Maandblad voor onderwijs in Vlaanderen nr. 243 — maart 2014 — www.klasse.be
“Als je in Brussel kan lesgeven, dan kan je het overal”
Klasse zoekt:
STARTENDE LERAAR VAN HET JAAR www.leraarvanhetjaar.be
Elk jaar verkiest Klasse de Leraar van het Jaar. Deze keer zet Klasse de schijnwerpers op de startende leraren en hun mentor, coach, peter of meter. Alle onderwijsniveaus komen in aanmerking: kleuter, lager, secundair, hoger, volwassenenonderwijs. Ken jij een starter die de titel ‘Leraar van het Jaar’ verdient? Nomineer hem of haar. Wie is die nieuwe kracht op school? Wie zoekt en ploetert, maar straalt ook energie en aanstekelijk enthousiasme uit? Wie zet met frisse kijk dingen in beweging? Wie staat er elke keer weer, ondanks twijfels en onzekerheden? Kies een collega, jong of oud, die minder dan vijf jaar geleden de eerste stappen als onderwijsprofessional zette. Bedenk samen met enkele collega’s of leerlingen waarom hij/zij Leraar van het Jaar mag worden en nomineer hem of haar vóór maandag 7 april via www.leraarvanhetjaar.be.
Heb je aanvullend ‘bewijsmateriaal’, dan mag dat per post naar ‘Klasse – Leraar van het Jaar – Koning Albert II-laan 15 – 1210 Brussel.’ Vermeld duidelijk de naam van de genomineerde leraar, de school waar hij of zij lesgeeft en jouw contactgegevens. Ken je de coach, mentor, inspirator, ondersteuner, bezieler van de starter? Laat ook dit weten via de nominatie. Houd je nominatie geheim. De genomineerden worden – eventueel samen met de coach – uitgenodigd voor een evenement op woensdagnamiddag 21 mei 2014 in het ministerie van Onderwijs in Brussel. Pas dan weet jij of je genomineerde de ‘Leraar van het Jaar’ is.
‘Pas voor de klas’ is een campagne van Klasse die starters én hun coach ondersteunt. Meer lees je op www.klasse.be/pasvoordeklas
EDITO
Twee leerlingen, in fluohesjes en met rugzak, stappen door de gang van het Brusselse Centraal Station. Klasgenoten achter hen zijn druk aan het babbelen. Deze twee meisjes niet. Ze kijken zwijgend naar een dakloze man die op de grond ligt te slapen, met een mengeling van fascinatie, nieuwsgierigheid en medelijden. Intussen stappen ze wel flink verder - tenslotte gaan ze niet elke dag op uitstap naar de hoofdstad. Deze foto, uit de reeks die Artur Eranosian maakte voor Klasse (zie blz. 10), is de perfecte metafoor voor de manier waarop we vanuit Vlaanderen naar onze hoofdstad kijken. We beleven Brussel als pendelaars. We stappen massaal met onze rugzak door de gangen van de stations. Zonder te stoppen. En naar de sukkelaars die we kruisen, kijken we gefascineerd en met medelijden.
“Brussel is een lab waar we veel uit kunnen leren” Maar terwijl we zo in rechte lijn van punt A naar punt B gaan, broeit het in onze hoofdstad. Zo verlaat één op de vijf Brusselaars het onderwijs zonder diploma. De jeugdwerkloosheid piekt zo erg dat in sommige buurten bijna de helft van de jongeren zonder job zit. Ook demografisch verandert Brussel in sneltempo. Nu is al meer dan de helft van de Brusselaars van vreemde afkomst. In het Nederlandstalig onderwijs komt nog amper negen procent van de leerlingen uit een volledig Nederlandstalig gezin. Met andere woorden, Brussel is een sociaal kruitvat en het Nederlandstalig onderwijs is een contradictie geworden.
Maar in de plaats van meewarig te kijken, zoals deze twee kinderen naar de dakloze, kunnen we ons beter laten inspireren door de schitterende dingen die in de Brusselse scholen gebeuren. Want hier vind je leraren die met ongelofelijk veel liefde voor hun leerlingen blijven vechten tegen de uitzichtloosheid die om de hoek loert. Scholen die creatieve manieren zoeken om met armoede en taalachterstand om te gaan. Die - uit noodzaak - op zoek gaan naar nieuwe leervormen. De Brusselse scholen zijn een laboratorium voor ons hele onderwijs. De uitdaging waar de Brusselaars nu voor staan, is onze realiteit van morgen. De kloof tussen Brussel en de rest van Vlaanderen wordt steeds kleiner. De sociaaleconomische ongelijkheid neemt overal toe en ook de Vlaamse leerlingen worden diverser en anderstalig. Nu al is gemiddeld één kleuter op de drie van vreemde afkomst. Daar leer je maar beter mee omgaan. Daarom is Klasse deze maand volledig gewijd aan Brussel en nodigen we alle leraren op 10 april ook uit op een Brusseldag. Om te leren van de leraren, leerlingen en ouders die zich met hart en ziel inzetten voor het Brusselse onderwijs. Om te laten zien dat Brussel meer is dan de grauwe gang waar we met onze leerling door stappen tijdens een klasuitstap.
Pieter Lesaffer hoofdredacteur Klasse
[email protected] twitter: @plesaffer
3
46
WORD BRUSSELAAR VOOR 1 DAG
20
14
Gezocht: 20.000 stoelen
“Komt kijk. We speel flink!”
Plaatstekort in Brusselse scholen piekt
Zo ondersteunt Brussel anderstalige leerlingen
44
“Je wordt verliefd op Brussel, of trekt er weg”
Elaine (23) staat nog maar sinds september voor de klas
IN DIT NUMMER
26
“Ik wil niet mijn hele leven sportkleren verkopen” Yassin, David en Dervis vertellen over hun moeizame zoektocht naar werk
40
“Eerst kwam de metro, daarna vragen over de evolutietheorie”
Klasse-columnist Wouter De Craen zag zijn school in de rand langzaam ‘verbrusselen’
18
“Multicultureel? Wij denken zó Vlaams, mijnheer” Stef Colens maakte van zijn school het hart van de buurt
Ontdek de Brusseltips uit dit nummer op klasse.be/brussel. Of voeg Klasse toe op
10 In beeld Stadsklassen 32 Vanwaar komen Brusselse leraren? 38 De Brusselvraagjes Ontdek de favoriete plekken van Annabelle, Claude en Cleo 48 Lerarenkaart 53 Brusseltips Jouw gids door de hoofdstad 60 Kruiswoordraadsel
ADVERTENTIE
REACTIES Reageren? Mail naar
[email protected] of surf naar klasse.be/leraren
IN JE ONDERBROEK ONDER DE DOUCHE NEEM WAT GAS TERUG IN DE SLOW SCHOOL ROADIES GEVEN STUDIEKEUZEADVIES
Maandblad voor onderwijs in Vlaanderen nr. 242 — februari 2014 — www.klasse.be
KLASSE VRAAGT DE MENING VAN 1200 LEERLINGEN
Zo denken tieners over pesten De helft van de tieners wordt af en toe gepest
1 op 3 vindt dat school te weinig aandacht heeft voor pesten
KVL_140242_1.indd 1
Leerlingen zijn bang om pestgedrag bij hun leraar te melden
Lore D., via klasse.be/leraren
28/01/14 14:09
TIENERS OVER PESTEN Het Klasse-onderzoek bevat veel argumenten voor de ‘No-Blame’-aanpak: de pester niet beschuldigen, maar de volledige groep sociale vaardigheden aanleren. Het beschuldigen van de pester komt eerder tegemoet aan de behoeften van de volwassene, de gepeste wordt erdoor op meer subtiele manieren gepest. Dat voelen die leerlingen feilloos aan. Annemarie Desmet
Mensen die pesten, hebben zelf vaak problemen thuis of in hun privéleven. Ik snap heel goed dat zij ook op zoek zijn naar een uitlaatklep of iets waardoor ze hun gekwetste status terug kunnen opbouwen. Maar in een klas zitten ook sterke karakters die een sleutelrol kunnen spelen. Ik ben op de middelbare school gepest vanwege mijn fysieke beperkingen. De sleutelfiguren in mijn klas durfden niet tegen de pesters in te gaan uit angst om zelf gepest te worden. Dus deden ze gewoon mee. Leraren en directie wisten niet wat te doen. Ze hebben mij daarom uit de klas gezet en apart les gegeven. Dit vond ik geen goede oplossing omdat dit mijn ‘probleem’ nog meer benadrukte. Ik heb mijn middelbare studies uiteindelijk niet afgemaakt omdat het voor mij fysiek te zwaar was. Uit goede bron heb ik vernomen dat dit voorval nog altijd diepgeworteld zit bij een aantal leraren, maar dat de directie dit in de doofpot gestoken heeft. In mijn ogen willen ze niet zien dat er toen fouten gemaakt zijn. Jasper Antonissen
Al van in de lagere school tot het einde van het middelbaar heb ik te maken gehad met pesten. In het laatste middelbaar hebben de pesters mij constant genegeerd. Dat kan erger overkomen dan pijnlijke woorden. Ze hebben het zelfs zo ver gedreven dat ik zelfmoord wilde plegen. Maar ‘what doesn’t kill you makes you stronger’. Ik ben nu sterker dan ooit!
GENERATIEKLOOF Mag een oudere leraar ook eens klagen? Ik ben vijftig jaar en geef les in de tweede graad bso richting VerzorgingVoeding, praktijk- én theorievakken. Toen ik afstudeerde in de jaren tachtig was er geen werk in het onderwijs voor deze vakken. Dus ging ik van interim naar interim. Ik heb alle vakken gegeven van het eerste tot zesde jaar. Na tien jaar kreeg ik eindelijk mijn benoeming. Ik heb de vernieuwing van de tweede graad bso gevolgd en heb veel projecten opgestart, samen met mijn collega’s van Huishoudkunde. We werkten goed samen en zagen de verbanden tussen de leerplandoelstellingen en de vakken. Maar sinds dit schooljaar loopt het mis. Ik kreeg voor 10 uur andere vakken en moet weer vergaderen en werken tot ‘s avonds laat. Die vakken liggen me niet zo goed. Ik ben gaan praten met de directie, maar dat helpt niet. Hij heeft veel waardering voor mijn werk en weet dat ik een harde werker ben. Daarmee is de kous voor hem af. Maar ik voel me slecht en slaap slecht. Dit hou ik geen schooljaar vol. Ik krijg veel steun van mijn collega’s en denk dat veel van hen in dezelfde situatie zitten. Wij zijn de generatie die lang op een benoeming moesten wachten, die moesten wachten tot de oudere generatie op pensioen was om vaste vakken te krijgen. We mogen nu langer gaan werken voor we pensioen krijgen en moeten onze vakken, die we graag en al jaren geven, aan jongere of andere leraren afgeven. Hebben wij dan geen rechten? Naam en adres bekend bij de redactie
PESTMENTOREN Men heeft tegenwoordig de mond vol van starters die begeleiders nodig hebben. Daar ben ik het volledig mee eens. Maar wat mij zo stoort, is het ontbreken van begeleiding tijdens de opleiding. Ik ben zelf onderwijzeres met een stiefzoon die in zijn laatste jaar zit in de school waar ik mijn opleiding kreeg. Mijn ongenoegen wordt alsmaar groter. In het laatste jaar heeft mijn stiefzoon vier stages van ongeveer twee à drie weken na elkaar. Deze jonge gemotiveerde mensen werken keihard om hun lessen te laten slagen. Zij maken nog fouten en moeten nog leren, maar ze hebben het toch al wat ‘in de vingers’. Toch stoot mijn stiefzoon op een mentor die al zijn motivatie wegneemt. Een mentor die zelf nog maar pas is afgestudeerd, maar die het absoluut prioritair vindt om alles negatief te benaderen en zijn lessen de grond in te boren. Om met mijn stiefzoon te communiceren, schakelt ze zelfs een pedagoog in. Die neemt het niet op voor hem! Zijn mentor doet zelf trouwens een interim in deze klas, ze is begonnen op de dag van de stage. Hier schiet de school volgens mij vreselijk tekort. Mijn stiefzoon kan nergens heen met zijn problemen. De mentor roddelt en manipuleert erop los en wordt geloofd. Zij kan binnen zes maanden zijn collega zijn ... Misschien moet de opleiding maar eens heel grondig beginnen te focussen op mentorenvormingen. Ik heb ook ieder jaar stagiaires, meestal eerste- en tweedejaars. Het is toch altijd de bedoeling hen iets bij te leren. Behandel ze niet als kleuters. Deze jonge mensen weten heus wel wat ze willen, geef ze dan ook een kans. En die kans zit in de aanpak van de opleiding. Studenten die al zover zijn gekomen, behandel je als een volwaardige onderwijzer mét extra ondersteuning. Wat niet goed is, is niet goed. Maar ga als volwassenen met elkaar om. Mentorenvorming of mentorenopleidingen zijn volgens mij nodig om er de ‘pestmentoren’ van tussen te kunnen houden! Naam en adres bekend bij de redactie
SLOW SCHOOLS
DRINKEN TIJDENS DE LES
Ik ga helemaal akkoord met het pleidooi voor slow schools van Carl Honoré (Klasse 242). Nu worden kindjes van 2,5 jaar al binnenstebuiten gekeerd om te zien wat ze niet kunnen. Zo vind je bij iedereen wel iets. We moeten ophouden met uitzoeken wat we moeten doen opdat ze het zo snel mogelijk tóch kunnen. En zeker met hen al naar allerlei therapieën te sturen. Vaak is het gewoon een ‘probleem’ van rijpheid, wat volledig vanzelf oplost als ze maar de tijd krijgen. Wég dus met al die plannen en volgsystemen. Gewoon vrij spelen is nog altijd het allerbeste voor de ontwikkeling van kinderen. Maar dát mag minder en minder.
Water is nodig om gemakkelijk te leren. Het bevordert de samenwerking tussen beide hersenhelften en heeft een positieve invloed op de zintuigen. Kinderen geregeld water laten drinken is dus noodzakelijk om actieve kinderen in de klas te hebben. Als ze gewoon zijn om geregeld te drinken, zullen ze minder naar het toilet moeten lopen. Ik ben in ieder geval blij dat mijn directie toelaat dat ik tussendoor water drink. Ik kan ook geen twee uur zonder. Jammer dat er nog scholen zijn die daar nog zo ouderwets over denken. Sofie B., via klasse.be/leraren
Heidi Weiss
7
OPINIE
“Meertalig onderwijs is beter onderwijs” Piet Van de Craen is als hoogleraar verbonden aan de vakgroep TALK van de Vrije Universiteit Brussel. Hij is stichtend lid van de European Language Council. Zijn onderzoeksterrein is meertaligheid en meertalig onderwijs.
Al sinds het midden van de jaren 90 beveelt Europa meertalig onderwijs aan. Toch talmt Vlaanderen om het ook in de lagere school in te voeren. “Nochtans komt taalbadonderwijs niet enkel de sterke, Nederlandstalige leerlingen ten goede. Het versterkt ook de anderstalige of zwakkere leerlingen”, zegt VUB-professor Piet Van de Craen. Het bewijs vond hij in een tiental Brusselse basisscholen. In meertalig onderwijs wordt een vak of een deel ervan in een andere taal onderwezen. Geen onderwijs dus van het Frans maar onderwijs in het Frans. Alle vakken komen in aanmerking: van wiskunde tot wereldoriëntatie. In Vlaanderen mag taalbadonderwijs officieel pas vanaf volgend schooljaar in het secundair onderwijs. Maar in het centrum en het zuiden van het land hebben ze niet zo lang gewacht. De Franstalige gemeenschap ging er al mee van start in 1998. De Scholengroep Brussel experimenteert er al mee vanaf 2001. In een tiental basisscholen wordt twintig procent van de vakken – vooral rekenen, milieu en plastische opvoeding – in een andere taal gegeven. De resultaten zijn verbluffend. Zowel de kennis van de leerlingen in de proefscholen, hun vaardigheden, hun moedertaal, hun leerstof én hun motivatie gaan erop vooruit. Dat de leerlingen de vreemde taal beter leren gebruiken, is geen verrassing. Geeft de school ook lees- en schrijfonderwijs in de vreemde taal, dan zijn de resultaten zelfs vergelijkbaar met die van Nederlandstalige kinderen. In tegenstelling tot wat velen
8
denken, wordt de moedertaal ook niet ‘aangetast’ door meertalig onderwijs. Net zoals het leren van twee muziekinstrumenten je metamuzikale ontwikkeling positief beïnvloedt, wordt de metalinguïstische ontwikkeling van leerlingen positief beïnvloed door het leren van meerdere talen. Leerlingen vinden meertalig onderwijs leuk en stimulerend. Les krijgen in een andere taal is voor hen erg natuurlijk. Dit geldt voor alle leerlingen, zeker niet enkel de sterke of taalvaardige. Alle leerlingen worden positief beïnvloed door de stimulerende leeromgeving die meertalig onderwijs biedt, ongeacht hun niveau, school of (taal)achtergrond.
“In veel landen zijn ze jaloers op onze taalrijkdom, maar ze staan ervan versteld dat we er geen gebruik van maken” Zelfs de leerstof krijgen kinderen uit meertalige scholen beter onder de knie. We hebben met hersenscans aangetoond dat ze minder lang moeten nadenken over eenvoudige sommen. Hun hersenen hadden minder energie nodig dan die van kinderen die een tweede taal alleen op de gewone manier hadden geleerd. Tweetaligen doen eigenlijk aan hersentraining, omdat ze constant moeten switchen tussen de twee actieve talen in hun hoofd. Meertalige breinen zijn bovendien anders georganiseerd dan eentalige breinen. Een aantal onderzoekers stelt zelfs dat ze daardoor beter toegerust zijn tot leren.
CAMP
Kortom, immersie is dus meer dan een nieuwe vorm van taalonderwijs, het is gewoon ook een betere onderwijsmethode. De aandacht op inhoud en taal heeft een positief effect op het leerproces van leerlingen. Omdat meertalig onderwijs écht en communicatief is, behalen de leerlingen in een meertalige school ook betere leerresultaten. Waarop wachten we dus om meertaligheid ook in Vlaanderen in het lager onderwijs te introduceren? De uurtjes taalsensibilisering en -initiatie voorzien door het decreet van 2004 kunnen we hiervoor perfect inzetten. Nu is er nog geen lerarenopleiding die leraren vormt in meertalig onderwijs. Maar dit moet nu snel veranderen. We hebben in Vlaanderen nog altijd veel koudwatervrees over Frans in het onderwijs. Het Nederlands is springlevender dan ooit, maar dit leidt niet tot meer ‘vernederlandsing’. De Vlaamse taalstrijd was nodig, maar nu hebben we nood aan een taalvisie die de regionale belangen overstijgt. In veel landen zijn ze jaloers op onze taalrijkdom, maar ze staan ervan versteld dat we er geen gebruik van maken. Zeker in het centrum van Europa moeten we op een positievere manier gebruik kunnen maken van de taalschat in onze klassen. Meertalig onderwijs is een bijzonder effectieve aanpak om taal én inhoud over te brengen. Het is geen mirakelaanpak, wel een die in overstemming is met de huidige inzichten rond (talen) leren, leerprocessen en de neurowetenschap. Of, zoals een directeur uit het secundair het uitdrukte: met taalbadonderwijs worden zwakke leerlingen sterker en blijven de sterken sterk. Het is een krachtig en innovatief leermiddel dat alle leerlingen ten goede komt. Ook de anderstalige.
