MA(A)STER PLAN Jaap van Dijk en Frans de Witte November 2002
Rotterdam waterstad Rotterdam dankt net als vele steden zijn bestaansrecht aan de rivier. Was in vroeger tijden de rivier de belangrijkste toegang naar het achterland, in de 19e en het begin van de 20e eeuw was de rivier door middel van de haven tevens de belangrijkste verbinding met de rest van de wereld en de belangrijkste bron van inkomsten voor het grootste deel van de bevolking. De havens lagen tot in de stad en waren daarmee een intergraal onderdeel van het stedelijk leven. Niet alleen vanuit economisch oogpunt heeft de rivier altijd mensen getrokken maar ook vanuit het oogpunt van vermaak en ontspanning is de rivier altijd een belangrijk onderdeel geweest van de stad. Na het bombardement van Rotterdam in het begin van de tweede wereld oorlog, heeft de stad de rivier zijn rug toegekeerd. Het gevolg is dat Rotterdam zijn relatie met de maas is verloren.
Rotterdam mobiliteit stad Rotterdam wordt infrastructureel omgeven door de ruit van Rotterdam. De ruit bestaande uit de A20, A16, A15 en A4 vormt de verbinding van Rotterdam met het achterland. De ruit is via een aantal hoofdontsluitingswegen verbonden aan de centrumring van Rotterdam. Van deze ontsluitingswegen is de Maasboulevard een van de belangrijkste. Rotterdam heeft als gevolg van het bombardement en de daarop volgende stedenbouwkundige plannen de beschikking over brede toegangswegen en heeft daarmee altijd een goed ontsloten en bereikbare binnenstad en havengebied gehad. Door de toenemende welvaart en de daaraan gekoppelde groei van het aantal auto’s en autokilometers, komt deze goede bereikbaarheid onder druk te staan. Door de bouw van transferia buiten de stad en parkeergarage’s in de stad probeert de stad het centrum bereikbaar te houden.
Rotterdam werkstad De wildgroei van brainparks en industriepolders lijkt hand over hand toe te nemen. Constatering hierbij is dat het merendeel van deze “parken” en “polders” zijn gesitueerd aan de buitenzijde van de ring. Ze worden ontwikkeld als geïsoleerde eilanden, puur gebaseerd op ontsluiting. Ze lijken geen enkele fysieke functie aan de stad toe te voegen.
Rotterdam woonstad Recentelijk heeft de stad haar rivier opnieuw ontdekt met de bebouwing op het DWL terrein, de kop van Zuid en de plannen voor de Lloyd - en Muller -pier. Een van de vergeten gebieden in deze ontwikkeling is het gebied van de Esch tot de Willemsbrug. De moeilijkheid van deze locatie wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van de Maasboulevard, één van de belangrijkste ontsluitingswegen voor het centrum van Rotterdam.
Plangebied Het plangebied herbergt als geen ander, een grote diversiteit aan verkeersstromen. Fietsers, voetgangers, auto’s, trams, en scheepvaart zijn in het gebied vertegenwoordigt. Met al deze soorten van mobiliteit zou je een dynamische omgeving verwachten, maar zoals een groot deel van de foto’s aantoont is niets minder waar. De Maasboulevard lijkt ter plaatse van het plangebied niet meer dan een veredelde parkeerplaats te zijn. Het dwarsprofiel van de maasboulevard bestaat uit een hoeveelheid bebouwd programma, een dijk met infrastructuur en vervolgens het water.
PLANGEBIED
12580 m² 11720 m² 12580 m²
17199 m²
22
52
12580 m²
m² 78
51
m²
16950 m²
3895 m²
13626 m²
9775 m² 2925 m² 2925 m²
4365 m²
19358 m²
2925 m² 2925 m²
2148 m² 5480 m²
1748 m² 2243 m²
1560 m² 2960 m²
2243 m²
1812 m²
2925 m²
3545 m²
2925 m² 1275 m²
2243 m²
1748 m²
2728 m²
2243 m²
381 m² 5660 m²
werk woon recreatie totaal
= 56.712 m2 = 21.565 m2 = 0 m2 = 78.277 m2
werk woon recreatie totaal
= 5.160 m2 = 117.915 m2 = 16.950 m2 = 140.025 m2
far
=
far
=
0.87
14462 m² 19040 m² 9936 m² 5410 m² 1265 m²
2460
0.81
m²
7716 m²
25285 m²
25740 m²
260 m²
VLOEROPPERVLAK
werk woon recreatie totaal
= 89.042 m2 = 215.297 m2 = 18.640 m2 = 322.979 m2
far
=
(FAR)
0.72
werk woon recreatie totaal
= 27.170 m2 = 75.817 m2 = 1.690 m2 = 104.677 m2
far
=
1352 m² 1352 m² 1352 m²
0.56
1028 m² 1028 m² 1028 m²
1690 m²
aantal bomen = 97
aantal bomen = 413
aantal bomen = 584
totaal aantal bomen = 1094
AANTAL BOMEN
Metro Callandlijn� Capelle a/d IJsel,� Ommoord, Zevenkamp /� Marconiplein Metro station� Oostplein
Trein� richting Centraal� Station
Station� Blaak Metro Calandlijn� Marconiplein / Capelle� a/d IJsel, Ommoord,� Zevenkamp Tram lijn1� Woudhoek / De Esch Bus lijn 32 en 49� Schiedamcentrum /� Noordereiland� Centraal Station /� Groenenhagen
