Jaardocument 2012
1
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
Maatschappelijk Verslag 2012 Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING
5
2. PROFIEL VAN DE ORGANISATIE
6
2.1 ALGEMENE IDENTIFICATIEGEGEVENS
6
2.2 STRUCTUUR VAN DE ORGANISATIE 2.2.1 Besturingsmodel 2.2.2 Medezeggenschap 2.2.3 Toelatingen
6
2.3 KERNGEGEVENS 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering 2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten 2.3.3 Werkgebieden
8
2.4 SAMENWERKINGSRELATIES 2.4.1 Keten- en samenwerkingspartners 2.4.2 RIBW-alliantie en GGZ Nederland 2.4.3 Stakeholdersonderzoek 3. BESTUUR, TOEZICHT, RISICOMANAGEMENT, MEDEZEGGENSCHAP
10
12
3.1 NORMEN VOOR GOED BESTUUR
12
3.2 RAAD VAN BESTUUR
12
3.3 TOEZICHTHOUDERS
13
3.4 RISICOMANAGEMENT
17
3.5 CLIËNTENINVLOED 3.5.1 Cliëntenraad 3.5.2 Cliëntconsulent 3.5.3 Klachtencommissie cliënten
20
3.6 ONDERNEMINGSRAAD
22
4. BELEID, RESULTATEN EN TOEKOMSTVERWACHTINGEN
24
4.1 MEERJARENBELEID 4.1.1 Zorginhoudelijk 4.1.2 Organisatie en bedrijfsvoering 4.1.3 Maatschappelijke omgeving 4.1.4 Medewerkers
24
4.2 RESULTATEN 2012 4.2.1 Zorginhoud 4.2.2 Organisatie en bedrijfsvoering 4.2.3 Maatschappelijke omgeving 4.2.4 Medewerkers
26
3
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 4.3 ACTUELE ONTWIKKELINGEN 2012
30
4.4 VERWACHTINGEN 2013
33
5. FINANCIEEL BELEID
34
5.1 EXPLOITATIE
34
5.2 BALANS
38
5.3 TREASURY
39
5.4 RISICO EN WEERSTANDSVERMOGEN
40
5.5 VOORUITZICHTEN
41
6. JAARREKENING
45
6.1 JAARREKENING 6.1.1 Balans per 31 december 2012 6.1.2 Resultatenrekening over 2012 6.1.3 Kasstroomoverzicht 6.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 6.1.5 Toelichting op de balans 6.1.6 Mutatieoverzicht materiële vaste activa 6.1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten 6.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2012 6.1.9 Toelichting op de resultatenrekening
47
6.2 OVERIGE GEGEVENS 6.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 6.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming 6.2.3 Resultaatbestemming 6.2.4 Controleverklaring
71
7. GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 7.1 JAARREKENING 7.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2012 7.1.2 Resultatenrekening over 2012 7.1.3 Kasstroomoverzicht 7.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 7.1.5 Toelichting op de balans 7.1.6 Mutatieoverzicht materiële vaste activa 7.1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten 7.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2012 7.1.9 Toelichting op de resultatenrekening 7.2 OVERIGE GEGEVENS 7.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 7.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming 7.2.3 Resultaatbestemming 7.2.4 Controleverklaring
77 79
105
4
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
1. INLEIDING
2012 is een druk en productief jaar geweest. Zorginhoudelijk is hard gewerkt aan de verdere implementatie van herstelondersteunende zorg. Middels het project methodisch werken is getracht de herstelondersteunende begeleiding meer handen voeten te geven. Belangrijke ontwikkeling die door de organisatie, in lijn met het overheidsbeleid is ingezet, is de afbouw van zorg aan ZZP1 en ZZP2. De intentie van het overheidsbeleid om mensen zo lang mogelijk in de eigen omgeving en in eigen huis begeleiding te bieden, sluit goed aan bij de visie van de SBWU: De cliënt is niet de hele dag patiënt maar leeft een leven met kansen en mogelijkheden. Vanzelfsprekend hebben we ons intensief voorbereid op de overheveling AWBZ en de gemeentelijke relaties opgebouwd en aangehaald die daarvoor nodig zijn. 2012 is begonnen met het verzoek van Centrum Vaartserijn om een fusie te realiseren per januari 2013. Met daarnaast een eerste jaar met een nieuwe besturingsfilosofie als derde reden om te veranderen, kunnen we stellen dat we het ons in 2012 niet makkelijk hebben gemaakt. De afdeling P&O heeft zich van haar flexibele kant laten zien: ondanks discontinuïteit in de leiding van de afdeling is de operationele taak naar aller tevredenheid vervult. Ook kon de afdeling de personele overgang van de medewerkers van Centrum Vaartserijn naar de CAO GGZ zorgvuldig en accuraat laten verlopen. Eenzelfde extra inspanning als gevolg van de fusie lag bij het Bedrijfsbureau. De afdelingen hebben gezamenlijk ervoor gezorgd dat de medewerkers per januari allemaal binnen de ICT omgeving van de SBWU konden werken, dat de zorg voor de cliënten kan worden geregistreerd en gedeclareerd, leverancierscontracten waren overgenomen en de financiële administratie per januari is geïntegreerd. Al met al zijn we in het ' voorbereidende jaar' verder gekomen dan gehoopt en verwacht. Voor 2013 wordt de integratie verder vormgegeven en zullen we ons richten op de zorginhoudelijke onderwerpen en het kwaliteitssysteem. Dit jaardocument is geschreven op basis van de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving van de raad voor de jaarverslaglegging en de Zorgbrede Governancecode. Het jaardocument bestaat uit het maatschappelijk verslag en de jaarrekening. Daarnaast zijn aan het ministerie van VWS gegevens via DigiMV elektronisch aangeleverd. Deze laatste gegevens ontbreken in deze versie, maar kunt u, voor zover openbaar, op termijn vinden op www.jaarverslagenzorg.nl. De hoofdstukindeling van het jaardocument is als volgt. Na deze inleiding wordt in hoofdstuk 2 het profiel van de organisatie beschreven. Het functioneren van bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap komen in hoofdstuk 3 aan de orde. In hoofdstuk 4 wordt verslag gedaan van gevoerd beleid, de resultaten en de toekomstverwachtingen. Het laatste hoofdstuk bevat de jaarrekening met daarin opgenomen de accountantsverklaring.
5
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
2. PROFIEL VAN DE ORGANISATIE
2.1 ALGEMENE IDENTIFICATIEGEGEVENS De Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht (SBWU) is een Regionale Instelling voor Beschermd Wonen (RIBW). Naam verslagleggende rechtspersoon
SBWU
Adres
Furkaplateau 15
Postcode
3524 ZH
Plaats
Utrecht
Telefoonnummer
030 – 236 10 70
Nummer Kamer van Koophandel
41180956
E-mailadres
[email protected]
Internetpagina
www.sbwu.nl
Tabel 1: Algemene identificatiegegevens
2.2 STRUCTUUR VAN DE ORGANISATIE De SBWU is opgericht op 29 december 1983. Vanaf 22 juli 1992 is de SBWU een als RIBW toegelaten AWBZ-instelling. De missie van de SBWU luidt: De SBWU biedt begeleiding en huisvesting aan mensen met psychiatrische en/of verslavingsproblemen. Deze begeleiding is herstelondersteunend en draagt bij aan de kwaliteit van leven en de tevredenheid van de cliënt. Op deze wijze ondersteunen wij onze cliënten in het benutten van hun mogelijkheden om inhoud te geven aan hun leven. De SBWU bevordert en realiseert een gedifferentieerd aanbod van begeleiding, ondersteuning en huisvesting voor een steeds zwaardere cliëntenpopulatie. Er wordt intensief samengewerkt met diverse instellingen op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg, de verslavingszorg, de maatschappelijke opvang en met woningcorporaties, overheden en maatschappelijke organisaties. 2.2.1 Besturingsmodel De structuur van de SBWU is een stichtingsvorm met een raad van toezicht als toezichthoudend orgaan en een raad van bestuur als bestuursorgaan. Het leidend principe in de organisatie van de SBWU is het primaire proces, waar cliënten met ondersteuning van begeleiders aan hun herstelproces werken. De overige onderdelen van de organisatie zijn voorwaardenscheppend en ondergeschikt aan het primaire proces. Dit komt tot uiting in de schematische weergave van de organisatiestructuur, die nadrukkelijk niet topdown is weergegeven, maar voortvloeit uit het primaire proces van begeleiden en wonen.
6
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
Figuur 1: Organisatiestructuur SBWU
De maatschappelijke taak van de SBWU wordt uitgevoerd in de begeleidingsrelatie van de cliënt en diens begeleider. Deze relatie in het primaire proces vormt het maatschappelijk bestaansrecht van de SBWU. De werkzaamheden van medewerkers in het primaire proces, locatiehoofden, raad van bestuur en raad van toezicht worden ondersteund door verschillende stafafdelingen: Zorgtoewijzing en Expertise, Personeel & Organisatie, Kwaliteit & Zorgbeleid en Bedrijfsbureau. In het vierde kwartaal 2012 is besloten de subafdelingen Vastgoed en Inkoop van het Bedrijfsbureau onder te brengen in een zelfstandige stafafdeling Vastgoed en facilitair. Dit besluit is per 1 januari 2013 geëffectueerd. Onderdeel van de stafafdeling Kwaliteit & Zorgbeleid is Bureau Herstel. Binnen Bureau Herstel werken ervaringsdeskundige medewerkers. De kerntaak van Bureau Herstel is om binnen de SBWU ruimte en randvoorwaarden te creëren voor individuele en persoonlijke herstelprocessen van cliënten, zodat de SBWU optimaal herstelondersteunend kan werken.
7
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 2.2.2 Medezeggenschap Binnen de SBWU functioneren een Cliëntenraad conform de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen en een Ondernemingsraad conform de Wet op de Ondernemingsraden. Over de adviezen van de Cliëntenraad en de Ondernemingsraad en wat de raad van bestuur met die adviezen gedaan heeft wordt in hoofdstuk 3 verslag gedaan. 2.2.3 Toelatingen De toelating in het kader van de AWBZ omvat de volgende functies:
persoonlijke verzorging verpleging begeleiding behandeling verblijf
De functie verblijf bedroeg per 1 januari 2012 en 31 december 2012 in het kader van de toelating AWBZ 686 plaatsen. In 2012 zijn geen extra plaatsen toegekend. Van de 686 plaatsen zijn 10 plaatsen voor forensische psychiatrie en worden gefinancierd door het Ministerie van Justitie. Daarnaast zijn er 13 plaatsen voor de begeleiding van TBS cliënten, waarvoor de SBWU onderaannemer is van de Van der Hoeven Kliniek.
2.3 KERNGEGEVENS
2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering De SBWU is een zelfstandige RIBW die in het kader van ketenzorg intensief samenwerkt met andere zorgaanbieders. Naast de voor RIBW’s traditionele doelgroep van cliënten met een psychiatrische achtergrond richt de SBWU zich al geruime tijd ook op de resocialisatie van TBS-cliënten. Sinds 2003 wordt ook begeleiding gegeven aan langdurig verslaafden die vaak dak- en thuisloos zijn geweest. Voor deze laatste groep heeft de SBWU een hostel voor drugsverslaafden, een hostel voor alcoholisten, een woonvoorziening voor zwerfjongeren en een team voor ambulante begeleiding aan cliënten met een verslavingsachtergrond en ambulante begeleiding aan ‘multiproblemgezinnen’. De groei die de SBWU al enkele jaren doormaakt heeft zich in 2012 voortgezet naar 1529 cliënten (1441 in 2011) en 688 medewerkers eind 2012 (629 in 2011). In 2011 is voor het eerst de functie verblijf in ambulante vorm georganiseerd via Volledig Pakket Thuis (VPT). Had de SBWU in 2011 9 cliënten die het volledig pakket thuis ontvingen in 2012 waren dat er 16.
8
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten Aantal cliënten in zorg op 31 december Aantal feitelijke bedden op 31 december. Aantal verzorgingsdagen beschermd wonen (incl Forensische zorg)
1529 615 229.322
Aantal ambulante contacten in verslagjaar (incl Forensische zorg)
83765
Aantal dagen dagactiviteiten
47102
Aantal personeelsleden in loondienst op 31 december Aantal FTE personeelsleden in loondienst op 31 december
688 537
Totaal bedrijfsopbrengsten (in euro’s) in verslagjaar
€ 47.252.905
Waarvan wettelijk budget aanvaardbare kosten
€ 46.040.144
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
€ 1.212.761
Tabel 2: Kerngegevens per 31 december 2012
2.3.3 Werkgebieden Het werkgebied van de SBWU bevindt zich in de zorgkantoorregio Utrecht en omvat de gemeenten Utrecht, Nieuwegein, Houten, IJsselstein en Vianen. In het gehele gebied wordt ambulante woonbegeleiding geboden. De beschermende woonvormen voor de cliënten uit de psychiatrie bevinden zich in Utrecht, Nieuwegein en Houten. De hostels voor de cliënten uit de OGGz staan in Utrecht. In IJsselstein en Utrecht wordt aan (een groepende groep) cliënten volledig pakket thuis aangeboden.
Figuur 2: Werkgebied SBWU
9
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
2.4 SAMENWERKINGSRELATIES
2.4.1 Keten- en samenwerkingspartners De SBWU kan haar cliënten alleen goede zorg leveren als zij nauw samenwerkt met andere zorgaanbieders en woningcorporaties. Dat zijn dan ook onze voornaamste ketenen samenwerkingspartners. De inhoud van die samenwerking, die dikwijls intensief en langdurig is, is veelal in een convenant of samenwerkingsovereenkomst vastgelegd. De relaties met onderaannemers zijn contractueel vastgelegd in raamovereenkomsten, waarna op cliëntniveau de individuele zorgafspraken verder worden bekrachtigd. Met Altrecht wordt veel overleg gevoerd op divisieniveau. Met de divisie Willem Arntsz is de samenwerking het meest intensief. De Raad van Bestuur van de SBWU heeft in 2009 de ambitie uitgesproken dat over tien jaar geen cliënten meer op het terrein van Altrecht verblijven die dat niet strikt nodig hebben. In 2010 is een gezamenlijk project gestart om stappen in die richting te zetten. Ook het Zorgkantoor is partner in deze gezamenlijke ambitie. Ten behoeve van de begeleiding van cliënten met een eetstoornis bestaat er een nauwe samenwerking tussen SBWU en het centrum Rintveld van Altrecht. Met volgende organisaties heeft de SBWU een samenwerkingsovereenkomst: Abrona, Atelier Totum, Altrecht, Aveant/Careyn, Beter Wonen, Bosactiviteiten, CVZ, Diversas, Leo Kannerhuis, Nieuwland, SAM-N., Stichting De Loods Vof, Stichting Gids, Reinaerde, Stichting Jobstap, Samen voor Nieuwegein (SVN), Stichting Lapso, Steunpunt GGZ, Top team Fitness Center, Tussenvoorziening, UW Re-integratie, Van der Hoeve kliniek, Veld 42, Victas, Vitras/CMD, Werkpad BV, Wijkcentrum Lunnetten, Woonoverlast Nieuwegein, Zorgboerderij De Achterhof, Zorgboederij Nieuw Bureveld. De raad van bestuur neemt in de stad Utrecht deel aan de Stuurgroep OGGz en het directieoverleg met Victas, Tussenvoorziening en Altrecht. Door kennis en expertise van de verschillende instellingen samen te brengen en strategische belangen op elkaar af te stemmen vormen de SBWU en de ketenpartners een belangrijke gesprekspartner voor de gemeente bij het vormgeven van de transitie van AWBZ zorg naar WMO. Landelijk heeft de SBWU een belangrijke rol in de ontwikkelingen van de Werkplaats Herstelondersteuning. De Werkplaats Herstelondersteuning is de werk- en leeromgeving van professionals, cliënten, managers en bestuurders gezamenlijk werken aan de verdere ontwikkeling en operationalisering van herstelondersteuning. Het is een samenwerkingsverband tussen de partners SBWU, Kwintus, Kenniscentrum Phrenos, Altrecht, Mensana, GGz Breburg, GGz Noord Holland Noord, GGz Eindhoven en GGz Nederland. Samenwerking in praktijk In alle gemeenten waar de SBWU zorg aanbiedt is in 2012 (opnieuw) intensief ingezet op de samenwerking met de gemeente. Hiermee heeft de organisatie binnen elke gemeente een positie verworven om mede vorm te geven aan de transitie van AWBZ naar WMO zoals die de komende jaren plaats zal vinden. Zowel in de stad Utrecht als in omringende gemeenten Nieuwegein, IJsselstein, Houten en Vianen is ook de samenwerking met welzijnsorganisaties, woningbouwcorporaties, eerstelijns organisaties sterk geïntensiveerd. Een en ander uit zich in deelname aan overleggen ten behoeve van het afstemmen van beleid, maar ook deelname aan projecten als: o Buurtteams: project van de gemeente Utrecht in de wijken Overvecht en Ondiep waarin hulpverleners uit verschillende organisaties worden ‘uitgeleend’ aan
10
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht buurtteams om ervaring op te doen met onderling afgestemde ondersteuning aan kwetsbare wijkbewoners. Het doel is: minder verschillende hulpverleners bij één cliënt. o Panoramix: ontwikkelen van een nieuwe werkwijze voor de 200 cliënten, woonachtig in Kanaleneiland, die ambulante begeleiding ontvangen of wonen in één van de woonvoorzieningen. Een belangrijke peiler van deze pilot is het werken met ervaringscoaches. Samen met professionals betrekken zij de 200 bewoners actief bij het leven in Kanaleneiland. Zij verleiden hen tot eigen initiatieven die hun leven veraangenamen en hun afhankelijkheid van professionele ondersteuning verminderen. De resultaten worden gemeten door twee externe instituten. Het Trimbos-instituut kijkt naar uitkomsten op het gebied kwaliteit van leven en kwalitatief betere hulpverlening. Cebeon kijkt naar de kostenefficiëntie. o Wijkkracht 8: Actieonderzoek waarmee in de Utrechtse Dichterswijk en Rivierenwijk het aanbod en de vraag, en ook de match tussen vraag en aanbod op het gebied van hulp, zorg en dienstverlening aan sociaal kwetsbaren, wordt onderzocht en in kaart gebracht. Het gaat zowel om de formele als de informele zorg en de aandacht die mensen voor elkaar hebben in de wijk. Het project wordt ondersteund door adviesbureau Twijnstra & Gudde. De raad van bestuur neemt in de stad Utrecht deel aan de Stuurgroep OGGz en het directieoverleg met Victas, Tussenvoorziening en Altrecht. Door kennis en expertise van de verschillende instellingen samen te brengen en strategische belangen op elkaar af te stemmen vormen de SBWU en de ketenpartners een belangrijke gesprekspartner voor de gemeente bij het vormgeven van de transitie van AWBZ zorg naar WMO. 2.4.2 RIBW Alliantie en GGZ Nederland De SBWU investeert intensief in de RIBW Alliantie, de vereniging van (zelfstandige) RIBW’s. De RIBW Alliantie is het landelijke samenwerkingsverband van de 23 organisaties in de maatschappelijke geestelijke gezondheidszorg. Het is het platform waar deze zorgorganisaties kennis delen en ontwikkelen. De Alliantie stimuleert de RIBW’s om de kwaliteit van hun ondersteuning verder te verhogen. De focus ligt op goede zorg, via optimale organisatie en bekostiging. De Alliantie onderhoudt hiervoor contacten met ministeries en andere landelijke organisaties. De belangrijkste samenwerkingspartner is GGZNederland. Marlies van Loon is lid van het bestuur van de Vereniging RIBW Alliantie en in 2012 tevens benoemd als bestuurslid bij GGZNederland. 2.4.3 Stakeholdersonderzoek De SBWU houdt eens in de vier jaar een stakeholderonderzoek. Het laatste onderzoek vond plaats in 2009. Mede naar aanleiding van dit stakeholderonderzoek is in 2011 een vervolg gegeven aan het versterken van en meer transparant maken van het tactisch management naar de ketenpartners. Daarvoor hebben in 2012 verschillende locatiehoofden de opdracht gekregen de samenwerking in de keten en met maatschappelijke partners te versterken binnen zorgprogramma’s en geografische gebieden. Eind 2012 is besloten om de stichting eind 2013 onder een nieuwe naam verder te laten gaan. In dit traject voor naamsverandering wordt ook uitgebreid stilgestaan bij de positionering van de organisatie in de maatschappelijke omgeving. Stakeholders worden daarbij als belangrijke informatiebron betrokken.
11
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
3. BESTUUR, TOEZICHT, RISICOMANAGEMENT EN MEDEZEGGENSCHAP
3.1 NORMEN VOOR GOED BESTUUR De principes van de Zorgbrede Governancecode worden door de SBWU toegepast en zijn verankerd in de statuten van de SBWU, het Reglement voor de raad van toezicht en het Reglement raad van bestuur. In 2010 is vanuit het ministerie van VWS de ‘bestuursmethodiek brandveiligheid’ opgesteld. Hierin staan aanbevelingen over het verhogen van het toezicht door de raad van toezicht op de raad van bestuur. Deze aanbevelingen zijn vertaald naar beleid voor de SBWU. Vastgesteld is dat de Raad van Toezicht minimaal 1 keer per jaar inzage krijgt in de effectiviteit van de brandveiligheidsorganisatie. Najaar 2012 heeft de raad van toezicht voor de rapportages en verbeterplannen ontvangen ten aanzien van brandveiligheid van de locaties.
3.2 RAAD VAN BESTUUR De samenstelling van de raad van bestuur is in 2012 niet gewijzigd. Deze werd gevormd door: De heer J.L.D.J. (Jan) Berndsen (voorzitter) Mevrouw M.L. (Marlies) van Loon De leden van de raad van bestuur zijn collegiaal en individueel integraal verantwoordelijk. Dit betekent dat zij beiden aanspreekbaar zijn op alle facetten van de organisatie. Ieder lid van de raad van bestuur geeft direct leiding aan een deel van de locatiehoofden en aan een deel van de hoofden van de stafafdelingen. Daarmee blijft een belangrijk kenmerk van de SBWU, de platte organisatie, ondanks de groei, behouden. De portefeuilleverdeling tussen de leden van de Raad van Bestuur is als volgt: Jan Berndsen Zorg Vastgoed Veiligheid Stedelijk netwerk Leidinggevende deel locatiehoofden Leidinggevende stafhoofden Kwaliteit & Zorgbeleid en Zorgtoewijzing & Expertise Leidinggevende bestuurssecretaris
Marlies van Loon Financiën Personeel Kwaliteitsbeleid Landelijk netwerk Leidinggevende deel locatiehoofden Leidinggevende stafhoofden Personeel & organisatie en Bedrijfsbureau
De honorering van de leden van de raad van bestuur valt ruim binnen de kaders van de Beloningscode Bestuurders Zorg. De leden van de raad van bestuur hadden in 2012 de volgende nevenfuncties: De heer J.L.D.J. Berndsen Vicevoorzitter Vereniging de Dolderse Torteltuin
12
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
Mevrouw M.L. van Loon Bestuurslid Vereniging RIBW Alliantie Bestuurslid GGZNederland Lid raad van toezicht Het Sticht (stichting voor primair onderwijs) Lid commissie van toezicht Pieter Baan Centrum te Utrecht Beide leden van de raad van bestuur zijn van 1 oktober 2012 tot 1 januari 2013 interim bestuurder geweest bij Stichting Centrum Vaartserijn. Aanleiding was de voorgenomen fusie met Stichting Centrum Vaartserijn per 1 januari 2013 en het vertrek van de bestuurder van Centrum Vaartserijn per 1 oktober 2012 in verband met zijn pensioen. De voorbereiding van de fusie staat verder beschreven in paragraaf 4.3. Met de raad van toezicht zijn afspraken gemaakt over de informatievoorziening door de raad van bestuur aan de raad van toezicht. In dit Informatieplan staan twintig documenten die naar de raad van toezicht worden gezonden met daarbij de frequentie van de rapportages. Die loopt uiteen van vier keer per jaar voor de ziekteverzuimcijfers tot eens per vijf jaar voor het strategisch huisvestingsplan. De onderwerpen betreffen alle aspecten van het beleid, zoals kwaliteit en veiligheid, financiën, personeel en tevredenheidonderzoeken.