9
De leerlingen bouwen een kamp tussen de bomen van het Warandepark. “Heerlijk om tussen het gewoel een uurtje te kunnen ravotten tussen het groen. Als je het aan de leerlingen vraagt: het hoogtepunt van hun trip naar de hoofdstad.”
10
IN BEELD
Gruut lawaat! (in ê klaa strotje) Geen traditionele bos-, zee- of sportklassen voor de leerlingen van Freinetschool De Mijlpaal uit Tongeren. “Om ze het échte leven te tonen, nemen we de tweede graad elk jaar mee op ‘Stadsklassen’ door Brussel”, zegt Isebel Decraeckere, leraar van het derde jaar. Het werd een driedaagse vol verrassende ontmoetingen. “Nu weten ze dat Brussel meer is dat het Atomium of Manneken Pis.”
De klas voedert de duiven rond het Atomium. “De stadsvogels hadden een grote aantrekkingskracht op de hele groep, maar vooral op Zeno. Hij wil later ornitholoog worden. Dus gingen we samen parkieten spotten in het park.”
Fotograaf Artur Eranosian (°1989) trok voor Klasse door Brussel. Hij is geboren in Yerevan, Armenië en woont in Dendermonde.
11
In de lokettenzaal van het Vlaams Parlement. “Ze keken meer op van het kunstwerk in de lift dan van de ‘meneren in kostuum’ in het halfrond.”
Onderweg in de metro. “Het spannendste moment van de dag voor de leerlingen én de begeleidende leraren. Om iedereen op tijd te laten in én uitstappen, deelden we de klas op in kleine groepjes.”
12
IN BEELD
Tussen de daklozen in het Centraal Station. “Kinderen die op straat sliepen, dat hadden ze in Tongeren nog nooit gezien. ‘Kan dat meisje geen geld vragen aan haar oma?’, vroeg een leerling.”
13
MEERTALIGHEID
Veerle Ampoorter ondersteunt Brusselse leraren in hun klas
“Komt kijk. We speel flink!” “Kleuteronderwijzers in Brussel zijn tegelijk ook leraar Nederlands voor anderstaligen”, zegt Veerle Ampoorter. “Nochtans hebben zij daar geen specifieke vorming voor gekregen.” Als onderwijsondersteuner helpt ze daarom de leraren om te gaan met de taaldiversiteit in hun klas. Haar belangrijkste advies? “Praat en laat praten. De hele les door.” door Wouter Bulckaert, foto’s Lieven Geuns
“Hij mij pijn gedaan!” “Nie waar, juf! Hij wou nie praten. Ik heb gewoon nek vastgepakt!” De kleuters van juf Sarah Van Humbeeck holderdebolderen de klas in. De mand met de verzamelde brooddozen blijft verweesd achter. “Wiens beurt was het vandaag?” roept ze nog. Tevergeefs. Geen van deze derdekleuterklassers in de Nederlandstalige basisschool De Knapzak in Sint-Agatha Berchem heeft Nederlands als moedertaal. Gelukkig krijgt ze enkele dagen per week assistentie van onderwijsondersteuner Veerle Ampoorter van het Onderwijscentrum Brussel. Zij is het extra paar handen dat de kleuters helpt in hun zoektocht door het Nederlandse taalbos.
14
“Dat is prima”, zegt onderwijsondersteuner Veerle. “Elke opmerking van de kinderen gebruikt juf Sarah om nieuwe woordenschat en grammaticale structuren aan te leren. Ze stimuleert de interactie tussen de kinderen, laat ze voortdurend zelf nieuwe zinnen produceren, geeft hun gerichte feedback en zorgt zo voor een rijk en gevarieerd taalaanbod. En daar ondersteun ik haar zo veel mogelijk bij. Niet enkel door te observeren, maar door mee voor te lezen en te knutselen. Ik ben het model voor de juf. En zij is dan weer het model voor haar leerlingen.”
OP WERELDREIS
MODEL VOOR DE JUF
Na de inleidende babbel schieten de kinderen in vier windstreken de klas uit. Ze zijn dan ook op wereldreis. Vandaag vliegen ze naar Alaska. Fatou staat aan de balie. “Heb je de identiteitskaart bij? En de ticket?” vraagt ze streng. “Snel instappen, reizigers! Honger! Zij willen eten!” roept piloot Harry door de intercom.
“Vandaag hebben we een journalist op bezoek”, zegt juf Sarah. “Die komt kijk: we speel flink!” joelt Yada. “Nee, hij komt niet kijken of jullie flink spelen”, antwoordt de juf. “Die pak de foto. Mijn papa heeft ook een tabletphoto!” roept Hatim. “Neemt je papa ook foto's met zijn tablet-pc?”, herhaalt juf Sarah. “Ik ook op de foto. Ik heb zes jaar, daarnet was maandag”, zegt Safa. Het kringgesprek schiet alle kanten op.
“De kinderen benoemen voortdurend wat ze doen”, zegt Veerle. “Inchecken op de luchthaven, in een iglo wonen, lastige passagier spelen in het vliegtuig … Juf Sarah voorziet een reeks activiteiten waar de kleuters voortdurend taal nodig te hebben om te spelen. Ik heb samen met haar deze wereldreis grondig voorbereid. In de klas kijk ik nu of de activiteiten hun doel bereiken. Lokken ze voldoende taal uit bij de kleuters? Zijn ze gemotiveerd om aan de activiteiten te beginnen? En leren ze bij?”
“In deze klas is het verboden te zwijgen” NIET TRICHEN! Ze leren bij. In ijltempo. “Gevaar! We gaan naar de water”, schreeuwt tweede piloot Moise. “Oei, land je op het water?”, corrigeert de juf. “Ja, we landen op het water. Wacht tot de deur is open. En dan: betalen!” Leandro discussieert over de prijs. Een, twee, drie, vier, vijf euro, al tellend leert hij spelend Nederlands. Juf Sarah heeft in één hoek het vliegtuiginterieur en de Noordpool nagebouwd. In de andere hoeken maakt Mouad een sneeuwpop met een mengsel van meel en scheerschuim, duwt Meryeme een
pinguïn een geïmproviseerde glijbaan af en spelen Imran en Amin rekenspelletjes met vissen. “Niet trichen, he!” Juf Sarah grijpt naar de fles. Spa bruis. “Praten, praten en nog eens vragen stellen, je krijgt er dorst van”, lacht ze. “Zwijgen en stilzitten? Vergeet het maar. Hier is het verboden stil te zitten. En nog meer verboden om te zwijgen.” Veerle geeft haar en passant een tip mee: “Ook bij rekentaken is het taalaanbod belangrijk. En dat betekent: meespelen en meepraten, zodat je de kleuters de juiste rekenbegrippen aanreikt.”
SCHRIJFPLEZIER Na de pauze gaat Veerle naar het eerste leerjaar. Daar ondersteunt ze juf Annelies Vandevelde bij een creatieve schrijftaak, op
vraag van de school. Veerle: “Vaak mogen leerlingen in de derde kleuterklas al verhalen tekenen of schrijven, maar door de focus op technisch lezen en schrijven valt creatief schrijven in het eerste leerjaar vaak weg, onder het mom: 'Ze kunnen nog niet schrijven'. Maar schrijven is ook: ideeën genereren, juist leren formuleren. Dat ondersteun ik in deze schrijflessen. Creatief schrijven stimuleert leerlingen ook om technisch beter te leren schrijven. Zo kunnen ze het woord 'trouwen' nog niet schrijven, maar ik vraag hun: 'Welke klank hoor je? En welke letter is dat?' Zo koppelen ze letters aan klanken. En ontdekken ze dat je met woorden op papier leuke dingen kan doen. Dat triggert hen om nog meer woorden te leren schrijven.”
15
MEERTALIGHEID
PRINS OF REUS Onderwerp van de dag: dialogen verzinnen voor Roodkapje, Assepoester, Klein Duimpje en andere populaire sprookjesfiguren. Té westers in deze klas met een regenboog aan nationaliteiten? “Onderschat de kracht van Disney niet”, lacht Veerle. “Bovendien werken we al een paar weken rond de archetypes in sprookjes. Die kennen ze, en een stoere prins doet het altijd goed bij de meisjes. Jongens kruipen dan weer liever in de huid van de wolf of de reus.” De kinderen zitten op het puntje van hun stoel als de juf de sprookjesfiguren de revue laat passeren, in haar uitleg maar ook op het smartboard. Veerle: “De introductie van de les duurt vrij lang. In een klas vol Nederlandstalige leerlingen kan je zeggen: 'Dit is een sprookjesfiguur, denk even na over wat hij zegt.' Hier moet je alles visueel aankleden en veel herhalen.”
FERLIF OP ASPSTR Alle kinderen krijgen een sprookjesfiguur met tekstballon die ze mogen invullen. “Mag ik jouw reus? Dan krijg jij mijn fee”, fluistert Hamza tegen Anaïs. “Ze moeten overleggen, een deal sluiten en daar gebruiken ze taal voor”, zegt Veerle. Resultaat: ze zijn allebei blij, meer gemotiveerd voor hun taak en hebben bijgeleerd.” De leerlingen zetten zich aan het schrijven. Ondertussen doorkruisen juf Annelies, Veerle en een extra zorgjuf de klas om spelling- en schrijftips te geven. “Ik ben ferlif op jou”, staat te lezen in de tekstballon van 'Aspstr'. “Dank ou!” antwoordt de prins. “Natuurlijk schrijven ze vaak fonetisch”, zegt Veerle, “Dat mag. Elk kind gaat door deze fase. Ik zeg ook nooit expliciet: 'Dit heb je fout geschreven'. Want dan onderbreek je de communicatie en voelt het kind aan: oei, ik doe het niet goed. Een veilig klasklimaat waar kinderen fouten mogen maken en waar die fouten gezien worden als leerkansen is erg belangrijk om te werken aan de taalvaardigheid van je leerlingen.”
NAAR DE TAALDOKTER “Dat vind je zeker niet zo'n leuke tekening?” vraagt Veerle aan Sofia, en ze geeft haar een sprookjesfiguur met slechts één tekstballon in plaats van twee. Zo diversifieert ze ongemerkt. Lenny heeft het dan weer moeilijk om een verhaaltje te verzinnen. Daar gaat ze even bijzitten en helpt hem op weg. Kinderen bij wie het vlotter gaat, halen ondertussen een tweede tekening van de 16
stapel. De letters vliegen op het papier. Je hoort de teleurstelling als juf Annelies het einde van de les aankondigt. “Ik vond het heel leuk, waarom ik schrijf graag”, zegt Kawtar. “Woordvolgorde in ondergeschikte zinnen, een typische fout”, aldus Veerle. “Net zoals ze systematisch 'zijn' gebruiken in plaats van 'haar'. Op die fouten gaan we na een lessenreeks wel in, tijdens de Babbelweek. Dan komt de taaldokter op bezoek. Die doet hun manier van praten na. En legt uit wat er fout is. Dan mogen de leerlingen aan de hand van praatkaartjes met elkaar converseren. Vaak spreken oudere leerlingen me in de gang aan: 'Juf, vraag eens iets!' En dan vraag ik: 'Waarom loop je hier in de gang?' Antwoord: 'Omdat ik naar het toilet moet!' Fier dat ze zijn dat ze het uiteindelijk wel kunnen.”
DERDE TAAL Voor al deze kinderen is Nederlands de tweede, maar vaak ook slechts de derde taal. Een taal die ze noch thuis, noch in hun omgeving horen. Toch kiezen de ouders bewust voor Nederlandstalig onderwijs. Veerle: “Ze willen dat hun kinderen Frans én Nederlands kennen. Dat zien ze als een troef op de arbeidsmarkt. Ze hebben gelijk, natuurlijk. Spreek liever over taalrijkdom dan over taalachterstand. Maar de ouders beseffen niet altijd hoe moeizaam het zal gaan. 'Spreken ze al Nederlands?' vragen ze na
“‘Dat heb je fout geschreven’ zeg ik nooit”
Eerste hulp voor Brusselse leraren LEVENSLANG LEREN twee maanden op het eerste oudercontact van de eerste kleuterklas. Maar zo werkt het helaas niet.” Toch is de voertaal in de klassen overal Nederlands. Veerle: “De kinderen praten het graag. Ze beseffen dat ze de taal nodig hebben om te lezen en te schrijven. Ze vragen nooit iets in het Frans aan de juf. Op de speelplaats schakelen ze wel over op hun eigen taal. Of als ze over hun gevoelens praten, als ze ruzie hebben thuis of met een vriendje. Dat kan meestal enkel in hun eigen taal. Sommige leraren vinden dat een probleem. Maar als je wil dat je leerlingen openstaan voor een andere taal, moet je zelf het goede voorbeeld geven. Je kan moeilijk zeggen: 'Foei, ik ga je straffen omdat je de taal hebt gesproken die je met mama en papa spreekt'? Dan krijg je aversie tegenover het Nederlands. Bovendien moet je moedertaal sterk genoeg ontwikkeld zijn om een tweede, derde taal te leren.”
Die meertaligheid blijft de grootste uitdaging voor het Brusselse onderwijs, vindt Veerle. “Kleuteronderwijzers zijn hier ook leraar Nederlands voor anderstaligen, al hebben ze daar geen speciale opleiding voor gekregen. Brusselse leraren zijn echter sterk in reflecteren en innoveren. Kijk naar juf Annelies. Een crack in klasmanagement. Maar ondertussen denkt ze samen met mij na hoe we de creatieve schrijflessen nog beter kunnen maken. Hoe ze bij een volgende schrijftaak zelf model zal staan als schrijver, en de stappen en bedenkingen zal formuleren die je volgt bij het schrijven: 'Hoe begin ik? Hoe ga ik dat neerschrijven? Welk woord past hier beter?' We denken ook na hoe we nog meer aandacht voor zowel zwakke als sterke leerlingen kunnen hebben. Natuurlijk is differentiëren moeilijk. Maar je hoeft daarom niet elke avond voor elke leerling andere taken te verzinnen. Differentiëren zit hem vooral in ondersteunen. En in nieuwe werkvormen durven gebruiken. Want lesgeven in Brussel is levenslang leren.”
Brusselse Nederlandstalige basisscholen krijgen extra ondersteuning van Voorrangsbeleid Brussel (VBB) en het Onderwijscentrum Brussel (OCB). Ze vergroten samen de kansen van alle leerlingen in het Nederlandstalig onderwijs om vanuit hun sociale, culturele en talige diversiteit de ontwikkelingsdoelen na te streven en de eindtermen te halen, in een schoolomgeving waar ze zich goed voelen en betrokken zijn. VBB en OCB bieden ondersteuning en vorming aan schoolteams op het vlak van taalbeleid, taalvaardigheidsonderwijs, omgaan met diversiteit, ICT en ouder- en buurtbetrokkenheid. Daardoor vergroot de professionaliteit van de school en de leraren, en verbetert de interactie tussen school, ouders en buurt. www.voorrangsbeleidbrussel.be www.onderwijscentrumbrussel.be
17
Basisschool Heilige Familie Schaarbeek
Directeur Stef Colens staat al even graag op de bouwwerf van zijn basisschool als in de lerarenkamer. “De Vlaamse Gemeenschapscommissie investeert volop in nieuwe schoolgebouwen en brede schoolprojecten. Dat moet ook, want onze school bloeit. En de hele buurt gebruikt de lokalen na de schooluren. Op termijn droom ik zelfs van een middenschool.”
18
BREDE SCHOOL
Directeur Stef Colens maakt van zijn school het hart van de buurt
“Brieven voor ouders? Die schrijven ze zelf!” Toen Stef Colens directeur werd van basisschool Heilige Familie in Schaarbeek, liep hij vijf maanden rond in zijn buurt, om de wijk én haar inwoners beter te leren kennen. Zeven jaar later is zijn school diverser, groter én ‘Vlaamser’. Hoe dat lukte? “Ik ben geen directeur chemise-cravate. Als je veel geeft aan ouders, krijg je veel terug.” • door Wouter Bulckaert, foto Jens Mollenvanger
“Toen ik hier zeven jaar geleden directeur werd, dacht ik: mijn leraren doen dat hier goed, ze kunnen wel efkes zonder mij. Dus ben ik vijf maanden de buurt gaan verkennen. Het is een heel kleurrijke wijk. Een regenboog aan nationaliteiten, met gemengde gezinnen én Vlamingen. Alleen zag ik dat niet op school: daar zaten vrijwel enkel kinderen met een anderstalige achtergrond. Maar als je Nederlandstalig onderwijs geeft, heb je het best een basis van Nederlandstaligen. Iedereen die ik op straat Nederlands hoorde praten, sprak ik aan en nodigde ik uit. Op het einde van dat eerste schooljaar waren tien Nederlandstalige ouderparen bereid om hun kinderen naar onze school te sturen. Drie schooljaren later had ik een talige, culturele en sociale mix in mijn klassen.”
NIET PLATTESTEN “Natuurlijk hebben de anderstalige kinderen in onze school tekorten, zeker op taalvlak. Die moet je bijwerken. Maar het gevaar bestaat dat je uit angst om de eindtermen niet te behalen onderwijs herleidt tot taal en rekenen. En dat je om te remediëren de kinderen weghaalt uit de creatieve en bewegingslessen. Dat doen wij met opzet níet. Na afloop van een lessenreeks testen wij onze leerlingen niet plat. We testen wel op voorhand en kijken wat de kinderen al wél kunnen. Op basis daarvan differentiëren we: weg van het frontale lesgeven, zodat de kinderen in groepjes met elkaar communiceren. Het belangrijkste is dat kinderen bijleren. Ook van mekaar. Dat kan alleen maar als ze zich goed voelen op school. Dus mogen ze van mij hun moedertaal bovenhalen en hoor je in de les Nederlands ‘Mais non, tu dois écrire ça comme ça’. We moeten af van het idee-fixe dat Nederlandstalig onderwijs altijd en overal in het Nederlands moet zijn. Met mijn pa spreek ik ook dialect, hein.”
OPEN NA DE UREN Stef Colens groeide op in hartje Molenbeek. Een echte ket. “Dertig jaar geleden was er in mijn buurt niets voor de klein mannen. Dus pakten wij ons fietske en reden naar school.