Tram lijn 7� Woudenstein / Spangen 35.000 auto's tussen 7.00 en 19.00 uur = 1 auto/1.2sec� geluidsbelasting > 65dBA A = 29740 m²� L = 2289 m
16.000 auto's tussen 7.00 en 19.00 uur = 1 auto/2.7sec
Bus lijn 32 en 49� Noordereiland /� Schiedamcentrum� Groenenhagen / Centraal� Station Fastferry� Rotterdam / Dordrecht
Trein� richting Rotterdam Zuid
Fastferry� Dordrecht / Rotterdam
AUTODENSITY + OPENBAAR VERVOER
Tram lijn1� De Esch / Woudhoek
aa m sb ou le
21
va
20
19
18 17 16 15 14 13
12
11 9
8 6
7 5 4 3
1
BESTAANDE PROFIELEN
rd
algemene gegevens bomen radarstation aanlegsteigers aan maas aansluitende wegen bruggen over water toegangsbruggen aantal auto's 7.00 tot 19.00 bouwvolumes verkeerslicht geregelde kruisingen kadelengte aan de maas kadelengte lengte fietspad straat lengte maasboulevard gemiddelde breedte maas park oppervlakten grond eiland1 grond eiland2 grond eiland3 grondoppervlak totaal footprint bebouwd eiland1 footprint bebouwd eiland2 footprint bebouwd eiland3 footprint bebouwd totaal straat grond vloeroppervlak eiland1 vloeroppervlak eiland2 vloeroppervlak eiland3
1094stuks 1stuks 8stuks 4stuks 2stuks 5stuks 35000stuks 40stuks 5stuks 2232m1 5183m1 5500m1 29740m² 2289m1 340m² 148465m²
woningoppervlak eiland1 woningoppervlak eiland2 woningoppervlak eiland3
21565m² 117615m² 75817m²
overig oppervlak eiland1 overig oppervlak eiland2 overig oppervlak eiland3
57732m² 22410m² 28860m²
91158m² 173413m² 188238m² 14176m² 27730m² 11856m²
79297m² 140025m² 104677m²
FAR eiland1 FAR eiland2 FAR eiland3
0.87 0.81 0.56
eiland1 bomen eiland2 bomen eiland3 bomen
97stuks 413stuks 584stuks
bomen per m² eiland1 eiland2 eiland3
940m²/boom 420m²/boom 322m²/boom
oppervlak naar functie park straat woningoppervlak kantooroppervlak recreatie
148465m² 29740m² 214997m² 109002m² 16950m² 519154
452809m² 16% 16% 6% 53762m² 29740m² 369307m²
323999m² 27% 84% 72% 214997m² 73% 16% 28% 109002m²
0.72
1094stuks
414m²/boom
12%
66%
34%
Water Het beschreven profiel van de maasboulevard komt voort uit de Nederlandse cultuur met betrekking tot de waterhuishouding. Water wordt in Nederland gezien als een bedreiging die we van ons af moeten houden. Dit levert een systeem op dat zich in wezen afkeert van het water. We wonen achter de dijk. Bij het maken van nieuwe plannen wordt er uitgegaan van de dijk als vast gegeven. De interactie met het water is ver te zoeken, als die al aanwezig is.
Veiligheid
Vraagstelling Wat als het water weer een onderdeel van de stad wordt? Wat kan het water meer zijn voor de stad dan een barrière tussen noord en zuid en toegang tot het Europees achterland. Wat zijn de mogelijkheden om het statische model van de dijk, te wijzigen, te manipuleren en te vervormen, met behoud van het huidige programma. Kan het huidige programma van infrastructuur en werk- en woonbebouwing worden uitgebreid met recreatie en welk gevolg heeft dat voor het profiel van de maasboulevard en de oevers van de rivier?
Doelstelling
Een nieuwe manier van omgaan met het gegeven van de dijk als verhoogde straat is nodig om te wonen, werken en recreëren aan het water. Het doel is om door middel van herschikking van het huidige programma de rivier weer onderdeel te maken van de stad.
Relaties De herschikking van het relatiediagram van de maasboulevard maakt verschillende nieuwe doorsnedes mogenlijk. Alle denkbare relaties zijn door middel van iconen weergegeven. Naast horizontale relaties is er ook ruimte gemaakt voor vertikale en diagonale relaties.
INFRASTRUCTUUR
PROGRAMMA
RECREATIE
Waterkeringen De dijk in zijn huidige vormgeving vormt de belangrijkste barriere tussen het water en de programma onderdelen. Om de nieuwe relaties tussen de drie programma onderdelen te bewerkstelligen zijn er negen nieuwe waterkeringen gedefinieerd.
standaard
middendijk
woningwand
strandboulevard
achterdijk
recreatiewal
duinboulevard
maasvloed
maasgoot
zandplaat
Studiegebieden Door de gedefinieerde waterkeringen te combineren met het bestaande profiel van de maasboulevard ontstaan er knelpunten. Huizen verdwijnen onder water, auto’s lopen vast, wegen verdwijnen en het centrum van Rotterdam wordt onbereikbaar. Om de relatie met de Maas te verbeteren, de doorgang van de auto te garanderen, en om droge voeten in de woonkamer te houden moet er worden geschoven met de huidige programma onderdelen. De verschuiving van de verschillende elementen leidt naast een andere relatie met de Maas, ook tot relaties onderling die van te voren niet kunnen worden voorzien.
