Migratie Internationale Organisatie voor
i
nfo
Themanummer Arbeidsmigratie
13 e j a a r g a n g n u m m e r 2 2e k w a r t a a l 2 0 0 7
i
n
h
o
u
d
Arbeidsmigratie In dit nummer van Migratie Info staat het thema Arbeidsmigratie centraal. Arbeidsmigratie is wereldwijd en in Nederland een zeer actueel onderwerp. Wereldwijd is arbeidsmigratie onlosmakelijk verbonden aan de globalisering. Daarbij staat ook de relatie tussen arbeidsmigratie en het thema ‘migratie en ontwikkeling’ in het middelpunt van de belangstelling. IOM vervult daarin een belangrijke rol door het ondersteunen van zowel individuele migranten als overheden in zendende en ontvangende landen. Dr. Maria Brons, hoofd Strategie & Programma’s, vertelt over de praktijk van IOM Nederland. Nilim Baruah van IOM Genève schetst een aantal internationale ontwikkelingen en de inzet van IOM wereldwijd. Het thema arbeidsmigratie is ook onderwerp van het World Migration Report 2007 dat IOM nog dit jaar uit zal brengen. In Nederland speelt de operationalisering van de Nota “naar een modern migratiebeleid” en heeft het kabinet begin juni ingestemd met het door de Sociaal Economische Raad (SER) uitgebrachte advies ‘arbeidsmigratiebeleid”. SER-voorzitter dr. Alexander Rinnooy Kan geeft een toelichting op het SER advies. Vertegenwoordigers van werkgevers en van werknemers geven hun visie. Een expat en een Poolse arbeidsmigrant vertellen hun ervaringen. Het themanummer sluit tevens aan bij het recent uitgebrachte IOM jaarverslag over 2006, waarin Dr. Jeroen Doomernik van het IMES Universiteit Amsterdam zijn visie op arbeidsmigratie beschrijft (zie ook pagina 18) IOM Nederland: dienstverlener bij arbeidsmigratie
2
IOM internationaal: Arbeidsmigratie en globalisering
4
Dr. Rinnooy Kan: “Arbeidsmigrant moet zich welkom weten”
5
FNV-bestuurder Leo Hartveld: “Meer kleur en nieuw evenwicht op de arbeidsmarkt”
8
Van Polen naar Nederland: “Arbeidsmigratie maakt je sterker en slimmer”
10
MKB-Nederland: “Migratie is geen antwoord op vergrijzing”
12
Expat Billy Allwood na twaalf jaar Nederland: “Nederland is aantrekkelijk maar niet zo gastvrij”
14
IOM - programma’s arbeidsmigratie wereldwijd
16
Jaarverslag 2006
18
r
u
b
r
i
e
k
e
Varia
M i g r a t i e
n 11
in f o ,
1 3
e
j a a r g a n g
n u m m e r
2
IOM Nederland:
Dienstverlener bij arbeidsmigratie zoek van de Nederlandse overheid het verloop gevolgd en beschreven. Daarbij is vooral gelet op de informatievoorziening vooraf, de begeleiding tijdens de werkperiode in Nederland en de kansen na terugkeer. “Wat bleek? Er was sprake van informatieachterstand over de werksituatie in Nederland. Er waren misverstanden over diploma’s, het belastingsysteem en de kosten van levensonderhoud hier in Nederland. Ten slotte bleek het ook moeilijk om achteraf werk te vinden in Polen. Die zaken moeten vooraf beter geregeld zijn.”
“Als wij naar arbeidsmigratieprocessen kijken, zijn de belangen van zendende en ontvangende landen en economieën en de behoeftes van de individuele migrant van evenredig groot belang. De uitdaging is om concreet te maken dat het bij circulaire migratie om win-win-win gaat. IOM benadert de vraagstelling vanuit de positie van de migrant, de persoon die op zoek is naar kansen en mogelijkheden elders, die graag in Nederland wil werken en geld wil verdienen. Goed begeleide migratietrajecten zijn daarbij nodig. Onze dienstverlening kan beginnen bij goede voorlichting voordat de migrant een keuze maakt en loopt door tot advisering in Nederland en terugkeer.” Dr. Maria Brons belicht het belang van arbeidsmigratie en de mogelijkheden van IOM.
Praktijk van IOM in Nederland In de dienstverlening op het gebied van migratie is IOM in Nederland sinds jaren actief. IOM biedt migranten ondersteuning bij aankomst, transit of terugkeer, geeft voorlichting over migratie, biedt begeleiding aan uitgenodigde vluchtelingen of bij gezinshereniging en organiseert projecten voor tijdelijke uitzending van mensen. Arbeidsmigratie begint in het land van herkomst, voordat een migrant een beslissing neemt. Dat kan alleen als hij juiste informatie heeft over rechten, plichten, kosten en inkomsten. Goede voorlichting kan voorkomen dat mensen slachtoffer worden van mensenhandelaren of illegaal naar Nederland komen. “Die informatieverstrekking is bij uitstek een rol voor IOM”, vindt Brons. “Juist omdat we in zoveel herkomstlanden missies hebben. In een aantal landen heeft IOM ‘migration information points’ waar potentiële arbeidsmigranten informatie kunnen krijgen.” In het SER-advies Arbeidsmigratiebeleid wordt gepleit voor het sluiten van bilaterale overeenkomsten tussen Nederland en met name ontwikkelingslanden waar
Nederland een relatie mee heeft. IOM kan bij het ontwikkelen en uitvoeren van dergelijke overeenkomsten een zinvolle rol spelen. Brons geeft het voorbeeld van Ghana. “In het kader van MIDA bemiddelen we voor hoogopgeleide Ghanese Nederlanders dat ze tijdelijk in Ghana kunnen werken. IOM zorgt voor de werving, de matching en de tijdelijke uitzending van daarvoor in aanmerking komende Ghanezen.” Ook in het kader van het IOM programma TRQN (Temporary Return of Qualified Nationals) dragen mensen bij aan de wederopbouw. “We steunen in Nederland bijvoorbeeld gemotiveerde Nederlandse Afghanen, Soedanesen en Sierra Leonesen om tijdelijk bij te dragen aan de wederopbouw aldaar. We hebben een databank van mensen die tijdelijk uitgezonden willen worden om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling in het herkomstland. IOM maakt een voorselectie door de vacatures in het herkomstland met de belangstellenden in Nederland te koppelen. De eindbeslissing wordt door de werkgever genomen.” Voor het project van Poolse verpleegkundigen die in 2003 en 2004 naar Nederland kwamen heeft IOM op ver-
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
IOM voor werkgever en werknemer Grote bedrijven en multinationals hebben zelf expertise in huis. “IOM kan het midden- en kleinbedrijf van dienst zijn. Een kleine of middelgrote onderneming die af en toe een of enkele arbeidsmigranten zoekt, kan moeilijk zelf alle regelgeving en taakverdeling tussen instanties bijhouden en contacten met het land van herkomst leggen. IOM kan in dienst van het bedrijf deze contacten leggen en een sollicitant voorlichten en voor het bedrijf naar de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) gaan.” Voor de midden- en lageropgeleide arbeidsmigrant kan IOM een cruciale rol spelen in de sfeer van voorlichting en voorbereiding. “We moeten voorkomen dat juist lager opgeleiden slachtoffer worden van bemiddelaars die voor veel geld een visum willen regelen.”
Circulaire migratie Circulaire migratie is voor Brons een logisch gevolg van de globaliserende economie. “Steeds meer mensen verlaten tijdelijk huis en haard, gaan elders werken en geld verdienen om dan weer
j a a r g a n g
n u m m e r
2
leide arbeidsmigrant aan kennis en vaardigheden mee kan nemen als hij weer terugkeert. “Velen gaan er vanuit dat Nederland zo veel beter is en mensen iets te leren heeft. Er zijn echter ook veel mensen met vaardigheden waar Nederland profijt van kan hebben. Dat zijn echt niet alleen hoogopgeleide kennismigranten.” Op de vraag naar de consequenties van migratie, zoals braindrain, antwoordt Brons: “We kijken naar alle aspecten. De zorg om braindrain ligt eigenlijk aan de basis van het eerder genoemde MIDA programma.”
Dr. Maria Brons, hoofd Strategie & Programma’s van IOM Nederland
naar huis terug te keren. Bevorderen van Circulaire migratie kan een antwoord zijn op spontane migratie waardoor veel misbruik van mensen voorkomen kan worden.” Met het REAN-programma van IOM kunnen afgewezen asielzoekers of illegale migranten terugkeren. Als het gaat om terugkeer van arbeidsmigranten, wijst Brons op de eigen verantwoordelijkheid van de arbeidsmigrant. De keuze van mensen om in de illegaliteit in een land te verblijven is uit nood geboren.
Humaniteit en mensenrechten Veel of weinig regelgeving, wel of geen bilaterale overeenkomsten: volgens Brons zal illegale arbeidsmigratie nooit verdwijnen. “Er blijven mensen die proberen hun toekomst elders op te bouwen, zoals de migranten uit Subsahara Afrika die naar Europa komen. Ze worden gedreven door dromen, frustratie thuis en slechte economische omstandigheden en toekomstperspectieven. Ze vertrekken en zien wel hoe ver ze komen.” Brons
IOM kan mensen in een migratieproces van begin tot einde begeleiden. Als de legale mogelijkheden verbetert zijn, dan is de terugkeer naar eigen land duidelijk en daarmee vanzelfsprekend vrijwillig. In dat proces kan IOM een goede rol spelen voor de tijdelijke arbeidsmigrant, indien de overheid ons deze taak wil toe kennen. Het valt Brons op dat in Nederland vaak wordt gesproken over wat de lager opge-
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
maakt zich zorgen over de potentiële kwetsbaarheid van mensen. “Vooral uit humanitair oogpunt is illegale arbeidsmigratie niet goed omdat het mensen blootstelt aan uitbuiting. Naast de opsporing en vervolging van bedrijven die zich strafbaar maken aan uitbuiting van illegale arbeidsmigranten is de bescherming van illegale arbeidsmigranten belangrijk.
j a a r g a n g
n u m m e r
2
Mensenrechten gelden voor iedereen, waar je bent, wie je bent, welke plannen je hebt. Het gaat om mensen en niet om arbeidskrachten, niet te vergeten”
IOM in de toekomst Op dit moment is IOM in gesprek met de Nederlandse overheid en uitvoerende organisaties over de uitvoering van de in de kabinetsnota ‘naar een modern migratiebeleid’ beschreven migratietrajecten. Brons benadrukt hoe uniek en breed de rol van IOM is op het gebied van migratie. “IOM is er voor mensen die in een migratieproces zitten en kan indien nodig het gehele proces van begin tot einde begeleiden. Dat begint met informatie geven en beoordeling van de qualificaties in het land van herkomst. Wordt een kandidaat gematched dan kan IOM de overkomst organiseren. In Nederland kan IOM dienen als informatiepunt en als vraagbaak bij eventuele sociale problemen. IOM kan het acceptatieproces bevorderen en/of begeleiding bieden bij terugkeer, zowel in de voorbereidende als praktische zin. Tot slot is IOM deskundig en beschikbaar voor ondersteuning bij re-integratie na terugkeer. Als intergouvernementele organisatie speelt IOM een bijzondere rol bij migratieprocessen, zonder winstoogmerk of eigen belang. “We hebben in 2006 bijna drieduizend mensen gefaciliteerd bij zelfstandig vertrek uit Nederland, meer dan honderd mensen ondersteund bij tijdelijke terugkeer naar zeven verschillende landen met het oog op duurzame ontwikkeling en meer dan duizend mensen geholpen bij hun overkomst naar Nederland. Dit is het resultaat van een goede samenwerking met alle partijen. IOM is dienstverlenend, resultaat gericht, informerend en daadwerkelijk uitvoerend.”