3.3 TOEZICHTHOUDERS Jaarverslag 2012 Raad van Toezicht SBWU Samenstelling De samenstelling van de raad van toezicht was op 31 december 2012 als volgt. Naam
Datum aantreden
Datum aftreden
Periode
Dhr. M.L. de Haan
10-12-2009
10-12-2013
1
Dhr. H.W.J. Henselmans (voorzitter)
18-12-2008
18-12-2016
2
Dhr. R.J. Mascini
10-12-2009
10-12-2013
1
Dhr. A.A. de Mol
19-05-2005
19-05-2013
2
Mw. G. Veltkamp
13-03-2008
13-03-2016
2
De nevenfuncties van de toezichthouders in 2012 worden aan het eind van dit jaarverslag van de raad van toezicht vermeld. Visie op toezicht De raad van toezicht werkt overeenkomstig de normen in de Zorgbrede Governancecode. De visie op toezicht die de raad van toezicht hanteert laat zich als volgt samenvatten. De zorginhoud en de kwaliteit van zorg staan voorop. De raad van toezicht ondersteunt van harte de ambitie van de raad van bestuur om van de SBWU een herstelondersteunende organisatie te maken. Gezonde financiën, kwaliteitsbeleid, goed personeelsbeleid met veel aandacht voor scholing en een adequate bedrijfsvoering zijn cruciaal voor het waarmaken van die ambitie. De raad van toezicht zorgt zowel wat
13
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht betreft de deskundigheid van de leden als in de agendering van de vergaderingen voor evenwicht in de aandacht voor bovengenoemde aspecten. De raad van toezicht vindt het belangrijk dat de toezichthoudende (controlerende) taak en de rol van adviseur van de raad van bestuur beide voldoende aandacht krijgen en op een kwalitatief hoog niveau worden uitgeoefend. De onafhankelijkheid van de leden is geborgd in de statuten van de SBWU. Informatievoorziening De raad van toezicht heeft met de raad van bestuur in een informatieplan vastgelegd over welke onderwerpen en hoe vaak de raad van toezicht en de Auditcommissie worden geïnformeerd. Het Meerjarenbeleid 2012 - 2015 en de in 2010 opgestelde SBWU Strategie voor vastgoed vormen belangrijke toetsingskaders voor het beleid van de Raad van Bestuur. Door middel van schriftelijke bedrijfsinformatie in iedere vergadering van de Raad van toezicht, verslagen van interne controles AO/IC, die in de Auditcommissie worden besproken, rapportages over de interne risicobeheersing, controle op het managementsysteem voor brandveiligheid, en een rapportage over de realisatie van de doelstellingen uit de jaarlijkse kaderbrief wordt de Raad van toezicht voldoende geïnformeerd over de uitvoering van het vastgestelde beleid. De financiële stand van zaken wordt op de voet gevolgd middels kwartaalrapportages, die met name in de Auditcommissie uitgebreid besproken worden. Het grootste deel van de informatie die de raad van toezicht krijgt, is afkomstig van de raad van bestuur. Daarnaast heeft de raad van toezicht als informatiebronnen de externe accountant, de Cliëntenraad, de Ondernemingsraad, werkbezoeken aan locaties en de ontmoeting met de leden van het breed managementoverleg. Een delegatie van de raad van toezicht is eenmaal per jaar aanwezig bij een overlegvergadering van de raad van bestuur met de Cliëntenraden tweemaal per jaar bij een overlegvergadering van de raad van bestuur met de Ondernemingsraad. Vergaderingen In 2012 heeft de raad van toezicht als gebruikelijk vier reguliere vergaderingen gehouden en één extra vergadering in het kader van de besluitvorming rondom de overname van Stichting Centrum Vaartserijn. De raad van bestuur is als regel bij de vergaderingen aanwezig. Bij bepaalde agendapunten verlaat de raad van bestuur de vergadering. Dit jaar was dat eenmaal het geval, bij de terugkoppeling uit de bijeenkomst van de Remuneratiecommissie in december. De accountant is zowel bij de Auditcommissie als bij de raad van toezicht geweest bij de bespreking van het Jaardocument 2011. In 2012 heeft de raad van toezicht overeenkomstig de statutaire bevoegdheden de besluiten van de raad van bestuur goedgekeurd tot vaststelling van de volgende stukken: Jaardocument 2011 Treasurystatuut Aankoop vastgoed Nicolaasstraat, Utrecht In het kader van de fusie: - Fusievoorstel - Toelichting fusievoorstel - Concept statuten SBWU 2013 - Tussentijdse jaarrekening SBWU t/m juni 2012 - Definitief fusiebesluit Interim bestuur Stichting Centrum Vaartserijn door bestuurders SBWU Stichting Stadsbrug: formele oprichting Begroting 2013
14
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht De raad van toezicht heeft tevens: Twee nieuwe leden per 1 januari 2013 benoemd: Mw M. Huisman (voormalig lid raad van toezicht Stichting Centrum Vaartserijn) Dhr E.F.H.M. Hendrickx (voormalig lid raad van toezicht Stichting Centrum Vaartserijn) Besluiten genomen over de honorering van de leden (zie verderop in dit jaarverslag) De accountant een nieuwe opdracht gegeven Verder hebben in de raad van toezicht de volgende onderwerpen op de agenda gestaan: Jaarverslag 2011 Raad van Toezicht Eindrapportage Kaderbrief 2011 Voorbereiding jaargesprek Remuneratiecommissie met raad van bestuur Kaderbrief 2013 Managementrapportages Brandveiligheid Naamswijziging van de SBWU Risicomanagement (wegens volle agenda uitgesteld naar maart 2013) De raad van toezicht heeft ook in 2012 weer locaties van de SBWU bezocht, waaronder locatie Houten, in het bijzonder de voorziening Castellum gespecialiseerd in de begeleiding van mensen met ASS. Daarnaast bezocht de raadde Stichting Stadsbrug, een stichting die mensen ondersteunt bij het starten van een project, bedrijf of voorziening. SBWU is een van de drie organisaties die in deze samenwerkingsstichting participeert. Commissies De raad van toezicht heeft twee permanente commissies, de Auditcommissie en de Remuneratiecommissie. De Auditcommissie bestond in 2012 uit de heer De Haan en de heer Mascini. De Auditcommissie is in 2012 vier keer bijeen geweest. De Remuneratiecommissie, bestaande uit de heer Henselmans en mevrouw Veltkamp, is één keer bijeen geweest ter voorbereiding op de beoordelingsgesprekken met de bestuurders SBWU. Beoordeling raad van bestuur De raad van toezicht heeft in goed overleg met de raad van bestuur en met de inzet van externe expertise een traject van een 360°-beoordeling van raad van bestuur doorlopen. In het kader van dit traject hebben de voorzitter en de vicevoorzitter van de raad van toezicht interviews gehouden met delegaties van de Ondernemingsraad, de Cliëntenraad, de locatie- en stafhoofden en de accountant. Op basis van deze gesprekken is de raad van toezicht tot een beoordeling van het functioneren van de bestuurders gekomen. De raad van toezicht beoordeelt het functioneren van de raad van bestuur als goed. Zowel de bedrijfsmatige als de zorginhoudelijke resultaten van de SBWU zijn goed. Daarnaast worden hoge scores gerealiseerd met betrekking tot de tevredenheid en betrokkenheid van het personeel. De opvattingen van de stakeholders over SBWU over de raad van bestuur zijn ook positief. De aankomende jaren zal de raad van toezicht de wijze waarop de raad van bestuur de organisatie voorbereidt op de transitie van ambulante zorg van AWBZ naar de WMO en op het overheidsbeleid van Scheiden Wonen/Zorg volgen. Scholing De leden van de raad van toezicht hechten waarde aan doorlopende deskundigheidsbevordering om hun rol als toezichthouder en adviseur op hoog niveau te kunnen blijven uitvoeren. Zij bezoeken hiertoe cursussen op verschillende beleidsterreinen alsmede studiedagen van de NVTZ, Nationaal Register en de accountant.
15
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
Bezoldiging Leden van de raad van toezicht besteden tussen de 100 en 150 uur aan hun taak als toezichthouder van de SBWU. Voor de bezoldiging van de leden van de raad van toezicht is in 2010 een nieuwe richtlijn van de NVTZ (Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorginstellingen) van kracht geworden. Dit betekende voor relatief kleine organisaties een grote opwaardering van de financiële vergoeding. De raad van toezicht heeft in 2010 besloten om voor 2012 een verhoging tot 85% van de norm aan te houden en de toeslag voor commissieleden vanaf 2010 alleen te laten gelden voor de leden van de Auditcommissie. Begin 2013 wordt de honorering opnieuw aan de orde gesteld. Nevenactiviteiten De toezichthouders hadden in 2012 de volgende nevenactiviteiten: Dhr. M.L. de Haan - directeur/eigenaar Procore Group BV - directeur/eigenaar www.groenestroomshop.nl - Lid raad van toezicht Topaz - voorzitter Stichting Kind aan Huis Dhr. H.W.J. Henselmans - Raad van Bestuur Sinai Centrum te Amstelveen - bestuurslid stichting Interactie Dhr. R.J. Mascini - directeur-bestuurder Woonpartners Midden-Holland - voorzitter Bouwsociëteit Midden-Holland - voorzitter Stichting Woonomgeving Souburg Waddinxveen - voorzitter Stichting Goudse Weekendschool Dhr. A.A. de Mol - hoofd pvp-en bij de Stichting PVP Mw. G. Veltkamp - zelfstandig toezichthouder, vertrouwenspersoon, conflictbemiddelaar, gespreksleider, coach - lid raad van toezicht Fokus - lid raad van toezicht LSR - voorzitter raad van toezicht Ixta Noa - voorzitter raad van toezicht Soteria Nederland - plaatsvervangend lid klachtencommissie Zuwe Hofpoort ziekenhuis. Dit Jaarverslag is vastgesteld door de raad van toezicht op 21 maart 2013. H.W.J. Henselmans Voorzitter raad van Toezicht
16
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
3.4 RISICOMANAGEMENT
3.4.1 Algemeen beleid De SBWU onderscheidt de volgende risicodomeinen: strategische risico’s, tactische risico’s, operationele risico’s, rapportage risico’s en compliance risico’s. Binnen deze domeinen zijn de kritische risicoprocessen benoemd. Voor de geïdentificeerde risico’s en de onvoorziene risico’s wordt de benodigde weerstandscapaciteit vastgesteld. (zie voor weerstandcapaciteit het hoofdstuk Financieel beleid) Bij het identificeren van de risico’s worden de volgende bronnen gebruikt: expertise raad van bestuur en leden raad van toezicht (strategische risico’s), expertise tactische opdrachtnemers (tactische risico’s), Veiligheidmanagementsysteem en Cliënt- en Medewerkertevredenheidonderzoeken (operationele risico’s). Voor de rapportage risico’s en de compliance risico’s moeten deze bronnen nog geëxpliciteerd worden. De PDCA cyclus van het risicomanagementsysteem is geborgd in de reguliere planning en verantwoordingscyclus van kaderbrief en begroting, voortgangsrapportage, maatschappelijk jaarverslag en jaarrekening. Het systeem als totaal wordt één keer per vier jaar geëvalueerd. Daarnaast geven de in- en externe audits in het kader van HKZ informatie over de uitvoering van zorgprocessen zoals die in kwaliteitsdocumenten staan weergegeven. 3.4.2 Risicodomeinen Hieronder volgt per risicodomein een korte beschrijving van de werkwijze in 2012. Strategische risico’s In 2011 zijn de strategische risico’s voor 2012 vastgesteld en zijn bijbehorende beheersmaatregelen benoemd. Op basis van een korte evaluatie is eind 2012 geconstateerd dat de beheersmaatregelen conform planning zijn uitgevoerd. Tevens zijn de strategische risico’s met bij behorende beheersmaatregelen voor 2013 geactualiseerd. Tactische risico’s Begin 2012 zijn in de organisatie vijftien tactische opdrachten uitgezet. Per opdracht is een tactische werkplan gemaakt, waarin is opgenomen met welke risico’s rekening moet worden gehouden en welke maatregelen worden ondernomen om de risico’s te beperken. In de voortgangsrapportages van de tactische opdrachten is aangegeven in hoeverre risico’s op het punt van de planning, expertise in het tactische team, draagvlak voor het behalen van de resultaten en actualiteit van de gestelde doelen aanleiding geven om een werkplan bij te stellen. Operationele risico’s Met behulp van verschillende instrumenten worden risico’s op operationeel niveau geïnventariseerd, te weten: meldingen van incidenten, cliënttevredenheidsonderzoek, medewerkerstevredenheidsonderzoek, verzuimcijfers, evaluatie brandveiligheid, RIE en informatiebeveiliging. Per instrument volgt hieronder een korte beschrijving van de werkwijze in 2012. Meldingen van incidenten Met ingang van 1 januari 2012 kan er door medewerkers uitsluitend digitaal gemeld worden. Cliënten doen hun meldingen nu via een hardcopy formulier. Een locatiehoofden is verantwoordelijk voor de afhandeling van meldingen van incidenten op zijn locatie.
17
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht Op deze manier is de verantwoordelijkheid voor de oplossing van knelpunten dicht bij de plek gelegd waar het probleem is ontstaan. Een overzicht van de meldingen per locatie wordt besproken door de raad van bestuur met locatiehoofden in het voortgangsgesprek. Er zijn in 2012 521 meldingen met betrekking tot cliënten gedaan. De toename van het aantal meldingen heeft zich na 2011 voortgezet, met respectievelijk 80 meldingen in 2010 en 169 meldingen in 2011. De toename van het aantal meldingen wordt aan de ene kant geïnterpreteerd als het gevolg van een meer toegankelijk meldingssysteem. Maar ook de directe terugkoppeling aan teams over de wijze waarop de melding wordt opgepakt stimuleert medewerkers incidenten te melden. Met het digitaal melden is zo beter zicht ontstaan op de incidenten die in de organisatie plaatsvinden. Het aantal meldingen met betrekking tot medicijnincidenten is ook in 2012 het hoogst. 287 van 521 meldingen betreffen een medicatie-incident. Na een grondige herziening is het protocol Medicatie in september 2012 in zijn nieuwe vorm vastgesteld. Op een aantal punten zijn aanpassingen doorgevoerd om het protocol in lijn te brengen met het kaderdocument medicatiebeleid van de RIBW-alliantie. Het nieuwe protocol is onderdeel van de cursus Medicatieverstrekking. Eind 2012 is de toepassing van het protocol medicatie geëvalueerd. Een incident gemeld door een medeweker wordt gedefinieerd als een gebeurtenis waarbij een medewerker lichamelijk dan wel psychische schade heeft geleden of hand kunnen lijden, al dan niet veroorzaakt door (het nalaten van) handelingen van medewerkers, cliënten, familie van cliënten of andere personen die op welke manier dan ook een relatie hebben met de SBWU. In 2012 zijn er 256 meldingen van incidenten met medewerkers gedaan. In 2011 waren dit er 127. Het overgrote deel van de meldingen in 2012 betrof agressie (168). Naar aanleiding van deze meldingen zijn op locatieniveau acties ondernomen. Cliënttevredenheidonderzoek Eind 2011, begin 2012 is er onder de cliënten een cliënttevredenheidsonderzoek gehouden en op basis van deze resultaten heeft de cliëntenraad in juni 2012 een aantal speerpunten geformuleerd, die door de raad van bestuur zijn opgepakt. Het betreft: Het begeleidingsplan moet een plan van de cliënt zijn De voorlichting over klachtencommissie, cliëntconsulent en Clientenraad moet worden verbeterd Begeleiders moeten aan cliënten actiever informatie geven over dagbesteding Onderzoek de mogelijkheid om de avond-, nacht- , weekenddienst voor alle cliënten open te stellen Stimuleer het gesprek over ‘herstel op de werkvloer’ op de locaties en betrek hierbij cliënten Zorg dat de relatie tussen cliënt en begeleider periodiek wordt geëvalueerd Maak expliciet voor cliënten wat zij van hun begeleider mogen verwachten Per kwartaal wordt de voortgang van de verbeteracties door de raad van bestuur met de Clientenraad besproken. Medewerkertevredenheidonderzoek Eind 2012 zijn de rapportages van het medewerkers tevredenheidonderzoek verschenen. De respons was 81,2 % en het cijfer voor algemene tevredenheid voor de SBWU als werkgever, een 8,2. (vorige meeting een 8,0 en benchmark RIBW een 7,4) Het onderzoek laat in algemene zin zien dat SBWU zeer tevreden en betrokken medewerkers heeft. Op het gebied van rolduidelijkheid en klantgerichtheid zijn binnen de teams nog slagen te maken.
18
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht Essentieel om te behouden en verder te benutten is de aandacht voor groei en scholingsmogelijkheden, de waardering voor medewerkers en de ruimte en vrijheid die medewerkers krijgen om hun werk goed te kunnen uitvoeren, de interne communicatie en samenwerking tussen locaties, en tussen locaties en centraal bureau. Een aantal van de verbeterpunten is al verwerkt in de tactische opdrachten en projecten die aan locatie en stafhoofden zijn gegeven. Daarin is onder andere veel aandacht voor het onderwerp rolduidelijkheid. De locatie en stafhoofden leveren een verbeterplan per team of locatie na bespreking van de resultaten met hun team. Op basis van deze plannen wordt gekeken waar nog organisatiebrede verbeterpunten nodig zijn. Verzuim De SBWU had over 2012 een verzuim percentage van 5.48. Dit ligt iets boven het brancheverzuim dat over 2012 4.91 was. De verzuimcijfers worden in ieder geval drie keer per jaar door de raad van bestuur met de hoofden besproken en waar nodig worden verbeteracties ingezet. In 2013 wordt gezondheidsbeleid ontwikkeld om organisatiebreed het verzuim te laten dalen. Brandveiligheid Locatiehoofden vullen jaarlijks de vragenlijst in die is opgesteld om een overzicht te krijgen van de brandveiligheid op locatie. De borging van het systeem valt onder de bestuursmethodiek brandveiligheid en wordt jaarlijks geagendeerd bij de raad van bestuur en de raad van toezicht. Alle locaties moeten voor 100% voldoen aan de door de overheid verplicht getelde brandveiligheidseisen en voor 100% voldoen aan de door de SBWU verplicht gestelde eisen. Er wordt voor deze laatste eisen een afwijkingsnorm van 20% gehanteerd, die in de komende jaren verder wordt verlaagd. In 2012 hebben alle locaties de vragenlijst ingevuld. Slechts één locatie scoorde voor een van de kantoren onder de toegestane afwijkingsnorm. Voor deze locatie maar ook voor locaties die geen 100% scoorden zijn verbeterplannen opgesteld. Maart 2013 heeft ook de locatie met de te lage score de brandveiligheid weer voldoende op orde. RI&E Op elke locatie wordt regulier een RI&E afgenomen. Op basis van deze inventarisaties worden verbeterplannen opgesteld, die worden geaccordeerd door de Arbodienst, behoeven instemming van de Ondernemingsraad en vaststelling door de raad van bestuur. Informatiebeveiliging Locaties hebben een werkplan voor informatiebeveiliging opgesteld op basis van een centrale kwetsbaarheden/afhankelijkheidsanalyse. Bij het opstellen van de werkplannen zijn locaties ondersteunt door het stafbureau. HKZ Najaar 2012 is in het kader van de HKZ een externe vervolgaudit uitgevoerd die heeft geleid tot een positieve beoordeling. De interne HKZ audits zijn in 2012 wederom thematisch vormgegeven door expliciet aandacht te besteden aan actuele onderwerpen, medicatieveiligheid, dossiervoering en begeleidingsplannen hebben daarin onder meer centraal gestaan. Op basis van de bevindingen zijn verbeteracties op organisatieniveau en/of locatieniveau vastgesteld.
19
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
3.5 CLIËNTENINVLOED
3.5.1 Cliëntenraad De Cliëntenraad van de SBWU functioneert op basis van de WMCZ (Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen). Er is een samenwerkingsovereenkomst van Cliëntenraad en raad van bestuur, daarin zijn zaken geregeld als samenstelling, benoeming en het verstrekken van inlichtingen en gegevens. De SBWU is aangesloten bij de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. De Cliëntenraad is een belangrijke gesprekspartner voor de raad van bestuur. De raad van bestuur neemt vier keer per jaar deel aan de vergadering van de Clientenraad om adviesvragen en andere onderwerpen aangaande cliëntenbeleid te bespreken. De Cliëntenraad beschikt over een eigen budget en heeft twee betaalde ondersteuners, één voor 26 en één voor 24 uur per week. Dit is inclusief de uren voor de taken van cliëntconsulent. (zie hieronder) De raad bestaat uit vertegenwoordigers van alle doelgroepen van de SBWU. In 2012 heeft de Cliëntenraad over de volgende onderwerpen advies uitgebracht aan de raad van bestuur: x Functiebeschrijving Cliëntconsulent x Herpositionering Bureau Herstel x Fusie SBWU – Stichting Centrum Vaartserijn (overname) o Fusievoorstel o Toelichting fusievoorstel o Concept statuten SBWU 2013 x Interim bestuur Stichting Centrum Vaartserijn door bestuurders SBWU x Stopzetten locatie Blauwe Huis voor huidige doelgroep De Cliëntenraad heeft over alle onderwerpen positief geadviseerd. De opmerkingen die de Cliëntenraad bij de adviesaanvragen gemaakt heeft, hebben geleid tot een aanpassing van de tekst of een toezegging door de raad van bestuur dat de opmerkingen worden meegenomen bij de implementatie van het beleid. In de vier overlegvergaderingen van de raad van bestuur met de Cliëntenraad zijn o.a. de volgende onderwerpen besproken: x Financieel jaarverslag 2011 Cliëntenraad x Jaardocument 2011 x Jaarrapport 2011 cliëntvertrouwenspersoon x Jaarverslag 2011 Klachtencommissie Cliënten SBWU x Cliënttevredenheidsonderzoek 2011 x Kaderbrief 2013 x Verbeteracties nav Clienttevredenheidsonderzoek Over het jaarverslag van de Klachtencommissie heeft een apart overleg plaatsgevonden van een delegatie van de Cliëntenraad, een delegatie van de Klachtencommissie en een lid van de raad van bestuur. Zoals gebruikelijk is een delegatie van de raad van toezicht een keer aanwezig geweest bij een overlegvergadering van de Cliëntenraad met de raad van bestuur. In aanloop naar de overname van Stichting Centrum Vaartserijn door de SBWU hebben de twee cliëntenraden vanaf oktober 2012 gezamenlijk vergaderd. Deze werkwijze sloot aan bij de start van het interim bestuursperiode bij Centrum Vaartserijn door de bestuurders van SBWU.