BASISREGELS
- basisdoorsnede
Schuifregels De negen waterkeringen worden onderzocht op hun gevolgen voor de programma onderdelen
1. DIJK :
- programma meer relatie met het water
2. AUTO :
- programma meer relatie met het water - onbelemmerde doorgang - moet rijden op een ondergrond - weg over daken kan - auto kan ondergronds in tunnel
Om het onderzoek verglijkbaar te houden zijn er schuifregels opgesteld. Omdat de auto een doorlopend element over de situatie is wordt deze als eerste verschoven. Vervolgens worden de gevolgen voor de bebouwing opgelost en tot slot wordt er een plek gegeven aan recreatie.
3. PROGRAMMA : - niet in het water - moet altijd terug komen - stapelen mag - niet in de dijk - optillen mag - gaten maken mag - blokken mogen worden geschoven tbv uitzicht
4. RECREATIE :
- niet in het water - tussen lange blokken kan - niet ter plaatse van de weg - altijd maar 1x aanwezig
STAP 1 : AUTO
STAP 2 : PROGRAMMA
STAP 3 : RECREATIE
- op het kleine blok
- ter plaatse omhoog wanneer mogelijk
- ter plaatse omhoog wanneer mogelijk
- op het grote blok
- klein blok op groot blok
- op het kleine blok
- op de dijk
- groot blok omhoog als gevolg van auto
- op het grote blok
- op maaiveld achterin
- gat in het grote blok als gevolg van auto
- tussen grote blokken
- drijvende weg
- het grote blok spiegelen als gevolg van auto / uitzicht
EXTRA - grote blokken wijken voor recreatie
- als blokkade
- het grote blok op het kleine blok als gevolg van auto / uitzicht
- in tunnelbak
MAASVLOED
Doorsnedes Uit het onderzoek blijkt dat er meerdere doorsnedes mogelijk zijn als vooraf gedefinieerd. Het eerste relatiediagram ging uit van 18 mogelijke doorsnedes. Aan de hand van de gegevens van de matrix zijn de profielen aangevuld en verwerkt in een nieuw relatiediagram.
1
2
3
4
5
7
8
9
10
11
13
14
15
16
17
2
4
17
3
11
16
12
15
19
20
21
22
23
24
12
18
RECREATIE
PROGRAMMA
INFRASTRUCTUUR
6
14
21
13
5
10
22
7
24
8
23
1
9
20
18
19
6
Samenvatting matrix De matrix heeft een totaal aantal van 576 doorsnedes opgeleverd. Deze 24 doorsnede’s zijn geindexeerd en zichtbaar gemaakt in het een samenvatting. Doorsnede 10: recreatie aan het water en de auto op het programma is de meest voorkomende. Niet alle doorsnedes uit het relatiediagram komen voor in de matrix. 20
komt niet voor omdat recreatie geen dak heeft gekregen
19
komt niet voor omdat recreatie geen dak heeft gekregen
22
komt niet voor omdat infra geen dak heeft gekregen
7
komt niet voor omdat we waterrecreatie vooralsnog buiten beschouwing hebben gelaten
14
komt niet voor vanwege situatie en omdat infra en recreatie niet samen voor kunnen komen
2
4
doorsnedenummer
17
3
11
16
12
15
14
21
13
5
10
22
7
24
8
23
1
9
20
18
19
6 18
duinboulevard
17
strandboulevard
16
zandplaat
17
achterdijk
13
maasgoot
14 aantal voorkomende doorsneden
middendijk
woonboulevard recreatiewal
maasvloed aantal keer dat doorsnede voorkomt
8
RECREATIE
8
4
7
8
PROGRAMMA
5
6
6
0
7
1
INFRASTRUCTUUR
7
9
0
0
8
6
7
7
8
0
5
0
1
12 4 7
Test modellen De matrix levert tal van nieuwe relaties op tussen programma en water, tussen de programma onderdelen onderling en tussen infrastructuur en programma. De vragen en mogenlijkheden zijn getest in test modellen. Om dit te kunnen doen zijn de doorsneden uit de matrix gecategoriseerd naar het type infrastructuur. In de test modellen wordt de overgang van de infrastructuur tussen de verschillende doorsnedes bestudeerd. En tevens wordt er mogelijke bebouwingstypologieën uitgeprobeerd. Samen met deze testmodellen is een catalogus met ontwerpschetsen gemaakt om de ideeën uit de maquettes inzichtelijk te maken.