IOM internationaal:
Arbeidsmigratie en globalisering Naar schatting 86 miljoen arbeidsmigranten werken in een ander land dan het eigen land. Het afgelopen decennium tonen steeds meer landen belangstelling voor arbeidsmigratie. “Arbeidsmigratie speelt een grote rol in de globalisering en biedt nieuwe mogelijkheden en kansen als het gaat om goed beheer van migratiebewegingen”, aldus Nilim Baruah, vertrekkend coördinator arbeidsmigratie bij het hoofdkantoor van IOM in Genève.
De behoefte aan en het belang van arbeidsmigratie is terug te leiden tot drie factoren: de ‘pull-behoefte’ vanwege demografische ontwikkelingen en arbeidsmarktbehoeften in veel geïndustrialiseerde landen, de ‘push-behoefte’ van arbeidsmigranten vanwege werkloosheid, crisis of instabiliteit in minder ontwikkelde landen en als derde de bestaande netwerken tussen landen vanwege familie, cultuur en geschiedenis. Voor veel mensen is de mogelijkheid om in het buitenland te werken en weer terug te keren naar het eigen land, de basis om te kunnen voorzien in het levensonderhoud. Arbeidsmigratie dan wel economische migratie heeft echter niet alleen positieve gevolgen. “In materieel opzicht hebben de mensen een beter inkomen, toegang tot sociale voorzieningen en krijgen de kinderen beter onderwijs. Ook het uitmaken van een internationale gemeenschap temidden van verschillende culturen kan profijt opleveren. In immaterieel opzicht echter moet de arbeidsmigrant een gezinsleven opofferen als vrouw dan wel man en kinderen niet mee (kunnen) gaan en wordt hij of zij een vreemde in een nieuw land.”
Samenwerking tussen landen Arbeidsmigratie vereist goede samenwerking tussen landen. “Het succes hangt af van de creativiteit van de
migrant om de nieuwe situatie aan te kunnen. Wat de arbeidsmigrant echter daadwerkelijk kan bereiken hangt af van het migratiebeleid in zowel zendende als ontvangende landen.” Daar is in toenemende mate sprake van, merkt Baruah op. “Ontvangende overheden herkennen op tal van terreinen het belang van arbeidsmigratie en ontwikkelen uiteenlopende vormen van toelating, afhankelijk van de behoefte van de arbeidsmarkt. Meestal is er onderscheid wat betreft de duur van het verblijf en de vaardigheden van de gezochte arbeidskrachten.” Ook zendende landen buigen zich over buitenlandse werkgelegenheid. “Hun bijdrage loopt uiteen van het geven van een laissez-passer tot intensieve betrokkenheid bij het proces, zoals de werving van kandidaten. Meestal zorgen de landen dat in ieder geval de rechten en belangen van migranten worden gerespecteerd. Niet in de laatste plaats kijkt men naar een zo optimaal mogelijk profijt voor de eigen economie.”
onaal en multilateraal. “Bilaterale overeenkomsten zijn een belangrijk middel voor overheden om tijdelijke arbeidsmigratie te regelen en te faciliteren. Voor bestemmingslanden is het primaire doel de tekorten op de arbeidsmarkt het hoofd te bieden. Zij werven bijvoorbeeld seizoenswerkers in de agrarische sector, verpleegkundigen in de gezondheidssector en hogeropgeleiden voor de informatietechnologie.” Bilaterale overeenkomsten bieden landen de mogelijkheid om specifieke groepen te benaderen en in te spelen op veranderende arbeidsmarktsituaties. Ook is het dankzij deze overeenkomsten mogelijk dat zendende en ontvangende landen samen zorgen voor het monitoren en beheren van migratie. Om onrust onder de nationale arbeidskrachten te voorkomen kunnen afspraken gemaakt worden over salariëring en sociale zekerheid. “Om die redenen hebben veel landen gekozen voor bilaterale overeenkomsten op het gebied van arbeidsmobiliteit”, aldus Baruah.
Overeenkomsten
Op pagina 16 staat een overzicht van wereldwijde IOM-programma’s op het gebied van arbeidsmigratie, die in 2006 zijn uitgevoerd. Het illustreert tevens wat IOM Nederland voor de overheid, migranten en werkgevers kan betekenen.
IOM ziet arbeidsmigratie als een transnationaal proces, waarbij noch zendende noch ontvangende landen afzonderlijk in staat zijn om alle aspecten ervan op te lossen. Samenwerking in het beheren van arbeidsmigratie is essentieel en kan zowel bilateraal, regi-
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
j a a r g a n g
n u m m e r
2
Dr. Alexander Rinnooy Kan
Rinnooy Kan dat het vooralsnog niet om grote aantallen gaat, naar schatting om enkele duizenden sollicitanten die toegelaten worden. Hij voegt er direct aan toe dat de cijfers zo beperkt zijn vanwege de ingewikkelde procedures. “We verwachten dat het aantal zal groeien als het sneller en eenvoudiger is om naar Nederland te komen. Talenten kunnen we goed gebruiken en voor hen willen we deur open zetten. Ook hoop ik op een groei van buitenlandse studenten die hier willen studeren. Ook zij zijn hartelijk welkom en moeten ruim de tijd krijgen om na de studie hier werk te vinden.”
“Arbeidsmigrant moet zich welkom weten” “Arbeidsmigratie moet je reguleren en niet afwachten wat je overkomt. Dat is in het belang van Nederland en van de mensen die zich aanmelden. Goed beleid betekent dat wie welkom is zich ook welkom weet en zich niet het slachtoffer voelt van een ingewikkelde bureaucratie.” SER-voorzitter dr. Alexander Rinnooy Kan is blij dat het kabinet op 1 juni heeft ingestemd met het SER-advies over arbeidsmigratie. “Het meest vernieuwende van dit advies is namelijk de omslag van ‘nee tenzij’ naar ‘ja mits’. We willen elk talent van buiten Europa dat waarde toevoegt aan onze arbeidsmarkt met
Nederland kansrijk?
open armen ontvangen.”
Het advies van de SER (Sociaal Economische Raad) ‘Arbeidsmigratiebeleid’ werd in maart 2007 uitgebracht betreft de arbeids- en studiemigratie van personen buiten de EU, ofwel ‘derde landers’. De kern van het advies is het met open armen ontvangen van kenniswerkers van buiten Europa. Dit draagt bij aan de ontwikkeling van een kennissamenleving en het op peil houden van de internationale concurrentiepositie van Nederland. Voor lager opgeleiden geldt een restrictief beleid. Nieuw in het advies is ook de mogelijkheid van een aanbodgestuurde werkwijze. Dit houdt in dat hoogopgeleide migranten die aan bepaalde voorwaarden voldoen, naar Nederland kunnen komen om hier werk te zoeken of een bedrijf te starten. “We gaan er vanuit dat er voldoende werkgevers zijn die belangstelling hebben voor hoger opgeleiden. Als die er echter niet zijn, dan – en dat is zeker vernieuwend – biedt ons advies die hoogopgeleide migrant gelegenheid om via een puntensysteem zelf naar Nederland te komen en zijn of haar eigen weg te zoeken binnen de Nederlandse economie. We veronderstellen dat zij voor een deel ook hun eigen werk creëren, dat is
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
immers de kracht van deze categorie.” In het advies benadrukt de SER dat de toelatingsprocedures voor arbeidsmigranten sneller en minder bureaucratisch moeten worden. De vele instanties zouden moeten werken vanuit één loket waar de werkgever en de arbeidsmigrant terecht kunnen. Op de vraag naar het verwachte aantal vacatures en/of kandidaten, antwoordt
Nederland als land en vestigingsplaats heeft volgens Rinnooy Kan kansen genoeg. “Ons land ligt centraal in Europa en heeft een mooie traditie in het verwelkomen van mensen die we nu ‘kennismigranten uit het buitenland’ noemen. Al enkele eeuwen kwamen ze hier onder andere namen en hebben ze in cultureel, wetenschappelijk en economisch opzicht waarden toegevoegd aan ons land. Dat is een traditie om trots op te zijn en voort te zetten.”
SER-voorzitter dr. Alexander Rinnooy Kan
j a a r g a n g
n u m m e r
2
Het imago van Nederland is de afgelopen jaren echter verslechterd. “De belangstelling onder de getalenteerde beroepsbevolking wordt eerlijk gezegd nogal gekleurd doordat Nederland in korte tijd een reputatie heeft opgebouwd een lastig toegankelijk land te zijn. Ik hoop en verwacht dat we dat beeld kunnen bijstellen en dat de belangstelling behoorlijk gaat groeien!” Hoewel het advies spreekt van restrictief beleid, gaat voor de niet-hoogopgeleide arbeidsmigrant de deur zeker niet dicht. Er zijn echter volgens Rinnooy Kan in Nederland en in Europa heel wat mensen die aan de slag kunnen. “Wij vinden het redelijk en verstandig om voor deze functies eerst een arbeidsmarkttest uit te voeren. In zo’n test wordt nagegaan of er voldoende geschikte kandidaten zijn. Als
Daarnaast zullen we, ook als we Europees beleid hebben, moeten concurreren. Sterker nog, we moeten harder concurreren want binnen de EU is sprake van vrij verkeer van personen. De concurrentie wordt dwingender en dat is zeker niet verkeerd. Nederland zal een van de vele landen zijn die openstaan voor deze migranten.” Rinnooy Kan hoopt dat binnen afzienbare tijd een kennismigrantenbeleid op Europees niveau wordt vastgesteld, zodat Europa in zijn geheel kan gaan concurreren met andere grote delen van de wereld. In dit verband liggen er ook de ambities zoals verwoord in het Lissabonakkoord. In dit akkoord anno 2000 hebben de regeringsleiders van de Europese Unie afgesproken dat de EU in 2010 de meest competitieve en dyna-
“Ook voor de bouw, de kinderopvang en huishoudelijke arbeid zou een vorm van circulaire migratie mogelijk moeten zijn.” dat niet het geval is, dan moeten we ook migranten met die talenten verwelkomen en kansen bieden.”