20
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 3.5.2 Cliëntconsulent Op basis van een evaluatie van het functioneren van de externe cliëntvertrouwenspersoon is in overleg met de Cliëntenraad besloten om met ingang van 1 juni 2011 een functie Cliëntconsulent intern te vervullen. In de nieuwe functie is nadrukkelijk ook de taak van mediation opgenomen. De functie van cliëntconsulent wordt uitgeoefend door de ondersteuners van de Cliëntenraad. In het verslagjaar is ongeveer 300 keer contact gezocht met de cliëntconsulenten. In het volgende overzicht wordt weer gegeven wat de aard van consulten is geweest die de consulenten in 2012 met cliënten hebben gehad en welke inhoud het consult betrof. Daar aard en inhoud van een consult in verschillende combinaties kunnen voorkomen zijn de totaalcijfers niet gelijk. Inhoud Bejegening Begeleiding Geldbeheer (Huis)regels Dossierinzage Schorsing Huisvesting Overig
Aantal 12 20 6 8 4 8 10 1
Aard Informatie/voorlichting Advies Bemiddeling Ondersteuning bij een klacht Luisterend oor
Aantal 28 25 13 12 3
In het jaarverslag 2012 hebben de cliëntconsulenten op basis van hun ervaringen de raad van bestuur geadviseerd verbeteracties op te pakken ten aanzien van communicatie over huisregels, dossierinzage, geldbeheer, gedragscode en koppeling begeleider/cliënt. 3.5.3 Klachtencommissie cliënten Op basis van de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector fungeert binnen de SBWU een onafhankelijke Klachtencommissie Cliënten SBWU, kortweg Klachtencommissie genoemd. Eind 2012 bestond de Klachtencommissie uit de volgende personen: x Mevrouw mr. A.M.A.H. Goes, voorzitter x Mevrouw M.M. van der Burg, plaatsvervangend voorzitter x Mevrouw B.M.Ch. Bruns, plaatsvervangend lid, voorgedragen door Cliëntenraad x Mevrouw M.C.M.E. Hooijer, lid, voorgedragen door de Ondernemingsraad x Mevrouw E. van Kooij-Middeldorp, lid, voorgedragen door Cliëntenraad x De heer W.D. Penninga, plaatsvervangend lid, voorgedragen door de Ondernemingsraad Bij de Klachtencommissie zijn in 2012 25 klachten ingediend. Er hebben 13 hoorzittingen plaatsgevonden. De commissie heeft bij elf hiervan een uitspraak gedaan. Twee klachten zijn afgehandeld in januari 2013. De overige twaalf binnengekomen klachten zijn op een andere wijze afgehandeld. Bijvoorbeeld door bemiddeling van een locatiehoofd, de Raad van Bestuur of door bemiddeling van een cliëntconsulent. Enkele klachten zijn door de klagers na indiening weer ingetrokken.
21
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
Bij de elf klachten waarover de Klachtencommissie in 2012 een uitspraak heeft gedaan betrof het de onderwerpen: x Onvoldoende beschikbaar zijn van begeleiding x Onvoldoende betrokkenheid van begeleiding bij oplossen van specifiek probleem (2x) x Onvoldoende voorlichting over de woonomgeving door de begeleiding aan de cliënt x Uitvoering huisregels met betrekking tot huisdieren x Niet nakomen van zorgplicht na gedwongen beëindiging verblijf x Niet ingrijpen bij ontoelaatbaar gedrag van medebewoners x Privacy schending x Te weinig respect voor keuzes bewoner ten aanzien van de woninginrichting x Onduidelijkheid over cadeauregeling cliënt-begeleider x Gedragscode medewerkers De meeste uitspraken van de Klachtencommissie bevatten een of meerdere adviezen aan de Raad van Bestuur. Deze adviezen zijn in het algemeen door de Raad van Bestuur positief opgepakt en hebben tot onder andere de volgende vervolgacties geleid: - Communicatiebeleid over beschikbaarheid begeleiding is onder de aandacht gebracht - Bij een van de locaties zijn de regels voor het houden van huisdieren aangescherpt - Een cliënt heeft andere huisvesting aangeboden gekregen - Protocol Dossiervoering, protocol Privacy en protocol Gedragscode geactualiseerd - Beleid tav giften cliënt aan medewerker is voor één van de locaties opnieuw vastgesteld - Onderzoek naar aard, kwaliteit en omvang van begeleiding van specifieke cliënt, waar nodig kan dit onderzoek leiden tot organisatie brede maatregelen
3.6 ONDERNEMINGSRAAD Binnen de SBWU functioneert een Ondernemingsraad conform de Wet op de Ondernemingsraden. De Ondernemingsraad heeft in 2012 over de volgende onderwerpen advies uitgebracht of instemming gegeven: x x x x
x x x
Nieuwe locatie IJsselstein Herpositionering Bureau herstel RI&E Houten/Kervelhof, Utrecht West en Noordzeestraat Fusie SBWU – Stichting Centrum Vaartserijn (overname) o Fusievoorstel o Toelichting fusievoorstel o Concept statuten SBWU 2013 Interim bestuur Stichting Centrum Vaartserijn door bestuurders SBWU Nieuwe stafafdeling Vastgoed & facilitair Stopzetting locatie Blauwe Huis voor huidige doelgroep
De definitieve besluitvorming over Herpositionering Bureau Herstel is door de raad van bestuur uitgesteld naar 2013. In de overlegvergaderingen, die in 2012 zes keer zijn gehouden, zijn alle advies- en instemmingaanvragen besproken. Naast de advies- en instemmingverzoeken hebben ook andere onderwerpen op de agenda van de overlegvergaderingen van de raad van bestuur met de Ondernemingsraad gestaan.
22
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht De voornaamste daarvan waren: x Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) x Aanschaf pand Nicolaasstraat / Nicolaaskerkhof x Invoering digitale salarisstroken x Verzuimcijfers x Productieberekening x WMO x Werkkostenregeling x Eindrapportage Kaderbrief 2012 x Managementrapportages per kwartaal x Jaardocument 2011 incl. accountantsverslag x Arbo jaarverslag 2011 en actieplan 2012 x Jaarverslag Stuurgroep Veiligheid x Kaderbrief 2013 x Samenwerking OR SBWU en OR Stichting Centrum Vaartserijn x Begroting 2013 x Verkiezingen OR 2013 Een delegatie van de raad van toezicht is in 2012 twee keer bij een overlegvergadering aanwezig geweest. In aanloop naar de overname van Stichting Centrum Vaartserijn door de SBWU hebben de twee ondernemingsraden vanaf oktober 2012 gezamenlijk vergaderd. Deze werkwijze sloot aan bij de start van het interim bestuursperiode bij Centrum Vaartserijn door de bestuurders van SBWU. In de gezamenlijke vergaderingen zijn onder andere afspraken gemaakt over het samenvoegen van de raden na de fusie en over de verkiezingen in 2013. De raden hebben in het laatste kwartaal van 2012 wel onafhankelijke adviezen uitgebracht aan de bestuurders. De Ondernemingsraad heeft in december 2012 het OR-Reglement gewijzigd, waarin onder andere bevoegdheden, samenstelling en werkwijze zijn vastgelegd. In het Reglement zijn eenmalig de OR-zetels verdeeld over twee kiesgroepen en is opgenomen dat er digitaal gestemd wordt in plaats van schriftelijk. De verkiezingen staan gepland voor 28 februari - 6 maart 2013. Er zijn dan mede als gevolg van de overname 13 zetels beschikbaar. Drie van deze zetels zijn beschikbaar voor de kiesgroep Centrum Vaartserijn de andere 10 zijn beschikbaar voor kiesgroep SBWU.
23
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
4. BELEID, RESULTATEN EN TOEKOMSTVERWACHTINGEN De SBWU verleent haar zorg vanuit een herstelondersteunende visie, waarbij de eigen kracht, mogelijkheden en ervaringsdeskundigheid van onze cliënten centraal staan. Deze visie is leidend voor ons handelen en het beleid dat we uitzetten. We vinden het belangrijk om deze visie en werkwijze niet alleen naar onze eigen cliënten en medewerkers uit te dragen, maar om deze ook te delen met ketenpartners en andere personen en instellingen binnen de maatschappij. Daarbij vinden we steeds meer gehoor. De herstelvisie sluit aan bij de maatschappelijke paradigmaverandering waarbij in toenemende mate gekeken wordt naar de mogelijkheden van cliënten en waarbij een psychiatrisch ziektebeeld niet automatisch betekent dat je de rest van je leven in een gesloten of begeleide setting moet leven. Sterker nog, het besef groeit dat (langdurige) opname cliënten juist schade kan berokkenen, omdat dit ten koste gaat van zelfstandigheid en zelfredzaamheid. De focus op verzorgen en beschermen maakt plaats voor regie over het eigen leven, voor participatie en het hervinden van de eigen kracht. 4.1 MEERJARENBELEID Eind 2011 is een nieuw meerjarenbeleidsplan vastgesteld dat de beleidsplannen voor de periode van 2012-2015 beschrijft. Jaarlijks wordt op basis van dit meerjarenplan en eerder behaalde resultaten een kaderbrief opgesteld waarin beschreven is hoe in het komende jaar gewerkt wordt aan het realiseren van het meerjarenbeleid. De voortgang van de acties, doelen en prestatie-indicatoren uit de kaderbrief wordt gemonitord via voortgangsgesprekken die driemaal per jaar worden gevoerd door de Raad van Bestuur met ieder van de locatie- en stafhoofden. Zij schrijven daaraan voorafgaand een voortgangsrapportage. Na afloop van het jaar schrijft de Raad van Bestuur een samenvatting van de voortgangsrapportages. Hiermee wordt verantwoording afgelegd betreffende de stand van zaken binnen de organisatie o.a. aan de Raad van Toezicht. Deze samenvatting geeft een beeld welke ambities in dat jaar zijn aangepakt en wat het resultaat daarvan is geweest. In het Meerjarenbeleid 2012 - 2015 staan de volgende ambities: 4.1.1 Zorginhoudelijk
In 2015 levert de SBWU haar cliënten de zorg die zij van ons nodig hebben, waarbij we onze rol zo klein als mogelijk maken. De begeleiding is vooral gericht op het ondersteunen en stimuleren van cliënten om hun eigen kracht en zelfredzaamheid te vergroten en op het versterken van hulpbronnen buiten de georganiseerde GGZ. In 2015 is voor cliënten, medewerkers en externen duidelijk welke rol de SBWU inneemt in het herstelproces van onze cliënten en welke verwachtingen we hierbij van anderen (naastbetrokkenen, wijkorganisaties, ketenpartners, etc) hebben. In 2015 werkt de SBWU, vooral bij ambulante cliënten, met teams die in staat zijn om per cliënt begeleidingslijnen uit te zetten en dit als team uit te voeren waarbij ieder teamlid een duidelijke taak heeft. Om dit te bereiken wordt de komende jaren per zorgprogramma geformuleerd welke zorg geleverd wordt, door welke medewerkers (functies) dit gebeurt en hoe de afstemming binnen het team én binnen het netwerk plaatsvindt. Op basis hiervan wordt bepaald welke teamsamenstelling per zorgprogramma nodig is. In 2015 wordt ervaringsdeskundigheid op duurzame wijze ingezet binnen onze begeleiding hebben medewerkers met cliëntervaring de mogelijkheid hun ervaringsdeskundigheid te benutten in hun werk.
24
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
In 2015 heeft 80% van onze cliënten minimaal 2 dagen per week een voor hen betekenisvolle vorm van dagbesteding. Deze zal, in ieder geval voor de cliënten met een lichtere ZZP en voor onze ambulante cliënten, veelal buiten de SBWU gesitueerd zijn en bij voorkeur in de vorm van betaald werk (evt. met ondersteuning) In 2015 heeft de SBWU alleen cliënten met ZZP 1 of 2 in zorg wanneer absoluut noodzakelijk is dat zij AWBZ-gefinancierde zorg krijgt. De begeleiding die deze cliënten van ons krijgen is ambulant, met een tijdelijk en sterk ontwikkelingsgericht karakter. In 2015 is, in nauwe samenwerking met de behandelinstellingen en naastbetrokkenen, een nazorgmodel ontwikkeld waarmee uitgestroomde cliënten (met een lichtere ZZP) kunnen monitoren en een dreigende terugval tijdig kunnen signaleren. In 2015 heeft de SBWU een groter percentage cliënten in ZZP 3, 4, 5 en 6 in zorg. Voor deze cliënten is zowel passende BW- als BZW-zorg ontwikkeld die ontwikkelingsgericht, wijkgericht en waar mogelijk tijdelijk (maximaal 3 jaar) is. In 2015 zijn zorgprogramma’s ontwikkeld voor ASS-cliënten, forensische cliënten en cliënten met een gecombineerde psychiatrische en verslavingsgerelateerde problematiek. In deze zorgprogramma’s komen zowel onze visie, ons zorgaanbod en de samenwerking met ketenpartners aan de orde.
4.1.2 Organisatie en bedrijfsvoering In 2015 is BW-aanbod van de SBWU uitgegroeid tot maximaal 750 plaatsen, waarvan 500 plaatsen met intensieve, langdurige zorg voor cliënten met een ZZP 4, 5 of 6 (250 plaatsen GGZ, 250 plaatsen OGGZ) en 250 plaatsen sterk ontwikkelingsgerichte zorg met een tijdelijk karakter voor cliënten met een lichtere ZZP (m.n. ZZP 3). In 2015 is het ambulante aanbod van de SBWU uitgegroeid tot maximaal 1000 cliënten, waarvan een deel nieuw ontwikkelde intensieve ambulante zorg ontvangt In 2015 is de SBWU optimaal voorbereid op een mogelijke overheveling van de ambulante zorg aan cliënten met lichtere ZZP’s naar de gemeentes. Om onze (in zorgzwaarte en begeleidingsvorm verschuivende) cliëntenpopulatie passend te kunnen huisvesten investeert de SBWU de komende jaren in het verwerven van eenpersoonswoningen en geclusterd wonen. De traditionele groepswoningen worden voor 2015 grotendeels omgebouwd of afgestoten. In 2015 is de SBWU (en dan met name ook op tactisch vlak) een gezonde organisatie die voorbereid is op de ontwikkelingen en eisen die in de toekomst op op ons afkomen. In 2015 heeft de SBWU een breed gedragen integraal risicomanagement waarmee we weloverwogen keuzes maken met inachtneming van de risico’s en waarmee we voldoen aan de eisen van interne en externe toezichthouders. In 2015 werkt de SBWU met een nieuw, gebruiksvriendelijk en geïntegreerd systeemlandschap. De basis daarvan wordt gevormd door een EPD waarbij mobiel werken mogelijk is. In 2015 is E-health een vast onderdeel van het SBWU zorgaanbod, waarbij (met name voor ambulante cliënten) op een laagdrempelige en kosteneffectieve wijze zorg verleend kan worden als aanvulling op de reguliere face-to-face begeleiding. Alle cliënten die beschermd wonen en de BZW-cliënten die in aanmerking komen voor E-health, hebben in 2015 toegang tot een computer met internetverbinding In 2015 werkt de SBWU met een Veiligheidsmanagementsysteem (VMS) waarmee veiligheid op lokaal niveau georganiseerd en op centraal niveau gemonitord wordt In 2015 wordt de Zorgmonitor op alle locaties voor alle cliënten gebruikt, als middel om de kwaliteit van zorg (zowel op individueel niveau, als op locatie- en organisatieniveau) te verbeteren. Hiertoe worden o.a. de preventieve risicoinventarisaties op cliëntniveau ingebed in de zorgmonitor en de begeleidingsmethodiek.
25
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht In 2015 heeft de SBWU een helder beleid rondom prestatie-indicatoren, dat niet leidt tot een verhoging van de rapportagedruk, maar bestaande informatie bundelt tot een betekenisvol geheel op basis waarvan concreet gestuurd kan worden. In 2015 heeft de SBWU haar werkwijze en de resultaten daarvan verhelderd en geborgd in een gebruiksvriendelijk documentbeheersysteem. 4.1.3 Maatschappelijke omgeving In 2015 is de SBWU, zowel zorginhoudelijk als in haar bedrijfsvoering, optimaal uitgerust voor de overheveling van (een deel van) de ambulante zorg naar de Wmo. In 2015 maakt de SBWU vanuit een heldere communicatie en profilering duidelijk wat onze positie en meerwaarde is binnen de wijknetwerken en ten opzichte van de ketenpartners. Daardoor zijn we een duidelijk zichtbare en toegankelijke partner. In 2015 heeft de SBWU, samen met de ketenpartners, een meerjarenplanning voor de langdurige GGZ-zorg in Utrecht ontwikkeld, waarbij alle partijen vanuit hun eigen deskundigheid een rol op zich nemen. De SBWU richt zich hierbinnen op het realiseren van woonbegeleiding in de wijk. In 2015 is er in iedere buurt met een SBWU-kantoor een maatschappelijk steunsysteem op basis van duidelijke afspraken met netwerkpartners In 2015 worden naastbetrokkenen actief betrokkenen bij het herstelproces van onze cliënten. 4.1.4 Medewerkers In 2015 heeft de SBWU een actief loopbaan- en doorstroombeleid uitgewerkt en geïmplementeerd. In 2015 heeft de SBWU een gezondheidsbeleid uitgewerkt en geïmplementeerd. In 2015 zijn nieuwe bruikbare recruitmentbronnen en –technieken opgespoord en benut. In 2015 is een kwaliteitsslag gerealiseerd in de kennis, kunde en competenties van medewerkers op het gebied van - professioneel en methodisch werken, - psychopathologie, - in teamverband, wijkgericht, ontwikkelingsgericht werken, - begeleiding naar maatschappelijke participatie. In 2015 zijn bij zorgprogramma’s behorende medewerkerprofielen uitgewerkt en deze profielen zijn geïmplementeerd in het P&O-instrumentatrium. In 2015 is ervaringsdeskundigheid op duurzame wijze, via een gedegen ondersteunings- en implementatietraject ingebed in herstelondersteunende zorg. In 2015 is een platform opgericht waar medewerkers kunnen onderzoeken of en hoe zij hun cliëntervaring kunnen en willen inzetten in hun werk. In 2015 is het HR Management tactisch steviger op instellingsniveau ingestoken, is de P&O-afdeling gegroeid in professionaliteit en is het scholingsafdeling uitgebreid.
4.2 RESULTATEN 2012 De resultaten zoals hieronder beschreven geven weer hoe er in 2012 gewerkt is aan de realisatie van het Meerjarenbeleidplan 2012-2015. De resultaten zijn conform het meerjarenbeleidplan geclusterd naar vier beleidsterreinen: zorginhoud, organisatie en bedrijfsvoering, maatschappelijke omgeving en medewerkers.
26
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 4.2.1 Zorginhoud In 2012 zijn de voorbereidingen op de WMO breed opgepakt. Er is een impact analyse van de overgang naar WMO gemaakt op basis waarvan is opdracht is gegeven om - het aanbod voor de huidige intensieve BZW doelgroep te beschrijven in termen van producten die geschikt zijn voor aanbesteding binnen de Wmo - het aanbod huidige ambulante aanbod van de SBWU te beschrijven in nieuwe ambulante producten die geschikt zijn voor aanbesteding binnen de WMO. In kwartaal 4 van 2012 is met deze trajectbeschrijvingen een gedegen begin gemaakt. ZZP’s 1 en 2 worden vanaf 2012 in overleg met het zorgkantoor niet meer door de SWBU uitgevoerd. De SBWU participeert met andere GGZ en maatschappelijke diensverleners in diverse projecten waarin het realiseren van wijkgerichte maatschappelijk steunsystemen centraal staat. In 2012 is een concept richtlijn methodisch werken Herstelondersteunende Zorg ontwikkeld waarin centraal staan: het Krachtenmodel (Strenght model), Motiverende gespreksvoering en de IRB. In combinatie met onze eigen begeleidingsplan systematiek, voegen we zo drie evidence-based werkwijzen toe zodat begeleiders cliënten gerichter methodisch kunnen ondersteunen in hun herstelprocessen. Een plan van Bureau Herstel om te starten met een peer-to-peer centrum en een herstelhuis waarin zelfhulp en maatschappelijke participatie centraal staan, is goedgekeurd. In 2012 is op verschillende plekken in de organisatie verder ervaring opgedaan met het werken met ervaringsdeskundigen in de begeleiding. Binnen de SBWU wordt de verworven kennis in 2013 meegenomen in de beleidsontwikkeling ten aanzien van ervaringsdeskundigheid binnen de SBWU. Inmiddels zijn de ervaringen verwerkt tot een manuscript dat in 2013 in boekvorm zal verschijnen bij SWP. Blijkens de tweede meting van de participatieladder (eind 2012), hebben 42% van alle BW en BZW cliënten 2 of meer dagdelen dagbesteding (13% één dagdeel, 46% geen). Niet alle cliënten hebben echter een indicatie dagbesteding bij de SBWU. Degene die dat wel hebben, hebben gemiddeld wel 1,9 dagdeel dagbesteding. Met verschillende partners uit de stad Utrecht is de SBWU het project 50-banenplan gestart. De organisaties willen in totaal 50 reguliere banen beschikbaar stellen voor (ex-) cliënten. De SBWU heeft in 2012 zeven reguliere banen bemenst in het kader van dit project. In 2012 is een nazorgmodel ontwikkeld voor cliënten die uitstromen. Afgesproken is dat cliënten die zijn uitgestroomd contact kunnen opnemen met de SBWU en indien nodig direct ambulante hulp kunnen krijgen. Als nodig kunnen zij vervolgens begeleid worden naar passende hulp. De implementatie van het model staat gepland voor 2013. Goede zorg volgens de SBWU is zorg die het herstelproces van cliënten ondersteunt en die bijdraagt aan tevredenheid en kwaliteit van leven van cliënten. In het herstel van de cliënt zijn naastbetrokkenen - familie, vrienden, kennissen, collega’s - van groot belang en daarom zijn zij dat ook in de zorg die de SBWU biedt. Op basis van pilots bij twee locaties is een Richtlijn Naastbetrokkenen ontwikkeld. In 2013 wordt deze richtlijn geïmplementeerd. In 2012 zijn er programmabeschrijvingen gemaakt voor de doelgroep ASS en voor cliënten met een forensische achtergrond. Voor het aanbod van de hostels is een toekomstanalyse gemaakt: hoe ontwikkelt de vraag van de huidige doelgroep (langdurig
27
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht verslaafden die vaak jarenlang dak- en thuisloos zijn geweest) zich in de komende jaren en welk aanbod is hiervoor passend. Geconcludeerd is dat een beter georganiseerde doorstroom vanuit de maatschappelijke opvang (in bijzonder de nachtopvang) naar de hostels om continuering van het huidige aanbod van de hostels vraagt. 4.2.2 Organisatie en bedrijfsvoering Eind 2010 is de SBWU gestart met een management development traject. De ontwikkelfase van het traject is in 2011 afgesloten waarbij de organisatiestructuur gelijk is gebleven maar de locatie- en stafhoofden formeel een rol hebben gekregen in het tactisch management. In 2012 is gestart met implementatie van de werkwijze. Locatie- en stafhoofden hebben van de raad van bestuur tactische opdrachten gekregen op het niveau van beleidsontwikkeling, verdere professionalisering van de zorg voor specifieke doelgroepen en de ontwikkeling van in- en externe ketensamenwerking. Eind 2012 is de nieuwe inrichting en besturing tussentijds geëvalueerd, waarbij onderlinge uitwisseling en afstemming van resultaten van tactische opdrachten als belangrijkste verbeterpunten genoemd werd. Het traject management leadership development dat in 2012 collectief is aangeboden wordt in 2013 op basis van individuele behoeften voortgezet. SBWU is een financieel gezonde organisatie. Zowel de vermogenspositie als het jaarresultaat en de kasstromen geven op dit moment reden tot tevredenheid. Daar waar de organisatie risico's signaleert, worden maatregelen genomen om deze risico's te beperken. Op basis van een rekensystematiek wordt ook beoordeeld of de weerstandscapaciteit toereikend is. In het hoofdstuk financieel beleid wordt hier uitvoeriger op ingegaan. Met betrekking tot het informatiebeleid heeft 2012 in het teken gestaan van de teleurstellende uitkomst voor het project met betrekking tot de vervanging van het elektronisch cliëntendossier. De gecontracteerde leverancier kon niet conform de gestelde planning een proof of concept opleveren. Dit betekent dat de totale planning circa een jaar vertraging heeft opgelopen. Met het tekenen van het contract in 2013 is de planning dat in 2014 de organisatie overgaat naar een nieuw ECD. Andere projecten op het gebied van informatiebeleid zijn hierdoor en als gevolg van de fusie minder voortvarend opgepakt. Daar waar met E-Health toepassingen pilots draaien, is er aansluiting in de projecten voor wat betreft de koppelingen met systemen. De zorgmonitor is na evaluatie in 2012 uitgerold in alle locaties van de SBWU. Begin 2013 doet circa 50% van de cliënten hieraan mee. De HONOS-scores worden gebruikt als risico taxatie op cliëntniveau. In 2012 is een eerste set prestatie indicatoren geformuleerd en per locatie opgeleverd ter bespreking met de raad van bestuur. In 2013 wordt een project gestart waarin wordt nagegaan hoe deze prestatie indicatoren via het elektronisch cliëntendossier maandelijks of per kwartaal kunnen worden aangeleverd aan locatiehoofden. Het aanbod aan woonvormen met eenpersoonseenheden heeft zich in 2012 niet significant gewijzigd. SBWU heeft in 2011 nog verschillende nieuwe geclusterde appartementencomplexen in gebruik genomen als aanvulling op of vervanging van bestaande capaciteit in groepswoningen. In het verslagjaar is de vastgoedcrisis ook voor cliënten van invloed gebleken. Diverse initiatieven in samenwerking met corporaties in het werkgebied zijn door ontbrekende marktperspectieven en financieringsvraagstukken vertraagd of stilgelegd. Positieve uitzondering is het pand in de Nicolaasstraat in het centrum van Utrecht, een zelfstandige ontwikkeling van SBWU die in 2013 in gebruik zal worden genomen.