maasgoot duinboulevard achterdijk en middendijk
strandboulevard
maasvloed
zandplaat
woningwand
CATALOGUS
MAASVLOED
MIDDEN/ACHTERDIJK
MAASGOOT
RECREATIEWAL
WONINGWAND
ZANDPLAAT
DUINBOULEVARD
STRANDBOULEVARD
Conclusie
De Nederlandse cultuur gaat uit van leven achter de dijk. We zien de rivier als een bedreiging en niet als een onderdeel van het stedelijk weefsel. Op de maasboulevard is precies hetzelfde aan de hand. Aanleiding om een manier te vinden waarop Rotterdam beter met zijn waterkering kan omgaan. Doelstelling geformuleerd voor het onderzoek was: Een nieuwe manier van omgaan met het gegeven van de dijk als verhoogde straat is nodig om te wonen, werken en recreëren aan het water. Het doel is om door herschikking van het programma de rivier weer onderdeel van de stad maken. Om deze doelstelling te bereiken zijn verschillende waterkeringen in een matrix ondergebracht. Deze matrix onderzoekt de gevolgen voor het waterfront. Alle oplossingen hebben gemeen dat ze uit gaan van een andere manier van wonen, werken en recreëren aan het water. Een van de gemeenschappelijk resultaten was, dat de verhouding land-water veranderde. Water drong door tot in de stad. De meest extreme vorm hiervan is de maasvloed, Waarin alle problemen en oplossingen uit de catalogus voorkomen. Je zou kunnen concluderen dat het niet meer gaat over wonen aan het water maar over wonen en leven met water.
Ontwerpopgave Het vooronderzoek sluit aan bij een actueel maatschappelijk probleem. Al eeuwen voert ons land een heroïsche strijd tegen het zee- en rivierwater. Met succes. We hebben flinke stukken land op het water gewonnen. Nederlanders wonen meters onder de zeespiegel. En onze deltawerken worden ook wel het 8e wereldwonder genoemd. Maar het water laat zich niet altijd temmen door dijken een gemalen. In de 19e eeuw stak Hansje Brinker zijn vinger in de dijk om een doorbraak te voorkomen. Althans, dat verhaal geloven onze toeristen graag. Maar de tijd dat we wateroverlast konden voorkomen door dijken te verhogen of te versterken, ligt achter ons. Rivieren en zee komen dan alleen nog maar hoger te staan, zodat bij dijkdoorbraak de schade niet meer te overzien is. De zee sloeg hard terug in 1953, de rivieren lieten begin jaren negentig en in 2002 hun tanden zien.
Referentie getallen De maatgevende rivierafvoer is recentelijk bijgesteld van 15.000m³ /s naar 16.000m³. De overheid gaat voor de toekomst uit van een rekenwaarde van 18.000m³/s. Een stijging van 1.000m³/s op de Waal veroorzaakt een waterniveau-stijging van 45cm, wat overeenkomt met 10%. Op de IJssel levert dit een stijging van 100cm op (40%). Als alle uiterwaarden langs de Waal 100cm worden afgegraven, geeft dit een waterniveau-daling van 20cm, wat overeenkomt met 450m³/s Aan de IJssel geeft dit een daling van 30cm wat gelijk staat aan 250m³/s
Bron:
Rijkswaterstaat
Volgens het rijk moeten we in de toekomst anders met water omgaan. In plaats van het te bestrijden, moeten we met water leren leven. Zeker nu het zeeklimaat gaat veranderen. De zeespiegel stijgt, de bodem daalt en de neerslag wordt extremer. Dat kan ernstige gevolgen hebben voor ons land. Het water moet daarom meer ruimte krijgen. De vraag is alleen waar we al dat water moeten laten. De ruimte in Nederland is schaars. Dit plan denkt na over de invloed van water op de ruimtelijke ordening. Hoe breder de rivier hoe minder hoog de dijk is het devies. Het grootste probleem voor rivierverbreding ontstaat in de stad aangezien uitbreiding van de rivier daar de grootste gevolgen heeft. De stad werkt in de meeste gevallen als een flessenhals. Kunnen we de rivier verbreden, de stad laten functioneren en gelijktijdig de relatie infrastructuur, programma en recreatie verbeteren. Hoe kunnen we leven als we water als een nieuw stedelijk territorium beschouwen.
“Denkend aan Holland zie ik brede rivieren traag door oneindig laagland stromen”
uit ‘Herinnering aan Holland’ 1938 Hendrik Marsman (1899-1940)
Stroombreedte Stel: De rivier wordt 60 % verbreedt. Met het water als territorium kunnen er eilanden worden gebouwd. Het is echter van belang dat de doorstroom van de rivier blijft gehandhaafd en wordt uitgebreid. Het maken van eilanden biedt dan geen oplossing. Er moet dus worden gezocht naar een andere oplossing. Een oplossing kan zijn dat we de stad helemaal op zijn kop zetten. Gevolg is dat het op de lokatie mogelijk wordt om met de boot rond te varen. Het water kan ongehinderd doorstromen, de infrastructuur komt op het dak, de zolder staat in of onder water, parkeren kan op de vliering en de boot komt voor de deur.