Daar mochten we ook in het weekend op de speeltuigen gaan ravotten. Ook hier zet ik mijn school open na de uren. De muziekacademie, tekenschool en schaakschool geven les in onze lokalen. De kinderen die hun ei niet kwijt kunnen in taal of rekenen, blinken hier uit. Een Franstalig koor in de buurt trok nauwelijks kinderen aan. Sinds ze repeteren in onze school, hebben ze een wachtlijst van vijftig man. De crèche, de jeugdbeweging, de buitenschoolse kinderopvang: ze gebruiken allemaal onze gebouwen. Zo leren de ouders mekaar beter kennen en wordt de school het kloppend hart van je buurt. En die buurt is jouw dorp, ook al woon je in de grootstad. Ouders spreken nu af om elkaars kinderen naar school te brengen. Ze gaan niet meer naar de supermarkt aan de rand, maar de buurtwinkel van ouders van vriendjes uit de klas. Ik ga hier ook om mijn brood, vlees en groenten. En mijn kinderen gaan bij mij naar school, ook al wonen we in Vilvoorde.”
VASTGEROEST “Als je veel geeft aan ouders, krijg je veel terug. Ze participeren sterk aan de school. En wij maken gebruik van hun knowhow. De website, de teksten, het logo, de huisstijl … dat is het werk van ouders en grootouders. Mama’s en papa’s maken hier elke dag verse soep. Ouders die professioneel met communicatie bezig zijn, herschrijven mijn brieven naar andere ouders in heldere taal. Aangezien veel ouders anderstalig zijn, moet die communicatie op niveau zijn. Zeven jaar geleden stelde ik briefjes op met 'wat', 'waar', 'hoe', vergezeld van pictogrammen. Maar ouders zeggen: 'Wij zijn geen onnozelaars, he. Zeg gewoon dat we met de trein gaan, je hoeft er geen trein bij te tekenen.' Verkleuter je communicatie niet. Anders duw je ouders onbewust in een ondergeschikte rol. Net zoals je meer anderstaligen naar een schoolfeest denkt te lokken door hapjes uit hun land te serveren. Dat marcheert niet. Wellicht is het tijdstip van je schoolfeest gewoon verkeerd en zitten ze in de moskee. Of op het voetbal. We geloven graag dat we multicultureel denken. Maar we zitten nog zo vastgeroest in onze Vlaamse denkpatronen.” 19
Anspachlaan
20
INSCHRIJVINGEN
Plaatstekort in Brussels basisonderwijs zet vrije schoolkeuze onder druk
Welkom op de ‘carrousel de Bruxelles’ Brussel boomt. Dat zie je aan de bouwputten in de Wetstraat én de wachtlijsten voor school. Tegen 2020 komt het Brusselse basisonderwijs maar liefst 20.000 plaatsen te kort. Zowel het Nederlandstalig als het Franstalig onderwijs trokken de laatste jaren al miljoenen uit om extra plaatsen te creëren. Tot dan rest Brusselse ouders maar één optie: een ticketje bemachtigen voor de ‘carrousel de Bruxelles’ en rondjes draaien tot ze plaats hebben. Allez, rrrroulez!! door Leen Leemans, foto’s Jens Mollenvanger
In het Brusselse Nederlandstalig basisonderwijs is momenteel plaats voor 31.831 leerlingen. Maar omdat er de laatste acht jaar maar liefst 15 procent Brusselaars bij kwamen, voldoet dat aantal sinds ongeveer tien jaar niet meer. “Toch kan je hier niet zoals in Antwerpen of Gent zeggen: binnen vier jaar heb ik zoveel plaatsen nodig. Want er is discussie over hoeveel scholen de Vlaamse en de Franstalige gemeenschap moeten voorzien”, zegt Walentina Cools, voorzitter van het Lokaal Overlegplatform Brussel (LOP) voor het basisonderwijs. “Zolang de communicatie stroef verloopt en er geen overkoepelende werking is op Brussels niveau, is het dus heel moeilijk om de capaciteit voor het Nederlandstalig onderwijs te bepalen.”
GEEN PLAATS De gevolgen laten zich raden: de afgelopen twee jaar vonden telkens ongeveer 600 aangemelde kinderen geen plaats in het Nederlandstalig basisonderwijs. Dit jaar meldden zich al 5000 ouders aan, terwijl er 21
Nieuwstraat
maar 3100 beschikbare plaatsen zijn. Maar hoe groot het tekort juist wordt, is moeilijk te voorspellen. Cools: “De helft van de ouders die geen plaats vindt, schrijft zich uiteindelijk in een Nederlandstalige school binnen of buiten Brussel in. Van de andere helft weten we niet of ze in het Franstalig onderwijs zijn ingeschreven of ze gewoon niet naar school gaan.” Ouders die er wel in slagen een plaats voor hun kind op een Brusselse school te bemachtigen, hebben weinig vat op welke school dat is. “Kiezen voor de buurtschool is de meest veilige optie”, zegt Cools. “Je woon- of werkplaats is doorslaggevend om een plaats toegewezen te krijgen. Wie een school ettelijke kilometers verderop kiest, maakt weinig kans. Daardoor bestaat de vrije schoolkeuze in Brussel enkel in theorie nog. Toch is die vrije schoolkeuze fundamenteel, vooral in het belang van het kind. Wat als je kind ongelukkig is op zijn school of van het buitengewoon weer naar het gewoon onderwijs mag? Daar hebben we door het capaciteitsprobleem geen antwoord op. Bovendien mag er in de tussentijd niets of weinig veranderen aan je persoonlijke situatie. Als je verhuist binnen het Brussel Gewest, moet je je kind opnieuw inschrijven.”
Dit jaar meldden zich 5000 ouders aan, terwijl er maar plaats is voor 3100 GEZOCHT: 20.000 PLAATSEN 18 procent van alle Brusselse leerlingen volgt les in een Nederlandstalige school. Dat is veel meer dan het aandeel eentalige Nederlandstalige Brusselaars, maar komt wel ongeveer overeen met het aandeel Brusselaars die Nederlands kennen. “De capaciteit van het Nederlandstalig onderwijs is dus in theorie groot genoeg. Maar Brusselse ouders zijn vrij om de schooltaal van hun kind te kiezen. En de groep anderstaligen - die thuis noch Frans noch Nederlands praten - groeit”, zegt Steven Vervoort, algemeen directeur Onderwijs en Vorming bij de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). Daarom moedigen de VGC en de Vlaamse overheid scholen al vijf jaar lang aan om hun capaciteit te verhogen. Sinds 2010 trokken ze samen al zo’n kleine 70 miljoen euro uit om nieuwe scholen te bouwen en bestaande uit te breiden. “Eerst lukte dat met overal twee plaatsen bij te creëren. Bestaande scholen werden uitgebreid en nieuwe gebouwd. Zo hebben we 3000 plaatsen extra gecreëerd. De komende schooljaren komen er nog eens 3000 plaatsen bij.” Toch 22
is ook dat nog niet voldoende, meent Vervoort. “In het basisonderwijs komen er tegen 2020 26.000 kinderen bij. 20.000 van hen hebben nog een school nodig. Daarna zou het aantal leerlingen zich stabiliseren. We investeren dus maar beter in duurzame oplossingen. Want die kinderen komen er toch: geen onderwijs organiseren, is geen voorbehoedsmiddel. Bovendien is onderwijs voor elk kind een universeel en grondwettelijk recht. En het is de plicht van de overheid om dat recht te garanderen.”
CARROUSEL Om de beschikbare plaatsen in Brussel op een objectieve en duidelijke manier aan ouders toe te wijzen, spreken alle Brusselse basisscholen sinds het schooljaar 2008-2009 gezamenlijk af hoe ze – binnen de grenzen van het gelijkeonderwijskansendecreet – leerlingen inschrijven (zie kaderstuk). “Daardoor is kamperen of daar iemand voor betalen verleden tijd”, zegt Cools. “Aanmelden en een plaats toegewezen krijgen, gebeurt nu voor iedereen correct en gelijk. Intermediairen zorgen ervoor dat ook kansarme ouders geïnformeerd zijn en begeleid worden.” “Als je geweigerd wordt voor een school, betekent dat niet meteen dat er geen plaats
INSCHRIJVINGEN
VOORRANGSGROEPEN
meer is. Misschien hebben alle ouders voor dezelfde school gekozen”, zegt Cools. Bovendien schrijven niet alle ouders hun kinderen in de school in die hen werd toegewezen. “Dan vissen we ouders op van de wachtlijst. Ouders die hun derde voorkeursschool toegewezen krijgen, mogen op de wachtlijst van de eerste twee scholen blijven staan. Als zij daar een plaats krijgen, komt er in de derde school weer een plaats vrij enzovoort.” Julie Selvais, mama van Aico (4), werd ook opgevist van de wachtlijst. “We meldden onze zoon aan voor zeven scholen. Twee maanden later wisten we dat er in geen enkele school plaats was voor hem. Gelukkig konden we een paar maanden later terecht in een school waar enkele ouders niet kwamen opdagen.” “Het toewijzingssysteem brengt grote verschuivingen – de zogeheten ‘carrousel de Bruxelles’ – op gang”, zegt Cools. Ook in september draait die carrousel nog even als blijkt dat er kinderen niet komen opdagen en scholen nog kinderen opvissen. “Dat is lastig voor ouders – ze moeten wachten tot de opvisperiode of september voor ze zeker zijn van een plaats – maar zo kan je ze toch nog een beetje keuzevrijheid bieden.”
Toen de inschrijvingen nog ‘vrij’ waren, wilden alle Nederlandstalige ouders hun kinderen inschrijven in dezelfde ‘witte’ scholen. “Nu gaan ze daar realistischer mee om. Ze beseffen dat niet iedereen in enkele populaire scholen terechtkan”, zegt Cools. Die mentaliteitswijziging is mee veroorzaakt door het invoeren van voorrangsgroepen. “Daardoor zouden Nederlandstalige kinderen een goede kans moeten hebben om plaats te vinden in een Nederlandstalige school. Een betere mix van Nederlands- en anderstaligen maakt het ook voor de leraar didactisch haalbaar. Maar het effect van die percentages op de sociale mix hangt heel erg af van de capaciteit die je hebt om te manoeuvreren. In heel Brussel waren er vorig jaar 3200 plaatsen vrij in onthaalklassen. Daarvan waren er al 1800 ingenomen door broers en zussen. Zij bepalen grotendeels de mix van de school. De huidige regelgeving moet tijd krijgen om haar werk te doen.”
SAMEN NAAR SCHOOL Om er zeker van te zijn dat er een minimumaantal Nederlandstaligen in de klas van hun kind zullen zitten, verenigen steeds meer ouders zich. Ze vinden elkaar tijdens infoavonden van ‘Samen naar school in de buurt’ van Onderwijscentrum Brussel, bezoeken samen scholen en beslissen om samen in te schrijven. En dat werkt. “In wijken met veel Nederlandstaligen krijgen vroegere concentratiescholen ook een betere mix. Maar door het capaciteitsprobleem is ook de manoeuvreerruimte van zulke initiatieven beperkt”, aldus Cools. “Er beweegt heel wat in Brussel, maar eigenlijk is het capaciteitsprobleem zo groot dat elke inhoudelijke discussie – vrijheid van schoolkeuze, belang van het kind, sociale mix … – daarop strandt. Het beleid zou vandaag nog de oefening moeten maken om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Om de capaciteit van het Brusselse onderwijs uit te breiden is het al vijf na twaalf.”
Zo verloopt de procedure • De scholen bepalen zelf hun ideale capaciteit. • Eerst schrijven ze de broers en zussen van hun leerlingen en kinderen van personeelsleden in. Het aantal resterende vrije plaatsen geven ze door aan het LOP. • Daarna kunnen andere ouders zich aanmelden. Dat gebeurt via www.inschrijveninbrussel.be. Ouders kunnen zoveel voorkeurscholen opgeven als ze willen. • De aangemelde leerlingen worden eerst geordend per geboortejaar/ leerjaar, op basis van hun schoolkeuze. Dan worden ze geordend op basis van afstand (domicilie- of werkadres). Die afstand wordt berekend in rechte lijn. • Na de aanmeldingsperiode krijgen ouders een toewijzings- of een weigeringsbericht voor de voorkeurscholen die ze opgaven. • Dat ‘ticket’ kunnen ze omzetten in een échte inschrijving of een plaats op de wachtlijst. Het LOP organiseert op dat moment ook infoavonden voor ouders die geen plaats vonden in hun voorkeurscholen. • 55 procent van de plaatsen is voor kinderen met minstens 1 ouder die voldoende Nederlands kan. • 35 procent van de plaatsen is voor GOK-kinderen, 65 procent voor niet-GOK-kinderen.
23
“Je kind alleen inschrijven, vergt moed” Annemie Tweepenninckx, mama van Julia (5) en Bente (4), wil van haar buurtschool een gemengde school maken. Ook al moet ze daarvoor zelf andere Nederlandstalige ouders scouten. “We wonen in Laken op enkele honderden meters van basisschool Sint-Ursula. Daarom kregen we er vlot een plaats voor Julia. De directeur kon ons helaas niet garanderen dat andere Nederlandstalige ouders hun kind ook zouden inschrijven. Daarom richtte mijn partner de Facebook groep ‘Samen naar Sint-Ursula’ op en gingen we naar een infoavond van ‘Samen naar school’, waar we drie ouderparen uit de buurt bereid vonden om hun kinderen ook in te schrijven. Uiteindelijk waagden we met acht de sprong. Voor mij moest een op de drie kinderen in Julia’s klas thuis Nederlands spreken. Ik zou nooit de moed gehad hebben om mijn dochter helemaal alleen in te schrijven.” “Om de school te ondersteunen én het taalevenwicht in stand te houden, hebben we al snel ouderraad ‘Si en La’ opgericht. Met succes: tot in de derde kleuterklas zitten er nu 55 procent Nederlandstaligen. Als een kindje verhuist, scout een van de mama’s intensief een ander Nederlandstalig kindje. Dat moeten we zelf doen, want de directie mag dat niet. Voor mij faalt daar het beleid: zonder sociaal engagement van de ouders lukt het niet om een goede mix in stand te houden. Onze school heeft een stimulerende architectuur, een mooi pedagogisch project en een gemotiveerd schoolteam. Mijn dochters zijn er gelukkig. De school leert me naar mijn buren kijken met een andere blik. Net daarom wonen we in Brussel.”
24
INSCHRIJVINGEN
“Ik ben het beu om in de rij te staan” Kristien Druyts, mama van Kika (8), Tutta (7) en Rio (2,5) slaagt er maar niet in om haar drie kinderen in dezelfde school in te schrijven. Daarom overweegt ze nu uit de hoofdstad te verhuizen. “Toen we Kika wilden inschrijven, moest je nog drie weken kamperen aan de dichtstbijzijnde school. Daarom startte Kika in de onthaalklas in een school in Meise, waar mijn ouders wonen. Het jaar nadien konden we Kika en haar zusje Tutta elektronisch aanmelden. We gaven vijf voorkeurscholen op. In één school stonden we op plaats één en twee. De school verzekerde ons dat het wel zou lukken. Maar in september moesten ze weer in Meise starten. Even later hoorde ik op de buurtrommelmarkt iemand zeggen: ‘We stonden op plaats twee, maar de ouders op plaats één waren niet geïnteresseerd’. Dat ging over ons! Toch hebben we nooit telefoon gekregen van de directeur. En het LOP kon niks doen aan de fraude.” “We zijn nog een paar jaar blijven aanmodderen, zonder succes. Toen we Rio mochten aanmelden, heb ik het nog eens geprobeerd. En jawel, hij had plaats. In juni hoorden we dat ook Tutta plaats had, maar Kika niet. Op 2 september was er plots wel plaats. Maar we wilden de kinderen niet halsoverkop naar een nieuwe school verhuizen. Ik ben het beu om in Brussel in de rij te gaan staan. Niet alleen voor school, maar ook voor hobby’s. In de muziekacademie moesten mijn kinderen onmiddellijk inschrijven - zonder proefles - en in de turnclub was er voor mijn dochter helemaal geen plaats. Voeg daar ons ‘schoolprobleem’ bij en verhuizen wordt wel heel aanlokkelijk.”
25
Muntplein
26
ARBEID
Yassin, David en Dervis vertellen over hun zoektocht naar werk
Knokken voor een job Enkele jaren geleden zaten Yassin, David en Dervis nog op de schoolbanken in het Koninklijk Atheneum van Ukkel. Nu zoeken ze hun weg op de arbeidsmarkt. Geen lachertje als je de cijfers mag geloven: bijna een op de drie Brusselse jongeren is werkloos. “Franstalige vrienden doen er jaren over om aan werk te geraken. Nederlands kennen is onze grote troef.” door Leen Leemans, foto’s Jens Mollenvanger
“Ik stond in de verkeerde rij”
Yassin Nouri (21) is werkloos, maar droomt van een job als vrachtwagen- of buschauffeur. “Ik ben de enige van mijn vrienden en familieleden die Nederlands spreekt. Mijn ouders beseften dat dat een troef zou zijn en stuurden me naar een Nederlandstalige kleuterschool. Dat was best moeilijk. Thuis, met vrienden, op straat … sprak ik Frans of Arabisch. Daarom moest ik de derde kleuterklas dubbelen. Toen ik in de lagere school zat, maakte ik mijn huiswerk noodgedwongen in de naschoolse opvang. Mijn drie oudere zussen konden me niet helpen, want zij gingen in het Frans naar school. In hun tijd was het nog niet zo belangrijk om Nederlands te leren. Ik begon mijn secundair in het aso en haalde een A-attest.” “Toch startte ik in het tweede jaar in het tso. Hoe dat kwam? Toen ik de eerste schooldag mijn vrienden in een andere rij zag staan, ging ik gewoon bij hen staan. De leraar vroeg wiens naam ze niet had afgeroepen. Ik stak mijn hand op – ‘et voilà’ – ik zat in de richting Handel. Vakken als economie, boekhouden … lagen me wel. Maar in het vijfde jaar heb ik het verknoeid. Ik hing meer de ‘stoere’ uit dan dat ik studeerde. In mijn bisjaar werd ik achttien. Stoppen met school was toen heel verleidelijk. Maar mijn vader was onverbiddelijk: ik moest mijn diploma halen. En eigenlijk besefte ik ook wel dat je zonder diploma niets bent.”