28
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
De organisatie beraadt zich in de veranderende vastgoedmarkt op verschillende strategieën. Flexibiliteit in capaciteit blijft daarbij voorop staan en huur heeft de voorkeur boven eigendom. Zo is SBWU in 2012 verschillende trajecten gestart om de kanteling in het woonaanbod van groepswoningen naar eenpersoonseenheden ook in bestaand vastgoed van woningbouwcorporaties invulling te gaan geven. SBWU streeft ernaar om op verschillende locaties en met verschillende partners in wonen en zorgen zulke transities op te starten, zodat de doorstroom van cliënten naar verschillende vormen van eenpersoonshuishoudens per saldo op een acceptabel niveau zal kunnen blijven. 4.2.3 Maatschappelijke omgeving Met de fusie met Centrum Vaartserijn heeft de SBWU een nieuwe ambulante tak van cliënten in zorg genomen. In ons huidige ECD levert dit de nodige uitdagingen op om dit naar wens te kunnen administreren. In een nieuw ECD verwachten wij dat dit beter kan, en dat ook met een verdergaande ambulantisering naar de WMO dit door de bedrijfsvoering verwerkt kan worden. In 2012 is het naastbetrokkenbeleid geactualiseerd en zijn methodisch hulpmiddelen (netwerkanalyse, triadekaart) geïntroduceerd om naastbetrokkenen (in goed overleg met de cliënt) vanaf intake tot de beëindiging van de zorg door de SBWU nadrukkelijker te betrekken bij de begeleiding. 4.2.4 Medewerkers Door het onverwachte vertrek van het hoofd P&O alsmede door onvoorziene externe ontwikkelingen (fusie Centrum Vaartserijn en sluiting van een locatie) is er vertraging opgelopen in het realiseren van de doelen uit het meerjarenplan. Wel zijn er op meerdere onderwerpen voorbereidende werkzaamheden verricht. Dit is o.a. het geval op het gebied van gezondheidsbeleid en het loopbaan- en door stroombeleid. Dit zal in 2013 dan ook resulteren in een geïntegreerd beleid. Tevens is in 2012 de ontwikkeling van zorgprogramma’s in 2012 (verder) opgepakt deze programma’s leiden in 2013 een advies over medewerkers –en teamprofielen. Op het gebied van ervaringsdeskundigheid is middels een pilot veel geleerd over de inzet van ervaringsdeskundigen binnen onze organisatie. Deze ervaring zijn vastgelegd en worden in boekvorm uitgegeven. In 2013 zal dit verder vertaald worden naar een gedegen ondersteunings- en implementatietraject. In 2012 is het platform voor medewerker met cliëntervaring meerdere keren bij elkaar gekomen. In dit platform kunnen medewerkers onderzoeken of en hoe zij hun cliëntervaring kunnen en willen inzetten in hun werk. Eind 2012 is deze werkwijze van ontwikkeling van ervaringsdeskundigheid geëvalueerd en is geconstateerd dat er behoefte is aan een tweede platform, deze zal in 2013 van start gaan. Naast de voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van het meerjarenbeleid zijn er op locatie niveau verschillende initiatieven op het terrein van cliënteninvloed op personeelbeleid opgepakt. Zo is er bijvoorbeeld geëxperimenteerd met 360 graden feedback procedures rondom jaargesprekken. Deze initiatieven zullen in 2013 hun eerste resultaten laten zien daarbij zal zeker gekeken worden naar de bruikbaarheid voor de totale organisatie.
29
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
4.3 ACTUELE ONTWIKKELINGEN 2012 De volgende ontwikkelingen in 2012 gaven aanleiding tot extra inzet dan wel bijstelling van het (meerjaren)beleid. Ambulantisering Begin 2012 heeft de overheid in het Lenteakkoord afgesproken dat cliënten vanaf 1 januari 2013 niet meer in aanmerking kunnen komen voor ZZP1 en ZZP2. Nieuwe cliënten met deze zorgvraag kunnen alleen nog ambulante begeleiding krijgen. De intentie van dit overheidsbeleid om mensen zo lang mogelijk in de eigen omgeving en in eigen huis begeleiding te bieden, sluit goed aan bij de visie van de SBWU: de begeleiding is gericht op het ondersteunen en stimuleren van cliënten om hun eigen kracht en zelfredzaamheid te vergroten en het versterken van hulpbronnen buiten de georganiseerde GGZ. De cliënt is niet de hele dag patiënt maar leeft, weliswaar met beperkingen, een leven met kansen en mogelijkheden zoals de SBWU dat vanuit haar herstelondersteunende visie kan ondersteunen. De SBWU heeft in 2012 op het overheidsbeleid ingespeeld door geen nieuwe cliënten met ZZP1 of 2 in te laten stromen en gericht te werken aan uitstroom van ZZP1 en 2. Waar nodig ging het om uitstroom naar ambulante zorg. Daarnaast staat voor ZZP3 de indicatie verblijf ter discussie. Omdat hier binnen de GGZ veel weerstand tegen is, is intussen afgesproken dat in de komende periode door de sector wordt onderzocht op welke manier deze extramuralisering uit te voeren is. Een deel van deze groep kan wat betreft zorgbehoefte goed ambulant begeleid worden. Een ander deel is zodanig instabiel dat (tijdelijk) begeleiding met verblijf noodzakelijk is. Fusie Stichting Centrum Vaartserijn In november 2011 zijn de bestuurders van Stichting Centrum Vaartserijn (CVR) en Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht (SBWU) met elkaar in gesprek gekomen over de stelselwijzigingen in het zorg- en welzijnsbeleid en de effecten daarvan op de organisaties. Beide organisaties werken in hetzelfde gebied en hebben een gemeenschappelijk doel. De stelselwijziging, die in 2007 met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is ingezet, is er één in een lange reeks van ontwikkelingen die beide organisaties raken. Centrum Vaartserijn heeft de eerste consequenties daarvan begin 2012 ervaren met de aangekondigde sluiting van de locatie Vaartserijnstraat eind 2012. Een ontwikkeling die de organisatie kwetsbaar maakte. Beide organisaties hebben het eerste kwartaal van 2012 onderzocht op welke wijze zij met elkaar kunnen zorgen voor de continuïteit en kwaliteit van zorg en begeleiding. Maar ook hoe de bijbehorende werkgelegenheid veilig kon worden gesteld. Besloten is de activiteiten van SBWU en CVR middels een juridische fusie samen te voegen en door SBWU voort te laten zetten. Het fusietraject is tevens aanleiding geweest voor het actualiseren van de statuten van de SBWU. De nieuwe statuten zijn 1 januari 2013 van kracht geworden. In het fusietraject en de bijbehorende besluitvorming zijn de beide ondernemingsraden, cliëntenraden en raden van toezicht nauw betrokken geweest. Zij hebben positief geadviseerd over de fusie respectievelijk goedkeuring aan het fusiebesluit gegeven. Tijdens het fusietraject is extern advies ingewonnen bij juristen van het kantoor Dirkzwager. De juridische fusie is op 31 december 2012 het kantoor Dirkzwager geformaliseerd en 1 januari 2013 van kracht geworden.
30
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht De juridische fusie heeft niet geleid tot een verlies aan banen. De medewerkers van SBWU en CVR verrichtten na de fusie hun werkzaamheden binnen de verkrijgende stichting SBWU. Alle in rechte afdwingbare verplichtingen van de werknemers van CVR zijn overgenomen door SBWU. Met instemming van de vakbond is het sociaal plan vastgesteld waarin is opgenomen dat alle medewerkers van Centrum Vaartserijn (vallend onder de CAO Welzijn) ingevoegd worden in de CAO GGZ, zodat de SBWU met één CAO kan blijven werken. In 2012 is in het 4de kwartaal al een groot deel van de bedrijfsvoeringprocessen van CVR geïntegreerd in de processen van SBWU. In 2013 zal verder gewerkt worden aan de integratie van cliënten, medewerkers en vastgoed op operationeel niveau. Aankoop vastgoed Nicolaasstraat De basisstrategie voor SBWU bij het verwerven van huisvesting is huur, zowel woningen als kantoren. Alleen in bijzondere omstandigheden kan koop aan de orde zijn. Drie redenen hebben de SBWU doen besluiten tot koop van de panden in de Nicolaasstraat over te gaan: verkoper (Altrecht) wilde de panden verkopen en wil vanuit haar kerntaak geen rol als verhuurder; de directie van woningcorporatie Bo-Ex, een langdurige samenwerkingspartner van SBWU, gaf aan niet te willen en kunnen investeren in de objecten om vervolgens aan SBWU te verhuren; vooroverleg met private partijen heeft niet geleid tot het vinden een investeerder die langdurig aan SBWU wil verhuren. Het kopen van de woningen is in dit bijzondere geval acceptabel bevonden omdat de onderliggende vastgoedrisico’s beperkt zijn. In juli 2012 heeft de overdracht plaatsgevonden. In de panden aan de Nicolaasstraat wordt in 2013 een 24-uursvoorziening gerealiseerd met 19 plaatsen beschermd wonen voor cliënten met een hoge ZZP (4 en 5). Door de ligging van de panden (in de nabijheid van een psychiatrische kliniek van Altrecht) is een tijdelijke opname fysiek een kleine stap en kan na opname de mogelijk makkelijker het reguliere leven weer worden opgepakt. De verbouwing start in het eerste kwartaal van 2013. Het streven is eind kwartaal 3 2013 de voorziening gereed te hebben voor cliënten. Vanaf medio augustus 2013 zal het team Nicolaasstraat operationeel zijn. Met ketenpartners worden samenwerkingsafspraken gemaakt over ondersteuning van cliënten en. Voornaamste ketenpartners zijn FACT team, FACT Centrum en Altrecht ABC. Voorlopige verlenging jaarcontracten De Raad van Bestuur heeft voorjaar 2012 besloten dat vanaf 15 mei 2012 nieuwe arbeidscontracten voor bepaalde tijd bij het verstrijken van de contractduur niet omgezet worden naar onbepaalde tijd. Ook niet bij gebleken geschiktheid. Met deze maatregel anticipeert de SBWU op de transitie van ambulante begeleiding van de AWBZ naar de WMO. Omdat de personele effecten daarvan nog onduidelijk zijn, heeft de SBWU behoefte om meer flexibiliteit in te bouwen in haar personeelsbezetting. Bij gebleken geschiktheid kan de arbeidsovereenkomst wel worden voortgezet, voor een dan vast te stellen termijn. Dit voortzetten is twee keer toegestaan (in totaal drie termijnen), of voor een totale contractduur van maximaal 36 maanden. Zelfstandige stafafdeling Vastgoed en facilitair Met ingang van 1 januari 2013 heeft de SBWU een zelfstandige stafafdeling Vastgoed en facilitair. De subafdeling Vastgoed & Veiligheid van het Bedrijfsbureau is in deze stafafdeling onder gebracht.
31
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht De beweegredenen voor dit besluit zijn zowel van beleidsmatige als organisatorische aard. Het belang van Vastgoed is de afgelopen jaren binnen de gezondheidzorg en daarmee binnen de SBWU sterk toegenomen. Het is daarom wenselijk dat de raad van bestuur deze afdeling via een stafhoofd direct aanstuurt. De opdracht zoals beschreven in het strategisch vastgoed beleid is bovendien dermate omvangrijk en verspreid over (bijna) alle locaties dat een positie als stafafdeling hiervoor noodzakelijk is. De groei van de organisatie zorgt niet alleen voor een toename van de werkzaamheden van de subafdeling Vastgoed en Veiligheid, maar ook van de werkzaamheden van het Bedrijfsbureau als totaal. Het omvormen van een deel van het Bedrijfsbureau tot een zelfstandige stafafdeling is vanuit organisatorisch oogpunt dan ook wenselijk. Daarnaast wordt toegewerkt naar een meer gecentraliseerd beheer van vastgoed en facilitaire zaken waardoor de omvang van de werkzaamheden van de subafdelingen toeneemt. Beëindigen zorgaanbod Blauwe Huis December 2012 heeft de raad van bestuur besloten om het zorg voor zwerfjongeren dat aangeboden werd op locatie het Blauwe huis te beëindigen. Hiervoor waren zowel zorginhoudelijke als bedrijfsmatige redenen. De groep jongeren die verwezen werd naar het Blauwe huis betrof vooral jongeren met ernstige persoonlijkheidproblematiek. In de praktijk blijkt dat cliënten met persoonlijkheidsproblematiek elkaars gedrag negatief versterken. De verschillende interventies die de afgelopen jaren zijn gepleegd in het Blauwe huis met betrekking tot zorgaanbod en expertise van medewerkers hebben niet geleid tot voldoende verbetering van het begeleidingsklimaat en de veiligheid in en om het huis. Daarnaast is het de afgelopen zes jaar niet gelukt voldoende cliënten te vinden voor de woonvorm. De investeringen uit eigen middelen bleven dermate hoog dat een verantwoorde bedrijfsvoering op termijn niet meer mogelijk was. De sluiting is als reorganisatie aangemerkt, waardoor voor medewerkers werkzaam op het Blauwe Huis het doorlopend sociaal plan van toepassing is. Zij zullen, voor zover ze daar recht op hebben, binnen de organisatie worden herplaatst. Voor de huidige bewoners wordt binnen of buiten de organisatie een goede plek gevonden. De locatie, de boerderij met bijgebouwen en weiland, wordt gehuurd van de gemeente. De SBWU is voornemens om deze locatie voor een andere doelgroep in te zetten. Intensiveringsmiddelen SBWU heeft over 2012 zogenoemde Agema-gelden ontvangen. Deze zijn bedoeld voor de kwaliteitsverbetering van de zorg voor mensen met een verblijfsindicatie. De gelden zijn in 2012 voor het overgrote deel besteed aan scholing van medewerkers, extra opleidingsplaatsen en extra personeel.
32
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
4.4 VERWACHTINGEN 2013
Herinrichting van de zorg door de overheid In 2013 zal het ministerie VWS besluiten voor welke doelgroepen wonen en zorg gescheiden dienen te worden. Afhankelijk van dit besluit zal de SBWU voor een kleinere of grotere groep het beleid van scheiden wonen/zorg moeten implementeren. Daarnaast zal, afhankelijk van de definitieve start van de overheveling van AWBZ zorg naar de WMO, in 2013 de zorginkoop door gemeentes bij de SBWU vorm krijgen. Op verschillende beleidterreinen bereidt de SBWU zich in 2013 verder voor op deze ontwikkelingen: x Organisatie van de ambulante zorg x Voorbereiden personeel op nieuwe werkvormen (trajectmatig werken, samenwerking in de wijken met ketenpartners in (in)formele zorg en de met de gemeentes x Voorbereiden gemeenschappelijke aanbesteding met ketenpartners x Inrichting van de back office Daarnaast zal de SBWU zich met behandelpartners verder voorbereiden op de herindeling van de GGZ. Het gaat hier met name om het opnieuw definiëren van de FACT-zorg en de basis GGZ en de bijbehorende werkzaamheden conform deze definities te verdelen onder de betrokken aanbieders.
33
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
5. FINANCIEEL BELEID
De SBWU wil vanuit een financieel gezonde positie kwalitatief goede zog bieden. Daarnaast heeft zij de ambitie om via projecten en pilots te participeren in innoverende vormen van (de langdurige) zorg die bijdragen aan een verbetering van de kwaliteit van leven van haar doelgroepen. Met de huidige financiële positie en de wijze waarop deze positie zich ontwikkeld kan en zal de SBWU blijvend kunnen investeren in personeel en vastgoed.
5.1 EXPLOITATIE Bedrijfsopbrengsten De totale bedrijfsopbrengst is met 11,5% gestegen van € 42,4 miljoen in 2011 naar € 47,3 miljoen in 2012. De stijging komt voornamelijk door de toename van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten. Het wettelijk budget is met 12,6% gestegen. In het wettelijke budget is voor 2012 opgenomen de tariefstijging voor de kwaliteitsverbetering “handen aan het bed”, de zogenoemde Agema-gelden. Als deze uit het wettelijk budget worden gehaald dan is de stijging 12%. De intramurale opbrengsten stegen als gevolg van een toename van de productie op in 2011 toegekende plaatsen. Gezien de visie van de SBWU vindt uitbreiding van plaatsen in principe alleen plaats voor de zwaardere doelgroep. De ambulante activiteiten zijn in 2012 beperkt gestegen met 5,8% (van 78.344 uren naar 82.888 uren). In euro’s was de stijging extramuraal slechts 2,3%. De verklaring hiervoor is gelegen in de afspraak met het zorgkantoor rondom de tariefmix. Van de 82.888 uren konden slechts 69.958 uren tegen het tarief gespecialiseerde begeleiding gedeclareerd worden. Zonder deze tariefafspraak was de omzet extramuraal ten opzichte van 2011 gestegen met 9,6%. Het verschil in groei tussen de uren en de euro’s kan toegerekend worden aan de tariefstijging. De niet in de AWBZ gebudgetteerde zorgprestaties zijn in 2012 fractioneel lager dan in 2011. Opvallend is de verschuiving van de omzet tussen de forensische samenwerking met Justitie en de forensische samenwerking met de Van der Hoevenkliniek. Met de toekenning van meer forensische plaatsen Justitie in 2013 krijgt dit deel van zorg een belangrijkere plaats binnen de SBWU. De financiële omvang van deze zorgactiviteiten blijft in de totale omzet bescheiden. De overige opbrengsten zijn in 2012 gedaald. De daling is vooral toe te wijzen aan het teruglopen van gesubsidieerde trajecten/projecten vanuit de Gemeente Utrecht.
Bedrijfslasten Als gevolg van de toegenomen bedrijfsactiviteiten nam de som van de totale bedrijfslasten toe met 15,4% (€ 6,2 miljoen), van € 40,1 in 2011 naar € 46,3 miljoen in 2012. De personeelskosten, de belangrijkste bedrijfslasten, stegen met 17,7% (€ 4,9 miljoen), van € 27,6 (in 2011) naar € 32,5 miljoen. De toename is te verklaren uit de groei van het personeelsbestand met gemiddeld 43 fte. Kijkend naar de gemiddelde loonkosten per werknemer dan zijn deze in 2012 licht gestegen. Was dit verhoudingscijfer in 2010 en 2011 65,0% respectievelijk 65,2%, in 2012 is dit opgelopen naar 68,9%. Eén van de oorzaken van deze stijging heeft te maken met besteding van de ‘Agemagelden’. Elimineer je één-op-één de opbrengst in de kosten, dan komt de stijging van de personeelskosten uit op 14,6% en wordt de ratio personeelskosten/omzet 67,0%.
34
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht Deze stijging past in het beeld dat hoort bij de extra inzet van personeel op de locaties, waarop de afgelopen jaren ook gestuurd is. Benchmark Deloitte (RIBW)
SBWU Jaar → Ratio ↓ Personeelskosten t.o.v. totale omzet
2012
2011
2010
2011
2010
68,9%
65,2%
65,0%
58,5%
60,2%
Personeelkosten per FTE
47.116
44.289
45.167
46.100
45.300
Opbrengsten per FTE
87.994
85.772
92.097
91.400
88.900
Verhouding PNIL – totale personeelslasten
14,8%
12,1%
12,1%
4,6%
4,5%
Gemiddeld # FTE
537
494
420
349
321
De hogere ratio ten opzichte van de benchmark verklaren wij uit de verhoudingsgewijs zware doelgroepen die de SBWU bedient. Op basis van externe analyses blijkt de SBWU verhoudingsgewijs sterk oververtegenwoordigd te zijn in de zwaardere ZZP’s. De 24-uurs zorgverlening die daar bij hoort, is mede een verklaring voor de hogere gemiddelde loonkosten. Nemen wij in aanmerking dat de SBWU gemiddeld een factor 1,5 -2 qua omvang is van de benchmarkinstellingen, dan zijn de gemiddelde loonkosten per medewerker in onze ogen goed te noemen. Waar ontwikkelingen met betrekking tot de (langdurige) zorg onzeker zijn, lijkt de SBWU voor een significant hoger aandeel gebruik te maken van medewerkers niet in loondienst. Zouden wij in staat zijn een correctie voor een prijseffect van hogere PNIL-kosten ten opzichte van eigen personeel door te rekenen, dan is het niet onlogisch te veronderstellen dat de SBWU een concurrerend personeelsbestand heeft voor wat betreft kosten en opbrengsten. Splitsen wij de overige PNIL kosten (kosten voor projecten, fusie, …) van de PNIL voor de zorg, dan is het verhouding PNIL Zorgpersoneel 8,5% ten opzichte van de totale personele lasten. De afschrijvingskosten zijn in 2012 hoger dan in 2011. Dit is naast de beperkte stijging als gevolg van de afschrijvingslast die samenhangt met de geactiveerde verbouwingen geheel toe te schrijven aan de eenmalige voorziening onderhanden projecten. Ultimo 2011 zijn voor het project Nicolaasstraat bestemmingsreserves gevormd om het verwachte onrendabele deel af te dekken. Met de aanschaf en de (bijgestelde) verbouwingsplannen, is in 2012 een voorziening onderhanden projecten gevormd. Als gevolg van deze transactie vallen enkele bestemmingsreserves vrij. Daarnaast is in september/oktober 2012 besloten te stoppen met de Locatie Blauwe Huis. Het besluit tot discontinuering van deze locatie leidt tot een bijzondere waardevermindering ter grootte van € 141.442. Met betrekking tot de kapitaallasten constateren wij dat de ‘historische overschotten’ teruglopen. Het vastgoedbeleid van de SBWU werkt nog steeds in het voordeel van de organisatie. Voorbereidend op de steeds actueler wordende discussie ‘scheiden wonenzorg’ hanteert de SBWU al jaren het uitgangspunt, dat bij het actueel worden van dit thema alle cliënten zouden moeten kunnen blijven wonen. Dit betekent dat de huisvesting over het algemeen is afgestemd op de noodzakelijke woon- en inkomenssituatie van de cliënt. Praktisch gesproken betekent dit, dat de SBWU wooneenheden huurt in de sociale huursector. Hoewel wij hier nog een slag te maken hebben met de registratie en de verantwoording, kan ruwweg gesteld worden dat de
35
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht SBWU in 2012 circa € 1.586.000 (2011: € 2.367.000) overhoudt op de kapitaallasten. Aan de kapitaallasten worden dan toegerekend de kosten van de huren, groot onderhoud, afschrijvingen panden en verbouwingen, en de kosten van de aangetrokken geldleningen. De kosten voor de lasten zijn op onderdelen vertekend. SBWU heeft de laatste jaren de verbouwingen in de grootschalige geclusterd individueel wonen complexen –vooruitlopend op mogelijke wijzigingen vanuit wet- en regelgeving met betrekking tot bekostiging (NHC) en scheiden wonen-zorg- geactiveerd met een afschrijvingstermijn van tien jaren. Nemen wij in aanmerking alle kosten uit hoofde van onderhoud, afschrijvingen en rente (exclusief water en energie) dan komen deze cijfers genuanceerder te liggen. Voor 2012 is dan het ‘overschot’ € 558.000 (2011: € 336.500). Benchmark Deloitte (RIBW)
SBWU Jaar → Ratio ↓ Kapitaallasten t.o.v. bedrijfsopbrengsten Overige kosten per FTE1
2012
2011
2010
2011
2010
9,3%
9,7%
9,5%
10,9%
10,9%
20.523
22.148
21.901
25.700
25.800
De komende maanden moet de toerekening van de kosten die betrekking hebben op de kapitaallasten verder verfijnd worden, zodat hierop met het vastgoed ook beter gestuurd kan worden voor wat betreft te dekken uit de NHC en wat onderdeel is van de zorgvergoeding. De overige kosten per FTE, een indicatie om de variabele kosten te kunnen optimaliseren, zit duidelijk onder de benchmark. Een duidelijke aanwijzing waarom 2011 relatief hoger is dan 2010 is niet aan te wijzen. De daling naar 2012 kan verklaard worden uit vrijwel gelijkblijvende overige personeelskosten met een stijgend gemiddeld aantal fte.