Concepten Hoe kunnen we leven als we water als nieuw stedelijk territorium beschouwen. Wat er is gedaan bij de matrix in de volgorde van de dijk, infrastructuur, programma en recreatie hebben we in het volgende deel proberen om te zetten. Door de volgorde aan te passen kunnen er weer verschillende ontwerpen ontstaan. We hebben 8 concepten ontwikkeld die alle vanuit verschillende standpunten zijn ontworpen. Ze gaan uit van een van 1 of meer van de 3 programma onderdelen en hebben allen een eigen fundering. Bij de fundering zijn we er vanuit gegaan dat het water moet kunnen blijven doorstromen. Voor de programmaonderdelen onderscheiden we:
Infrastructuur Omdat een auto nu eenmaal nog steeds niet op water kan rijden moet er worden gezocht naar oplossingen die de weg toch blijvend laten functioneren. Droge infrastructuur; Auto, fiets en voetgangers Natte infrastructuur; boten, kano’s, surfers e.d. Recreatie Recreatie is precies omgekeerd aan het land. Op het land wordt er gezocht naar manieren om water te integreren, terwijl op het water wordt gezocht naar mogelijkheden om land te integreren. Bovendien biedt recreatie op het water andere mogelijkheden. Water op zich is al recreatie. Uitzicht is een vorm van recreatie, maar ook vermaak en sport zijn recreatieve programma’s (cafés’s, kartbaan, speeltuin). Natuur is de laatste vorm van recreatie. In de stad is dit bijvoorbeeld een park of het waterfront. Recreatie is een integraal onderdeel van het ontwerp met dezelfde waarde als programma en infrastructuur en komt zowel nat als droog voor. Programma Anders dan bij bebouwing op een droge ondergrond levert bebouwing op een natte ondergrond naast tal van problemen ook tal van mogelijkheden op die anders moet worden aangelegd, bijvoorbeeld zonlicht wat kan worden aangepast door de woning te draaien. Het programma is niet per definitie statisch verankerd aan zijn ondergrond.
Camping
Maasmatras
Sportbox
Drijf-in
Linkcity
Ponte-vecchio
Eierdoos
Schakelbord
Camping model Het eerste concept, het camping model is een deelontwerp dat uitgaat van een wisselend territorium. In een normale situatie is de gehele site te bereiken, bij een extreem hoge water stand is de gehele site behalve de drijvende ontsluitingsweg nat. Van hoog naar laag door de site betekent dit een vaste fundering, een verhoogde of mogelijk drijvende fundering en in het water een drijvende, of drijvend verankerde fundering. Het programma bestaat dus uit een verzameling mogelijke typen, die afhankelijk van hun funderingstechniek zijn gepositioneerd op de site. De natte infrastructuur is dynamisch. Soms kan er wel gevaren worden, soms niet. De verschuiving van het water heeft ook gevolgen voor de recreatie. Bij laag water is er meer ruimte voor droge recratie, en bij het stijgen van het water neemt de ruimte voor de natte recreatie toe. Zonnen moet net als op het strand, langzaam naar achteren opschuivend, kanalen graven om je zandkastelen te redden en je terugtrekken op zelfgemaakte of natuurlijke zandbanken. De boot ligt in je voor of achtertuin. Windmolens kunnen zorgen voor electriciteit voor woningen.
Maasmatras De maasmatras gaat uit van water als territorium. Het concept is uitgevoerd als een drijvend eiland en is daardoor, ondanks stroming en stijgend water altijd een droge plaats. Het eiland is dynamisch ten gevolge van de stroming en het stijgende water in de rivier. De matras heeft als drijvend element geen fundering, de matras is zijn eigen fundering. Door de matras uit piepschuim op te bouwen, of als een groot luchtbed te beschouwen waarbij wanden worden gecreëerd door gaten te ontwerpen, wordt voldoende drijfvermogen gecreëerd. In deze holle ruimte zijn de parkeergarage en enkele algemene ruimten opgenomen.
Doordat de maasmatras is omgeven door natte infrastructuur is dit ook de belangrijkste aanen afvoerroute voor het programma. Het programma van de matras is met uitzondering van deze algemene ruimte drijvend. Het programma koppelt als drijvende elementen aan het eiland en is daarmee uitwisselbaar. Door de drijvende objecten te wisselen kan het programma of de functie van de matras wisselen. Een van de opties is om de matras als grond op het water te verkopen. Waardoor er haventjes met tuinen kunnen ontstaan, waar woonboten een plaats kunnen vinden. Terplekke van de grotere havens zouden boothotels of binnenvaart schepen een plek kunnen vinden, om voor korte of langere tijd te verblijven.
Sportbox De sportbox heeft als primaire functie recreatie en staat als een tafel op de bodem. Dit gegeven maakt het tot een sportgebouw in het water. Door programmatische of recreatieve ruimtes niet af te sluiten kunnen deze met het stijgen van het water van functie veranderen. Het is daarmee een vast element in de rivier dat echter door zijn vorm en concept een relatief kleine belemmering vormt voor de doorstroming van het water. In het binnengebied zal bij laag water sprake zijn van natuurlijke sediment afzetting. Deze zal echter bij een grote toename van de afvoer van rivierwater vanzelf wegspoelen.
Het programma van de sportbox zit in de restruimte tussen de recreatie. Dit programma zal in veel opzichten dan ook vooral facilitair zijn aan deze recreatie. Het programma zoals kantines, restaurants met uitzicht op een of meerdere sporten, kleedruimtes, kantoren, e.d. zijn daarmee ook de scheiding tussen de verschillende recreatieruimtes. De infrastructuur binnen het blok zal behalve de parkeergarage en de ontsluitingsweg vooral bestaan uit een voetgangers infrastructuur. Deze infrastructuur zal als een labyrinth de verschillende programma’s met elkaar verbinden. De voetgangersinfrastructuur is dan ook een onderdeel van de programmatische wanden. Door de vorm van het blok en de diversiteit aan ruimte zal een grote range aan sporten en recreatie een plaats vinden. Waarbij een groot gedeelte van de ruimte speciaal ontworpen kan worden met de definities en maten zoals benodigd voor specifieke sporten. Een gedeelte van de ruimte zal echter juist niet volgens de voorschriften of voorafgestelde programma’s worden ontworpen. Sommige ruimte’s zullen bij laag water droog staan en zich bij hoog water vullen met water. Waardoor het mogelijk wordt deze ruimte voor meerdere doeleinden te gebruiken. Het doel is dat er ook ruimte wordt geboden aan de ontwikkeling van nieuwe alternatieve sporten.
