Maatschappelijk verslag Stichting Amaliazorg Oirschot 2010
Stichting Amaliazorg
INHOUDSOPGAVE
1. UITGANGSPUNTEN VAN DE VERSLAGLEGGING 2. PROFIEL VAN DE ORGANISATIE 2.1 Algemene identificatiegegevens 2.2 Structuur van het concern 2.2.1 Toelatingen 2.2.2 Medezeggenschap 2.3 Kerngegevens 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering 2.3.2 Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten 2.3.3 Werkgebieden 2.4 Belanghebbenden 3. BESTUUR, TOEZICHT EN BEDRIJFSVOERING 3.1 Bestuur en toezicht 3.1.1 Zorgbrede Governance Code 3.1.2 Raad van Bestuur 3.1.3 Toezichthouders (Raad van Toezicht / Raad van Commissarissen) 3.2 Bedrijfsvoering 3.3 Cliëntenraad en Ondernemingsraad 4. BELEID, INSPANNINGEN EN PRESTATIES 4.1 Meerjarenbeleid 4.2 Algemeen beleid verslagjaar 4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid 4.3.1 Inleiding 4.3.2 Algemeen kwaliteitsbeleid 4.3.3 Veiligheid van gebouwen en installaties 4.3.4 Bouwkundige veiligheidsvoorzieningen 4.3.5 Elektronische veiligheidsvoorzieningen 4.3.6 Werktuigbouwkundige veiligheidsvoorzieningen 4.3.7 Veiligheid aangaande cliënten en medewerkers 4.3.8 Veiligheid aangaande ICT 4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten 4.4.1 Algemeen 4.4.2 CQ-index meting: cliëntervaringen 4.4.3 ZI-meting: Zorginhoudelijke indicatoren 4.4.4 Klachten 4.4.5 Incidenten 4.4.6 Middelen en maatregelen 4.5 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van medewerkers 4.5.1 Terugkoppeling naar doelstellingen 4.5.2 Jaarverslag 2010 arbo, verzuim- en re-integratie 4.6 Samenleving 4.6.1 Maatschappelijk verslag relatiebeheer 4.7 Financieel beleid 4.7.1 Planning & Control 4.7.2 Gang van zaken tijdens het boekjaar 4.7.3 Toestand per balansdatum 4.7.4 Financiële positie 4.7.5 Vooruitblik 2011 en volgende jaren 5. JAARREKENING 2010 5.1 Jaarrekening 2010 5.1.1 Balans per 31 december 2010 5.1.2 Resultatenrekening over 2010 5.1.3 Kasstroomoverzicht over 2010 5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 5.1.5 Toelichting op de balans per 31 december 2010
pagina 3
4 5 5 5 5 5 7 7 7 8 8 10 10 10 10 10 11 11 13 13 13 13 13 14 14 14 14 15 15 15 16 16 16 17 18 18 19 19 20 23 25 25 26 26 27 28 28 29 31 31 32 33 34 35 38
Stichting Amaliazorg
5.1.6 5.1.7
Mutatieoverzicht materiële vaste activa/(financiële vaste activa) Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten 5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2010 5.1.9 Toelichting op de resultatenrekening over 2010 5.2 Overige gegevens 5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming 5.2.3 Resultaatbestemming 5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum 5.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders 5.2.6 Controleverklaring
pagina 4
47 51 52 53 65 66 66 66 66 66 66
Stichting Amaliazorg
1. UITGANGSPUNTEN VAN DE VERSLAGLEGGING Het Jaardocument 2010 van Stichting Amaliazorg heeft betrekking op het totaal van de activiteiten van Stichting Amaliazorg in het jaar 2010. Het geeft inzicht in de wijze waarop Stichting Amaliazorg gedurende het verslagjaar haar doelen heeft gerealiseerd. In lijn met de landelijke uitgangspunten voor verslaglegging verantwoordt Stichting Amaliazorg zich door middel van één jaardocument voor de gehele organisatie. Het Jaardocument 2010 bestaat volgens de betreffende regelgeving uit drie delen: 1. het maatschappelijk verslag, 2. de jaarrekening en 3. de tabellen met de feitelijke gegevens. De totstandkoming van het jaardocument is een jaarlijks terugkerend proces, waarbij verantwoordelijke managers de gewenste gegevens aanleveren, die gedurende het verslagjaar worden gegenereerd en verzameld. Belangrijke ontwikkelingen in 2010 • Stichting Amaliazorg heeft in 2010 een bestuurswisseling gehad. De heer J.C.A. Vorstenbosch heeft op 1 september 2010 zijn taken overgedragen. Voor mij stonden de eerste maanden in het teken van kennismaken om de organisatie te leren kennen. Tevens heb ik gewerkt aan de afronding van enkele nog lopende zaken uit 2009, zoals bijvoorbeeld de afronding van het huurcontract van de locatie Kempenhaeve en de afronding van openstaande zorgnota’s, waarover geen consensus bestond. Ik ben terecht gekomen in een warme organisatie die we de komende jaren nog verder gaan verstevigen. • In 2010 heeft de ontvlechting tussen Stichting Amaliazorg en de Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot definitief vorm gekregen. Tot 1 januari 2010 waren de medewerkers en vrijwilligers van de congregatie nog formeel in dienst van Stichting Amaliazorg en maakten zowel de congregatie als Stichting Amaliazorg gebruik van de dienstverlening van de economisch administratieve dienst. Vanaf 1 januari 2010 is de congregatie werkgever voor haar eigen medewerkers en vrijwilligers en heeft ze zelf een eigen administratie. • 2010 stond ook in het teken van het verder implementeren/professionaliseren van kleinschalig groepswonen. • De raad van toezicht heeft in december 2010 afscheid genomen van drie leden in de persoon van zuster M. van de Ven, zuster M. Beneken gen. Kolmer en mevrouw M.A. ten Thije o.g. Boonkkamp-van den Broek. • In september 2010 is Woonstichting Leystromen gestart met de bouw van 86 appartementen op het terrein van de locatie Catharinenberg in Oisterwijk. Wij zijn hierbij nauw betrokken, omdat Stichting Amaliazorg in deze appartementen zorg- en dienstverlening gaat bieden aan toekomstige bewoners. Mijn verwachting is dat een heldere structuur en een cultuur die gebaseerd is op wederzijdse verantwoordelijkheid, een substantiële bijdrage zal leveren aan de uitbouw en performance van de gehele organisatie. De prachtige locaties in combinatie met ons immaterieel erfgoed van de congregaties, zijn elke dag een inspiratiebron en maken ons uniek. Deze uitstekende basis gaan we de komende jaren verder uitbouwen door te investeren in opleidingen en in kennis en kunde. Zorg is mensenwerk. Alleen door grote inzet van alle medewerkers en vrijwilligers is het mogelijk om te doen wat wij willen: goede zorg en een prettig verblijf organiseren voor mensen die dat vragen en nodig hebben. Ik wil onze medewerkers en vrijwilligers hiervoor hartelijk danken! Oirschot, mei 2011 Mevrouw drs. J.J.R. (Hanneke) Houtzagers
pagina 5
Stichting Amaliazorg
2. PROFIEL VAN DE ORGANISATIE 2.1 Algemene identificatiegegevens Naam verslagleggende rechtspersoon Adres: Postcode: Plaats: Telefoonnummer: Identificatienummer Kamer van Koophandel: E-mailadres: Internetpagina:
Stichting Amaliazorg Koestraat 37 5688 AG Oirschot 0499-365959 17200931
[email protected] www.amaliazorg.nl
2.2 Structuur van het concern Stichting Amaliazorg stelt zich ten doel het bieden van zorg aan personen, die deze hulp naar objectieve maatstaven nodig hebben, alsmede het verrichten van al hetgeen met één en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord. Stichting Amaliazorg tracht dit doel te bereiken door: • het bieden van huisvesting, verzorging, verpleging, begeleiding, behandeling en andere diensten of een combinatie daarvan aan cliënten; • Het scheppen van een optimaal behandelings-, verzorgings-, leef- en begeleidingsklimaat voor de cliënten; • Het nastreven van een doelmatige organisatie, evenals een zowel functioneel als geografisch optimale toegankelijkheid van de instellingen; • Het voeren van een sociaal beleid dat gericht is op continuïteit van de werkgelegenheid; • Het beheren, administreren, begeleiden, ondersteunen en voor zover nodig het stichten en exploiteren van locaties, al dan niet met een eigen rechtspersoonlijkheid; • Het bevorderen van een samenhangend zorgbeleid, zowel plaatselijk als regionaal, onder meer door het samenwerken met andere instellingen op het gebied van de intra- en extramurale zorg en aanverwante sectoren; • Het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daarvoor in de ruimste zin bevorderlijk kan zijn. • Het oprichten, in stand houden en exploiteren van voorzieningen op het terrein van wonen, zorg en dienstverlening. Het beleid van de stichting is gericht op respect voor ieders persoonlijke levensovertuiging. De stichting streeft ernaar om met al haar geledingen, zoals de raad van bestuur, de raad van toezicht, de cliëntenraden en de ondernemingsraad, de werkzaamheden in goed overleg te doen geschieden. De stichting erkent de principes van de Zorgbrede Governance Code. De Stichting biedt diensten aan vanuit vijf locaties, te weten: • Kempenhaeve in Oirschot; • Blijendaal in Oirschot; • Catharinenberg in Oisterwijk; • Hof van Bluyssen in Asten; • Van Haarenstaete in Mariaheide.
pagina 6
Stichting Amaliazorg
2.2.1
Toelatingen
De intramurale capaciteit van Amaliazorg is verdeeld over vijf locaties en is ultimo 2010 als volgt: Locatie Hof van Bluyssen, Asten Van Haarenstaete, Mariaheide Blijendaal, Oirschot Kempenhaeve, Oirschot Catharinenberg, Oisterwijk
Psychogeriatrie categorie zwaar 40 33 -31 36
Totaal
140
Verzorgingshuiszorg 20 -20 34 -74
Vier van de vijf locaties zijn toegelaten voor de functies huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding, behandeling en verblijf. Voor Blijendaal gelden de toelatingen activerende begeleiding en behandeling niet.