Europa Er wordt aan gewerkt, maar Europees beleid voor arbeidsmigranten is nog niet rond. Daarvoor is overeenstemming nodig over bijvoorbeeld de categorieën, de uitvoering van gezamenlijk beleid en controle over de toegang tot Europa. ”Aan die voorwaarden is nog maar heel beperkt voldaan, vandaar dat wij vinden dat Nederland daar niet op moet wachten”, verklaart Rinnooy Kan. Hij maakt zich geen zorgen over te uiteenlopend beleid in de lidstaten. Concurrentie tussen de lidstaten zal er sowieso zijn. “Alle landen zullen met ongeveer dezelfde definitie komen.
mische kenniseconomie van de wereld zou moeten zijn. Aarzelingen over deze voortgang spreekt Rinnooy Kan tegen. “Het gaat aanzienlijk beter dat menigeen denkt. Er werd gelachen en mensen waren cynisch, maar er zijn hele precieze doelstellingen geformuleerd en het ziet er naar uit dat een groot aantal doelstellingen wordt gehaald. Ten aanzien van arbeidsparticipatie bijvoorbeeld is voor de EU als geheel afgesproken dat 70, 60 en 50 procent van respectievelijk de beroepsbevolking als geheel, vrouwen en oudere werknemers moet participeren. Nederland voldoet al aan de eerste twee doelstellingen, terwijl de participatie van oudere werknemers (in 2006: 46 procent) ook in de recente economisch minder voorspoedige jaren een beduidende stijging heeft laten zien.”
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
Ontwikkelingslanden en braindrain Hoewel het aantrekken van hoger opgeleiden uit ontwikkelingslanden tot braindrain kan leiden, adviseert de SER de verblijfsduur voor hoog opgeleide arbeidsmigranten uit ontwikkelingslanden niet te beperken. In de adviescommissie heeft arbeidsmigratie en de relatie met ontwikkelingssamenwerking tot intensieve discussies geleid, vertelt Rinnooy Kan. “Ik ben zelf erg gecharmeerd van de gedachte om mensen uit ontwikkelingslanden en met name landen waar Nederland een speciale relatie heeft, korte tijd naar Nederland te halen. Ze kunnen hier leren en werken en met de opgedane kennis en het eventueel gespaarde geld terugkeren. Het kan de landen van herkomst veel goeds opleveren.” In het advies pleit de SER ervoor deze gedachte vorm te geven door middel van bilaterale overeenkomsten met onder andere de partnerlanden van de ontwikkelingssamenwerking en leertrajecten. “Ten aanzien van beperking van de verblijfsduur was de conclusie echter dat het niet doenlijk en wenselijk is anders om te gaan met migranten uit ontwikkelingslanden dan met migranten uit de rest van de wereld. Bovendien moet je terugkeer niet opleggen. Dat betekent dus ook dat er moeilijk een voorziening te treffen valt tegen die gevreesde braindrain, waarbij talent uit ontwikkelingslanden wegebt. Uit de cijfers blijkt overigens dat het Nederlandse aandeel in de braindrain zeer beperkt is.” Toch is zorgvuldigheid geboden. Rinnooy Kan geeft als voorbeeld de groeiende tekorten aan verzorgend personeel. “Het is dan verleidelijk mensen te recruteren uit ontwikkelingslanden. Gelukkig pleit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor een gedragscode om te vermijden dat we dat op al te grote schaal gaan doen. Als SER zien wij mogelijkheden om met een circulair migratieproces deze landen niet te bero-
j a a r g a n g
n u m m e r
2
ven van teveel deskundigheid en competentie. Niet alleen voor de zorg, ook voor de bouw, de kinderopvang en huishoudelijke arbeid zou een vorm van circulaire migratie mogelijk moeten zijn. “Het zou mooi zijn als het advies van de Raad voor Werk en Inkomen om een legale markt voor persoonlijke dienstverlening te ontwikkelen, wordt aangenomen. Dan kunnen ook voor die sectoren tewerkstellingsvergunningen afgegeven worden.”
Kabinetsreactie op SER-advies Arbeidsmigratiebeleid – 1 juni 2007 Het kabinet deelt de visie van de SER over de toekomst van het arbeidsmigratiebeleid. Dat blijkt uit een schriftelijke reactie op het SER-advies Arbeidsmigratiebeleid, die de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Justitie en voor Ontwikkelingssamenwerking de raad hebben toegestuurd. De SER heeft in het advies gepleit voor een omslag in het arbeidsmigratiebeleid: het beginsel ‘nee tenzij’ moet plaatsmaken voor een basisfilosofie waarbij ‘ja mits’ de leidende
Belangrijke rol voor IOM
gedachte is.
Als het SER-advies gerealiseerd wordt, is er voor IOM in de uitvoering een belangrijke rol te spelen, aldus Rinnooy Kan. “Zeker in de sfeer van informatieverstrekking, maar ook bijvoorbeeld om arbeidsmigranten te ondersteunen bij circulaire migratie. Ik weet dat IOM een monitorrol heeft gespeeld bij de Poolse verpleegkundigen die in Nederland hebben gewerkt. Ik zie een belangrijke betrokkenheid van de organisatie bij het sluiten van bilaterale verdragen. Ik hoop dat IOM de aanbevelingen ondersteunt en een passende rol wil spelen. Gezien de professionaliteit en degelijkheid van de organisatie heb ik er hoge verwachtingen van.”
Spontane migratie Verwacht wordt dat de demografische en economische ontwikkelingen en politieke problemen in Afrikaanse, LatijnsAmerikaanse en Aziatische landen tot een enorme emigratiedruk zullen leiden. Op dit moment is er voor spontane migratie naar Europa officieel weinig ruimte. Daardoor kiezen mensen ervoor informele of illegale wegen te bewandelen. Gezien het aantal geschatte illegale arbeiders, lijkt er veel vraag naar en plaats voor deze ‘spontane’ arbeidsmigranten. “We moeten dat betreuren”, stelt de SER-voorzitter. “Voor de mensen zelf is het een heel onzeker en risicovol perspectief en voor het land is het ook niet goed. We moeten effectief en klantvriendelijk diegenen toelaten voor wie
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
Het kabinet zal hiermee rekening houden bij de uitwerking van de beleidsnotitie ‘Naar een modern migratiebeleid’ en het zal dan ook zijn standpunt bepalen over meer specifieke onderdelen van een nieuw toelatingsmodel. Dit geldt onder andere voor de kolomstructuur van een nieuw model, waarbij de SER een alternatieve indeling heeft voorgesteld. Het kabinet bestudeert verder de mogelijkheden om een puntensysteem in te voeren voor hooggekwalificeerde arbeidsmigranten. Verder onderschrijft het kabinet de één-loket-gedachte zoals neergelegd in het advies. Eerder had het kabinet al besloten de periode waarin afgestudeerde buitenlandse studenten een baan kunnen zoeken, te verlengen van drie maanden naar één jaar.
plaats is op de arbeidsmarkt. Je bewijst niemand een dienst met toelating als er geen plaats is.” Hoewel de geschiedenis leert dat na verloop van tijd veel mensen terugkeren naar het herkomstland, staan de wens en de noodzaak om migratiestromen te reguleren voor Rinnooy Kan niet ter discussie. “Natuurlijk moet je arbeidsmigratie reguleren en niet afwachten wat je overkomt. Regelen is in het belang van Nederland en van de mensen die zich aanmelden. Goed beleid betekent niet hard of onvriendelijk zijn. In tegendeel, het betekent dat wie welkom is zich ook welkom weet en zich niet het slachtoffer voelt van een ingewikkelde bureaucratie. Want dat is op dit moment wel het geval en dat betreur ik.”
j a a r g a n g
n u m m e r
2
Daarnaast wijst Rinnooy Kan op het huidige vrij verkeer van personen binnen de Europese Unie. “Je praat over een volledig open arbeidsmarkt voor zo’n 500 miljoen mensen. Dat we proberen enige greep te houden op de overige miljarden mensen, vind ik op zich niet verkeerd.” Over de toekomst ten slotte zegt Rinnooy Kan: “Over tien jaar? Dan telt Nederland meer kennismigranten die Nederland een aantrekkelijk land vinden om zich te vestigen, het liefst permanent. Ik hoop dat ze dat doorgeven aan hun vrienden, familie en collega’s en proberen hen ook naar Nederland te krijgen om er te werken. Ik zie geen enkele reden waarom het niet zal lukken.”
FNV-bestuurder Leo Hartveld
Meer kleur en nieuw evenwicht op de arbeidsmarkt Maatschappelijk debat werkt tegen ons
“Bij migratie moeten we kijken naar wat de arbeidsmarkt nodig heeft en kan absorberen. Er is een groot tekort aan hoger en deels middelbaar, vooral technisch goed opgeleide mensen. Met deze functies moet je dus anders omgaan dan met beroepen waarvoor nog veel mensen beschikbaar zijn. We hebben in de recente geschiedenis geleerd dat niet goed geregelde migratie tot problemen in de samenleving kan leiden.” Leo Hartveld is lid en penningmeester van het Federatiebestuur van de werknemersorganisatie FNV en heeft onder andere sociale zekerheid, arbeidsmarkt, arbeidsomstandigheden en zorg in portefeuille.