“In juni 2013 studeerde ik af. Sindsdien probeer ik werk te vinden, maar dat valt niet mee. Ik hoopte dat ik bij Actiris (de Brusselse gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling, nvdr) een contactpersoon zou krijgen om samen met mij uit te zoeken wat ik kan doen. Maar ze zeiden enkel: stuur sollicitatiebrieven naar bedrijven. Daar krijg je niet eens antwoord op. Daarom ben ik nu een beetje lui. Maar iets vinden zal ik!” “Door een vakantiejob op de boekhouddienst in het bedrijf waar mijn zus werkt, weet ik alvast wat ik niet wil doen: acht uur per dag op een stoel zitten. Ik wil bewegen, mensen ontmoeten, de stad doorkruisen … Mijn rijbewijs C halen en met een vrachtwagen of bus rijden, is mijn grote droom. Maar dat kost geld, dus moet ik eerst werken. Binnenkort kan ik misschien aan de slag in het takelbedrijf waar mijn broer werkt. Ik reed al eens een dag mee en dat bevalt me wel. En daarna? Een job als buschauffeur bij De Lijn zou super zijn. Daarbij komt mijn Nederlands goed van pas. Ik verwenste mijn ouders vaak omdat ze me naar een Nederlandstalige school stuurden, ook al ging ik er graag. Nu niet meer. Mijn vrienden vinden het ‘cool’ dat ik Nederlands spreek. En om in Brussel werk te vinden moet je sowieso Nederlands kennen.” 27
“Mijn ouders komen uit Turkije. Mijn moeder woonde in Zele en sprak dus heel goed Nederlands. Zij wist dat je in Brussel wel Frans oppikt op straat, maar geen Nederlands. Omdat mijn ouders meenden dat ik in een school met weinig allochtonen meer kansen zou krijgen, ging ik naar een Nederlandstalige school in Neder-Over-Heembeek. De richting Latijn lag me niet, na twee jaar koos ik voor Handel. Dat liep niet zo goed af: ik liet me meeslepen door mijn klasgenoten en mijn punten werden alsmaar slechter.” “Uiteindelijk kwam ik in het zesde jaar in de richting Kantoor terecht in het KA Ukkel. Dat was een fijne school, de leraren luisterden er echt naar ons. Maar Kantoor was veel te gemakkelijk voor mij. Ik leerde niets nieuws, moest me nergens voor inspannen en was nog de eerste van de klas. In het hoger onderwijs koos ik voor een bachelor Informatica. Bezig zijn met computers, technologie … was mijn hobby. Het eerste jaar was een schok. Plots moest ik studeren, opletten, samenwerken … Toch hield ik vol.”
“Ik moest kiezen: de winkel of mijn diploma halen” Dervis Keklik (26) gaf drie jaar geleden zijn informaticastudie op om een meubelzaak over te nemen.
28
“In het derde jaar moest ik kiezen: mijn jaar afmaken en mijn diploma halen of toehappen op de overname van een meubelzaak. Het werd de meubelzaak. Ik ben nu bijna drie jaar zelfstandig en mijn winkel draait goed. Ik hou ervan om alle administratieve zaken uit te zoeken en om met klanten om te gaan. Ik spreek Turks, Frans, Engels en Nederlands. In mijn zaak komt dat heel goed van pas. Mijn klanten zijn Franstalig, maar mijn leveranciers komen vaak uit Vlaanderen. Als je hun taal spreekt, kom je meteen in een ander vakje terecht. De meeste zelfstandigen in Brussel spreken immers geen Nederlands. Dan ben je gewoon een ‘Franstalige allochtoon’.” “Ik hou heel veel van mijn job, maar eigenlijk was het fout om met mijn studie te stoppen. Ik had beter nog een jaar doorgebeten, want als zelfstandige heb ik geen tijd om avondonderwijs te volgen en zo toch nog mijn diploma te halen. Om een zaak op te starten, voldeed mijn diploma Kantoor. Maar als het misgaat met mijn winkel, kan ik enkel daarop terugvallen en niet op de jaren die ik in het hoger onderwijs gestudeerd heb. Met zo’n diploma ben je niets op de arbeidsmarkt.”
ARBEID
“In mijn familie was ik de eerste die in het Nederlands naar school ging. Ondertussen zijn mijn jongere zus en nichtje me gevolgd. Mijn ouders spraken Spaans en Frans. Mijn vader stond erop dat ik Nederlands leerde. Als je taal op school verschillend is van je moedertaal, kost taal overal moeite. Mijn vader kon me wel een beetje helpen met huiswerk, maar als mijn moeder eens probeerde om een dictee met me in te oefenen, was dat een echte catastrofe.” “Mijn secundair startte ik in het Sint-Jan Berchmanscollege in de Moderne. Het was een heel andere wereld dan die waarin ik leefde, maar het lukte wel. Een jaar later schakelde ik toch over naar Handel in het KA Ukkel om het wat gemakkelijker te hebben. Ik haalde vlot mijn diploma. Het was een toffe school met een goede sfeer. Toch ging ik enkel omdat het moest, ik zag het belang van school niet in. Omdat ik dacht dat studeren in het Frans vlotter zou gaan, koos ik voor de opleiding buitenlandse handel in het Franstalig hoger onderwijs. Ik spreek altijd Frans met mijn vrienden, zelfs met vroegere klasgenoten van het KA Ukkel. We proberen soms om Nederlands te spreken, maar we schakelen snel weer over naar Frans. Maar op school viel dat dik tegen. De taalvakken lukten wel, maar bij wiskunde, economie … kende ik de ‘vaktaal’ niet in het Frans. Na twee weken gaf ik er de brui aan.”
“Ik wil niet mijn hele leven sportkleren verkopen” David Noval Montes (20) gaat na een jaar werken weer naar school omdat hij een diploma hoger onderwijs en betere jobkansen wil.
“Werk vinden ging verbazend vlot. Binnen de maand kon ik aan de slag als verkoper in een sportwinkel. Dat ik Nederlands ken, was mijn grote troef. Mijn Franstalige vrienden doen er jaren over om aan werk te geraken. Na een paar korte contracten kreeg ik zelfs een contract van onbepaalde duur. Maar ik wist al snel dat ik niet mijn hele leven sportkleren wou verkopen. Ik wilde hogerop. Alleen: dat gaat niet zonder diploma. Daarom startte ik dit jaar met de opleiding Toegepaste Taalkunde aan de HogeschoolUniversiteit Brussel. Ik koos mijn talen zorgvuldig uit: Spaans, mijn moedertaal, Engels én Nederlands. Ik heb ondertussen al enkele examens afgelegd en dat ging goed. Wat ik wil doen als ik mijn diploma heb? Dat weet ik nog niet. Zelfs met een diploma is het niet simpel om werk te vinden. Misschien iets in de exportsector? Ik wil best ook wel in Vlaanderen gaan werken. Talen openen veel deuren.”
29
Brussel is het jongste gewest van België: ruim een vijfde van alle Brusselaars is jonger dan
18
24
procent van de leerlingen in het Nederlandstalige secundair onderwijs spreekt thuis enkel Frans, 22 procent Frans en/of een andere taal (maar niet het Nederlands).
9
procent van de Brusselse leerlingen in het Nederlandstalig lager onderwijs komt uit een gezin waar beide ouders Nederlands spreken, dertig jaar geleden was dat nog 72 procent.
55
procent van de Brusselaars is van vreemde afkomst, een op de drie is geen Belg.
54
procent van de leerlingen in het Brusselse Nederlandstalige lageren kleuteronderwijs heeft een niet-westerse achtergrond. In het secundair maken zij 36 procent van de schoolpopulatie uit.
Ursulinensquare, station Brussel Kapellekerk
30
1 op de 5
30
Brusselse jongeren verlaat de school zonder diploma, Iets meer dan de helft van de Brusselse arbeidsplaatsen wordt ingevuld door hooggeschoolde werknemers.
procent van de Brusselse jongeren onder de 25 zit momenteel zonder werk. Het Belgische gemiddelde is 22 procent. Talenkennis en opleiding blijven de belangrijkste hinderpalen om in Brussel werk te vinden.
In de ‘arme sikkel’ in het noorden van Brussel, van Anderlecht over Sint-JansMolenbeek tot Sint-Joostten-Node, heeft
40
procent van de jongeren geen job. Zij geraken ook minder makkelijk uit de werkloosheid dan hun leeftijdsgenoten uit de zuidrand.
52
procent van de Brusselse arbeidsplaatsen wordt ingevuld door werknemers die niet in het gewest wonen.
Zuidtoren en station Brussel Kapellekerk
31
Trein Aalst - Brussel-West
2. Kristel, juf zesde leraar
1. Annick, kleuteronderwijzer
3. Anne, directeur
“De trein is onze lerarenkamer” ©©Jonas Roosens
Leraren in het Brussels Nederlandstalig onderwijs wonen veel minder vaak in de stad waar ze lesgeven dan hun Antwerpse en Gentse collega’s. 66 procent pendelt elke dag, net als Anne, Marleen, Dorlinda, Kristel en Annick. “Onze mannen noemen ons wel eens ‘de madammen van de trein’. Of, zoals mijn dochter zegt: ‘het meisjesclubje’.”
32
4. Marleen, kleuteronderwijzer
“We hebben zeker twintig verschillende nationaliteiten op school. Dat maakt de dingen niet altijd eenvoudig. Wij staan wel meer open voor nieuwe methodes. Dat moet als je hier vooruitgang wil boeken.” 1
Annick Engels (42) is kleuterjuf in het Instituut van de Ursulinen, Koekelberg. Ze woont in Gijzegem en is elke dag 35 kilometer onderweg naar school.
“Ik spreek uitsluitend Nederlands met mijn leerlingen. We proberen dat ook met de ouders. Maar als dat te moeilijk is, switch ik naar Frans. Ik vind het belangrijker dat de boodschap overkomt.” 2
Kristel Van den Meersch (44) is leraar zesde leerjaar in het Instituut van de Ursulinen, Koekelberg. Ze woont in Liedekerke en is elke dag 22 kilometer onderweg naar school.
“Kristel, Marleen en Annick geven les op dezelfde school. Het zag er altijd zo’n gezellig clubje uit, dus heb ik ze op een dag aangesproken op het perron. Het nadeel aan de trein? Je kan weinig materiaal meenemen. Daarom smokkel ik af en toe een beetje knutselgerief mee, tot ik genoeg heb om mee aan de slag te gaan.” 3
5. Dorlinda, kinderverzorgster
Anne Mannaert (33) is directrice van Kasterlinden, school voor buitengewoon basisonderwijs in SintAgatha-Berchem. Ze woont in Liedekerke en is elke dag 20 kilometer onderweg naar school.
“Pendelen heeft ook voordelen: wanneer ik ’s avonds weer op de trein stap, laat ik de grootstad en de school achter mij. Ik vind het fijn om geen leerlingen of ouders tegen te komen wanneer ik naar de supermarkt ga.” 4
Marleen De Coster (48) is kleuterjuf in het Instituut van de Ursulinen, Koekelberg. Ze woont in Liedekerke en is elke dag 22 kilometer onderweg naar school.
VANWAAR KOMEN BRUSSELSE LERAREN? Slechts 9 procent van de Brusselse leraren woont in Brussel zelf. 26 procent komt uit de rand rond Brussel, 66 procent uit de rest van Vlaanderen. Leuven en Dilbeek leveren de meeste Brusselse leraren. Maar ook steden als Aalst, Gent, Antwerpen, en Mechelen zijn populaire woonplaatsen. Een aantal Brusselse leraren pendelt zelfs elke dag uit verre steden als Hasselt, Brugge, Oudenaarde of Knokke-Heist.
“Brusselse leraren maken meer mee dan Vlaamse: kinderen die in de winter op sandalen naar school komen, de brooddoos gevuld met koeken in plaats van boterhammen … Dan is het aan ons om duidelijk te maken dat zoiets niet kan. Ook al is dat soms moeilijk.” 5
Dorlinda Breynaert (50) is kinderverzorgster in de Gemeentelijke Basisschool, Sint-Agatha-Berchem. Ze woont in Liedekerke en is elke dag 22 kilometer onderweg naar school.
33
34
MUZISCHE VORMING
Kunstproject Move-it maakt Brusselse leerlingen mondiger én weerbaarder
“Improviseren, dat zijn ze niet gewoon” Stop twee klassen vol uitgelaten Molenbeekse tieners zeven weken lang in één ruimte met drie kunstenaars, elk met hun eigen persoonlijkheid en temperament. Wat krijg je dan? Vonken, hopen hun leraren. En, als het even kan, ook een voorstelling. Al is dat niet het voornaamste doel. door Lien Hubert en Kris Vanhemelryck, foto’s Jonas Roosens
“Aha! Daar is mijn publiek!” roept Mehdi (12). “Wat zeg je? Dit is wel MIJN publiek!” antwoordt Ayoub (11). Hun publiek, dat zijn de klasgenoten uit het vijfde en zesde leerjaar van Gemeentelijke Basisschool Windroos in Sint-Jans-Molenbeek. Vandaag voeren Mehdi en Ayoub een stukje schaduwtheater voor ze op. Met zelfgemaakte stokventjes toveren ze silhouetten op de muur. In de studio’s van het dansgezelschap Ultima Vez, op een boogscheut van de school, lijkt het rumoer van de straat veraf. De zorgen van Mehdi en Ayoub ook.
HORMONEN
“Elke week komen de leerlingen hier samen met drie kunstenaars om aan een project muzische vorming te werken”, zegt Peter Vercruysse, leraar van het vijfde jaar. Onder leiding van danseres Yentl de Werdt, dramaturge Martina Winkel en muzikant Sofiane Remadna verkennen ze twee maanden lang drie kunstdisciplines. Move-it heet het project, en dat kan je letterlijk nemen. Deze muzische vorming zet de hele school in beweging.
“We geven ze materiaal en bieden hulp als ze erom vragen. Maar de verhalen, bewegingen en ideeën moeten van de leerlingen zelf komen”, zegt danseres Yentl. Move-it is dan ook geen kunstproject waarbij leerlingen een ingestudeerd nummertje oefenen om de ouders op het schoolfeest te plezieren. “We willen het talent van de leerlingen stimuleren en versterken wat ze zelf al kunnen. Wellicht houden we na afloop wel een toonmoment, maar dat is niet het opzet.
Wanneer een groepje meisjes een zelfgemaakt hiphopdansje brengt, giechelen de jongens hardop. “Het zijn schatten van gasten, maar hun hormonen beginnen stilaan te werken”, zegt Seppe Rijckmans, leraar van de zesdes. “De eerste week stond meer dan drie vierde van de klas tegen de muur geplakt, beschaamd voor de reacties van anderen. Het was ook moeilijk om ze stil te krijgen. Nu de kunstenaars hun vertrouwen en respect gewonnen hebben, zijn ze niet meer van de scène weg te slaan.“
35
Wel de klas én hun leraren weer in contact brengen met de creativiteit die ze in de les niet altijd vinden.”
CHAOS Even later staan twee van de stoere giechelaars zelf vooraan. De ene voert een soort avondritueel uit, de andere speelt spiegel. In het midden van de studio probeert een groepje meisjes allerlei bewegingen uit in de schaduw van een grote projector, terwijl uit de gettoblaster het geluid van een bronstig zwijn loeit. Het ziet er allemaal chaotisch uit, maar achter die chaos schuilt wel degelijk een concept. Peter: “Onze leerlingen krijgen thuis weinig of geen bagage mee rond kunst en expressie. Hier kunnen ze experimenteren en zich uitleven, al zijn ze die vrijheid helemaal niet gewoon. Als we ze vragen om te improviseren, kijken ze op: mag dat dan? Niet iedereen wordt even kritisch opgevoed. Mondig en direct, dat zijn ze wel. Maar weerbaar? Hoe vaak moeten we aan de leerlingen niet vragen: ‘wat wil jij?’ Dit project leert ze om zich op een andere manier te uiten. Daarom grijpen we zo weinig mogelijk in. Ze kunnen hier ook niet op hun bek gaan, want alles wat ze maken is oké. Zo blinken de leerlingen die niet zo goed zijn in rekenen of taal ook eens uit. En durven de stille zich wat meer tonen.”
RUIMTEGEBREK Peter werkte jarenlang als medewerker van de Dienst Jeugd van het Molenbeekse Huis van Culturen. Toch keerde hij terug naar zijn eerste en grootste liefde: de klas. “Ik kom oorspronkelijk uit West-Vlaanderen, en ben net als zo veel collega’s na mijn lerarenopleiding in Brussel blijven plakken. Nu wil ik de stad niet meer ruilen voor mijn oude dorpsschooltje. Je krijgt hier zo veel ruimte als leraar. Ik werk geregeld samen met culturele organisaties uit de buurt, alle potentiële partners liggen vlakbij. Dus nemen we de metro naar jeugdtheater Bronks, en sturen we de derdes elke week op dansles bij Ultima Vez. Je moet hier als school niet bedelen om een netwerk: de stad nodigt je zelf uit.” “We trekken er ook vaak op uit met de leerlingen omdat ze thuis zo weinig ruimte hebben”, zegt Seppe. “Er is geen park vlakbij, en door de vele wagens op straat mogen kinderen niet vaak buiten spelen. Daarom 36
MUZISCHE VORMING
zijn we vorig jaar begonnen met een hele reeks naschoolse activiteiten: computerles, voetbal, jiujitsu, dans ... Zaterdag volgen veel leerlingen ook nog Arabische les. Als ze al zes dagen op de zeven op school zitten, kunnen ze ’s avonds wel wat ontspanning gebruiken.” Maar vrije tijd kost ook geld, en dat hebben de ouders in deze kansarme buurt niet in overvloed. Seppe: “Sinds we het toezicht betalend maakten, blijven opvallend minder kinderen na op school. Het kost vijf euro voor een ganse maand, en als je een laag inkomen hebt maar de helft. Dat is nog te veel voor sommige ouders. Maar als hun kroost wordt uitgenodigd om auditie te doen voor de dansschool, zijn ze wel fier.”
BUBBEL Na de speeltijd neemt kunstenares Martina het woord. Ze is Engelstalig en een aantal leerlingen begrijpen haar niet zo goed. Maar in een klas waar slechts één leerling thuis Nederlands spreekt, is het niet moeilijk om een leerling te vinden die kan vertalen. “De meeste leerlingen spreken thuis Frans en blinken daarin uit. Maar deze leerling praat Engels met haar ouders. Nu kan ze ook eens laten zien wat ze kan”, zegt Seppe. “Wij zien haar meertaligheid als een leerkans, niet als probleem dat je moet oplossen. Vorig jaar ging ik met een leerling naar de spoed, waar we achtereenvolgens een Nederlandstalige, een Franstalige en een Arabisch sprekende verpleger tegenkwamen. Wel, zij kon aan iedereen feilloos uitleggen wat er met haar aan de hand was.” “Akkoord, de vele vreemde talen in de klas maken het er niet altijd eenvoudiger op”, zegt Peter. “Voor veel leerlingen staat de school helemaal los van de realiteit thuis of op straat. Ze zitten hier in een bubbel waar alleen maar Nederlands kan. Dus moet je voortdurend bijsturen, uitdagen, remediëren. Ze kiezen vaak snel het gemakkelijkste register: de taal van de straat. Associatieve spelletjes, zoals ‘beeld een woord uit’, begrijpen ze niet altijd even goed. Je moet hier ook voortdurend differentiëren. De niveauverschillen binnen een klas kunnen soms ontzettend groot zijn.”
“Je moet hier niet bedelen om een netwerk: de stad nodigt je zelf uit” GROEIEN “Move-it is pas geslaagd wanneer iedereen heeft bijgeleerd: de kunstenaars, de leerlingen én wij. Je ziet de klas in enkele weken groeien, fier dat ze kunnen tonen wat ze kunnen”, zegt Seppe. Het niet-prestatiegericht werken zonder duidelijk doel zou veel leraren kregelig maken, maar voor Seppe en Peter ligt daar net de kracht. “Muzische vorming leert je leerlingen omgaan met verandering en onzekerheid, nieuwe zaken uitproberen, geen schrik hebben om te vallen. Weten dat je keihard tegen een muur kan knallen, maar daarna meteen weer kan opstaan. Is dat niet de essentie van elk goed leerproces?”