1
Geen aansluiting kunnen vinden met berekening Deloitte.
36
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht Intensiveringsmiddelen De SBWU heeft in de tarieven over 2012 voor € 1.113.682 zogenoemde Agema-gelden, die bedoeld zijn voor de kwaliteitsverbetering van de zorg voor mensen met een verblijfsindicatie, ontvangen. Deze gelden zijn in 2012 voor het overgrote deel ook besteed. In het Lenteakkoord zijn de middelen van het Convenant Langdurige Zorg voor de gehandicaptenzorg, de ggz en de maatschappelijke opvang per 1 januari 2013 geschrapt. Waar deze middelen oorspronkelijk een meerjarig karakter leken te hebben, heeft als gevolg van het Lenteakkoord de uitputting een ander perspectief gekregen. Van de € 1.113.682 is in 2012 € 871.328 daadwerkelijk uitgegeven. Het restant is met instemming van het zorgkantoor opgenomen onder de overige passiva. De besteding van dit bedrag laat zich als volgt toelichten: Inzet extra medewerkers Doorstroom eigen medewerkers via scholing Leer-arbeidsovereenkomsten Cursussen en opleidingen niet toegekend/niet geproduceerd Totaal
(besteding in €) (begroot in €)
381.007 163.035 142.829 184.457 -
439.110 89.500 686.060 159.760 - 260.748
€ 871.328
1.113.682
Uitdrukkend in aantallen kan de volgende opstelling gemaakt geworden: Inzet extra medewerkers Doorstroom eigen medewerkers via scholing Leer-arbeidsovereenkomsten
(in #) 16 38 6
(in fte) 6,32 n.v.t. 3,49
37
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 5.2 BALANS
Ten aanzien van de balans kan opgemerkt worden dat de financiële positie van de SBWU goed te noemen is. Door Deloitte wordt de SBWU afgezet tegen een groot aantal collega instellingen. Deze benchmark is over de jaren 2008 – 2011 uitgebracht. De diverse indicatoren geven op een aantal gebieden de financiële gezondheid van de organisatie aan. Algemeen bekende indicatoren zijn solvabiliteit, liquiditeit en rentabiliteit. Ondanks het feit dat dit momentopnamen zijn, worden zij over het algemeen gebruikt als eerste indicatie voor de financiële gezondheid van de organisatie. Norm
2
Jaar →
2012
2011
2010
2011
2010
64,4%
64,7%
62,3%
46,5%
39,2%
1
2,82
3,09
3,05
2,19
1,73
> 1,5%
2,1%
5,2%
7,6%
5,2%
6,1%
Ratio ↓ > 20%
Solvabiliteit Liquiditeit Rentabiliteit
Benchmark Deloitte (RIBW)
SBWU
Geconstateerd kan dan worden dat op basis van deze cijfers de SBWU ver boven gemiddeld presteert. Rentabiliteit is vertekenend als gevolg van enkele keuzes en (verslaggevings)wijzigingen. Wordt het netto resultaat gecorrigeerd voor de kosten waarvoor bestemmingsreserves zijn gevormd, dan komt de rentabiliteit 2012 uit op 4,4%. Het rendement wordt op basis van de volgende kengetallen beoordeeld. Hier zien wij dat de leverage - een indicatie voor de leencapaciteit - bij de SBWU zich positief ontwikkelt. Slechts 17,8% van de vaste activa is gefinancierd met lang vreemd vermogen. Optisch heeft de SBWU voor de ROIC (Return on Invested Capital) onder de norm gepresteerd voor het jaar 2012. Corrigeren wij dit voor de voorziening onderhanden projecten dan stijgt dit percentage naar 8,9%. Daar waar de EBIT dichter bij een gewenst rendement van 2 – 4% komt neemt de ROIC af. Een lagere EBIT afgezet tegen een nagenoeg gelijkblijvend eigen en vreemd vermogen, laat een lagere ROIC zien. Norm Jaar → Ratio ↓ Leverage ROIC
2
> 7,5%
SBWU
GGZ benchmark
2012
2011
2010
2011
2010
17,8%
21,1%
26,6%
56%
52%
4,7%
12,2%
23,7%
6,3%
5,5%
Barometer Nederlandse Gezondheidszorg 2012, Ernst & Young Nederland LLP
38
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 5.3 TREASURY
De SBWU heeft sinds 2011 een treasury statuut. In het treasury statuut is opgenomen onder welke voorwaarden de organisatie vreemd vermogen mag aantrekken en hoe (tijdelijk) overtollige liquide middelen mogen worden uitgezet. Op dit moment heeft de SBWU als beleid het uitstaande vreemd vermogen zo goedkoop mogelijk af te lossen. Er mogen geen inkomsten worden gegenereerd door overmatig risico te lopen. De SBWU stelt eisen aan de omvang van de uitzettingen en garanties of ratingseisen aan de (tegen)partij waar middelen worden uitgezet. De beheersstrategie van de SBWU is voor het renterisico tweeledig; het volumerisico wordt gereduceerd en het prijsrisico wordt geaccepteerd. Uitzettingen - anders dan bij een bank met de vereiste rating - vinden plaats bij een instelling of corporatie die tenminste indirect leunt op de kredietwaardigheid van de Nederlandse staat als vergaande zekerheid en daardoor minimale tegenpartijrisico oplevert. Naast de selectie van de tegenpartij (bank/instelling) dient ook spreiding (meerdere tegenpartijen) in overweging te worden genomen. De partijen dienen te beschikken over een inschrijving in de registers van De Nederlandsche Bank, de op deze lijst genoemde partijen dienen te beschikken over een drietal ratings met minimaal een rating van single A en minimaal twee maal een zogenaamde toekenning van “outlook stabiel”. Partijen dienen ook aangemerkt te kunnen worden als zogenaamde systeembanken. In het treasury statuut is een aantal kengetallen genoemd waar bij overschrijding van de marges maatregelen genomen moeten worden. Het kort vreemd vermogen mag maximaal 25% van het balanstotaal bedragen. Met betrekking tot het lang vreemd vermogen moeten de risico’s voortvloeiend uit deze positie (aflossing ineens en renteconversie) zoveel mogelijk gespreid in de tijd liggen. Wanneer het lang vreemd vermogen (is meer dan één jaar) meer dan 10% van het balanstotaal bedraagt, mag maximaal 5% van de uitstaande leningen ineens opeisbaar zijn. De vaste activa worden voor minimaal 90% procent gefinancierd met langlopende middelen (zijnde collectief gefinancierd gebonden vermogen, langlopende voorzieningen en langlopende leningen). Met betrekking tot het prijsrisico worden de rente typische looptijd en het renteniveau in acht genomen. Als wij deze kengetallen voor de afgelopen drie jaar op een rij zetten, dan ontstaat het volgende beeld. Norm Jaar →
2012
Ratio ↓ Kort vreemd vermogen
< 25%
Lang vreemd vermogen
< 10% / max 5% ineens
Financiering Vaste activa
SBWU
> 90%
2011
2010
19,7%
18,3%
18,0%
7,9%
9,2%
11,9%
181,4%
188,3%
182,6%
Het gebruik van derivaten is binnen de SBWU niet toegestaan.
39
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 5.4 RISICO EN WEERSTANDSVERMOGEN
Door ons af te vragen welke kansen er ontstaan als we bepaalde risico’s beheersen of ondervangen, creëren we met risicomanagement een groter speelveld om goede zorg te verlenen. Kortom, voor ons betekent risicomanagement een verschuiving van onbewust risico lopen naar bewust risico nemen. Geconstateerd wordt dat de omgeving complexer wordt en risico’s meer afgewogen moeten worden genomen, met inschatting van potentiële effecten. De SBWU heeft een maatschappelijke doelstelling, zet daar publieke middelen voor in waarover transparant verantwoording moet kunnen worden afgelegd. Met een interne beleidsnotitie is onderbouwd waarom, en wat het ideale niveau is van de weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de SBWU beschikt om risico’s, die onverwacht en substantieel zijn, te dekken. Onderscheid wordt gemaakt in incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Binnen het risicomanagement zijn de volgende risicodomeinen te onderscheiden: strategische, rapportage, operationele en compliance risico’s. In 2012 zijn de strategische risico’s geïdentificeerd en uitgewerkt. Per risico is benoemd wat de verwachte omvang van het risico is en is een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet. Waar wij op dit moment nog geen gestructureerde oplossing voor hebben gevonden is het uitwerken van mogelijk positief of negatief gecorreleerde risico’s. In ontwikkeling is nog of en zo ja in welke mate de risico’s uit de verschillende categorieën een andere weging voor de benodigde weerstandscapaciteit moeten hebben. Kijkend naar de strategische risico’s dan zijn de risico’s bruto ingeschat op € 8,1 miljoen. Met behulp van statistische techniek (Monte Carlo-simulatie) en de verwachte kans van optreden, is berekend dat het maximale risico op basis van een simulatie € 7.750.200 bedraagt. Zetten wij het risico af tegen de weerstandscapaciteit dan is de ratio van de weerstandscapaciteit 2,2. Op basis van een model ontwikkeld door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement wordt deze score als ‘uitstekend’ (= > 2,0) gekwalificeerd. De SBWU streeft naar een norm van ‘ruim voldoende’ (= > 1,4 x < 2,0). Met het in de toekomst toevoegen van de overige risico’s is de verwachting dat het maximale risico toeneemt, hetgeen dit cijfer in perspectief plaatst.
40
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 5.5 VOORUITZICHTEN
De SBWU is komend jaar bezig met de (administratieve) integratie van Centrum Vaartserijn. Naar verwachting komen hier geen gevolgen uit met materiële financiële effecten. Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening is het contract met Impulse Infosystems getekend voor de levering en implementatie van een nieuw elektronisch cliëntendossier. De eenmalige kosten hiervoor zijn geraamd op € 900.000, de doorlopende kosten voor het 48 maanden durende contract bedragen exclusief toekomstige indexering ruim € 248.000 per jaar. Hierin is inbegrepen de volledige huur en ondersteuning van de hardware. Gezien de aard van het contract is SBWU voornemens om de eenmalige kosten te activeren als immaterieel vast actief en af te schrijven over de gebruiksduur van het contract. Naar de toekomst kan voor de SBWU belangrijker worden wat de impact gaat worden van de Exposure Draft in 2013 van de IASB (International Accounting Standards Board) rondom off-balance contracten. Richtlijnen van de IASB worden na Europese goedkeuring meestal één op één vertaald en geïntegreerd in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Concreet wordt met deze richtlijn verwacht dat met ingang van 2015 alle lease- en huurcontracten op de balans moeten worden geactiveerd als immaterieel vast actief (gebruiksrecht) onder gelijktijdige opname van een financiële verplichting. Nog niet alle details van deze richtlijn zijn bekend. Het is waarschijnlijk dat van contracten met bepaalde tijd een amortisatieberekening gemaakt moet worden. Per 31 december 2012 heeft de SBWU 53 huurcontracten met een nominale verplichting over de gehele looptijd van € 10.529.464 voor huur en servicekosten (€ 10.075.729 kale huur). Mocht contante waarde een issue worden dan heeft dit een effect van circa € 3,5 miljoen en een resultaatseffect van circa € 300.000 uit hoofde van toe te rekenen rente (alles op basis van de huidige gemiddelde vreemd vermogenskostenvoet). Spannender wordt het hoe om te gaan met contracten voor onbepaalde tijd. Dit betreffen per 31 december 2012 voor de SBWU 311 contracten met een jaarlijkse huurverplichting van € 2.102.126 (€ 1.881.538 kale huur). Het is namelijk niet waarschijnlijk dat alleen de jaarlijkse huurverplichting opgenomen mag worden, maar dat contracten voor onbepaalde tijd als een eeuwig durende lening moeten worden gekapitaliseerd. Belangrijk wordt dan tegen welke interestvoet. Ter indicatie: bij de gemiddelde vermogenskostenvoet 4,83%) voor de SBWU is dit € 9.842.108 (€ 9.392481 kale huur) Het belang van deze verwachte regelgeving zit in de balansratio’s. Uitgaand van alleen de contracten voor bepaalde duur op nominale basis, daalt een solvabiliteitsratio naar 45,0% (op basis van verplichtingen kale huur, exclusief amortisatie), een daling met 20% als gevolg van een boekhoudkundig vereiste. Nu bekend is dat het ‘more likely than not’ is dat deze regelgeving wordt ingevoerd, is het van belang dat branche breed met het Ministerie van VWS, NBA en Wfz en andere stakeholders hierover een standpunt wordt ingenomen hoe hiermee om te gaan voor de langdurige zorg.
41
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
42
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht Ondertekening
Dit Maatschappelijk Verslag (onderdeel van het Jaardocument Maatschappelijke verantwoording over het jaar 2012) werd vastgesteld door de raad van bestuur van de SBWU op 13 mei 2013 te Utrecht en goedgekeurd door de raad van toezicht op 23 mei 2013
Raad van Bestuur
J.L.D.J. Berndsen
Raad van Toezicht
H.W.J. Henselmans Voorzitter
M.L. van Loon
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
Jaarrekening 2012 Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
6.1 JAARREKENING 6.1.1 Balans per 31 december 2012 (na resultaatbestemming)
Ref.
31-dec-12 €
31-dec-11 €
ACTIVA
Vaste activa Materiële vaste activa
1
Totaal vaste activa
11.686.910
10.803.474
11.686.910
10.803.474
259.886
5.469.591
Vlottende activa Vorderingen u.h.v. financieringstekort
2
Overige vorderingen
3
852.214
776.413
Liquide middelen
4
13.616.579
7.761.851
Totaal vlottende activa
14.728.679
14.007.855
Totaal activa
26.415.589
24.811.329
31-dec-12
31-dec-11
€
€
Ref. PASSIVA
Eigen vermogen
5
C ollectief gefinancierd gebonden vermogen
17.011.698
16.043.002
Totaal eigen vermogen
17.011.698
16.043.002
Voorzieningen
6
2.111.410
2.014.956
Langlopende schulden
7
2.075.943
2.222.642
8
5.216.538
4.530.729
26.415.589
24.811.329
Kortlopende schulden Overige kortlopende schulden
Totaal passiva
47
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
6.1.2 Resultatenrekening over 2012
Ref.
2012 €
2011 €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies)
10
46.040.144
40.865.892
Niet-gebudgetteerde zorgprestaties
11
1.103.983
1.155.725
Subsidies
12
106.746
318.504
Overige bedrijfsopbrengsten
13
2.032
31.397
47.252.905
42.371.518
Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten
14
32.544.775
27.643.456
Afschrijvingen materiële vaste activa
15
1.822.963
907.096
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
16
141.442
0
Overige bedrijfskosten
17
11.838.003
11.594.500
46.347.183
40.145.052
905.722
2.226.466
62.974
-30.770
968.696
2.195.696
2012
2011
€
€
1.743.210
2.389.852
Som der bedrijfslasten BEDRIJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten
RESULTAAT BOEKJAAR
RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld:
18
Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Transitie langdurige zorg
-172.660
0
Nieuw EPD
-262.380
33.609
0
-36.488
Zorgvernieuwing Kwaliteitsverbetering vastgoed
-665.751
0
Naamswijziging
235.000
0
Ontwikkelkosten
91.277 968.696
-191.277 2.195.696
48
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 6.1.3 Kasstroomoverzicht Ref. €
2012 €
€
2011 €
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat
905.722
2.226.466
Aanpassingen voor: - afschrijvingen - duurzame waardevermindering - mutaties voorzieningen
1.822.963
907.096
141.442
0
-703.546
251.724 1.260.859
1.158.820
Veranderingen in vlottende middelen: - vorderingen - vorderingen u.h.v.financieringstekort respectievelijk -overschot - kortlopende schulden (excl. schulden aan banken)
-75.801
-217.571
5.209.705
-2.854.626
685.809
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
524.696 5.819.713
-2.547.501
7.986.294
837.785
206.772
101.103
-143.798
-131.873
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
62.974
-30.770
8.049.268
807.015
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa
-2.080.109
-1.708.410
32.268
331
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-2.047.841
-1.708.079
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie geldmiddelen
-146.699
-401.144 -146.699
-401.144
5.854.728
-1.302.208
Er is gebruik gemaakt van de indirecte methode.
49
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 6.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
6.1.4.1 Algemeen Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Stichting Beschermende Woonvormen is per 1 januari 2013 gefuseerd met de Stichting Centrum Vaartserijn. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening. De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de relevante stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Vergelijking met voorgaand jaar De vergelijkende cijfers voorgaand jaar zijn niet gewijzigd. Segmentering Vanwege het feit dat er intern geen segmenten worden onderscheiden waarop het management de organisatie aanstuurt, is er geen segmentering aangebracht.
6.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijnen van de materiële vaste activa is gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief. Als gevolg van de gewijzigde bekostigingsstructuur (NHC) heeft de organisatie een inschatting gemaakt van de verwachte gebruiksduur. Deze analyse leidt niet tot aanpassing van eerdere aannames en/of afschrijvingen. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten worden bij eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. De organisatie maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten. Vorderingen Vorderingen worden opgenomen voor de geamortiseerde kostprijs (nominale waarde). Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. De liquide middelen zijn nominaal gewaardeerd. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de
50
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De langlopende voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. De gebruikte disconteringsvoet is in die gevallen 4,5%. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting Voorziening persoonlijk levensfase budget De voorziening persoonlijk levensfase budget (PBL) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+. Het persoonlijk levensfase budget kwalificeert als een beloning met opbouw van rechten. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst eenmalig uit te keren PBL-uren. De berekening is gebaseerd op de CAO-bepalingen, blijfkans, leeftijd en resterende dienstjaren tot het bereiken van de 55-jarige leeftijd. Voorziening voor langdurig ziekteverzuim De voorziening is berekend op basis van het verwachte aantal langdurig zieken, een en ander volgens de daarvoor geldende richtlijnen. Voorziening voor jubileumgratificaties De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. Schulden Schulden worden opgenomen voor de geamortiseerde kostprijs (nominale waarde).
6.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Pensioenen De SBWU heeft voor haar werknemers een pensioenregeling ondergebracht bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW). Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. De SBWU heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij Pensioenfonds Zorg en Welzijn, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De SBWU heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. PFZW heeft eerder aangekondigd dat het onvermijdelijk leek dat extra maatregelen moesten worden genomen, zoals het verlagen van de pensioenen. Nu de dekkingsgraad van eind 2012 bekend is, is duidelijk dat ingrijpen nu niet nodig is. De dekkingsgraad van eind december 2012 was 101%. PFZW zit daarmee op koers van het herstelplan. Er is geen verlaging van de pensioenen en geen extra premieverhoging aangekondigd. Eind 2013 moet de financiële positie van PFZW volledig zijn hersteld. De dekkingsgraad van 31 december 2013 is daarvoor het meetmoment. Pas dan is het zeker of PFZW in 2014 echt geen ingrijpende maatregelen hoeft te nemen.
51
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 6.1.5 Toelichting op de balans ACTIVA 1. Materiële vaste activa
De specificatie is als volgt:
31-dec-12 €
31-dec-11 €
5.690.679 4.523.677 1.472.554
5.867.996 4.935.478 0
11.686.910
10.803.474
2012 €
2011 €
Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afschrijvingen Af: bijzondere waardeverminderingen Af: desinvesteringen
10.803.474 2.080.109 1.022.963 141.442 32.268
10.002.491 1.708.410 907.096 0 331
Boekwaarde per 31 december
11.686.910
10.803.474
Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
18.710.579 7.023.669
16.644.337 5.840.863
Bedrijfsgebouwen en terreinen Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste ac Totaal materiële vaste activa Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6.
52
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 2. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en schulden uit hoofde van financieringsoverschot 1. Materiële vaste activa De spec ific atie is als volgt:
31-dec-12 €
31-dec-11 €
5.690.679 4.523.677 1.472.554
5.867.996 4.935.478 0
11.686.910
10.803.474
2012 €
2011 €
Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afsc hrijvingen Af: bijzondere waardeverminderingen Af: desinvesteringen
10.803.474 2.080.109 1.022.963 141.442 32.268
10.002.491 1.708.410 907.096 0 331
Boekwaarde per 31 december
11.686.910
10.803.474
Aansc hafwaarde Cumulatieve afsc hrijvingen
18.710.579 7.023.669
16.644.337 5.840.863
Bedrijfsgebouwen en terreinen Andere vaste bedrijfsmiddelen, tec hnisc he en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsac tiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste ac Totaal materiële vaste ac tiva Het verloop van de materiële ac tiva in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
2. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en schulden uit hoofde van financieringsoverschot 2011 € Saldo per 1 januari Financ ieringsversc hil boekjaar Correc ties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Subtotaal mutatie boekjaar
2012 €
totaal €
5.469.591
5.469.591
503.830 -5.973.421 -5.469.591
259.886
259.886
259.886 503.830 -5.973.421 259.886
Saldo per 31 december
0
259.886
259.886
Stadium van vaststelling
c
a
a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c = definitieve vaststelling NZa 31-dec-12 €
31-dec-11 €
Waarvan gepresenteerd als:
Toelichting: De correctie voorgaande jaren betreft nagekomen kapitaallasten 2011 die ultimo 2011 als onzeker waren ingeschat. De onzekere budgetpost 2012 betreft het deel van onzekere kapitaallasten in verband met leegstand. De ontvangen, maar nog te besteden intensiveringsmiddelen betreffen toegekende middelen over 2012 die nog niet volledig besteed zijn. Voor een nadere toelichting hierover wordt verwezen naar referentie 10 Wettelijk budget aanvaardbare kosten AWBZ.
53
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 3. Overige vorderingen
De specificatie is als volgt:
31-dec-12 €
31-dec-11 €
Vorderingen op debiteuren Overige vorderingen Ministerie van Justitie (forensische zorg) Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen
89.008 508.655 31.706 116.858 105.987
161.616 175.123 31.706 109.343 298.625
Totaal overige vorderingen
852.214
776.413
Toelichting: Onder de overige vorderingen is een vordering van € 272.176 opgenomen op de verbonden partij Centrum Vaartserijn inzake voorgeschoten kosten. Voor een nadere toelichting hierop zie punt 21 Transacties met verbonden partijen.
4. Liquide middelen
De specificatie is als volgt:
31-dec-12 €
31-dec-11 €
Bankrekeningen Kassen Kruispost
13.566.502 32.077 18.000
7.723.905 37.946 0
Totaal liquide middelen
13.616.579
7.761.851
Toelichting: De liquide middelen staan hoofdzakelijk op bank- en spaarrekeningen. Een bedrag van € 26.135 is geblokkeerd in verband met afgegeven bankgaranties.