2.2.2
Medezeggenschap
De raad van toezicht fungeert bij Stichting Amaliazorg als toezichthouder. De raad van toezicht bestaat uit 6 personen. De raad van bestuur werd het gehele jaar gevormd door 1 bestuurder. Medezeggenschapsorganen in de zorggroep zijn: • een cliëntenraad per locatie en een centrale cliëntenraad; • een centrale ondernemingraad, waarin iedere locatie vertegenwoordigd is.
pagina 7
Stichting Amaliazorg
2.3 Kerngegevens 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering Amaliazorg houdt zich vooral bezig met verpleeghuiszorg, aangevuld met verzorgingshuiszorg en met extramurale dienstverlening in allerlei vormen. De verzorgingshuiszorg (voor religieuzen) dateert al vanaf 1975. De extramurale dienstverlening is gering. 2.3.2 cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten Kerngegevens
Aantal/bedrag 2010
Aantal/bedrag 2009
184 8 51
176 10 56
Cliënten Intramurale cliënten per 31-12 Volledig Pakket Thuis cliënten per 31-12 Extramurale cliënten per 31-12 • Huishoudelijke zorg • Huishoudelijke zorg + AWBZ-zorg • AWBZ-zorg
27 15 9
30 19 7
Verdeeld over: • PGB • ZIN • PGB en ZIN
19 23 9
23 33 nb
Dag opvang cliënten per 31-12
6
1
249
243
140
137
74
74
214
211
46.562 19.672 3.316
30.909 24.271 1.971
69.550
57.151
Aantal extramurale AWBZ-uren: • Persoonlijke verzorging • Verpleging • Begeleiding
3.122 136 183
3.906 99 167
Totaal uren
3.441
4.172
Totaal cliënten Capaciteit Aantal beschikbare plaatsen met AWBZverblijf per 31-12: • Verblijf met behandeling (verpleeghuiszorg) • Verblijf zonder behandeling (verzorgingshuiszorg) Totaal plaatsen Productie Aantal intramurale verpleegdagen Aantal intramurale verzorgingsdagen Aantal Volledig Pakket Thuisdagen Totaal dagen
pagina 8
Stichting Amaliazorg
Aantal Wmo-uren: • Huishoudelijke hulp (ZIN) • Huishoudelijke hulp (PGB)
1.507 1.699
2.289 770
Totaal uren
3.206
3.059
533 350
12 12
470 390
450 374
2
21
226,7
215,4
0,8
12,9
€ 15.117.148 € 12.860.492
€ 13.639.472 € 11.202.732
€ 2.256.656
€ 2.436.740
Totaal aantal dagdelen dagopvang Waarvan AWBZ-gefinancierd Personeel Aantal personeelsleden in loondienst: • Inclusief vrijwilligers • Exclusief vrijwilligers •
Waarvan bestemd voor congregaties
Aantal fte in loondienst per 31-12 •
Waarvan bestemd voor congregaties
Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten Waarvan wettelijk budget aanvaardbare kosten Waarvan overige bedrijfsopbrengsten 2.3.3 Werkgebieden De kernactiviteiten zoals omschreven onder 2.3.1 worden geboden in de regio’s Noordoost Brabant (Van Haarenstaete, Mariaheide) in Midden-Brabant (Catharinenberg, Oisterwijk) en in ZuidoostBrabant (Hof van Bluyssen Asten, Blijendaal en Kempenhaeve Oirschot). 2.4 Belanghebbenden Vanuit de locaties wordt samengewerkt met anderen om de cliënten zoveel mogelijk de juiste zorg op de juiste plek te bieden. Amaliazorg werkt samen met de volgende organisaties: • Woonstichting Leystromen Oisterwijk voor de opzet van en de dienstverlening aan 86 aanleunwoningen naast Catharinenberg in Oisterwijk; • Woningbedrijf Laurentius voor de borging van dienstverlening aan 59 aanleunwoningen naast de locatie Kempenhaeve Oirschot; • Savant Helmond voor een efficiënte personele bezetting in het kader van de verpleegkundige bereikbaarheid voor het Hof van Bluyssen in Asten; • Novicare Best voor de afdekking van de 24-uurs medische zorg voor al onze verpleeghuislocaties; • Stichting Amaliawonen (onder een bestuurlijke unie met Amaliazorg); Amaliawonen is de eigenaar van de complexen Van Haarenstaete en Catharinenberg.
pagina 9
Stichting Amaliazorg
Naast deze samenwerkingsrelaties fungeert de Rabobank als onze huisbankier en wordt Amaliazorg door BDO accountants bijgestaan. Verder onderhoudt Stichting Amaliazorg contacten met belanghebbenden: (potentiële) cliënten en hun relaties, ouderenbonden, verwijzers, overheden, Inspectie voor de gezondheidszorg, de Arbeidsinspectie, leveranciers en is regelmatig contact met: • Stichting Sint Joris Oirschot; • Stichting Vughterstede Vught; • Stichting Sint Annaklooster Eindhoven; • Stichting SGE Eindhoven; • Onis Welzijn Asten/Someren; • Huisartsen in Oirschot en Asten.
pagina 10
Stichting Amaliazorg
3. BESTUUR, TOEZICHT EN BEDRIJFSVOERING
3.1 Bestuur en toezicht
3.1.1 Normen voor goed bestuur De directeur/bestuurder en raad van toezicht van Amaliazorg werken volgens de Zorgbrede Governancecode. Deze code stelt eisen aan een goed bestuur, goed toezicht en adequate verantwoording van een zorgorganisatie. Als bestuursmodel hanteert Amaliazorg het raad van toezicht-model. 3.1.2 Raad van bestuur De raad van bestuur bestaat uit één persoon in de persoon van mevrouw drs. J.J.R. Houtzagers. De raad van toezicht stelt de bezoldiging vast. De directeur/bestuurder vervult geen nevenfuncties. De directeur/bestuurder bepaalt in overleg met het managementteam het beleid van de organisatie. De raad van bestuur werkt volgens afspraken die zijn vastgelegd in de statuten tussen de raad van bestuur en raad van toezicht. In het verslagjaar heeft de raad van bestuur ervoor zorggedragen dat de activiteiten van de stichting bestuurlijk, juridisch, organisatorisch en financieel ordentelijk zijn geregeld, inzichtelijk zijn en worden verantwoord. De raad van bestuur heeft gedurende het verslagjaar verantwoording afgelegd aan de raad van toezicht over de gang van zaken binnen Stichting Amaliazorg en Amaliawonen. De raad van toezicht heeft in 2010 gewerkt met drie commissies: de remuneratiecommissie, de auditcommissie en de commissie kwaliteit zorg. De commissies komen op onderwerp bijeen en zijn toetsend of ondersteunend aan het beleid of de bestuurder. Bezoldiging van de bestuurder is geregeld in een arbeidsovereenkomst. Voor primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden wordt de beloningscode bestuurders in de zorg (BBZ) gevolgd. 3.1.3 Toezichthouders (Raad van Toezicht / Raad van Commissarissen) In 2010 heeft de raad van toezicht zich intensief bezig gehouden met de werving van een nieuwe directeur/bestuurder. Het bureau Rieken & Oomen is ingeschakeld om de selectieprocedure voor een nieuwe directeur/bestuurder te begeleiden. Na juli 2010 zijn met diverse geledingen kennismakingsgesprekken gevoerd. Na positief advies van alle geledingen is mevrouw drs. J.J.R. Houtzagers benoemt als directeur/bestuurder. De raad van toezicht bestaat uit minimaal vijf en maximaal negen leden. 2 december 2010 zijn er drie leden afgetreden: • zr. M. van de Ven, Oirschot provinciale overste van de Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot. • zr. M. Beneken gen. Kolmer, Oirschot Lid van het bestuur van de Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot. • mw. M.A. ten Thije o.g Boonkkamp-van den Broek, Asten gepensioneerd, was actief in een regionale indicatiecommissie en een RIO. Er is een rooster van aftreden vastgesteld en statutair is erin voorzien dat de cliëntenraad en de ondernemingsraad een bindende voordracht kunnen doen voor in totaal drie zetels in de raad. De bevoegdheden van de raad zijn statutair geregeld. De raad heeft besloten zijn werk te doen met inachtneming van de governancecode zoals geadviseerd door Actiz. De raad komt gemiddeld zes tot zeven maal per jaar in vergadering bijeen. De vergaderingen worden voorbereid door de raad van bestuur volgens een vast stramien.
pagina 11
Stichting Amaliazorg
De leden van de raad van toezicht krijgen een vrijwilligersvergoeding als honorering voor hun werk, die valt binnen het maximum van de fiscale vrijstelling. De Raad van Toezicht bestond per 31 december 2010 uit de volgende personen: • dhr. W.P.M. van Happen, Asten voorzitter, pregepensioneerde, voordien accountancyadviseur en wethouder. • dhr. R.J. Roelink, Best vice-voorzitter, zelfstandig financieel adviseur. • dhr. drs. J. Corsten, Poppel België op voordracht van de ondernemingsraad, vervroegd uitgetreden deskundige op het gebied van logistiek en marketing met accent op bouw en aanverwante zaken. • dhr. H.H.J. Mensink, Asten gepensioneerd, was actief in de sector hoger beroepsonderwijs en in de sector mensen met een verstandelijke beperking. • mw. mr. C.A.W.M. Mingels-Erens, Eindhoven Juridisch adviseur bisdom Roermond. • mw. mr. C.T.M. Verhoof, Best. Directeur thuiszorg van een grote zorginstelling buiten de regio van Amaliazorg. 3.2 Bedrijfsvoering De bedrijfsvoering zal worden ingebed in een net van besturings- en controlesystemen. Dit is noodzakelijk om de risico’s van niet tijdig reageren op ongewenste ontwikkelingen in de kwaliteit of in de exploitatie tegen te gaan. De systemen zijn ook nodig om de gewenste structuren te kunnen handhaven, om efficiency in de processen voldoende te kunnen bewaken en om eventueel frauduleus handelen te voorkomen. Instrumenten die we tot nu toe hiervoor inzetten zijn onder meer: • het tweemaandelijks rapporteren over het verloop van de exploitatie; • het hanteren van een erkend kwaliteitssysteem; • het gebruiken van een beheersysteem voor formulieren en protocollen; • het inzetten van de accountant voor tussentijdse controle; • het actueel houden van de risico-inventarisaties gekoppeld aan arbozaken; • het werken met arbocommissies per locatie; • het jaarlijks opfrissen van de BHV-opleidingen; • het voeren van regelmatig werkoverleg door de verschillende geledingen met verplichte verslaglegging; • het laten uitvoeren van een cliëntervaringsonderzoek met z.g. CQ-index; • het laten uitvoeren van een uitgebreid medewerkerstevredenheidsonderzoek; • het voeren van een geëigende huisstijl; • het hebben van een vertrouwenscommissie voor medewerkers; • het periodiek checken van de zorg aan de algemeen gestelde minimale eisen; • het inzetten van een intern auditteam. In 2011 wordt verder gewerkt aan het vervolmaken van de besturings- en controlesystemen en de inrichting ervan. 3.3 Cliëntenraad en Ondernemingsraad Cliëntenraad De sinds 1 januari 2007 van kracht zijnde statuten voorzien in de mogelijkheid van twee centrale cliëntenraden. De bij Amaliazorg betrokken religieuze instituten vormden vanaf die tijd één centrale cliëntenraad voor religieuzen. De leden van die cliëntenraad kwamen voort uit de, voor elke locatie gevormde, lokale cliëntenraad. Deze lokale cliëntenraden hadden geen statutaire basis. Inmiddels hebben zich ook “leken” (niet religieuzen) gevestigd.
