en kosten inventaris. De lagere overige kosten zijn met name het gevolg van het niet volledig besteden van het innovatiebudget en het deels elders boeken van de kosten ten laste van dit budget. De afschrijvinglasten zijn hoger dan begroot door de verkorting van de afschrijvingstermijnen van gebouwen van 50 of 40 jaar naar 33 jaar. De incidentele baten ad € 132.455 betreft een correctie van opbrengsten DBC’s over 2011. Omdat ultimo 2011 onduidelijkheid bestond over een deel van de uitstaande vorderingen, zijn deze veiligheidshalve ten laste van 2011 afgeboekt. In 2012 is deze kwestie uitgezocht en is gebleken dat deze boeking gecorrigeerd kon worden.
19