De FNV-visie op arbeidsmigratie vat Hartveld als volgt samen. “De FNV is principieel voorstander van arbeidsmigratie, maar niet door de deur voor elke arbeidsmigrant open te zetten. De FNV is positief over het arbeidsmigratiebeleid zoals dat in het SER-advies is voorgesteld. Voor elke arbeidskracht, of deze nu van binnen of buiten de Europese Unie komt, moeten dezelfde arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden gelden. We zijn tegen uitbuiting en wantoestanden rond de huisvesting. Dat geldt ook voor derde landers.” Bij de toelating van arbeidsmigranten wil de FNV de vraaggerichte benadering toepassen. Ofwel: aan welke mensen is behoefte en waar zijn die te vinden. “Dan kijk je eerst naar beschikbare arbeidskrachten. Wij zien dat er in Nederland en binnen de EU nog een groot bestand is van middelbaar en lager opgeleide mensen. We hebben een plicht naar deze mensen die buiten de arbeidsmarkt staan, inclusief allochtonen, vluchtelingen, mensen met een arbeidsbeper-
king en oudere werkzoekenden. De ruim miljoen Nederlanders met een arbeidsbeperking moeten ook een kans krijgen. Daar willen wij ons voor inzetten.” Behalve een vraaggerichte, stemt de FNV nu ook in met een aanbodgerichte werkwijze voor bepaalde beroepen, zoals in het SER-advies is voorgesteld. “We accepteren deze werkwijze vanwege de krapte in het aanbod en omdat het goed
De huidige arbeidsmarkt telt volgens Hartveld ruim 200.000 vacatures. Het is tijd om alles op alles te zetten om die vacatures vervuld te krijgen. Dan zal er meer nodig zijn dan het realiseren van het SER-advies, want de kansen van Nederland moeten niet te hoog worden ingeschat. “Dat moeten we vooral niet overdrijven. Niet alleen de taal speelt ons parten. Het maatschappelijk klimaat van de afgelopen jaren was buitengewoon onvriendelijk voor migranten. Het kost een aantal jaren om dat in de halen. De politiek zal op een andere toon moeten communiceren dan in het afgelopen kabinet en zoals de Partij van de Vrijheid dat nu doet. Dat zal kennismigranten niet aantrekken. Sterker zelfs, ik weet dat mensen die uit Nederland als kenniswerkers elders zijn gaan werken, overwegen om niet meer terug te komen.
“Het maatschappelijk klimaat van de afgelopen jaren was buitengewoon onvriendelijk voor migranten.” en nodig is voor de Nederlandse economie. De economie is niet gediend met langdurige tekorten in bepaalde beroepen. We moeten gedifferentieerd met arbeidsmigratie omgaan. Ook omdat we onder andere in de periode Fortuyn hebben gezien dat niet goed geregelde migratie tot problemen in de samenleving kan leiden.”
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
We moeten er snel iets aan doen. Zo’n maatschappelijk klimaat moeten we niet willen.”
Effect van restrictief beleid laagopgeleiden Met het SER-advies wordt het mogelijk om kennismigranten binnen te halen. “Dat is een grote stap vooruit en maakt
e
j a a r g a n g
n u m m e r
2
Profijt voor diverse partijen
Leo Hartveld is lid van het Federatiebestuur van de werknemersorganisatie FNV
arbeidsmigratie naar Nederland ruimer”, vindt Hartveld. Of een restrictief beleid voor lager opgeleiden effecten heeft op illegale arbeid, ziet hij niet. “Zolang er grote verschillen in de wereld zijn houden we al dan niet legale migratie. Illegale arbeidsmigratie mag niet. Iedereen wordt geacht de wet te kennen en zich er aan te houden. Persoonlijk begrijp ik wel dat mensen zoeken naar een betere leefsituatie. Maar we hebben daar regelingen voor afgesproken, ook in verband met druk op de samenleving. Daar moeten we ons aan houden.” Voor de FNV staan op dit punt een aantal zaken vast. “Wie illegaal is loopt het risico uitgezet te worden. Wie toch werkt, verdient een gelijke behandeling en eenzelfde beloning als andere werknemers. Ook illegale arbeiders moeten veilig kunnen werken en toegang hebben tot de gezondheidszorg.” Een werkgever die mensen illegaal laat werken moet een boete krijgen. Dat gebeurt steeds meer, weet Hartveld. Uit het jaarverslag van de Arbeidsinspectie blijkt dat er in 2006 voor 43 miljoen euro boetes zijn uitgedeeld.
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
Arbeidsmigratie dient meerdere partijen, vindt Hartveld. “We hebben in het SER-advies nadrukkelijk gekeken naar de belangen van de Nederlandse en Europese arbeidsmarkt, de belangen van de mensen zelf en de belangen van de landen waar ze vandaan komen. In het advies staat duidelijk dat we braindrain in de herkomstlanden willen voorkomen. Het mag niet zo zijn dat we systematisch mensen werven in een land waar voor die functies al schaarste bestaat. Wat ik mooi vind is het plan om mensen uit te nodigen hier een opleiding te volgen en ervaring op te doen en dat vervolgens in het herkomst land in te zetten. Daar sluit het idee van circulaire arbeidsmigratie op aan en hebben alle partijen profijt van.” Hartveld wijst bovendien op het feit dat arbeidsmigratie een belangrijke bron van inkomsten is voor de herkomstlanden.
het advies ook geconcludeerd dat vergrijzing niet wordt opgelost door arbeidsmigratie. Daarvoor moeten we beschikbare arbeidskrachten meer of weer aan het werk zien te krijgen.” Het vrij verkeer van personen binnen de EU en daarmee gepaard gaande arbeidsmigratie zal er volgens Hartveld toe leiden dat de nieuwe EU-landen binnen tien tot twintig jaar een met Nederland vergelijkbaar welvaarts- en inkomenspeil hebben. “Ik denk niet dat we ons met een restrictief beleid voor derde landers in de vingers snijden. Ik verwacht veel van het beschikbare aanbod in Nederland, zeker als we bereid zijn in die mensen en het opleiden ervan te investeren.” En niet in de laatste plaats pleit Hartveld er voor om de Nederlandse studenten en hoger opgeleiden die naar het buitenland zijn gegaan, terug te halen. “Dat is een groot potentieel en we moeten het voor hen aantrekkelijk maken om terug te komen.”
Helder over terugkeer Een aantal zaken in het SER-advies moet nog uitgewerkt worden. Dit geldt onder andere de mogelijkheid dat een bedrijf of sector een convenant kan afsluiten met de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) om hoogopgeleiden van buiten de EU versneld toegang te geven tot Nederland. Wel is duidelijk dat ‘tijdelijk’ ook echt tijdelijk moet zijn. “Als is afgesproken onder welke voorwaarden en voor hoe lang iemand hier komt, dan moet terugkeer ook daadwerkelijk vorm krijgen. Dat is een zaak van de betrokken ministeries in Nederland. Wie hier studeert weet binnen welke termijn hij of zij in eigen levensonderhoud moet voorzien. Lukt dat niet, dan dient men terug te keren.”
Arbeidsmigratie: probleem of oplossing Van arbeidsmigratie moet men geen al te hoge verwachtingen hebben. “We hebben
j a a r g a n g
n u m m e r
2
Op de vraag naar de effecten van arbeidsmigratie op termijn, schetst Hartveld dat arbeidsmigratie zowel een oplossing kan zijn als problemen kan opleveren. “Op het moment dat er krapte is kan migratie een bijdrage leveren aan de oplossing ervan. Migratie kan ook problemen opleveren. De gastarbeiders in de jaren zestig en zeventig vormden een oplossing voor met name industriële arbeid. Later leidde hun komst echter tot een integratieprobleem omdat ze zich blijvend in Nederland vestigden. Voorts ontstond een arbeidsmarktprobleem door arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Dus je kunt niet zeggen hoe de arbeidsmigratie van nu over tien of twintig jaar uitpakt.” Aan een voorspelling over de toekomst van de arbeidsmarkt waagt Hartveld zich dan ook niet. Wel concludeert hij: “We krijgen met ons allen wat meer kleur en er komt een nieuw evenwicht.”
Van Polen naar Nederland
Niet voor altijd
Arbeidsmigratie maakt je sterker en slimmer
Op de vraag of hij ooit spijt heeft gehad, vertelt Janek dat ruim twee jaar geleden de twijfel toesloeg. Teruggaan naar Polen was dichtbij. “Ik vond mijn bestaan niet zo stabiel en ik leidde een ongeregeld leven. Ik dacht na over mijn toekomst en neigde ernaar om in Polen een bedrijf te starten.” Juist in die periode ontmoet hij Sara en de liefde houdt hen voorlopig in Nederland.
Janek komt uit Polen en is nu 32 jaar. Negen jaar geleden zette hij voor het eerst voet op Nederlandse bodem. Hij kwam niet voor lang. Hij zou een paar keer gaan om een vriend die een bouwbedrijf in Nederland was begonnen, te helpen. Het pakte anders uit. Nu heeft hij zijn eenmanszaak en woont hij samen met zijn Nederlandse vriendin en studente antropologie Sara. Maar net als bij veel van zijn Poolse collega’s komt terugkeer naar Polen regelmatig naar boven.
De keuze om naar Nederland te gaan was niet moeilijk. Een aantal vrienden was er al en vooral het salaris trok Janek aan. Dat was in Nederland zeker vier keer zoveel als het salaris in Polen. “Ik ging niet zozeer om me permanent te vestigen maar om geld te verdienen. De eerste keer ging ik drie weken en daarna weer naar huis. De keer erop bleef ik al wat langer en op een gegeven moment draaide het om. Dan ging ik af en toe naar huis en was ik voornamelijk in Nederland.” Helaas lukte het niet om een arbeidsvergunning te krijgen, ook niet toen hij een aantal jaar later een Nederlandse werkgever vond. “Die heeft serieus geprobeerd om een tewerkstellingsvergunning te krijgen, maar tevergeefs. Het was ontzettend ingewikkeld.” Sinds Polen in mei 2004 lid werd van de EU is dat probleem opgelost en verblijft Janek legaal in Nederland. Nu is hij een zogenoemde zelfstandige zonder personeel, een zzp-er. “Ik heb toen, net als een vriend van mij, een eigen bouwbedrijf gestart en dat met de Kamer van Koophandel geregeld.” De taal vormt geen belemmering. Vrijwel alles kan in het Engels en inmiddels verstaat Janek het Nederlands goed en spreekt hij het redelijk.
10
Belangstelling wordt minder Janek schat dat na de toetreding tot de EU en het openstellen van de grenzen voor arbeidskrachten er nu zo’n vier- tot vijfhondderdduizend Polen in Nederland werken. De belangstelling neemt af, zo ziet hij. “Polen verandert. Het gaat er goed, er is zelfs een tekort aan goede arbeidskrachten, in ieder geval aan goede bouwvakkers. Het salaris voor bouwvakkers in Polen is daarom nu een stuk hoger. Ik weet dat ook veel verpleegsters zijn weggegaan omdat ze er weinig verdienen. Zij zijn voornamelijk naar Tsjechië en Ierland gegaan.”
Overigens was Janek niet de enige die ging twijfelen. Van de vrienden die negen jaar geleden ook naar Nederland kwamen zijn sommigen getrouwd en hebben hier een gezin. Maar anderen, en ook degenen die later kwamen, doen het vooral om hard te werken, geld te sparen en in Polen een bedrijf te starten. “Ik ken persoonlijk nog niemand die is teruggegaan, maar allemaal praten ze erover en zijn ze plannen aan het maken. In Polen heb je natuurlijk veel meer ruimte en kun je grond kopen om een huis te bouwen. Ik ken niemand die zegt dat hij hier voor altijd wil blijven. Zeker mensen die in de tuinbouw en landbouw werken komen voor korte tijd. Ze verblijven op een camping, werken zeven dag per week, sparen het verdiende geld en gaan weer terug. Dat is een heel grote groep.”