Move-it
“Onderwijs moet het beste in kinderen naar boven halen. En daar zijn kunstenaars enorm goed in”, vindt Airan Berg, drijvende kracht achter Move-it. “We zien ze niet als dé experten die weten hoe het moet. Maar ze kunnen leraren wel taal en tools aanreiken om hun leerlingen te inspireren.” Daarom stuurt hij na Nederland, Oostenrijk, Duitsland en Singapore nu ook in België drie kunstenaars naar de klas. In zes Brusselse scholen gaan ze zeven weken lang aan de slag met leerlingen en leraren. De culturele mix in Brusselse scholen ziet Berg als een uitdaging. “Ieder project is uniek, want de mensen die meewerken zijn altijd anders. De populatie van een school geeft een juiste kijk op de populatie van een stad.” Meer info over het project vind je op www.lasso.be/nl/move-it
37
“Als je in Brussel kan lesge “Brussel is een stad boordevol kansen. Maar je moet ze wel nemen.” Of deze Brusselaars dat zelf ook doen? “As g’et mo wet!”
©©Pieter Baert
Naar welke plekken neem jij bezoekers steevast mee?
Claude Blondeel (65) Schrijver, kunstcriticus én Brusselaar van het Jaar 2013, liep school in het Sint-Jan Berchmanscollege, woont in Anderlecht.
“‘Non, peut-être’ of ‘neen, misschien’. Het typeert de houding van de Brusselaars. Wij relativeren alles en we nemen de dingen zoals ze komen. Prachtig, toch?”
“Ik start bij de rommelmarkt op de Place du Jeu de Balle. Daarna wandelen we door de Marollen naar de Kapellekerk. Als afsluiter gaan we eten in Au Vieux Saint Martin, waar ze de beste frieten van heel België hebben.”
Cleo Van Den Borre (28) Leraar gedragswetenschappen in het Hoofdstedelijk Atheneum Karel Buls, woont in Molenbeek.
“’Dat hangt mijn voeten uit.’ Of ‘het is in de sacoche’. Nog een leuke vind ik ‘t’es vè Buls’, het is gratis. Een verwijzing naar Karel Buls, omdat die als burgemeester altijd trakteerde.”
“Op het dak van Parking 58 heb je een adembenemend uitzicht over de stad. Spijtig genoeg wordt de parking gesloopt. Nu neem ik ze mee naar de Vismarkt. In de zomer is het er heerlijk genieten met een boek en een glas wijn.”
Annabelle Van Nieuwenhuyse (44) Presentatrice bij FM Brussel, woont in Molenbeek.
“Je kan iets zeggen ‘en stoemelings’, dan neem je jezelf niet au sérieux. ‘Leven en laten leven’ is geen Brusselse uitdrukking, maar ze typeert wel hoe ik denk over de stad.”
“Brussel voor beginners? Dan ga ik naar het Abattoir in Anderlecht. Zijn mijn bezoekers al wat ‘gevorderd’, dan neem ik ze mee naar Matongé, de Afrikaanse wijk in Elsene.”
Julien Vercauteren (21) Voetballer bij SK Lierse, groeide op en leerde voetballen in Sint-AgathaBerchem.
“Wanneer we elkaar succes wensen voor de match, dan roepen we elkaar ‘ziar!’ toe. Dat betekent ‘succes maat!’. Het is een uitdrukking die leeft onder Brusselse jongeren.”
“Ik neem ze zeker mee naar de Grote Markt, Manneken Pis en het Atomium. Maar ik zou ze ook Sint-Agatha-Berchem tonen, waar ik ben opgegroeid en een bijzonder fijne jeugd heb gehad.”
Annelies De Ville (29) Leraar Nederlands en geschiedenis in Instituut Anneessens Funck, woont al meer dan tien jaar in Brussel.
“Wat mijn leerlingen vaak zeggen: ‘Allei madame!’ En ook op straat hoor je het geregeld: ‘Allei, dat meen je niet?’”
“De Monk, een gezellig café in de Sint-Katelijnestraat. Overdag voor een koffie en ’s avonds voor een ‘Zinnebir’, een typisch Brussels pintje. Zelf kan ik enorm genieten van het uitzicht op de brug van Bockstael. Erg inspirerend.”
Laura Beyne (21) Ex-Miss België (2012), liep school in het Maria Assumpta Lyceum Brussel, is geboren en getogen in Schaarbeek.
“‘Non, peut-être’. Soms gebruik ik het gewoon om te laten horen dat ik van Brussel ben. ‘Nee, misschien’ is zo absurd. Zeg dan gewoon ‘ja’ of ‘nee’ hé.”
“De Grote Markt is een prachtige plek. Er is altijd veel volk en je hebt er leuke restaurants en cafeetjes. Ik ben er als Brusselaar best trots op.”
©©Nick Proot
Wat is je favoriete Brusselse uitdrukking?
©©Lierse
38
ven, dan kan je het overal” Beschrijf Brussel in drie woorden
Wie verdient voor jou de prijs Brusselaar van het Jaar?
Wat kunnen Vlaamse leraren leren van hun Brusselse collega’s?
Wat is jouw grootste hoop/wens voor Brussel?
“Dan ga ik voor anarchistisch, vrolijk … of nee. Doe maar pretentieloos in plaats van vrolijk. Vrolijkheid is daar een gevolg van. En surrealistisch.”
“Paul Dujardin is een superkapitein en bestuurt zijn schip Bozar op een unieke en formidabel goede manier. Ik heb veel bewondering voor hem.”
“Ongetwijfeld hun meertaligheid. Brusselse leraren beseffen dat verschillende culturen in de klas net een meerwaarde zijn. En ze zijn veel verdraagzamer.”
“Brussel is de schoonste én de vuilste stad van België. En vuil zoekt vuil. De Brusselaars mogen ook wat meer ambitie tonen, zonder chauvinistisch te worden. Daar hebben we de Antwerpenaren al voor.”
“Levendig, multicultureel en verrassend. Ik woon hier nu al zo lang en ontdek nog elke dag nieuwe dingen.”
“Een lastige. Ik heb wel bewondering voor een aantal Brusselaars, René Magritte bijvoorbeeld. Maar die kan je nu moeilijk de Brusselaar van het Jaar noemen.”
“Als leraar moet je hier op je strepen staan, scherp van geest en rad van tong zijn. Als je in Brussel kan lesgeven, kan je het overal.”
“Meer groen, minder auto’s, meer fietsers. En een groot, deftig park.”
“Gastvrij: iedereen is hier welkom en zegt spontaan goeiedag. Vriendelijk: je hebt niet het gevoel dat je eerst gekeurd moet worden. En onoverzichtelijk: de stad wekt een beetje een slordige indruk als je ze niet kent.”
“Jan Janssen huisvest in Kuregem een aantal mensen zonder papieren. Zo helpt hij kansloze gezinnen. Een leefvorm waarin ik mezelf herken want ik woon zelf in een kangoeroewoning.”
“Veel Vlaamse leraren kijken naar diversiteit als een koe naar een trein. Dat is jammer, want eigenlijk is het doodnormaal. Elke Vlaamse leraar zou verplicht een ‘diversiteitsbad’ moeten volgen in Brussel.”
“Dat te midden van al het geopolitieke getouwtrek Brussel zichzelf niet verliest. Brussel heeft een bijzonder warme en tedere eigenheid. Die mag niet verloren gaan door Europa, Vlaanderen en Wallonië.”
“Né pour briller: geboren om te schitteren. Als je het geluk hebt om in Brussel geboren te worden, heb je de kans om zelf aan je toekomst te werken. Het is een prachtige stad, boordevol kansen.”
“Ik heb veel te danken aan talentscout Seth Nkandu. Hij helpt Brusselse jongeren uitgroeien tot professioneel voetballer. Dankzij hem sta ik vandaag waar ik sta. En dat doet hij élk jaar, al meer dan tien jaar.”
“Roepen en tieren in de klas, dat werkt niet. Praat met leerlingen, luister naar hun interesses en kijk naar wat ze van elkaar kunnen leren. Daar zijn Brusselse leraren goed in.”
“Dat Brusselaars elkaar meer zouden helpen. We zijn de hoofdstad van Europa, en moeten zelf het goede voorbeeld geven. Jongeren moeten hier meer in zichzelf durven geloven.”
“Zoet, zout en zuur. En niet alleen omdat je in Brussel superlekker kan eten. Het is niet altijd rozengeur en maneschijn in deze stad, maar als je de verschillende smaken wat kan mixen, kom je uit bij iets heel bijzonders.”
“Muntpunt, de nieuwe belevingsbibliotheek. Het is een toonbeeld van hoe Brussel kan zijn. Iedereen is er welkom: Brusselse jongeren komen er hangen, daklozen lezen er de krant en ik kan er rustig genieten van een koffie.”
“Flexibiliteit. Al is je lesvoorbereiding nog zo sterk, de dag is altijd vrij onzeker. Collega’s vallen ziek, er komen leerlingen bij of ze vallen weg. Soms moet je plots een ander vak geven. Dan moet je kunnen improviseren.”
“Vlaanderen wil een stukje Brussel, Wallonië ook. En dat terwijl Brussel nood heeft aan een eigen, goed beleid, zonder bemoeienissen van buitenaf.”
“Multicultureel, toeristisch en levendig. In Brussel valt altijd wat te beleven.”
“Stromae. De beste vertegenwoordiger van Brussel en België. Hij heeft veel talent, het is een slimme jongen. Ik heb ook veel bewondering voor Vincent Kompany. Hij geeft het goede voorbeeld en weet jongeren te inspireren.”
“Een leraar van me was veel te lief en liet de klas over zich heen lopen. Je moet er als leraar in Brussel staan en je niet van je stuk laten brengen. Hier moet je respect afdwingen, meer dan elders. Maar dan krijg je het ook.”
“Een verkeersluwe binnenstad. Er zijn zo veel files in Brussel, soms staat de stad helemaal vast. Maar er zijn ook nog andere problemen zoals vandalisme bijvoorbeeld. We hebben nog een lange weg te gaan.”
39
40
BRUSSELS LOF
Wouter De Craen geeft les in de Brusselse rand
“We blijven les Flamands” In tien jaar tijd zag Wouter De Craen zijn Nederlandstalige ‘witte’ school aan de rand van de hoofdstad verbrusselen tot een anderstalige gekleurde school. Van huisje-tuintje naar woonblok, van hyperouders naar onbereikbare ouders, van de jeugdbeweging naar de codes van de straat. Toch wil hij niet terug naar zijn oude klas. “De weerbaarheid, openheid en kritische geest die Vlaamse kinderen hier meekrijgen, komt hun hele carrière van pas”, zegt hij in een extra lange column. door Wouter De Craen, foto’s Katrijn Van Giel
1 september 2003 zal in de annalen van het Anderlechtse Sint-Niklaasinstituut voor altijd geboekstaafd staan als de dag waarop metrolijn 1B werd doorgetrokken tot halte Erasmus. Een verlenging van drie kilometer, nauwelijks twee haltes, zorgde voor een ongeziene stroomversnelling in onze schoolpopulatie en bij uitbreiding in de hele buurt. Op die eerste metro zat ook ik: een startende leraar met de stress van de allereerste schooldag, maar verheugd over het feit dat hij dankzij de verlenging van de metro in twintig minuten op zijn werk geraakte. Het was een typische katholieke Nederlandstalige school, maar liefst 9 hectare groen om jezelf te ontplooien in de schaduw van de Brusselse ring. Zo’n school waar de leerlingen op de tonen van Studio Brussel hun met Chirostickers beplakte fietsen stallen en een schoolbus voor de nodige aanvoer uit het hinterland zorgt. Een school ook waar multiculturaliteit en diversiteit nog het exclusieve terrein van de vastenactie waren. De hoogste vorm van meertaligheid vond je er bij de beruchte ketten van het Astridpark.
IDENTITEITSCRISIS Dat kwalitatieve, groene en sportieve karakter bleek na de verlenging van de metro ook een ongelooflijke honingpot voor een veel groter publiek dat nu in snelvaart de weg naar de rand vond. In nauwelijks tien jaar tijd werd onze driekwart Nederlandstalige ‘witte’ school een driekwart anderstalige gekleurde school. En contradictorisch genoeg ging het verspreiden van onze AAA-rating in het Brusselse, omgekeerd evenredig gepaard met een verlaging van onze kredietwaardigheid in de Vlaamse rand. De meerwaarde van het Brusselse onderwijs dat zo lang Vlaamse leerlingen naar de stad had getrokken, bleek relatief zodra de Brusselaars zelf aan dat onderwijs wilden deelnemen. De verbrusseling zette traditionele patronen onder druk en de school kwam voor het eerst sinds lang in een echte identiteitscrisis terecht.
STRIJDBIJL De eerste alarmkreten kwamen van de collega’s Nederlands in de eerste graad, die zagen dat bij toetsen niet alleen de antwoorden maar ook de vragen problemen 41
begonnen te stellen. In hun zog kwamen de leraren geschiedenis en aardrijkskunde die tot hun verbazing moesten vaststellen dat de bakermat van ‘onze’ beschaving niet langer in Griekenland en Rome lag. De lerares biologie moest lang begraven strijdbijlen weer opgraven toen leerlingen plots de evolutietheorie in vraag stelden en homoseksualiteit als een geestesziekte afdeden. De leraar godsdienst moest tot zijn grote ontsteltenis constateren dat Jezus van Nazareth voor de meesten niet meer licht deed branden dan Frodo van Midden-Aarde. Toen de leraar L.O. zag dat niet alleen de fietstocht naar het zwembad maar ook het zwemmen zelf voor menig Brusselaar een huzarenstukje was, leek ons gouden kalf voorgoed verdronken. Zelfs de Romereis, jarenlang het uithangbord van elke retorica die naam waardig, moest plots haar bestaansreden verdedigen tegen de sirenenzang van een cruise op de Nijl. Enkel de leraar Frans lachte stilletjes in zijn vuistje toen het niveau van zijn expressions orales plots naar academische hoogtes schoot.
HONTE! HONTE! De moeilijkste vakoverschrijdende horde bleek nog de sociale omgang met ons nieuwe publiek. De Lijnbus die jarenlang onze hofleverancier van Vlaamse streekproducten was geweest, had zijn monopolie afgestaan aan de metro die een waaier van zuiderse producten invoerde, soms uit de moeilijkste wijken van Anderlecht en Sint-Jans-Molenbeek. Een publiek waarvoor een 100 procent Nederlandstalig autochtoon lerarenkorps altijd ‘les Flamands’ dreigt te blijven. Een te benijden volkje wiens waarden en normen onbegrijpelijk veraf lijken. Een van de donkere bladzijden uit dit hoofdstuk van wederzijdse onbegrip kwam toen een allochtone leerling geschandaliseerd door het obligate stukje naakt in een moderne theatervoorstelling in volle zaal rechtsprong en “Honte! Honte!” begon te roepen.
“Plots moest de Romereis wedijveren met een cruise op de Nijl” OUD RECEPT De school daverde op haar grondvesten. Beproefde recepten leverden plots niet meer het gewenste resultaat op. De logische reactie was dan ook om de nieuwe ingrediënten met de vinger te wijzen. Maar alle statistieken en cijferanalyses wezen erop dat de verbrusseling zich eerder zou doorzetten dan terugplooien. We moesten dus verder durven gaan en onze recepten, ja zelfs onze koks in vraag stellen. We zagen ons gedwongen zowat elk element van ons pedagogisch project door de mangel te halen. Middelen werden verschoven, klasgroepen werden verkleind, extra projecturen Nederlands georganiseerd, co-teaching ingevoerd, dia-taaltesten afgenomen, portfolio’s meegegeven, taalgericht vakonderwijs 42
gepromoot, huiswerkklasjes opgelegd, Nederlands voor ouders georganiseerd, Nederlandstalige verenigingen buiten school werden betrokken. Maar ook op andere vlakken moesten we sleutelen: een volledig nieuw beleid rond welbevinden, orde en tucht kreeg vorm. We zetten sensibiliseringscampagnes op rond relaties en seksuele vorming, holebi’s, wederzijds respect en ouderbetrokkenheid. Inschrijvingen werden intakegesprekken. Het klassieke winterfeest verdween ten koste van een meer toegankelijk lentefestival, de schoolkeuken kleurde haar menu wat universeler. Dit alles met alle kinderziekten vandien. Steeds balancerend op de dunne maar essentiële koord van de gedragenheid door het lerarenkorps dat dit allemaal moet realiseren. Collega’s worden gedwongen talenten te ontdekken en professionele vaardigheden te ontplooien waarvan ze het bestaan nauwelijks konden vermoeden. Maar de inzet is te belangrijk om niet alle mogelijke middelen in de weegschaal te smijten.
TITANIC Zo is onze cruiser van meer dan 1300 leerlingen langzaam maar zeker van koers veranderd. Het is wellicht niet de snelste en zeker niet de gemakkelijkste weg, en ze vraagt van alle betrokkenen veel meer engagement en overgave dan vroeger. Maar nu, tien jaar later, varen we nog steeds. En al blijven dagelijkse stormen ons geloof op de proef stellen, toch is een Titanic-scenario voor onze school voorgoed afgewend.
BRUSSELS LOF
Dat besef ik wanneer hoopgevende resultaten binnenlopen van onze eerste Brusselse leerlingen die doorstroomden naar het hoger onderwijs. Dat besef ik wanneer ik Tunesische meisjes vol bewondering selfies zie schieten in het Pantheon en Congolese jongens hun ‘moment de gloire’ zie beleven met een rock-‘n-roll op het free podium. Dat weet ik wanneer ik gesluierde moeders koekjes zie bakken en muntthee zie schenken voor het oudercomité of wanneer ik voor het eerst in jaren meemaak hoe onze leerlingen een Brussels parlementslid in het nauw drijven door de pertinentie en het vuur van hun vragen. Maar het best besef ik het wanneer we enkele zesdejaars inschakelen voor een ambassadeursproject en ik ze glimmend van trots hun persoonlijk succesverhaal hoor vertellen aan onze eerstejaars. Het blijven per slot van rekening allemaal jongeren die met horten en stoten hun weg zoeken in de grote oceaan die hen omringt. Voor sommigen zal die oceaan te groot blijken of zullen wij niet de juiste cruiser blijken, maar voor geen van hen kan de rol van onderwijs ooit overschat worden.
Ten slotte moeten wij, Vlamingen in de Rand, ook durven inzien welke meerwaarde echte multiculturaliteit en diversiteit voor onze kinderen betekenen in plaats van ze alsmaar dieper weg te stoppen in ‘het veilige hinterland’. De open maar kritische geest, de ruime meertaligheid en de weerbaarheid die ze meekrijgen in een Brusselse school komt hun hele leven van pas. Tot waar gaan we lopen? Halle? Aalst? Om dan vast te stellen dat datgene waarvoor we op de loop zijn, ons ook daar al heeft ingehaald? Schoollopen in Brussel is een proces van vallen en opstaan en het samenleven loopt niet altijd van een leien dakje, maar is dat later anders? Op welke wereld willen we onze kinderen voorbereiden? Chassez Bruxelles, et elle revient au galop!