pagina 12
Stichting Amaliazorg
Nu alle locaties volledig zijn bezet is in 2010 het initiatief genomen voor de vorming van een centrale cliëntenraad voor religieuzen en leken. In 2010 heeft de instelling van één centrale cliëntenraad plaatsgevonden en deze gaat vanaf 2011 echt van start. De Wet Medezeggenschap Cliëntenraden Zorginstellingen is hierbij leidend. In de centrale cliëntenraad zitten afgevaardigden van de lokale cliëntenraden. Ondernemingsraad Binnen de organisatie bestaat een centrale ondernemingsraad waarin, volgens een door de ondernemingsraad vastgestelde verdeelsleutel, elke locatie is vertegenwoordigd. De leden van de ondernemingsraad worden elke drie jaar opnieuw gekozen. De ondernemingsraad en de directeur/bestuurder komen zes maal per jaar in overlegvergadering bij elkaar en bespreken alles wat door de ondernemingsraad als relevant wordt aangemerkt. De ondernemingsraad sluit tweemaal per jaar voor de vergadering van raad van toezicht en raad van bestuur aan en gaat elk jaar eenmaal op bezoek op elke locatie om direct contact te houden met alle medewerkers.
pagina 13
Stichting Amaliazorg
4. BELEID, INSPANNINGEN EN PRESTATIES
4.1 Meerjarenbeleid Het vigerende meerjarenbeleidplan 2009 -2011 AMALIAZORG, KLAAR VOOR DE TOEKOMST kenmerkt zich door: • het implementeren van alle in de afgelopen jaren ingezette ontwikkelingen, • het ontwikkelen van samenwerkingsketens op lokaal niveau, • het implementeren van een nieuwe zorg- en dienstenstructuur, • het professionaliseren van vastgoedbeheer en het facilitaire bedrijf, • het verbeteren en het uitbreiden van de automatisering over de gehele organisatie en • het verder uitbouwen van het uitstralingsniveau van de organisatie als geheel. Daar dit meerjarenbeleidsplan loopt tot en met 2011, is in 2010 een start gemaakt met de voorbereiding en ontwikkeling van een nieuw meerjarenplan. Daarnaast is het strategisch beleid (meerjarenbeleidsplan) van Amaliazorg toe aan vernieuwing. In onze visie op zorg- en dienstverlening staat de cliënt centraal. We vinden het erg belangrijk dat de medewerkers die dagelijks met deze cliënt contact hebben, hun werk zo goed mogelijk kunnen doen. De organisatie moet de medewerker die dicht bij de cliënt staat faciliteren. Om het primaire proces centraal te blijven stellen, zal de organisatie zich verder ontwikkelen; leidraad van handelen is het nemen van verantwoordelijkheden en het krijgen van bevoegdheden. 4.2 Algemeen beleid verslagjaar De belangrijkste zaken die in 2010 verwezenlijkt moesten worden: • opnemen van niet religieuzen op vier locaties; • het uitbreiden van het medewerkersbestand; • het verder implementeren/professionaliseren van kleinschalig groepswonen; • kwaliteitsbeleid versterken; • voortzetten van de ontvlechting van de relatie met de religieuze instituten; • het realiseren van een groot investeringsprogramma t.b.v. de inrichting van vier verpleeghuislocaties. Deze doelstellingen zijn conform de voornemens gerealiseerd. 4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid 4.3.1 Inleiding Als zorgaanbieder is Amaliazorg verplicht verantwoorde zorg te leveren. Dit is zorg van goed niveau, die in ieder geval doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die afgestemd is op de reële behoefte van de cliënt. Als zorgaanbieder dienen we: • de zorgverlening op zodanige wijze te organiseren; • de instelling zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personeel en materieel te voorzien en • zorg te dragen voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt, of redelijkerwijs moet leiden, tot een verantwoorde zorg. Dit vereist onder ander een systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg. Daarbij dient iedere calamiteit gemeld te worden die in de instelling heeft plaatsgevonden en ieder seksueel misbruik waarbij een cliënt dan wel hulpverlener van de instelling is betrokken.
pagina 14
Stichting Amaliazorg
Ieder jaar dient de organisatie verantwoording af te leggen over het beleid dat het afgelopen kalenderjaar is gevoerd ter uitvoering van bovenstaande en van de kwaliteit van de zorg die dat jaar is verleend. 4.3.2 Algemeen kwaliteitsbeleid In het kwaliteitsbeleid is vastgesteld dat de afspraken binnen de organisatie in KRS worden ondergebracht volgens de MIK-V systematiek. Diverse vaste momenten van overleg bieden structuur aan de evaluatie van afspraken. Daarnaast hebben verschillende managers de verantwoordelijkheid voor de inhoud en evaluatie van bepaalde afspraken. In 2008 is met het kwaliteitssysteem het zilveren keurmerk behaald. In 2010: 1. Werd de audit in november voor de eerste maal geheel intern uitgevoerd. In 2009 heeft er een scholing voor drie medewerkers plaatsgevonden, in 2010 zijn er nog vier medewerkers getraind. De interne audit is succesvol verlopen. Verbeterplannen zijn opgesteld om in 2011 succesvol de externe audit t.b.v. het zilveren/gouden keurmerk te doorlopen. Extra aandacht is uitgegaan naar de kwaliteit van de zorgleefplannen. 2. Is de checklist minimale zorg ingevoerd ter vervanging van de checklist verantwoorde zorg. Deze werd goed ontvangen door de locatiemanagers. 3. Hebben de Zorginhoudelijke Metingen hebben dit jaar plaatsgevonden. De normen zijn iets gewijzigd t.o.v. voorgaande jaren, dit vereiste een goede voorbereiding. 4. Er is een nieuw documentbeheersysteem opgezet in E-synergie. Helaas zijn er wat aanloopproblemen, waardoor de implementatie is uitgesteld tot 2011.
4.3.3. Veiligheid van gebouwen en installaties Het veiligheidsbeleid binnen Amaliazorg heeft als doelstelling om tot één integraal veiligheidsbeleid te komen dat voorziet in een geborgde veiligheid van: • veiligheid van gebouwen en installaties; • veiligheid aangaande cliënten en medewerkers; • veiligheid aangaande ICT. In 2009 zijn alle locaties onderhavig geweest aan nieuwbouw en/of renovatie, waarbij ook de elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties met bijbehorende infrastructuur volledig werden vernieuwd. Hierdoor zijn alle locaties uitgerust met bouwkundige- en technische voorzieningen die aan de meest recente eisen voldoen om de verblijfsveiligheid van cliënten en medewerkers te waarborgen.
4.3.4
Bouwkundige veiligheidsvoorzieningen
De zorgcentra zijn voorzien van: • een gebruiksvergunning (in het kader van brandveiligheid); • volledig drempelloze verblijfsomgevingen (preventie op struikelgevaar); • voldoende stroeve vloeren (preventie op glijgevaar); • automatische deuren in verkeersgebieden (rollator / rolstoeltoegankelijk); • afsluitbare buitenramen in geval van de verblijfsomgeving voor PG-geïndiceerden; • liften waarvan de deuren door PG bewoners niet te openen zijn. 4.3.5 Elektrotechnische veiligheidsvoorzieningen De zorgcentra zijn op dit gebied voorzien van: • geheel nieuwe brandmeldinstallaties; • camera toezicht en spreekluisterverbinding op de hoofd- en neven entrees;
pagina 15
Stichting Amaliazorg
•
• • • • •
camera toezicht (in de nachtsituatie) op gangen van de wooneenheden ter bewaking van eventueel dwalende bewoners (in het kader van minimale personele bezetting in de avond/nacht); gecodeerde in-/ uitgangsdeuren van alle wooneenheden PG ter voorkoming van het vrij inlopen van bezoekers en het vrij uitlopen van PG bewoners van de wooneenheden; verpleegroepsystemen met directe spreek-/luister verbinding; verpleegroepsystemen die voorzien (kunnen) zijn van draadloze alarmeringsmogelijkheden (dwaaldetectie en alarmering op afstand); verpleegroepsystemen t.b.v. de avond- en nachtdiensten met een alarmeringsmogelijkheid naar een te definiëren meldpunt; huiskamerinterieur van kleinschalige woongroepen, dat ingericht is op de meest recente eisen op gebied van veiligheidspreventie.