54
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht PASSIVA 5. Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende c omponenten:
31-dec-12 €
31-dec-11 €
Kapitaal Collec tief gefinanc ierd gebonden vermogen
0 17.011.698
0 16.043.002
Totaal eigen vermogen
17.011.698
16.043.002
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:
Saldo per Resultaat1-jan-2012 bestemming € €
Overige Saldo per mutaties 31-dec-2012 € €
Reserve aanvaardbare kosten: reserve aanvaardbare kosten
13.613.103
1.743.210
0
15.356.313
Bestemmingsreserves: Transitie Langdurige Zorg Nieuw Epd Zorgvernieuwing (herstel visie) Kwaliteitsverbetering vastgoed Ontwikkelkosten Registratieve lastenverzwaring ICT-ontwikkelingen Naamswijziging
300.000 500.000 370.090 665.751 108.723 235.335 250.000 0
-172.660 -262.380 0 -665.751 91.277 0 0 235.000
0 0 0 0 0 0 0 0
127.340 237.620 370.090 0 200.000 235.335 250.000 235.000
16.043.002
968.696
0
17.011.698
Totaal c ollec tief gefinanc ierd gebonden vermogen
Transitie langdurende zorg € 127.340 Samen met ketenpartner Altrecht is de ambitie uitgesproken de cliënten in de langdurige ggz nieuw perspectief te bieden. In onze gezamenlijke regio willen we cliënten niet onnodig laten wonen op het terrein van Altrecht, maar kiezen we voor wonen als elke burger in de maatschappij met goede behandelzorg dichtbij beschikbaar. Deze verstrekkende visie vraagt om veel ingrijpende maatregelen in de organisaties die beide vormen van zorg aanbieden. In 2012 is een deel van deze bestemmingsreserve aangewend voor het project Nicolaasstraat. Het resterende deel wordt naar verwachting met andere projecten benut. Nieuw EPD € 237.620 Door de instellingen, verenigd in GGZ Nederland, is een aanbestedingstraject gestart dat aanbieders van softwarepakketten voor elektronische cliëntendossiers vraagt om nieuwe software te ontwikkelen conform de normen zoals die in het Referentiemodel Elektronisch Patiënten Dossier zijn vastgelegd. De onttrekking in 2012 heeft betrekking op de kosten van het project en de in 2012 gemaakte kosten voor de doorstart die doorloopt na 2013. Eind maart 2013 is een contract getekend voor de implementatie van een nieuw systeem wat beoogd is om per 15 januari 2014 operationeel te zijn. De reserve is beoogd om financiële tegenvallers ten opzichte van de raming op te kunnen vangen. Zorgvernieuwing (Herstel visie) € 370.090 In dit kader is één locatiehoofd vrijgemaakt voor de coördinatie van de projecten. De verwachting is dat de komende jaren de AWBZ financiering onder druk komt te staat. Dit maakt dat we kiezen voor een zwaardere doelgroep en het verder ombouwen van onze zorg naar een ambulant product. Dit vraagt veel van organisatie en personeel en kan alleen als innovatief over de zorg wordt nagedacht en er veel experimenten worden geïnitieerd. In 2010 is een management breed ontwikkelingstraject ingezet en zijn diverse projecten gestart. In 2012 zijn de eerste aspecten rondom een Herstelhuis uitgewerkt. Met in aanvang een variant op ambulante begeleiding wordt gekeken naar de mogelijke (herstel)ontwikkeling van cliënten vanuit een Herstelhuis als terugvaloptie. De kosten die met de initiële start samenhangen worden ten laste van deze bestemmingsreserve gebracht.
55
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht Ontwikkelkosten € 200.000 De herstelvisie heeft nieuwe energie, maar ook de ontwikkeling van concrete kennis en vaardigheden nodig, zodat meer medewerkers herstelondersteunende zorg op de juiste manier in de praktijk kunnen brengen. Om dit voor elkaar te krijgen zal het komende jaar een programma van activiteiten plaatsvinden, waarin cliënten, ervaringsdeskundigen en medewerkers van de SBWU samenwerken aan het ontwikkelen, delen en borgen van herstelondersteunende zorg. Dit programma beoogt in essentie een permanente dialoog op gang te brengen tussen cliënten, ervaringsdeskundigen en medewerkers over wat herstelondersteunende zorg concreet is en hoe die vorm te geven in de praktijk van alle dag. Aan het einde van het project is de kennis en expertise van dat moment over wat herstelondersteunende zorg in de dagelijkse praktijk inhoud beschreven, verwerkt in opleidingen, in competenties van medewerkers en terug te vinden in een digitaal platform. Registratieve lastenverzwaring € 235.335 Het voldoen aan publieke verantwoording over de besteding van publieke middelen vraagt veel van de transparantie van een instelling. In de komende periode staat het aantonen van meerwaarde en resultaat van de begeleiding en zorg bovenaan de agenda maar nog in de kinderschoenen wat betreft realisatie. Ook zal een eventuele overheveling van AWBZ middelen naar andere financieringsstelsels (WMO, ZVW) nieuwe administratieve verplichtingen met zich mee brengen. ICT-ontwikkelingen € 250.000 De SBWU ziet zich het komend jaar voor een aantal uitdagingen geplaatst met betrekking tot vernieuwing en uitbreiding van de technische en applicatie-infrastructuur. De migratie naar (ver)nieuw(d)e omgevingen en / of applicaties vergt een zorgvuldige planning, voorbereiding en begeleiding naar de medewerkers. Het jaar 2013 wordt gebruikt voor onderzoek op een aantal terreinen met betrekking tot migratietrajecten en de impact hiervan op het werk van de medewerkers. Mede als gevolg van de fusie hebben de gewenste en noodzakelijke investeringen nog niet plaatsgevonden. Hierbij moet vooral gedacht worden aan calamiteitenvoorzieningen, kostenefficiënter inzetten kantoorautomatisering c.s. Naamswijziging € 235.000 Met het 30-jarig bestaan en de fusie is gekeken of de huidige naam en huisstijl nog past bij de activiteiten waar wij voor staan en de uitstraling die wij daar mee willen beogen. Besloten is om in 2013 een project te starten om zowel te komen tot een nieuwe naam als logo. De kosten die hiermee samenhangen zijn begroot op € 235.000.
56
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 6. Voorzieningen Saldo per 1-jan-12 €
Dotatie
Onttrekking
€
€
Voorziening voor jubileumgratific aties Voorziening voor langdurig ziekteverzuim Voorziening persoonlijk levensfase budg
292.118 9.838 1.713.000
29.667 0 132.439
2.375 0 53.439
0 9.838 0
319.410 0 1.792.000
Totaal voorzieningen
2.014.956
162.106
55.814
9.838
2.111.410
Het verloop is als volgt weer te geven:
Vrijval
Saldo per 31-dec-2012 € €
Toelic hting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden besc houwd: 31-dec-2012 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) Hiervan langlopend (> 5 jaar)
423.892 1.687.518 877.376
Voorziening voor jubileumgratificaties Deze voorziening is gevormd op basis van het personeelsbestand ultimo 2012. Voorziening voor langdurig ziekteverzuim De voorziening is berekend op basis van het verwachte aantal langdurig zieken, een en ander volgens de daarvoor geldende richtlijnen. Voorziening persoonlijk levensfase budget De SBWU heeft op basis van de geldende richtlijnen een schatting gemaakt van de te verwachten kosten voor het persoonlijk levensfase budget. Hierbij is op basis van het aanwezige bestand medewerkers, de actuele saldi en de actuele loonkosten, een inschatting gemaakt van de blijfkansen en de salarisontwikkeling. Er is rekening gehouden met de termijn waarbinnen een medewerker actief is en valt onder het Pensioenfonds voor Zorg en Welzijn. Daar waar een medewerker niet op grond van het dienstverband-criterium bij de SBWU voor deze regeling in aanmerking komt, is gekeken naar leeftijd en functie(achtergrond) om een zo goed mogelijke inschatting te maken van de in aanmerking te nemen actieve periode. De SBWU heeft geopteerd voor de volledige voorziening, rekening houdend met de blijfkansen van de medewerkers.
57
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 7. Langlopende schulden
De specificatie is als volgt:
31-dec-12 €
31-dec-11 €
Schulden aan banken Overige langlopende schulden
2.040.688 35.255
2.160.946 61.696
Totaal langlopende schulden
2.075.943
2.222.642
2012 €
2011 €
Stand per 1 januari Af: aflossingen
2.281.204 120.258
2.655.907 374.703
Stand per 31 december
2.160.946
2.281.204
120.258
120.258
2.040.688
2.160.946
Het verloop is als volgt weer te geven:
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar Stand langlopende schulden per 31 december
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar)
120.258 2.040.688 1.559.656
120.258 2.160.946 1.679.910
Toelichting: Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. Met de verhuurder van het pand Furkaplateau 15 te Utrecht is een huurvrije periode overeengekomen. Dit bedrag is gepassiveerd onder de overige langlopende schulden. Het hieruit voortvloeiende voordeel wordt toegerekend aan de contractduur.
58
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 8. Overige kortlopende schulden
De spec ific atie is als volgt:
31-dec-12 €
31-dec-11 €
Crediteuren Aflossingsverplic htingen langlopende leningen Belastingen en soc iale premies Sc hulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiedagen Personeelsvereniging Nog te betalen kosten Ministerie van Justitie (forensisc he zorg) Vooruitontvangen bedragen Loondoorbetalingen en kosten outplac ement
1.584.826
293.746 47.580
1.489.112 120.258 1.216.636 185.021 956 705.830 446.615 37.351 135.872 23.329 26.380 143.369
Totaal overige kortlopende sc hulden
5.216.538
4.530.729
120.258 1.402.227 164.072 8.255 805.645 488.496 44.012
234.093 23.329
Toelichting: Onder de vooruitontvangen bedragen is het niet bestede deel van de toegekende intensiveringsmiddelen 2012 ad. € 242.354 opgenomen. Dit bedrag zal in 2013 besteed worden. Onder de loondoorbetaling en kosten outplacement is de verplichting tot loondoorbetaling met vrijstelling van werk opgenomen voor werknemers waarmee de arbeidsovereenkomst per ultimo 2012 is beëindigd door middel van een vaststellingsovereenkomst. Tevens is rekening gehouden met de overeengekomen vergoeding voor de kosten van outplacement.
9. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Bankgarantie Er zijn 5 bankgaranties verleend van in totaal € 72.315 in verband met gehuurde panden. Huurcontracten Er zijn huurcontracten gesloten met derden voor kantoren en voor huisvesting van cliënten. Deze huur verplichting bedraagt € 3.421.296 op jaarbasis. De resterende looptijd is als volgt: direct opzegbaar: € 1.551.900 looptijd korter dan 1 jaar € 170.628 looptijd langer dan 1 jaar, korter dan 5 jaar € 1.032.888 looptijd langer dan 5 jaar € 665.880.
59
2,5%
5.446.517
7.092.684 1.646.167
-177.317
0 177.317 0 0 0
5.623.834
5,0-10,0%
3.338.817
6.215.991 2.877.174
-263.230
387.960 545.555 105.635 0 0
3.602.047
5.828.031 2.225.984
Verbouwingen €
10,0%
175.554
515.337 339.783
-18.165
19.814 37.979 0 0 0
193.719
495.523 301.804
Instandhouding €
5,0-10,0%
681.435
2.138.402 1.456.967
-49.644
130.930 144.612 35.807 423 268
731.079
2.007.895 1.276.816
Inventaris €
20,0%
247.398
550.117 302.719
-43.134
46.163 76.718 0 39.027 26.448
290.532
542.981 252.449
25,0%
80.473
481.332 400.859
-37.628
22.688 40.782 0 39.068 19.534
118.101
497.712 379.611
Vervoer- Automatisermiddelen ing € €
Toelichting: Voor een nadere toelichting op de onderhanden projecten wordt verwezen naar 5.1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten.
0,0%
244.162
Boekwaarde per 31 december 2012
Afschrijvingspercentage
244.162 0
0
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
Stand per 31 december 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
0 0 0 0 0
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen - bijzondere waardevermineringen - aanschafwaarde desinvesteringen - cumulatieve afschrijvingen desinvesteringe
244.162
Boekwaarde per 1 januari 2012
7.092.684 1.468.850
€
€
244.162 0
Gebouwen
Grond
Stand per 1 januari 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
6.1.6 Mutatieoverzicht materiele vaste activa
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
0,0%
1.472.554
1.472.554 0
1.472.554
1.472.554 0 0 0 0
0
0 0
Onderhanden projecten €
60
11.686.910
18.710.579 7.023.669
883.436
2.080.109 1.022.963 141.442 78.518 46.250
10.803.474
16.708.988 5.905.514
€
Totaal
Nieuwe locatie Nicolaasstraat, Utrecht Nieuwe keukens locatie Hoograven, Utrecht Nieuw pand locatie Wittevrouwen, Utrecht
1 2 3 0
0 0 0
t/m 2011 €
2.272.554
1.952.347 13.271 306.936
2012 €
gereed €
0
0 0 0 2.272.554
1.952.347 13.271 306.936
onderhanden €
t/m 2012
Investeringen
Jaarrekening 2012
800.000
800.000 0 0 1.472.554
1.152.347 13.271 306.936
Stand 31Voorziening 12-2012 € €
Toelichting: Voor het voorcalculatorisch verlies op de investering in de nieuwe locatie Nicolaasstraat is een voorziening gevormd.
Totaal
Omschrijving
Nummer
Projectgegevens
6.1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
2013 2013 2013
Jaar van oplevering
61
Datum
1-feb-97 1-sep-98 1-apr-07
Leninggever
BNG Bank BNG Bank BNG Bank Totaal
336.081 1.134.451 2.500.000
€
40 40 30
Total e Hoofdsom looptijd
Hypothecair Hypothecair Hypothecair
Soort lening
6.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2012
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
4,75% 5,19% 4,75%
% 133.708 418.329 1.729.167 2.281.204
€
Restschul Werked 31 lijkedecember rente 2011
0 0 0 0
€
€
€
8.564 125.144 82.324 28.361 389.968 248.163 83.333 1.645.834 1.229.169 120.258 2.160.946 1.559.656
€
Restschul Nieuwe d 31 Aflossing Restschuld leningen in 2012 december over 5 jaar in 2012 2012
15 14 20
Resteren de looptijd in jaren eind 2012
Lineair Lineair Lineair
Aflossingswijze
Gestelde zekerheden
62
8.564 Recht van hypothee 28.361 Recht van hypothee 83.333 Recht van hypothee 120.258
€
Aflossing 2013
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 6.1.9 Toelichting op de resultatenrekening Segmentering Vanwege het feit dat er intern geen segmenten worden onderscheiden waarop het management de organisatie aanstuurt, is er geen segmentering aangebracht. BATEN 10. Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies)
€
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar Productieafspraken verslagjaar Intensiveringsmiddelen Uitbreiding erkenning en toelating: - loonkosten - materiële kosten - normatieve kapitaalslasten
2012 €
€
40.649.801
37.223.581
4.113.500 1.113.682
-5.515.317 0
0 0 0
8.282.883 0 1.121.140 0
Overige mutaties: Nacalculatie productie
Subtotaal wettelijk budget boekjaar C orrecties voorgaande jaren Vooruitontvangen intensiveringsmiddelen Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies)
2011 €
-98.315
9.404.023 -462.486
-98.315
-462.486
45.778.668
40.649.801
503.830 -242.354
216.091 0
46.040.144
40.865.892
Toelichting: De groei van het wettelijk budget 2011 is het gevolg van uitbreidingen met nieuwe locaties. Bovenop het wettelijk budget 2012 is een bedrag van € 1.157.749 aan intensiveringsmiddelen (de zogenaamde Agema gelden) toegekend voor het verbeteren van de kwaliteit van zorg. Hiervan is € 1.113.682 gerealiseerd en € 871.328 besteed. Het niet besteedde deel ad. € 242.354 is als vooruitontvangen bedrag opgenomen onder de overige kortlopende schulden. Dit bedrag zal in 2013 worden besteed.
63
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 11. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt:
Zorgprestaties tussen instellingen Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties - Forensische samenwerking Justitie Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties - Forensische samenwerking Van de Hoeven Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties - Overig Niet gehonoreerde productie voorgaande jaren Justitie Persoonsgebonden budget Totaal
2012 €
2011 €
85.681 544.386 373.979 99.937 0 0
137.019 388.246 553.013 0 72.105 5.342
1.103.983
1.155.725
Toelichting: Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties - Overig betreft voornamelijk verleende zorg aan een asielzoeker en ongedocumenteerde. Deze zorg wordt gedeclareerd op basis van de (specifieke) Regeling Zorg Asielzoekers respectievelijk Overeenkomst financiële bijdragen AWBZ zorg voor bepaalde groepen vreemdelingen zonder verblijfsvergunning. Zorginkoop Ministerie van Justitie
Intramurale productie Extramurale productie, gespecialiseerde begeleiding Extramurale productie, dagbesteding
Werkelijke productie € 510.327 80.162 50.198
Afspraak € 452.698 68.588 23.100
Te declaren productie € 452.698 68.588 23.100
Onzekere budgetposten € 57.629 11.574 27.098
640.687
544.386
544.386
96.301
12. Subsidies
De specificatie is als volgt:
Gemeente Utrecht Ervaringsdeskundigheid Symposium Stagefonds UWV inzake brugbanen Totaal
2012 €
2011 €
61.953 0 0 44.793 0
252.136 20.000 3.500 33.807 9.061
106.746
318.504
Toelichting: De subsidie Gemeente Utrecht 2012 betreft voornamelijk een netto subsidie van € 35.730 voor de pilot ‘Gebiedsgebonden herstel in Kanaleneiland’ en een subsidie voor de exploitatiekosten van de Okkernootstraat 17, Utrecht. De pilot ‘Gebiedsgebonden herstel in Kanaleneiland’ voert de SBWU met 9 andere partijen uit. De SBWU is de hoofdaannemer en heeft in totaal over 2012 € 162.538 ontvangen. Hiervan is € 126.808 doorbetaald aan de andere 9 partijen. De subsidie Gemeente Utrecht 2011 betrof voornamelijk een subsidie voor de frictiekosten van de sluiting van Hostel Overvecht (€ 195.477), een subsidie voor exploitatiekosten van de Okkernootstraat 17, Utrecht (€ 15.000) en een subsidie van € 31.874 voor het project 'Zingeving'.
13. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt:
2012 €
2011 €
Diversen
2.032
31.397
Totaal
2.032
31.397
64
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht LASTEN 14. Personeelskosten De specificatie is als volgt:
2012 €
2011 €
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten
20.443.998 3.088.405 1.768.775 2.414.218
17.756.450 2.625.367 1.496.931 2.414.928
Subtotaal Personeel niet in loondienst
27.715.396 4.829.379
24.293.676 3.349.780
Totaal personeelskosten
32.544.775
27.643.456
537
494
Gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's)
Toelichting: De kosten voor personeel niet in loondienst zijn gestegen als gevolg van de tijdelijke inhuur voor het fusie proces en diverse projecten in zorgvernieuwing en – verbetering en voor interne projecten.
15. Afschrijvingen vaste activa De specificatie is als volgt:
2012 €
2011 €
- materiële vaste activa - voorziening onderhanden projecten
1.022.963 800.000
907.096 0
Totaal afschrijvingen
1.822.963
907.096
2012 €
2011 €
Bijzondere waardeverminderingen van: - materiële vaste activa
141.442
0
Totaal
141.442
0
16. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
De specificatie is als volgt:
Toelichting: De duurzame waardevermindering betreft het in één keer afschrijven van de resterende boekwaarde van in het verleden gedane investeringen in het pand van de locatie Het Blauwe Huis, daar in het vierde kwartaal 2012 is besloten deze locatie te sluiten wegens blijvende exploitatie tekorten.
65
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 17. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt:
2012 €
2011 €
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten
1.864.485 3.972.484 529.295
1.602.284 3.651.361 387.968
Onderhoud en energiekosten: - Onderhoud - Energiekosten gas - Energiekosten stroom - Energie transport en overig Subtotaal
1.370.171 211.328 271.707 387.001 2.240.207
2.184.238 170.056 218.643 311.421 2.884.358
Huur en leasing
3.231.532
3.068.529
11.838.003
11.594.500
Totaal overige bedrijfskosten
Toelichting: Op de algemene kosten is een bedrag van € 368.116 in mindering gebracht wegens de correctie van de onzekere budgetpost AWBZ 2012 (2011: € 503.830).
18. Financiële baten en lasten
De specificatie is als volgt:
2012 €
2011 €
Rentebaten Subtotaal financiële baten
206.772 206.772
101.103 101.103
Rentelasten Subtotaal financiële lasten
-143.798 -143.798
-131.873 -131.873
62.974
-30.770
Totaal financiële baten en lasten
66
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 19. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders
Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie? Wat is de samenstelling van het bestuur of de direc tie?
Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Toezic ht Tweehoofdig met voorzitter
De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2012 is als volgt: Naam
J.L.D.J. Berndsen M.L. van Loon
1 Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 2 Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van het bestuur? 3 Tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie?
23-11-2006
23-11-2006
Ja
Ja
Ja
Nee
12
0
1 1 100% 124.433
1 1 100% 124.433
0 0 0 8.518 13.733 0 0 146.684 42.587 3.922
0 0 0 8.518 13.733 0 0 146.684 42.587 4.242
4 Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van het bestuur geweest? 5 Zo ja: hoeveel maanden is de persoon voorzitter geweest in het verslagjaar? 6 Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst? 7 Welke salarisregeling is toegepast? 8 Wat is de deeltijdfac tor? (perc entage) 9 Bruto-inkomen, inc l. vakantiegeld, eindejaarsuitkering, salaris en andere vaste toelagen a. Waarvan: verkoop verlofuren b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren 10 Bruto-onkostenvergoeding 11 Werkgeversbijdrage soc iale lasten 12 Werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU 13 Ontslagvergoeding 14 Bonussen 15 Totaal inkomen (9 t/m 14, exc l. 9a en b) 16 Cataloguswaarde auto van de zaak 17 Eigen bijdrage auto van de zaak
De bezoldiging van de leden van de raad van toezic ht van de zorginstelling over het jaar 2012 is als volgt: Naam
Functie
H.W.J. Henselma M.L. de Haan R.J. Masc ini A.A. de Mol G. Veltkamp
Voorzitter Raad van Toezic ht Lid Raad van Toezic ht / Auditc omissie Lid Raad van Toezic ht / Auditc omissie Lid Raad van Toezic ht Lid Raad van Toezic ht
Bezoldiging € 10.200 8.500 8.500 6.800 6.800
20. Honoraria accountant €
€
31.510 6.000 7.402 20.390
45.000 5.629 0 10.067
65.302
60.696
De honoraria van de accountant over 2012 zijn als volgt: 1 2 3 4
Controle van de jaarrekening Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) Fiscale advisering Niet-controlediensten
Totaal honoraria accountant
67
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht 21. Transacties met verbonden partijen Centrum Vaartserijn, waarmee de SBWU op 1 januari 2013 is gefuseerd, is per ultimo 2012 als verbonden partij aan te merken. De SBWU heeft in het laatste half jaar 2012 kosten uit hoofde van de fusie voorgeschoten voor Centrum Vaartserijn. Deze kosten worden door Centrum Vaartserijn terugbetaald en zijn als vordering opgenomen onder de overige vorderingen. Steunstichting SBWU De steunstichting heeft ten doel het bieden van huisvesting aan mensen die niet in staat zijn zelfstandig te wonen en het uitvoeren van projecten van activiteiten van en voor cliënten en/of hun familieleden, medewerkers en externe relaties waartoe SBWU niet in voldoende mate rechtshandelingen kan verrichten. Er hebben zich geen transacties voorgedaan met een niet-zakelijke grondslag. Stichting Stadsbrug De SBWU heeft met twee andere partners Stichting Stadsburg opgericht. De beoogde samenwerking heeft met name tot doel het vanuit een afzonderlijke entiteit voorzien in gezamenlijke facilitaire voorzieningen voor sociaal kwetsbare doelgroepen in de regio Utrecht, teneinde van daar uit (nieuwe) vormen van werk- en dienstverlening voor die doelgroep te organiseren. Door de samenwerking vorm te geven binnen een samenwerkingsstichting wordt een situatie bereikt waarin de deelnemende rechtspersonen hun gezamenlijke hiervoor omschreven activiteit in een afzonderlijke rechtsprersoon kunnen bundelen en uitoefenen, zonder dat dit de autonomie en identiteit van de afzonderlijke deelnemende rechtspersonen aantast. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan met niet-zakelijke grondslag. Benedictus Labre Stichting Benedictus Labre Stichting verleent steun aan sociaal kwetsbaren en in het bijzonder het ondersteunen thuislozen voor het verschaffen van passende werkgelegenheid waaronder aan mensen voor wie arbeidsgewenning of toepassing van arbeidstherapie nodig of wenselijk is. Er hebben zich geen transacties voorgedaan met een niet-zakelijke grondslag. Stichting Beheer Derdengelden Vaartserijn Stichting Beheer Derdengelden Vaartserijn heeft als doel het beheren van gelden en andere vermogensbestanddelen van cliënten of derden en waarvan de overdracht om welke reden dan ook nog niet heeft kunnen plaatsvinden. Er hebben zich geen transacties voorgedaan met een niet zakelijke grondslag. Het bestuur is voornemens deze stichting te liquideren. Tot op heden hebben zich nog geen transacties voorgedaan in deze stichting. 22. Gebeurtenissen na balansdatum Stichting Beschermende Woonvormen is per 1 januari 2013 gefuseerd met de Stichting Centrum Vaartserijn.