Bouwondernemer Janek: “Ik ken niemand die zegt dat hij hier voor altijd wil blijven.”
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
j a a r g a n g
n u m m e r
2
Of hij anderen zou aanraden het te doen weet hij niet. “Het is nog steeds aantrekkelijk, dat wel. Maar ik ken ook veel mensen die het zwaar vinden en teleurgesteld zijn. Ze sparen hard om in Polen aan de slag te gaan.”
me een ‘dutchman’, bijvoorbeeld als ik materialen koop en collega’s ontmoet in een bouwcentrum. Maar ook als ik op straat loop en met de buren klets.” Hij vindt de Nederlanders vriendelijk en gastvrij. “Van discriminatie heb ik niets gemerkt. Ik weet wel dat gevreesd werd voor massale komst van Polen naar Nederland die onder de prijs zouden gaan werken. Ik kan me die vrees wel voorstellen, het is terecht. Want in het begin vragen ze gewoon minder salaris dan het minimumloon.”
Een belangrijke fase van zijn leven ligt nu in Nederland. “Mijn volwassen leven begon hier. Toen ik wegging woonde ik nog bij mijn ouders, ging ik ‘s avonds naar school en werkte ik overdag. Hier veranderde mijn leven. Ja, soms voel ik
v
a
r
i
Extra steuntje in de rug bij terugkeer naar Sri Lanka
a
Als glas in lood Integratieve behandeling van vluchtelingenkinderen en -gezinnen Door: Jelly van Essen en Julia Bala. Het boek handelt over kinderen die al dan niet in gezinsverband oorlog en geweld zijn ontvlucht en de draad van het leven in een nieuw land weer proberen op te pakken. Ze zijn kwetsbaar en hebben ondersteuning nodig. Het boek bevat de neerslag van vele jaren behandeling, ont-
wikkeling en onderzoek in de geestelijke gezondheidszorg voor vluchtelingenkinderen en –gezinnen. Het behandelt de problematiek, de behandelingsmogelijkheden en de rol van hulpverleners in het contact met deze kinderen en gezinnen. Uitgever Pharos - Kenniscentrum Vluchtelingen en Gezondheid, 2007 Bestelnummer 9P2007.02 ISBN 90-75955-54-5
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
Arbeidsmigratie vindt Janek een goede zaak. “Los van de aantrekkingskracht van meer salaris, is het voor jezelf een goede ontwikkeling. Je moet doorzetten, het is overleven en je ontdekt een aantal harde kanten van het leven. Je bent op jezelf teruggeworpen, in een ander land, zonder de taal en gewoontes te kennen. Het maakt je sterker en slimmer. En uiteindelijk wordt ook Polen er beter van, want daar besteden de mensen het hier verdiende geld.”
j a a r g a n g
Voluntary Assisted Return & Sustainable Reintegration Programme (VARSRP) Voor het VARSRP project is nieuw informatiemateriaal ontwikkeld. De nieuwe brochures en posters zijn in verschillende IOM locaties binnen Nederland verspreid. Deze zijn ook van de website te downloaden in de talen Engels, Singalees en Tamil. Met het VARSRP project biedt IOM Colombo sinds 2002 extra ondersteuning in de vorm van: – een overnachting in het ontvangstcentrum in Colombo in afwachting van de doorreis; – een bijdrage voor het vervoer van Colombo naar de eindbestemming; – een oriëntatieprogramma in één van de tien centra van IOM Colombo, verspreid over het land; – advies en individuele begeleiding op het gebied van maatschappelijke herintegratie. Voorbeelden zijn computer- en taalcursussen, een korte beroepstraining, het opzetten van een eigen bedrijfje dat aansluit bij de capaciteiten en wensen van betrokkene. IOM Colombo faciliteert op deze wijze (afgewezen) asielzoekers terug te keren naar Sri Lanka. Mensen die graag aan dit programma willen deelnemen kunnen bij ruim dertig missies wereldwijd terecht voor meer informatie.
n u m m e r
2
11
MKB-Nederland:
Migratie is geen antwoord op vergrijzing “In de toekomst kent de Nederlandse arbeidsmarkt een nog grotere diversiteit van personen uit andere culturen en met name meer kenniswerkers. Ook de arbeidsverhoudingen veranderen. Er zijn minder vaste banen en er is meer flexwerk. De sociale zekerheid wordt meer gericht op werkzekerheid dan baanzekerheid. Wel dreigt een gevaar van ernstige arbeidstekorten. Van de uitkeringsgerechtigden zijn er te weinig met een geschikte opleiding en ervaring. Het midden- en kleinbedrijf heeft behoefte aan goed opgeleide werknemers. Migratie is echter niet een oplossing voor arbeidstekorten als gevolg van de vergrijzing.”
Rob Slagmolen is Secretaris Arbeidsmarkt bij MKB-Nederland. MKB-Nederland behartigt de belangen voor het midden- en kleinbedrijf (MKB), waar in totaal 2,8 miljoen mensen werken. Een op de 3,6 medewerkers is van allochtone afkomst. Bij het MKB zijn 135 brancheorganisaties en 250 regionale ondernemersorganisaties aangesloten, uitenlopend van metaal tot zorg en van onderwijs tot accountancy.
Problemen op de arbeidsmarkt De huidige arbeidsmarkt is lastig, vindt Rob Slagmolen. Hij noemt als eerste de vergrijzing en demografische ontwikkeling, waarbij onderschat wordt hoe lastig het is om mensen tot hun 65-ste jaar te laten werken. Daarnaast moet er op een hoger kennisniveau gewerkt worden, terwijl juist het aanbod van werkzoekenden bestaat uit lager opgeleide mensen. “De groep die zich aandient voor werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt neemt toe, terwijl het werk in dat segment afneemt. Er moet veel gebeuren en dat gaat te langzaam. Er moeten veel meer functiegerichte re-integratietrajecten
12
komen. Sneller en ook voor mensen met die gedeeltelijke arbeidsongeschikt zijn. Gebeurt er niets, dan zie ik ernstige consequenties voor de economische ontwikkeling van ons land.” Slagmolen maakt zich grote zorgen over de arbeidstekorten die de komende jaren kunnen ontstaan. “In het geval er niemand meer is en we iedereen moeten nemen die in een uitkering zit, stort de economie in elkaar. Dat is slecht voor de concurrentiepositie van Nederland, want je kunt niet minder presteren met dezelfde kosten. Voor de honderdduizenden mensen in de bijstand zal veel maatwerk nodig zijn om hen aan het werk te krijgen of op andere wijze deel te laten nemen aan het maatschappelijk leven.”
Arbeidsmigratie altijd tijdelijk MKB-Nederland onderschrijft het SERadvies. Migratie kan echter ten dele de arbeidsmarktproblemen oplossen. “Het SER-advies helpt bij het makkelijker binnen halen van kenniswerkers. Van ‘nee tenzij’ naar ‘ja mits’ is een goede ontwikkeling. Die kenniswerkers zijn nodig om de huidige gaten te dich-
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
ten. Ook het vrij verkeer van personen binnen de EU biedt soelaas.” Wel ziet Slagmolen bij de uitwerking van het advies nog een aantal hobbels, want MKB-Nederland vindt dat alle arbeidsmigratie tijdelijk moet zijn. Hoe lang tijdelijk is, zal verschillen. “Vast staat dat men zich niet eeuwigdurend hier kan vestigen”. Wie verantwoordelijk is voor terugkeer moet nog blijken. Het idee van het kabinet om door restitutie van betaalde premies bij terugkeer de verblijfsduur te beperken, noemt Slagmolen een heilloze weg. “Premies zijn collectieve middelen, gericht op solidariteit, en daar moet je afblijven.” Op de vraag naar cijfers merkt Slagmolen dat, zeker gezien de explosieve groei in Nederland naar een hoogconjunctuur, te traag op ontwikkelingen wordt gereageerd. “Duidelijk is dat er steeds meer vacatures zijn voor hoger opgeleiden in diverse sectoren. Onze arbeidsmarktmonitor eind 2006 ging uit van 78.000. Dat gaat vooral om kenniswerkers in de ICT, de logistiek en de financiële gordel van Amsterdam. Op medisch gebied staat Nederland op topniveau, daar werken al veel kenniswerkers. Ook in de bouw zien we forse tekorten, waar voor een belangrijk deel middel- en hoogopgeleide mensen nodig zijn.” Voor deze kenniswerkers heeft Nederland voor- en nadelen. “De arbeidssatisfactie in Nederland is heel hoog, wat ook geldt voor professionaliteit en beloning. De bevolkingsdichtheid daarentegen, met gevolgen voor bijvoorbeeld de huizenmarkt en de kinderopvang, is voor velen minder aantrekkelijk. Nederland heeft in de wereld het grootste aantal deeltijdwerkers. Nu de economie aantrekt moeten we in voltijd en in deeltijd langer werken en ook werktijden substantieel veranderen, door bijvoorbeeld telewerken, anders ontstaan er forse mobiliteitsproblemen.”
j a a r g a n g
n u m m e r
2
Op de vraag in hoeverre de economie draait op illegale arbeidsmigranten, antwoordt Slagmolen: “Ik geloof niet in beweringen dat bij het wegvallen van illegale arbeid de economie stil komt te staan. Natuurlijk is Europa interessant omdat er allerlei voorzieningen zijn en mensen hier nieuw geluk kunnen vinden. Daar gaat het mensen om.” MKB-Nederland is geen voorstander van spontane of illegale migratie. Op de omvang ervan heeft de organisatie geen enkel zicht. “Op zich is het mogelijk illegale arbeid terug te dringen. Als je alles controleert kun je het tegenhouden. Maar dat is niet te doen en we willen er geen onneembaar fort van maken”, aldus Slagmolen.
Liberale arbeidsmarkt
voor enkele landen met specifieke sectoren afspraken maken. We zullen zeker ondernemers bereid vinden daar aan mee te werken. Wellicht vinden we oud-ondernemers om deze werknemers te coachen. Je kunt ook mikrokrediet meegeven en het kan onderdeel zijn van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wellicht kunnen we dat combineren door het werven van kenniswerkers uit een bepaald land paralel te laten lopen aan een aanbod voor lager opgeleiden. We moeten wel goed nadenken over de vorm, want zoiets is voor een ondernemer altijd een belasting. Hij moet nu eenmaal omzet maken.”
Rob Slagmolen, MKB-Nederland
Dat betekent ook niet dat Nederland zijn autonomie opgeeft. We hebben een open economie, maar een gesloten systeem qua belastingen en sociale zekerheid. Dat moeten we zo houden.”
Convenant met IND Op de vraag hoe MKB-Nederland het afsluiten van convenanten met de IND vorm zal geven, antwoordt Slagmolen: “We moeten een convenant kunnen sluiten, gericht op administratieve eenvoud en snelheid van handelen wanneer een kennismigrant moet worden aangetrokken. Over de exacte uitwerking vindt overleg plaats met branches. Daarin spelen uiteraard ook de sector en de schaalgrootte een rol. Grote ondernemingen kunnen dat makkelijk regelen, voor het MKB is dat lastiger.”
Circulaire migratie spreekt Slagmolen aan. “Als mensen uit ontwikkelingslanden hier kunnen werken, iets leren en
MKB-Nederland pleit voor een liberale arbeidsmarkt, waardoor het makkelijker
“MKB-Nederland vindt dat alle arbeidsmigratie tijdelijk moet zijn.” wordt in Nederland te werken. “Dat betekent niet dat we pleiten voor het ongelimiteerd openstellen van grenzen voor mensen van buiten de Europese Unie.
dat geleerde thuis in gaan zetten, heeft het profijt voor Nederland, de migrant en het herkomstland. Ik zie het als een vorm van ontwikkelingssamenwerking. Je kunt
IOM in het nieuws
beoordeling van het verantwoord terugkeren van mensen met psychische of somatische klachten. Daarbij vertrouwen we in eerste instantie op het advies van de deskundige behandelaar
De afgelopen periode stond IOM een aantal malen in de
van de betrokkene. Als er geen vaste behandelaar is of een
belangstelling bij diverse media, onder andere dagblad
advies wordt niet afgegeven, dan bespreken we intensief wat
Trouw, Opinieweekblad de Groene Amsterdammer en het Tros
de cliënt zelf als wenselijk beoordeelt én doen we er alles aan
nieuws- en actualiteitenprogramma EenVandaag.
om te zorgen voor afdoende bescherming en opvang in het
De aandacht ging daarbij uit naar complexe terugkeersituaties
herkomstland. Als daar onvoldoende aan voldaan kan worden
waar een verhaal achter zit, namelijk een Iraniër met psychi-
stoppen we de terugkeerbemiddeling.”
sche problemen, een mevrouw uit Angola en een man uit een
Een tweede belangrijk uitgangspunt is het zelfbeschikkings-
tbs-situatie naar Afghanistan.
recht van volwassen personen. “Als iemand met redelijke wilsbekwaamheid beslist om vrijwillig terug te keren en er zijn
De gedachte dat daarbij de zorgvuldigheid van IOM ontoe-
geen contra indicaties aanwezig, dan is het niet aan IOM om te
reikend zou zijn, spreekt IOM directeur Joost van der Aalst
zeggen dat betrokkene niet mag terugkeren,” aldus Joost van
tegen. “IOM bewaart een extra grote zorgvuldigheid in de
der Aalst.
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
j a a r g a n g
n u m m e r
2
13
Expat Billy Allwood na twaalf jaar Nederland
Nederland is aantrekkelijk maar niet zo gastvrij zit ook in mate waarin ze een gemeenschap vormen. Dat is bij het Octrooibureau sterk het geval. Er hangt een geheel internationale sfeer en de mensen vormen met elkaar een gemeenschap. De kinderen gaan naar een internationale school en het sociaal leven speelt zich af met collega’s.”
Hoe is het om als kennismigrant in Nederland te zijn? Wat maakt Nederland aantrekkelijk en wat is absoluut voor verbetering vatbaar? De redactie sprak met expat-deskundige Billy Allwood. De Britse kennismigrant kwam twaalf jaar geleden in opdracht van een Braziliaans bedrijf naar Nederland. Nu is hij directeur van de Engelstalige website www.TheHagueOnLine.com voor de ruim 50.000 expats in Den Haag. Ook is hij gesprekspartner voor het stadsbestuur om deze tweetalige stad een internationaal karakter te geven.
Gastvrij Nederland Allwood weet hoe lastig het is om je te settelen en je leven op te pakken in een nieuw land. Den Haag was een duffe stad en niemand wist wat er te doen was. Allwood zocht, evenals veel collega’s, zijn vertier in Amsterdam. Langzaamaan ontdekte hij dat er ook in Den Haag wel degelijk iets te doen was. Vier jaar geleden besloot hij een Engelstalige website te starten met specifieke informatie voor expats in Den Haag en omgeving. De site bevat dagelijks nieuws, achtergrondartikelen, informatie over uitgaan, gezondheid, wonen, kinderopvang, specifieke clubs voor expats en noem maar op. De internationale gemeenschap in Den Haag, met in totaal zo’n 475.000 inwoners, is groot. Er zijn meer dan 50.000 mensen afkomstig uit de geïndustrialiseerde wereld. Een zelfde aantal komt uit niet ontwikkelde landen. Daarnaast zijn er zo’n 150.000 allochtone inwoners waaronder veel mensen van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse afkomst.
Wat is een expat? Van Dale omschrijft een expat, een afkorting van expatriate, als ‘iemand die langere tijd in het buitenland verkeert, met name een werknemer die door een
14
In het Parool van 16 mei 2007 staat het internationaal opererende organisatie volgende. “Het stringente vreemdelinin het buitenland is gestationeerd’. Voor genbeleid van Nederland is een bron van Allwood is een belangrijke toevoeging ergernis voor buitenlandse bedrijven dat iemand tijdelijk werkt voor een interdie zich in Amsterdam willen vestigen. nationaal bedrijf. Hoe lang tijdelijk is, De procedures duren lang en de bejegeis echter rekbaar. “Ik ben nu twaalf jaar ning van buitenlandse expats is ‘op het hier en noem me zelf geen expat meer”, hondse af’. Buitenlandse bedrijven die al zegt hij. voor Amsterdam hebben gekozen, herIn zijn uitleg over expats maakt hij overwegen hierdoor hun vestiging in de onder andere onderscheid in werkgever stad. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van en duur van het dienstverband. Mensen KPMG naar het investeringsklimaat van die op een ambassade werken doen dat Amsterdam, uitgevoerd in opdracht van gemiddeld zo’n vier jaar. Wie bij het VNO-NCW West.” Octrooibureau in Den Haag of de Space Agency in Noordwijk werkt, met elk De vraag rijst wat expats ervaren als zo’n tweeduizend werknemers uit de hele ze in Nederland zijn. Veel expats waar wereld, doet dat Allwood contact aanzienlijk langer. heeft vinden “Of Nederland de battle mee In beide bedrijde Nederlanders ven beschikt de for brains aankan? Ik niet direct vrienarbeidsmigrant over delijk en flexibel. denk het wel.” specifieke kennis. “Wie alleen een Een ingenieur bij bar ingaat, zal Shell daarentegen kan eerder naar een er weinig mensen spreken en er in de andere international overstappen. Bij meeste gevallen ook weer alleen uitgaan. het Internationaal Gerechtshof werken Nederlanders spreken er met vrienden af, mensen soms hun leven lang of ze switen praten niet zo snel met onbekenden. sen tussen de verschillende afdelingen “Als je niemand kent ben je een beetje binnen de Verenigde Naties. “Het hangt lonely”, aldus Allwood. Wat bovendien dus af van het werk dat iemand doet opvalt is het serviceniveau, onder andere en wie de werkgever is. Het expat-zijn in vergelijking met Amerika en Enge-
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
j a a r g a n g
n u m m e r
2
land. “In een restaurant moet je zelf contact met de ober zoeken en extra wijn vragen. Als je in een winkel vraagt of iets er is, is het antwoord nee of ja. Je krijgt geen alternatieve oplossing bijvoorbeeld. Dan de gezondheidszorg. Wat niveau betreft is die zeker goed, vinden de expats. Alleen toen ik om een check up vroeg, wat zeker voor internationals normaal is, vroeg de arts waarom. Gek toch, je laat ook je auto regelmatig keuren om te voorkomen dat je te laat iets ontdekt. Expats hebben meestal het hoogste niveau van verzekeringen, dus geld kan geen rol spelen. Ik denk dat daarom hier zoveel mensen de selftests op internet doen. Want de arts onderzoekt je alleen als je gegronde klachten hebt.”
Expat Billy Allwood voelt zich geen Brit of Nederlander maar Europeaan.
Als laatste opmerkelijk verschijnsel noemt Allwood ‘de stilzwijgende verlenging van abonnementen’. “Je internetabonnement of lidmaatschap van de tennisclub, het is allemaal voor een jaar. Als je het niet opzegt wordt het voor een jaar verlengd. Natuurlijk vergeet bijna ieder-
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
Laat illegale arbeiders toe in je samenleving
een het tijdig op te zeggen. Dat irriteert een expat, zeker als hij hier voor korte tijd is.”
Wat maakt Nederland aantrekkelijk Nederland wil zich meer inspannen voor de werving van hoger opgeleiden en het toelatingsproces vergemakkelijken en versnellen. De vraag rijst of Nederland de battle for brains aankan. “Ik denk het wel,” antwoordt Allwood. “Het heeft veel voordelen om in Nederland te wonen. Het is veilig, de meeste Nederlanders spreken Engels, het is vrij makkelijk om hier te zijn en zeker in Den Haag bevind je je tussen veel mensen uit het buitenland. Nederland heeft niet het nationalisme zoals Frankrijk dat heeft. Op een bepaalde manier zijn het open mensen, het lijkt wel eens in tegenspraak, maar op deze manier is het makkelijk hier te wonen. We leven goed in een samenleving die al zestig jaar geen oorlog heeft gekend.” Bovendien speelt er in mee om wie het gaat. “Als een 25-jarige kan kiezen tussen Londen en Den Haag zal het Londen worden. Maar iemand van 35 jaar met twee jonge kinderen zal de voorkeur geven aan Den Haag. Dat is een stuk rustiger dan Londen of Parijs. De stad is klein, op de fiets ben je zo in het centrum. Tegelijkertijd zit je in Nederland heel centraal. Je bent snel in Brussel, Parijs of Londen. Je vliegt binnen twee uur naar vrijwel alle Europese grote steden.” De taal zal geen probleem vormen, weet Allwood. “Vrijwel elke Nederland boven de achttien spreekt Engels. Eigenlijk is Den Haag, de stad met de meeste expats in Nederland, al een tweetalige stad. Ik weet dat de gemeente meer voor expats wil gaan doen en dat gebeurt in het Engels. Ook studenten die naar Nederland komen, spannen zich liever in voor de Engelse taal dan voor het Nederlands.”
j a a r g a n g
n u m m e r
2
Allwood vindt zichzelf niet zozeer Brit of Nederlander. Hij voelt zich Europeaan en is blij met het vrij verkeer van personen. De niet-legale migratie van arbeiders van buiten de EU is voor Allwood eigenlijk vanzelfsprekend. “In elk welvaartsland zul je illegale arbeidskrachten zien. Ook een rijk land zoals Nederland is en blijft aantrekkelijk voor mensen uit arme landen. Zwart werken vormt een belangrijk aandeel in de economie. Het is geen geheim dat veel Nederlanders zwart klusjes laten doen, ook expats doen het. Het is nu eenmaal goedkoper.” Tegelijkertijd maakt Allwood zich zorgen over uitbuiting van illegale arbeidsmigranten in bijvoorbeeld de agrarische sector en de bouw. “We moeten het uit de sfeer van uitbuiting en misbruik halen. Dat ontstaat bij een te groot verschil tussen arm en rijk. Dat is niet goed voor een samenleving en niet goed voor de veiligheid.” Deze migranten moeten dan ook deel uitmaken van de samenleving. “Ze moeten toegang hebben tot gezondheidszorg en onderwijs voor de kinderen moet geregeld zijn. Ze willen volwaardige huisvesting en niet langer met tien mensen op een kamer slapen. Het zijn mensen en niet alleen arbeidsmigranten of goedkope arbeiders.”
Op 1 januari 2007 telt Nederland 16.358.000 inwoners. Daarvan zijn er 13.187.000 autochtoon en 3.170.000 allochtoon. Het aantal westerse allochtonen bedraagt 1.431.000 en het aantal niet westerse 1.738.000. Daarvan iets meer dan een miljoen mensen van Turkse, Marokkaanse en Surinaamse afkomst. (Bron: CBS) Meer informatie voor expats zie: www.expatica.com www.dutchnews.com
15
IOM - programma’s arbeidsmigratie wereldwijd
in Tajikistan, gestart in samenwerking in samenwerking met de OSCE. Daar krijgen (potentiële) arbeidsmigranten voorlichting over migratie naar met name Rusland. Met 4.000 personen zijn gesprekken gevoerd. Er zijn posters en brochures over veilige arbeidsmigratie verspreid, ook specifiek gericht op jongeren en vrouwen.
IOM faciliteert wereldwijd programma’s op het gebied van arbeidsmigratie die ten goede komen aan de betrokken overheden, migranten en
Legale migratie
gemeenschappen. In dat kader biedt IOM bescherming en ondersteuning
IOM assisteerde bij de werving van tijdelijke arbeiders uit Guatemala naar Canada. IOM medewerkers zorgden onder andere voor werving en selectie van kandidaten, het regelen van een medische keuring en visa en een oriëntatieprogramma voorafgaand aan vertrek. Het programma begon in 2003 met 215 migranten en steeg in 2006 tot bijna 1.300 werkers. Zij werkten voor in totaal 108 firma’s in de provincies Quebec en Alberta. Dankzij deze IOM ondersteuning hebben alle partijen profijt van deze circulaire migratie. Bovendien worden de risico’s en kosten van illegale migratie tegengegaan. Sinds 2003 assisteert IOM de Tsjechische autoriteiten met een informatiecampagne ‘Selectie van gekwalificeerde buitenlandse werknemers’. Het programma is gericht op terugkeer van deskundige experts naar de Tsjeschische republiek. De belangstelling was groot: bijna 10.000 mensen belden om informatie. In Islamabad organiseerde IOM een workshop over arbeidsmigratiemogelijkheden vanuit Azië naar EU-lidstaten, waaraan vertegenwoordigers van Aziatische landen deelnamen. De workshop leidde tot zogenoemde Market Research Units in de deelnemende Aziatische landen om de arbeidsmigratie te monitoren en informatie over de buitenlandse arbeidsmarkt te bundelen. Op verzoek van de Koreaanse overheid ontwikkelde IOM een onderzoek naar arbeidsmigratie managementsystemen in twaalf herkomstlanden voor migrant-
aan arbeidsmigranten en hun families, bevordert IOM economische en sociale ontwikkeling en stimuleert IOM legale vormen van arbeidsmigratie als alternatief voor ongereguleerde migratie. Zowel overheden als migranten wenden zich tot IOM voor ondersteuning bij het reguleren van arbeidsmigratie en voor directe assistentie aan migranten.
In 2006 heeft IOM op vijf aandachtsgebieden gewerkt aan arbeidsmigratieprogramma’s: – beleidsadvisering en capaciteitsopbouw; – bewustwording en voorlichting; – faciliteren van reguliere migratieprogramma’s; – meer effect van geldovermakingen op de ontwikkeling van herkomstlanden; – bevorderen van dialoog en samenwerking tussen landen op het gebied van migratie.
samenwerking en de uitwisseling van best practices. Doel is het aannemen van illegale werknemers te voorkomen en legale arbeidsmogelijkheden te bevorderen. Wat betreft beleidsadvisering heeft IOM op verzoek van de Europese Commissie meegedacht over een plan voor legale migratie. Ook ontwierp IOM een blauwdruk voor zogenoemde ‘Mobility Packages’ voor de Europese Commissie met betrekking tot wereldwijde migratie.
Bewustwording en voorlichting Beleidsadvisering en capaciteitsopbouw In samenwerking met de OSCE (Organisatie voor veiligheid en samenwerking in Europa) en de International Labour Organisation (ILO) heeft IOM een handboek samengesteld over arbeidsmigratiebeleid; een uniek gereedschap voor beleidsmakers en praktijkmensen. Het handboek is ook vertaald in het Russich en wordt gebruikt tijdens workshops voor vertegenwoordigers uit de CS-regio. In het tegengaan van illegale arbeid assisteert IOM overheden uit Finland, Letland en Rusland bij administratieve
16
Voor Bangladesh ontwikkelde IOM een trainingspakket voor arbeidsmigranten, zodat ze beter voorbereid een buitenlands contract aangaan en er meer profijt van kunnen hebben. Het trainingsmateriaal is ook geschikt gemaakt voor ngo’s die voorlichting geven aan migranten. In Slowakije startte IOM met Migratie Informatie Centra om migranten te assisteren bij hun integratie op de arbeidsmarkt. Deze MIC’s geven informatie en advies om zo de toegang tot de arbeidsmarkt te vergemakkelijken. Vergelijkbaar is het Information Resource Centre voor arbeidsmigranten
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
j a a r g a n g
n u m m e r
2
werkers in Korea. Het onderzoek moet bijdragen aan een nieuw werkvergunningsysteem. In 2003 zijn er, op basis van schriftelijke afspraken tussen de Nederlandse overheid en de Poolse overheid onder bepaalde voorwaarden en met inachtneming van de Wet Arbeid Vreemdelingen (Wav), verpleegkundigen uit de genoemde landen tijdelijk tewerkgesteld in Nederland. IOM Nederland volgde het proces van werving, selectie, aanstelling en opvang van deze Poolse verpleegkundigen.
makingen bijdragen aan verbetering van gezondheidscondities en onderwijsvoorzieningen voor de ontvangen gezinnen. Doel is de overheid van Guatemala te ondersteunen in het realiseren van de Millenium Doelstellingen.
Dialoog en good practices
Geldovermakingen De meest directe link tussen migratie en ontwikkeling vormen de zogenaamde remittances, de geldbedragen die migranten naar het thuisland zenden. In 2006 deed IOM samen met het Zwitserse Forum voor Migratie en Populatie Onderzoek (SFM) en de Europese Bank voor Heropbouw en Ontwikkeling (EBRD) onderzoek naar mogelijkheden om geldovermakingen vanuit Zwitserland naar Servië bij te laten dragen aan de ontwikkeling van het land. De onderzoeksresultaten worden gebruikt om concrete, haalbare investeringsstrategieën te ontwikkelen. IOM publiceerde de resultaten van een onderzoek in Guatemala over hoe over-
In samenwerking met de overheid van Benin en de Verenigde Naties organiseerde IOM in Benin de eerste ministeriële conferentie over overmakingen naar de zogenoemde Least Developed Countries. Overheidsvertegenwoordigers uit 25 landen kwamen bij elkaar om ontwikkelingseffecten van overmakingen te bespreken. In Albanië bood IOM een werkgroep ondersteuning bij het ontwikkelen van een strategie voor zowel korte als lange termijn om de sociale, eonomische en politieke impact van overmakingen te vergroten. De implementatie van het plan wordt in de loop van 2007 afgerond. In El Salvador en de VS begon IOM in 2006 een versterkingscampagne met trainingen gerelateerd aan het benutten van de overmakingen. In Tajikistan heeft IOM samen met het United Nations Development Programme de activiteiten met het oog op ‘overmakingen voor ontwikkelingen’ verder
Uitbetaling van de geldovermaking van een familielid die in het buitenland werkt.
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
j a a r g a n g
n u m m e r
2
uitgebreid. In coördinatie met lokale ontwikkelingscomités zijn er kleine zakelijke en agrarische leningen geboden aan de huishoudens van arbeidsmigranten die een gelijk bedrag uit overmakingen hebben geïnvesteerd. In de Zarason Valy zijn 17 gemeenschapsprojecten gerealiseerd, met gebruikmaking van meer dan 13.700 USD van plaatselijke geldovermakende migrantenfamilies. Veertig mensn, waaronder zestien vrouwen, volgden een cursus voor financieel management.
Regionale Dialoog Een integrale benadering om legale migratie te bevorderen vormt de interregionale dialoog tussen de Zuid Kaukasus en de EU. IOM werkt met deze ZuidKakasuslanden aan verder profijt van de bestaande dialoog tussen zendende en transitlanden in Zuid Kaukasus en ontvangende EU-landen. De eerste clusterontmoeting in Brussel in mei 2006 leidde tot de vorming van landenteams met vertegenwoordigers uit zendende en ontvangende landen. De resultaten van deze dialoog worden in 2007 omgezet in een training voor overheden en andere partijen. Op verzoek van diverse Aziatische landen organiseerde IOM in april 2003 op ministerieel niveau consultaties vanwege de arbeidsmigratie naar Colombo. Dat leidde tot het uitwisselen van ervaringen en het opstellen van meer dan twintig aanbevelingen voor meer bescherming en diensten aan de arbeidsmigranten. Deelnemende landen waren Bangladesh, China, India, Indonesië, Nepal, Pakisten, Filippijnen, Sri Lanka, Thailand en Vietnam.
17
Jaarverslag 2006 Het jaarverslag 2006 is uit. Het jaarverslag is opgebouwd in vier delen. Het eerste deel is het essay: De moeizame omgang met arbeidsmigratie. Met dit essay wil IOM het brede perspectief van arbeidsmigratie illustreren. De interne ontwikkelingen van IOM in Nederland zijn in kaart gebracht in deel twee. Deel drie geeft een overzicht van de operationele en financiële resultaten die IOM in Nederland in 2006 heeft geboekt. En tot slot (deel vier) is het jaarverslag middels een stofomslag omringd door de jaarcijfers van de afgelopen drie jaar. Met de vormgeving van dit jaarverslag slaat IOM in Nederland een nieuwe weg in. De komende jaren zal de organisatie voor haar communicatieproducten deze stijl hanteren. Een stijl waarin de internationale context en de breedte van het werk tot uiting komt, waarin de positieve kanten van migratie worden benadrukt en waarin het mensenwerk centraal staat.
UIT HET JAARVERSLAG De moeizame omgang met arbeidsmigratie Welbeschouwd is het Nederlandse immigratiebeleid pas zo’n dertig jaar oud. Gegeven de politieke en maatschappelijke prominentie en gevoeligheid die het onderwerp tegenwoordig heeft, zal dit voor sommigen een verrassende vaststelling zijn. Toch was het pas medio jaren zeventig van de vorige eeuw dat de Nederlandse overheid reden zag serieuze pogingen te gaan ondernemen om de vestiging van buitenlanders in ons land te beperken. Als er voorheen al migratiebeleid gevoerd werd, dan was dat erop gericht het vertrek van Nederlanders naar de Nieuwe Wereld (met name Canada, Australië en Nieuw Zeeland) te bevorderen. Toch vond er tegelijkertijd, vanaf het begin van de jaren zestig, ook werving van arbeidskrachten uit de landen rond de Middellandse Zee plaats (eerst uit de Zuid-Europese landen, later uit Marokko en Turkije). Dat werd niet als tegenstrijdig aan het emigratiebeleid voor Nederlanders gezien omdat hier nadrukkelijk van tijdelijke arbeidsmigra-
18
tie werd gesproken. Om dat kenmerk te onderstrepen, leende men uit het Duits de term gastarbeider. In het kielzog van die geworven gastarbeiders arriveerden steeds meer spontane migranten, vaak uit dezelfde dorpen als hun voorgangers. Zij hadden gehoord dat er in Nederland (en elders in West-Europa) werk genoeg was. Omdat dit inderdaad het geval was, werd de komst van deze “toeristen” niet als een probleem voor de overheid beschouwd. Deze migranten kregen dan ook op het moment dat een bedrijf hen in dienst nam zonder veel omhaal een werk- en verblijfsvergunning. Deze overvloed aan banen verdween snel nadat tijdens de Yom Kippur oorlog in 1973 de Arabische staten Nederland
straften voor de steun aan Israël door de oliekraan dicht te draaien. Dit leidde tot een dramatische economische recessie en het verlies van veel werkgelegenheid, niet het minst in die sectoren waar de gastarbeiders emplooi hadden gevonden. Hoewel alle betrokkenen – d.w.z. de gastarbeiders en de Nederlandse overheid – hadden aangenomen dat in zulk geval de overbodige werknemers terug zouden keren naar het land van herkomst, gebeurde dit niet op grote schaal. Daarvoor waren toentertijd de economische vooruitzichten in met name Marokko en Turkije veel te mager en ook inmiddels feitelijk ingetreden integratie in de Nederlandse samenleving zal een rol hebben gespeeld. Bovendien hadden de migranten veelal – net als werkloze Nederlandse arbeiders – recht op loonvervangende inkomsten waardoor de economische noodzaak om Nederland te verlaten niet urgent was. Ook verblijfsrechtelijk heeft de Nederlandse overheid geen beleidsmatige pogingen gedaan om hen tot terugkeer te bewegen. Wel werd vanaf dat moment besloten dat Nederland in het vervolg restrictief met immigratie om zou gaan. Dat betekende dat vestiging alleen dan nog zou worden toegestaan als hiermee een zwaarwegend Nederlands belang gediend zou zijn; internationale verplichtingen hier aanleiding toe zouden geven; of er klemmende redenen van humanitaire aard bestonden. Ruimte voor spontane arbeidsmigratie was daarmee verdwenen. Hier ligt de kiem van een maatschappelijk thema dat ons tot op de dag van vandaag in sterke mate bezighoudt, want ... Voor het vervolg van dit boeiende essay verwijzen we u naar het IOM jaarverslag 2006. De publicatie is te downloaden via de website (www.iom-nederland.nl) of te bestellen via het telefoonnummer: 070 - 318 15 00.
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
j a a r g a n g
n u m m e r
2
i
n
f
o
IOM informatiemateriaal U kunt onderstaand informatiemateriaal aanvragen door een formulier op de IOM-internetsite www.iom-nederland.nl in te vullen en elektronisch te verzenden. Ook kunt u informatiemateriaal telefonisch aanvragen bij het IOM-kantoor in uw regio of door onderstaand formulier te kopiëren en in te leveren bij of op te sturen naar het IOM-kantoor: IOM-kantoor Noord Postbus 1002 8001 BA Zwolle Tel.: 0900 - 74 64 466 (t 0,05 p/m)
IOM-kantoor Zuid Brede Haven 25 5211 TL Den Bosch Tel.: 0900 - 74 64 466 (t 0,05 p/m)
IOM-kantoor West Sluisstraat 65 1075 TD Amsterdam Tel.: 0900 - 74 64 466 (t 0,05 p/m)
Verzoek om toezending informatie Instelling
: ………………………………………………………………………………………………………………………………
Achternaam
: ………………………………………………………………………………………………………
Initialen
: ………………………………………………………………………………………………………………………………
Functie
: ………………………………………………………………………………………………………………………………
■ Dhr. ■ Mevr.
Adres/Postadres : ……………………………………………………………………………………………………………………………… Postcode/plaats : ……………………………………………………………………………………………………………………………… Telefoon
: ………………………… Fax. ……………………… E-mail : ………………………………………………………
Wenst de volgende informatie te ontvangen:
Info sheets REAN-regeling
Info sheets HRT*
Nederlands
■ ………
■ ………
■ ………
■ ………
(aankruisen indien gewenst) Aantal
Artikel
Engels
■ ………
Themanummer Migratie Info Migratie en Ontwikkeling
Arabisch
Albanees
■ ………
Themanummer Migratie Info Terugkeer
■ ………
Info sheet Terugkeer van Alleenstaande Minderjarige Asielzoekers (Nederlands)
■ ………
Info sheet Terugkeer van personen met gezondheidsproblemen (Nederlands)
■ ………
Info sheet Terugkeer van slachtoffers van mensenhandel (Nederlands)
■ ……… ■ ………
■ ………
Armeens
■ ………
Azeri
■ ………
Bosnisch
■ ………
■ ………
Chinees
■ ………
■ ………
Dari
■ ………
Duits
■ ………
Farsi
■ ………
■ ………
Frans
■ ………
■ ………
■ ………
Info sheet Terugkeer van ama’s naar de Democratische Republiek Congo (Nederlands)
Portugees
■ ………
Info sheet Terugkeer van ama’s naar de Democratische Republiek Congo (Frans)
■ ………
■ ………
Russisch
■ ………
■ ………
■ ………
Info sheet Terugkeer van ama’s naar de Democratische Republiek Congo (Lingála)
Somalisch
■ ………
Info sheet MIDA Ghana Gezondheidszorg project (Nederlands)
Spaans
Info sheet MIDA Ghana Gezondheidszorg project (Engels)
Turks
■ ………
■ ……… Wenst abonnee te worden van het kwartaalblad ‘Migratie Info’
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
j a a r g a n g
K roatisch
■ ………
Servisch
■ ……… ■ ………
Sorani
■ ……… ■ ………
■ ………
Tamil
■ ……… ■ ………
■ ………
Bovenstaande info sheets zijn ook te downloaden van internet. * Herintegratie Regeling Terugkeer
n u m m e r
2
19
c
o
l
o
f
o
n
i
Migratie nfo
De Internationale Organisatie voor Migratie
13e jaargang nummer 2
Migratie Info is een kwartaalblad over migratiestromen en terugkeerprogramma’s vanuit Nederland. Het richt zich in de eerste plaats op instanties voor hulpverlening en voorlichting.
Fotografie IOM Sjaak Ramaker FNV MKB-Nederland
Het onderwerp migratie wordt vanuit diverse invalshoeken benaderd. Aan bod komen onder meer: terugkeerprogramma’s, gezinshereniging, uitgenodigde vluchtelingen, procedures, overheidsbeleid, achtergronden, praktijkervaringen en (internationale) ontwikkelingen.
Grafische productie Lay-out Koopmans & Van Dalen bv Drukwerk Artoos Nederland bv, Rijswijk
De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) is in 1951 door een aantal landen, waaronder Nederland, opgericht. De organisatie houdt zich in brede zin bezig met hulpverlening aan migranten over de gehele wereld. Tot de belangrijkste activiteiten van IOM Nederland behoren onder meer de uitvoering van terugkeer- en hervestigingsprogramma’s, alsook het vervoer van uitgenodigde vluchtelingen en familieleden bij gezinshereniging.
Abonnementen Migratie Info wordt kosteloos verstrekt aan hulpverleners, vrijwilligers en medewerkers van instanties en organisaties die zich op enigerlei wijze bezighouden met migratie. Aanvraag of opzegging van een abonnement dient schriftelijk te gebeuren.
IOM Nederland Postadres Postbus 10796 2501 HT Den Haag Telefoon: 070 - 31 81 500 Telefax: 070 - 33 85 454
Uitgave Internationale Organisatie voor Migratie Nederland (Deze uitgave wordt mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van het Ministerie van Justitie.) Redactie Joost van der Aalst Noortje Jansen Marian Lenshoek Dominique Ryckebosch Liesbeth van Dalen (Koopmans & Van Dalen bv)
Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend. Publicatie van artikelen betekent niet dat de daarin vervatte meningen het inzicht van IOM weergeven. Overname van artikelen is in vele gevallen mogelijk na overleg met de redactie en met bronvermelding. Presentexemplaren worden op prijs gesteld.
IOM-kantoren: IOM-kantoor Noord Postbus 1002 8001 BA Zwolle Telefoon: 0900 - 74 64 466 (t 0,05 p/m) IOM-kantoor Zuid Brede Haven 25 5211 TL Den Bosch Telefoon: 0900 - 74 64 466 (t 0,05 p/m)
Redactieadres IOM Nederland Redactie MIGRATIE INFO Postbus 10796 2501 HT Den Haag telefoon: 070 - 318 15 00 e-mail:
[email protected]
IOM-kantoor West Sluisstraat 65 1075 TD Amsterdam Telefoon: 0900 - 74 64 466 (t 0,05 p/m) www.iom-nederland.nl
ISSN 1381-6373
20
M i g r a t i e
in f o ,
1 3
e
j a a r g a n g
n u m m e r
2
Migratie Internationale Organisatie voor
i
nfo
Themanummer Arbeidsmigratie
13 e j a a r g a n g n u m m e r 2 2e k w a r t a a l 2 0 0 7