Wouter De Craen is leraar en Brusselaar. Elke maand brengt hij in Klasse verhalen uit de hoofdstad.
43
Basisschool De Puzzel Brussel
GOED BEGONNEN IS HALF GEWONNEN Heel wat startende leraren stappen na enkele jaren uit het beroep: stress, de praktijkschok, jobonzekerheid. Wat zijn succesfactoren in hun begeleiding en wat werkt niet? Kom het op 28 mei te weten op de studiedag over startende leraren van HUB-KAHO, in samenwerking met de drie onderwijsnetten, de onderwijsinspectie en Klasse. Info en inschrijven: http://dvo.kahosl.be (klik op ‘Onderwijs’).
44
PAS VOOR DE KLAS
Starter Elaine Van de Poel (23) staat sinds september voor de klas in Vorst
“Je wordt verliefd op Brussel, of trekt er weg” “Het station Brussel-Zuid heeft twee uitgangen: de mooie TGV-kant en de vuile aan de Avenue Fonsny. Dat is mijn uitgang. Op een kwartiertje stappen ligt De Puzzel: mijn school.” De Mechelse Elaine Van de Poel wachtte tot de laatste week van augustus om er te solliciteren als SESjuf. Maar nu wil ze er niet meer weg. “In de buurt herkennen ze me intussen: ‘Dat is de juf’. Alsof je een van hen wordt.” • door Michel Van Laere, foto Jens Mollenvanger
“Ik was bang van Brussel: van het niveau van de leerlingen, de gedragsproblemen, de onveiligheid. Een vriendin geeft economie in een grote aso-tso-school in het Brusselse. Als ik haar verhalen hoor, is het toch even slikken: hoge werkdruk, weinig steun vanuit het team, de directie. Een leerling had er met een stoel gegooid en iemand verwond. Dat kan toch niet!? ‘Als je het ziet zitten met het openbaar vervoer, moet je het doen’, zegden mijn ouders. Mijn vrienden reageerden anders: ‘Ben je gek, wat doe je jezelf aan? Al dat krapuul daar!’” “Drie keer ben ik die eerste dag op weg naar school nageroepen. Het was zomer, er waren veel groepjes jongeren op straat, ik had een rokje en topje aan. Niet meer doen, dacht ik. Ik gebruikte mijn tablet eerst als gps, maar enkele straten verder heb ik die toch maar veilig opgeborgen. Er lag een matras op de straat, een kapotte tv, bumpers van auto’s. Ergens gooiden ze vuilnis vanop de eerste verdieping naar buiten. Waar ben ik terechtgekomen, dacht ik.”
DJIBOUTI “Op school kom je aan in een oase. Het is er verrassend proper, stil en veilig. De ouders mogen hier in de gang en de klas komen. En de collega’s, die onthaalden me met open armen. Het was wel even wennen aan al die nationaliteiten in de klas. Een kind uit Djibouti? Is dat een land? En twee ‘witte’ kinderen, een leuke attractie voor de anderen: blonde krullen, blauwe ogen, andere kledij. Ik geef twaalf uur rekenen in het tweede leerjaar en sta verrast van de resultaten die ik behaal: gemiddeld 80 procent. Straf voor kinderen die thuis geen Nederlands praten.” “In Brussel lesgeven is terug naar de essentie gaan. Mijn bachelor-na-bacheloropleiding Buitengewoon Onderwijs helpt daarbij. Hier leer je differentiëren, iets op twintig verschillende manieren uitleggen, kijken naar wat kinderen al wél kunnen, werken vanuit een team en vanuit levensechte si-
tuaties. Bovendien krijg je tijd: geen mosselfeesten en zo. Elke week komen we met het zorgteam samen. De eerste vraag van zorgcoördinator Nathalie is telkens: ‘Hoe gaat het met jou?’ Als je niet goed in je vel zit, kan je kinderen niet doen groeien, zegt ze. Wow. Dat staat me hier zo aan: lesgeven is teamwerk. Ik krijg nooit het gevoel dat ik er alleen voor sta.”
METRO OF TRAM “De collega’s hebben hier een torenhoog geloof in kinderen. Ze blijven volhouden, met veel geduld. Ze luisteren ook goed naar de leernoden van elk kind. Hun wereld is vaak erg klein. De meesten hebben het thuis niet breed. Soms kennen ze zelfs geen simpele spelletjes als memory. Meester Jonas toonde de krant Metro en vroeg aan de kinderen welke kranten ze nog kenden: ‘De tram’, antwoordden ze. Je moet kunnen omgaan met de grenzen van wat je kan bereiken. Soms hebben ouders geen opvang en wonen ze op straat. Hallucinant. Vanuit mijn extra opleiding heb ik geleerd om los te laten. Maar ik weet ook hoe belangrijk het is om daar eens met een collega, mijn zus, mijn mama over te praten.”
GROMMEN “Veel ouders moeten hier vechten om elke dag te voorzien in hun basisbehoeften: ‘Als ik grom, krijg ik wat ik wil, dus grom ik’. Soms trekken ze dat gedrag door naar de school en reageren ze heel extreem en boos. Daar heb ik het erg moeilijk mee. Zorgcoördinator Nathalie helpt me dan vaak: ‘Blijven begrip opbrengen en relativeren, het heeft niks met jou te maken’. Ik wil hier graag blijven. Ik kan me heel goed vinden in de manier van werken. Verliefd op Brussel en deze school? Het gaat over een manier van denken en voelen, een school die bij je past. Ofwel word je verliefd of Brussel, ofwel ga je snel weg.” Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel breidt de komende jaren fors uit en is daarom op zoek naar leraren. Ben jij op zoek naar een job? Op www.lesgeveninbrussel.be vind je alle info over werken en leven in de hoofdstad.
45
Grote Markt Brussel
10 APRIL STAD MET KLASSE
WORD BRUSSELAAR VOOR 1 DAG!
Brusselse locals tronen je mee naar 26 niet te missen plekken voor leraren tijdens de gratis gezinsdag. Waar? Start in Muntpunt op het Muntplein, hartje Brussel. Bij je inschrijving stel je zelf je persoonlijke programma op voorhand samen. Je kiest uit een van de 26 verschillende activiteiten. Wanneer? Donderdag 10 april (eerste donderdag van de paasvakantie) tussen 9 en 17 uur. Wie? Houders van de lerarenkaart + 3 familieleden of vrienden. Info en inschrijven: uiterlijk op 30 maart via www.lerarenkaart.be/inschrijven
©©Artur©Eranosian
46
1
2
3
4
5
Theaterexperiment BRONKS, theaterhuis voor de jeugd
Skatepark, concertzaal en ateliers in station Kapellekerk - Recyclart
Zwaarden, kanonnen, vliegtuigen en WO I Legermuseum
Reis door Europa Mini-Europe
6
7
8
9
Drie bollen expo Atomium
Interactieve studio met speelgoedatelier - ABChuis (Art Basics for Children)
Fietstocht ‘Brussel voor beginners’ - Pro Velo
Stadspoort & expo met Piep! Speelgoed - KMKG Hallepoort
Inspirerend: Brusselse onderwijsideeën Onderwijscentrum Brussel
10
11
12
13
14
Anders kijken, Brussel zien - JES, stadslabo voor de jeugd
Chocoladegod versieren Museum van Cacao en Chocolade
Heerlijk ouderwets: Dino’s, reuzenreptielen Poppentheater - Koninklijk en babydieren - Museum Poppentheater Toone voor Natuurwetenschappen
15
16
Brusselse schatten AMVB (Archief en Museum voor het Vlaams leven te Brussel)
17
18
KOOKMET: Afrikaans shoppen en koken - Cultureghem
Digitaal belevingsparcours met 20 Brusselse filmpjes - Muntpunt
Europa in hartje Europa Europees Parlement - bezoekerscentrum Parlamentarium
19
20
21
Archeologische site Coudenberg - Erfgoedklassen & Burgerschap 22
23
Fin-de-Sièclemuseum Reis om de wereld in 80 (nieuw) - Koninklijke Musea brieven - Museum voor © voor Schone Kunsten van België brieven en manuscripten
Films in de black box en open concertrepetitie Beursschouwburg
25 jaar Stripmuseum Experience Brussels! (nieuwe tentoonstelling) - Ganzenbord of Quiz Belgisch Stripcentrum BIP (Brussel Info Plein)
24
25
26
Allemaal kannibaal! Brussels Museum van de Molen en de Voeding
Mummies tot art deco KMKG Jubelparkmuseum
Backstage in het Kaaitheater - Kaaitheater
47
LERARENKAART door Anne Siccard en Kerim Helaut
3
Jouw maandelijkse selectie van educatieve voordelen en commerciële kortingen
2
1
THEATER©(8+) THEATER GEZINSDAGEN
VUURSTEEN KAPPEN Overleef©de©prehistorie.©Ga©op©jacht.©Verwarm©jezelf© zoals©onze©verre©voorouders©dat©deden.©En©ervaar© aan©den©lijve©hoe©ze©hun©huiden©looiden©en©gereedschappen©maakten.©Animatoren©staan©je©bij©met© raad©en©daad.©Je©kan©alles©zelf©uitproberen:©jagen© met©een©speerdrijver,©zelf©vuur©leren©maken,©dierenhuiden©bewerken,©vuursteen©kappen©… • Atelier-expo Doe de Prehistorie! - 5 april tot 31 augustus - Gallo-Romeins Museum - Kielenstraat 15 - 3700 Tongeren www.galloromeinsmuseum.be • Je voordeel: gratis gezinsdagen tijdens de paasvakantie op maandag 7 en maandag 14 april - inschrijven: www.lerarenkaart.be/inschrijven
48
LIEFDESBRIEVEN Twee©personages©schrijven©elkaar©een©leven©lang© liefdesbrieven.©Een©acteur©en©actrice©lezen©ze©voor© van©achter©twee©lessenaars.©De©lagereschoolbrieven©wekken©in©hun©knulligheid©heel©wat©hilariteit,© maar©naarmate©de©twee©levens©een©verschillende© loop©nemen,©krijgt©een©haast©tastbare©ontroering© de©bovenhand.©De©spelers©nemen©je©mee©naar© het©beloofde©land©van©jeugd,©gemiste©kansen,©uiteengespatte©dromen,©maar©ook©blijvende©liefde.© Chrisna©Beuke-Muir©speelt©in©het©Afrikaans©en©Jo© Decaluwe©in©het©Nederlands. WIN 30 duotickets per voorstelling op vrijdag 28, zaterdag 29, maandag 31 maart, woensdag 2 en vrijdag 4 april, telkens om 20 uur en op zondag 30 maart om 15 uur. Theater Tinnenpot - Tinnenpotstraat 21 - 9000 Gent - deelnemen via www.lerarenkaart.be (‘gelezen in Klasse’)
HET GNIFFELBLIK Adam©kent©geen©fantasie.©Dat©mag©niet©van©de© bomma.©Hij©weet©niet©waarom.©Wel©staat©er©een© heel©speciaal©blik©in©de©kast©met©daarnaast©een© raar©geconserveerd©wezentje.©Daar©mag©Adam©niet© aankomen.©Maar©dan©verandert©er©iets©in©de©dagelijkse©routine©waardoor©Adam©aan©het©blik©kan.© Er©komt©een©andere©wereld©tot©leven.©Een©wereld© waar©Adam©niet©in©mag©geloven.©Een©gevecht©over© het©hebben,©verliezen©of©krijgen©van©fantasie©doorspekt©met©Grimm.©Voor©kinderen©vanaf©8©jaar. • Theater-i-Luna - Kortrijksesteenweg 464 - 9000 Gent - www.theater-i-luna.be • Je voordeel: gratis voorstelling voor leraren lager onderwijs en partner en één kind of leraar en twee kinderen op woensdag 2 april om 14 uur - Bij ‘De Vieze Gasten’ - Haspelstraat 31 - 9000 Gent - inschrijven:
[email protected] 0484 27 30 36
5
4
6
GEZINSDAGEN GEZINSDAGEN
SEAFRONT Maritiem Themapark Seafront huist in de Oude Vismijn in Zeebrugge. De interactieve visserijexpo ‘Vis, van boot tot bord’ serveert je het rijke Noordzee-aanbod. Straffe vissersverhalen nemen je mee van stuur- tot bakboord, van het ophalen van de netten tot het veilen van de vis. Ga op geheime missie in een Russische duikboot en sta aan het roer van het voormalige lichtschip Westhinder. • Seafront - Vismijnstraat 7 - 8380 Zeebrugge www.seafront.be • Je voordeel: gezinsdagen van 5 tot 21 april (10 tot 17 uur) - gratis voor leraren - vergezellende familieleden aan groepstarief - lanceringsweekend op 12 en 13 april (10 tot 17 uur) - gratis voor leraren en partners - extra’s: o.a. infopakket voor leraar, gratis rondleiding, kinderanimatie ... - inschrijven: www.lerarenkaart.be/inschrijven
HAVENRONDVAART ZEEBRUGGE Scheep in op het nieuwste passagiersschip van België en bezoek een wereldhaven in volle actie. Vrachtgiganten, ferry's, cruiseschepen, vissersboten, sleepboten en luxe jachten ankeren op enkele passen van elkaar. De tocht brengt je langs de Belgische marinebasis, de gasterminal, de windturbines op de strekdam, het sterneneiland met duizenden zeevogels en één van de grootste sluizen ter wereld. Aan boord test je bij een koffie de gratis rondvaart-app voor leraren en kinderen. • Rederij Franlis - Tijdokstraat - 8380 Zeebrugge www.franlis.be • Je voordeel: havenrondvaarten op 5, 6, 12, 13, 19 en 20 april (weekend) of maandag 21 april (telkens om 14 uur) - gratis voor leraren - partners zonder lerarenkaart 8,80 euro - gratis tot 2 jaar - 2 tot 12 jaar: 6,80 euro - inschrijven: hoeft niet, toon je lerarenkaart
GEZINSDAG
ONTDEK KOKSIJDE Samen sterk in Koksijde: het Abdijmuseum, NAVIGO-Nationaal Visserijmuseum, het Duinenhuis, de cultuurdienst en Waterleidingsmaatschappij IWVA. De monniken van de Duinenabdij verruimen je geest. Beleef het ruwe leven van de vissers vroeger en nu en ontdek de wondere wereld op en onder de Noordzeewaterlijn. Tijdreizen doe je tijdens een van de erfgoedwandelingen. Bij inschrijving stel je zelf je persoonlijke pakket samen, volgens beschikbaarheid. Andere plannen op 11 april? Op 22 augustus krijg je een herkansing. • Je voordeel: vrijdag 11 april (tussen 10 en 16 uur) - gratis voor leraren en hun gezin - info en inschrijvingen: www.koksijde.be/metjeklasnaarkoksijde
49
KORTING maart
8
7
BOEKENMARKTEN LANNOO Bezoek deze maand de boekenmarkten van Lannoo in Ieper, Heist-op-den-Berg of Genk. Gratis toegang. Op vertoon van je lerarenkaart ontvang je gratis één boek bovenop een aankoop. Maak je keuze uit ‘1 2 3 vier feest’ of ‘Zesta Kook-A-Zine’. Eén boek per gezin, zolang de voorraad strekt. Alle info via www.lannoo.be/boekenmarkt. 26 maart
KAMP C / WESTERLO
©©François Nars - Creatie: Alexander Queen H/W 2009
LERARENAVOND
GEZINSDAGEN
GROTTEN VAN HAN De laatste 250 jaar kreeg de beroemdste grot van ons land in Han-sur-Lesse ruim twintig miljoen bezoekers over de vloer. Het park krijgt terecht drie sterren in de groene Michelingids. Kijk met ontzag naar de uitzonderlijke grot met haar kalkafzettingen en immense zalen. In het Wildpark duik je in de fauna en flora van het Massif de Boine. Je ziet er dieren in hun natuurlijke omgeving: wolven, lynxen, herten en beren, of bedreigde soorten zoals de Europese bizon en het przewalskipaard. • Domein van de Grotten van Han - 2 rue J. Lamotte - 5580 Han-sur-Lesse - www.grotte-de-han.be • Je voordeel: gezinsdagen (leraar, partner en max. 4 eigen kinderen) van donderdag 10 tot en met dinsdag 15 april (paasvakantie) - 10 euro per gezin - info en inschrijven: www.lerarenkaart.be/inschrijven
50
BIRDS OF PARA DISE IN HET MOMU Pluimen en veren zijn niet weg te denken uit de mode en haute couture. Drie eeuwen accessoires, kledingstukken en couturejurken gaan in de blender. Resultaat: nog meer pluimen en veren. Ze zorgen voor raffinement, vrouwelijkheid, rijkdom, luxe, maar ook voor donkere romantiek. De expo ‘Birds of Paradise’ toont werk van onder anderen Chanel, Cristóbal Balenciaga, Alexander McQueen, Christian Dior, Yves Saint Laurent en Ann Demeulemeester. • ModeMuseum Provincie Antwerpen Nationalestraat 28 - 2000 Antwerpen www.momu.be • Je voordeel: lerarenavonden op 26 en 27 maart derde kleuterklas ‘Fantasiebezoek’ - lagere school ‘Creatief bezoek’ - secundair onderwijs ‘Actief Bezoek’ - hoger onderwijs ‘MoMu bezoek’ (rondleiding met of zonder gids) - gratis voor leraren partners tegen reductietarief: 6 euro - inschrijven: www.lerarenkaart.be/inschrijven
Duurzaam wonen en bouwen staan centraal in Kamp C, een provinciaal domein in het groene Westerlo. Volg een uitgebreide rondleiding en ontdek de mogelijkheden van de doe-koffers. Eventueel stippel je een klasparcours uit voor een bezoek met je klas. Gratis voor leraren, inschrijven noodzakelijk. www.kampc.be. 26 maart en 15 april
DE VROENTE / KALMTHOUT Op woensdag 26 maart vlieg je als leraar in Kalmthout letterlijk ‘De Boom in’, tijdens twee gratis workshops rond natuurbeleving en natuureducatie voor 7- tot 12-jarigen. www.deboomin.eu. Kinderen vanaf 4 jaar gaan op 15 april samen met (groot)ouders aan de slag rond het thema ‘Een beest in nesten’. Ontdek op een speelse manier de natuur en leef je uit in lente-activiteiten. 5 tot en met 21 april
PLOPSA / DE PANNE - HASSELT - COO Tijdens de paasvakantie houdt Plopsa openparkdagen voor leraren. Opgelet: Plopsaland De Panne is gesloten op 5 april. Gratis voor leraren. Maximaal vier vergezellende personen betalen 20 euro per persoon (De Panne), 12,25 euro per persoon (Hasselt) en 14 euro per persoon (Coo).
OPGELET Voor de meeste info- en lerarendagen moet je op voorhand inschrijven. Surf daarvoor naar www.lerarenkaart.be/inschrijven.