68
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht Ondertekening door bestuurders en toezichthouders Raad van Bestuur
Raad van Toezicht
J.L.D.J. Berndsen
H.W.J. Henselmans Voorzitter
M.L. van Loon
M.L. de Haan
R.J. Mascini
G. Veltkamp
A.A. de Mol
E.F.H.M. Hendrickx
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
6.2 OVERIGE GEGEVENS
6.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De Raad van Bestuur van Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht heeft de jaarrekening 2012 vastgesteld in de vergadering van 13 mei 2013 De Raad van Toezicht van de Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht heeft de jaarrekening 2012 goedgekeurd in de vergadering 23 mei 2013. 6.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming In de statuten is bepaald dat de jaarrekening, conform artikel 8, aan de goedkeuring van de Raad van Toezicht is onderworpen. Er is geen statutaire regeling omtrent de bestemming van de winst, anders dan het aanwenden voor de doelstelling waarvoor de stichting is opgericht. 6.2.3 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 6.1.2. 6.2.4 Controleverklaring De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina.
71
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
72
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd
Geconsolideerde jaarrekening 2012 Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd
7.1 JAARREKENING 7.1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2012 (na resultaatbestemming) Ref.
31-dec-12 €
31-dec-11 €
ACTIVA
Vaste activa Materiële vaste activa
1
Totaal vaste activa
11.897.405
11.263.905
11.897.405
11.263.905
Vlottende activa Vorderingen u.h.v. financieringstekort
2
259.886
5.546.827
Overige vorderingen
3
656.236
832.759
Liquide middelen
4
15.984.871
9.933.924
Totaal vlottende activa
16.900.993
16.313.510
Totaal activa
28.798.398
27.577.415
31-dec-12
31-dec-11
€
€
Ref. PASSIVA
Eigen vermogen
5
Kapitaal
50
50
C ollectief gefinancierd gebonden vermogen
18.240.453
17.837.644
Totaal eigen vermogen
18.240.503
17.837.694
Voorzieningen
6
2.281.053
2.067.956
Langlopende schulden
7
2.075.943
2.222.642
Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van financieringsoverschot
2
170.103
0
Overige kortlopende schulden
8
6.030.796
5.449.123
28.798.398
27.577.415
Totaal passiva
79
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd
7.1.2 Resultatenrekening over 2012 Ref.
2012 €
2011 €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies)
10
49.616.779
44.389.069
Niet-gebudgetteerde zorgprestaties
11
1.147.627
1.171.197
Subsidies
12
2.585.903
2.861.758
Overige bedrijfsopbrengsten
13
2.032
31.397
53.352.341
48.453.421
Som der bedrijfsopbrengsten BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten
14
37.406.476
32.349.343
Afschrijvingen materiële vaste activa
15
2.038.789
1.533.263
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
16
219.359
0
Overige bedrijfskosten
17
13.370.234
13.006.037
53.034.858
46.888.643
317.483
1.564.778
85.326
-11.309
402.809
1.553.469
2012
2011
€
€
1.602.314
2.071.204
Som der bedrijfslasten BEDRIJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten
RESULTAAT BOEKJAAR
RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld:
18
Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Transitie langdurige zorg
-172.660
0
Nieuw EPD
-262.380
33.609
Zorgvernieuwing
0
-36.488
Kwaliteitsverbetering vastgoed
-665.751
0
Investeringen
-424.991
-293.578
Naamswijziging
235.000
0
Woonbegeleiding
0
-30.000
Ontwikkelkosten
91.277 402.809
-191.277 1.553.470
80
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd 7.1.3 Kasstroomoverzicht
Ref. €
2012 €
€
2011 €
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat
317.483
1.564.778
Aanpassingen voor: - afschrijvingen - duurzame waardevermindering - mutaties voorzieningen
2.038.789
1.533.263
219.359
0
-586.903
224.724 1.671.245
1.757.987
Veranderingen in vlottende middelen: - vorderingen - vorderingen u.h.v.financieringstekort respectievelijk -overschot - kortlopende schulden (excl. schulden aan banken)
-95.654
-126.601
5.457.044
-2.565.027
853.851
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
397.053 6.215.241
-2.294.575
8.203.969
1.028.190
233.201
125.631
-147.875
-136.940
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
85.326
-11.309
8.289.295
1.016.881
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa
-2.123.918
-1.892.660
32.269
331
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-2.091.649
-1.892.329
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie geldmiddelen
-146.699
-401.144 -146.699
-401.144
6.050.947
-1.276.592
Er is gebruik gemaakt van de indirecte methode.
81
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd 7.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
7.1.4.1 Algemeen Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Stichting Beschermende Woonvormen is per 1 januari 2013 gefuseerd met de Stichting Centrum Vaartserijn. De Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht (SBWU) heeft vrijwillig een geconsolideerde jaarrekening opgesteld per 31 december 2012 waarin naast de SBWU de jaarrekening van Centrum Vaartserijn (CVR) zijn opgenomen, de fusiepartner per 1 januari 2013. Consolidatie vloeit voort uit art. 2:24b BW waarin is bepaald dat een economische eenheid met organisatorische verbondenheid verplicht is tot het opstellen van een geconsolideerde jaarrekening. Op basis van de wetsgeschiedenis is hier aan toegevoegd dan tevens sprake dient te zijn van een centrale leiding. Bij het ontbreken van feitelijke zeggenschap uit hoofde van het ontbreken van (belang in ) aandelenkapitaal bij de stichtingen is getoetst of en zo ja in welke mate sprake is van feitelijk beleidsbepalende invloed zoals verondersteld in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ) (RJ217:202). Uit RJ 655:503 blijkt dat bij nevengeschikte organisaties, in case twee stichtingen als de SBWU en CVR geen sprake is van een groep wanneer bestuur en toezicht niet verenigd zijn. De aanwezige personele bestuurlijke unie volstaat daarin niet. RJ 640:205 stelt dat wanneer sprake is van overheersende zeggenschap op het financiële en operationele beleid aangevuld met de belangrijkste economische voordelen en economische risico’s met betrekking tot de overheerste organisatie aanwezig is sprake kan zijn van een groepsrelatie. Hierbij wordt gesteld dat eenheid van bestuur hiertoe niet toereikend om te concluderen dat sprake is van een groep. Gezien het feit dat ultimo september 2012 de aankondiging tot fusie is gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Utrecht, per 1 oktober 2012 sprake is van een personele bestuurlijke unie en de Raad van Toezicht van CVR per 1 januari 2013 ophoudt te bestaan en een minderheid van de leden van deze Raad toetreden tot de Raad van Toezicht van de SBWU, is besloten tot het opstellen van een geconsolideerde jaarrekening. Grondslagen De geconsolideerde jaarrekening is gebruik gemaakt van eigen grondslagen. Hierbij is aansluiting gezocht bij de grondslagen van SBWU en CVR. Zowel de SBWU als CVR hanteren Titel 9 Boek 2 BW als grondslag voor de jaarverslaggeving. Beide organisaties zijn zorginstellingen uit hoofde waarvan zij de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving volgen (RJ 655). Daarnaast is de jaarrekening opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi. Verwerking Centrum Vaartserijn De verwerking van CVR in de geconsolideerde jaarrekening dient overeenkomstig Richtlijn 216 (Fusies en Overnames) plaats te vinden. Op grond van RJ 216: 107 en 108 dient de fusie met CVR verwerkt te worden volgens de purchase accounting methode (RJ 216:201). De verkrijgingsprijs is om niet. De identificeerbare activa en passiva zijn gewaardeerd op reële waarde (RJ216:214). Er is geen reden om aan te nemen dat de in de balans van CVR opgenomen waarden afwijken van de reële waarde op 31 december 2012. Overeenkomstig RJ 216:211 zijn geen andere passiva opgenomen. Er zijn geen immateriële vaste activa onderkend uit hoofde van de fusie (RJ216:214g). Verplichtingen uit hoofde van pensioenen zijn niet onderkend, anders dan eventuele hogere pensioenpremies in rekening gebracht door het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (RJ 216:214h). Daar waar sprake is van te beëindigen contracten en andere verplichtingen (RJ216:214k) is geen sprake van materiële bedragen. Het eigen vermogen van CVR valt onder de regeling van RJ 655:307, collectief gefinancierd gebonden vermogen. Dit vermogen kan ook in de gefuseerde organisatie slechts aangewend worden voor zorgactiviteiten. Om voorliggende redenen is geen goodwill overeenkomstig RJ 216:119 in aanmerking genomen en is ten behoeve van de vrijwillige consolidatie beide jaarrekeningen verwerkt volgens de ‘pooling of interests’ methode verwerkt en zijn de jaarrekeningen en resultatenrekeningen over 2012 bij elkaar gevoegd (RJ 216:302). Vergelijking met voorgaand jaar De vergelijkende cijfers voorgaand jaar zijn niet gewijzigd. Segmentering Vanwege het feit dat er intern geen segmenten worden onderscheiden waarop het management de organisatie aanstuurt, is er geen segmentering aangebracht.
82
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd 7.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijnen van de materiële vaste activa is gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief. Als gevolg van de gewijzigde bekostigingsstructuur (NHC) heeft de organisatie een inschatting gemaakt van de verwachte gebruiksduur. Deze analyse leidt niet tot aanpassing van eerdere aannames en/of afschrijvingen. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten worden bij eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. De organisatie maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten. Vorderingen Vorderingen worden opgenomen voor de geamortiseerde kostprijs (nominale waarde). Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. De liquide middelen zijn nominaal gewaardeerd. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De langlopende voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. De gebruikte disconteringsvoet is in die gevallen 4,5%. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting Voorziening persoonlijk levensfase budget De voorziening persoonlijk levensfase budget (PBL) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+. Het persoonlijk levensfase budget kwalificeert als een beloning met opbouw van rechten. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst eenmalig uit te keren PBL-uren. De berekening is gebaseerd op de CAO-bepalingen, blijfkans, leeftijd en resterende dienstjaren tot het bereiken van de 55-jarige leeftijd. Voorziening voor langdurig ziekteverzuim De voorziening is berekend op basis van het verwachte aantal langdurig zieken, een en ander volgens de daarvoor geldende richtlijnen.
83
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd
Voorziening voor jubileumgratificaties De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. Voorziening personeelsregelingen De voorziening personeelsregelingen betreft een voorziening voor toekomstige uitkeringen uit hoofde van C.A.O. bepalingen. De berekening is gebaseerd op basis van salaris, blijfkans en leeftijd. In het kader van het sociaal plan en de fusie zijn met medewerkers op individueel niveau afspraken vastgelegd voor de overgangsregelingen. Voor zover deze afspraken betrouwbaar zijn in te schatten zijn deze als voorziening opgenomen. De afspraken zijn begrenst in tijd en duur. Schulden Schulden worden opgenomen voor de geamortiseerde kostprijs (nominale waarde).
7.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Pensioenen De SBWU heeft voor haar werknemers een pensioenregeling ondergebracht bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW). Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. De SBWU heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij Pensioenfonds Zorg en Welzijn, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De SBWU heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. PFZW heeft eerder aangekondigd dat het onvermijdelijk leek dat extra maatregelen moesten worden genomen, zoals het verlagen van de pensioenen. Nu de dekkingsgraad van eind 2012 bekend is, is duidelijk dat ingrijpen nu niet nodig is. De dekkingsgraad van eind december 2012 was 101%. PFZW zit daarmee op koers van het herstelplan. Er is geen verlaging van de pensioenen en geen extra premieverhoging aangekondigd. Eind 2013 moet de financiële positie van PFZW volledig zijn hersteld. De dekkingsgraad van 31 december 2013 is daarvoor het meetmoment. Pas dan is het zeker of PFZW in 2014 echt geen ingrijpende maatregelen hoeft te nemen.
84
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd 7.1.5 Toelichting op de balans ACTIVA 1. Materiële vaste activa
De specificatie is als volgt:
31-dec-12 €
31-dec-11 €
5.690.679 4.734.172 1.472.554
5.932.772 5.331.133 0
11.897.405
11.263.905
2012 €
2011 €
Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afschrijvingen Af: bijzondere waardeverminderingen Af: desinvesteringen
11.263.905 2.123.918 1.238.789 219.359 32.270
10.904.838 1.892.660 1.127.125 0 406.468
Boekwaarde per 31 december
11.897.405
11.263.905
Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
19.136.900 7.239.495
16.644.337 5.840.863
Bedrijfsgebouwen en terreinen Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste ac Totaal materiële vaste activa Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6. Met de Gemeente Utrecht zijn in 2010 / 2011 mondelinge afspraken gemaakt over de afbouw van het Vaartse Rijnhuis. Deze afbouw is in 2012 geëffectueerd. In het kader van de fusie met SBWU wordt gekeken naar alternatieve bestemming voor het Vaartserijnhuis. Op dit moment zijn daar nog geen concrete plannen voor. Het pand wordt door middel van anti-kraak bewoning “bewaakt”. Gezien deze situatie is gekeken naar de boekwaarde van de materiële vaste activa en inventarissen van deze locatie. Daar waar sprake is van (tijdelijke) buitengebruikstelling heeft een extra afschrijving plaatsgevonden tot de verwachte realiseerbare waarde. De mate van duurzaamheid van deze afschrijving is mede afhankelijk van een eventuele vervolgbestemming. Als gevolg van de fusie zijn diverse geactiveerde investeringen buitengebruik gesteld. De belangrijkste investeringen waarvoor nog een boekwaarde geregistreerd stond, betreffen hard- en software. Aangezien op balansdatum al bekend was dat deze activa buitengebruik gesteld zouden gaan worden, zijn de boekwaarden per balansdatum naar nihil teruggebracht.
85
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd 2. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en schulden uit hoofde van financieringsoverschot
2011 € Saldo per 1 januari Financ ieringsversc hil boekjaar Correc ties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Subtotaal mutatie boekjaar
2012 €
totaal €
5.546.827
5.546.827
358.846 -5.905.673 -5.546.827
89.782
89.782
89.782 358.846 -5.905.673 89.782
Saldo per 31 december
0
89.782
89.782
Stadium van vaststelling
c
a
a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c = definitieve vaststelling NZa 31-dec-12 €
31-dec-11 €
259.885 170.103 89.782
5.546.827 0 5.546.827
2012 €
2011 €
49.287.555 48.829.657 368.116 0
44.172.978 38.122.321 503.830 0
89.782
5.546.827
2012 €
2011 €
Financ ieringsversc hil AWBZ
89.782
5.546.827
Totaal financ ieringsversc hil
89.782
5.546.827
Waarvan gepresenteerd als: - vorderingen uit hoofde van financ ieringstekort - sc hulden uit hoofde van financ ieringsoversc hot
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Af: ontvangen voorsc hotten Af: onzekere budgetposten Bij: Totaal financ ieringsversc hil
Specificatie financieringsverschil per financieringsvorm
Het budget AWBZ 2012 bedraagt Totaal budget 2012
49.287.555 49.287.555
Toelichting: De eerste correctie voorgaande jaren betreft nagekomen kapitaallasten 2011 die ultimo 2011 als onzeker waren ingeschat. De onzekere budgetpost 2012 betreft het deel van onzekere kapitaallasten in verband met leegstand. De ontvangen, maar nog te besteden intensiveringsmiddelen betreffen toegekende middelen over 2012 die nog niet volledig besteed zijn. Voor een nadere toelichting hierover wordt verwezen naar referentie 10 Wettelijk budget aanvaardbare kosten AWBZ. De tweede correctie voorgaande jaren betreft de alsnog gehonoreerde deel van de overproductie 2011.
86
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd 3. Overige vorderingen
De specificatie is als volgt:
Vorderingen op debiteuren Overige vorderingen Ministerie van Justitie (forensische zorg) Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Vorderingen op ex-cliënten Rekening-courant Benedictus Labre Stichting Totaal overige vorderingen
31-dec-12 €
31-dec-11 €
105.379 247.209 31.706 141.594 105.987 24.421 -60 656.236
168.634 196.060 31.706 137.734 298.625 0 0 832.759
Toelichting: Op de overige vorderingen is een voorziening debieturen getroffen van € 143.513. Deze voorziening is nagenoeg gelijk aan 2011. 4. Liquide middelen
De specificatie is als volgt:
31-dec-12 €
31-dec-11 €
Bankrekeningen Kassen Kruispost
15.929.526 37.345 18.000
9.872.016 61.908 0
Totaal liquide middelen
15.984.871
9.933.924
Toelichting: De liquide middelen staan hoofdzakelijk op bank- en spaarrekeningen. Een bedrag van € 26.135 is geblokkeerd in verband met afgegeven bankgaranties. Onder de liquide middelen bevindt zich voor een bedrag van € 232.879 gelden die namens cliënten door de stichting worden beheerd. Onder de overlopende passiva is voor een gelijke waarde de verplichting opgenomen.
87
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd PASSIVA 5. Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de volgende c omponenten:
31-dec-12 €
31-dec-11 €
Kapitaal Collec tief gefinanc ierd gebonden vermogen
50 18.240.453
50 17.837.644
Totaal eigen vermogen
18.240.503
17.837.694
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:
Saldo per Resultaat1-jan-2012 bestemming € €
Overige Saldo per mutaties 31-dec-2012 € €
Reserve aanvaardbare kosten: reserve aanvaardbare kosten
14.982.754
1.602.314
0
16.585.068
Bestemmingsreserves: Transitie Langdurige Zorg Nieuw Epd Zorgvernieuwing (herstel visie) Kwaliteitsverbetering vastgoed Ontwikkelkosten Registratieve lastenverzwaring ICT-ontwikkelingen Naamswijziging Investeringen Totaal c ollec tief gefinanc ierd gebonden vermogen
300.000 500.000 370.090 665.751 108.723 235.335 250.000 0 424.991 17.837.644
-172.660 -262.380 0 -665.751 91.277 0 0 235.000 -424.991 402.809
0 0 0 0 0 0 0 0
127.340 237.620 370.090 0 200.000 235.335 250.000 235.000 0 18.240.453
0
Transitie langdurende zorg € 127.340 Samen met ketenpartner Altrecht is de ambitie uitgesproken de cliënten in de langdurige ggz nieuw perspectief te bieden. In onze gezamenlijke regio willen we cliënten niet onnodig laten wonen op het terrein van Altrecht, maar kiezen we voor wonen als elke burger in de maatschappij met goede behandelzorg dichtbij beschikbaar. Deze verstrekkende visie vraagt om veel ingrijpende maatregelen in de organisaties die beide vormen van zorg aanbieden. In 2012 is een deel van deze bestemmingsreserve aangewend voor het project Nicolaasstraat. Het resterende deel wordt naar verwachting met andere projecten benut. Nieuw EPD € 237.620 Door de instellingen, verenigd in GGZ Nederland, is een aanbestedingstraject gestart dat aanbieders van softwarepakketten voor elektronische cliëntendossiers vraagt om nieuwe software te ontwikkelen conform de normen zoals die in het Referentiemodel Elektronisch Patiënten Dossier zijn vastgelegd. De onttrekking in 2012 heeft betrekking op de kosten van het project en de in 2012 gemaakte kosten voor de doorstart die doorloopt na 2013. Eind maart 2013 is een contract getekend voor de implementatie van een nieuw systeem wat beoogd is om per 15 januari 2014 operationeel te zijn. De reserve is beoogd om financiële tegenvallers ten opzichte van de raming op te kunnen vangen. Zorgvernieuwing (Herstel visie) € 370.090 In dit kader is één locatiehoofd vrijgemaakt voor de coördinatie van de projecten. De verwachting is dat de komende jaren de AWBZ financiering onder druk komt te staat. Dit maakt dat we kiezen voor een zwaardere doelgroep en het verder ombouwen van onze zorg naar een ambulant product. Dit vraagt veel van organisatie en personeel en kan alleen als innovatief over de zorg wordt nagedacht en er veel experimenten worden geïnitieerd. In 2010 is een management breed ontwikkelingstraject ingezet en zijn diverse projecten gestart. In 2012 zijn de eerste aspecten rondom een Herstelhuis uitgewerkt. Met in aanvang een variant op ambulante begeleiding wordt gekeken naar de mogelijke (herstel)ontwikkeling van cliënten vanuit een Herstelhuis als terugvaloptie. De kosten die met de initiële start samenhangen worden ten laste van deze bestemmingsreserve gebracht.
88
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd
Ontwikkelkosten € 200.000 De herstelvisie heeft nieuwe energie, maar ook de ontwikkeling van concrete kennis en vaardigheden nodig, zodat meer medewerkers herstelondersteunende zorg op de juiste manier in de praktijk kunnen brengen. Om dit voor elkaar te krijgen zal het komende jaar een programma van activiteiten plaatsvinden, waarin cliënten, ervaringsdeskundigen en medewerkers van de SBWU samenwerken aan het ontwikkelen, delen en borgen van herstelondersteunende zorg. Dit programma beoogt in essentie een permanente dialoog op gang te brengen tussen cliënten, ervaringsdeskundigen en medewerkers over wat herstelondersteunende zorg concreet is en hoe die vorm te geven in de praktijk van alle dag. Aan het einde van het project is de kennis en expertise van dat moment over wat herstelondersteunende zorg in de dagelijkse praktijk inhoud beschreven, verwerkt in opleidingen, in competenties van medewerkers en terug te vinden in een digitaal platform.
Registratieve lastenverzwaring € 235.335 Het voldoen aan publieke verantwoording over de besteding van publieke middelen vraagt veel van de transparantie van een instelling. In de komende periode staat het aantonen van meerwaarde en resultaat van de begeleiding en zorg bovenaan de agenda maar nog in de kinderschoenen wat betreft realisatie. Ook zal een eventuele overheveling van AWBZ middelen naar andere financieringsstelsels (WMO, ZVW) nieuwe administratieve verplichtingen met zich mee brengen.
ICT-ontwikkelingen € 250.000 De SBWU ziet zich het komend jaar voor een aantal uitdagingen geplaatst met betrekking tot vernieuwing en uitbreiding van de technische en applicatie-infrastructuur. De migratie naar (ver)nieuw(d)e omgevingen en / of applicaties vergt een zorgvuldige planning, voorbereiding en begeleiding naar de medewerkers. Het jaar 2013 wordt gebruikt voor onderzoek op een aantal terreinen met betrekking tot migratietrajecten en de impact hiervan op het werk van de medewerkers. Mede als gevolg van de fusie hebben de gewenste en noodzakelijke investeringen nog niet plaatsgevonden. Hierbij moet vooral gedacht worden aan calamiteitenvoorzieningen, kostenefficiënter inzetten kantoorautomatisering c.s.
Naamswijziging € 235.000 Met het 30-jarig bestaan en de fusie is gekeken of de huidige naam en huisstijl nog past bij de activiteiten waar wij voor staan en de uitstraling die wij daar mee willen beogen. Besloten is om in 2013 een project te starten om zowel te komen tot een nieuwe naam als logo. De kosten die hiermee samenhangen zijn begroot op € 235.000.