Drijf-in Het uitgangspunt is infrastructuur in combinatie met een “drive-in” winkel programma. De drijf-in staat als een brug met kleine overspanningen in het water. De landhoofden fungeren hierbij als poorten voor de natte infrastructuur en hebben daarmee behalve als fundering ook een programmatische en infrastructurele betekenis als aanlegsteiger en loket. De infrastructuur is bepalend voor de vorm van het programma, waarbij constructief het programma de drager is van de infrastructuur.
Het gebouw is ontworpen op, en vormgegeven door, infrastructuur. Binnen de vorm van het gebouw zijn de verschillende verkeerstromen strikt gescheiden. De torens zijn ontworpen op een auto circuit waar met een snelheid van 30km² rond kan worden gereden. Aan de rand van dit circuit kan geparkeerd worden. Op waterniveau zijn de aanlegsteigers en loketten voor de natte infrastructuur gepositioneerd. Op de onderste niveau’s van de torens is de fiets infrastructuur geprogrammeerd en deze heeft behalve een doorgaande route ook een aftakking naar de kade. De voetgangersinfrastructuur bevindt zich in de kernen van de gebouwen en door middel van trappen, liften en bruggen is dit het bindende element tussen de verschillende torens. Het programma van de drijf-in bestaat uit een stop-’n-go programma geheel gericht op de infrastructuur die zich in het gebied bevindt. Het gebouw manifesteert zich als een opengewerkte supermarkt waar de infrastructuur dienst doet als de gangpaden in een supermarkt. Als het gebouw als supermarkt wordt opgezet kan men de auto als winkelwagen gebruiken en onderaan bij de slagboom afrekenen. Aan de zuidzijde van het gebouw biedt de infrastructuur op twee plaatsen ruimte voor een uitkijkpunt over de rivier. In de avond kan het gebouw als fietscrossbaan worden gebruikt of om te rollerskaten. Het uitzicht vanaf de torens is bijna geheel panoramisch.
Link-city Door het wegvallen van het bestaande territorium en daarmee ook de ontsluiting van de kantoren moet worden gezocht naar een alternatief kantoorlandschap. De torens, het programma, met de kelders als fundering, kunnen slank worden opgezet aangezien ze niet op zichzelf staan maar samen met andere torens een stabiel geheel vormen. De stabiliteit wordt gevormd door alle soorten infrastructuur. De plaats van de torens wordt bepaald door de vaarwegen die ertussendoor lopen en het uitzicht vanuit de torens. De knooppunten van de wegen, fietspaden en wandelroutes liggen in de torens. De parkeergarage loopt over een aantal torens. De stijgingspercentages van de verschillende verkeersstromen zijn aangepast. Zo heeft de auto een maximum percentage van 10%, de fiets 5% en de voetganger kan in principe vertikaal met liften en trappen. De boot blijft natuurlijk horizontaal.
Doordat de torens onderling verbindingen moeten hebben onstaat er een totaal andere onderlinge relatie. We zijn gewend dat een kantoorgebouw 1 bedrijf bevat. Het is echter heel goed mogelijk om deze torenstad horizontaal te verdelen met een werkvloer in de ene toren op de 6e etage, in de andere toren op de 4e en nog een andere op de 2e. Er ontstaat een nieuw kantoorlandschap met horizontale relaties in plaats van verticale Het is voorstelbaar dat je op de fiets naar de kantine gaat vier torens verderop. Je kunt met de boot naar je werk of je auto op de 8e etage voor de deur parkeren. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de organisatie binnen een bedrijf maar ook voor de gehele organisatie binnen een standaard kantorenpark. Je hebt niet langer één buurman maar binnen één bedrijf kunnen verbindingen en connecties ontstaan met meerdere bedrijven over meerdere torens. Linkcity functioneert mogelijk meer als een groot bedrijfsverzamelgebouw, en niet als een standaard bedrijven park. Natuurlijk is het uitzicht hier door de hoogte erg aantrekkelijk, maar buiten dat, is het ook voor voetgangers openbaar gebied en kan men een wandelroute volgen tussen- en door de torens heen. Vanaf het water zijn er prachtige verticale perspectieven. Een verschaald manhatten in een venetiaanse context.
Ponte-Vecchio De brug als gebouw: programma + infrastructuur + recreatie = constructie De drager is programma in combinatie met een infrastructureel dek en een recreatief dek. Het bekende vakwerkspant is vertaald in een 3 dimensionaal spant waarin de trekstaven zijn vervangen door woningwanden. De bovenbalk is het autodek en de onderbalk is een wandeldek. Alles bij elkaar levert dit een bruggebouw op dat als een “monster van Lochness” in het water ligt. Er kan onderdoor, maar ook overheen worden gevaren, als het gebouw zich als een tunnelbak onder water begeeft De weg loopt over het bovenste dek. Door de hoogte ontstaat er een fantastisch uitzicht langs en over de rivier. Parkeren kan op het bovendek, of in het programma.