LERARENKAART
9
10 KORTING 5 tot en met 21 april
KARRENMUSEUM / ESSEN Tijdens©de©paasvakantie©krijg©je©als©leraar© gratis©toegang©tot©het©Karrenmuseum.© Bespreek©de©mogelijkheid©voor©een©klasbezoek©en©win©een©gratis©rondleiding©voor© je©klas. 10 en 11 april
NASCHOLING
FORUMDAG
DE TEGENSTEM Hoe©kunnen©we©ons©verzetten©in©situaties©van© discriminatie?©Hoe©gaan©we©om©met©tegenstemmen?©Welke©invloed©hebben©we©op©hedendaagse© politieke©confl©icten?©Die©antwoorden©zoek©je©in© workshops©en©lezingen©tijdens©de©forumdag©over© herinneringseducatie.©Sprekers©vertellen©over©tegenstemmen©tijdens©historische©confl©ictsituaties.© Vredesbewegingen©tijdens©WO©I,©het©verzet©tijdens© WO©II,©tegenstemmen©uit©Congo©en©Che©Guevara© komen©aan©bod.©Ook©hedendaagse©vormen©van© protest©en©weerbaarheid©worden©besproken.©© • Bijzonder Comité voor Herinneringseducatie Goswin de Stassartstraat 153 - 2800 Mechelen - www.herinneringseducatie.be • Forumdag - 25 maart (9.30 tot 16 uur) Departement Onderwijs (H. Consciencegebouw, Albert II-laan 15, 1210 Brussel) - vlakbij station Brussel-Noord - deelnemen kost 25 euro - leraren in opleiding: 15 euro - inschrijven: www.herinneringseducatie.be (tot 15 maart)
100 JAAR GROOTE OORLOG Benader©de©start©van©WO©I©vanuit©het©thema©‘tegen©de©stroom©in’.©Wie©durfde©er©in©te©gaan©tegen© het©massale©enthousiasme©om©te©gaan©strijden?© Hoe©zit©het©met©verzet©en©vrede©in©confl©icten©van© vandaag?©Maak©kennis©met©vrouwen©van©toen©en© nu©die©weiger(d)en©slachtoffer©te©zijn.©Op©de©bus© krijg©je©een©aantal©educatieve©methodieken©mee© voor©een©reis©naar©de©Westhoek.©In©Ieper©krijg©je© achtergrondinformatie©en©educatieve©materialen©en©methodieken©voor©een©les©over©WO©I.©Een© workshop©en©een©rondleiding©in©In©Flanders©Fields© zoeken©de©link©tussen©14-18©en©vredeseducatie© tot©op©vandaag. • Kleur Bekennen - Hoogstraat 147 - 1000 Brussel www.kleurbekennen.be • Je voordeel: gratis nascholing voor leraren secundair aso en tso - 29 maart 7u45 (Station Antwerpen-Berchem) 8u45 (Station Gentbrugge) tot 15u45 (vertrek Ieper) of eigen vervoer naar Ieper - In Flanders Fields - Grote Markt 34 - 8900 Ieper - inschrijven: www.kleurbekennen.be/nascholing (tot 14 maart)
HOOGE CRATER MUSEUM 19141918 / IEPER Een©bezoek©aan©het©museum©met©fi©lm©en© rondleiding©en©een©rondleiding©op©de©begraafplaats©en©in©de©loopgraven©brengen© het©oorlogsverleden©tot©leven.©Het©educatieve©project©van©het©museum©krijg©je©er©bovenop.©Gratis©voor©leraren©en©partners. 30 april
EDUCATIEF AANBOD AALST In©Aalst©geven©Erfgoedcel,©Jeugd©en© Muziek,©KSO©Academie©voor©beeldende© kunsten,©Academie©voor©podiumkunsten,© Stedelijk©museum,©Netwerk,©Stedelijke© bibliotheek,©Lessen©in©het©donker,©Aifoon,© BibArt©en©Marie&Co©van©9©tot©17©uur©informatie©en©workshops©over©hun©schoolaanbod.©Canon©Cultuurcel©is©ook©op©post.©Info© en©inschrijven©via©www.netwerk-art.be.© Toegang:©10©i.p.v.©15©euro
OPGELET Voor©de©meeste©info-©en©lerarendagen© moet©je©op©voorhand©inschrijven.©Surf©daarvoor©naar©www.lerarenkaart.be/inschrijven.
51
ADVERTENTIE
(advertentie)
BRUSSELTIPS door Patrick De Busscher
Jouw gids door de hoofdstad, i.s.m. Muntpunt en lerarenkaart
14-18 • Vanaf 6 jaar
Met authentieke objecten, decors, getuigenissen, multimedia-installaties, films en sensoriële ruimtes toont de tentoonstelling ‘14-18, dit is onze geschiedenis’ hoe ‘de Groote Oorlog’ de 20ste eeuw heeft vormgegeven. Persoonlijke uniformen, brieven en foto’s vertellen het bijzondere verhaal van twee neven die tijdens de oorlog lijnrecht tegenover elkaar stonden: de Belgische koning Albert I en de Duitse keizer Willem II.© Naast deze tijdelijke tentoonstelling biedt het ‘Legermuseum’ een uitgebreide vaste collectie over onze militaire geschiedenis, van de middeleeuwen tot vandaag. Waar? Koninklijk Museum van het
Leger en de Krijgsgeschiedenis, Jubelpark, Brussel Wanneer? ’1418’ loopt tot 26 april Prijs? De vaste collectie is gratis toegankelijk, voor ‘14-18’ betaal je 12 euro of 6 euro met je lerarenkaart). Schoolgroepen betalen 6 euro per leerling Info: www.legermuseum.be en www.expo14-18.be Extra: rondleidingen, pedagogische dossiers, spelboekjes, audiotoer enz.
ABC-HUIS Art Basics for Children (ABC) is een Brusselse non-profitorganisatie die projecten uitwerkt waarbij kinderen en volwassenen kunnen experimenteren met hun verbeeldingskracht en hun creatieve mogelijkheden kunnen verkennen. Sinds begin 2008 heeft vzw ABC een eigen plek in Brussel, vlakbij het Noordstation. In het ABC-huis vind
je een film-/theaterzaaltje, verschillende ateliers, een kindvriendelijke keuken, een grote studioruimte enz. ABC organiseert er activiteiten voor (school)groepen, creatieve ateliers, vakantiestages, familieweekends, vorming voor leraren en leerlingen enz. Afhankelijk van het thema wordt de opstelling continu aangepast. www.abc-web.be
BELVUE MUSEUM • Vanaf 6 jaar
De geschiedenis van België zoals je ze nog nooit hebt gezien: de revolutie van 1830, de industriële revolutie, de kolonisatie van Kongo, twee wereldoorlogen, de strijd voor de burgerschapsrechten, de koningskwestie, communautaire en sociale bewegingen, de golden sixties: elke periode kreeg in het BELvue museum een eigen zaal. Muziek, historische documenten, filmfragmenten en voorwerpen brengen je meteen in de juiste sfeer brengen. Bovendien geeft het BELvue Museum toegang tot de archeologische site van de Coudenberg, een ondergronds traject langs de overblijfselen van het Paleis van Keizer Karel.
Waar? BELvue Museum, Paleizenplein, Brussel Prijs?
5 euro voor BELvue, 6 euro voor Coudenberg, 10 euro voor combiticket, beide gratis met je lerarenkaart, beide gratis voor schoolgroepen Info: www.belvue.be en www.coudenberg.be Extra: rondleidingen, pedagogisch materiaal, animaties rond burgerschap en democratische vorming enz.
BIG CITY LIFE
Wanneer? 25 tot 27 april in Bronks, Brussel Info: www.bronks.be
• Alle (Brusselse) leraren
Wat maakt lesgeven in Brussel zo bijzonder? De website www.lesgeveninbrussel.be geeft alle info over lesgeven en leven in de hoofdstad: van lerarenopleiding en vacatures tot hulp bij je zoekttocht naar een betaalbare woning of tips om je vrije tijd te verrijken. Nieuw op de site: twee handige tools om je lespraktijk aangenamer te maken. De ‘Big City Life’-stadskaart toont de beste Brusselse tips voor en door leraren. De leukste plekjes in de buurt van je school, parkjes om te voetballen, een tentoonstelling over kannibalisme … Vergeet vooral niet om zelf je favoriete tips achter te laten. De ‘Schoolkalender’ is een agenda met een hele resem activiteiten voor leraren. Maak reclame voor je schoolfeest, vind een workshop cartoontekenen, ontdek hoe uitgebreid de mogelijkheden zijn.
BRUSSEL DANST • Alle geïnteresseerden
Muntpunt, het Vlaams communicatiehuis in hartje Brussel, kiest volop voor ‘dans’ als centrale thema voor de jaarlijkse viering van de Vlaamse feestdag op 11 juli. Wat dacht je van een dansles wals in de Spiegelzaal van het Brussels Parlement? Charleston op de Grote Markt en hoelahoepen op het Muntplein? Afrikaanse ritmes of Marokkaanse percussie? Majoretteketet? Fanfareof accordeonmuziek?
Wanneer? 11 juli, vanaf 14 uur, in
Brussel (Grote Markt, Muntplein, Brussels Parlement en de straten daartussen en daarrond) Prijs? Gratis Info: www.brusseldanst.be
ERFGOEDDAG Info: www.lesgeveninbrussel.be
BRONKS XL-FESTIVAL • Vanaf 12 jaar
Live radio, video, street art, theater, een fuif en een geweldige prijzenkast: tijdens het Bronsks XL-Festival wordt kunstenhuis Bronks overgenomen door 12- tot 20-jarigen. Het festival toont voorstellingen voor en/of door jongeren. Ze kunnen er theater kijken én spelen, graffiti spuiten, een eigen lounge sjorren … Daarnaast is er ook moves & groves in de Dance Arena, performances en voorstellingen gemaakt door en met Brusselse scholen.
• Alle geïnteresseerden
Elk jaar op de eerste zondag na Pasen tonen grote en kleine musea en talrijke erfgoedverenigingen hun collecties aan het grote publiek. De jaarlijkse ‘Erfgoeddag’ richt zich vooral op roerend (voorwerpen) en immaterieel cultureel erfgoed (verhalen, documenten, tradities, uitdrukkingen enz.), zoals we dit van onze voorouders overgeleverd kregen. Dit jaar is het thema ‘Grenzeloos’.
Wanneer? Zondag 27 april, van
10 tot 18 uur, in Vlaanderen en Brussel Prijs? Gratis Info: www.erfgoeddag.be
53
ADVERTENTIE
FESTIVAL VAN DE FANTASTISCHE FILM • Alle geïnteresseerden
BELVUE MUSEUM
BRONX XL-FESTIVAL ©©Felix Kinderman
Elk jaar in april is Brussel twee weken lang de wereldhoofdstad van de science fiction en horrorfilm. Tienduizenden liefhebbers komen dan naar het Festival van de Fantastische film voor een gigantisch programma met meer dan 150 films, vaak in avant-première. Je loopt er acteurs en regisseurs uit alle hoeken van de wereld tegen het lijf. Verder is het festival wereldberoemd voor de wedstrijden make-up en body painting, voor vreemdsoortige optochten en shows en (vooral) voor het jaarlijkse ‘Vampierenbal’.
Wanneer? 8 tot 20 april, in het Paleis voor Schone Kunsten, Brussel Info:
www.bifff.net BRUSSEL DANST
EXPERIENCE BRUSSELS
HOPLA • Alle geïnteresseerden
ERFGOEDKLASSEN EN BURGERSCHAP • Alle (Brusselse) leraren secundair onderwijs
De directie Monumenten en Landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een gratis aanbod rond onroerend erfgoed voor alle (Brusselse) scholen. Onder de vorm van dagprogramma’s kan je bijvoorbeeld wandelen of een zoektocht organiseren door je eigen schoolbuurt. Op de Kunstberg worden je leerlingen ingewijd in het klein erfgoed en het bouwkundig patrimonium. Om dit project toegankelijk te maken voor alle graden en onderwijstypes ontwikkelt het team van ‘Erfgoedklassen & Burgerschap’ ook activiteiten op maat. Elk dagprogramma eindigt met een creatief eindproduct, gemaakt door de leerlingen.
EXAMENCOMMISSIE • Leraren secundair onderwijs
Jaarlijks proberen tientallen jongeren in eigen tempo en via zelfstudie een diploma of getuigschrift secundair onderwijs te halen. De Examencommissie Secundair Onderwijs organiseert deze examens in Brussel (Consciencegebouw) of Anderlecht (KTA-CVO). Een beperkt aantal praktijkexamens wordt elders in Vlaanderen afgenomen. Om alles in goede banen te leiden, zoekt de Examencommissie gemotiveerde leraren die buiten hun lesuren willen meewerken aan de organisatie van examens. Ook gepensioneerde leraren of leraren op TBS kunnen zich kandidaat stellen. Mondelinge en schriftelijke examens afnemen, toezicht uitoefenen, examens opstellen en corrigeren behoort tot je takenpakket. Je krijgt een vergoeding.
Info: www.erfgoedklassen.be Info: www.ond.vlaanderen.be/ secundair/examencommissie
EXPERIENCE BRUSSELS! • Vanaf 6 jaar
Wie is die homo Bruxellensis? Wat zijn de specialiteiten, accenten, gewoontes van Brussel en de Brusselaars? Hoe en waarom is de Brusselse regio ontstaan? Welke rol speelt Brussel als internationale stad en hoofdstad van Europa? Het Brussel Info Plein (BIP) geeft de antwoorden in de permanente, interactieve, ludieke, verrassende en didactische tentoonstelling ‘Experience Brussels!’. Voor 8-12-jarigen is er de ‘Zinneke Stage’, een tweetalige (her)ontdekking van Brussel, met knutselwerkjes en originele creaties, interactieve rondleidingen, sport- en kookactiviteiten enz.
Elke lente brengt ‘Hopla!’ Brussel in circusstemming. Zo’n 250 artiesten brengen voorstellingen binnen en buiten of in echte circustenten, met verrassende circusactiviteiten, animaties voor groot en klein enz. Je kan er slenteren, uitproberen, ontmoeten … Je kinderen/leerlingen slepen je mee in een artistieke reis, onder leiding van ervaren animatoren en tweetalige artiesten. ‘Hopla!’ is een initiatief van Stad Brussel en Maison du Cirque.
Wanneer? 17 tot 20 april in Brussel
(Sint-Katelijneplein, Tour&Taxis, Maison La Bellone en Bronks) Info: www.hopla-cirk.be
JES • Alle leeftijden
Waar? BIP, Koningsstraat 2-4, Brussel Prijs? Gratis, (school) groepen reserveren best vooraf Info: www.biponline.be Extra: rondleidin-
gen, werkbladen, interactief spel, quiz enz.
JES is een ‘stadslab voor kinderen, jongeren en jongvolwassenen’: vormingsorganisatie, productiehuis, straathoekwerkorganisatie, programmator … in één. Zo biedt JES programma’s rond avontuurlijke vrije tijd op stadsmaat, onder
55
het motto ‘Anders kijken – Brussel zien’. Zo zijn er ‘Stadsverkenningen’ (stadswandelingen, avontuurlijke zoektochten en ontdekkingstochten) en ‘Stadsklassen’ (een meerdaags programma, vergelijkbaar met andere zee-, bos- of sneeuwklassen). Je dompelt je leerlingen in een Brussels bad en geeft hen de kans de hoofdstad op een andere manier te beleven via een programma op maat. JES baat ook in hartje Molenbeek jongerenverblijfplaats ‘De Waterman’ uit, de ideale uitvalsbasis voor stadsverkenning.
Info: www.jes.be
KLEUR BEKENNEN • Alle leraren
In het Onderwijscentrum Brussel vind je ook Kleur Bekennen, een initiatief van de minister van Ontwikkelingssamenwerking. Kleur
Bekennen werkt samen met de Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (Brussel) en stimuleert mondiale vorming en het opvoeden tot wereldburgers. Kleur Bekennen geeft subsidies voor mondiale projecten en wereldburgertrajecten, verzamelt educatieve materialen in documentatiecentra, organiseert vormingen voor leraren en steunt ngo’s en vzw’s die hun aanbod aan workshops en coachings via de Kleur Bekennen-site bekendmaken. Deze maand (maart) werkt Kleur Bekennen intensief mee aan Wereldwaterdag en de ‘Walk for Water’-actie. In Brussel alleen al wandelen zo meer dan duizend leerlingen uit solidariteit met het Zuiden en om aandacht te vragen voor duurzaam gebruik van water. Als naverwerking volgen de leerlingen workshops rond water in de verschillende Brusselse gemeenschapscentra. Info: www.kleurbekennen.be
KOOKMET • Alle (Brusselse) leraren
Op de terreinen van het slachthuis van Anderlecht, onder een prachtige, geklasseerde, markthal, staat elke vrijdag, zaterdag en zondag een grote markt, met groenten, fruit, vlees, vis, textiel, kruiden, brocante enz. Cultureghem vzw organiseert op deze site allerlei laagdrempelige culturele activiteiten. Nieuw in het aanbod is KOOKMET: met je klas eerst inkopen doen op de markt en daarna samen gezond koken. Je leert er met goedkope, lokale, seizoensgebonden groenten en fruit op een eenvoudige manier lekker en gezond eten klaarmaken op een speciaal daarvoor ontworpen mobiele keuken.
inbegrepen of 150 euro voor dezelfde formule, maar dan met een Brusselse chef aan het KOOKMETfornuis Info: www.cultureghem.be
KUNSTENFESTIVALDESARTS Drie weken in mei. Een twintigtal Brusselse theaters, kunstencentra plus tal van andere plaatsen in de stad. Belgische en internationale kunstenaars, eigenzinnige creaties. Een kosmopolitisch stadsfestival, ontmoetingen en workshops. Dat is ‘KunstenFESTIVALdesarts’, met dit jaar opnieuw tal van wereldcreaties en een bruisend festivalleven.
Wanneer? 2 tot 24 mei, overal in
Brussel Info: www.kunstenfestivaldesarts.be Wanneer? Elke vrijdag, van 9 tot 14 uur Prijs? 50 euro (max. 25 leer-
lingen), winkelen, koken én smullen
ADVERTENTIE
NACHTWILD • Vanaf 12 jaar
KUNSTENFESTIVALDESARTS
Een duistere kracht heeft Brussel in zijn macht. Moorden en verdwijningen nemen toe. En op de school van Maikel lopen een paar obscure figuren rond. Wie is die mysterieuze Johanna? Waarom vertelt de nieuwe geschiedenisleraar alleen gruwelverhalen uit de 19de eeuw? Waarom is iedereen verslaafd aan dat nieuwe computerspel? Maikel en zijn vrienden belanden in de onderbuik van Brussel om er de strijd aan te binden met een leger bovennatuurlijke wezens. Auteurs Johan Vandevelde en Bart Vermeer brengen ‘Twilight’ naar Brussel!
MAGRITTEMUSEUM
Prijs? 15,95 euro Info:
www.abimo.net
MUSEUM VAN HET VERRE OOSTEN
LIBRARIUM • Vanaf 6 jaar
OCÉADE
MAGRITTEMUSEUM • Vanaf 6 jaar
Het ‘Librarium’ is een ontdekkingsruimte voor boek- en schriftculturen in de Koninklijke Bibliotheek van België (in de volksmond de ‘Albertina’). Je ontdekt er alles over de geschiedenis van boeken, schriften en bibliotheken: het schrift in verschillende beschavingen, verschillende vormen van boeken (van kleitablet tot e-book), de band tussen tekst en beeld, de levens van een boek, de opslag van kennis in bibliotheken enz. In het aanliggende Paleis van Karel van Lotharingen vind je het ‘Museum van de 18de eeuw’.
Schilder, tekenaar, graveur, beeldhouwer, fotograaf én filmmaker: René Magritte was een van de belangrijkste artiesten binnen het surrealisme. De grootste collectie van zijn hand vind je onder één dak: het Magritte Museum in het centrum van Brussel. Op drie verdiepingen vind je er ruim 250 werken in chronologische volgorde. Naast schilderijen toont het Magritte Museum tekeningen, bronzen beelden, foto’s, manuscripten en grappige privéfilmpjes. Zo krijg je een boeiend beeld van het leven, de ideeën en de tijd van de kunstenaar.
Waar? Koninklijke Bibliotheek van
Waar? Magritte Museum,
België, Keizerslaan (Kunstberg), Brussel Prijs? Gratis, (schoolgroepen) betalen 30 euro (max. 20 leerlingen) Info: www.kbr.be Extra: pedagogische handleiding, werkbladen, rondleidingen, workshops en ateliers enz.
Regentschapsstraat, Brussel Prijs? Gratis met lerarenkaart, gratis tot 18 jaar Info:
www.musee-magritte-museum.be Extra: rondleidingen, animaties, ateliers enz.; ontdek het educatieve aanbod op www.extra-edu.be
MUSEUM VAN HET VERRE OOSTEN • Vanaf 6 jaar
In het begin van de 20ste eeuw liet koning Leopold II in Laken drie exotische gebouwen verrijzen: de Japanse Toren en het Chinees Paviljoen, waar je vandaag een collectie exportkunst vindt (door de Verenigde Oost-Indische Compagnie naar Europa gebracht) en het Museum voor Japanse kunst, met rolschilderingen, kamerschermen, kimono’s, wapenrustingen, gelakte dozen, enz. De wereldbefaamde collectie Japanse prentkunst telt meer dan 7500 prenten met vaak perfect bewaarde kleuren.
Waar? Van Praetlaan, Brussel Prijs? Gratis met lerarenkaart, korting voor schoolgroepen Info: www.kmkg-mrah.be Extra: rondlei-
dingen, educatieve pakketten
NACHTWILD
WIN ‘Nachtwild’. Mail vóór 15 maart (met onderwerp ‘Nachtwild’) naar
[email protected].
OCÉADE • Alle geïnteresseerden
Door de Hurricane-glijbaan het woelige water in, daarna de apenbrug op, en via de waterval de snelstroomkreek door. Je hoeft er geen Indiana Jones of paracommando voor te zijn. In Océade lig je in de schaduw van het Atomium op een strand bij 30 graden, te midden van tropische plantengroei, met op wandelafstand een Turks bad, een Finse sauna en de Salto Angel. De oplossing voor wie geen tickets
57
voor Brazilië kan versieren: Océade brengt een stukje Braziliaans klimaat naar Brussel.
Waar? Océade, Bruparck, Brussel Prijs? 18 euro per persoon, gratis
met je Lerarenkaart, schoolgroepen betalen 7,50 euro per leerling Info: www.oceade.be
PASSA PORTA • Alle geïnteresseerden
ADVERTENTIE
Wie Brussel en literatuur in één woord wil samenvatten, belandt onherroepelijk bij Passa Porta, het internationale literatuurhuis in Brussel. In de Passa Porta Bookshop vind je een (meertalig) kwaliteitsvol aanbod van romans, dichtbundels, essays, filosofie, literaire tijdschriften, kinder- en jeugdliteratuur en kunstboeken. Maar daarnaast is Passa Porta een unieke werk- en ontmoetingsplaats voor auteurs, lezers, vertalers en literaire mediatoren uit de hele wereld. Niet alleen via talrijke literaire ontmoetingen, maar ook via het ‘Passa Porta Lab’ (creatieprojecten voor auteurs en vertalers) en ‘Passa Porta Residentie’, een uniek internationaal programma voor ‘writers-in-residence’. Zo is deze maand het appartement in Brussel het woon- en werkadres voor de gevierde Colombiaanse schrijver Juan Gabriel Vásquez (‘De Informanten’, ‘De geheime geschiedenis van Costaguana’, ‘Het geluid van vallende dingen’).
Waar? Passa Porta, A.
Dansaertstraat (in de buurt van de Beurs), Brussel Info: www.passaporta.be Extra: 10 procent korting met je lerarenkaart
SAX 200 • Vanaf 6 jaar
Wat Antonio Stradivari betekent voor de viool, is Adolphe Sax voor de blaasinstrumenten. Hij werd 200 jaar geleden geboren in Dinant, wat meteen aanleiding is voor een
grote tentoonstelling, met bijbehorende evenementen en concerten. Onvermoeibaar in zijn creativiteit, vastberaden in zijn ondernemingslust, perfectionistisch in zijn ambacht en hopeloos romantisch in zijn privéleven was Sax een kind van het midden van de 19de eeuw. Een tijd waarin hij een vernieuwingsgolf veroorzaakte die de blaasinstrumentenbouw voor altijd zou veranderen. De tentoonstelling ‘Sax 200’ krijgt een volledige verdieping in het Brusselse Muziekinstrumentenmuseum (MIM). Dat bezit een verzameling van 7000 instrumenten, waarvan er ongeveer 1500 permanent te zien én te horen zijn. Wanneer? Nog tot 11 januari 2015, in MIM, Hofberg Prijs? Permanente
collectie + Sax200: 12 euro (vanaf 26 jaar), 9 euro (vanaf 65 jaar en volwassenen in groep), 2 euro (4 tot 25 jaar, individueel en in groep), gratis met je Lerarenkaart Info: www.mim.be Extra: rondleidingen, workshops, concerten enz.
STADSKRIEBELS ‘Stadskriebels’ maakt elk jaar een mix van sport – veel sport! – met straatkunst, muziek, dans, performances, installaties en allerlei animatie. Je vindt ‘Stadskriebels’ op de voor één dag autovrije pleinen en straten in de buurt van de Oude en Nieuwe Graanmarkt, Dansaertstraat en Vismarkt.
Wanneer? Zondag 4 mei, van 11 tot 18 uur Prijs? Eénmalige, globale prijs
voor alle (sport)activiteiten: 1,5 euro voorverkoop, 3 euro ter plaatse, gratis voor het hele gezin op vertoon van lerarenkaart, lidkaart Fietsersbond, lidkaart Gezinsbond Info: stadskriebels.vgc.be
KLASCEMENT Zoek je inspiratie voor een les rond Brussel? Op leermiddelennetwerk Klascement (www.klascement.net) delen honderden leraren hun lesvoorbereidingen met jou.
1. GIDS DE KLAS PASSA PORTA
Student kleuter- en lager onderwijs Lionel Marocco schreef deze leerwandeling door Brussel, waarbij leerlingen elkaar gidsen door de hoofdstad. Ze krijgen elk een historisch gebouw of historische plaats en zoeken daarover eerst informatie op. Geschikt voor: derde graad lager onderwijs www.klascement.net/46263
SAX 200
2. BRUSSELTOCHT STADSKRIEBELS
VLAANDEREN, BRUSSEL, WALLONIË • Alle geïnteresseerden
Guido Fonteyn brengt met ‘Vlaanderen, Brussel, Wallonië: een ménage à trois’ het verhaal van de voortdurend veranderende krachtsverhoudingen tussen de drie geliefden. Hoe Brussel, traditioneel in het midden van het bed, altijd met het Waalse geld ging lopen en zo rijk werd dat de stad op het doodarme Vlaanderen en haar periferie begon te wegen. Hoe holdings en vennootschappen van Wallonië naar Vlaanderen verhuisden, zoals nu van Vlaanderen naar elders. Een caleidoscoop van kleine en grote geschiedenissen, van het zinken bad van Napoleon tot de ontfransing van de Brusselse rand.
ZINNEKE PARADE
VLAAMS PARLEMENT Tijdens een rondleiding in het Vlaams Parlement ontdekken je leerlingen de rol van deze instelling en hoe het Vlaams Parlement werkt. Ze leren meer over de architectuur van het gebouw en de (hedendaagse) kunstwerken die je er ziet. Je kan zo’n rondleiding ook combineren met een simulatiespel over je gemeente of over het Vlaams Parlement. ‘De Kracht van je Stem’, de educatieve dienst van het Vlaams Parlement heeft nu ook een ruim (tijdelijk) aanbod rond de verkiezingen, met een verkiezingsdoos (met infobrochures, opdrachtenboekjes, handleidingen, bordspel, draaiboek om zelf verkiezingen te organiseren op school), de speldoos ‘Ontdek Europa’, een koker met klasposters en de doedoos/inleefspel ‘Overstemmen’.
Prijs? 19,95 euro Info: www.epo.be
WIN 3 x ‘Vlaanderen, Brussel, Wallonië’. Waag je kans en surf vóór 22 maart naar www.klasse.be/leraren/ win243a.
Info: www.dekrachtvanjestem Extra: vorming en nascholing voor (toekomstige) leraren
ZINNEKE PARADE • Alle geïnteresseerden
Om de twee jaar trekt de ‘Zinneke Parade’ door de straten van Brussel. Verwacht een uitbundige, feestelijke, artistieke, sociale en vooral originele stoet met bewoners, verenigingen, scholen en artiesten, die de kosmopolitische en pluralistische culturele rijkdom van Brussel in de verf willen zetten. Dank zij de mobilisatie van (socio)culturele verenigingen slaat de Parade bruggen tussen de 18 gemeenten en het stadscentrum, tussen Brusselaars, Vlamingen en Walen. De editie 2014 staat in het teken van ‘Tentation / Bekoring’. Tijdens de vorige editie (2012) keken ongeveer 85.000 toeschouwers naar een parade van 22 ‘Zinnodes’ (artistieke teams), samen meer dan 2000 deelnemers, 215 artiesten en 163 organisaties uit 34 gemeenten.
Op deze acht kilometer lange wandeling van leraar Kathleen Van Zantbeek verkennen je leerlingen de voetgangerszone én de historische binnenstad van Brussel. Tijdens de middag houden ze halt op de Kunstberg om hun ervaringen uit te wisselen. Geschikt voor: tweede en derde graad bso, tso en kso www.klascement.net/41488
3. PLAN EEN UITSTAP Met deze oefenbundel van leraar Katrien Bernaerts plannen je cursisten zelf een uitstap via de pc: een mooie wandeling uitzoeken, de adressen van enkele gezellige cafés of restaurants opzoeken, een betaalbaar hotel reserveren ... Bovendien leren ze ook hoe ze met de trein ter plekke geraken. © Geschikt voor: volwassenenonderwijs www.klascement.net/32942
Wanneer? Zaterdag 10 mei Info: www.zinneke.org
59
KRUISWOORD
1
2
3
4
5
6
10
11
14
15
22
27
23
28
31
34
35
39
41
42
45
36
59
50
65
61
52
53
62
66
69
51
48
54
58
60
WIN EEN CITYTRIP VAN 500 EURO
44
47
57
37
40
46
56
32
43
49
55
26
30
38
13
20
25
29
9
17
19
24
33
8
12
16
18
21
7
67
63
64
68
70
Je vindt hier elke maand een reuzegroot kruiswoordraadsel. De oplossing is meteen je eerste stap richting een reischeque van 500 euro. Daarmee kan je een citytrip kiezen uit het volledige aanbod van Holidayline. Deze maand zoeken we de naam van de straat onder 5 verticaal. Waag je kans en surf vóór 22 maart naar www.klasse.be/leraren/ win243b. In februari ging An Van Brussel uit Overpelt aan de haal met de felbegeerde cheque.
HORIZONTAAL
VERTICAAL
1 Engelse naam van onze hoofdstad 6 Engels voorzetsel 8 Nederlands voorzetsel 10 Vietnamese loempia 11 Bouwsel van André Waterkeyn 14 Verdwenen supermarktketen 15 Brusselse schouwburg 17 Lomp, plomp, dik 18 Zuid-Amerikaanse rivier 20 Attila was er zo eentje 21 Franstalige NV 24 Politiedienst die politiemensen en -diensten onderzoekt (afgekort) 25 Lange klinker 26 Deel van de bijbel 27 1 1 1 1 1 29 Bergweide 31 Muzieknoot 32 Vlaams persoonlijk voornaamwoord 33 Rotten in het Engels (werkwoord) 34 Günter Wallraff in ‘Ganz Unten’ 36 Deel van het bestek 38 Streepjes-punten-taal 39 Brusselse zanger met 8 Mia’s 41 Individuele beroepsopleiding met taalondersteuning (VDAB) 42 Overdekte (meestal Oosterse) markten 44 Voorzetsel 45 Nummer 58 op de hitlijst van Mendelejev 46 Franse rivier 47 Duits lidwoord 49 (Meestal) vrouw van je pa 50 Iets of iemand een naam geven (gebiedende wijs) 53 Energie, fut, veerkracht 55 Antwerps riviertje voor mensen met een drankprobleem? 57 Zonder accent praten 59 Een prinses, een stapel matrassen en een … 61 Vragend bijwoord 62 Verorberde 63 100 gram 65 Schoolgerief van lang geleden 66 Duurt meestal 50 minuten 67 Met accent circonflexe is het pasta, met accent aigu een vleesgerecht met lever 69 Koord van een muziekinstrument 70 Oudste volksbuurt van Brussel
1 Franse beurs 2 Vereniging, verbond 3 Puur, droog, op zich 4 Internet domeinnaam van San Marino 6 Bruto 7 Je leeft maar één keer (in jongerentaal) 8 Engelse nacht 9 Pijnkreet 11 Kleinste nog herkenbare bouwsteen van een scheikundig element 12 2319 keer loodgieter in ‘Thuis’ 13 Voornaam van verticaal 54? 15 Beeldvorming met magnetische resonantie (geneeskunde) 16 Tweemaal de veertiende letter 19 Frans aanwijzend voornaamwoord 22 Soort organismen die zuurstof gebruiken om in leven te blijven 23 Werkadres van de premier 26 De sneeuwmaand van de kalender van Napoleon 28 Van keizer van Rome tot hond van Carmen 30 Chinese maat 32 Franse zaadkorrel in je stem? 35 Machine voor laden en lossen, palettransport enz. 37 Voorbij 38 Engel op het Brusselse stadhuis 39 Duitse stormtroepen in WO II 40 Tweemaal de achttiende letter 42 Beroep uit Brusselhit van Johan Verminnen 43 Rivier of riool door Brussel? 48 ‘Door het feit zelf, noodzakelijkwijs’ meestal voor ‘facto’ te vinden 51 Deel van de bijbel 52 Lijfspreuk, devies, leuze 54 Urine 56 Griekse god van de oorlog 58 Griekse godin van de dageraad 60 In geel blokje op vorige pagina’s als we iets weggeven 64 Eerste woonbootbewoner? 66 Muzieknoot 67 (Meestal) man van je ma 68 Oude lengtemaat
60
ADVERTENTIE
VOLGENDE MAAND IN KLASSE
Maandblad voor onderwijs in Vlaanderen Uitgegeven door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming - Agentschap voor Onderwijscommunicatie. Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel Nr. 243 — maart 2014 Hoofdredacteur: Pieter Lesaffer Eindredacteur: Kris Vanhemelryck Redactie: Nele Beerens, Wouter Bulckaert, Tinne Deboes, Bart De Wilde, Leen Leemans, Michel Van Laere, Wim Vercruysse Medewerkers: Wouter De Craen, Inne Haine, Lien Hubert, Dirk Vercampt Beeldredacteur: Jo Valvekens Vormgeving: Peter Mulders, Tim Sels Coverbeeld: Jens Mollenvanger Klasse.be: Michel Aerts, Wietse Coolen, An Declerq, Stijn Govaerts, Mieke Keymis, Stefaan Tolpe, Toon Van de Putte, Annelies Vaneechoutte TV.Klasse: Robin De Vries, Hans Vanderspikken, Wouter Vanmol
62
Actie & Campagne: Cherline De Maeght, Kerim Helaut, Geert Neirynck, Yvette Schreurs, Anne Siccard, Marc Vanbelle, An Van den Bergh, Sonja Van Droogenbroeck, Bavo Wouters Staf & secretariaat: Sabrina Claus, Patrick De Busscher, Hannah El-Idrissi, Souâdia El-Moussaoui, Ann Nevens Publiciteit: Diana De Caluwé Personeel & Organisatie: Ann Lips Verantwoordelijke uitgever: Luc Jansegers, Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brussel. Wil je reageren op een artikel of heb je nieuws voor de redactie? 02 553 96 86 of
[email protected]. Wil je adverteren in Klasse? 02 553 96 94 of
[email protected]. Heb je een aanbod voor de lerarenkaart of een vraag over een lerarenkaartactie? 02 553 96 95 of
[email protected].
Alle actieve Vlaamse leraren en CLB-medewerkers krijgen één Klasse gratis per adres. Een abonnement kost 28 euro voor 10 nummers (bel 02 553 96 88 of mail
[email protected]). Gepensioneerden, terbeschikk inggestelde leraren en individuele studenten krijgen een abonnement tegen halve prijs. Adreswijzigingen regel je uitsluitend via je eigen schooladministratie. Voor scholen die dat wensen is er ook Yeti (derde graad lager onderwijs), Klasse voor Ouders (kleuteronderwijs tot en met tweede jaar secundair onderwijs) en Maks! (derde tot en met zevende jaar secundair onderwijs). Overname van artikels uit de publicaties van Klasse is geen probleem, mits je de bron expliciet vermeldt. De cartoons, foto’s en illustraties worden door het auteursrecht beschermd. Lees Klasse online op www.klasse.be/leraren.
ADVERTENTIE ADVERTENTIE
Afgiftekantoor Gent X – Pnr: P004699 Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming Redactie KLASSE Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel
TIJDSCHRIFT
verschijnt maandelijks (behalve in juli en augustus)
10 APRIL STAD MET KLASSE
OP VADROEI DUI BRUSSEL
©©Artur©Eranosian
Op©donderdag©10©april,©de©eerste©donderdag©van©de©paasvakantie,©tronen© Brusselse©locals©je©mee©naar© 26©verborgen©en©minder©verborgen,© authentieke©plekjes©van©hun©stad.©Voor© meer©dan©duizend©leraren,©hun©gezin© en©vrienden.©De©gratis©gezinsdag©is©een© organisatie©van©VGC,©Onderwijscentrum© Brussel,©Br(ik©en©Muntpunt.©Meer©info© krijg©je©op©p.©46/47.©Inschrijven©via© www.lerarenkaart.be/inschrijven.
België – Belgique
PB/PP 3/9156