4.3.6` Werktuigbouwkundige veiligheidsvoorzieningen De zorgcentra zijn op dit gebied voorzien van: • thermostaatkranen op alle watertappunten in verzorgingshuisverblijven; • thermostaatkranen met temperatuurblokkering (max. 40 grº) in alle verpleeghuisverblijven en overige ruimten binnen deze wooneenheden; • Legionellabeheer, voor alle locaties zijn door een extern bedrijf nieuwe beheersprotocollen geschreven met daarin opgenomen de risicoanalyses en het beheerprogramma. Aan de hand daarvan beheert de eigen technische dienst per locatie de waterleidingsinstallatie. Twee keer per jaar wordt door een extern bedrijf per locatie het aantal voorgeschreven watermonsters genomen dat nodig is om Legionella in het leidingwater op een verantwoorde wijze te kunnen beheren. 4.3.7
Veiligheid aangaande cliënten en medewerkers
In het kader van veiligheid aangaande zorghulpmiddelen is een veiligheidsprotocol aanwezig. Dit protocol voorziet middels inspectie- en onderhoudscontracten in de borging van veiligheid rondom alle beweegbare zorghulpmiddelen als o.a. tilhulpmiddelen, hoog/laag bedden, beweegbare douchestoelen e.d. In het kader van veiligheid aangaande voedingsmiddelen is in zowel de centrale keukens alsook op de woongroepen PG een HACCP protocol aanwezig. Dit protocol voorziet middels handboeken en registratielijsten in de borging van veiligheid rondom omgang met voedingsmiddelen. Een jaarlijkse externe audit door een regionale GGD maakt hiervan onderdeel uit. In het kader van BedrijfsHulpVerlening (BHV) is op elke locatie een BHV organisatie aanwezig. De servicemanagers (facilitaire diensten) zijn verantwoordelijk voor de BHV organisatie op de locaties. Op de locatie Blijendaal ligt deze verantwoordelijkheid bij de locatiemanager. Per locatie wordt onder leiding van genoemde functionaris tenminste vier BHV oefeningen per jaar georganiseerd. Op elke locatie is de 24 uurs bezetting van BHV-ers gewaarborgd en zijn, met uitzondering van Blijendaal, twee medewerkers aanwezig die opgeleid zijn tot “Opgeleid Persoon”. Jaarlijks vinden er BHV cursussen plaats voor nieuwe medewerkers en vinden er herhalingscursussen plaats voor opgeleide BHV-ers. Indien nodig worden er jaarlijks medewerkers opgeleid tot “Opgeleid Persoon” of “beheerder BMI”. 4.3.8
Veiligheid aangaande ICT (cliënt)gegevensbeveiliging
Dit omvat binnen Amaliazorg het waarborgen van de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van alle informatie die benodigd is om patiënten verantwoorde zorg te kunnen bieden. Analoge gegevens worden in afsluitbare dossierkasten en/of wagens opgeslagen, digitale gegevens worden centraal opgeslagen. Periodiek (dagelijks, wekelijks, maandelijks, jaarlijks) worden van de digitale (cliënt)gegevens back-ups gemaakt. In de dagelijkse omgang met cliëntgegevens blijft sprake van een spanningsveld. Vanuit het oogpunt van een vlotlopende zorgverlening is het noodzakelijk dat medische gegevens goed / direct beschikbaar zijn. Aan de andere kant moet worden voorkomen dat onbevoegden toegang hebben tot cliënt- en medische informatie. pagina 16
Stichting Amaliazorg
Aan het bovenstaande wordt binnen Amaliazorg voldaan, echter aan de normen als gesteld in de NEN 7510 wordt nog niet voldaan. Hieraan wordt gewerkt. 4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van cliënten 4.4.1 Algemeen Kwalitatief goede zorg is zorg die cliëntgericht, effectief, veilig en op tijd is en die toegesneden is op de behoeften van de individuele cliënt. Het zichtbaar maken van de kwaliteit van de zorg en van verschillen in kwaliteit is essentieel voor de werking van het nieuwe zorgstelsel. De kern van het nieuwe zorgstelsel is dat de cliënt en consument in staat wordt gesteld om geïnformeerd te kiezen; kiezen op het niveau van de instelling en aandoeningen. Daarvoor is vergelijkbare en betrouwbare informatie nodig over de prestaties van zorgaanbieders. Om de kwaliteit van de gezondheidszorg transparant te maken, hebben de deelnemende partijen in de verschillende sectoren de handen ineen geslagen. In elke sector werken verzekeraars, zorgaanbieders, PGO-organisaties en de IGZ samen om dit doel te bereiken. Zij stellen gezamenlijk vast over welk aanbod de kwaliteit zichtbaar moet worden en zij zien er op toe dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Het resultaat is dat er in iedere sector een breed gedragen set openbaar gepubliceerde informatie over kwaliteit van de geleverde zorg wordt vastgesteld: het Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg. Amaliazorg werkt met het Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg. De bijbehorende kwaliteitsindicatoren worden regelmatig gemeten. Binnen de VV&T onderscheiden zijn er twee soorten kwaliteitsindicatoren: cliëntgebonden indicatoren (CQ) en zorginhoudelijke indicatoren (ZI). De scores op deze indicatoren worden na accordering gepubliceerd in het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording en op www.kiesbeter.nl. De cliëntgebonden en zorginhoudelijke indicatoren zijn ingedeeld in tien thema's: • Zorgplan • Communicatie en informatie • Lichamelijk welbevinden • Zorginhoudelijke veiligheid • Woon- en leefomstandigheden • Participatie en sociale redzaamheid • Mentaal welbevinden • Woonveiligheid • Voldoende en bekwaam personeel • Zorgsamenhang Naast de CQ-index metingen en de ZI metingen, worden ook klachten, incidenten en middelen en maatregelen geregistreerd en besproken, waarna zo nodig verbeteracties plaatsvinden. In de volgende paragrafen worden de resultaten in 2010 besproken en vergeleken met het voorafgaande jaar.
4.4.2 CQ-index meting: cliëntervaringen In 2009 is er een CQ-index meting gehouden om de ervaringen van de cliënt in kaart te brengen. De resultaten hiervan zijn op www.kiesbeter.nl terug te vinden. De uitkomst van deze meting is reeds in het jaarverslag van 2009 besproken. Ook is een verbeterplan met acties opgesteld waaraan in 2010 is gewerkt.
pagina 17
Stichting Amaliazorg
4.4.3 ZI-meting: Zorginhoudelijke indicatoren In 2010 is er een ZI-meting gehouden om de ervaringen van de cliënt in kaart te brengen. De resultaten hiervan zijn in de loop van 2011 op www.kiesbeter.nl terug te vinden. Op de locaties heeft in 2009 ook een meting plaatsgevonden, een vergelijking is echter lastig omdat er in 2010 niet meer met sterren wordt gewerkt en omdat een aantal indicatoren zijn gewijzigd. De scores van onderstaande locaties zullen daarom vergeleken worden met de landelijke scoren. Voor alle locaties geldt dat: • vrijheidsbeperkingen laag zijn; • decubitusverschijnselen laag zijn; • ondergewicht nauwelijks voorkomt. Blijendaal Blijendaal scoort in de uitvoering en opvolging van risicosignalering zorgproblemen boven het landelijk gemiddelde, in positieve zin. Het aantal cliënten dat antipsychotica gebruikt is hoger dan het landelijk gemiddelde. Daarentegen is het aantal cliënten met depressieve symptomen of probleemgedrag de helft van het landelijk gemiddelde. Het percentage cliënten waarbij vrijheidsbeperkingen worden toegepast is zeer laag. Dit past bij het non-fixatiebeleid van Amaliazorg. De overige scores liggen rond het landelijk gemiddelde, vaak in positieve zin. Kempenhaeve Kempenhaeve heeft ongeveer de helft minder decubitus dan het landelijk gemiddelde. Ook het risico op ondervoeding en het aantal cliënten met depressieve symptomen is de helft minder dan het landelijk gemiddelde. Het aantal cliënten met incontinentie of probleemgedrag is aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde. Het percentage cliënten waarbij vrijheidsbeperkingen worden toegepast is zeer laag. Dit past bij het non-fixatiebeleid van Amaliazorg. De overige scores liggen veelal net boven het landelijk gemiddelde. Catharinenberg Cliënten van de locatie Catharinenberg hebben gemiddeld minder huidletsel en ruim de helft minder decubitus t.o.v. het landelijk gemiddelde. Ook is het risico op ondervoeding een stuk lager. Het gebruik van antipsychotica is hoog, wat verklaard kan worden door de populatie ten tijde van de meting. Het probleemgedrag onder cliënten is de helft t.o.v. het landelijk gemiddelde. Het percentage cliënten waarbij vrijheidsbeperkingen worden toegepast is zeer laag. Dit past bij het non-fixatiebeleid van Amaliazorg. De overige scores liggen rond het landelijk gemiddelde, vaak in positieve zin. Hof van Bluyssen In het Hof van Bluyssen ligt het aantal cliënten met huidletsel en/of decubitus ruim de helft onder het landelijk gemiddelde. Ook het aantal cliënten met gewichtsverlies ligt onder het landelijk gemiddelde. Het gebruik van antipsychotica, het aantal cliënten met depressieve symptomen en het aantal cliënten dat probleemgedrag vertoont is echter boven gemiddeld. Het percentage cliënten waarbij vrijheidsbeperkingen worden toegepast is zeer laag. Dit past bij het non-fixatiebeleid van Amaliazorg. De overige scores liggen rond het landelijk gemiddelde, vaak in positieve zin. Van Haarenstaete Cliënten van Van Haarenstaete hebben half zo vaak huidletsel en/of decubitus. Ook het risico op ondervoeding ligt onder het landelijk gemiddelde. Het gebruik van antipsychotica en het aantal cliënten met probleemgedrag ligt ook onder het gemiddelde. Het aantal cliënten met antipsychotica ligt boven het gemiddelde. Het percentage cliënten waarbij vrijheidsbeperkingen worden toegepast is zeer laag. Dit past bij het non-fixatiebeleid van Amaliazorg. De overige scores liggen rond het landelijk gemiddelde, vaak in positieve zin.
pagina 18
Stichting Amaliazorg
4.4.4 Klachten Het klachtenreglement van de Stichting Amaliazorg is ontwikkeld in samenwerking met Stichting Zorgcentrum “De Annenborch” en Stichting Vughterstede. In het klachtenreglement is de wet Bijzondere Opneming in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) opgenomen. Wanneer men (cliënt of zijn/haar vertegenwoordiger) klachten heeft wordt aangeraden hierop de betreffende medewerker aan te spreken, om zo tot een oplossing te komen. Een andere, of volgende, stap is de klachten/vertrouwenspersoon van Stichting Amaliazorg, tevens manager relatiebeheer. Gezien de omvang van de organisatie is hiervoor gekozen. Vervolgens, of indien men wenst direct, kan men naar de klachtencommissie stappen. De klachtencommissie bestaat uit drie personen, t.w.: mr. K.Th. M. Hehenkamp, voorzitter, mr. M.G. Griens en dr. ir. J.A.H. Baecke. Meer informatie hierover is terug te vinden in het Klachtenreglement. Cliënten en hun vertegenwoordigers worden hiervan op de hoogte gesteld d.m.v. de brochure ‘Klagen mag’. Ook worden cliënten en vertegenwoordigers tijdens het MDO en in de dagelijkse gang van zaken door medewerkers gestimuleerd om hun wensen (en klachten) kenbaar te maken. Jaarverslag 2010 RCK Over het kalenderjaar 2010 wil de Regionale Klachten Commissie (RKC) benadrukken dat met tevredenheid kon worden vastgesteld dat binnen de verschillende locaties van Stichting Amaliazorg de werkmotivatie, het positivisme, de zorg, behandeling en bejegening van bewoners en patiënten aan een optimale werksfeer heeft bijgedragen. In het kalenderjaar 2010 is de RKC op 23 december te Den Bosch bijeen gekomen teneinde een in de maand september 2010 ingekomen schriftelijke klacht in behandeling af te ronden. De klacht is in goed overleg met de klaagster in der minne afgewikkeld. Op basis van nieuwe werkafspraken en goede gedragslijnen is de gerezen problematiek met beiderzijdse instemming geregeld. Daarmee werd een formele en reglementair voorgeschreven procesgang voorkomen. Het werken aan de beoogde zorgkwaliteit, het in acht nemen van de persoonskenmerken van de individuele bewoners, blijft in de locaties van Amaliazorg hoge prioriteit hebben. De respectvolle bejegening, de werksfeer, communicatie, en zorgontwikkelingen staan vragenderwijs ook steeds op de agenda van het jaarlijks overleg tussen de zorgaanbieder en de RKC. Dankzij de goede bereikbaarheid van de directie en management, en het kunnen gebruik maken van de nieuwe media, zijn de lijnen met de RKC voldoende ‘open’. De contacten met de directeur/bestuurder van Amaliazorg worden als regel door de voorzitter van RKC onderhouden. 4.4.5 Incidenten Iedere medewerker dient een incident waar waarvan hij/zij getuige is, de gevolgen aantreft of waarover hij/zij wordt ingelicht door cliënt, familie of bezoek, te melden via het registratieformulier incidenten. Dit geldt ook voor gevaarlijke situaties. Dit formulier wordt vervolgens opgenomen in het incidentenregistratiesysteem van Actiz. Wekelijks worden de MICmeldingen door de locatiemanager voorgelegd aan de specialist ouderengeneeskunde. De MICcommissie komt eenmaal per kwartaal (of eerder als incidenten daartoe aanleiding geven) bij elkaar op locatie. Deze commissie inventariseert en analyseert de incidenten en gevaarlijke situaties en formuleert adviezen om incidenten te beperken of te voorkomen. Zij maken hiervan een kwartaalverslag. Vervolgens wordt er een jaarverslag samengesteld waarin alle locaties ondergebracht zijn. Bij ernstige calamiteiten neemt de locatiemanager direct contact op met de stafmedewerker beleid en kwaliteit en/of de directie. Door hen wordt beoordeeld of een melding moet worden gemaakt aan de Inspectie Gezondheidszorg. Indien het incident een valcalamiteit betreft, maakt de locatiemanager direct de melding, waarna de stafmedewerker en directie worden ingelicht.
pagina 19
Stichting Amaliazorg
In 2010 is er aandacht besteed aan het implementeren van het MIC protocol en de bijbehorende procedure. In 2010 kwamen de MIC-commissies over het algemeen ieder kwartaal bijeen en zijn de incidenten en gevaarlijke situaties geanalyseerd waarna diverse acties volgden. In het algemeen deden zich vooral valincidenten en medicatiefouten voor. Agressie-indicenten worden nog relatief weinig gemeld. Aandacht hiervoor blijft noodzakelijk. Er zijn in 2010 vijf ernstige valcalamiteiten gemeld bij de inspectie. Op één locatie is een tweede incident gemeld binnen een half jaar, waarop de melding is doorgestuurd naar de inspecteur. De rapportage n.a.v. onderzoek van dit incident is inmiddels opgestuurd naar de inspectie. De overige meldingen zijn afgehandeld. De aanpassingen in de organisatie n.a.v. een incident zijn in gang gezet en deels afgerond. Voor meer resultaten verwijzen wij u naar het MIC-jaarverslag. 4.4.6 Middelen en maatregelen Algemeen Om zorg aan cliënten met een psychogeriatrische indicatie voor verpleeghuiszorg te kunnen bieden, is voor de vier locaties met verpleeghuiszorg een BOPZ-aanmerking aangevraagd bij en toegekend door het Ministerie voor volksgezondheid. Dit zijn de locaties Kempenhaeve in Oirschot, Catharinenberg in Oisterwijk, Van Haarenstaete in Mariaheide en Hof van Bluyssen in Asten. Het BOPZ beleid en de bijbehorende protocollen zijn dit jaar geëvalueerd en waar nodig bijgesteld om op de juiste manier zorg te kunnen blijven leveren. Middelen en maatregelen In de commissie zorgzaken wordt driemaandelijks het overzicht van de gebruikte vrijheidsbeperkende maatregelen geëvalueerd. Hiertoe wordt geregistreerd welke middelen en maatregelen gedurende 1 week worden toegepast. Dit overzicht wordt ook verzonden aan alle locatiemanagers, zodat zij elk voor de eigen locatie indien nodig maatregelen kunnen nemen. Amaliazorg voert een non-fixatiebeleid. In 2010 wisselde het aantal middelen en maatregelen voor geheel Amaliazorg tussen 167 en 124, waarbij in de laatste twee kwartalen een afname werd gezien. De meerderheid van de maatregelen wordt gevormd door sensoren en bedhekken. Het aantal sensoren nam af in de laatste twee kwartalen. Ook het aantal bedhekken is in de laatste twee kwartalen fors teruggebracht van ruim 40 tot ongeveer 25. Ook het gebruik van psychofarmaca bij onrust komt regelmatig voor. Locatie Hof van Bluyssen scoorde hoog op dit item. Bij nadere analyse bleek dat de diverse artsen niet gelijk omgingen met het registreren van gebruikte medicatie. Voor 2011 zijn hierover sluitende afspraken gemaakt, zodat in dat jaar een betere onderlinge vergelijking van de locaties op dit item mogelijk zal zijn. Andere maatregelen die incidenteel voorkomen zijn: verpleegdeken, veiligheidsgordel in de rolstoel, en een werkblad op de rolstoel. In 2010 werd drie maal een dwangbehandeling gemeld bij de inspectie voor de volksgezondheid. In alle gevallen betrof dit het gecamoufleerd toedienen van medicatie. Scholing Om op een zorgvuldige en preventieve manier te blijven omgaan met het toepassen van middelen en maatregelen onder de BOPZ is het van belang dat verzorgenden hierin regelmatig geschoold worden. Op locatie Hof van Bluyssen werd een scholing BOPZ georganiseerd. Op de overige locaties zal deze scholing in 2011 plaats vinden. 4.5 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van medewerkers Ook in 2010 was de organisatie volop in beweging. Amaliazorg heeft in 2006 het fundament gelegd om een professionele en moderne zorgaanbieder te worden en in de afgelopen jaren heeft dit verder vorm gekregen. Voor wat betreft het personeelsbeleid heeft het accent met name gelegen op het verder professionaliseren van de praktijkopleiding en is ook weer volop aandacht besteed aan het opleiden c.q. bijscholen van medewerkers (zoals de opleiding EVV, BHV, BBL/BOL).
pagina 20
Stichting Amaliazorg
4.5.1 Terugkoppeling naar doelstellingen Middels de inzet van twee praktijkopleiders is Amaliazorg bij opleidingsinstituten en scholen meer en meer op de kaart gezet. Mede door het creëren van goede relaties met deze instituten en het aanbieden van BBL- en BOL-stageplaatsen, krijgt Amaliazorg in de regio steeds meer naamsbekendheid en zal een en ander uiteindelijk bijdragen aan het aantrekken van nieuwe medewerkers om ook in de toekomst in de gewenste personeelsbehoefte te kunnen voorzien. Daarnaast is in 2010 veel aandacht besteed aan opleidingen. Er hebben herhalingscursussen en volledige opleidingen voor BHV plaatsgevonden en een groep verzorgenden heeft de cursus tot EVVer afgerond. Bovendien zijn een aantal individuele medewerkers met functiegerichte opleiding gestart of hebben zij de reeds ingezette opleiding vervolgd. Opbouw medewerkersbestand Amaliazorg had eind 2010 in totaal 390 medewerkers in dienst (226,7 fte) (exclusief vrijwilligers). Het aantal fte’s is daardoor met 11,3 toegenomen. De contractduur was voor 67% van de medewerkers voor onbepaalde tijd. De overige 33% had een contract voor bepaalde tijd. De medewerkers werden bij hun werkzaamheden ondersteund door 80 vrijwilligers, 2 gedetacheerden en 16 stagiaires. Het aantal vrijwilligers is gedurende 2010 toegenomen met 4 personen. Het aantal stagiaires is in 2010 meer dan verdubbeld (was 7). Van het personeelsbestand is 91,8% vrouw en 8,2% man. Het merendeel van de medewerkers (excl. overhead) is werkzaam binnen de locatie Kempenhaeve (109 medewerkers). Het parttimepercentage is het hoogst in het Hof van Bluyssen (50,6% / 18,2 uur per week) en het laagst in Blijendaal (12,0% / 4,3 uur per week). Man
Vrouw
Totaal
Personeelsbestand
32
358
390
Gem. leeftijd
43,3 jaar
43,2 jaar
43,2 jaar
Gem. dienstjaren
5,9 jaar
5,1 jaar
5,2 jaar
Gem. uren
26,6 uur
16,2 uur
17,1 uur
Overhead
20%(4)
80% (16)
20
Facilitaire diensten
14,8% (16)
85,2% (92)
108
Zorgdiensten
4,6%(12)
Fulltime
57,1%(20)
42,9% (15)
35
Parttime
1,9% (5)
98,1% (262)
267
Oproepkracht
7,95% (7)
92,0% (81)
88
95,4%(250)
pagina 21
262
Stichting Amaliazorg
Van het totale personeelsbestand is 67,2% werkzaam in de zorg (59% in 2009), 27,7% binnen de facilitaire sector (29% in 2009) en 5,1% (ten opzichte van 6% in 2009) is overhead (excl. Locatiemanagement). Deze percentages zijn exclusief stagiaires en vrijwilligers. Verdeling diensten 2010
Overhead 5%
Facilitaire diensten 28%
Zorgdiensten Facilitaire diensten Overhead
Zorgdiensten 67%
Verdeling jaren in dienst 2010
>1 en <5 jaar in dienst 14% ≥ 5 jaar in dienst 33% ≥ 5 jaar in dienst ≤ 1 jaar in dienst >1 en <5 jaar in dienst
≤ 1 jaar in dienst 53%
Zorg Facilitaire dienst Overhead incl. loc.
Gem. leeftijd 43,3 43,4 44,5
Gem. dienstjaren 4,7 6,5 4,6
Gem. contracturen 16,9 15,4 30,0
Van de medewerkers is 33,1% 5 jaar of langer in dienst. Er zijn veel nieuwe medewerkers aangesteld, 52,8% is maximaal één jaar werkzaam bij Amaliazorg. In 2010 zijn er 118 nieuwe medewerkers in dienst getreden (gemiddelde leeftijd 34,9 jaar). De vacatures zijn voornamelijk op de afdeling zorgdiensten ontstaan. In totaal hebben 64 medewerkers in 2010 de organisatie verlaten. De meeste medewerkers hebben de organisatie verlaten vanwege functieverbetering elders. Ook zijn enkele contracten voor bepaalde tijd niet verlengd. Het merendeel van de medewerkers (66,7%) is ouder dan 40 jaar. Het percentage is gedaald ten opzichte van 2009 (76%). Voor de continuïteit van de organisatie is het erg belangrijk om de komende jaren jonge medewerkers aan te trekken. Het aannamebeleid zal hierop aangepast moeten worden en Amaliazorg zal zich meer als aantrekkelijk werkgever op de arbeidsmarkt pagina 22
Stichting Amaliazorg
moeten profileren. Het leerlingenklimaat en het BPVP zal in 2011 en de volgende jaren meer gestalte krijgen, met name via de inzet van de praktijkopleiders. Daarnaast betekent de gemiddeld hoge leeftijd van de medewerkers extra aandacht voor arbeidsomstandigheden en preventief ziekteverzuimbeleid. Ook zal Amaliazorg haar secundaire arbeidsvoorwaarden opnieuw moeten bekijken en moeten afstemmen op haar personeelsbeleid en –strategie.
Medewerkerstevredenheidsonderzoek Begin 2010 heeft Amaliazorg door een extern onderzoeksbureau een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) laten uitvoeren. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de medewerkers Amaliazorg als werkgever met een 7,5 waarderen (in het laatste onderzoek in 2007 scoorde Amaliazorg een 7,4). Uit het onderzoek zijn een aantal aandachtspunten naar voren gekomen. Ter verbetering van deze aandachtspunten zijn per locatie en per afdeling c.q. discipline verbeterplannen opgezet. Vanwege het feit dat Amaliazorg in 2011 deelneemt aan de benchmark in de Zorg via Actiz, zal het volgende MTO, als onderdeel van deze benchmark, eind maart / begin april 2011 worden uitgevoerd. Op basis van deze resultaten kan dan ook een koppeling worden gemaakt naar de resultaten uit het MTO van 2010.
4.5.2 Jaarverslag 2010 arbo-, verzuim- en re-integratie Realisatie doelstellingen 2010 Arbeidsomstandigheden De arbocommissies van alle locaties zijn in 2010 eenmaal bij elkaar gekomen. Aan de hand van de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) zijn knelpunten besproken, opgelost en zijn nieuwe knelpunten ingebracht. In 2010 is daarnaast door een externe instantie op alle locaties van Amaliazorg een officiële RI&E uitgevoerd. De knelpunten die uit deze RI&E voort zijn gekomen, worden in de bestaande RI&E meegenomen en besproken in de diverse arbocommissies. Arbeidsomstandighedenspreekuur. Er is 5 keer gebruik gemaakt van het arbeidsomstandighedenspreekuur van de Arbo Unie. Vertrouwenspersoon. Er is geen gebruik gemaakt van het spreekuur van de vertrouwenspersoon in 2010. Klachtencommissie medewerkers. Er zijn geen meldingen binnen gekomen van ongewenst gedrag (seksuele intimidatie, agressie, geweld en discriminatie) bij de klachtencommissie; ook niet bij de vertrouwenspersoon. Arbodienstverlening De ondernemingsraad heeft vanwege afwezigheid van de bedrijfsarts door ziekte in 2010 geen jaarlijks overleg met de bedrijfsarts gehad. Dit overleg wordt alsnog voor begin 2011 ingepland. Het spreekuur van de bedrijfsarts is 62 keer bezocht (verzuimconsulten, re-integratieconsulten en consulten als vervolg daarop) en er zijn 10 telefonische consulten geweest. De bedrijfsarts heeft in 2010 10 probleemanalyses voor langdurig zieke medewerkers gemaakt (die nagenoeg allemaal na enige tijd weer volledig zijn hersteld) en 3 verkorte probleemanalyses. Daarnaast heeft de bedrijfsarts regelmatig tussentijds overleg met de afdeling PO&O gehad omtrent de lopende verzuimcasuïstieken. De organisatie is tevreden over de aanpak en werkwijze van de bedrijfsarts; deze sluit nauw aan bij de visie op verzuim van de organisatie. Ziekteverzuimbeleid Het doel van het ziekteverzuimbeleid is het streven naar een gezonde organisatie door onder andere het voeren van beleid dat gericht is op het voorkomen en terugdringen van het ziekteverzuim.
pagina 23
Stichting Amaliazorg
Ziekteverzuim De doelstelling voor 2010 was een ziekteverzuimpercentage van maximaal 4%. Deze doelstelling heeft Amaliazorg kunnen verwezenlijken. In 2010 was het verzuim 3,53%. Ten opzichte van 2009 is het verzuimpercentage in 2010 opnieuw gedaald (3,69% in 2009). Op locatieniveau ziet het er als volgt uit: Locatie Catharinenberg Kempenhaeve Blijendaal Hof van Bluyssen Van Haarenstaete
2005 4,60 % 6,04 % 5,81 % 4,13 % n.v.t.
2006 3,93 % 5,88 % 3,50 % 6,98 % n.v.t.
2007 7,54 % 6,40 % 3,64 % 5,48 % n.v.t.
2008 7,11 % 3,81 % 1,94 % 4,11 % n.v.t.
2009 3,86 % 4,03 % 3,12 % 3,22 % 1,22 %
2010 2,84 % 4,37 % 5,90 % 3,92 % 2,64 %
Zoals we zien hebben bijna alle locaties (m.u.v. Blijendaal vanwege een aantal langdurig zieke medewerkers) de doelstelling ruimschoots gehaald. Verzuimpercentages naar werksoort Werksoort Verzorging Facilitair
2005 5,28 % 5,34 %
2006 5,54 % 5,27 %
2007 4,17 % 7,98 %
2008 3,55 % 5,65 %
2009 3,11 % 2,93 %
2010 3,96 % 4,02 %
Frequent verzuim Onder frequent verzuim wordt verstaan dat een medewerker 3 keer of meer verzuimt in één jaar. In 2010 was van de 175 verzuimende medewerkers 12 % een frequent verzuimer. Van deze 21 frequent verzuimers, verzuimden 2 personen zelfs 5 x of meer in 2010. WIA In 2010 zijn geen medewerkers in de WIA ingestroomd. Re-integratie en intersectorale mobiliteit In 2010 is een enkele keer gebruik gemaakt van een extern re-integratiebureau vanwege het feit dat met een medewerker het traject tweede spoor moest worden ingezet vanuit de Wet Verbetering Poortwachter. Uiteindelijk is deze langdurig zieke medewerker voor de volledige contractomvang middels het re-integratieproces bij een andere zorgorganisatie in dienst getreden. In totaal zijn 2 langdurig zieke medewerkers in een in- of extern re-integratietraject opgenomen met de volgende resultaten: • 1 medewerker is extern herplaatst in een andere functie (formele afwikkeling in 2011); • Voor 1 medewerker is het traject tweede spoor vanuit de Wet Verbetering Poortwachter ingezet. Opleiding/deskundigheidsbevordering Kwaliteit wordt sterk bepaald door het deskundigheidsniveau van de medewerkers in de organisatie. Ook in 2010 is volop geschoold. Het accent heeft met name gelegen op het gebied van een EVVtraining, BHV en het omgaan met PG-cliënten in diverse situaties. Ook zijn een aantal BBL-ers en BOL-ers gestart met een opleiding tot helpende / medewerker huiskamer (niveau 2) of verzorgende (niveau 3) of hebben zij deze voortgezet. Daarnaast zijn een aantal managementleden met een opleiding begonnen danwel zijn zij daarmee bezig geweest (bij meerjarige opleidingen).
pagina 24
Stichting Amaliazorg
Melding ongevallen medewerkers Er zijn twee meldingen incidenten medewerkers binnengekomen. Een medewerker voelde zich bedreigd vanwege verbaal en fysiek geweld van een echtgenoot van een cliënt. In het andere geval was sprake van verbaal en fysiek geweld van een PG-cliënt jegens een medewerker. RI&E In 2010 heeft een externe organisatie voor alle locaties van Amaliazorg een volledige risicoinventarisatie en evaluatie (RI&E) uitgevoerd. Het reeds bestaande knelpuntenoverzicht is aangevuld met de aspecten die uit de nieuwe RI&E naar voren zijn gekomen. De benodigde maatregelen worden voor de diverse locaties door de arbocommissies in het plan van aanpak opgenomen en daar wordt actie op uitgezet. Het plan van aanpak is dynamisch; het is geen eenmalig overzicht maar een continu proces dat tweemaal per jaar wordt geëvalueerd in de arbocommissies. Jaarlijks worden de updates verspreid.
BHV De herhalingscursussen hebben op alle locaties tijdig plaatsgevonden. Er zijn organisatiebreed 113 gediplomeerde BHV-ers. Op iedere locatie hebben er tussentijds oefeningen plaatsgevonden. 4.6 Samenleving Er is met inzet van onze relatiebeheerder en onze communicatieadviseur veel geïnvesteerd in de naamsbekendheid van Amaliazorg. Daartoe is veel extern gecommuniceerd, zowel in collectief verband als op individueel niveau. Ook onze website heeft wat dat betreft de nodige aandacht gekregen. In 2010 is gestart met het ontwerp van een nieuwe website. Deze nieuwe website willen we 2011 ‘de lucht in laten gaan’. Het effect ervan kwam tot uitdrukking in een niet aflatende cliëntenstroom naar onze nieuwe locaties en in de totstandkoming van wachtlijsten. Ook onder medewerkers heeft onze naam en faam bekendheid gekregen. 4.6.1 Maatschappelijk verslag relatiebeheer Sponsoring maatschappelijke doelen Door Amaliazorg is in 2009 niet direct een financiële sponsoring gedaan ten aanzien van maatschappelijke doelen, maar Amaliazorg heeft wel getracht een actievere rol te vervullen dan in het verleden mogelijk was, door het geven van informatie. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld deelname aan netwerken van bijv. de Ketenzorg Dementie, Eerstelijns - overleg en informatievoorziening aan groepen en individuen ten aanzien van het wegwijs maken in de wereld van de zorg. Voorlichting aan mantelzorgers, scholen en opleidingen vormt tevens een deel van deze doelen. Economische meerwaarde voor de samenleving Als hulpvragers in een vroeg stadium hun vragen op de juiste plaats neerleggen en zij de juiste adviezen van vervolgzorg ontvangen, is de kwaliteit van leven beter gewaarborgd. Zij zullen een verminderde vraag naar zorg en begeleiding hebben, omdat de kwaliteit van leven is toegenomen. Voorbeelden van mogelijkheden, die Amaliazorg hierin geboden heeft zijn deelname aan eetpunten om de warme maaltijd in een restaurantsfeer te gebruiken, bezorging van maaltijden aan huis, deelname aan vormen van welzijnsactiviteiten in zorgcentra. De start van Amaliazorg voor verpleeghuiszorg heeft er toe bijgedragen dat in 2010 aan wachtenden een plaats voor opname werd aangeboden. Veel van deze cliënten hebben een lange wachttijd moeten overbruggen, zowel in de thuissituatie, als ook al verblijvend in een zorgcentrum, of een verpleeghuis, in een omgeving waar hun voorkeur niet naar uitging. In een aantal van deze situaties was er een hoge inzet van zorg nodig in de thuissituatie, ondersteund door al dan niet de pagina 25
Stichting Amaliazorg
aanwezigheid van mantelzorgers, die soms aan het einde van hun latijn raakten door de 24-uurs belasting die deze dementerende zorgvrager van hen vroeg. Door de mogelijkheden om de juiste zorg op de juiste plaats aan de juiste zorgvrager te kunnen bieden wordt er meer efficiënt met middelen omgegaan, wat in deze tijd van een explosieve groei van zorgkosten toe te juichen is. De inzet van mantelzorgers heeft een langer zelfstandig wonen in een groot aantal gevallen opgeleverd, wat uiteindelijk voor de samenleving financieel voordeliger is. Door de verminderde belasting van mantelzorgers, die daarmee minder vaak een beroep doen op maatschappelijk, sociale, medische en financiële ondersteuning zou de afname van deze belasting een financieel economisch voordeel voor de samenleving kunnen opleveren.
Deelname aan activiteiten in de omgeving Amaliazorg had in de jaarplannen van 2010 duidelijk omschreven doelen gesteld ten aanzien van het op de kaart zetten van de organisatie als volwaardige zorgaanbieder. Manieren waarop dit gebeurd is zijn ondermeer de volgende acties: • verbeteren informatiebronnen zoals website, brochures, medewerkerblad, artikelen en advertenties in dag -en weekbladen, informatievoorziening aan cliënten; • presentaties aan doelgroepen, verwijzers, mantelzorgers, collega-instellingen; • deelname aan symposia en studiedagen; • deelname aan overleg binnen structuren van ketenzorg zoals ten behoeve van de Ketenzorg Dementie; • deelname aan de landelijke Open dag van de zorg in maart; • verbetering arbeidsmarktcommunicatie door deelname aan bijeenkomsten op dit terrein; • voorlichting aan scholen en opleidingen, voorbereiding op de functie van leerbedrijf. 4.7 Financieel beleid Het financieel beleid van Amaliazorg is er op gericht om jaarlijks een exploitatieoverschot van 2% van de opbrengsten te realiseren met als doel om bestaande reserveposities te continueren en daar waar nodig te verstevigen, en ter bekostiging van initiatieven in het kader van innovatie & ontwikkeling. Hiertoe stelt Amaliazorg jaarlijks een begroting op, worden diverse prestatieindicatoren periodiek gemonitoord en via (maandelijkse) managementinformatie-overzichten beschikbaar gesteld aan raad van bestuur, raad van toezicht, het managementteam en wordt na afloop van het jaar de jaarrekening opgesteld. Met behulp van deze peilers in het planning- en controleproces streeft Amaliazorg er naar het financiële beleid steeds meer integraal onderdeel van de totale besturing van de organisatie te laten zijn. Dit proces is nog niet voltooid en zal in 2011 nog verder worden vorm gegeven. 4.7.1. Planning & Control De planning- en controlcyclus start met het vaststellen van de kaders voor het komende jaar. Deze kaders worden nu jaarlijks vastgelegd in een Kaderbrief en worden vertaald naar te verwachten productievolumes en benodigde in te zetten Fte’s en daaraan verbonden loonkosten. Vervolgens wordt aan de hand van deze grootheden de begroting opgesteld. Daarna wordt als onderdeel van het jaarplan de begroting besproken in het managementoverleg om vervolgens te worden vastgesteld door de raad van bestuur en daarna ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de raad van toezicht. De raad van toezicht heeft uit haar midden een auditcommissie benoemd. Deze commissie heeft onder meer tot taak het rapporteren en adviseren aan de overige leden van de raad van toezicht aangaande de financiële gang van zaken en de bedrijfsvoering van Amaliazorg. Dat doet zij op basis van gevraagd en ongevraagd aangereikte stukken waaronder de begroting, de jaarrekening, de
pagina 26
Stichting Amaliazorg
managementletter van de accountant en het verslag van de accountant bij de jaarrekening. De commissie laat zich daarbij ondersteunen door de raad van bestuur, de controller en de accountant. De periodieke (maandelijkse) managementinformatie omvat een beeld van de productie en opbrengsten, de fte-inzet en de loonkosten alsook het ziekteverzuim. Om de twee maanden wordt een exploitatieoverzicht opgesteld (voor de totale organisatie en per locatie) met een vergelijking met de begroting en een toelichting op de voornaamste afwijkingen. In 2011 zal niet meer tweemaandelijks maar maandelijks een exploitatieoverzicht worden opgesteld. Daarnaast zal in 2011 evenals in voorgaande jaren de focus gericht blijven op het voortdurend proberen te realiseren van verbetering op het gebied van betrouwbaarheid, tijdigheid en opzet.
4.7.2. Gang van zaken tijdens het boekjaar De begroting 2010 van Amaliazorg sloot met een resultaat van nihil. In dit resultaat was geen reserve opgenomen voor onvoorziene tegenvallers. Opvallend in dit jaar is: 1. De niet-AWBZ-bijdragen waaronder de particuliere bijdragen zijn hoger geweest dan begroot (+/+ € 310.000) en hebben de lagere AWBZ-productie en de daarbij behorende opbrengsten (-/- 107.000) meer dan gecompenseerd; voordeel per saldo € 203.000. 2. De ingezette personeelsformatie en de daarbij behorende kosten zijn lager geweest dan begroot (-/- € 234.000); voordeel € 234.000. 3. De overige bedrijfskosten daarentegen zijn hoger geweest dan begroot (+/+ € 200.000). De oorzaak hiervan is gelegen in de algemene kosten (+/+ € 165.000) en de kosten onderhoud & energie (+/+ 287.000). Minder dan begroot waren de overige personeelskosten (-/- € 149.000), de voeding- en hotelmatige kosten (-/- € 51.000) en de afschrijvingskosten (-/- € 45.000). De hogere kosten onderhoud & energie zijn een uitvloeisel van de hogere onderhoudskosten en kosten zakelijke lasten als onderdeel van de huurovereenkomsten. De hogere algemene kosten zijn een gevolg van het niet in eigen loondienst uitvoeren van de salarisadministratie en externe administratieve ondersteuning en dienstverlening. Het boekjaar 2010 sluit met een aanzienlijk lager resultaat dan 2009. Dit is toe te schrijven aan een afname van de overige opbrengsten (in het bijzonder opbrengsten dienstverlening zorg), een toename van de personeelskosten en een toename van de overige bedrijfskosten. De lagere opbrengsten dienstverlening zorg zijn een gevolg van het feit dat de opbrengsten in 2010 zijn gebaseerd op een reële basis en geaccordeerd door de congregaties. De opbrengsten in 2009 waren te hoog ingeschat (daling met € 365.000) en nog openstaand. De stijging van de personeelskosten is toe te schrijven aan de hogere zorgproductie in 2010 in vergelijking met 2009. De toename van de overige bedrijfskosten kent diverse oorzaken: 1. Een groter aantal cliënten (ruim12.000 dagen) waaraan zorg is verleend. 2. Toename kosten voedingsmiddelen (+/+ € 100.000), hotelmatige kosten (+/+ € 20.000) en cliënt- en bewonersgebonden kosten (+/+ € 30.000). 3. Toename kosten huisvesting inclusief onderhoud en energie (+/+ € 500.000). 4. Verder zijn diverse posten die eigenlijk betrekking hebben op 2009 in 2010 als last genomen (€ 400.000). Dit betreft o.a. de aanvullende huurkosten 2009 voor de locatie Kempenhaeve Oirschot, daar de huurovereenkomst met terugwerkende kracht (ingaande 1 januari 2009) is afgesloten, creditering zorgnota’s 2009 en nagekomen energiekosten. Hiertegenover staat dat de algemene kosten zijn afgenomen (-/- € 270.000). De incidentele zgn. startkosten waarmee de algemene kosten in 2009 zijn belast (€ 212.000), zijn in 2010 komen te vervallen. Bovendien is in 2010 minder gebruik gemaakt van externe ondersteuning en advies (-/- € 100.000).
pagina 27
Stichting Amaliazorg
Zowel met betrekking tot punt 3 (huisvestingskosten 2010) als punt 4 (nagekomen lasten uit 2009) geldt dat deze kosten voor een deel zijn gecompenseerd door een hogere huurvergoeding in het AWBZ-budget (in totaal ca. € 580.000). Eind 2010 en begin 2011 zijn diverse besluiten genomen en met terugwerkende kracht afspraken gemaakt, die ertoe hebben geleid dat extra kosten (o.a. met een oorzaak uit het verleden) in 2010 genomen zijn. Dit heeft ertoe bijgedragen dat slepende kwesties zijn opgelost en verhoudingen weer zijn genormaliseerd. Dat hierdoor het resultaat 2010 aanzienlijk minder is dan 2009 moge hierdoor niet verwonderlijk zijn. De resultaatverwachtingen voor 2011 zijn overeenkomstig de uitgangspunten zoals geformuleerd in het financiële beleid. Desalniettemin blijft alertheid geboden. De ontwikkelingen in de zorg volgen zich in hoog tempo op en vragen om het voortdurend inschatten van en anticiperen op de consequenties en risico’s hiervan. Het resultaat 2010 heeft er vanzelfsprekend toe geleid dat het eigen vermogen in vergelijking met 2009 is afgenomen. Het eigen vermogen als percentage van het totale vermogen steeg evenwel van 44% naar 49%; rekening houdend met de egalisatiereserves en de voorzieningen steeg het percentage van 46% naar 51%. Het weerstandsvermogen (eigen vermogen als percentage van de totale opbrengsten) nam af van 22% naar 19% maar ligt nog ruimschoots boven de norm die het Waarborgfonds Zorg (15%) hanteert.
4.7.3. Toestand per balansdatum Het balanstotaal is in vergelijking met 2009 met ca. € 0,93 miljoen afgenomen. De vaste activa zijn afgenomen met € 0,05 miljoen (het verschil tussen investeringen en afschrijvingen). De vlottende activa zijn per saldo gedaald met € 0,88 miljoen. De inspanningen eind 2010 en begin 2011 hebben ertoe geleid dat de vordering op debiteuren aanzienlijk is verminderd (met € 1,46 miljoen). De vordering uit hoofde van het financieringstekort is toegenomen met € 0,19 miljoen vanwege de nog te verrekenen huurvergoedingen. De liquide middelen zijn gestegen met € 0,39 miljoen. Het eigen vermogen is afgenomen van € 3,02 miljoen per ultimo 2009 naar € 2,89 miljoen ultimo 2010. De langlopende schulden zijn afgenomen in overeenstemming met de aflossingen (met € 0,03 miljoen). Ook de kortlopende schulden zijn afgenomen (met € 0,77 miljoen). Dit betreft de vereffening van de rekening-courantpositie met de Congregatie Missiezusters Franciscanessen van Asten en de vereffening van de rekening-courantpositie met Amaliawonen. Door deze mutaties is de liquiditeitspositie licht gestegen. Zowel de current-ratio (kortlopende vorderingen inclusief vordering uit hoofde van het financieringstekort en inclusief liquide middelen versus kortlopende schulden) als de quick-ratio (kortlopende vorderingen gecorrigeerd voor voorraden versus kortlopende schulden) zijn gestegen van 1,55 naar 1,68.
4.7.4. Financiële positie Zoals reeds eerder aangegeven is de solvabiliteit gestegen van 44% naar 49%. Het weerstandsvermogen is echter gedaald van 22% naar 19% en ligt daarmee iets beneden de minimumgrens die Amaliazorg hiervoor wenst te hanteren nl. een percentage van 20% maar ruimschoots boven de minimumwaarde die het Waarborgfonds Zorg hanteert (15%). Ultimo 2010 ziet de balans er in vergelijking met ultimo 2009 meer solide uit. Desalniettemin is het saldo kortlopende schulden nog (te) hoog. De focus in 2011 zal er op gericht zijn om dit saldo meer in evenwicht te brengen met de overige balansposten.
pagina 28
Stichting Amaliazorg
De focus in 2011 zal ook gericht zijn op de omvang van de liquide middelen. De intramurale zorg zal in 2012 naar verwachting niet meer op basis van voorschotten maar op basis van declaratie bekostigd worden. Dit zal een vertraging van ca. twee maanden met zich meebrengen en daarmee – in het begin van 2012 - een hogere liquiditeitsbehoefte vragen. Als resultaatratio, zijnde de verhouding tussen het exploitatieresultaat en het totaal van de opbrengsten, hanteert Amaliazorg een ondergrens van 2%. Ieder begrotingsjaar streeft Amaliazorg ernaar een overschot in de exploitatie te realiseren ter grootte van 2% van de opbrengsten teneinde een calamiteitenreserve op te bouwen. In 2008 is dit niet gelukt (-/- 0,67%); in 2009 wel (+/+ 4,70%); in 2010 niet (-/- 0,86%). Het totale eigen vermogen is in 2010 gedaald met € 129.825 zijnde het resultaat over 2010 waarbij door de raad van bestuur de volgende resultaatverdeling is gehanteerd: aan het bestemmingsfonds instandhoudingsinvesteringen is € 138.688 toegevoegd, aan de bestemmingsreserve eigen risico ziekteverzuim € 0, aan de reserve Wmo € 4.105 en aan de Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) € 17.649. Aan de bestemmingsreserve inventaris en computerapparatuur is een bedrag ad. € 290.267 onttrokken. Voorts heeft een verschuiving plaatsgevonden van de bestemmingsreserve eigen risico ziekteverzuim naar de RAK ter grootte van € 194.441 waardoor het saldo RAK is gestegen van € 957.446 (ultimo 2009) naar € 1.169.536 (ultimo 2010). Resultaatratio: Resultaatratio: Exploitatieresultaat / totaal opbrengsten AWBZ-gefinancierde resultaten Niet-AWBZ-gefinancierde resultaten
Verslagjaar
Vorig jaar
-/- 0,89% 9,95%
4,77% 5,40%
Verslagjaar 1,68
Vorig jaar 1,55
1,68
1,55
0,51
0,77
Verslagjaar 49,04% 19,10%
Vorig jaar 44,26% 22,12%
Verslagjaar 51,00% 19,86%
Vorig jaar 46,02% 23,00%
Liquiditeit: Liquiditeit Current ratio: verhouding vlottende activa (incl. voorraden, incl. liquide middelen) / kortlopende schulden Quick ratio: verhouding vlottende activa (excl. voorraden, incl. liquide middelen) / kortlopende schulden Verhouding vlottende activa (excl. liquide middelen) / kortlopende schulden Solvabiliteit: (exclusief egalisatiereserves en voorzieningen) Solvabiliteit Eigen vermogen / Balanstotaal Eigen vermogen / Totaal opbrengsten Solvabiliteit: (inclusief egalisatiereserves en voorzieningen) Solvabiliteit Eigen vermogen / Balanstotaal Eigen vermogen / Totaal opbrengsten
4.7.5. Vooruitblik 2011 en volgende jaren Voor 2011 is een sluitende begroting opgesteld waarin een reserve voorzien is voor innovatie & ontwikkeling van 2% van de opbrengsten. In de begroting is uitgegaan van een iets hogere productie AWBZ. Met de zorgkantoren zijn afspraken gemaakt om deze hogere productie – indien gerealiseerd – vergoed te krijgen.
pagina 29
Stichting Amaliazorg
Het in het eerste kwartaal 2011 opgestarte project tot verbetering van de planning & control-cyclus zal in de loop van 2011 worden afgerond. Uit een eerste quick-scan kwamen een aantal verbeteronderwerpen naar voren die tezamen met een aantal andere onderwerpen de beleidsagenda voor 2011 zullen vormen. Sinds 2009 is sprake van een transitiefase voor de bekostiging van de materiële vaste activa die tot op heden in aanmerking komen voor integrale nacalculatie. Het WTZi-bouwregime is afgeschaft en door het ministerie van VWS is aangegeven dat ook het systeem van integrale nacalculatie van kapitaallasten zal worden beëindigd. Het huidige, in beginsel risicoloze bekostigingssysteem zal worden vervangen door en systeem van prestatiebekostiging. Kapitaallasten moeten voortaan gedekt worden via een component in de integrale tarieven (de normatieve huisvestingscomponent). Afhankelijk van het zorgaanbod, de bezettingsgraad en de geleverde productie kunnen de inkomsten sterk fluctueren. Hierdoor ontstaan nieuwe risico’s voor het vastgoed, zoals exploitatierisico’s (leegstand, onderbezetting), boekwaarderisico’s (marktontwikkeling) en het risico van afwaardering bij exploitatieverliezen (impairment). Afschrijvingstermijnen moeten voortaan gebaseerd worden op de economische levensduur en niet meer op de oude bekostigingssystematiek. Voor nu nog nacalculeerbare huurcontracten van vastgoed treedt ook een bezettingsrisico op. Bij het vaststellen van de jaarrekening 2010 was nog onvoldoende zeker wanneer de nieuwe systematiek zal ingaan, wat de nieuwe tarieven worden en bestaat nog veel onduidelijkheid over de overgangsregeling. Hierdoor kunnen de daaruit voortvloeiende financiële gevolgen voor de waardering van de materiële vaste activa niet voldoende zeker worden bepaald. Om deze redenen en ingevolge artikel 23 sub h van de Regeling Verslaglegging WTZi is bij de waardering van de nacalculeerbare (materiële) vaste activa uitgegaan van het bestaande systeem van integrale vergoeding voor werkelijke afschrijvingskosten en rentelasten van de vaste activa alsook van de huurlasten. Er heeft derhalve nog geen impairment plaatsgevonden. Wel hebben wij op grond van de beschikbare informatie van het ministerie van VWS en de Nederlandse Zorgautoriteit initiële berekeningen gemaakt van de gevolgen van de overgang naar het nieuwe systeem van prestatiebekostiging. Hieruit kan geconcludeerd worden dat op basis van de huidige bezetting vanuit de nieuwe bekostigingssystematiek naar schatting een lager bedrag beschikbaar is voor de huurlasten van het vastgoed. Voor een nadere uitwerking wordt verwezen naar de grondslagen voor de waardering van de materiële vaste activa (paragraaf 5.1.4.2). Voor de langere termijn zal Amaliazorg verder te maken krijgen met de wijziging in de AWBZ ten aanzien van de scheiding van Wonen en Zorg voor cliënten met een lagere verblijfsindicatie, zal in 2013/2014 een overheveling plaatsvinden van de functie “Begeleiding” naar de gemeente (WMO) en zal Amaliazorg zich moeten voorbereiden op een in omvang afnemende vraag aan diensten en producten van de verbonden religieuze instituten.
pagina 30