De woningen hebben in de langsrichting vaste wanden maar zijn in de dwarsrichting vrij in te vullen. Waar het water het gebouw in komt ontstaan strandtuinen met plaatsen waar de boot werkelijk een verlengingstuk van de woning kan zijn. De woningen zijn toegankelijk vanuit de parkeergarage of vanaf het onderdek voor fietsers en voetgangers. Het dak kan worden gebruikt als make-out point. Een plek om ’s nachts in je auto over de rivier of stad uit te kijken. Op plaatsen waar het bovendek onderwater verdwijnt is er plaats voor een stadsstrand.
Eierdoos Uitgangspunt voor het concept is het maken van een park in het water. Hiermee is recreatie dus de drager van het plan. Wanneer de dijk wordt weggehaald stroomt het land of het park onder water. Door nu de bomen in potten te plaatsen verdrinken ze niet. De potten zijn dan als het ware een poerfundering. Tussen de potten kan er een dek worden aangebracht. Op het dek ontstaat een wandelgebied tussen de kruinen van de bomen. Onder het dek lopen vaarwegen voor kleinere boten en kunnen droge lig- en werkplaatsen voor de boot worden gecreëerd. Op het dek zijn, in verband met het karakter van het park alleen wandel en fietsroutes aangebracht. De weg slingert zich tussen de potten door en kan af en toe als een strand in het water verdwijnen.
Er is geen rekening gehouden met het realiseren van programma, maar het is natuurlijk mogelijk een paar potten om te keren en er bijvoorbeeld een opslagplaats voor een speeltuin of een ruimte voor onderhoudt van het park in te maken. De potten aan de rand kunnen worden ingericht als amfitheater of vaar-in bioscoop met uitzicht over de rivier. Een ponton fungeert als verplaatsbaar podium dat op meerdere plaatsen in te zetten is. Een grotere ring kan ervoor zorgen dat er een stroom water door het park snijdt waar bijvoorbeeld een watertaxi kan aanleggen. Potten die niet worden ingenomen door bomen kunnen worden gebruikt als zwembad of visvijver.
Schakelbord De auto’s rijden op roterende “pontons”. De pontons zelf zijn woningen en op het dak van de woningen ontstaan verschillende routes afhankelijk van het getijde of de stand van de zon. De woningen drijven op het water rond een scharnierend middelpunt. Het principe voor het drijvende woningblok is een hoek van 120 graden. Onder invloed van bijvoorbeeld de stroomrichting draait de woning 120 graden naar links of naar rechts. Elke cirkel heeft daardoor drie in of uitgangen. De woningen of cirkels draaien afhankelijk (draait A, dan ook B) anders zou de weg dood kunnen lopen. Parkeren kan door een aantal 120 graden hoeken te vervangen door een cirkelvormig gebouw. De weg kan dan gewoon doorlopen, maar naast de weg kan er worden geparkeerd. Een dubbele laag kan dan dus ook een parkeergarage vormen. Doordat alles afhankelijk draait kan de weg nooit doodlopen. Het is zelfs zo dat op een aantal punten het concept geschikt is om een verkeerslus aan te brengen. Deze punten komen in elke variant voor en zorgen dat er een 6-hoek ontstaat. Het is mogelijk dat je ’s avonds op een andere manier naar huis rijdt dan dat je er ’s ochtends vandaan bent gereden.
Het terras van sommige woningen op waternivo kan roteren onafhankelijk van het woningblok. Het kan dus gebeuren dat de tuin voor of achter de woning ligt. Doordat dit een onafhankelijk draaiend systeem is zijn altijd alle woningen droog bereikbaar en verbonden met elkaar. Het programma kan bestaan uit woningen maar ook uit kantoorprogramma of stukgoedverhandeling over het water. Het is mogelijk dat woningen met de zon of het getijde meedraaien. Wanneer we een getijde gestuurd systeem maken kan het zijn dat je een goede of een hele slechte week hebt voor zon in de tuin. Immers het getijde wordt bepaald op ca. 5,5 uur en een dag op 24. Er ontstaat dus een verschuiving tussen die twee. Draaien de woningen op de zon mee dan ontstaat er een verdeling in kantoren en woningen op basis van bezonning. De woningen krijgen de tuinen, de kantoren parkeerplaatsen op het zuiden. Er zijn talloze mogelijkheden om draaielementen vorm te geven, als er maar een doorgaande verbinding is met een weg in een hoek van 120 graden. Recreatie kan op het dak en ook op het waterniveau, de “steiger”. Het is denkbaar dat er parkjes als rustplaats ingericht worden of als uitzichtpunt. Via het waterniveau loopt er een vaar, fiets en wandelroute door het gebied. Eigenaars van boten kunnen deze voor de deur aanleggen. Dit betekent dat er een jachthaven ontstaat die constant in beweging is.
Uitwerking Het plangebied is 60% verbreedt. Anders dan op land is er geen ondergrond waarop gewerkt kan worden. De ondergrond moet worden bepaald vanuit de benodigde 3 elementen, infrastructuur, recreatie en programma. Infrastructuur is het enige continue doorlopende element in de situatie. Door eerst een aanname te doen voor de vorm van de infrastructuur ontstaat er een kader waarbinnen verder kan worden gewerkt. De infrastructuur bestaat niet zoals achter de dijk alleen uit droge infrastructuur, maar zoals in de concepten al weergegeven ook uit natte infrastructuur. Droge en natte infrastructuur zijn normaal gesproken elkaars tegenpolen. De een zit de ander altijd (letterlijk) in de weg. Als gevolg van de doorsnijdingen van de vaarwegen ontstaan er acht waterkavels. De getoonde concepten zijn toegepast op deze kavels.
PLANGEBIED
Natte infrastructuur De infrastructuur is te onderscheiden in een natte en een droge infrastructuur. De vaarwegen zijn zo gedefinieerd dat ze toegang bieden tot bestaande havens zoals de oude haven en het haringvliet. De breedte van de vaarwegen komt overheen met de doorvaarbreedte van de hef, 36m. De Rijn doorvaarthoogte is minimaal 9.1m maar gemiddeld 12m.
12m +
NATTE INFRASTRUCTUUR
Droge infrastructuur Voor de droge infrastructuur is vooralsnog alleen de auto bepaald. Uitgangspunt is dat het doorgaand verkeer kruisingsvrij moet kunnen doorstromen. Wij zijn hiervoor uitgegaan van een weefstructuur (eenrichtingsverkeer). De weg zal worden aangesloten op de bestaande infrastructuur.
DROGE INFRASTRUCTUUR
Waterkavels De natte infrastructuur definieert de mogelijke footprint waar programma en recreatie hun plaats kunnen vinden.
MOGENLIJKE FOOTPRINT
Eierdoos
Schakelbord
Linkcity
Ponte-vecchio
Sportbox
Drijf-in
Camping
Maasmatras
MA(A)STERPLAN
Programma Aangezien de ontwerpen programmatisch niet zijn ingevuld, zijn de functies binnen de concepten uitwisselbaar. De ontwerpen geven echter wel aanleidng tot invullingen. Naar onze mening biedt linkcity samen met het schakelbord de meeste mogenlijkheden voor kantoren, in het schakelbord zou gezien de locatie dit gecombineerd kunnen worden met horeca en woningen. Woningen kunnen het best in de maasmatras, ponte vecchio of de camping worden gesitueerd.
PROGRAMMA
De indeling van het plangebied is tot stand gekomen op basis van eigenschappen van de plek. Zo heeft bijvoorbeeld de camping in het plangebied de plaats ingenomen van het huidige park ‘De Plantage’ , aangezien op deze locatie al van nature een talud aanwezig is. Het schakelbord heeft de plaats ingenomen van het huidige infrastructurele knooppunt bij de landing van de Willemsbrug. Verder zijn onderdelen van het plangebied geïntegreerd in de concepten zo is in een van de bogen van de drijf-in de vaste ligplaats van de brandweerboot opgenomen. Eén van de landhoofden onder het gebouw zal in plaats van een stop-n-go loket de brandweerkazerne behorende bij de brandweerboot herbergen. Maar ook de gewone brandweer kan in één van de torens worden ondergebracht inclusief een uithangtoren voor de brandweerslangen.
Infrastructuur Binnen alle getoonde ontwerpen is het mogelijk om keerlussen te realiseren zodat de weefstructuur functioneert. T.p.v. linkcity splitst de weg zich in twee richtingen, zodat de doorvaart tussen linkcity en de pont vecchio toegang mogelijk maakt voor grote boten met een doorvaart hoogte van meer dan 12 meter. De verbinding met het vaste land is opgenomen in linkcity en de eierdoos. Hier rijdt men dus vanuit de stad een park in, terwijl ter plaatse van linkcity je het gevoel krijgt een torenstad in te rijden. Voor de fietsers en de voetgangers zijn ter plaatse van de drijf-in en de maasmatras extra aansluitingen opgenomen met het vaste land. De eierdoos is doormiddel van een draaibare brug verbonden met de dynamische elementen van het schakelbord. De brandweerkazerne zit in verband met de goede bereikbaarheid voor zowel auto als boot, in het midden van het plangebied.
INFRASTRUCTUUR
Recreatie De recreatie bevindt zich door het hele gebied en wordt verbonden doormiddel van meerdere fiets- en wandelroutes. De Ponte Vecchio heeft in tegen stelling tot het concept niet alleen infrastructuur op het dek. De beide uiteinden van het gebouw zijn ingericht als recreatie gebied met aan de westkant een stadstrand op het punt waar het gebouw het water in verdwijnt. De oksel van de Ponte Vecchio biedt plaats aan een jachthaven met drijvende steigers. Deze steigers kunnen ook gebruikt worden als voetgangers route op waterniveau. Het park op de eierdoos is direct verbonden met het vaste land en fungeert dus ook als stadspark voor zijn directe omgeving.
RECREATIE
MA(A)STERPLAN Jaap van Dijk en Frans de Witte November 2002 Afstudeercommissie Voorzitter: San Verschuren Secretaris: Johan de Koning Hoofd mentor: Peter Trumer Extern begeleider: Ernie Mellegers