89
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd 6. Voorzieningen Saldo per 1-jan-12 €
Dotatie
Onttrekking
Vrijval
€
€
€
Saldo per 31-dec-2012 €
Voorziening voor jubileumgratificaties Voorziening voor langdurig ziekteverzuim Voorziening persoonlijk levensfase budge Voorziening personeelsregelingen Voorzienin groot onderhoud
337.118 9.838 1.713.000 0 8.000
38.620 0 151.802 96.327 0
2.375 0 53.439 0 8.000
0 9.838 0 0 0
373.363 0 1.811.363 96.327 0
Totaal voorzieningen
2.067.956
286.749
63.814
9.838
2.281.053
Het verloop is als volgt weer te geven:
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: 31-dec-2012 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) Hiervan langlopend (> 5 jaar)
477.845 1.803.208 931.329
Voorziening voor jubileumgratificaties Deze voorziening is gevormd op basis van het personeelsbestand ultimo 2012. Voorziening voor langdurig ziekteverzuim De voorziening is berekend op basis van het verwachte aantal langdurig zieken, een en ander volgens de daarvoor geldende richtlijnen. Voorziening personeelsregelingen De voorziening personeelsregelingen betreft een voorziening voor toekomstige uitkeringen uit hoofde van C.A.O. bepalingen. De berekening is gebaseerd op basis van salaris, blijfkans en leeftijd. In het kader van het sociaal plan en de fusie zijn met medewerkers op individueel niveau afspraken vastgelegd voor de overgangsregelingen. Voor zover deze afspraken betrouwbaar zijn in te schatten zijn deze als voorziening opgenomen. De afspraken zijn begrenst in tijd en duur. Voorziening persoonlijk levensfase budget De SBWU heeft op basis van de geldende richtlijnen een schatting gemaakt van de te verwachten kosten voor het persoonlijk levensfase budget. Hierbij is op basis van het aanwezige bestand medewerkers, de actuele saldi en de actuele loonkosten, een inschatting gemaakt van de blijfkansen en de salarisontwikkeling. Er is rekening gehouden met de termijn waarbinnen een medewerker actief is en valt onder het Pensioenfonds voor Zorg en Welzijn. Daar waar een medewerker niet op grond van het dienstverband-criterium bij de SBWU voor deze regeling in aanmerking komt, is gekeken naar leeftijd en functie(achtergrond) om een zo goed mogelijke inschatting te maken van de in aanmerking te nemen actieve periode. De SBWU heeft geopteerd voor de volledige voorziening, rekening houdend met de blijfkansen van de medewerkers.
90
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd 7. Langlopende schulden
De spec ific atie is als volgt:
31-dec-12 €
31-dec-11 €
Sc hulden aan banken Overige langlopende sc hulden
2.040.688 35.255
2.160.946 61.696
Totaal langlopende sc hulden
2.075.943
2.222.642
2012 €
2011 €
Stand per 1 januari Af: aflossingen
2.281.204 120.258
2.655.907 374.703
Stand per 31 dec ember
2.160.946
2.281.204
120.258
120.258
2.040.688
2.160.946
Het verloop is als volgt weer te geven:
Af: aflossingsverplic hting komend boekjaar Stand langlopende sc hulden per 31 dec ember
Toelic hting in welke mate (het totaal van) de langlopende sc hulden als langlopend moeten worden besc houwd: Kortlopend deel van de langlopende sc hulden (< 1 jr.), aflossingsverplic htingen Langlopend deel van de langlopende sc hulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar)
120.258 2.040.688 1.559.656
120.258 2.160.946 1.679.910
Toelichting: Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. Met de verhuurder van het pand Furkaplateau 15 te Utrecht is een huurvrije periode overeengekomen. Dit bedrag is gepassiveerd onder de overige langlopende schulden. Het hieruit voortvloeiende voordeel wordt toegerekend aan de contractduur.
8. Overige kortlopende schulden
De spec ific atie is als volgt:
Crediteuren Aflossingsverplic htingen langlopende leningen Belastingen en soc iale premies Sc hulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiedagen Personeelsvereniging Nog te betalen kosten Ministerie van Justitie (forensisc he zorg) Vooruitontvangen bedragen Loondoorbetalingen en kosten outplac ement Gemeente Utrec ht Rekening-c ourant ex-bewoners Totaal overige kortlopende sc hulden
31-dec-12 €
31-dec-11 €
1.660.914 120.258 1.590.307 167.083 12.614 916.932 555.942 44.012 306.213 23.329 293.746 47.580 34.566 257.301 6.030.796
1.615.596 120.258 1.451.320 211.693 7.487 838.538 503.054 37.351 193.065 23.329 26.380 143.369 8.162 269.521 5.449.123
Toelichting: Onder de vooruit ontvangen bedragen is het niet bestede deel van de toegekende intensiveringsmiddelen 2012 ad. € 242.354 opgenomen. Dit bedrag zal in 2013 besteed worden.
91
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd Onder de loondoorbetaling en kosten outplacement is de verplichting tot loondoorbetaling met vrijstelling van werk opgenomen voor werknemers waarmee de arbeidsovereenkomst per ultimo 2012 is beëindigd door middel van een vaststellingsovereenkomst. Tevens is rekening gehouden met de overeengekomen vergoeding voor de kosten van outplacement. Beheer cliëntgelden Binnen Stichting Centrum Vaartserijn is het budgetbeheer van cliënten één van de activiteiten. In een algemene brief van 21 november 2012 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal heeft de Staatssecretaris van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hierover zijn bezorgdheid uitgesproken over het beheer van cliëntgelden door zorgorganisaties. Het bestuur onderschrijft de bezorgdheid van de Staatssecretaris. Het bestuur heeft in het kader van het fusieproces een projectgroep ingesteld, waarmee de facto een einde komt aan deze situatie. Concreet wordt van geval tot geval gekeken of de cliënt (weer) in staat is zijn eigen financiën te behartigen of dat het beheer aan een externe deskundige wordt overgedragen. Gezien de financiële positie van de organisatie zijn er geen continuïteitsriscio’s met betrekking tot de in het beheer bij de stichting zijnde cliëntgelden.
9. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Bankgarantie Er zijn bankgaranties verleend van in totaal € 81.314 in verband met gehuurde panden. Huurcontracten Er zijn huurcontracten gesloten met derden voor kantoren en voor huisvesting van cliënten. Deze huur verplichting bedraagt € 3.796.987 op jaarbasis. De resterende looptijd is als volgt: direct opzegbaar: € 1.927.591 looptijd korter dan 1 jaar € 170.628 looptijd langer dan 1 jaar, korter dan 5 jaar € 1.032.888 looptijd langer dan 5 jaar € 665.880. Leaseverplichtingen Er is een leasecontract met betrekking tot een kopieerapparaat. Dit bedraagt op jaarbasis € 7.034.
92
2,5%
5.446.517
7.092.684 1.646.167
-177.317
0 177.317 0 0 0
5.623.834
5,0-10,0%
3.413.018
6.290.192 2.877.174
-253.805
397.385 545.555 105.635 0 0
3.666.823
5.892.807 2.225.984
Verbouwingen €
10,0%
175.554
515.337 339.783
-18.165
19.814 37.979 0 0 0
193.719
495.523 301.804
Instandhouding €
5,0-10,0%
816.284
2.565.322 1.749.038
-307.333
165.314 358.766 113.724 425 268
1.123.617
2.400.433 1.276.816
Inventaris €
20,0%
248.843
553.234 304.391
-44.806
46.163 78.390 0 39.027 26.448
293.649
546.098 252.449
25,0%
80.473
481.332 400.859
-37.628
22.688 40.782 0 39.068 19.534
118.101
497.712 379.611
Vervoer- Automatisermiddelen ing € €
Toelichting: Voor een nadere toelichting op de onderhanden projecten wordt verwezen naar 5.1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten.
0,0%
244.162
Boekwaarde per 31 december 2012
Afschrijvingspercentage
244.162 0
0
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
Stand per 31 december 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
0 0 0 0 0
Mutaties in het boekjaar - investeringen - afschrijvingen - bijzondere waardevermineringen - aanschafwaarde desinvesteringen - cumulatieve afschrijvingen desinvesteringe
244.162
Boekwaarde per 1 januari 2012
7.092.684 1.468.850
€
€
244.162 0
Gebouwen
Grond
Stand per 1 januari 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
7.1.6 Mutatieoverzicht materiele vaste activa
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd
0,0%
1.472.554
1.472.554 0
1.472.554
1.472.554 0 0 0 0
0
0 0
Onderhanden projecten €
93
11.897.405
19.214.817 7.317.412
633.500
2.123.918 1.238.789 219.359 78.520 46.250
11.263.905
17.169.419 5.905.514
€
Totaal
Nieuwe locatie Nicolaasstraat, Utrecht Nieuwe keukens locatie Hoograven, Utrecht Nieuw pand locatie Wittevrouwen, Utrecht
1 2 3 0
0 0 0
t/m 2011 €
2.272.554
1.952.347 13.271 306.936
2012 €
gereed €
0
0 0 0 2.272.554
1.952.347 13.271 306.936
onderhanden €
t/m 2012
Investeringen
Toelichting: Voor het voorcalculatorisch verlies op de investering in de nieuwe locatie Nicolaasstraat is een voorziening gevormd.
Totaal
Omschrijving
Nummer
Projectgegevens
7.1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd
800.000
800.000 0 0
1.472.554
1.152.347 13.271 306.936
Stand 31Voorziening 12-2012 € €
Jaarrekening 2012
2013 2013 2013
Jaar van oplevering
94
Datum
1-feb-97 1-sep-98 1-apr-07
Leninggever
BNG Bank BNG Bank BNG Bank Totaal
336.081 1.134.451 2.500.000
€
40 40 30
Total e Hoofdsom looptijd
Hypothecair Hypothecair Hypothecair
Soort lening
7.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2012
4,75% 5,19% 4,75%
% 133.708 418.329 1.729.167 2.281.204
€
Restschul Werked 31 lijkedecember rente 2011
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd
0 0 0 0
€
€
€
8.564 125.144 82.324 28.361 389.968 248.163 83.333 1.645.834 1.229.169 120.258 2.160.946 1.559.656
€
Restschul Nieuwe d 31 Aflossing Restschuld leningen in 2012 december over 5 jaar in 2012 2012
15 14 20
Resteren de looptijd in jaren eind 2012
Lineair Lineair Lineair
Aflossingswijze
Gestelde zekerheden
95
8.564 Recht van hypothee 28.361 Recht van hypothee 83.333 Recht van hypothee 120.258
€
Aflossing 2013
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd 7.1.9 Toelichting op de resultatenrekening Segmentering Vanwege het feit dat er intern geen segmenten worden onderscheiden waarop het management de organisatie aanstuurt, is er geen segmentering aangebracht. BATEN 10. Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies)
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar Productieafspraken verslagjaar Intensiveringsmiddelen Uitbreiding erkenning en toelating: - loonkosten - materiële kosten - normatieve kapitaalslasten
44.113.405
40.746.758
4.113.500 1.158.965
-5.515.317 0
0 0 0
8.282.883 0 1.121.140 0
Overige mutaties: Nacalculatie productie
-98.315
Subtotaal wettelijk budget boekjaar C orrecties voorgaande jaren Vooruitontvangen intensiveringsmiddelen Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies)
9.404.023 -462.486
-98.315
-462.486
49.287.555
44.172.978
571.578 -242.354
216.091
49.616.779
44.389.069
Toelichting: De groei van het wettelijk budget 2011 is het gevolg van uitbreidingen van nieuwe locaties. Bovenop het wettelijk budget 2012 is een bedrag van € 1.203.032 aan intensiveringsmiddelen (de zogenaamde Agema gelden) toegekend voor het verbeteren van de kwaliteit van zorg. Hiervan is € 1.158.965 gerealiseerd en € 916.611 besteed. Het niet besteedde deel ad. € 242.354 is als vooruit ontvangen bedrag opgenomen onder de overige kortlopende schulden. Dit bedrag zal in 2013 worden besteed. 11. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt:
Zorgprestaties tussen instellingen Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties - Forensische samenwerking Justitie Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties - Forensische samenwerking Van de Hoeven Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties - Overig Niet gehonoreerde productie voorgaande jaren Justitie Persoonsgebonden budget Totaal
2012 €
2011 €
129.325 544.386 373.979 99.937 0 0
152.491 388.246 553.013 0 72.105 5.342
1.147.627
1.171.197
Toelichting: Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties - Overig betreft voornamelijk verleende zorg aan een asielzoeker en ongedocumenteerde. Deze zorg wordt gedeclareerd op basis van de (specifieke) Regeling Zorg Asielzoekers respectievelijk Overeenkomst financiële bijdragen AWBZ zorg voor bepaalde groepen vreemdelingen zonder verblijfsvergunning.
96
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd Zorginkoop Ministerie van Justitie
Intramurale productie Extramurale productie, gespecialiseerde begeleiding Extramurale productie, dagbesteding
Werkelijke productie € 510.327 80.162 50.198
Afspraak € 452.698 68.588 23.100
Te declaren productie € 452.698 68.588 23.100
Onzekere budgetposten € 57.629 11.574 27.098
640.687
544.386
544.386
96.301
12. Subsidies (inclusief Wmo-prestaties) De specificatie is als volgt:
2012 €
2011 €
Gemeente Utrecht Ervaringsdeskundigheid Symposium Stagefonds UWV inzake brugbanen Eigen bijdrage en betalingen voor niet-verzekerde zorg c.s.
2.375.337 0 0 44.793 0 165.773
2.451.929 20.000 3.500 33.807 9.061 343.461
Totaal
2.585.903
2.861.758
Toelichting: De post van de gemeente Utrecht van € 2.375.337 is inclusief een bedrag aan vergoeding (subsidie) van circa € 650.000 voor afbouwkosten voor het Vaartserijnhuis. Ter nadere toelichting het volgende: voor de subsidievaststelling van Stichting Centrum Vaartserijn is een verzoek ingediend in combinatie met de afbouw van de kosten voor het Vaartserijnhuis. De gemeente heeft in een wijzigingsbeschikking d.d. 9 oktober 2012 opgenomen dat zij zich coulant zal opstellen bij de vaststelling van de subsidie 2012 en het niet behalen van de bezetting en productie. De gemeente bevestigt daarbij dat zij, binnen redelijke grenzen, rekening houdt met de door Stichting Centrum Vaartserijn gemaakte afbouwkosten binnen de in de verlengingsbeschikking afgesproken bedragen. Uit de ambtelijke contacten van d.d. 25 april 2013 is de bevestiging gekomen dat het verzoek redelijk is, maar dat er vooraf geen toezeggingen gedaan worden. De feitelijke vaststelling zal plaatsvinden via het college van de gemeente Utrecht. De subsidie Gemeente Utrecht 2012 betreft voornamelijk de omzet van de WMO. Daarnaast subsidieert de Gemeente Utrecht voor € 35.730 de pilot ‘Gebiedsgebonden herstel in Kanaleneiland’ en een subsidie voor de exploitatiekosten van de Okkernootstraat 17, Utrecht. De pilot ‘Gebiedsgebonden herstel in Kanaleneiland’ voert de SBWU met 9 andere partijen uit. De SBWU is de hoofdaannemer en heeft in totaal over 2012 € 162.538 ontvangen. Hiervan is € 126.808 doorbetaald aan de andere 9 partijen. De subsidie Gemeente Utrecht 2011 betrof voornamelijk een subsidie voor de frictiekosten van de sluiting van Hostel Overvecht (€ 195.477), een subsidie voor exploitatiekosten van de Okkernootstraat 17, Utrecht (€ 15.000) en een subsidie van € 31.874 voor het project 'Zingeving'. 13. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt:
2012 €
2011 €
Diversen
2.032
31.397
Totaal
2.032
31.397
97
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd LASTEN 14. Personeelskosten De specificatie is als volgt:
2012 €
2011 €
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten
23.762.047 3.557.887 2.069.742 2.777.503
21.119.096 3.089.627 1.798.799 2.650.777
Subtotaal Personeel niet in loondienst
32.167.179 5.239.297
28.658.299 3.691.044
Totaal personeelskosten
37.406.476
32.349.343
615
574
Gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's)
Toelichting: De kosten voor personeel niet in loondienst zijn gestegen als gevolg van de tijdelijke inhuur voor het fusie proces en diverse projecten in zorgvernieuwing en – verbetering en voor interne projecten. 15. Afschrijvingen vaste activa De specificatie is als volgt:
2012 €
2011 €
- materiële vaste activa - voorziening onderhanden projecten
1.238.789 800.000
1.533.263 0
Totaal afschrijvingen
2.038.789
1.533.263
2012 €
2011 €
Bijzondere waardeverminderingen van: - materiële vaste activa
219.359
0
Totaal
219.359
0
16. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa De specificatie is als volgt:
Toelichting: De duurzame waardevermindering betreft het in één keer afschrijven van de resterende boekwaarde van in het verleden gedane investeringen in het pand van de locatie Het Blauwe Huis, daar in het vierde kwartaal 2012 is besloten deze locatie te sluiten wegens blijvende exploitatie tekorten en de versnelde afschrijvingen van inventaris van Centrum Vaartserijn als gevolg van de fusie.
98
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd 17. Overige bedrijfskosten De spec ific atie is als volgt:
2012 €
2011 €
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten
2.038.079 4.577.042 680.569
1.853.277 4.069.042 546.666
Onderhoud en energiekosten: - Onderhoud - Energiekosten gas - Energiekosten stroom - Energie transport en overig Subtotaal
1.567.626 211.328 271.707 387.001 2.437.662
2.394.504 194.858 218.643 311.421 3.119.426
Huur en leasing
3.636.882
3.417.626
13.370.234
13.006.037
Totaal overige bedrijfskosten
Toelichting: Op de algemene kosten is een bedrag van € 368.116 in mindering gebracht wegens de correctie van de onzekere budgetpost AWBZ 2012 (2011: € 503.830). 18. Financiële baten en lasten
De specificatie is als volgt:
2012 €
2011 €
Rentebaten Subtotaal financiële baten
233.201 233.201
125.631 125.631
Rentelasten Subtotaal financiële lasten
-147.875 -147.875
-136.940 -136.940
85.326
-11.309
Totaal financiële baten en lasten
99
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd 19. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2012 is als volgt: Naam
J.L.D.J. Bernsen
1 Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 2 Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van het bestuur? 3 Tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 4 Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van het bestuur geweest? 5 Zo ja: hoeveel maanden is de persoon voorzitter geweest in het verslagjaar? 6 Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst? 7 Welke salarisregeling is toegepast? 8 Wat is de deeltijdfac tor? (perc entage) 9 Bruto-inkomen, inc l. vakantiegeld, eindejaarsuitkering, salaris en andere vaste toelagen a. Waarvan: verkoop verlofuren b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren 10 Bruto-onkostenvergoeding 11 Werkgeversbijdrage soc iale lasten 12 Werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU 13 Ontslagvergoeding 14 Bonussen 15 Totaal inkomen (9 t/m 14, exc l. 9a en b) 16 Cataloguswaarde auto van de zaak 17 Eigen bijdrage auto van de zaak
M.L. van Loon
23-11-2006
23-11-2006
Ja
J.M. Broers 24-1-2007
Ja
Nee 30-sep-12
Ja
Nee
Ja, CVR
12
0
9
onbepaald CAO 100%
onbepaald CAO 100%
beëindigd CAO 100%
124.433
124.433
8.518 13.733
8.518 13.733
146.684 42.587 3.922
146.684 42.587 4.242
Toelichting:
De bezoldiging van de leden van de raad van toezic ht van de zorginstelling over het jaar 2012 is als volgt:
Naam
Functie
H.W.J. Henselma M.L. de Haan R.J. Masc ini A.A. de Mol G. Veltman J.J. van Oosten E.F.H.M. Hendric kx M.C.M. Huisman E.J.C. Baeten D.C. Vis
Voorzitter Raad van Toezic ht Lid Raad van Toezic ht / Auditc omissie Lid Raad van Toezic ht / Auditc omissie Lid Raad van Toezic ht Lid Raad van Toezic ht Lid Raad van Toezic ht Lid Raad van Toezic ht Lid Raad van Toezic ht Lid Raad van Toezic ht Lid Raad van Toezic ht
Bezoldiging € (SBWU) (SBWU) (SBWU) (SBWU) (SBWU) (CVR) (CVR) (CVR) (CVR) (CVR)
10.200 8.500 8.500 6.800 6.800 1.500 1.500 1.500 1.500 1.500
20. Honoraria accountant 2012 €
2011 €
54.637 6.000 7.402 24.576
63.997 5.629 0 10.067
92.615
79.693
De honoraria van de accountant over 2012 zijn als volgt: 1 2 3 4
Controle van de jaarrekening Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) Fiscale advisering Niet-controlediensten
Totaal honoraria accountant
100
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd 21. Transacties met verbonden partijen Steunstichting SBWU De steunstichting heeft ten doel het bieden van huisvesting aan mensen die niet in staat zijn zelfstandig te wonen en het uitvoeren van projecten van activiteiten van en voor cliënten en/of hun familieleden, medewerkers en externe relaties waartoe SBWU niet in voldoende mate rechtshandelingen kan verrichten. Er hebben zich geen transacties voorgedaan met een niet-zakelijke grondslag. Stichting Stadsbrug De SBWU heeft met twee andere partners Stichting Stadsburg opgericht. De beoogde samenwerking heeft met name tot doel het vanuit een afzonderlijke entiteit voorzien in gezamenlijke facilitaire voorzieningen voor sociaal kwetsbare doelgroepen in de regio Utrecht, teneinde van daar uit (nieuwe) vormen van werk- en dienstverlening voor die doelgroep te organiseren. Door de samenwerking vorm te geven binnen een samenwerkingsstichting wordt een situatie bereikt waarin de deelnemende rechtspersonen hun gezamenlijke hiervoor omschreven activiteit in een afzonderlijke rechtspersoon kunnen bundelen en uitoefenen, zonder dat dit de autonomie en identiteit van de afzonderlijke deelnemende rechtspersonen aantast. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan met niet-zakelijke grondslag. Benedictus Labre Stichting Benedictus Labre Stichting verleent steun aan sociaal kwetsbaren en in het bijzonder het ondersteunen thuislozen voor het verschaffen van passende werkgelegenheid waaronder aan mensen voor wie arbeidsgewenning of toepassing van arbeidstherapie nodig of wenselijk is. Er hebben zich geen transacties voorgedaan met een niet-zakelijke grondslag. Stichting Beheer Derdengelden Vaartserijn Stichting Beheer Derdengelden Vaartserijn heeft als doel het beheren van gelden en andere vermogensbestanddelen van cliënten of derden en waarvan de overdracht om welke reden dan ook nog niet heeft kunnen plaatsvinden. Er hebben zich geen transacties voorgedaan met een niet zakelijke grondslag. Het bestuur is voornemens deze stichting te liquideren. Tot op heden hebben zich nog geen transacties voorgedaan in deze stichting.
22. Gebeurtenissen na balansdatum Geen.
101
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd
102
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd Ondertekening door bestuurders en toezichthouders Raad van Bestuur
Raad van Toezicht
J.L.D.J. Berndsen
H.W.J. Henselmans Voorzitter
M.L. van Loon
M.L. de Haan
R.J. Mascini
G. Veltkamp
A.A. de Mol
E.F.H.M. Hendrickx
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd
7.2 OVERIGE GEGEVENS
7.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De Raad van Bestuur van Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht heeft de jaarrekening 2012 vastgesteld in de vergadering 13 mei 2013. De Raad van Toezicht van de Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht heeft de jaarrekening 2012 goedgekeurd in de vergadering 23 mei 2013. 7.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming In de statuten is bepaald dat de jaarrekening, conform artikel 8, aan de goedkeuring van de Raad van Toezicht is onderworpen. Er is geen statutaire regeling omtrent de bestemming van de winst, anders dan het aanwenden voor de doelstelling waarvoor de stichting is opgericht. 7.2.3 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 7.1.2. 7.2.4 Controleverklaring De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina.
105
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd
106
Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht - geconsolideerd
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant