A L G E M E N E W E R K I N G

CIRKANT vzw Modulaire Organisatie Modulaire Organisatie

voor voor

Contextuele Jeugdzorg Contextuele Jeugdzorg

Verblijfsmodules met contextbegeleiding Cano : studiowonen – leefhuis - contextbegeleiding – CB ifv autonoom wonen – ondersteunende begeleiding Bijkomende erkenning: jaarlijks 11 uitstroom-meisjes van de gemeenschapsinstelling Cantel: leefgroep - contextbegeleiding Crisisverblijf

Mobiele modules Laagintensieve kortdurende contextbegeleiding Breedsporige contextbegeleiding Contextbegeleiding ifv autonoom wonen EVF project Mobiele begeleiding voor NBBM Crisishulp aan Huis (CaH)

Dienst voor Ondersteunende Begeleiding – DOTT Project School – time – out Constructieve Afhandeling Feiten Turnhout – CAFT

ALGEMENE WERKING WERKINGSVERSLAG 2014

Cirkant vzw - Directie en Centrale Diensten

Cirkant vzw - Maatschappelijke Zetel

Steenweg op Oosthoven 21-23 2300 Turnhout (T) Directie: 014-448 141 (T) Centrale Diensten: 014-448 140 (F) 014-448 144 Algemeen directeur: Magda Hooyberghs E-mail: [email protected] www.cirkant-vzw.be

Steenweg op Oosthoven 21 2300 Turnhout

Mobiel Begeleidingspunt Contextbegeleiding (CB)

Mobiel Begeleidingspunt Crisishulp aan Huis (CaH) Laagintensieve Kortdurende CB

Gildenstraat 26 2300 Turnhout (T) 014-448 156 (F) 014-448 159 E-mail: [email protected]

Gildenstraat 26 2300 Turnhout (T) 014-448 156 (F) 014-448 159 E-mail: [email protected] [email protected] Coördinator: Peter Callens Teambegeleider: Heidi De Cock

Coördinator: Peter Callens Teambegeleider: Mil Hermans

Mobiel Begeleidingspunt Contextbegeleiding ifv autonoom wonen (BZW) EVF-project NBBM Steenweg op Oosthoven 23 2300 Turnhout (T) 014-448 161 (F) 014-448 169 E-mail: [email protected] Coördinator: Peter Callens Teambegeleider: Johan De Pauw

CAFT: Constructieve Afhandeling Feiten TurnhoutTurnhout

DOTT: Dienst Ondersteunende Trajecten STO: Schooltime-out

de Merodelei 116 2300 Turnhout (T) 014-448 151

de Merodelei 116 2300 Turnhout (T) DOTT: 014-448 153 (T) Schooltime-out: 014-448 152 (F) 014-448 154 E-mail: [email protected] [email protected] Coördinator: Pola Franken Teambegeleider: Loes Lenaerts

(F) 014-448 154 E-mail: [email protected] Coördinator: Pola Franken Teambegeleider: Griet Leynen

Verblijfsmodules met contextbegeleiding (CB) CANO: verblijf met CB voor meisjes CANO: CB zonder verblijf voor jongens & meisjes

CANTEL: verblijf met CB voor jongens & meisjes

Steenweg op Oosthoven 21 2300 Turnhout (T) 014-448 146 (F) 014-448 149 E-mail: [email protected] Coördinator: Kristel Nuyts Teambegeleider: Katrijn Willems/ Elio Renty

Steenweg op Oosthoven 21 2300 Turnhout (T) 014-448 147 (F) 014-448 149 E-mail: [email protected] Coördinator: Kristel Nuyts Teambegeleider: Katrijn Willems/ Elio Renty

Bijkomende Erkenning Steenweg op Oosthoven 21 2300 Turnhout (T) 014-448 145 (F) 014-448 149 E-mail: [email protected]

INHOUDSTAFEL CIRKANT vzw - ALGEMENE WERKING

1. HISTORIEK CIRKANT 2. TECHNISCHE FICHE CIRKANT 2.1. Inrichtende macht 2.2. Uitbouw 2.3. Afdelingen: situatie op 01.01.2015 2.3.1. Cirkant Mobiel Begeleidingspunt 2.3.2. Cirkant modules verblijf 2.3.3. Cirkant Dienst voor Ondersteunende Begeleiding - DOTT 2.3.4. Cirkant CAFT - Constructieve Afhandeling Feiten Turnhout 2.3.5. Cirkant Time-out School Lang Programma

3. ORGANISATORISCHE OMKADERING 3.1. Structureel organigram 3.2. Bestuursorganen 3.2.1. Algemene vergadering 3.2.2. Raad van bestuur 3.2.3. Directieteam 3.2.4. Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk

3.3. Overlegorganen 3.3.1. Afdelingsoverstijgende overlegorganen

3.3.2. Afdelingsgebonden overlegorganen

4. PARTICIPATIE- EN SAMENWERKINGSVERBANDEN 4.1. Koepeloverleg 4.2. Werkvormspecifieke overlegplatforms 4.3. Constructieve afhandeling - sectoraal niveau 4.4. Bijzondere Jeugdzorg - regionale uitbouw en overleg 4.5. Integrale Jeugdhulp 4.6. Regionale uitbouw en overleg - belendende sectoren 4.7. Stedelijk overleg Turnhout

5. KWALITEITSZORG

p. 4-6 p. 6-10 p. 6-7 p. 7-8 p. 9-11 p. 9 p.10 p.10 p.10-11 p.11

p.12-19 p.12 p.13-15 p.13 p.13-14 p.14 p.14-15

p.15-18 p.15-17 p.17-18

p.18-27 p.18-20 p.20-22 p.22-23 p.23-24 p.24-25 p.25-26 p.26-27

p.27-63

5.1. Inleiding 5.2. Kwaliteitsplanning: een overzicht

p.27-28 p.28-30

5.3. Lopende projecten en verbetertrajecten in het kader van kwaliteitszorg

p.30-60

5.3.1. Kwaliteitszorg – Implementatie nieuw kwaiteitsdecreet 5.3.2. Kernprocessen – Onthaal van de gebruiker & afsluiting en nazorg 5.3.3. Kernprocessen – Doelstellingen en Doelenplan 5.3.4. Kernprocessen – Pedagogisch profiel 5.3.5. Kernprocessen – Gebruikersdossier 5.3.6. Gebruikersresultaten – Gebruikerstevredenheid 5.3.7. Gebruikersresultaten – Effect van de hulpverlening

p.30-32 p.32-33 p.33-34 p.34-35 p.35-37 p.37-39 p.39-40

5.3.8. Medewerkersresultaten – Personeelstevredenheid: inputgebied ‘personeelsbeleid’ 5.3.9. Medewerkersresultaten – Personeelstevredenheid: inputgebied ‘middelen’ 5.3.10. Samenlevingsresulaten – Maatschappelijke opdracht en tendensen: overgang van NRTH naar RTH 5.3.11. Samenlevingsresulaten – Maatschappelijke opdracht en tendensen: infrastructuuren bouwproject 5.3.12. Samenlevingsresulaten – Maatschappelijke opdracht en tendensen: pilootproect ‘Troeven’ – departement WSE 5.3.13. Samenlevingsresulaten – Maatschappelijke opdracht en tendensen: inputgebied ‘beleid en strategie’ – samenwerkingsproject Ciris vzw 5.3.14. Samenlevingsresulaten – Maatschappelijke opdracht en tendensen: inputgebied ‘beleid en strategie’ – innovatief project HCA 5.3.15. Samenlevingsresulaten – Maatschappelijke opdracht en tendensen: inputgebied ‘beleid en strategie’ – verbeterproject module onderrsteunende begeleiding (DOTT) 5.3.16. Samenlevingsresulaten – Maatschappelijke opdracht en tendensen: inputgebied ‘beleid en strategie’ – verbetertraject Schooltime-out (STO) 5.3.17. Samenlevingsresulaten – Maatschappelijke opdracht en tendensen: beleid ‘(Seksueel) Grensoverschrijdend gedrag

5.4. Bijkomende erkenning – inhoudelijke evaluatie 5.4.1. Stand van zaken 20104

6. PERSONEEL

p.40-42 p.42-44 p.44-45 p.45-47 p.47-48 p.48-51 p.51-53 p.53-55 p.56-57 p.57-60

p.60-63 p.61-63

p.64-74

6.1. Personeelssituatie bij eindredactie van dit jaarverslag 6.2. Stagiairs in 2014 (en eventueel doorlopend in 2015)

p.64-68 p.69

6.3. Personeelsverloop in 2014

p.69-71 p.69-70 p.71

6.3.1. Personeelsverloop vast kader in 2014 6.3.2. Personeelsverloop tijdelijk kader in 2014

6.4. Gevolgde vorming in 2014 6.4.1. Opleiding en studiedagen CAFT 6.4.2. Opleiding en studiedagen Schooltime-out 6.4.3. Opleiding en studiedagen DOTT 6.4.4. Opleiding en studiedagen CBAW 6.4.5. Opleiding en studiedagen Contextbegeleiding 6.4.6. Opleiding en studiedagen CaH 6.4.7. Opleiding en studiedagen CANO

p.72-74 p.72 p.72 p.72 p.72-73 p.73 p.73-47 p.74

Cirkant vzw - werkingsverslag 2014 Algemene werking

1. H I S T O R I E K C I R K A N T Cirkant is gegroeid uit het ideologisch vernieuwingsdenken binnen de jeugdhulpverlening van de opstartjaren. De initiatiefnemers wilden, in het landschap van de bijna nog uitsluitende residentiële opvang, een meer doelgerichte hulpverlening uitbouwen met aandacht voor emancipatorische en participerende processen. De werking startte op in september 1982 met ‘’t Neerhof’. Een oud herenhuis werd omgebouwd tot een uitermate kleinschalige instelling met een opvangcapaciteit voor 6 jongeren. Geld was er niet, enthousiasme des te meer. Vrijwel onmiddellijk na de opstartfase werd bewust gekozen voor een uitvalpopulatie binnen de toenmalige jeugdbescherming: adolescente meisjes met vergaand protestgedrag. Door methodisch in te gaan op de mogelijke functies van dit probleemgedrag én hierbij verbinding te leggen met het thuismilieu werden verrassende resultaten bereikt. Het kleine Neerhof werd een beetje proefstation voor de eerste pogingen tot een meer contextuele hulpverlening. In ‘85 krijgt ’t Neerhof een bijkomende erkenning voor de nieuwe werkvorm ‘begeleid wonen na opname’. Het zoeken naar meer vraaggestuurde werkvormen is opgestart. ’t Neerhof wil een ‘tussenhuis’ beginnen met meer autonomie voor adolescenten en een gerichte begeleiding naar zelfstandigheid. Het idee wordt gehonoreerd met in januari ‘86 een capaciteitsuitbreiding tot 15 jongeren en de opstart van één van de eerste Vlaamse TCK’s (Trainingscentrum voor Kamerwonen), een wapenfeit waar we nog steeds trots op zijn. De gedecentraliseerde woonaccommodatie van Leefhuis en TCK zorgen echter voor organisatorische problemen. Ons eerste bouwproject ‘onder één dak!’ gaat van start. Dankzij een opleidingsproject voor laaggeschoolden kan de ruwbouw bijna kosteloos worden opgetrokken. De volledige afwerking wordt gerealiseerd met vrijwillige inzet van plaatselijke firma’s en vele sympathisanten. Midden jaren ’90 verhuizen de beide residentiële settings van ‘t Neerhof naar hun nieuwe stek in de Patriottenstraat, hartje Turnhout. Intussen ligt de methodische uitbouw van de organisatie niet stil. Het idee groeit om de methodiek begeleid wonen - tot dan uitsluitend toegankelijk voor uitstroomjongeren uit residenties - open te trekken en een autonome dienst BZW te vestigen. Zo start in december ’90 het ‘Centrum Begeleid Wonen Kempen’ op, met een capaciteit van 12 BZW-begeleidingen voor adolescente jongens en meisjes vanaf 17 jaar. De ambulante trein was vertrokken. Een vervolgstation laat dan ook niet lang op zich wachten. Onze contextuele uitgangsvisie motiveert het team om nog intenser te focussen op directe en intensieve begeleiding van en in het thuismilieu. In juli ’91 krijgt de vzw de principiële goedkeuring om personeel en middelen in te zetten voor 9 plaatsen thuisbegeleiding in onze regio onder de naam ‘Centrum Gezins- en Jongerenbegeleiding Kempen’. De ambulante afdelingen Begeleid Zelfstandig Wonen en Thuisbegeleiding groeien in de tweede helft van de jaren ‘90 uit tot volwaardige diensten. Opnieuw komt de krappe huisvesting op de agenda van de raad van bestuur. Begin ’98 koopt de vzw een ruim huis aan in de Gildenstraat in Turnhout, waar opnieuw met veel vrijwillige handen het pand omgebouwd wordt tot comfortabele werkplek voor het personeel en gemoedelijke ontvangststek voor de cliënten. Wanneer de vzw in 2004 de opportuniteit krijgt om een klein gezinstehuis over te nemen, wordt de nieuwe beschikbare residentiële capaciteit resoluut omgebouwd in ambulante opvang, waardoor Cirkant Thuisbegeleiding uitgroeit naar een dienst met 32 capaciteitsplaatsen. Het Ambulant Begeleidingspunt gaat voor methodiekverruiming: aandacht voor niet begeleide minderjarigen; uitbouw van een ouderwerking; implementeren van projecthulpverlening. Intussen groeit in het residentiële Neerhof alweer een andere dynamiek. In samenwerking met 2 andere Vlaamse partners en een Nederlandse stichting wordt het Europees gesubsidieerd Project Ervaringsleren 4


(PEL) ontwikkeld. Jongeren die vastlopen in de reguliere hulpverlening doorlopen een traject waarbij ze via prestatiegerichte projecten uitgedaagd worden om hun eigen grenzen te verleggen en terug aansluiting te vinden bij context en samenleving. Vanuit dezelfde visie start nog in datzelfde jaar ’98 onze autonome Projectendienst PAT op met een experimenteel aanbod om adolescenten, binnen hun gezinscontext, een minder verbaal en dus meer doe- en ervaringsgericht hulpverleningstraject aan te bieden. Op de jaarkanteling van 2000-2001 komt een ander dissident clubje samen: 4 Vlaamse voorzieningen, waaronder Cirkant, bespreken hun methodische knowhow rond de doelgroep van jongeren waar zij historisch mee werken. Het CANO-concept wordt ontwikkeld: residentiële hulpverlening wordt hertekend in een meer flexibel en geschakeld hulptraject. ’t Neerhof gaat voor geleidelijke naamsverandering en wordt CANO. De overheid erkent de mogelijkheden van het flexibel kader van de CANO-methodiek en implementeert de ‘bijkomende erkenning’, een specifiek aanbod voor uitstroomjongeren uit de gesloten gemeenschapsvoorzieningen. CANO-Cirkant engageert zich tot op vandaag om jaarlijks 11 meiden na uitstroom uit de gemeenschapsvoorziening van Beernem verder te begeleiden. Op de kruising tussen welzijn en onderwijs krijgt Cirkant in september 2006 financiële middelen om, ten behoeve van alle secundaire scholen in het arrondissement Turnhout, langdurige time-outprogramma’s te organiseren voor scholieren die owv regelovertredend gedrag dreigen uitgesloten te worden uit de school. De dienst Schooltime-out gaat van start en zal vrij vlug bijkomende middelen krijgen van de stad Turnhout ifv een specifiek aanbod voor de Turnhoutse scholieren. Intussen beweegt Vlaanderen ook nog op andere fronten. Het herstelgericht denken voor de afhandeling van minderjarige delictplegers wint veld. De eerste ‘diensten voor herstelgerichte afhandeling’ krijgen hun erkenning. Begin december 1999 start ook in het gerechtelijk arrondissement Turnhout onze eigen ‘CAFT’ op als ‘Constructieve Afhandeling Feiten Arrondissement Turnhout’. De dienst zal in de beginjaren zwaar onderbevrouwd werken. Pas in april 2007 komt de langverwachte uitbreiding en kan CAFT als volwaardige dienst op kruissnelheid de 5 afhandelingvormen (herstelbemiddeling/ gemeenschapsdienst/ leerprojecten/ hergo/ ouderstage) in het gerechtelijk arrondissement Turnhout aanbieden mét uitgebreidere personeelsformatie. De ouderstage zal in Vlaanderen niet lang stand houden en wordt eind 2008 in alle provincies - en dus ook bij ons - stopgezet. Een groeiende organisatie vraagt ook een dynamische kijk op uitstraling en naam. Tijdens onze 20-jarige viering in 2002 kiest de vereniging voor een gezamenlijk gedragen naamsverandering: Cirkant… als symboliek voor een organisatie die op zoek wil blijven gaan naar een dynamisch evenwicht tussen voelen en denken; proces en taak; warmte en structuur: de cirkel en het vierkant. Constante groei en innovatie gaan niet zelden gepaard met nieuwe huisvestingsvragen. De raad van bestuur besluit tot nieuwe infrastructuurinvesteringen en dient in 2007 bij de Vlaamse overheid een VIPAplan in tot subsidiëring van een bouw-/ verbouwproject in 2 fasen: bouw van een nieuw residentieel pand in Turnhout – en als vervolgtraject – op termijn de verbouwing van de huidige residentie tot Mobiel Begeleidingscentrum. Quasi gelijklopend zorgt de uitbreiding van de CAFT echter voor nieuwe huisvestingsproblemen die niet meer kunnen wachten. En dus wordt in november 2007, nog los van het lopende residentieel bouwproject, een ruim pand aangekocht op de Merodelei 116 waar drie van onze afdelingen na hectische verbouwingswerken hun nieuwe thuisstek krijgen. Op 1 januari 2009 wordt het gezinstehuis vzw Riedhove geïntegreerd binnen de werking van Cirkant. Na stopzetting van hun activiteiten wordt, in overleg met het Agentschap Jongerenwelzijn, de residentiele capaciteit omgebouwd tot een dienst Crisishulp aan Huis. De dienst staat borg voor een snelle en gerichte erg intensieve thuisbegeleiding bij ernstige crisissituaties voor gezinnen in het arrondissement. Omdat al 5


onze locaties nokvol zitten, wordt op de Steenweg op Oosthoven in de zomer van 2009 een huurhuis door jobstudenten omgetoverd tot aangename bureaulocatie. Ook directie, beleidsondersteuning en administratie krijgen hier een gecentraliseerde thuishaven. Niet toevallig trouwens, want vlak voor de eindejaarswissel 2009-2010 wordt het aanpalend pand door de vzw aangekocht om te verbouwen tot nieuwe residentie voor de CANO-meiden. Ons volgende bouwproject gaat van start. Ondertussen staat de inhoudelijk werking uiteraard niet stil. Op 1 juni 2010 start, in de schoot van onze dienst Begeleid Zelfstandig Wonen, het door Europa gecofinancierd mobiel project voor niet begeleide buitenlandse minderjarigen. Eind 2011 neemt Cirkant de medewerkers van het time-outproject TOPart onder haar vleugels. En om nog meer op maat van onze cliënten te kunnen werken, gaat in het voorjaar van 2012 de dienst Kortdurende Thuisbegeleiding van start als brug tussen de reeds bestaande diensten Crisishulp aan Huis (CaH) en Thuisbegeleiding. Terwijl de betonmolens in Oosthoven draaien, wordt Cirkant volop gevat in de historische omslag die de Vlaamse jeugdzorg begin 2013 maakt. Het nieuwe decreet Integrale Jeugdzorg organiseert het hulpaanbod voor jongeren en gezinnen voortaan op een modulaire en intersectorale manier. Op 1 januari 2013 wordt ook een stuk van ons aanbod experimenteel omgebouwd in modules ‘Verblijf’, ‘Contextbegeleiding’ en ‘Contextbegeleiding Autonoom Wonen’. Een aantal van onze projecten worden geregulariseerd in een nieuwe Dienst voor Ondersteunende Trajecten Turnhout DOTT. Amper een jaar later positioneert Vlaanderen quasi gans het mobiele hulpaanbod binnen de jeugdzorg als rechtstreeks toegankelijk. Ook in Cirkant komt het gros van ons (mobiel) aanbod ‘voor de poort’. En CANO verruimt haar mobiel aanbod naar jongens. Ondanks de crisis-schaarste wordt een beperkt uitbreidingsbudget vrijgemaakt om ook in de wachtlijsten van de jeugdzorg wat bij te sturen. De acht bijkomende verblijfplaatsen in ons arrondissement worden aan Cirkant toegewezen om een nieuwe gemengde +12-unit uit te bouwen met de uitdaging om een begeleidingsconcept te ontwikkelen dat zorgvuldig aansluit bij de begeleidingsnoden van vandaag. Onze Cantel wordt opgestart. Een historische omslag trouwens voor onze organisatie: voortaan hebben we ook residentiële opvangplaatsen voor jongens. 2014 sluit af met een hoopvol perspectief: de nieuwbouw in Oosthoven nadert de opleveringsfase. De verhuisdozen van de residentie worden stilaan ingepak; het openingsfeest wordt voorbereid…

2. T E C H N I S C H E F I C H E C I R K A N T 2.1. Inrichtende macht VZW CIRKANT

MAATSCHAPPELIJKE ZETEL: Steenweg op Oosthoven 21 - 2300 Turnhout. DIRECTIE EN BELEID: Steenweg op Oosthoven 23 - 2300 Turnhout. CENTRALE DIENSTEN: Steenweg op Oosthoven 21 - 2300 Turnhout. VESTIGINGSPLAATSEN AFDELINGEN: 

Steenweg op Oosthoven 21;



Steenweg op Oosthoven 23;



de Merodelei 116; 6

Cirkant vzw - werkingsverslag 2014 Algemene werking 

Gildenstraat 26 .

TOTALE BEGELEIDINGSCAPACITEIT: 

Reguliere hulpvormen: cap. 103

▪

Verblijf – contextbegeleiding – begeleid zelfstandig wonen: totale capaciteit 103 modules;

▪

6 modules ondersteunende begeleiding (+/- 72 jongeren op jaarbasis);

▪

Crisishulp aan huis: 48 gezinnen/ jaar.



Herstelgerichte afhandeling minderjarigen: alle dossiers gerechtelijk arrondissement Turnhout.



Projecten 2014: Schooltime-out Vlaanderen – schooltime-out Turnhout – Project NBBM (12 jongeren).

PERSONEELSBESTAND: 61,2 FTE – 74 werknemers. ONDERNEMINGSNUMMER: 0423 592 268. SUBSIDIËRENDE OVERHEDEN: 

Agentschap Jongerenwelzijn Vlaamse Gemeenschap;



Departement Onderwijs;



Stad Turnhout;



Fedasil;



Provincie Antwerpen Impulsfonds.

ERKENNINGSNUMMERS AGENTSCHAP JONGERENWELZIJN 

CAH: 24421;



OVBJ: 27302.

2.2. Uitbouw 

04-07-1982 Publicatie oprichtingsstatuten vzw Belgisch staatsblad;



15-09-1982 Erkenning residentiële voorziening adolescente meisjes – capaciteit 7;



01-07-1985 Uitbreiding residentiële capaciteit – capaciteit 9 (BZW vanuit residentie);



01-01-1986 Uitbreiding residentiële capaciteit 15 (2 afdelingen: leefgroephuis en TCK);



15-12-1990 Erkenning ambulante dienst begeleid zelfstandig wonen – capaciteit 12;



01-11-1991 Erkenning ambulanten dienst thuisbegeleiding – capaciteit 9;



15-12-1991 Erkenning begeleid wonen voor jongvolwassenen vanuit AWW – capaciteit 4;



01-07-1995 Projecterkenning steunpunt voorzieningen categorie 1 bis;



18-05-1998 Uitbreiding ambulante dienst thuisbegeleiding – capaciteit 16; 7


01-11-1998 Projecterkenning PEL – Project Ervaringsleren;



01-11-1998 Projecterkenning PAT– Projectendienst Arrondissement Turnhout;



01-12-1999 Projecterkenning CAFT – Constructieve Afhandeling Feiten Arrondissement Turnhout;



01-08-2000 Uitbreiding ambulante dienst begeleid zelfstandig wonen – capaciteit 16;



31-12-2003 Overname gezinsvervangend tehuis Oude Baan – capaciteit 6;



01-11-2003 Uitbreiding residentiële afdeling capaciteit 20 – ombouw naar CANO;



01-01-2004 Ombouw capaciteit Oude Baan naar plaatsen thuisbegeleiding – capaciteit 32;



01-09-2006 Projecterkenning schoolproject Time-out School Lang Programma;



01-04-2007 Uitbreiding CAFT tot 5 herstelgerichte afhandelingvormen;



01-01-2009 Erkenning CAFT als reguliere categorie;



01-01-2009 Overname gezinstehuis Riedhove (Gierle) – capaciteit 5;



01-09-2009 Erkenning ambulante dienst Crisishulp aan Huis – capaciteit 48;



31-12-2009 Stopzetting van ouderstage door Vlaamse overheid;



01-01-2010 Financieel host voor provinciaal project ‘Druglink Antwerpen’;



01-06-2010 Projecterkenning ‘Mobiel Project Niet begeleide Buitenlandse Minderjarigen’.



01-09-2010 Opstart Schooltime-out Lang Programma (STO), gefinancierd door de stad Turnhout;



01-01-2011 Regularisatie GKRB tot bijkomende erkenning;



Nov 2011



01-01-2012 Integratie project TOPart en projectendienst PAT;



01-02-2012 Uitbreiding thuisbegeleidingsdienst met kortdurende thuisbegeleiding – capaciteit 8;



01-01-2013 Experimentele opstart modulair werken (EMK);



01-09-2014 Opstart innovatief project Cirkant – Ciris (3 jaar);



01-04-2014 Uitbreiding 8 residentiële plaatsen 1-bis jongens/ meisjes;



01-09-2014 Opstart innovatief project HCA (1 jaar);



01.01.2015 Differentiatie – ombouw van 6 breedsporige CB naar CB ifv positieve heroriëntering EMK wordt ‘Organisatie voor bijzondere jeugdzorg’ (OVBJ) .

Aanvang integratie project TOPart;

8


2.3. Afdelingen: situatie op 01.01.2015 2.3.1. Cirkant Mobiel Begeleidingspunt.. MODULES BINNEN OVBJ VAN HET MOBIEL PUNT BREEDSPORIGE CONTEXTBEGELEIDING 

Vestigingsplaats: Gildenstraat 26 – 2300 Turnhout;



Capaciteit: 25 gezinnen (met het rechtstreeks toegankelijk worden van de contextmodules heeft Cirkant een ombouw van haar contextmodules gerealiseerd, met bijkomend in het aanbod ook de module Contextbegeleiding ifv Positieve Heroriëntering);



Doelpubliek: gezinnen in een problematische situatie op verschillende levensdomeinen – gerechtelijke arrondissement Turnhout.

LAAGINTENSIEVE KORTDURENDE CONTEXTBEGELEIDING 




Capaciteit: 8 gezinnen;



Doelpubliek: gezinnen in een problematische leefsituatie met afgebakende hulpvraag – gerechtelijke arrondissement Turnhout.

CONTEXTBEGELEIDING IFV POSITIEVE HERORIENTERING 




Capaciteit: 6 gezinnen (ombouw vanaf 01/01/2015):



Doelpubliek: gezinnen in een problematische leefsituatie waarvoor ism de aanmelder de methodiek van positieve heroriëntering een doorbraak kan bieden – gerechtelijk arrondissement Turnhout.

CONTEXTBEGELEIDING IFV AUTONOOM WONEN 

Vestigingsplaats: Steenweg op Oosthoven 23 - 2300 Turnhout;



Capaciteit: 16 jongeren;



Doelpubliek: adolescenten (jongens/ meisjes) bijzondere jeugdzorg vanaf 17 jaar binnen het gerechtelijke arrondissement Turnhout;



Sinds juni 2010 EVF–project NBBM: capaciteit 12 jongeren.

MODULE CRISISBEGELEIDING VAN MOBIEL PUNT CRISISHULP AAN HUIS 




Capaciteit: 48 gezinnen op jaarbasis;



Doelpubliek: gezinnen in Arrondissement Turnhout.

ernstige

crisissituatie

bijzondere

jeugdzorg/

Crisismeldpunt

9


2.3.2. Cirkant modules verblijf . CANO : CENTRUM VOOR ACTIEVE NETWERKONTWIKKLEING EN OMGEVINGSONDERSTEUNING 

Vestigingsplaats: Steenweg op Oosthoven 21 – 2300 Turnhout;



Capaciteit: 21 meisjes;



Bijkomende erkenning: 11 uitstroommeisjes gemeenscgapsinstelling/ jaarbasis.



Doelpubliek: adolescente meisjes (CB met verblijf) en meisjes en jongens (CB zonder verblijf) met complexe problematiek, vanaf 12 jaar.

MODULES OVBJ VAN CANO 

CANO-Leefhuis (verblijf) – meisjes – capaciteit 4 – opnameleeftijd: vanaf 12 – 13 jaar;



CANO-Studiowonen (kamertraining) – meisjes – capaciteit 6 – opnameleeftijd: vanaf 16 – 17 jaar ;



CANO-contextbegeleiding – capaciteit 19 – waarvan 10 gekoppeld aan verblijf/ kamertraining (meisjes) en 9 autonome contextbegeleiding (zonder verblijf voor jongens en meisjes);



CANO-contextbegeleiding ifv autonoom wonen na residentieel verblijf – capaciteit 2 – vanaf 17 jaar;



CANO-ondersteunende begeleiding – 1 module – 12 jongeren op jaarbasis.

CANTEL: 1–BIS 

Vestigingsplaats: Steenweg op Oosthoven 21 – 2300 Turnhout;



Capaciteit: 8 jongens en meisjes (in 2014 in opbouw);



Doelpubliek: adolescente meisjes en jongens 1–bis groep vanaf 12 jaar.

2.3.3. Cirkant Dienst voor Ondersteunende Begeleiding - DOTT. MODULE BINNEN OVBJ VAN DOTT (Dienst Ondersteunende Trajecten Arrondissement Turnhout) 

Vestigingsplaats: de Merodelei 116 – 2300 Turnhout;



Capaciteit: 5 modules ondersteunende begeleiding op jaarbasis (5 x 12 jongeren);



Doelpubliek: adolescenten (jongens/ meisjes) bijzondere jeugdzorg vanaf 14 jaar binnen het gerechtelijke arrondissement Turnhout.

2.3.4. Cirkant CAFT - Constructieve Afhandeling Feiten Turnhout. 




Capaciteit: alle herstelgerichte afhandelingdossiers voor minderjarigen in het gerechtelijk arrondissement Turnhout;

 

Erkenningcategorie Vlaamse Gemeenschap: categorie 8; Doelpubliek: minderjarige plegers binnen het gerechtelijk arrondissement Turnhout.

10


AFHANDELINGSVORMEN VAN CAFT 

Herstelbemiddeling;;



Gemeenschapsdienst;



Leerprojecten;



HERGO – herstelgericht groepsoverleg.

2.3.5. Cirkant Time-out School Lang Programma. 




Capaciteit: 15 projecten op jaarbasis – vanaf 2010 op jaarbasis 13 projecten;



Erkenningscategorie Vlaamse Gemeenschap: project;



Doelpubliek: scholieren secundair onderwijs arrondissement Turnhout;



Subsidiërende overheid: cofinanciering Agentschap Jongerenwelzijn/ Departement Onderwijs; vanaf 2010: Stad Turnhout.

11


3. O R G A N I S A T O R I S C H E

OMKADERING

3.1. Structureel organigram

12


3.2. Bestuursorganen 3.2.1. Algemene vergadering. A. ALGEMENE TAAKINHOUD In navolging van de wettelijke opdracht komt de algemene vergadering van de vereniging minimaal jaarlijks samen ifv haar wettelijke opdracht: goedkeuring begroting en opvolging resultaten en balans. De vergadering heeft echter de historische traditie om verder te kijken en ook aandacht te hebben voor interne ontwikkelingen en verdere uitbouw. Relevante inhoudelijke themata worden hierbij getoetst aan de realisatie-haalbaarheid. Op die manier komen cijfers tot leven en vormen ze een toetssteen voor de keuzes en de sporen die uitgezet zullen worden in de dagelijkse werking van de vereniging. De infrastructuurproblemen vormen, naast de andere items, de laatste jaren alvast een belangrijk extra agendapunt.

3.2.2. Raad van bestuur. A. ALGEMENE TAAKINHOUD De maandelijkse bestuursraad volgt het dagelijks beleid zo nauwkeurig mogelijk op. Naast de steeds terugkerende items als personeelszaken, financiële opvolging, infrastructuuraangelegenheden, sponsoractiviteiten, uitbouw, … staan ook de inhoudelijke en methodische actualiteiten van de verschillende voorzieningen in de kijker. In 2014 ging speciale aandacht naar de directiewissel en de toekomst van ons organisatiemodel met een heus ‘zaterdagconclaaf’ in november voor alle bestuurders en leden van de AV. B. BEHANDELDE AGENDA IN 2014 

Opmaak begroting 2015;



Goedkeuring resultaten 2014;



Opvolging bouwproject:



▪

Financiering;

▪

Opvolging VIPA– dossier;

▪

Opvolging openbare aanbesteding-dossiers;

▪

Opvolging van de werkzaamheden;

Algemene bestuurszaken:

▪

Aanwervingsprocedure voor nieuwe algemene directeur en coördinator Mobiel Punt;

▪

Bekrachtiging nieuwe algemene directeur vanaf 01/03/2015;

▪

Aanwerving nieuwe coördinator voor Mobiel Punt vanaf 01/09/2014;

▪

Functie directie advisering en beleidsondersteuning;

▪

Zaterdagconclaaf november: toekomstige bestuursorganisatie Cirkant.



Personeelszaken;



Uitbouw:

▪

Opstart uitbreiding voor 8 verblijfplaatsen plus-12-unit;

▪

Opstart integrale jeugdhulp op 1 maart 2014 – effecten voor Cirkant;

▪

Transitie van modules contextbegeleiding naar rechtstreeks toegankelijke hulp; 13




▪

Uitbreidings- en ombouwaanvraag voor Module Positieve Heroriëntering;

▪

Samenwerkingstraject OCMW Arendonk – Begeleidingstehuis St.-Isabella opgestart via innovatief project;

Projecten:

▪

Cofinanciering en behoud project Niet Begeleide Buitenlandse Minderjarigen;

▪

Financiering project shooltime-out;

▪

Time2Care – Troeven;

▪

MVO – Innovation Management – UIA.

C. COMMISSIES EN WERKGROEPEN 

Bouwcommissie;



Financiële commissie;



ICT werkgroep;



Ad Hoc werkgroep verloning personeel.

D. SAMENSTELLING Bestuurders (stemgerechtigd): Min Berghmans, Ludo Borgers, Els Boven, Koen De Backer, Chris Geens (voorzitter), Jan Hasselman, Jos Smits (secretaris-penningmeester), Jo Van Oekel en Frank Verschueren. Directieteam (waarnemend, adviserend): Magda Hooyberghs (algemene directie), Peter Callens (afdelingscoördinator Mobiel Begeleidingspunt), Kristel Nuyts (afdelingscoördinator CANO) en Pola Franken (afdelingscoördinator DOTT - CAFT en Schooltime-out).

3.2.3. Directieteam. A. ALGEMENE TAAKINHOUD Het directieteam komt 2-wekelijks samen om de gezamenlijke beleids- en beheersmateries op te volgen. Voorbereiding raad van bestuur en CPBW, subsidiëringsmogelijkheden, financiële opvolging, personeelszaken, inhoudelijke keuzes rond nieuwe en/ of uitbreidende initiatieven, uitwisseling in het kader van ieders vertegenwoordigend werk, ... een oeverloze agenda soms. Er worden adviezen geformuleerd ten behoeve van raad van bestuur, beslissingen genomen en taken verdeeld om de vereniging zo efficiënt mogelijk te lijnen en te leiden. Voor het directieteam was 2014 een jaar van voorbereiding op de directiewissel op 1 januari 2015: aanwerving nieuwe coördinator voor het Mobiel Punt, inwerkingsperiode overlappen en nadien inwerkingsperiode overlappend voor de nieuwe algemeen directeur. B. SAMENSTELLING Het directieteam wordt gevormd door de algemene directeur en de afdelingscoördinatoren.

3.2.4. Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk. A. ALGEMENE TAAKINHOUD Het CPBW (°2012) is als overlegorgaan ondertussen volledig ingeburgerd binnen Cirkant. Naast welzijns-, preventie- en veiligheidsaspecten, volgt het CPBW ook de opdracht van de vroegere personeelscommissie 14


mee op, nl de zorg voor een efficiënt, mensen organisatievriendelijk en transparant personeelsbeleid. Het CPBW vergadert in principe maandelijks. B. BEHANDELDE AGENDA IN 2014 

Evaluatie medewerkers mbt werking CPB;



Werkgelegenheidsplan oudere werknemers;



Bespreking jaarverslag IDEWE & IDPB;



Rondgang brandveiligheid + voorbereiding maatregelen brandveiligheid nieuwbouw;



Ism Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk: eerste jaar Gericht Periodiek Onderzoek. Eerste lichting medewerkers heeft GPO-gesprekken gevoerd, gericht op psychosociale risico’s. Evaluatie hiervan gebeurde eind 2014 bij deze groep medewerkers dmv een enquête. Resulaten worden besproken met IDEWE in 2015;



Vorming en bijscholing hulpverleners voor projectmedewerkers – bijscholing EHBO voor residentiële medewerkers;



Vorming brand voor residentiële brandbestrijdingsmiddelen;



Actualiseren EHBO-posten afdelingen & mobiele EHBO-kits;



Bespreking inzet sociale maribel;



Lancering ludiek actie medewerkers rond milieu;



Financiële informatie Cirkant;



Opmaak jaaractieplan 2015;



Opvolging wettelijke regelgeving en informatiedoorstroom: eenheidsstatuut arbeiders-bedienden, wijzigingen KB brandveiligheid, nieuw KB psychosociale risico’s, wijziging wetgeving tijdskrediet, wijziging regelgeving aangifte arbeidsongevallen;

medewerkers:

theorie

&

praktijkoefeningen

met

C. SAMENSTELLING Het CPBW is samengesteld uit 4 personeelsvertegenwoordigers, de algemene directeur, de 3 coördinatoren en wordt ondersteund door de de interne preventie-adviseur. 3.3. Overlegorganen 3.3.1. Afdelingsoverstijgende overlegorganen. A. PROJECTOVERLEG Het projectoverleg brengt medewerkers uit verschillende teams van Cirkant samen met de bedoeling het projectmatig denken en werken binnen Cirkant in alle afdelingen te verstevigen. Accent van het overleg ligt op de inhoudelijke en methodische uitwisseling van ervaringsgerichte methodieken. B. BZW-OVERLEG Het BZW-overleg is in 2014 overbodig geworden omdat er gekozen is om de BZW-begeleidingen in het kader van de uitstroom uit het CANO–studiowonen te verankeren in het reguliere BZW-team. Dit team is uitgebreid met de medewerker die voorheen binnen de CANO vooral de BZW-begeleidingen op zich nam. Op die manier 15


is de expertise rond deze werkvorm gebundeld in 1 team en kan er soepel met capaciteit en doelgroepen omgegaan worden. C. GEZAMENLIJKE METHODIEKTEAMS CONTEXTBEGELEIDING Geregeld worden thema’s die methodisch teamoverstijgend een meerwaarde kunnen bieden opengesteld voor begeleiders uit de verschillende teams. Ook vanuit het innovatief traject met Ciris nemen begeleiders deel aan deze methodiekteams. Op die manier worden methodieken breder verankerd en kan via deze vorm van expertiseuitwisseling de werking verdieping vinden. D. DRM-GROEP Bij de opstart van het Decreet Rechtspositie Minderjargen (DRM) is er op Cirkantniveau een DRM-groep opgestart die de verschillende rechten in concrere handvaten vertaald heeft en dit verder opvolgt en evalueert. Concrete werkzaamheden voor 2014 zijn opgenomen onder kwaliteitszorg. E. WERKGROEP MEDIA-WIJS Deze werkgroep buigt zich enerzijds over ICT-gebonden materies die ons dagelijks werk moeten ondersteunen, met sleutelfiguren in de afdelingen die oa nieuwe medewerkers wegwijs maken. Anderzijds inspireert deze werkgroep ook de begeleiders in ICT gevoeligheid in cliëntgebonden zaken: gaande van privacy over methodieken om in te zetten in begeleidingen tot het media-wijs gevoelig maken van ouders en jongeren. F. TEAMBEGELEIDERSOVERLEG Ongeveer 3-maandelijks wordt een teambegeleidersoverleg georganiseerd waarbij alle teambegeleiders van Cirkant betrokken worden. Het is een forum om een aantal afdelingsoverstijgende zaken mbt personeelsgebonden en cliëntgebonden zaken af te stemmen, maar in eerste instantie een intervisieforum om elkaar te ondersteunen. G. MO: TEAMBEGELEIDERS SAMEN MET DIRECTIE EN BELEIDSMEDEWERKER Om de 2 maanden komen alle teambegeleiders met directie en beleidsmedewerker samen om globale managementthema’s in Cirkant te bespreken, naar de afdelingen te vertalen, informatie te delen, overheidsaansturing te implementeren (oa Binc), afdelingsoverstijgende afspraken af te stemmen, … H. REGIEGROEP Deze groep is nieuw opgericht eind 2014 naar aanleiding van het rechtstreeks toegankelijk worden van de modules contextbegeleiding. Bedoeling is om de nieuwe functie van interne regisseur inhoud en vorm te geven en deze functie zowel als intern als als extern spilfiguur verder te ontwikkelen. I. ‘CIRKANTIVITEITEN’-CLUB Deze afdelingsoverstijgende club organiseert in het grootste geheim, maar wel telkens binnen het budget, onze personeelsactiviteiten. Mei is dan dé klassieke maand om deze jaarlijkse ‘Cirkantiviteit’ in te richten. Beslist één van de boeiendste en broeiendste clubkes van onze organisatie… J. WWW-SESSIES Vanuit de output van het waarderend onderzoek is er het voorstel gekomen om teamoverstijgende uitwisseling aan de bieden in het kader van interne expertise-uitwisseling. WisselWerkWorkshops rond allerhande thema’s die afdelingsoverstijgend interessant kunnen zijn, steeds vanuit de specifieke expertise of 16


kennis die iemand wil en kan delen met anderen. Zowel media-wijs gebonden thema’s maar ook ruimer methodisch, informatief, … Een open aanbod enkele keren per jaar tijdens de middag van 12 tot 14 uur.

3.3.2. Afdelingsgebonden overlegorganen. A. OVERLEGORGANEN IDENTIEK VOOR ALLE AFDELINGEN/ VOORZIENINGEN BINNEN CIRKANT Teamvergadering We hebben binnen onze organisatie een cultuur van stevige teamwerking. Elk (begeleiders-)team komt wekelijks samen onder leiding van de coördinator of de teambegeleider. Over de ganse organisatie vinden volgende teamvergaderingen plaats: team Pitters, team contextbegeleiding CANO/CANTEL, team BZW, team contextbegeleiding Mobiel Punt, team CaH, team DOTT, team dagbesteding, team herstel en team maatregelen. Tijdens deze overlegmomenten staan de inhoud en het verloop van de verschillende begeleidingen centraal. Zowel de opvolging en de evolutie van de verschillende jongeren en gezinnen, alsook het eigen hulpverlenend handelen komen aan bod. Een permanente bevraging van elkaars bezig zijn werkt stimulerend, vernieuwend en uitdagend, maar ook confronterend en bijsturend. Op de teams ontstaan ook nieuwe ideeën en alternatieve methodische invalshoeken en worden de dagelijkse afspraken samen opgevolgd. De teamvergadering is ook het forum voor implementatie van gevolgde vorming. Naast deze teamvergaderingen worden er ook binnen de logistieke en de administratieve ploeg de nodige overlegmomenten georganiseerd. Het A-team vergadert in principe maandelijks om de vinger aan de pols te houden bij het personele en financiële reilen en zeilen van de organisatie. Op piekmomenten worden er ad hoc bijkomende teams gerealiseerd. De logistieke medewerkers komen wekelijks en/ of ad hoc samen om het op orde houden van de verschillende afdelingen in goede banen te leiden. Gezamenlijk afdelingsteam Alle afdelingen – uitgezonderd de administratie en de logistiek – houden naast de wekelijkse (hulpvormgerelateerde) teamvergaderingen ook regelmatig een gezamenlijk afdelingsteam. Hier staan de opvolging van de verslagen van de raad van bestuur en van de commissie voor preventie en bescherming op het werk op de agenda. Stafvergadering In de verschillende afdelingen – uitgezonderd de adminstratie en de logistiek – wordt er regelmatig stafoverleg gehouden tussen de coördinator en de teambegeleiders. Hier wordt de polsslag en de drive van de afdeling opgevolgd.

B. SPECIFIEKE OVERLEGORGANEN – CANO/ CANTEL Methodiek team In het residentieel centrum zijn twee methodiekteams gericht bezig met een deelwerkvorm van de afdeling: 

contextmethodiekenteam;



pedagogische methodiekenteam;

Deze clusters vinden maandelijks plaats. Methodiekontwikkeling en -uitwisseling binnen de specifieke zorgfuncties staan op de agenda. Iedere cluster is samengesteld uit begeleiders, teambegeleiders en de coördinator van beide teams (leefhuis en studiowonen).

17


Trajectoverleg Het trajectoverleg is een overleg tussen minimaal de contextbegeleider en de teambegeleider ifv verdieping en conretisering van het hulpverleningstraject. Indien de jongere gebruik maakt van de module verblijf is ook de individuele begeleider aanwezig. Afhankelijk van de inhoud van het traject kan dit overleg uitgebreid worden met de begeleider van de ondersteunende module en een referentiemedewerker (bv. duplopoppen).

C. SPECIFIEKE OVERLEGORGANEN – MOBIEL BEGELEIDINGSPUNT Methodiek team Naast de gezamenlijke methodiekteams organiseren de contextbegeleiders geregeld hun eigen methodiekteam. Methodische uitwisseling en verdieping, nieuwe inzichten, implementatie van vorming, conceptuele kaders en toepassingen, … komen aan bod. De drie teams van het mobiel punt maken hun eigen planning. Vormingsteam Enkele begeleiders uit het CB-team werken een jaarprogramma uit voor de ouderwerking. Zowel eenmalige inhoudelijke thema’s als gezinsuitstappen en intensievere cursusreeksen staan op het programma. Binnen het ruimere team wordt dan bekeken wie concreet bij de uitvoering van elke activiteit betrokken wordt. Gedurende de zomervakantie wordt sinds een aantal jaar ook een projectmatig groepsaanbod aangeboden aan jongeren tussen 12 en 15 jaar. In het CBAW-team gebeurt hetzelfde voor de jongerenwerking. Het programma bevat zowel vormende, informatieve als ontspannende activiteiten.

D. SPECIFIEKE OVERLEGORGANEN – CAFT – DOTT – STO Vormingsoverleg Aangezien zowel bij DOTT, STO maar ook bij CAFT zeer intensief gewerkt wordt met vormingsmethodieken én het ervaringsleren is er zeer geregeld een ad hoc overleg of consult ifv een concreet dossier met collegabegeleiders die in één of andere methodiek meer onderlegd zijn. Enkele keren per jaar wordt deze uitwisseling los van een concreet dossier georganiseerd voor alle begeleiders van de verschillende werkingen.

4. P A R T I C I P A T I E - E N S A M E N W E R K I N G S V E R B A N D E N 4.1. Koepeloverleg A. VAN PPJ NAAR SOM ALGEMEEN: In april 2014 zijn PPJ samen met andere lidfederaties gefuseerd met VSO en zijn ook wij toegetreden tot het nieuwe SOM. Het is zeker voor ons ook nog zoeken op welke manier we onze belangen en intessegebieden best vertegenwoordigen. De structuur, de werking van SOM, de communicatie, de samenwerking met de nieuwe vrijgestelde voor de sector, … het is allemaal terug opnieuw in te vullen. 18


Als lid participeert Cirkant momenteel in: 1. Sectorale beleidsgroep BJB Inhoud (= doel/opdracht/agenda): sectorale beleidsthema’s, linken met in integrale jeugdhulp, info uit andere beleidsgroepen, RVB, voorbereiding en verslag Koepeloverleg en andere vertegenwoordigingen. Frequentie: 2- maandelijks. Deelnemers vanuit Cirkant: algemeen directeur. 2. Koepeloverleg ITP - voorzieningen BJB - tijdelijk overleg Inhoud (= doel/opdracht/agenda): overleg tussen Agentschap Jongerenwelzijn, Koepels sector BJB, Integrale Jeugdhulp. Frequentie: voorlopig ongeveer 2-maandelijks. Deelnemers vanuit Cirkant: algemeen directeur. 3. Werkgroep Jeugdhulp Inhoud (= doel/opdracht/agenda): overleg met alle aanbieders in de integrale jeugdhulp: werking integrale jeugdhulp, IROJ, beleidsplan jeugdhulp, … Frequentie: enkele keren per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator CANO/CANTEL. 4. Gezamenlijke werkgroep Module Ondersteunende Begeleiding (sectoraal niveau) Inhoud (= doel/opdracht/agenda): overleg rond hulpvorm-eigen materies tussen de diensten aangesloten bij één van de koepels en die deze module aanbieden, afstemming en uitklaring van de module ondersteunende begeleiding. Frequentie: naargelang de actualiteit het vereist. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator DOTT. 5. Gezamenlijke werkgroep HCA (sectoraal niveau) Inhoud (= doel/opdracht/agenda): overleg rond hulpvorm-eigen materies tussen de diensten aangesloten bij één van de koepels, opvolging financiering en hantering fluctuatie in dossiers. Frequentie: naargelang de actualiteit het vereist. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator CAFT. 6. Intevisiegroep Kwaliteitszorg Inhoud (= doel/opdracht/agenda): intervisie en uitwisseling met partners BJB uit de provincie Antwerpen rond verschillende deelthema’s ‘kwaliteitszorg’; vanuit het Steunproject Q (Jongerenwelzijn) tijdelijk onder begeleding van Koen Joly. Frequentie: enkele keren per jaar Deelnemers vanuit Cirkant: beleidsmedewerker

19


B. VZW JO - IN (JONGERENBEGELEIDING – INFORMANT) ALGEMEEN: Jongerenbegeleiding is een pluralistisch gerichte inhoudelijke koepel die zich specifiek richt tot de eigen sector van de bijzondere jeugdzorg. Cirkant participeert in volgende overlegorganen van de Jongerenbegeleiding: 1. Ledenvergadering (sectoraal niveau) Inhoud (= doel/opdracht/agenda): algemeen bestuursorgaan van JO-IN ter bespreking van algemene bestuurszaken. Frequentie: 2-tal keer per jaar Deelnemers vanuit Cirkant: algemeen directeur. 2. Werkgroep Mobiele Diensten (sectoraal niveau) Inhoud (= doel/opdracht/agenda): overleg tussen alle aangesloten diensten contextbegeleiding en begeleid zelfstandig wonen, bespreking en standpuntbepaling actualiteit, methodiekuitwisseling, uitwisseling rond allerlei organisatorische en directie-eigen thema’s. Frequentie: +/- 8 keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator Mobiel Begeleidingspunt. 3. Gezamenlijke Werkgroep Module Ondersteunende Begeleiding (sectoraal niveau) Zie punt A. SOM 4. Gezamenlijke Werkgroep HCA (sectoraal niveau) Zie punt A. SOM

4.2. Werkvormspecifieke overlegplatforms ALGEMEEN: Werkvormspecifiek overleg heeft als doel het profiel van de betrokken werkvorm uit te diepen op hulpverleningsinhoudelijk niveau, doorgaans met verantwoordelijken van die afdelingen. Ook beleidsontwikkelingen en/ of wijzigingen die door de overheid aangestuurd worden voor betrokken werkvorm behoren tot de agenda. Andere hulpvormeigen overlegmomenten - sectoraal en regionaal - waaraan Cirkant deelneemt, zijn: 1. CANO-overleg = Centrum voor Actieve Netwerkontwikkeling en Omgevingsondersteuning (sectoraal niveau) Algemeen doel/ opdracht: platform voor CANO-voorzieningen (8 in Vlaanderen) Frequentie. a) Directieoverleg Inhoud (= doel/opdracht/agenda): algemene sectorale profilering CANO-concept. Frequentie: naar noodzaak - minimum 4 keer per jaar. 20


Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator CANO/ CANTEL. b) Staf- en praktijkoverleg Inhoud (= doel/opdracht/agenda): inhoudelijk uitdiepen en uitwerken van het CANO-concept, uitwisselen ervaringen met GKRB-project. Frequentie: 4 keer per jaar; 2-maandelijks in 2010. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator CANO/ CANTEL. c) Begeleiders Intervisie Inhoud (= doel/opdracht/agenda): uitwisselen concrete ervaringen vanuit het CANO-concept. Frequentie: 4 keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: begeleiders CANO/ CANTEL. 2. Federatie Diensten Contextbegeleiding Autonoom Wonen (sectoraal niveau) Inhoud (= doel/opdracht/agenda): overleg van alle Vlaamse diensten BZW, bespreken en actie aansturen tot het verbeteren van het statuut van BZW-jongeren op sociaal, juridisch en wetgevend vlak, actualiteitsen methodiekuitwisseling. Frequentie: +/- 8 keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: teambegeleider BZW-dienst. 3. Federatie Trainingscentra Kamerwonen (sectoraal niveau) Algemeen doel/ opdracht: koepel van Vlaamse TCK’s a) Algemene Vergadering – Raad van Bestuur Inhoud (= doel/opdracht/agenda): dagelijks beleid van Federatie Trainigscentra Kamerwonen. Frequentie: trimestrieel. Deelnemers vanuit Cirkant: algemeen directeur. b) Intervisievergaderingen Inhoud (= doel/opdracht/agenda): uitwisselen van methodieken eigen aan kamerwonen, organiseren van vorming. Frequentie: 4-maandelijks. Deelnemers vanuit Cirkant: begeleiders Studiowonen. 4. Schooltime-out Lang Programma (sectoraal niveau) a) Infovergadering Inhoud (= doel/opdracht/agenda): opvolgen en uitwisselen van informatie mbt verwachtingen en subsidiëring time-out. Frequentie: naargelang de actualiteit het vereist. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator Schooltime-out. b) TOOP (Time-Out OverlegPlatforms) Inhoud (= doel/opdracht/agenda): opvolgen time-outgebeuren in Vlaanderen, overleg ifv communicatie met overheid. Frequentie: naargelang de actualiteit het vereist. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator Schooltime-out.

21


5. Crisishulp aan Huis a) Coördinatorenoverleg Inhoud (= doel/opdracht/agenda): overleg tussen beleidsverantwoordelijken van alle diensten CaH in Vlaanderen: communicatie overheid, bewaking standaarden, vormingsprogramma’s, registraties, wetenschappelijk onderzoek, … Frequentie: 5-tal keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator Mobiel Begeleidingspunt. b) Supervisorenoverleg Inhoud (= doel/opdracht/agenda): overleg tussen supervisoren van alle diensten CaH Vlaanderen: methodiekuitwisseling en bewaking, rol supervisoren in het concept, … Frequentie: 2-tal keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: teambegeleider CaH.

4.3. Constructieve afhandeling - sectoraal niveau ALGEMEEN: Deze overlegorganen hebben tot doel de methodiek van de verschillende afhandelingsvormen uit te diepen en de uitbouw ervan af te stemmen, en dit zowel binnen het eigen arrondissement als op Vlaams niveau. Cirkant neemt deel aan volgende overlegorganen: 1. Coördinatorenoverleg HCA Inhoud (= doel/opdracht/agenda): overlegorgaan voor implementatie van HCA in Vlaanderen op inhoudelijk, methodisch en organisatorisch vlak. Frequentie: tweemaandelijks. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator CAFT. 2. Provinciaal Vereffeningsfonds Algemeen doel/ opdracht: creëren van een forum mbt bovengenoemd fonds. a) Comité V Inhoud (= doel/opdracht/agenda): behandelen van individuele aanvragen voor het Fonds. Frequentie: maandelijks. Deelnemers vanuit Cirkant: herstelbemiddelaar CAFT. 3. SIB-M Algemeen doel/ opdracht: opvolging aanbod (inhoudelijk en mogelijke uitbreiding naar andere HCAdiensten) door de betrokken diensten die het aanbod reeds hebben. a) Coördinatorenoverleg Inhoud (= doel/opdracht/agenda): continueren en realiseren van aanbod SIB-M. Frequentie: 5 keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator CAFT.

22


b) Praktijkteam Inhoud (= doel/opdracht/agenda): waken over gelijklopende inhoud SIB, intervisie Frequentie: 5 keer per jaar Deelnemers vanuit Cirkant: vormingswerkers SIB-M 4. Overleg herstelgericht werken in de Kempen a) Denkgroep Inhoud (= doel/opdracht/agenda): overleg rond herstelgericht denken en werken in een GI. Frequentie: naargelang de actualiteit het vereist. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator CAFT. b) Praktijkteam Inhoud (= doel/opdracht/agenda): uitwerken en opvolgen aanbod SIB-M in de Kempen, een praktijkproject van het herstelgericht werken in een GI. Frequentie: naargelang de actualiteit het vereist. Deelnemers vanuit Cirkant: vormingswerkers SIB-M. 5. HERGO a) Intervisie HERGO Inhoud (= doel/opdracht/agenda): uitwisselen visie en methodieken mbt HERGO. Frequentie: 6 keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: teambegeleider en moderatoren HERGO. b) Werkgroep sensibiliseren HERGO Inhoud (= doel/opdracht/agenda): ondersteunen van stuurgroep voor verder implementeren van HERGO in Vlaanderen ism Universiteit Gent en Agentschap Jongerenwelzijn. Frequentie: 4 keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: teambegeleider CAFT. 6. Forum herstelbemiddeling Inhoud (= doel/opdracht/agenda): uitwisselen en herstelbemiddeling, in navolging van onderzoek Beke. Frequentie: 6 keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: teambegeleider CAFT.

afstemmen

visie

en

methodieken

mbt

4.4. Bijzondere Jeugdzorg - regionale uitbouw en overleg. ALGEMEEN: Als Cirkant wensen we actief te participeren aan de verdere professionele uitbouw van het hulpverleningsveld bijzondere jeugdzorg, ingebed in de bredere Integrale Jeugdhulp in het arrondissement Turnhout. Cirkant neemt deel aan volgende overlegmomenten:

23


1. Provinciale Stuurgroep Bijzondere Jeugdzorg Inhoud (= doel/opdracht/agenda): overleg tussen de inrichtende machten van de betreffende voorzieningen uit de provincie Antwerpen en de regionale verwijzende instanties (jeugdrechtbank en ondersteuningscentrum jeugdhulp (OCJ)). Frequentie: 3-maandelijks. Deelnemers vanuit Cirkant: directeur. 2. Regionaal Welzijnsoverleg Voorzieningen Bijzondere Jeugdzorg = RWO a) Platform RWO Inhoud (= doel/opdracht/agenda): overleg tussen de inrichtende machten van de betreffende voorzieningen uit het arrondissement Turnhout en de regionale verwijzende instanties (jeugdrechtbank en OCJ). Frequentie: 4- tal keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: algemeen directeur en de drie coördinatoren van de verschillende afdelingen. b) Stuurgroep RWO Inhoud (= doel/opdracht/agenda): algemene sturing van het RWO. Frequentie: 2-maandeljiks. Deelnemers vanuit Cirkant: algemeen directeur. 3. Stuurgroep DOTT Algemeen doel/ opdracht: opvolging van de inhoudelijke werking DOTT omwille van de externe inzetbaarheid van de module, met deelname van Ter Loke, De Waaiburg, Sint Isabella en Cirkant. Inhoud (= doel/opdracht/agenda): inhoudelijks sturing DOTT. Frequentie: 3 keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator en teambegeleider DOTT. 4. STENT regionaal Inhoud (= doel/opdracht/agenda): STENT is een project van de ondersteuningsstructuur BJZ dat de samenwerking bevordert en bestendigt tussen BJZ, kinderen jeugdpsychiatrie en ambulante, geestelijke gezondheidszorg. Frequentie: 3 à 4 keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator CANO/ Cantel.

4.5. Integrale Jeugdhulp. 1. Netwerk Crisisjeugdhulp Provincie Antwerpen Inhoud (= doel/opdracht/agenda): regionaal overleg tussen de 6 betrokken sectoren van de IJH met de bedoeling een gezamenlijke visie en beleid te ontwikkelen ifv een verder operationaliseren van de crisishulpverlening binnen de provincie. Frequentie: 2-maandelijks. Deelnemers vanuit Cirkant: algemeen directeur.

24


2. Netwerkstuurgroep Jeugdhulp Kempen Inhoud (= doel/opdracht/agenda): inhoudelijke en organisatorische afstemming tussen alle partners met een aanbod in de integrale jeugdhulp in de Kempen, samen met verwijzers OCJ, VK en Jeugdrechtbank. Frequentie: 8 keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: directeur. 3. Netwerkontwikkeling voor jongeren met een complexe psychosociale problematiek a) Projectstuurgroep Inhoud (= doel/opdracht/agenda): provinciale sturing van de netwerktafels. Frequentie: 2-maandelijks. Deelnemers vanuit Cirkant: algemeen directeur (plaatsvervangend). b) Regionale netwerktafels Inhoud (= doel/opdracht/agenda): organisatie van netwerktafels voor de geselecteerde aanmeldingen met als doel een gezamenlijk gedragen, geïndividualiseerd zorgplan te ontwikkelen, samenstellen van een geïndividualiseerd zorgplan. Frequentie: volgens noodzaak. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator CANO-centrum Neerhof & teambegeleider TB als netwerktafelvoorzitter.

4.6. Regionale uitbouw en overleg - belendende sectoren. ALGEMEEN: Als Cirkant wensen we actief te participeren aan de verdere professionele uitbouw van het algemene hulpverleningsveld binnen het stedelijk gebied Turnhout. Cirkant zetelt in volgend overleg: 1. Sociaal Welzijnsplatform Kempen Inhoud (= doel/opdracht/agenda): als subgroep binnen RESOC gericht op strategische uitbouw van de ruime Kempense sociale sector. Het platform is samengesteld uit een aantal rechtstreeks betrokkenen en deskundige medewerkers uit de regionale sector. Voldoende aandacht gaat naar strategische uitbouw, optimale ontwikkelingskansen en systematiek in de verdere uitbouw van het sociaal-maatschappelijk aanbod in de regio. Adviserend naar RESOC. Frequentie: +/- 5 keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: algemeen directeur. 2. Samenwerkingsverband HCA Inhoud (= doel/opdracht/agenda): arrondissementele afstemming van HCA-(herstelgerichte en constructieve afhandelingsvormen)communicatie tussen justitie en hulpverlening mbt jeugddelinquentie. Frequentie: 1 keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator en teambegeleiders CAFT, algemeen directeur.

25


3. Stuurgroep dader-slachtofferbemiddeling meerderjarigen Inhoud (= doel/opdracht/agenda): werken aan een herstelgerichte visie, uitbouw van daderslachtofferbemiddeling meerderjarigen in het arrondissement Turnhout. Frequentie: 4 keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: teambegeleider CAFT. 4. Stuurgroep Sociaal Forum Kempen (SFK) Inhoud (= doel/opdracht/agenda): Sinds maart 2011 is er in de Kempen een Sociaal Forum opgericht. Onder de titel ‘Een andere wereld is mogelijk’, streeft het SFK naar een sociale, democratische, solidaire en vreedzame samenleving. Het SFK wil kritisch kijken naar sociale actualiteit, het maatschappelijk debat voeren en signalen van sociale ongelijkheid aankaarten. De stuurgroep stuurt de werking van het SFK aan en organiseert activiteiten die inspirerend en signaliserend kunnen werken in de Kempen. Frequentie: 6-tal keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: algemeen directeur. 5. Beleidsoverleg jongvolwassenen : CAW – BJB - VAPH Inhoud (= doel/opdracht/agenda): Specifiek rond de problematiek van jong volwassenen, overleg tussen de sectoren om overgangen in hulpverlening voor deze leeftijdsgroep te bevorderen. Het beleidsoverleg stuurt ook ontmoetingsmoment tussen hulpverleners aan en faciliteert de samenwerking tussen diensten voor vormingen ‘op eigen benen’. Frequentie: 4 -tal keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator Mobiel Punt, teambegeleider BZW.

4.7. Stedelijk overleg Turnhout. ALGEMEEN: Als Cirkant wensen we ons actief te engageren binnen de stedelijke overlegfora en actief bij te dragen tot het verhogen van het welzijn voor doelgroepen binnen de stad die aanleunen bij ons werkterrein. Cirkant zetelt in volgend overleg: 1. Jeugdwelzijnsoverleg Stad Turnhout Algemeen doel/opdracht: adviesgroep inzake jeugdwelzijn in Turnhout. a) Plenumvergadering Inhoud (= doel/opdracht/agenda): erkende adviesgroep inzake jeugdwelzijn in Turnhout, opsporen van noden en noties nemen rond nieuw op te zetten initiatieven inzake jeugdwelzijn, beleidsvoorbereidend en beïnvloedend werken naar de stedelijke overheid. Frequentie: +/- 5 keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: beleidsmedewerker. 2. Stuurgroep Straathoekwerk Inhoud (= doel/opdracht/agenda): inhoudelijks sturing straathoekwerk Turnhout. Frequentie: maandelijks. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator CANO/CANTEL. 26


3. Adviesgroep Opvoedingswinkel Turnhout Inhoud (= doel/opdracht/agenda): adviseren van de werking van dit nieuwe initiatief voor laagdrempelige opvoedingsondersteuning, uitwerken samenwerkingsverbanden. Frequentie: enkele keren per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator Mobiel Punt. 4. Cultuurintensief overleg Inhoud (= doel/opdracht/agenda): een aantal organisaties die te maken hebben met anderstalige nieuwkomers hebben zich verenigd in dit overleg met als doelstelling de krachten te bundelen in het kader van signalering en deskundigheidsbevordering. Frequentie: enkele keren per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator Mobiel Begeleidingspunt, teambegeleider BZW. 4. FOTT overleg (First offenders trajecten Turnhout) Inhoud (= doel/opdracht/agenda): vanuit de preventieraad overleg met enkele partners om te bekijken of specifiek voor deze doelgroep een aanbod kan ingezet worden om verdere recidive te voorkomen. Sinds RT contextmodules : op casusniveau aftoetsen of dit aanbod voor gezinnen met deze problematiek een meerwaarde kan hebben. Frequentie: aantal keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator Mobiel Punt - casusoverleg: teambegeleider. 5. Werkgroep schoolverzuim Inhoud (= doel/opdracht/agenda): divers samengesteld overleg ifv opvolging schoolverzuim. Frequentie: 3 à 4 keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator CAFT/ DOTT/ STO. 6. Stuurgroep Pesten Inhoud (= doel/opdracht/agenda): divers samengesteld overleg ifv rond de aanpak pesten. Frequentie: 3 à 4 keer per jaar. Deelnemers vanuit Cirkant: coördinator CAFT/ DOTT/ STO. 7. Ad hoc adviesgroep veiligheid Inhoud (= doel/opdracht/agenda): tijdelijk samengestelde werkgroep ifv voorstel actieplan rond stijgend onveiligheidsgevoel in Turnhout. Frequentie: 4/ 5 keer – ad hoc. Deelnemers vanuit Cirkant: algemeen directeur.

5. K W A L I T E I T S Z O R G 5.1. Inleiding . Kwaliteitszorg is een werk van alledag. Alles wat met kwaliteit te maken heeft opsommen, bevordert noch het leesplezier, noch de focus. We halen de krachtlijnen er dus uit. Die krachtlijnen worden op Cirkant-niveau 27


aangestuurd door het directieteam, het CPBW en de raad van bestuur. Maar de kern van ons kwaliteitszorgsysteem wordt gevormd door onze ‘MO’. MO is de roepnaam voor het 2-maandelijkse overleg tussen teambegeleiders, coördinatoren, directie, interne regisseur/aanmeldingsverantwoordelijke en beleidsmedewerker. Onze MO zag het daglicht ten tijde van het EMK en versterkte vanaf dan onze ‘DO’ (het Directieoverleg) om de krachtlijnen van Cirkant als ‘Modulaire Organisatie’ mee uit te tekenen. Ondertussen is de MO doorgegroeid tot een structureel ingebed overlegorgaan binnen Cirkant en dekt de vlag ‘Management Overleg’ – ook al gebruiken we zulke termen niet zo vlot in Cirkantkringen – nu de volledige lading. Het nieuwe kwaliteitsdecreet indachtig, zijn we de rol van onze MO nog verder gaan verfijnen. Met het bewaken van de onderlinge afstemming tussen onze verschillende afdelingen, de planning en opvolging van verschillende verbetertrajecten en het garanderen van de communicatie met alle medewerkers, groeit onze MO in de komende jaren verder uit tot een volwaardig ‘Kwaliteitsmanagement Overleg’. Omdat we in de sociale sector echter niet spreken in KMO-termen én omdat een kwaliteitsbeleid en kwaliteitszorg in de jeugdhulp nu eenmaal de kern van ons handelen bevat, behouden we met veel plezier ‘de MO’ als synoniem voor de kwaliteitsstuurgroep van Cirkant. Onze MO heeft in 2014 al haar energie gestoken in het ‘hertekenen’ van Cirkant in functie van haar plaats als OVBJ in de Integrale Jeugdhulp. Dat gaat uiteraard over de kernprocessen, maar in eerste instantie in het coachen van al onze medewerkers in deze niet te onderschatten veranderingen. In 2015 zal de MO als afdeling overschrijdend orgaan kwaliteitszorg als structureel ingebed thema ten volle op de agenda hebben.

5.2. Kwaliteitsplanning: een overzicht . Werken aan kwaliteit is een houding, een gewoonte. Het is iets waarmee we al dan niet bewust bezig zijn. Een kwaliteitsplanning moet dit helpen ‘vastpakken’ en mee in een bewust proces gieten. Dat proces is er altijd geweest, maar in het kader van en met het jargon van het nieuwe kwaliteitsdecreet, ligt voor ons de uitdaging om dit stap voor stap te gaan vertalen in onze werking, met meer expliciete aandacht voor zelfevaluatie en verbetertrajecten. We gunnen ons de tijd en de groeiende wijsheid om dit vorm te geven, vanuit een bewustzijn dat we ondertussen kwaliteitsvol werk blijven leveren. Vandaag willen we onze kwaliteitsplanning dan ook bescheiden inleiden door ze als eerste oefening eens te koppelen aan de vooropgestelde domeinen uit de groeiniveaus. We beseffen dat dit geen sluitende keuze is, bijvoorbeeld omdat de inputgebieden hiermee niet aan bod komen. In deze oefening proberen we kwaliteitsprojecten die net op die inputgebieden inpluggen daarom wel mee op te nemen. In de titel van elk project maken we dan een verwijzing. Lees dit kwaliteitsverslag dus als een stand van zaken van projecten waarmee we nu al goed mee bezig zijn om aspecten van onderstaande kwaliteitsdomeinen te verbeteren. Want net dat willen we als uitgangspunt nemen: wat doen we vandaag al goed en welke zaken zijn we heel concreet aan het verbeteren? In onderstaand overzicht geven we in cursief een opsomming van de voornaamste kwaliteitsprojecten die nu lopen, ingedeeld onder de domeinen van de groeiniveaus. Onder punt 3 leest u dan meer uitvoerig over de lopende projecten en hun verbetertrajecten. Actuele kwaliteitsprojecten op Cirkant ingebed in de aandachtsdomeinen van de groeiniveaus: 

Kwaliteitszorg

▪

Organisatie en visie;

▪

Betrokkenheid: 28


-

▪

▪



Methodieken en instrumenten: -

Zelfevaluatie: PROSE als instrument (5.3.1);

-

Kwaliteitshandboek (5.3.1).

Verbetertraject: -

Zelfevaluatie PROSE (Quickscan EFQM) & inschalen groeiniveaus in planning om prioriteiten te gaan bepalen (5.3.1);

-

Introductie werken met ‘projectideeën & -planning’ (cfr PRIAC) (5.3.1).

Kernprocessen

▪

Onthaal van de gebruiker: -

▪

▪

MO ifv integrale jeuddhulp/ rechtstreeks toegankelijke hulp (5.3.4).

Gebruikersdossier: -

WG DRM: voorbereiding organisatie dossier papier en digitaal (5.3.5);

-

Proefproject in verblijfmodules: organisatie dossuer op papier (5.3.5);

-

Proefproject in verblijfsmodules: elektronisch ossier en journaal (5.3.5);

-

Opleiding veiligheidsconsulent (5.3.5).

Gebruikersresultaten:

▪

Klachtenbehandeling;

▪

Gebruikerstevredenheid:

▪

-

Cirkant Mobiel – instrument tevredenheidsmeting (5.3.6);

-

Cirkant DOTT – reflectie partner (5.3.6);

-

Cirkant CANO/ CANTEL – cirkels (directe feedback rond samenleven) (5.3.6);

-

Cirkant CANO – Tienerbabbels studio’s (5.3.6).

Effect op de hulpverlening:



WG Ethische besluitvorming ikv verlengen – schakelen – prioriteren (5.3.2).

Pedagogisch profiel: -

▪

WG DRM: evaluatie nieuwe verslagsjablonenen en implementatie/ testfase schakelverslag (5.3.3).

Afsluiting en nazorg: -

▪

WG Regie – aanmeldingsbeleid ikv rechtstreeks toegangelijke hulp (5.3.2).

Doelstellingen en doelenplan: -



Kwaliteitsstuurgroep MO – Intervisiegroep kwaliteit – deelname studiedagen Q (5.3.1).

Laag intensieve CB: werken met schaalvragen in verslaggeving (5.3.7)).

Medewerkersresultaten:

▪

Personeelstevredenheid: -

Waarderend onderzoek ‘Onze toekomst’ – verschllende dankdagen verspreid over 2012-2013: heel breed/ meerjarenplanning/ verschillende domeinen: ~ Werken op inputgebied ‘personeelsbeleid’ (5.3.8): → Proefproject telewerk/ WWW-sessies/ Cirkantbook/ Inrichting en evaluatie 29

Cirkant vzw - werkingsverslag 2014 Algemene werking → GPO mbt psychosociale

risico’s 2014 ~ Werken op inputgebied ‘middelen’ (5.3.9): → ICT-infrastructuur/ Evaluatie enveloppefinanciering na 1 jaar EMK

▪ 

Indicatoren en kengetallen.

Samenlevingsresultaten:

▪

Waardering strategische partners;

▪

Maatschappelijke opdracht en maatschappelijke tendensen: -

-

-

Overgang van NRTH naar RTH (5.3.10): ~ Ombouw modules; ~ Uitbreidingsaanvraag positieve heroriëntering. Bouwproject verblijfsmodules (5.3.11); Pilootproject ‘Troeven’ (5.3.12); Werken op inputgebied ‘beleid en strategie’: ~ Samenwerkingstraject Ciris vzw (5.3.13); ~ Innovatief project HCA (5.3.14); ~ Verbetertraject module ondersteunende begeleiding (5.3.15); ~ Verbetertraject Schooltime-out (5.3.16); Beleid (Seksueel) Grensoverschrijdend gedrag (5.3.17).

In onze evaluatie merken we dat vele projecten niet volgens schema verlopen. Deze opsomming leert ook dat we zelfs in tijden van grootse sectorale veranderingen toch steeds (te?) ambitieus blijven doorwerken op thema’s die we belangrijk vinden. We hopen op onze nakende kwaliteitsdag (zie 5.3.1) te komen tot een haalbare prioriteitenbepaling voor de komende jaren. In elk geval zullen we op onze MO Kwaliteitsdag op 2 oktober 2015 – uiteraard met véél trots over wat we goed aan het doen zijn – samen de ‘interne 0-meting van de groeiniveaus’ bepalen, aangevuld met de bespreking van de Quickscan EFQM (Prose) en de prioriteitenbepaling en verbetertrajecten voor het komende jaar.

5.3. Lopende projecten en verbetertrajecten in het kader van kwaliteitszorg . 5.3.1. Kwaliteitszorg – implementatie nieuw kwaliteitsdecreet. A. STAND VAN ZAKEN 2014 In 2014 werden door directie, coördinatoren en beleidsmedewerker verschillende studiedagen gevolgdin het kader van het nieuwe kwaliteitsdecreet. Er werd maw voeding opgedaan om mee aan de slag te kunnen gaan. Het blijft wel uitkijken naar de aangekondigde verdiepingsdagen in 2015 met het Ondersteuningsproject Kwaliteit onder begeleiding van Koen Joly, in de hoop een meer realistische en bekrachtigende houvast te krijgen op de verschillende deelthema’s van het kwaliteitsdecreet. Eveneens onder de vlag van het Ondersteuningsproject Kwaliteit zijn we in het najaar opnieuw ingestapt in de intervisiegroep kwaliteit binnen SOM, die zal continueren in 2015. Intern werden op aansturen van het directieoverleg de verschillende overlegfora en hun inhoud/ opdracht verder afgestemd en werd besloten dat onze MO als sturend overlegorgaan het kwaliteitsbeleid zou opvolgen. MO heeft dan onder andere als opdracht om de veelheid aan verbeterprojecten uit de overlegfora op te volgen en op elkaar af te stemmen. Zij bewaakt naast inhoud dus ook het overzicht.

30


In functie van zelfevaluatie werd in 2014 het PROSE-instrumentarium aangekocht. Onze beleidsmedewerker volgde hiertoe tevens de nodige vormingen, waarvoor ook in 2015 nog terugkommomenten worden gepland. B. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT Implementatie van het nieuwe kwaliteitsdecreet – medewerkers Cirkant. C. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT De tijd nemen om ons huidige kwaliteitsbeleid af te stemmen op het nieuwe decreet en ons de ‘nieuwe manier’ van kwaliteitsvol werken eigen te maken. D. HET STAPPENPLAN VOOR HET PROJECT IN 2015 WAT

WIE

1.

Studiedagen Ondersteuningsproject Q

2.

Quickscan EFMQ (Prose) introduceren

3.

Introductie nieuwe kwaliteitsdecreet

4. 5.

Vervolgdag werken met Prose Kwaliteitsdag MO: Focusgroep Quickscan / 0-meting groeiniveaus / Prioriteitenbepaling + introductie PRIAC / meerjarenplanning + jaarplanning 2016 / Planning introductie nieuwe kwaliteitsdecreet aan medewerkers Kwaliteitshandboek: aanzet tot het uitwerken van het huidige KHB in een nieuwe structuur, ingebed in EFQM & het gebruiksprofiel van ons intranet

6.

Directie, Coördinatoren, beleidsmedewerker Beleidsmederwerker aan ganse MO Beleidsmedewerker aan ganse MO Beleidsmedewerker

WANNEER Voorjaar 2015 Voorjaar 2015 Maart 2015 Juni 2015

MO

Oktober 2015

DO ism WG Media

Najaar 2015

E. DE DEELNEMERS EN HUN BEVOEGDHEID Het is duidelijk dat we in deze fase besloten hebben om gas terug te nemen. ‘Reculer pour mieux sauter’ zouden we kunnen zeggen. We beweren niet dat onze medewerkers niet op continue basis met kwaliteit bezig zijn – zie de projecten hieronder – maar we besluiten in deze fase de upgrade van het kwaliteitsbeleid, structuur & planning eerst verder vorm te geven met onze ganse staf (MO). Uit zorg enerzijds (er is al genoeg beweging in de sector), uit nood aan ‘tastbaar’ maken voor onszelf en de collega’s anderzijds. F. HET TIJDSSCHEMA Zoals gezegd is kwaliteitszorg een continu proces. In 2015 willen we echter de tijd nemen om onze 0-meting, de stand van zaken, op te maken en op basis daarvan onze prioriteiten te bepalen. Doelstelling is om deze in een haalbare meerjarenplanning te gieten die het tijdsschema voor dit project zal bepalen. G. DE INGEZETTEN MIDDELEN Werktijd betrokken leden MO.

31


H. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN De MO komt 6 maal per jaar samen. Op dit overleg worden de stand van zaken en de voortgang van verschillende projecten opgevolgd. De ambitie is om eenmaal per jaar een ganse dag samen te komen specifiek ifv de evaluatie van de projecten uit het lopende kalenderjaar en een planning op te maken voor het volgende werkjaar. Deze dag zal in het najaar plaatsvinden.

5.3.2. Kernprocessen – Onthaal van de gebruiker & afsluiting en nazorg. We nemen beide kernprocessen hier even samen omdat de realiteit van de IJH en het rechtstreeks toegankelijk worden van de contextbegeleiding hebben geleid tot verbetertrajecten op het vlak van aanmeldingsbeleid en verlengen (afsluiten), schakelen en prioritering van begeleidingen. A. STAND VAN ZAKEN 2014 Vanaf 2014 werd één van de teambegeleiders uit de MO halftijds vrijgesteld om de interne regie en het aanmeldingsbeleid te gaan coördineren. Onder haar leiding werd een Werkgroep Regie opgestart die enerzijds binnen Cirkant & anderzijds in overleg met de collega BJB-organisaties binnen het arrondissement een aanmeldingsbeleid en -procedure uitwerkte met het oog op het rechtstreeks toegankelijk worden van verschillende contextmodules vanaf 1 januari 2015. Binnen de WG Regie werd ook het besluit genomen om een tijdelijke ‘taskforce’ op te richten – bestaande uit coördinatoren, teambegeleiders en veldwerkers – die zich in het voorjaar van 2015 moet buigen over een ‘ethische code’ voor alle teams om bespreking en besluitvorming over verlengen (of afsluiten), schakelen en prioritering van dossiers op gelijkvormige en kwaliteitsvolle wijze te laten verlopen. Belangrijkste doelstelling en bezorgdheid hierbij is om in het kader van beperkte plaatsen en wachtlijsten te allen tijde voldoende externe instroom te blijven garanderen. In het kader van schakelen en modulecombinaties voor cliënten werd in 2014 tevens het trajectoverleg (TRO) structureel ingebed. Waar dit voordien een vast overleg was binnen onze CANO, is dit nu uitgebreid tot medewerkers van de modules contextbegeleiding en ondersteunende begeleiding uit andere afdelingen. B. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT Kwaliteitsvolle instroom, doorstroom en uitstroom van cliënten. C. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT Het werkbaar en beheersbaar maken van instroom, doorstroom en uitstroom van cliënten binnen het gewijzigde hulpverleningslandschap: rechtstreeks toegankelijke hulp – samenwerking met brede instap – wachtlijstbeheer en - beheersbaarheid, zowel intern, met partners BJB uit de regio als verwijzende instanties. D. HET STAPPENPLAN VOOR HET PROJECT IN 2015 WAT 1. 2.

Finaliseren ‘Indicatiestellingsformulier ifv contextbegeleiding (ISF)’ Communicatie ‘Indicatiestellingsformulier’ & procedure aanmelding naar verwijzende instanties

3.

Taskforce ‘Ethische besluitvorming Verlengen – Schakelen – Prioritering’

4.

Toelichting Organigram & werking Cirkant (RTH,

WIE

WANNEER

WG Regie (ism partners BJB)

Januari 2015

Interne Regisseur

Februari 2015

Taksforce van coördinatoren, teambegeleiders, veldwerkers Beleidsmedewerker

Januari – maart 2015 Mei 2015 32


NRTH, …) op Jeugdwelzijnsoverleg Turnhout 5.

Evaluatie Indicatiestellingsformulier

6.

Evaluatie ‘Ethische code VSP’

WG Regie (ism partners BJB, verwijzers) WG Regie (via teams

Najaar 2015 Najaar 2015

E. DE DEELNEMERS EN HUN BEVOEGDHEID Afhankelijk van het onderwerp zijn in deze fase enkele of meerdere leden van de MO betrokken. Wat betreft het ontwikkelen van de ethische code werd er bewust voor gekozen om aanvullend enkele veldwerkers mee te engageren. F. HET TIJDSSCHEMA We vinden het uitermate belangrijk dat deze projecten lopen in een werkbare proeffase gedurende gans 2015, zowel intern als in overleg met partners BJB en verwijzende instanties. G. DE INGEZETTEN MIDDELEN De nodige werktijd voor het vele overleg en afstemming om tot werkbare afspraken en procedures te komen. H. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN De wijze waarop de instrumenten ISF en Ethische Code VSP zullen worden geëvalueerd is nog niet vastgelegd. Zodra de instrumenten in 2015 in werkbare fase zitten en gecommuniceerd zijn, moet hier zeker aandacht aan geschonken worden. We menen dat er nood zal zijn aan een ruime proefperiode van een jaar, waarna de evaluatie zowel op de teams (gebruikers) intern als extern (partners BJB, verwijzende instanties) georganiseerd zal worden. Het ISF zal uiteraard samen met anders aanbieders van contextmodules uit de regio en de verwijzers uit de brede instap en de gemandateerde voorzieningen geëvalueerd worden. Het is immers een gezamenlijk instrument.

5.3.3. Kernprocessen – Doelstellingen en doelenplan. A. STAND VAN ZAKEN 2014 In de schoot van de WG DRM werden, na een proeffase van iets meer dan 6 maanden, in de loop van mei en juni 2014, de aangepaste verslagsjablonen voor doelenplan, evolutie- en eindverslag geëvalueerd. Ook de bijhorende technische fiche met duiding voor de verschillende rubrieken in de verslagsjablonen en de visietekst met richtlijnen rond werken met verslaggeving werden mee geëvalueerd op alle betrokken teams. De visietekst heeft bijzondere aandacht voor oa de participatieve basishouding, een helder onderscheid tussen cliëntdoelen en begeleidersdoelen, vertrekken vanuit aanwezige krachten, gerichte en noodzakelijke informatiedeling en een hanteerbare opdeling van het verslag ifv het recht op inzage en vertrouwelijkheid. Vanuit deze basisprincipes zijn de verslagsjablonen opgebouwd en positief geëvalueerd. Ze werden in gebruik genomen in alle contextmodules (al dan niet met verblijf). In functie van communicatie onderling, met cliënt en eventuele verwijzers én met het oog op het beperken van administratieve overlast, werd tevens een verslagsjabloon opgesteld ifv schakelingen: het schakelverslag. Het helpt de besluitvorming rond schakelingen te verduidelijken, de vraagverheldering wordt geconcretiseerd en het biedt een aanzet tot opmaak van een nieuw doelenplan. Bij afronding van een bepaalde module en continuering van de jeugdhulp vervangt het schakelverslag het gebruikelijke eindverslag. Afspraken met betrekking tot het schakelproces worden beschreven, evenals wat er met het dossier van de jongere zal gebeuren. 33


B. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT Werken met inspraak en participatie bevorderende verslaggeving, op uniforme wijze binnen Cirkant als organisatie voor jeugdzorg, vertrekkende vanuit de bepalingen in het DRM – medewerkers Cirkant en cliënten. C. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT Komen tot een uniforme verslaggeving over de verschillende modules van Cirkant, die helderheid, transparantie, begrijpbaarheid en participatie voor de cliënt garandeert, ongeacht in welke module(s) het cliëntdossier is geactiveerd. D. HET STAPPENPLAN VOOR HET PROJECT IN 2015 WAT 1.

Evaluatie schakelverslag door de medewerkers

WIE

WANNEER

WG DRM i.o.v. & i.s.m. MO

Najaar 2015

E. DE DEELNEMERS EN HUN BEVOEGDHEID WG-leden DRM, samen met de teambegeleiders. F. HET TIJDSSCHEMA We plannen de evaluatie van het schakelverslag in het najaar van 2015 omdat we verwachten dat de opstart van de rechtstreeks toegankelijke contextbegeleidingsmodules ook haar invloed zal hebben op het schakelverhaal. Het is een nieuw gegeven dat we maw ruim de tijd willen geven om mee aan de slag te gaan. G. DE INGEZETTE MIDDELEN Werktijd leden WG DRM, teambegeleiders en gezamenlijke teams. H. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN Bevraging door teambegeleiders op de respectievelijke teams mbt gebruik en gebruiksvriendelijkheid, nut en effectiviteit van het schakelverslag. Terugkoppeling van deze feedback bundelen op WG DRM, die verslag uitbrengt en verbetervoorstellen suggereert op de MO.

5.3.4. Kernprocessen – Pedagogisch profiel. A. STAND VAN ZAKEN 2014 Eind 2014 werd met het oog op het rechtstreeks toegankelijk worden van ons (vernieuwd) aanbod contextbegeleiding ifv interne en externe communicatie een update gemaakt van het pedagogisch profiel contextbegeleiding. Dit pedagogisch profiel werd aangevuld met beknopte fiches die voor elke module contextbegeleiding een helder overzicht geven van: kernopzet module – toegang tot de module – FIDparameters – doelgroep en randvoorwaarden – methodiek en begeleiding. Deze fiches werden intern verspreid en extern gebruikt om het hulpaanbod van Cirkant te verduidelijken. De bedoeling is dat ze ook aan alle potentiële verwijzers een beknopt overzicht bieden dat hen enerzijds helpt om cliënten duidelijk te informeren over ons aanbod en onze werkwijze en anderzijds om aanmeldingen zo gericht mogelijk en aansluitend op de hulpvraag te kunnen realiseren.

34


We vonden het hierbij eveneens belangrijk om een goede afstemming van en mogelijke verschillen in het contextaanbod tussen de regionale partners BJB te communiceren aan de partners in de IJH. Daartoe werd ook een gezamenlijk overzicht gemaakt door de regionale partners BJB, dat extern werd gecommuniceerd. De resultaten hiervan vindt u op de homepagina van onze website: www.cirkant-vzw.be. B. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT Kennisgeving en verheldering van het hulpaanbod voor cliënten, externe partners, potentiële verwijzers en medewerkers. C. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT Helder en verstaanbaar overzicht van het contextaanbod – gezamenlijke en gedragen communicatie van het aanbod – klare afspraken en contactpersonen ifv aanmeldingen. D. HET STAPPENPLAN VOOR HET PROJECT IN 2015 WAT

WIE

1.

Uitwerken, verfijnen en communiceren aanbod CB i.f.v. Positieve Heroriëntering

DO

2.

Afstemming van het aanbod CB i.f.v. Positieve Heroriëntering met andere regionale aanbieders & potentiële verwijzers

DO

WANNEER Na opleiding Positieve Heroriëntering in de loop van mei 2015 Voorbereidend in voorjaar 2015 – specifieker na opleiding in de loop van mei 2015

E. DE DEELNEMERS EN HUN BEVOEGDHEID Regie vanuit DO – voorbereiding en communicatie vanuit teams Cirkant Mobiel die het aanbod CB ifv Positieve Heroriëntering zullen inrichten. F. HET TIJDSSCHEMA Aanvang voor de zomervakantie van 2015, evaluatie in het najaar van 2015. G. DE INGEZETTE MIDDELEN De nodige tijd voor overleg, afstemming en communicatie door de betrokkenen. H. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN Nog te bekijken ism betrokken regionale partners BJB, potentiële verwijzers en op basis van de eerste ervaringen van de teams met het aanbod Positieve Heroriëntering.

5.3.5. Kernprocessen – Gebruikersdossier. A. STAND VAN ZAKEN 2014 In de periode 2014–2015 besteden we bijzondere aandacht aan het gebruikersdossier, aangezet vanuit onze WG DRM. Verschillende initiatieven lopen hierbij parallel naast elkaar, gaande van IT-technische zaken tot het gebruik van het dossier op de werkvloer. 35


In 2014 werd vanuit de WG DRM aan alle teams gevraagd om een overzicht te maken van alles wat met ‘dossier’ te maken heeft: zowel op papier als digitaal, wat wordt waar bewaard, opdiepen van de gangbare procedures en dit toetsen aan de gangbare praktijken (hoe gaat men er op de werkvloer mee om?). De output hiervan leverde een schat aan informatie op waarmee we in 2015 verder aan de slag gaan, meer specifiek in een proeffase op onze residentiële afdelingen. Zij beginnen in januari 2015 met een volledig propere lei in hun nieuwbouw en kunnen hun dagelijkse handelen daarop (opnieuw) afstemmen. De opleiding veiligheidsconsulent en de aanstelling van een interne veiligheidsconsulent willen we volledigheidshalve ook hier vernoemen. De bril van onze veiligheidsconsulent is in het verhaal van het gebruikersdossier immers niet weg te denken. B. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT Het dagelijkse gebruik van het gebruikersdossier optimaliseren – medewerkers Cirkant. C. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT De praktijken rond omgang met het gebruikersdossier van de verschillende afdelingen op elkaar afstemmen – de efficiëntie en veiligheid (privacy, …) van het gebruikersdossier verbeteren, zowel in dagelijkse praktijk als op IT-technisch vlak. D. HET STAPPENPLAN VOOR HET PROJECT IN 2015 WAT 1.

2. 3. 4.

Aanvang verbetering organisatie papieren en digitale dossier optimaliseren in verblijfsmodules, met aandacht voor veiligheid, toegankelijkheid. Aanvang werken met elektronisch cliëntdossier en digitaal journaal ifv communicatie Tussentijdse evaluatie elektronisch cliëntdossier en digitaal journaal Afhankelijk van tussentijdse evaluatie en voortgang IT-technisch inplannen opstart elektronisch dossier en digitaal journaal in Cirkant Mobiel

WIE

WANNEER

Coördinator Verblijf ism lokale WG Dossier

Januari 2015

Coördinator Verblijf ism lokale WG Dossier Coördinator Verblijf ism lokale WG Dossier Beleidsmedewerker ism IT-medewerker

April 2015 (aanvang 2 kwartaal // BINC 2.0)

de

Zomervakantie 2015 September 2015

E. DE DEELNEMERS EN HUN BEVOEGDHEID Naast opvolging door de WG DRM, zullen in de proeffase vooral de medewerkers uit onze residentiële afdelingen betrokken worden, samen met twee begeleiders uit Cirkant Mobiel die op dit moment gedeelde begeleidingstrajecten met collega’s uit de residentiële afdeling hebben lopen. Deze twee begeleiders, worden in de evaluatie betrokken en worden belangrijke sleutelfiguren in de voorziene uitrol van het elektronisch dossier/ digitaal journaal op Cirkant Mobiel. F. HET TIJDSSCHEMA Evaluatie punt 1 uit het stappenplan wordt gepland na 1 werkjaar (januari 2016). Een tussentijdse evaluatie van punt 2 uit het stappenplan wordt na het 2de kwartaal ingepland met het oog op de implementatie van het elektronisch dossier/ digitaal journaal in Cirkant Mobiel in het najaar van 2015. G. DE INGEZETTE MIDDELEN De nodige werktijd voor de voorbereiding van deze deelprojecten door de lokale WG Dossier – vele uren voorbereiding door onze IT-medewerker ifv het opzetten van het platform voor het elektronisch dossier/ digitaal journaal en de hardware die hier toegang toe moet geven. 36


H. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN Onze voornaamste bekommernis is om een goede (hernieuwde) gangbare praktijk op poten te zetten rond omgang met het gebruikersdossier, zowel op papier als digitaal, te beginnen op één afdeling. Op deze afdeling zal een evaluatie plaatsvinden, op basis waarvan we deze medewerkers hun ervaringen en opzet met de andere afdelingen willen laten delen, met het oog op verbreding naar Cirkant Mobiel (najaar 2015) en gans Cirkant (in de loop van 2016).

5.3.6. Gebruikersresultaten - Gebruikerstevredenheid. A. STAND VAN ZAKEN 2014 Ook in 2014 werd er verder gesleuteld aan het in kaart brengen van gebruikerstevredenheid. Een aantal deelwerkingen heeft ondertussen specifieke methodieken ingebed: Cirkant CANO/ Cantel - de ‘Cirkels’: directe feedback van jongeren rond samenleven, Cirkant CANO - tienerbabbels in het studiowonen. Anderen sleutelen verwoed verder aan hun verbetertrajecten mbt gebruikerstevredenheid: Cirkant DOTT, Cirkant CAFT en Cirkant Mobiel. Deze laatsten komen hieronder uitvoeriger aan bod. Cirkant DOTT: de module ondersteunende begeleiding, ingezet ter ondersteuning van een andere module/ een lopende begeleiding. Een extra, tijdelijke, zeer gerichte insteek die gevraagd wordt door collegahulpverleners uit het ganse arrondissement. In die zin zijn, naast de jongeren en hun gezinnen, ook deze collega’s onze cliënten. Vanuit het samenwerkingsverband rond TOPart bestond er een stuurgroep. Dit overlegorgaan bleef, ook na het opgaan van TOPart en PAT in de module ondersteunende begeleiding, zijn belang houden ifv communicatie, overleg en evaluatie van de inzet van deze nieuwe module. De stuurgroepvergaderingen worden bijgewoond door vertegenwoordigers van verschillende organisaties jeugdzorg in het arrondissement Turnhout. De inhoud en de projecten die we met DOTT leveren zijn divers en flexibel. Er is een constante terugkoppeling op deze vergadering van vraag en noden enerzijds en aanbod en mogelijkheden anderzijds. Het overleg heeft een kwantitatief luik met cijfers over aanvragen, al dan niet opstart, inclusief motivatie en er is communicatie rond de inhoud en uitvoering van de projecten. Er werd bij opstart van DOTT systematisch een schriftelijke bevraging gedaan bij de aanvrager, maar dit gebeurt nu minder aangezien er steeds meer ‘non-respons’ kwam en het door hen ervaren werd als lastig en ook omdat deze evaluatie/ communicatie gemakkelijker mondeling en rechtstreeks gebeurt (lees vooral: interactief). We hebben bij een bijzonder groepsproject, zoals het theaterproject dat eind 2014 plaatsvond, wel een specifieke tevredenheidsmeting/ evaluatiebevraging gedaan. Wat de ‘eigenlijke’ cliënten betreft (onze jongeren en context): het aanbod van een tevredenheidsmeting wordt systematisch gedaan aan jongeren en indien relevant ook aan ouders. Deze meting wordt zeker niet altijd terugbezorgd. Daarnaast zit cliëntenfeedback vaak vervat in de methodieken die gehanteerd worden. Bij ervaringsgerichte projecten hoort per definitie een vorm van transfer: wat nemen jongeren mee uit de ervaringen naar hun dagelijkse leven. Vaak worden vormingsmethodieken gebruikt tijdens sessies, gesprekken die peilen naar tevredenheid rond relevantie van de besproken onderwerpen, evenals rond het gevoel dat jongeren hebben bij de begeleiding. Cirkant CAFT: Constructieve Afhandeling van Feiten Turnhout. In 2013 werd er binnen CAFT sterk ingezet in het maken van een vertaalslag van het Decreet Rechtspositie Minderjarigen naar HCA, oa rond het thema ‘inspraak van cliënten’, met daarin bijzondere aandacht voor tevredenheidsmeting en cliëntenfeedback. CAFT nam in de voorbije jaren ook deel aan 2 erg intensieve onderzoeken mbt herstelbemiddeling: het onderzoek van het bureau Beke (alle Vlaamse HCA-diensten) en van het PWO vanuit de KHLim (BIC, BAAL en CAFT). In het verlengde hiervan werd er verder ingezet op de aanbevelingen die voortvloeiden uit deze onderzoeken met het doel de kwaliteit van het bemiddelingsaanbod te verbeteren. 37


Voor het onderzoek Beke betekende dit de oprichting van de werkgroep ‘Beke Verbeter’, waarover we in vorig jaarverslag al rapporteerden. Deze werkgroep evolueerde nadien naar het Forum Herstelbemiddeling Minderjarigen. In 2014 werd er door dit Forum intensief ingezet op een onderzoek naar de finaliteit van bemiddeling bij de bemiddelaars, de teams en de coördinatoren. Dit resulteerde in een geslaagde Forumdag waar de resultaten van het onderzoek werden voorgesteld. In 2015 wordt het Forum verder gezet en worden er twee nieuwe werkpunten vooropgesteld. De thema’s ‘buitengerechtelijk bemiddelen’ en ‘de positie ten aanzien van de verwijzers’ worden uitgewerkt in twee aparte werkgroepen en resulteren normaliter opnieuw in een Forumdag in het najaar van 2015. De drie bemiddelingsdiensten BAAL, BIC en CAFT die deelnamen aan het PWO van de KHLim zijn eveneens verder aan de slag gegaan met de aanbevelingen uit dit onderzoek. Er werd een werkgroep geïnstalleerd met twee bemiddelaars vanuit elke dienst die twee bijeenkomsten per jaar voorbereiden waaraan de drie bemiddelingsteams deelnemen. De twee eerste prioriteiten zijn: ‘verbetering van de zorg voor het slachtoffer binnen de bemiddeling’ en ‘verruiming van het aanbod van bemiddeling naar de voorzieningen en de ondersteuning in de concrete praktijk’. In 2014 vonden de voorbereidingen plaats voor de organisatie van een vorming rond de eerste prioriteit. Dit vindt plaats in samenwerking met slachtofferhulp, dat extra handvatten zal aanreiken in het omgaan met slachtoffers. De vorming gaat door in het voorjaar van 2015. Met deze twee initiatieven (Forum en Werkgroep PWO) willen we het overleg tussen de bemiddelingsdiensten staande houden en willen we blijvend elkaars werking kritisch bevragen en verbeteren. Dit kan de kwaliteit van de bemiddelingspraktijk enkel ten goede komen. Beide onderzoeken betekenden zeker een intensieve investering, zowel van onze cliënten als van de herstelbemiddelaars. Ondertussen zijn deze achter de rug en komt er ruimte om opnieuw te zoeken wat de respons van onze cliënten kan betekenen mbt HCA. Zo willen we met collega-HCA-diensten bekijken of het aangewezen én mogelijk is te werken met een systematische tevredenheidsmeting binnen HCA in het algemeen. Daarnaast willen we ons bij CAFT vooral focussen op de maatregelen omdat deze in het verleden nog niet door onderzoeken werden gevat. We willen systematisch één aspect onder de loep nemen bij het afsluiten van de dossiers. Cirkant Mobiel bundelt de verschillende modules contextbegeleiding. Binnen Cirkant Mobiel werden 3 uitgewerkte methodieken, die een diepgaandere bespreking met de cliënt rond hulpverleningsproces, beleving en effectiviteit moeten ondersteunen, na een eerste proeffase eind 2014 grondig geëvalueerd op de verschillende contextteams. Met hun bevindingen hebben ze het gebruik van deze methodieken bijgestuurd. Opzet is om in 2015 hier verder mee aan de slag te gaan en een nieuwe evaluatie te plannen in december. Voor dit specifieke project is intern een meer gedetailleerde projectfiche aangemaakt. Hieronder geven we de grote lijnen weer van verbetertraject dat loopt binnen Cirkant Mobiel. B. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT Structureel ingebedde en diepgaandere bevraging van cliënttevredenheid binnen de mobiele werkvormen – cliënten en medewerkers Cirkant Mobiel. C. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT De vroegere gestandaardiseerde tevredenheidsmeting met schaalvragen aan het einde van een (vaak lange) begeleiding leverde niet de verhoopte resultaten op. Daartoe werden 3 nieuwe ondersteunende methodieken ontwikkeld om een diepgaandere cliëntbevraging te doen in de loop van het hulpverleningsproces. Doelstelling is om gerichtere feedback te krijgen waarmee tijdens het proces aan de slag kan worden gegaan.

38


D. HET STAPPENPLAN VOOR HET PROJECT IN 2015 WAT

WIE

1.

Nieuwe proeffase o.b.v. bijsturing methodieken

Teams Cirkant Mobiel

2.

Evaluatie instrument na tweede proeffase

Teams Cirkant Mobiel

WANNEER Januari – november 2015 December 2015

E. DE DEELNEMERS EN HUN BEVOEGDHEID Alle medewerkers uit de verschillende contextteams van Cirkant Mobiel. F. HET TIJDSSCHEMA Een tweede proeffase wordt ingelast om de instrumenten en de methodiek verder te verfijnen. We hopen na een volgende evaluatie eind 2015 een instrument in handen te hebben dat we ook aan de collega’s van onze andere diensten kunnen voorstellen. G. DE INGEZETTE MIDDELEN Voorbereidingstijd voor de lokale WG Tevredenheid van Cirkant Mobiel – evaluatie op teams en gezamenlijk team Cirkant Mobiel. H. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN Permanente evaluatie op casusteams nav het inzetten van de methodiek – verslaggeving in cliëntdossier van cliëntfeedbackmomenten – diepgaandere evaluatie op de gezamenlijke teams in het najaar van 2015.

5.3.7. Gebruikersresultaten – Effect op de hulpverlening. A. STAND VAN ZAKEN 2014 Nauw aansluitend op het thema gebruikerstevredenheid werd begin 2014 de methode van werken met schaalvragen in verslaggeving geïntroduceerd op het team Laag Intensieve CB. Er werd besloten om het werken met schaalvragen in onze standaard verslagsjablonen te introduceren, specifiek voor deze werkvorm. Tijdens het ganse werkjaar 2014 – tot begin 2015 – zal deze methode in de verschillende dossiers laagintensieve CB worden ingezet. Ook voor dit specifieke project is intern een meer gedetailleerde projectfiche aangemaakt, waarvan we hieronder de grote lijnen schetsen. B. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT De schaalvragen helpen om het afgelegde traject, de verworven stapjes en de krachten waarop deze zijn gebaseerd visueel uit te drukken. Omdat ze zowel in het doelenplan, het evolutie- als het eindverslag terug komen, kunnen medewerker en cliënt ook de evolutie en dus de effectiviteit van de hulpverlening en het effect van deze dialoog op de hulpverlening zichtbaar maken – medewerkers laagintensieve CB & cliënten. C. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT Het gebruik van verslaggeving als middel in het hulpverleningsproces versterken – de betrokkenheid en het eigenaarschap van de cliënt in diens proces versterken – evolutie in het hulpverleningsproces zichtbaar en tastbaar maken.

39


D. HET STAPPENPLAN VOOR HET PROJECT IN 2015 WAT 1.

Evaluatie werken met schaalvragen in verslaggeving

2.

Bespreking evaluatie en aanvullende verbetervoorstellen op WG DRM Analyse en besluitvorming mbt verbreding werken met schaalvragen naar andere werkvormen (introductie in standaardverslagsjablonen Cirkant)

3.

WIE

WANNEER

Teambegeleider en team LiCB

Februari 2015

WG DRM

Mei 2015

MO

Juni of september 2015

E. DE DEELNEMERS EN HUN BEVOEGDHEID In de proeffase de medewerkers laagintensieve contextbegeleiding en hun cliënten – na evaluatie verbreden tot leden WG DRM – in besluitfase leden MO. F. HET TIJDSSCHEMA In het voorjaar van 2015 wordt de ruimte genomen om een evaluatie te maken en een analyse om te bekijken of we deze manier van werken zinvol kunnen uitbreiden naar andere werkvormen. Tegen het einde van 2015 zou in geval van positieve besluitvorming deze methode geïntegreerd en gecommuniceerd moeten zijn in onze andere werkvormen. G. DE INGEZETTE MIDDELEN Werktijd verschillende betrokkenen ifv aan de slag gaan met – evaluatie – analyse en besluitvorming rond het werken met schaalvragen. H. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN In eerste instantie rond gebruik en effectiviteit op het team laagintensieve contextbegeleiding zelf, in een volgende fase toetsing bij de WG DRM en in de finale fase via de MO ifv de communicatie en implemetering binnen Cirkant.

5.3.8. Medewerkersresultaten – Personeelstevredenheid: inputgebied ‘personeelsbeleid’. A. STAND VAN ZAKEN 2014 Het groots opgezette waarderend onderzoek ‘Onze Toekomst’, gespreid over verschillende denkdagen met de ganse medewerkersploeg, dateert al van 2012-2013. Het vormde de basis voor een groot aantal acties dat noodzakelijk gespreid moest worden over meerdere jaren. Verschillende van die acties onder het thema ‘Personeelsbeleid – Zorg voor jezelf’ werden vorig jaar geactiveerd. We geven ze hier gebundeld weer. Proeftraject Telewerk Studenten van de UA maakten in het najaar van 2014 een kwalitatieve bevraging op voor onze medewerkers mbt telewerk. Deze kwalitatieve bevraging peilde naar behoeften, motivatie, (infra)structurele inbedding, personeelskenmerken, … en vormde de aanzet om in het voorjaar van 2015 een testgroep te selecteren om in te stappen in het proeftraject telewerk dat moet aanvangen tegen de zomermaanden.

40


WWW-sessies Ofte de Wissel-Werk-Workshops. De WG Media zocht naar een manier om haar expertise te delen en dit ontsproot uit hun brein. In het kader van wederzijdse bestuiving, interne expertisedeling en teamoverstijgend verbinding maken, werden de WWW-sessies als pilootproject in het leven geroepen. Vijf sessies per jaar, op vrijdagmiddag, van 12 tot 14 uur, waarin na een gezamenlijke lunchpauze de ruimte is voorzien om een thema of een methodiek uit te diepen. Een manier om opbouwde expertise op een collegiale en verbindende manier teamoverstijgend te delen. Met het mandaat van de MO zal een eerste sessie worden gepland in februari 2015. De MO zal de verdere inhoudelijke invulling bepalen op basis vanuit input en/ of ervaren noden in de verschillende teams. Cirkantbook Cirkantbook, ofte een soort interne facebook, die zowel op formele als informele wijze de vele medewerkers van Cirkant op een ongedwongen manier tracht te verbinden. ‘Waar ben ik mee bezig’ is de uitgangsvraag en we hopen dat het samenwerking en informatie-uitwisseling kan versterken. Eén centrale regel geldt: er wordt geen cliëntinformatie gedeeld op dit forum. Indirect is het een uitnodiging aan vele van onze medewerkers om op een actieve en veilige wijze kennis te maken met een social media-platform. Dit initiatief loopt continu, er wordt geen concrete evaluatie voorzien op korte termijn. Gericht Periodiek Onderzoek - GPO Gericht Periodiek Onderzoek (IDEWE) met als focus ‘psychosociale risico’s’: in het kader van welzijn op het werk werd onder vlag van het CPBW in samenspraak met het IDEWE besloten om de jaarlijks terugkerende algemene medische onderzoeken te vervangen door onderzoeken specifiek gericht op de psychosociale risico’s inherent aan onze werksetting. Op die manier willen we preventief en sensibiliserend werken, maar ook de cultuur om hier ondersteunend en curatief mee om te gaan versterken. Eind 2014 maakten medewerkers die al op GPO zijn geweest een evaluatie dmv een bevraging. De resultaten worden begin 2015 op het CPBW besproken en overgemaakt aan het IDEWE ifv verbetervoorstellen. B. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT Verschillende aandachtsgebieden vertaald in acties, aangebracht door onze medewerkers, in de praktijk omgezet vanuit de versterkende gedachte ‘Zorg voor jezelf’ – alle medewerkers van Cirkant. C. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT Zorg voor de medewerkers in onze werkcontext op basis van een stevig inspraak- en participatietraject (Waarderend Onderzoek), vertalen in pasklare antwoorden op de werkvloer. D. HET STAPPENPLAN VOOR HET PROJECT IN 2015 WAT 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Telewerk: evaluatie bevraging medewerkers en doelgroep bepaling pilootproject Telewerk: policy telewerk ifv pilootproject uitwerken Telewerk: instrument voor meting effecten vervoer & registratie telewerkmomenten Telewerk: opstart proefproject op de werkvloer & communicatie opzet Telewerk: evaluatie proefproject ste WWW-sessies: organisatie 1 sessie Gericht Periodiek Onderzoek: evaluatie resultaten bevraging medewerkers & feedback aan IDEWE GPO, psychosociale risico’s & rol van externe

WIE

WANNEER

CPBW

Februari 2015

DO

Maart 2015

Studenten UA i.o.v. DO

April 2015

Beleidsmedewerker

Mei 2015

Studenten UA i.o.v. DO WG Media

Februari – April 2016 Februari 2015

CPBW

Januari – Februari 2015

MO – PAPS IDEWE

Juni 2015 41


preventieadviseur psychosociale aspecten (PAPS) in aanwezigheid van PAPS op MO

E. DE DEELNEMERS EN HUN BEVOEGDHEID Aan de basis alle medewerkers van Cirkant, in uitvoering vnl. CPBW en DO. F. HET TIJDSSCHEMA Het betreft bijna allemaal projecten of initiatieven die over meerdere jaren zullen lopen. G. DE INGEZETTE MIDDELEN Het betreft hier een bundeling aan projecten in het kader van personeelsbeleid, waarin vele werkuren zijn gekropen. H. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN De twee grootste projecten, Telewerk en GPO, worden geëvalueerd op basis van. bevragingen van onze medewerkers. Deze bevragingen zullen leiden tot verbetervoorstellen die op hun beurt zullen worden verwerkt in de verdere uitbouw van deze projecten.

5.3.9. Medewerkersresultaten – Personeelstevredenheid: inputgebied ‘middelen’. A. STAND VAN ZAKEN 2014 Op het vlak van IT blijft er deining bestaan. Cirkant maakt de keuze om een interne, beheersbare structuur op te bouwen die nagenoeg volledig onder eigen regie valt. Het project verloopt trager dan gepland, maar we beseffen ondertussen dat dat ook net met die keuze te maken heeft. Onze eigen IT-medewerker kan ook Rome niet op één dag bouwen, temeer omdat we rekening moeten houden met het vele IT-technische ‘brandjes blussen’, dat waardevolle tijd opslorpt die noodzakelijk is om het verbeterproject mbt ITinfrastructuur ten volle uit te bouwen. In 2014 werden daarom 2 belangrijke beslissingen genomen: ten eerste het opzetten van een werkgroep met leden van de RvB (waarin ook nodige IT-ervaring zit), directie, ITmedewerker en een stagiair verbonden aan een IT-bedrijf die zich in functie van zijn masterproef mee zal inzetten voor ons project. Deze werkgroep moet noden, middelen en tijdspad uittekenen voor dit project. Ten tweede werd beslist om een deel van de beschikbare middelen in 2015 in te zetten voor een bijkomende tijdelijke contractuele IT-medewerker, die zoveel mogelijk de lopende zaken in IT moet ondervangen om zodanig ruimte te creëren voor onze IT-medewerker. Bescherming van persoonsgegevens is eveneens een doorslaggevende factor geweest in het besluit om onze IT onder eigen regie te blijven uitbouwen. Onze beleidsmedewerker heeft de opdracht gekregen om in 2014 de infosessie en de driedaagse vorming van Jongerenwelzijn rond ‘Veiligheid’ te volgen, gevolgd door zijn formele kandidatuur als veiligheidsconsulent bij de Privacy Commissie. Ook op een ander vlak werd de inzet van middelen onder de loep genomen. Heel specifiek werd een grondige evaluatie gemaakt van het effect van de nieuwe enveloppefinanciering op onze personele en werkingsmiddelen. In het kader van het waarderend onderzoek was ook de inzet van personele en werkingsmiddelen als thema naar boven gekomen. Subthema’s waren ideeën over extralegale voordelen en de gelijkschakeling van barema’s op functieniveau eerder dan op diplomaniveau (historische vertekening owv interne mobiliteit). In het kader van deze evaluatie werd besloten om op 2 sporen te werken: in een eerste fase zal vanaf 2015 de gelijkschakeling van barema’s op functieniveau worden doorgevoerd. Het debat rond extralegale voordelen werd grondig uitgespit, verschillende pistes werden bekeken en er werd vastgesteld dat 42


het huidige klimaat nog onvoldoende garanties bood om al in 2015 langdurige maatregelen in te voeren. Eind 2015 zal er opnieuw een evaluatie gepland worden. B. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT Aandachtsgebied: een stabiel ICT-systeem opbouwen en onderhouden dat alle locaties van onze vzw verbindt, zowel intern als met de buitenwereld. Eén dat uitnodigt om te gebruiken en dat de efficiëntie ten goede komt, niet alleen op administratief maar ook op hulpverlenend vlak. Eén dat de veiligheid van persoonsgegevens garandeert. Doelgroep: alle personeelsleden van Cirkant en indirect onze cliënten. C. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT Ook in de sociale sector merken we dat een goed onderbouwde ICT-infrastructuur onontbeerlijk is. Voor een efficiënte communicatie intern en extern, voor een efficiënte administratie, voor hulpverlening op maat en volgens de veiligheidsvereisten. De nodige personele ondersteuning op ICT-vlak – het beheer van ICT & administratieve vereenvoudiging zodat alles efficiënter, gebruiksvriendelijker en meer eenvormig wordt – invoering en implementatie van een veiligheidsplan. D. HET STAPPENPLAN VOOR HET PROJECT IN 2015 WAT 1. 2. 3. 4. 5.

Tijdelijke aanwerving ondersteuning IT Project theoretische uitbouw IT-infrastructuur Verdere praktische uitbouw IT-infrastructuur Gelijkschakeling barema’s ifv functie Terugkomdag opleiding veilheidsconsulent

6.

Opmaak veiligheidsplan

7.

Evaluatie enveloppefinanciering ifv voordelen

WIE

WANNEER

DO RvB – WG ICT IT-medewerker RvB - DO Beleidsmedewerker Beleidsmedewerker ism DO

Februari – juni 2015 Januari – juni 2015 Juli – December 2015 Januari 2015 Januari 2015

RvB - DO

Zomervakantie 2015 December 2015 – Januari 2016

E. DE DEELNEMERS EN HUN BEVOEGDHEID RvB – DO – IT-medewerker F. HET TIJDSSCHEMA Met het besef dat we ons voorzichtig moeten uitdrukken wat betreft IT-technische planningen, hopen we toch een grote vooruitgang te kunnen boeken in de loop van 2015–2016. G. DE INGEZETTE MIDDELEN Begroting rond IT-infrastructuur is afhankelijk van de noodzakelijke investeringen die moeten gebeuren. Deze worden gemonitord door de werkgroep ICT.

43


H. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN De opvolging van de vooruitgang en de evaluatie van de efficiëntie van het uiteindelijke resultaat ligt in eerste instantie in handen van de WG ICT, maar uiteraard ook bij onze medewerkers, die met veel geduld – en soms ook enige frustratie – zitten te snakken naar het resultaat.

5.3.10. Samenlevingsresultaten – Maatschappelijke opdracht & tendensen: overgang van NRTH naar RTH. NRTH: niet rechtstreeks toegankelijke hulp RTH: Rechtstreeks Toegankelijke Hulp A. STAND VAN ZAKEN 2014 In het kader van onze kernprocessen (cfr. 3.2) beschreven we al belangrijk praktisch voorwerk ifv de overgang van NRTH naar RTH, gericht op cliënten en verwijzers. Vanuit onze maatschappelijke opdracht willen we echter in het bijzonder de aandacht vestigen op het vele regionale overleg en werk dat wordt verzet om rechtstreeks toegankelijke hulp in ons arrondissement op een kwaliteitsvolle manier te (gaan) organiseren. In de loop van 2014 werd immers stevig ingezet op de samenwerking met de verschillende verwijzers (gemandateerde voorzieningen en brede instap) en met het ganse partnerschap binnen de Integrale Jeugdhulp. In de schoot van de Netwerkstuurgroep Integrale Jeugdhulp werd het volgende overleg aangestuurd: 

Overleg in het kader van de ombouw van modules en van het uitbreidingsdossier contextbegeleiding ifv Positieve Heroriëntering;



Overleg in het kader van bekendheid van de brede sector met deze modules;



Overleg met het Meldpunt Crisis -18 Kempen rond mogelijkheden van gedeelde zorg en interventie aanbod (opm.: overleg najaar 2014 – experimenteel aanbod vanaf voorjaar 2015).

B. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT Verankeren van de samenwerking met de partners in de Integrale Jeugdhulp – aandacht voor zorgzame toeleiding van cliënten – verduidelijken en versterken van de rol van de contactpersoon-aanmelder (ook voor onszelf daar we altijd ‘gewoon’ zijn geweest om te werken in de driehoek gemandateerde verwijzer – begeleider – cliënt) in het hulpverleningstraject met nieuwe partners als ‘toeleiders’ en ‘opvolgers’. Doelgroep: het verbrede veld van aanmelders (t.o.v. het CBJ en de JRB voorheen) C. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT Finaal is dit een proces waar cliënten beter van moeten worden: zorgzaam onthaal – gerichte verwijzing naar gepast hulpaanbod – flexibele hulptrajecten die een antwoord bieden op wijzigende hulpvragen – correcte opvolging en ondersteuning – … Dit betekent dat we als partner in de integrale jeugdhulp de uitdaging aangaan om – wars van administratieve procedures – de rechtstreekse toegang tot gepaste hulp mee willen kneden tot een tastbare meerwaarde voor de cliënt (en de verwijzers). D. HET STAPPENPLAN VOOR HET PROJECT IN 2015 WAT

WIE

1.

Verkenning mogelijkheden intersectoraal onthaal

2.

Organisatie module-markt voor de regio

organisatie

WG vanuit Netwerkstuurgroep IJH / voor Cirkant – DO Netwerkstuurgroep IJH

WANNEER Opstart september 2015 Opstart voorbereiding 44


ism Thomas More / voor Cirkant – DO 3.

4.

voorzien in najaar 2015

Opvolging, evaluatie, bijsturing effecten van en ontwikkelde instrumenten voor rechtstreeks toegankelijke modules CB met de partners BJB

Partners BJB / voor Cirkant – DO

Najaar 2015

Opstart WG Wachtlijstbeheer met partners BJB

Coördinator Cirkant Mobiel

Najaar 2015

E. DE DEELNEMERS EN HUN BEVOEGDHEID Vertrekt vooral van uit DO, maar kan gedelegeerd worden al naargelang het thema. F. HET TIJDSSCHEMA De exacte timing en duur voor deze projecten is op dit moment moeilijk te voorspellen. Het is aan de verschillende werkgroepen die hier actief rond zullen worden om timing en duur te gaan specifiëren. Duidelijk is dat er in het najaar van 2015 veel zal gebeuren, vermoedelijk met een concrete output te verwachten voor 2016. G. DE INGEZETTE MIDDELEN Bestaande overlegfora in de regio bepalen de agenda en van daaruit zullen ad hoc werkgroepen worden georganiseerd. Cirkant zal hier zeer actief in participeren, met effect op de agenda’s van de leden van het directieteam uiteraard. H. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN De kern van de evaluatie van bovenstaande projecten ligt in de schoot van de verschillende overlegfora: Stuurgroep RWO – Netwerkstuurgroep integrale jeugdhulp Kempen – Crisisnetwerk provincie Antwerpen. Hoe de evaluatie concreet zal verlopen, moet op deze fora nog worden bepaald.

5.3.11. Samenlevingsresultaten – Maatschappelijke opdracht & tendensen: infrastructuuren bouwproject. A. STAND VAN ZAKEN 2014 2014 was een hectisch bouwjaar met als ingepland eindperspectief: verhuis van onze verblijfsmodules naar de nieuwe residentie in Oosthoven. De geplande oplevering in de zomer verschoof gaandeweg naar najaar en winter, wat de Cirkantse gemoederen zeker niet bedaarde. Maar zo gaat dat nu eenmaal met bouwprojecten. De druk op de ketel was nochtans groot. Begin 2014 kreeg Cirkant een uitbreidingstoezegging voor acht bijkomende (gemengde) adolescenten-verblijfsplaatsen. Onze bestaande locatie kon deze bijkomende capaciteit niet aan. Gezien de zware mobiele wachtlijst in het arrondissement depanneerde de vervangende inzet op contextbegeleidingen zeker, maar én personeel én jongeren stonden klaar om van stek te veranderen. Opluchting dus als eindelijk, tegen de jaarwisseling, de voorlopige oplevering werd ondertekend. De verhuisdozen konden worden ingepakt. B. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT 

Project 1 – eindrealisatie 2014: vernieuwen gebouw en infrastructuur CANO/ Cantel – residentie (verblijf- en begeleidingscapaciteit 18 adolescenten) – nieuwbouw en verbouwproject. Doelgroep: jongeren – personeel.

45


Project 2 – eindrealisatie 2016: verbouwing vroegere residentie tot Cirkant Mobiel met bureel-, vergader- en ontvangstaccommodatie voor contextbegeleiders en contextbegeleiders autonoom wonen. Doelgroep: personeel – cliënten.

C. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT 

Project 1 – de verblijfsmodules van Cirkant zaten te krap qua huisvesting. De residentiële afdeling CANO, oorspronkelijk gebouwd voor de toenmalige capaciteit van 15 jongeren, had intussen al jaren een opvang- en begeleidingscapaciteit voor 20 adolescente jongeren. Het huidige gebouw was dus niet alleen te krap om comfortabele huisvesting te kunnen garanderen. De bestaande kamerindeling en de beschikbare functies matchten ook niet meer met de huidige tijdsgeest. In december 2009 werd binnen de stadsring van Turnhout het vroegere Pidpa-gebouw aan de Steenweg op Oosthoven aangekocht met de bedoeling het om te bouwen tot vernieuwde residentie en toekomstige woonstek voor onze jongeren. Ook na EMK-ombouw van CANO (10 verblijfsmodules – 11 intensieve contextbegeleidingen) bleef onze residentiële infrastructuur onder druk staan, zeker na uitbreidingstoezegging van 8 bijkomende gemengde adolescentenplaatsen (Cantel).



Project 2 – onze medewerkers van de diensten CB, CAH en CBAW zitten echt benauwd in hun huidige accommodatie. Zelfs telewerk-experimenten zullen het probleem niet oplossen. Ook het cliëntenonthaal is krap en ondermaats. Het spreekt dus voor zich dat we, na verhuis van onze jongeren, het oude residentiële gebouw ontmantelen en ombouwen tot iets meer comfortabele bureelaccommodatie voor onze mobiele werkers. Intussen wordt het leegstaand pand gebruikt als uitvalplek voor Re-act, ons dagbestedingsprogramma.

D. HET STAPPENPLAN VOOR HET PROJECT IN 2015 WAT Project 1 - Definitieve oplevering nieuwe residentie Ingebruikname vroegere residentie als uitvalsbasis voor dagbestedingsproject Project 2 - Aanzet project verbouwing Patriottenstraat

WIE

WANNEER

RvB/bouwcommissie

Voorjaar 2015

DOTT

Vanaf januari 2015

RvB

Mei/juni 2015

Project 2 – Ontwerpfase

Bouwcommissie/plancommissie

Project 2 - Uitvoering verbouwingen

RvB/Bouwcommissie

September – oktober 2015 November 2015 – juni 2016

E. DE DEELNEMERS EN HUN BEVOEGDHEID 

Raad van bestuur: eindbevoegdheid.



Bouwcommissie: gemengde commissie onder supervisie van de raad van bestuur. Samenstelling: aantal bestuurders, architect en directeur. Opdracht: opvolgen bouwwerkzaamheden, bewaken timing, budgetbeheer, adviserend en ondersteunend naar bouwcoördinator.



Plancommissie: gemengde commissie, onder supervisie van de bouwcommissie. Samenstelling: bouwcoördinator, architect, coördinator residentie. Opdracht: realiseren bouwplan residentie.



Bouwcoördinator: personeelslid in deeltijdse jobtime. Opdracht: coördinatie bouwproject, opmaak VIPA financieel-technisch plan, contactpersoon voor relevante derden (architect, aannemers, VIPA, …).

F. DE INGEZETTE MIDDELEN 46


Financiële reserves – hypotheek – giften en sponsoracties. G. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN WAT Project 1 – Evaluatie verblijfaccommodatie jongeren en bijsturing

WIE

WANNEER

teams/bouwcommissie teams/RvB/bouwcommissie

Najaar 2015 Najaar 2015

Evaluatie bureel- en vergaderruimte en bijsturing

5.3.12. Samenlevingsresultaten – Maatschappelijke opdracht & tendensen: pilootproject ‘Troeven’ departement WSE. A. STAND VAN ZAKEN 2014 In 2014 is zowel de Stuurgroep (3-maandelijks) als het Projectteam (maandelijks) van Troeven intensief blijven zoeken op het installeren van een project dat maatschappelijke noden moet koppelen aan on(der)benutte capaciteiten. Troeven wil maw een brug slaan tussen wat individuen en organisaties nodig achten om kwaliteitsvol (samen) te leven en te werken en het aanwezige potentieel binnen onze samenleving. Het bindmiddel is de zorgmunt Troeven (www.troeven.be). Met die zorgmunt heeft Cirkant in 2014 een (langdurig werkloze) vrijwilliger IT aangetrokken om proef te draaien binnen Cirkant, in onze zoektocht naar de nodige ondersteuning voor onze IT-medewerker. Jongeren uit BZW hebben bij verschillende organisaties vrijwilligerswerk gedaan in ruil voor Troeven en daarmee zijn ze samen naar Bobbejaanland geweest. Jongeren uit DOTT werkten met ouderen, met hun troeven zorgen ze voor gezonde hapjes op het toonmoment van hun project aan hun ouders, … Het is zoeken, proberen en evalueren, maar we mogen wel zeggen dat Troeven voor Cirkant voor een zeer gevarieerd netwerk zorgt aan contacten met organisaties en individuen, vanuit een gedeelde visie voor een zorgzame samenleving. B. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT Breder verankeren van het netwerk van Cirkant in de zorg voor elkaar – cliënten, burgers en partners uit de regio. C. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT Het pilootproject Troeven bouwt mee aan een antwoord op de ‘vermaatschappelijking van de zorg’. Als partner in het project wil Cirkant haar netwerk uitbreiden en visie op die zorg delen, vanuit een praktisch engagement. D. HET STAPPENPLAN VOOR HET PROJECT IN 2015 WAT

WIE

1.

Uitwerken Business Model Troeven

2.

Meimaand Troevenmaand

3.

Uitrol Business Model Troeven

Beleidsmedewerker met Stuurgroep Troeven Beleidsmedewerker met Projectteam Troeven Stuurgroep Troeven

WANNEER Januari – mei 2015

April – mei 2015 Najaar 2015

47


E. DE DEELNEMERS EN HUN BEVOEGDHEID Beleidsmedewerker iov DO – medewerkers ifv uitwerken projecten met cliënten in het kader van Troeven. F. HET TIJDSSCHEMA Het pilootproject Troeven loopt nog tot augustus 2016. In die tijd beogen we een duurzaam business model op te bouwen en veel praktische ervaring op te doen, die hopelijk de finale uitrol van Troeven in een groter gebied dan Turnhout kan helpen realiseren. G. DE INGEZETTE MIDDELEN De nodige werktijd voor de vele overlegmomenten. H. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN Troeven wordt geëvalueerd binnen de Stuurgroep Troeven & gemonitord door WSE.

5.3.13. Samenlevingsresultaten – Maatschappelijke opdracht & tendensen: inputgebied ‘beleid en stategie’ – samenwerkingstraject Ciris vzw. Informeel overleg tussen directies, gezamenlijke vormingstrajecten voor medewerkers, zoektochten betreffende hulpverleningstrajecten van jongeren en gezinnen… Cirkant en Sint-Isabella voelden aan dat er heel wat meer mogelijkheden zijn buiten de strakke lijnen van de reguliere hulpverlening. De zoektocht om dit op een vlotte en snelle manier te implementeren leidde ons tot het indienen van een innovatief project. Het project is besproken met de verwijzers, de regioverantwoordelijke van Jongerenwelzijn en de regiocoördinator van Integrale Jeugdhulp en werd enthousiast onthaald. Vervolgens is het project voorgelegd aan het Agentschap Jongerenwelzijn en met positief gevolg: er kon opgestart worden op 01/09/2014 voor een periode van drie jaar. Op deze manier kan de informele samenwerking die al lopende was, ook formeel verder vorm krijgen. Waar een inhoudelijke samenwerking een vlot parcours bleek te zijn, is een bestuurlijke samenwerking een minder evident verhaal. Er zijn heel wat randvoorwaarden te vervullen om een publieke organisatie te herstructureren. Toch is er ook op bestuurlijk vlak een weg gevonden en bewandeld. Op 01/12/2014 heeft de oprichtingsvergadering van Ciris vzw plaatsgevonden, een vzw die is ingericht door vier organisaties: OCMW Arendonk, Welzijnszorg Kempen, Cirkant vzw en ’t Kader vzw. De overdracht van exploitatie laat nog even op zich wachten zodat er ruimte is voor het nieuwe bestuur om de vzw verder vorm te geven. De effectieve opstart en de overdracht van het personeel van Sint-Isabella naar Ciris vzw wordt gepland op 01-04-2015. A. STAND VAN ZAKEN 2014 In 2014 werden in het kader van het innovatief project al heel wat concrete initiatieven opgezet, die de samenwerking tussen Cirkant en Sint-Isabella op heel praktische wijze verder vorm zullen geven: 

Trajectgroep: in opvolging van het innovatief project is er een trajectgroep opgericht met medewerkers van Cirkant en Sint-Isabella. Doelstelling: plan & check.



Expertisedeling rond contextbegeleiding: vanuit Cirkant is een medewerker halftijds vrijgesteld om met Sint-Isabella aan de slag te gaan rond het thema contextbegeleiding. Deze medewerker sluit aan op teamvergaderingen en subteams in Sint-Isabella met als focus ‘context’.



Directie-overleg: om als organisaties naar elkaar toe te groeien, vinden we het belangrijk om ook op beleidsniveau elkaar regelmatig te vinden. Vanuit Sint-Isabella sluit de directie aan op het directieoverleg van Cirkant. 48




Vorming Signs of Safety: een eerste contextgerichte vormingsmoment over organisaties heen. Enkele medewerkers van Sint-Isabella sluiten aan bij een in company-vorming van Cirkant.



Methodiekenteams: er worden methodiekenteams opengesteld voor medewerkers uit beide organisaties, oa rond de vraag ‘wat werkt in contextbegeleiding?’.



Gezamenlijke ouderwerking: de ouderwerking van Cirkant wordt opengesteld voor ouders van SintIsabella. Samen met haar eigen begeleider lukt het een ouder om aan te sluiten bij de geplande vorming Triple P.



Dezelfde jeugdhulpregisseur: om schakelingen vlot te laten verlopen hebben beide organisaties dezelfde jeugdhulpregisseur gekregen.



Schakelingen: de eerste schakelingen hebben al in 2014 plaatsgevonden. Een contextbegeleiding van Sint-Isabella waarin nood was aan meer intensieve opvolging is overgenomen door Cirkant. Daarnaast heeft Sint-Isabella tijdelijk verblijf aangeboden aan een jongere (-12) uit een gezin dat mobiel door Cirkant werd begeleid maar waar onvoldoende veiligheid gegarandeerd kon worden; Cirkant heeft in samenwerking met Sint-Isabella de contextbegeleiding verdergezet.

B. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT Het verkennen – en aansluitend het structureel verankeren – van een intensieve samenwerking tussen 2 regionale partners, op basis van aanwezige krachten en gedeelde visie en als antwoord op aanwezige noden in het ontluikend landschap van de integrale jeugdhulp. Medewerkers en bestuur van Cirkant en Sint-Isabella (Ciris vzw) – cliënten aan wie al een aanbod kan worden gedaan tijdens het innovatief project. C. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT Complementaire modules in nabijgelegen organisaties: prioritaire partners In onze werking miste Cirkant de module verblijf voor min-12-jarigen. Deze module wordt wel aangeboden door St-Isabella. Aangezien beide organisaties in dezelfde regio liggen, is samenwerking een haalbare kaart, ook voor eventuele cliënten die gebruik maken van het openbaar vervoer. In het kader van crisisverblijf, maar ook op het vlak van reguliere werking kan de module verblijf voor min-12-jarigen een zinvolle aanvulling zijn op de huidige werking van Cirkant. Voor St-Isabella is een intense samenwerking met Cirkant ook een meerwaarde. Eventueel zou een vlotte schakeling naar één van de contextmodules van Cirkant een extra troef kunnen zijn voor de huidige werking van St-Isabella. Voor sommige jongeren zou ook een naadloos schakelen naar een autonome dienst CBAW een meerwaarde kunnen zijn. Daarom stelden we voor om in het kader van het innovatief project beide organisaties modulair te laten functioneren als waren ze één organisatie. Op die manier wordt het mogelijk om flexibel te schakelen tussen complementaire modules in nabijgelegen organisaties. Dit betekent een enorme meerwaarde voor onze cliënten, maar het creëert ook de mogelijkheid voor beide organisaties om concreet te gaan samenwerken, zowel op de dagelijkse werkvloer als op beleidsniveau. Expertisedeling mbt. contextbegeleiding St-Isabella is vragende partij naar expertisedeling op het vlak van contextbegeleiding. St-Isabella heeft een jarenlange ervaring in residentieel werken. In hun werking hebben ze uiteraard steeds oog gehad voor de context van de jongere en werd hier ook expliciet op ingezet; de kern van de werking is echter opgebouwd rond de leefgroepwerking. Het zou de werking ten goede komen om knowhow en visie in huis te halen waarbij men vertrekt vanuit een contextgerichte en krachtgerichte mobiele werking zoals in Cirkant aanwezig 49


is (contextbegeleiding, crisishulp aan huis, CBAW, CANO-werking, dienst ondersteunende begeleiding). Door sterker in te zetten op contextbegeleiding tijdens het residentieel traject kan de doorstroom in het begeleidingstehuis worden bevorderd. Verder werd er gedacht aan het opzetten van een gezamenlijke ouderwerking/ groepswerking en gezamenlijke vormingstrajecten. Eerste stappen in deze richting zijn al gezet. Try-out privaat – publieke samenwerking Daarnaast worden de mogelijkheden van een organisatorisch samenwerkingstraject tussen beide organisaties verkend. Het innovatief project kan een eerste concrete aanzet zijn om over organisaties heen een inhoudelijke samenwerking op te zetten tussen een private en een publieke organisatie. Op basis van deze ‘try-out’ zal het samenwerkingsverband verder vorm krijgen. Naast het innovatief project wordt er geïnvesteerd in het op touw zetten van een structureel samenwerkingsverband tussen beide organisaties. Aangezien het een samenwerking betreft tussen een private en een publieke organisatie zijn de modaliteiten om tot en met fusie te evolueren niet vanzelfsprekend. Daarom wordt er eerst gewerkt aan de oprichting van een nieuwe vzw waarbij OCMW Arendonk, Cirkant vzw en Welzijnszorg Kempen participeren in de raad van bestuur. Samenwerkingsprotocol en statuten worden momenteel volop onderhandeld. Inbreng in de nieuwe vzw: erkenning en accommodatie van St-Isabella, knowhow en expertise van Cirkant en WZK. Voor de opstart van de nieuwe vzw wordt gemikt op april 2015. Graag willen we op het einde van het innovatief project evalueren of de mogelijkheid er is om te groeien naar één organisatie. Strategische doelen: 

Regionalisering;



Flexibilisering;



Schaalvergroting;



Groei naar één organisatie samen met Cirkant vzw. Timing: sep 2017.

D. HET STAPPENPLAN VOOR HET PROJECT IN 2015 WAT

WIE

WANNEER

1. 2.

Oprichting Ciris vzw Verdere uitwerking structureel samenwerkingsverband

RvB – directie

April 2015

RvB – directie

Mei – December 2015

3.

Evaluatie innovatief project na 1 jaar

RvB – directie

4. 5.

Participatie RvB Ciris vzw Groei naar één organisatie

RvB – directie RvB – directie

Augustus – september 2015 doorlopend September 2017

E. DE DEELNEMERS EN HUN BEVOEGDHEID Inhoudelijk zijn alle medewerkers van Cirkant en Sint-Isabella meegenomen in het opzet van dit innovatieve project. Op operationeel vlak zijn vooral de medewerkers uit onze contextbegeleidingsmodules en verblijf betrokken actoren. Bij het verder uitwerken van de strategische doelen is de directie, in nauwe samenwerking met de RvB van Cirkant, verantwoordelijk om het ganse proces mee in goede banen te leiden. 50


F. HET TIJDSSCHEMA Op het concrete casusniveau loopt de samenwerking op continue basis gewoon verder. In de uitbouw van het samenwerkingsverband zelf worden een aantal mijlpalen voorzien: de oprichting van Ciris vzw, de verdere uitwerking van de samenwerkingsstructuur tijdens het innovatief project en uiteindelijke de samensmelting van beide organisaties. G. DE INGEZETTE MIDDELEN Op casusniveau alle werkuren in het kader van overleg, intervisie en vorming. Op bestuurlijk niveau de vele bestuursvergaderingen die al hebben en nog zullen plaatsvinden. H. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN De exacte modaliteiten op basis waarvan het project geëvalueerd zal worden moeten nog worden vastgelegd door de directie ism de. RvB.

5.3.14. Samenlevingsresultaten – Maatschappelijke opdracht & tendensen: inputgebied ‘beleid en stategie’ – innovatief project HCA. Het is een erg boeiend en constructief gegeven te mogen experimenteren met de expertise die door CAFT jarenlang opgebouwd is. Het zou bijzonder jammer zijn de vertaalslag van deze benadering niet te maken naar conflictsituaties die niet via de jeugdwet tot bij de HCA-diensten geraken. De herstelgerichte kijk en dito aanpak heeft immers heel wat potentieel om te werken met grensoverschrijdend, conflictueus gedrag waarmee diverse settings in de jeugdhulp geconfronteerd worden, zonder dat deze via de reguliere weg (lees: als MOF via de jeugdwet) tot bij HCA geraken. Het project is in eerste instantie een aanbod aan voorzieningen binnen ‘bijzondere jeugdzorg’ die werken met minderjarigen, die betrokken zijn bij ‘klachtwaardig’, conflictueus en grensoverschrijdend gedrag. Er kan advies gevraagd worden aan CAFT ifv. een herstelgerichte benadering van dit conflict of er kan geopteerd worden voor een CAFT-tussenkomst als deze externe opvolging een meerwaarde betekent in het conflict. Er is bijzondere aandacht voor de ontwikkeling van het herstelgericht gedachtengoed in de Gemeenschapsinstelling de Kempen. Daarnaast willen we de vinger aan de pols houden m.b.t. de vertaalslag van dit herstelrecht naar andere settings in de ruime jeugdhulp : vragen vanuit CLB mbt. conflicten in scholen, vragen van pleeggezinnendienst nav conflicten in gezinnen (telkens weer: afgebakend conflictmateriaal, klachtwaardige conflicten…). Er is, gezien de beperktheid van de inzet van de middelen geen actieve sensibilisering geweest buiten de ‘bijzondere jeugdzorg’, maar de mond-aan-mond reclame zet zich voort. De keuze voor een externe tussenkomst dient bewust gemaakt te worden. In principe geven wij er de voorkeur aan om conflicten zoveel mogelijk binnen de begeleiding op te nemen. Aangezien een conflict zaken in beweging zet, kan dit een belangrijk groei- of veranderingsmoment vormen en is dit waardevol werkmateriaal voor begeleiders. Een reden om er wel een derde bij te halen – in deze een medewerker HCA – kan zijn dat deze een neutrale positie inneemt en minder persoonlijk betrokken is. Daarnaast wordt vanuit voorzieningen de ernst van de feiten aangehaald in de keuze voor een externe tussenkomst, hetzij om de ernst van de situatie te benadrukken ten aanzien van de betrokkenen, hetzij om de nodige zorg te kunnen besteden aan het herstel en te vermijden dat het op de achtergrond verdwijnt op de begeleidingsagenda. Het conflict wordt er zo meer ‘uitgelicht’ en krijgt een volwaardige plaats. A. STAND VAN ZAKEN 2014 In het tussentijds verslag van maart 2015 werd een overzicht gegeven van de stavaza van 2014. Het project startte op in september 2014. Onmiddellijk werden diverse acties ondernomen om het bekend te maken in voorzieningen bijzondere jeugdzorg. Even onmiddellijk kwamen de aanvragen binnen. Tot op heden heeft het 51


project al erg waardevolle informatie opgeleverd mbt beweegredenen voor externe tussenkomst, rond de plaats en betekenis van deze conflicten in de diverse contexten, rond (de illusie van?) vrijwilligheid en keuze, rond de bedrieglijkheid van de schijnbare eenvoud van het herstelgericht werken, rond de betekenis van de werkingsprincipes van herstelbemiddeling in een ander kader… B. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT 

Verkenning opportuniteiten en valkuilen van de vertaling van het herstelgericht gedachtengoed buiten de HCA-doelgroep die omschreven werd in de jeugdwet;



Aanbod aan voorzieningen bijzondere jeugdzorg en Gemeenschapsinstelling;



Verkenning van toepassing bij andere doelgroepen integrale jeugdhulp: CLB, scholen, pleeggezinnen.

C. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT Potentieel van een visie en methodiek vertalen naar andere settings, die geconfronteerd worden met deze doelgroep en deze problematiek en voor wie de tussenkomst perspectief biedt in het kader van het verderzetten van de jeugdhulp of de schoolcarrière. Het is nooit enkel een preventieve tussenkomst (bv. Een vormingsproject voor klassen), maar heeft steeds een curatieve inslag die hopelijk vanaf dan ook een preventieve bonus bewerkt… De tussenkomst start grosso modo met een bemiddeling en een verkenning van wie betrokken moet worden. Elementen van leerprojecten of werkprojecten kunnen gaandeweg in het parcours ‘insluipen’, maar dit ligt niet op voorhand vast. D. HET STAPPENPLAN VOOR HET PROJECT IN 2015 WAT 1. 2. 3.

Uitwisseling met Gemeenschapsinstelling: overleg en samenwerking Ondersteuning Werkgroep M1 in de Gemeenschapsinstelling Toelichting innovatief project aan medewerkers Time Out groepen gemeenschapsinstelling

4.

Bespreking project in het Samenwerkingsverband HCA

5.

Dossiers opvolgen, afhankelijk van aanvragen

6.

Eindverslag innovatief project

7.

Overleg ikv dossiers én transfer ikv verdere opvolging via DOTT en STO

WIE

WANNEER

Coördinator CAFT

Mei, november 2015

Medewerker innovatief project CAFT Medewerker innovatief project CAFT Coördinator, teambegeleider, medewerker innovatief project CAFT Medewerker innovatief project in overleg met coördinator of teambegeleider CAFT Medewerker innovatief project in overleg met coördinator Medewerker innovatief project, Team DOTT

Februari – Maart 2015 Maart 2015

Januari 2015

Januari – Augustus2015

Augustus-september 2015 Januari – Augustus 2015

52


E. DE DEELNEMERS EN HUN BEVOEGDHEID Vanuit Cirkant: een deeltijdse medewerker voor het innovatief project – college-medewerkers HCA volgen soms concrete vragen op. Belangrijk hierbij is ook de sterke betrokkenheid van onze medewerkers DOTT en STO in dit innovatieve project. Partnerorganisaties in de IJH: i.f.v. meegenomen worden in het opzet van het innovatief project enerzijds en in het stellen van gerichte ondersteuningsvragen anderzijds. F. HET TIJDSSCHEMA Het project loopt over een termijn van 1 jaar, t.e.m. 31/08/2015. G. DE INGEZETTE MIDDELEN Inzet van één deeltijdse (13 u./week) medewerker voor de ontplooiing en ondersteuning van het project. H. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN Evaluatie intern en met de betrokken partners rond de ingezette methodieken, de effecten op het begeleidingstraject, op he teamgebeuren. Specifieke uitwisseling met de Gemeenschapsinstelling De Kempen op basis van ervaringen en met blik op de toekomst rond samenwerking in het herstelgericht werken. In het evaluatierapport (tegen 30/08/2015) van het innovatieve project zal dieper worden ingegaan op de evaluatie en de concrete bevindingen zelf.

5.3.15. Samenlevingsresultaten – Maatschappelijke opdracht & tendensen: inputgebied ‘beleid en stategie’ – verbeterproject module ondersteunende begeleiding (DOTT). A. STAND VAN ZAKEN 2014 1. Na de eerste reorganisatie in het EMK in 2013, waarbij 2 projectwerkingen – PAT en TOPart – samengevoegd werden en we de sterktes van beide projecten mee wilden nemen, aangevuld met ruimere mogelijkheden m.b.t. inzet, doelgroep en invulling, bleef ook 2014 een zoektocht vooral m.b.t. de afbakening van de inzet van de module. We vertrekken principieel van de essentie van wat voor ons een “ondersteunende” begeleiding inhoudt. Het is in wezen een extra, specifieke en omlijnde inzet om een lopende begeleiding kracht bij te zetten, te deblokkeren of perspectief te geven. Net die extra inzet moet maken dat er zorgvuldig mee omgegaan wordt: juiste doelgroep, juiste doelstellingen. We hebben ons vanaf 2013 vooral gericht op de organisaties “bijzondere Jeugdzorg” uit het arrondissement Turnhout. 85 % van de gerealiseerde DOTT-begeleidingen zijn aanvragen vanuit deze organisaties (de Waaiburg, Ter Loke, Sint-Isabella, Cirkant). De situering voor de toegangspoort, het onder één dak zitten met het project School Time Out, de brede instap die stilaan weet krijgt van de module én van de situering voor de toegangspoort,… Een aantal omstandigheden maakt dat we in de loop van 2014 meer vragen kregen vanuit CLB’s i.f.v. DOTT. Het is telkens opnieuw bekijken of de vraag voldoet aan wat we zelf sterk bewaken als “ondersteunend aan een lopende begeleiding”. We hoeden er ons voor ingezet te worden als alternatief voor contextmodules waarvan het aanbod in onze regio dichtgeslibd is en dus lange wachtlijsten ontstaan.

53


Na een geslaagde ondersteunende begeleiding voor een pleeggezin, waarvoor een herstelgerichte 3daagse werd georganiseerd die opnieuw perspectief gaf aan de pleegplaatsing, merken we ook uit die hoek een stijgend aantal aanvragen. Door de diversiteit die we aanbieden in de toepassingen van de module maken we het onszelf niet gemakkelijk. In feite is het aanbod: ‘overleg rond begeleidingen die moeizaam lopen’. Stel je vraag aan ons en we bekijken samen of en hoe we met DOTT naar een mogelijke deblokkering kunnen zoeken. Of dit via een herstelgericht project, een ervaringstraject, een Time-out, een verbindend project tussen jongere en ouders, een helende, verwerkende of versterkende insteek is n.a.v. traumatische gebeurtenissen of simpelweg door een overleg dat aansterkt om het toch zelf intern verder te hanteren… We hebben van in het begin de duidelijke keuze gemaakt de aanvragen zo veel mogelijk door de teambegeleider te laten opvolgen. 2. Daarnaast beogen we met het innovatief project van CAFT (zie 5.3.14) ook het aansterken van het DOTTteam i.k.v. het herstelgericht gedachtengoed, inclusief methodiek. Aangezien heel wat oorzaken van moeilijk lopende begeleidingen zich kenmerken door een conflictueuze situatie, vaak gepaard gaand met een aanwijsbaar, klachtwaardig incident en bv. een time-out om die reden vaak ingezet wordt, is deze visie en aanpak zeer verrijkend voor het team en voor de inzet van de module. In 2014 werd dit gerealiseerd door de expertise rond het herstelgericht werken expliciet aan te brengen op het team van DOTT of bij werkbesprekingen in dossiers die we sterk herstelgericht wilden kruiden, door regelmatig uitdrukkelijk appel te doen op de CAFT-medewerker die ingezet werd in het innovatief project. B. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT De ‘(on)eigenlijke inzet’ van de module ondersteunende begeleiding. De rechtstreekse cliënten (jongeren en contextfiguren, organisaties jeugdhulp) – de brede instap: casusgericht en casusoverkoepelend overleg rond toeleiding en doelgroep DOTT – het DOTT-team i.k.v. versterking van het herstelgericht gedachtengoed (zie ook 5.3.14: innovatief project CAFT). C. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT Vermijden van oneigenlijk gebruik of inzet van de module ondersteunende begeleiding. Versterking van de DOTT’ers i.k.v. een herstelgerichte aanpak. D. HET STAPPENPLAN VOOR HET PROJECT IN 2015 WAT 1.Stuurgroep DOTT 3.Afbakening én verbindingen tussen DOTT en STO 4.Regelmatige evaluatie aanvragen DOTT mbt aanvrager en inhoud. 5.Overleg module ondersteunende begeleiding op Vlaams niveau 2.Afbakening én verbindingen tussen DOTT en innovatie CAFT ikv herstelgericht werken

WIE

WANNEER

Coördinator, teambegeleider Coördinator, teambegeleider DOTTSTO Coördinator en teambegeider

Maart en september 2015 April-december 2015 Januari-december 2015

Coördinator

Mei, juni en najaar 2015

Coördinator, teambegeleiders CAFT en DOTT, Medewerker innovatief project CAFT

Januari-augustus 2015

54


E. DE DEELNEMERS EN HUN BEVOEGDHEID Het DOTT-team: input (informatie en evaluatie) i.v.m. relevantie van aanvragen zoals zij die ervaren in lopende dossiers. M.a.w.: de noodzaak van een extra inzet in een lopende begeleiding. De teambegeleider in opvolging van de aanvragen ivm dit ‘(on)eigenlijk’ gebruik, zoals wij het inschatten, aanvoelen, sturen. De coördinator, in overleg met de teambegeleider in evaluatie van de aanvragen. De coördinator, in de overlegvergaderingen met het Agentschap en de collega-voorzieningen die deze module aanbieden. Ook daar is het duidelijk een zoektocht naar afbakening, afgrenzing, (on)eigenlijke inzet F. HET TIJDSSCHEMA De evaluatie en opvolging van de aanvragen mbt het bereiken van de juiste doelgroep zal voor 2015 een permanent gegeven blijven, aangezien de module ruimere bekendheid krijgt, inclusief haar rechtstreekse toegankelijkheid en (inhoudelijk) gediversifieerde inzetbaarheid. De grote Kempense wachtlijsten voor verschillende modules maken evenzeer dat er nog meer soelaas gezocht wordt bij DOTT. De teambegeleider gaat enkel in zee met aanvragen waarrond geen twijfel bestaat. Voor andere aanvragen is er in principe overleg met – en zeker minimaal een melding bij – de coördinator, zodat deze de vinger aan de pols kan houden. De stuurgroep van DOTT komt minimaal 3 x samen in 2015 (2 x voorjaar, 1x najaar). Hier wordt oa de beschikbaarheid van de module voor de bijzondere jeugdzorg bekeken, evenals de aanvragen die (niet) werden weerhouden. Het overleg met het Agentschap Jongerenwelzijn en met de Vlaamse partners is belangrijk in het kader van de afstemming en afbakening van de inzet van deze module. Vlaanderen kent immers een zeer diverse invulling en toepassing van deze module, oa ifv de afbakening van de doelgroep. In 2014 was er geen overleg. In 2015 wordt dit terug opgestart, ook ifv de registratie in BINC. De eerste bijeenkomsten vinden plaats in mei en juni en zullen in het najaar vervolgd worden. G. DE INGEZETTE MIDDELEN Werktijd teambegeleider i.k.v. nauwgezet verkennen van de vraagstelling. Overleg teambegeleider – coördinator. Stuurgroep DOTT. Team DOTT. Coördinator en/of directie i.k.v. afstemming module Vlaanderen. Innovatieve projectmiddelen HCA via de CAFT-medewerker. H. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN M.b.t. inzet module voor de beoogde doelgroep: 

Evaluatie zit vervat in de stuurgroep van DOTT door het overlopen van de aanvragen.



Doorgeven cijfergegevens aan het Agentschap, o.a. m.b.t. de situering van de doorverwijzers.

55


5.3.16. Samenlevingsresultaten – Maatschappelijke opdracht & tendensen: inputgebied ‘beleid en stategie’ – verbetertraject Schooltime-out (STO). A. STAND VAN ZAKEN 2014 Gedurende een aantal jaren waren er in Vlaanderen experimenten in het kader van STO, gefinancierd door de Koning Boudewijnstichting. De methodiek werd uitgetest en wetenschappelijk opgevolgd en geëvalueerd. Sinds het schooljaar 2006-2007 werd er duidelijk gekozen voor een verankering van de methodiek in het onderwijs, in cofinanciering tussen onderwijs en welzijn. Voor het arrondissement Turnhout was er overleg en samenwerking tussen 2 organisaties in het kader van de uitvoering van de projecten school time out. Arktos volgt de ‘korte’ Time Out op en Cirkant de ‘lange’. Een projectfinanciering zorgt sindsdien telkens voor een verlenging van een jaar. Een groot onderzoek vanuit de KUL en een evaluatie van de lopende projecten wijzen beide op de noodzaak van een structurele financiering en dito inbedding van deze projecten. Continuïteit en behoud van de expertise zijn daar erg belangrijk in. In 2014 werd toch stilaan duidelijk dat vanuit onderwijs en welzijn zeker de kaart getrokken wordt van schoolondersteuning in het algemeen en van School Time Out, maar dat deze een flexibelere toepassing zouden moeten kennen. Zonder in een strak keurslijf van een lange of een korte school Time Out vast te zitten. Flexibilisering en meer op maat werken zijn hier belangrijke elementen in een verbetertraject. We kunnen het alleen maar toejuichen en willen hier graag aan meewerken. Op Vlaams niveau in de schoot van TOOP (Time Out Overleg Platform). B. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT Structurele inbedding van Schoolondersteuning en School Time Out in een arrondissementeel samenwerkingsverband, met aandacht voor een flexibele invulling en toepassing van een divers pakket aan ondersteuningsprojecten. In overleg met de departementen onderwijs en welzijn én regionaal in overleg met Arktos, CLB’s, scholen en andere relevante partners. C. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT De noodzaak en het belang van een flexibilisering én van een structurele inbedding van schoolondersteunende initiatieven. Met duidelijkheid voor de toeleiders waar ze met hun vraag terechtkunnen. Vermijden dat er versnippering ontstaat in de plaats van een gedifferentieerd antwoord op de vragen die er zijn m.b.t. de meest kwetsbare jongeren in een schoolse context. D. HET STAPPENPLAN VOOR HET PROJECT IN 2015 WAT

WIE

WANNEER

1.

Overleg Departementen Onderwijs en Welzijn

Coördinator

Vanaf maart 2015, zo lang als nodig

2.

Overleg TOOP (Time Out Overleg Platform)

Coördinator

Vanaf maart – zo lang als nodig

3.

Overleg Arktos Turnhout

Directeur Coördinator

Vanaf mei

4.

Intern overleg Cirkant mbt mogelijkheden en toepassingen flexibilisering

Coördinator – teambegeleider – team STO

Juni, maar vooral intensief in september en oktober 2015

5.

Overleg met relevante partners

Coördinator

Vanaf september – zo lang als nodig 56


E. DE DEELNEMERS EN HUN BEVOEGDHEID Directie en coördinator: sturing en beslissingsbevoegdheid. Teambegeleider en STO-begeleiders: inhoudelijke input m.b.t. afbakening, inhoudelijke en organisatorische mogelijkheden. F. HET TIJDSSCHEMA 1. Informatie bundelen m.b.t. verwachtingen vanuit departementen onderwijs – welzijn: eerste maanden van 2015. 2. Vlaams overleg: mogelijkheden van een overkoepelend concept, gezamenlijke visie m.b.t. een flexibilisering van de toepassingen van een ondersteunend aanbod voor de meest kwetsbare jongeren in een schoolse context. 3. Arrondissementeel overleg: loopt parallel. Zoeken naar de arrondissementele mogelijkheden en afbakening. Belangrijkste partner voor Cirkant is hierin Arktos, gezien ontstaansgeschiedenis, opdeling en samenwerking het voorbije decennium. 4. Betrekken van andere relevante partners in het arrondissement. 5. Komen tot een gezamenlijk gedragen concept. Vermoedelijk kan dit pas in 2016. G. DE INGEZETTE MIDDELEN Tijdsinvestering directie, coördinator, teambegeleider en team STO. Deze laatste vooral in de periode dat er minder doorstroom is van leerlingen in de maanden september en oktober 2015. H. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN De ultieme evaluatie vertaalt zich in een duidelijk concept en samenwerkingsverband, dat als aanvraag voor een structurele inbedding van de diverse vormen van schoolondersteuning wordt ingediend. 5.3.17. Samenlevingsresultaten – Maatschappelijke opdracht & tendensen: beleid ‘(Seksueel) Grensoverschrijdend Gedrag. A. UITGANGSPUNTEN – WETGEVEND KADER (S)GOG tussen personeelsleden op de werkvloer - Welzijnswet De welzijnswet van 4 aug.96 stelt de werkgever verantwoordelijk voor het opstellen van een onderbouwd preventief beleid t.a.v. elke vorm van grensoverschrijdend gedrag in het bedrijf/sociale organisatie. (bijkomend opgevolgd door de preventieadviseur en het CPBW) (S)GOG tav gebruikers – sectorale regelgeving Het BVR van 14/02/14 wijzigt het besluit van 13/07/94 m.b.t. de erkenningsvoorwaarden en subsidienormen van de voorzieningen van de BJB. Cfr. art 11/21° moet elke organisatie beschikken over een geschreven referentiekader voor grensoverschrijdend gedrag t.a.v. de gebruikers; duidelijke procedures voor zowel preventie, detectie als aangepaste reactie op GOG; een uitgebouwd registratiesysteem. Grensoverschrijdend gedrag moet onverwijld gemeld worden aan de administratie.

57


B. STAND VAN ZAKEN 2014 (S)GOG tav onze medewerkers 

Bijlage 4 van ons arbeidsreglement bepaalt de klachtenprocedure bij ongewenst seksueel gedrag, pesterijen en geweld tussen personeelsleden op de werkvloer. Deze klachtenprocedure is enkele jaren geleden gezamenlijk geactualiseerd op de toenmalige personeelscommissie. De procedure houdt een duidelijk stappenplan in en bepaalt sancties en beroepsmogelijkheden. In de loop van 2014 werd op het CPBW grondig gesleuteld aan bijlage 4 van het arbeidsreglement naar aanleiding van de wijzigingen in de welzijnswet mbt psychosociale risico’s (wetten van 28 februari 2014 en van 28 maart 2014). In het kader hiervan volgde onze interne preventieadviseur vorming bij het IDEWE en vond er regelmatig overleg plaats met het IDEWE ifv het afstemmen van hun aanbod op onze noden, vertrekkende vanuit het beleidskader rond psychosociale risico’s en de heersende cultuur op Cirkant om zorgzaam met deze risico’s om te gaan.



Bij opstart van het CPBW (°2012) zijn afspraken gemaakt over welke grensoverschrijdende gebeurtenissen tav personeel systematisch gemeld moeten worden op de agenda van het CPBW. We onderscheiden enerzijds (S)GOG van personeelsleden tav elkaar (met tot op heden gelukkig geen enkele melding) en anderzijds (S)GOG in interactie met onze cliënten. Gezien de keuze van onze organisatie om te werken met cliëntsystemen met complexere contextproblematiek, realiseren wij ons dat wij extra alert moeten zijn voor grensoverschrijdend risicogedrag tav onze medewerkers.



Melding – registratie – opvolging (S)GOG van cliënten tav medewerkers:

▪



Verplichte incidentenregistratie op de afdelingen op registratiedocument: -

In de schoot van onze residentiële afdeling werd ifv incidentenregistratie een eigen instrument ontwikkeld: de ‘impactschaal’. Adhv dit instrument wordt met de betrokkenen een inschatting gemaakt van de impact van een incident op de persoon (en bredere werking). Hieraan worden dan specifieke maatregelen en afspraken gekoppeld.

-

Op het CPBW werd besloten om na te gaan of de ‘registratie van feiten door derden’ ook binnen gans Cirkant gepaard zou kunnen gaan met de impactschaal ifv zorgzame opvolging en afhandeling van incidenten.

▪

Debriefing indien nodig na incident (begeleider-teambegeleider-coördinator);

▪

Bespreking op team met aandacht voor herstel;

▪

Bij ernstige gebeurtenis: bespreking met psychologische adviseur externe dienst PBW.

Agressiebeleid De CANO-afdeling finaliseerde in 2014 in de Werkgroep Agressie de interne ‘Nota Agressiebeleid’, met uiteraard specifieke aandacht voor GOG in een residentiële begeleidingsomgeving. De nota werd geagendeerd en kort toegelicht op het CPBW. Het is de bedoeling dat een afdelingoverstijgende werkgroep in een volgende fase de nota vertaalt en implementeert naar de mobiele afdelingen (in planning).

(S)GOG tav onze cliënten 

Ons huidig (S)GOG-beleid in interactie met onze cliënten wordt momenteel hoofdzakelijk gevat door:

▪

Onze organisatiecultuur, die – zeker ook gezien onze expliciete keuze voor multi-problemische doelgroepen – extra alert is voor elke vorm van grensoverschrijdend gedrag tussen of tav onze cliënten (agressie, seksueel overschrijdend gedrag, …) en dit zowel binnen de hulpverleningscontext als in de (residentiële) leefomgeving van onze jongeren. 58




▪

Een sterk verhoogde aandacht om met heel veel zorg om te gaan met het overschrijding van fysieke of seksuele integriteit bij alle betrokkenen op gang zet.

▪

Een duidelijke interne bevoegdheidsafbakening.

klachtenprocedure

met

omlijnd

proces dat

stappenplan

en

Wellicht een stuk vanuit een verhoogde maatschappelijke gevoeligheid, maar zeker ook ingegeven door onze eigen zoektocht om in (S)GOG-materie zo correct en zorgzaam mogelijk te handelen, willen we in 2015 grondiger werk maken van een verder uitgewerkt (S)GOG-beleid met aandacht voor:

▪

Uitgangspunten – organisatievisie - ethische code;

▪

Differentiatie posities en actoren (medewerkers-cliënten-derden);

▪

Dader-/ slachtofferstatuten;

▪

Preventiebeleid;

▪

Reactiebeleid;

▪

Opmaak handelingsprotocol;

▪

Opmaak communicatieplan;

▪

Remediëren bestaande klachtenprocedure;

▪

Evaluatie registratie.

Hierin zullen we de krachten bundelen die het innovatief project met Ciris vzw ons biedt, door het werk dat de werkgroep Seksualiteit in Ciris rond (S)GOG in een residentiële werking heeft geleverd te matchen met ons eigen voorwerk. Dit biedt enerzijds het voordeel van benchmarking ‘op kleine schaal’ en anderzijds van het thematisch verder afstemmen van visie en beleid tussen beide organisaties. 

Agressiebeleid CANO-afdeling vertalen en implementeren naar mobiele afdelingen en integreren in GOG-beleidsplan.

C. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT 

Medewerkers: zowel in hun hoedanigheid als personeelslid als in hun professionele positie van hulpverlener.



Al onze cliëntsystemen: residentieel, contexten en mobiel.

D. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT We willen een helder én, binnen gans Cirkant, uniform beleid voeren rond (S)GOG. De goede praktijken die daarbij ontwikkeld werden in de buik van onze residentiële werkingen moeten daarbij verfijnd worden en uitgebreid naar onze mobiele werkvormen. E. HET STAPPENPLAN VOOR HET PROJECT IN 2015 WAT 1. 2.

Communicatie & toelichting nieuwe wetgeving + wijziging AR mbt psychosociale risico’s op de teams Besluit mbt vertrouwenspersoon / rol PAPS

WIE

WANNEER

Coördinatoren

Januari – maart 2015

CPBW

Februari 2015 59


3.

4.

Toelichting PAPS mbt psychosociale risico’s: preventie, detectie, opvang, nazorg / rol leidinggevenden, … op MO Voorbereidende nota (S)GOG – opmaak strategisch stappenplan

5.

Opstart opmaak globaal (S)GOG-beleidsplan

6.

Vertaalslag CANO-Agressiebeleid naar werkingen Finaliseren globaal agressiebeleid

7. 8.

Interne preventieadviseur

Juni 2015

Directieteam

Mei 2015

-

Directieteam teams Afdeling overstijgende WG

-

Teams Directieteam Directieteam Teams

-

RvB (eindtoets)

mobiele Cirkant

Opmaak en finaliseren globaal (S)GOG-beleidsplan (S)GOG tussen personeelsleden op de werkvloer Evaluatie en mogelijke bijsturing klachtenprocedure

Juni 2015

Okt-nov 2015

CPBW

Juli-december 2015

Najaar 2015

F. DE DEELNEMERS EN HUN BEVOEGDHEID 

We betrekken bij de opmaak van dit (S)GOG-beleidsplan zoveel mogelijk medewerkers. De juiste format, ifv én optimale gedragenheid én functionele uitwerking, wordt nog bepaald.



Het CPBW wordt actief betrokken bij alle procedures die te maken hebben met het personeelsstatuut van de medewerkers;



Als eindtoets zal het (S)GOG beleidsplan finaal voorgelegd worden aan de RvB.

G. HET TIJDSSCHEMA De goede praktijken die we al ontwikkelden, gecombineerd met de ambitieuze agenda van het CPBW om deze te verbreden naar onze mobiele werkvormen, maken dat we deze in 2015 hopen te kunnen afkloppen als ‘Cirkant-praktijk’. H. DE INGEZETTE MIDDELEN De nodige werktijd voor overleg en afstemming om tot een sterk gezamenlijk gedragen product te komen. I. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN Een goed beleidsplan vraagt voldoende tijd om te maken, maar nog meer tijd om ‘eigen te maken’. Zeker in deze materie moeten we onszelf de nodige ruimte geven om theoretisch kader en praktijktoets op mekaar te blijven afstemmen.

5.4. Bijkomende erkenning – inhoudelijke evaluatie Zoals expliciet opgenomen in Art. 6 van het convenant betreffende de erkenning als OVBJ, maken we in ons kwaliteitsverslag ook ruimte voor de evaluatie van de bijkomende erkenning. Om de vorm van ons kwaliteitsverslag te behouden, doen we een poging om deze evaluatie onder dezelfde rubrieken als de andere kwaliteitsprojecten onder te brengen. 60


Cirkant heeft een bijkomende erkenning voor 7 capaciteitseenheden voor meisjes. Het jaarlijks aantal op te nemen minderjarigen uit de gemeenschapsinstelling (GI) bedraagt gemiddeld minimaal 10,5.

5.4.1. Stand van zaken 2014. A. AANTAL OPGESTARTE DOSSIER BIJKOMENDE ERKENNING (cfr. convenant) Categorie 1: uitstroom gemeenschapsinstelling – categorie 2: wachtlijst gemeenschapsinstelling – categorie 3: complexe problematiek JEUGDRECHTBANK

CATEGORIE

DATUM IN

DATUM UIT

UITSTROOM

Antwerpen Turnhout Turnhout Antwerpen Antwerpen Turnhout Turnhout Antwerpen Antwerpen Turnhout

3 1 3 3 3 1 1 1 3 2

27/2/12 5/12/12 14/3/13 23/5/13 21/8/13 30/8/13 26/9/13 14/11/13 10/3/14 7/4/14

24/9/14 1/1/14 Nog lopende 27/2/14 9/5/14 9/1/14 26/8/14 9/9/14 6/5/14 20/2/15

Antwerpen

1

10/10/14

17/4/15

Antwerpen Antwerpen Antwerpen

1 3 3

20/10/14 6/11/14 14/11/14

Nog lopende Nog lopende Nog lopende

Naar huis Thuis onder toezicht JR CANO BZW Van Celst Naar huis bij vader Door JR toegewezen aan moeder Stopgezet in samenspraak Op 18 jaar ingetrokken bij netwerk Van Celst Naar huis Na fugues/ TO in Cirkant naar voorziening aan zee CANO leefhuis CANO leefhuis CANO leefhuis

In 2014 tellen we 16 actieve begeleidingen in het kader van de bijkomende erkenning. Hiervan startten 8 begeleidingen in 2012 en 2013, die doorliepen in 2014. In 2014 werden 6 nieuwe begeleidingen opgestart in het kader van de bijkomende erkenning. Daarmee komen we niet helemaal tegemoet aan het vooropgezette aantal van gemiddeld 10,5 opgestarte begeleidingen per kalenderjaar. Redenen of verklaringen die we hiervoor kunnen aanhalen zijn de volgende:

▪

We stellen vast, samen met andere CANO-voorzieningen, dat er een zeer beperkte uitstroom is uit Beernem in 2014: -

Er is weinig tot geen uitstroom voor dossiers uit onze regio. Hieraan proberen we verder tegemoet te komen door uitzonderingen te maken waar mogelijk door dossiers te behandelen uit de regio Antwerpen.

-

Naar aanleiding van deze vaststelling wordt overleg gepland met de CANO-voorzieningen, de gemeenschapsinstelling en het Agentschap Jongerenwelzijn om te bekijken of er binnen de uitstroom effectief geen bijkomende erkenning zit.

-

Het is verder ook niet altijd duidelijk of dossiers die in fase 3 (IJH) worden behandeld in aanmerking komen voor de bijzondere erkenning categorie 3. Ook hier is verder overleg wenselijk.

▪

Vaak is het ook onduidelijk in Insisto of een dossier in aanmerking komt voor bijzondere erkenning: het staat zelden in de beschikkingen vermeld of een dossier hetlabel van de bijkomende erkenning heeft.

▪

Sinds de opstart van de IJH merken we voor ons aanbod hoogintensieve contextbegeleiding (CB kortdurend intensief), zonder de koppeling met een verblijfsmodule, nog geen reflex vanuit de jeugdrechtbank om jongeren aan te melden met een bijkomende erkenning. 61


Inschatting open plaats - maandelijkse communicatie met gemeenschapsinstelling Communicatie rond open plaatsen probeerden we steeds ruim op tijd te voeren, teneinde deze plaatsen ook tijdig ingevuld te krijgen. Vaak werd er zoals in het verleden rechtstreeks gecommuniceerd met de gemeenschapsinstelling, steeds gelinkt aan vrijkomende plaatsen. Aparte instroommogelijkheid voor bijkomende erkenning in insisto Al van bij het begin werd in Insisto een aparte instroommogelijkheid aangemaakt voor de bijkomende erkenning. Hierbij merken we op dat het vaak nog onvoldoende duidelijk is in aangemelde dossiers of deze nu in aanmerking komen voor de bijkomende erkenning of niet. Hierdoor is de kans groot dat deze dossiers niet terecht komen op onze wachtlijst voor de instroommogelijkheid ‘bijkomende erkenning’. Jongeren uit de wachtlijst bijkomende erkenning op insisto – in samenspraak met consulent voorrang bepalen indien nodig De overgang naar het gebruik van Insisto kent op verschillende terreinen haar kinderziekten. Zo ook voor het plaatsen van jongeren op de wachtlijsten voor bijzondere erkenning. In 2014 werden tussen de regie van de intersectorale toegangspoort (ITP) en de verwijzers afspraken gemaakt om de bijzondere erkenning expliciet te vermelden in de A-documenten. Mogelijk verliep dit niet altijd even consequent en betreft het afspraken of routines die nog verder moeten innestelen. Dit zal zeker ook onderwerp zijn van overleg tussen organisaties, jongerenwelzijn en de gemeenschapsinstellingen in 2015. Indien geen kandidaten voor bijkomende erkenning: melding aan regiocoördinator ITP en selectie van andere dossiers Bij deze selctgie wordt deze volgorde toegepast:

▪

een jongere die bij gebrek aan plaats niet in een gemeenschapsinstelling kon worden opgenomen;

▪

een jongere met een complexere problematiek en een moeilijk lopende hulpverleningsgeschiedenis.

In geval van open plaatsen en bij gebrek aan instromers vanuit de gemeenschapsinstelling wordt contact opgenomen met de consulenten om te bekijken of er jongeren op de wachtlijst van de GI of met complexe problematiek kunnen worden opgestart. Evaluatie van de samenwerking met de gemeenschapsinstelling De evaluatie van de samenwerking met de GI wordt jaarlijks besproken op niveau van CANO-Vlaanderen, samen met Jongerenwelzijn en de gemeenschapsintellingen. Daarnaast zijn er ook regelmatig contacten met de instellingen ifv het verduidelijken van ons nieuwe aanbod, in 2015 bijvoorbeeld waarbij er binnen Cirkant nu ook de mogelijkheid bestaat om jongens met een bijzondere erkenning te laten instromen voor de module intensieve kortdurende contextbegeleiding. B. HET AANDACHTSGEBIED EN DE DOELGROEP VAN HET PROJECT Zorgzame opvolging en opname van jongeren die uitstromen uit de GI, of voorafgaand traject aan instroom in GI. Een garantie tot heropname van jongeren die tijdelijk opnieuw in de GI worden opgenomen (bijvoorbeeld inhet kader van een time-out). Jongeren met bijkomende erkenning:

▪

Categorie 1: uitstroom GI;

▪

Categorie 2: wachtlijst GI;

▪

Categorie 3: complexe problematiek. 62


C. DE MOTIVERING EN DE DOELSTELLINGEN VAN HET PROJECT Aanklampende, continue en zorgzame jeugdhulp bieden aan jongeren met een bijzondere erkenning, vanuit onze visie, waarden en opgebouwde expertise. Concreet betekent dit het begeleiden van een 11-tal jongeren met bijzondere erkenning op jaarbasis. Nu ook met bijzondere aandacht voor de doelgroep jongens, een aanbod dat in onze regio tot op heden onbestaande was. D. HET STAPPENPLAN VAN HET PROJECT IN 2015

▪

Vanaf januari 2015 biedt Cirkant ook de mogelijkheid om een bijkomende erkenning op te starten voor jongens (GI Mol) ifv een hoogintensieve contectbegeleiding: als er een open plaats komt in CANO contextbegeleiding (zonder verblijf), wordt dus ook contact opgenomen met Mol. Dit is een nieuw gegeven waarin we verder zullen blijven investeren, oa door ons aanbod gericht kenbaar te (blijven) maken bij de GI en de jeugdrechtbank.

▪

Meer oog hebben voor het binnenhalen van een bijkomende erkenning (via Insisto en typering Adocuemnt; loopt niet zo bijzonder goed, dus bijzondere aandacht voor communicatie met verwijzers en GI mbt instroom en procedure van aanmelding voor jongeren bijkomende erkenning.

▪

Met al een beperkt zicht op 2015 wordt ifv aanmelden van open plaatsen ook de bel aangebonden vanuit CANO-Vlaanderen owv de beperkte instroom voor de bijzondere erkenning (en de CANOdoelgroep in het algemeen).

▪

Overleg CANO-Vlaanderen met Jongerenwelzijn en GI’s is een traject dat in 2015 verder loopt.

E. DE DEELNEMERS EN HN BEVOEGDHEID Op beleidsniveau: directieoverleg – voor sectoraal overleg coördinator CANO. Op opnameniveau: CANO-staf en teamleden. F. HET TIJDSSCHEMA Bijzondere erkenning is een continu proces. Zowel op casusniveau (staf en team) als op sectoraal niveau (coördinator). G DE INGEZETTE MIDDELEN Op casusniveau de nodige tijd voor het overleg rond de lopende dossiers, instroom opvolging dossiers in overleg met de GI en ITP. Op sectoraal niveau de nodige tijd voor het overleg met CANO-Vlaanderen, GI en Jongerenwelzijn. H. DE WIJZE WAAROP DE EVALUATIE VAN HET PROJECT ZAL VERLOPEN Jaarlijks zal er een evaluatie plaatsvinden tussen de betrokken partners in het kader van de bijzondere erkenning: CANO-Vlaanderen, gemeenschapsinstellingen en jongeren.

63


6. P E R S O N E E L 6.1. Personeelssituatie bij eindredactie van dit jaarverslag AFDELING

PERSONEELSLID

FUNCTIE

J O B T I M E PER

VERVANGING

CONTRACT

WEEK

CENTRALE

CANO - CANTEL

- onbepaalde duur - functiewijziging van afdelingscoördinator naar algemeen directeur dd 01/02/2015 - onbepaalde duur - functiewijziging van algemeen directeur naar directeur – adviseur + tijdskrediet landingsbaan 50% dd 01/02/2015

Hooyberghs Magda

algemeen directeur

38,00

Luyten Hilt

directeur - adviseur

19,00

Hertoghs Diane

administratief medewerker boekhouding

38,00

onbepaalde duur

Storms Peggy

administratief medewerker

32,50

onbepaalde duur

Schraepen Lotte


28,50

onbepaalde duur

Jonckers Gerd


23,75

Haest Jo

stafmedewerker beleid

38,00

Hasselman Jan

bouwcoördinator

07,00

Labraymi Malika

logistiek medewerker

28,50

Biermans Herold


28,50

Adriaensen Ebert


19,00

Sadat Golam Aziz

ondersteunend medewerker ICT

13,00

bepaalde duur 16/04/2015 – 30/06/2015

Beijens Luc

begeleider time-out

19,00

onbepaalde duur

Nuyts Kristel

coördinator

38,00

onbepaalde duur

- onbepaalde duur - uitbreiding van 19u. naar 23,75u. dd 01/03/2014 - onbepaalde duur de - 1/5 tijdskrediet zonder motief 01/01/2015 – 31/12/2019 onbepaalde duur - onbepaalde duur - uitbreiding van 19u. naar 28,50u. dd 05/01/2015 - onbepaalde duur - uitbreiding van 22u. naar 28,50u. dd 01/04/2014 - onbepaalde duur - in dienst dd 23/09/2013

64


CANTEL

CANO

Ornelis Rit

faciliterende teambegeleider

30,40

onbepaalde duur

Van Looveren Peter

contextbegeleider

38,00

onbepaalde duur

Daems Lies

contextbegeleider

38,00

Verachtert Katrien

pedagogisch begeleider

38,00

Janse Steffi


38,00

Schellekens Ingrid

contextbegeleider

26,60

onbepaalde duur

Jacobs Dave

begeleider PEL-project

30,40

onbepaalde duur naar afdeling DOTT dd 01/01/2015

Chihimi Mariam


19,00

onbepaalde duur

Caers Ann


9,50

Renty Elio

coachende teambegeleider

38,00

Van Akeren Mieke


38,00

El Hindaz Mariam


38,00

Gysels Jans


38,00

Geukens An


38,00

Buckinx Bram

pedagogisch begeleider (nacht)

34,20

Willems Katrijn

coachende teambegeleider

38,00

Geukens Tinne


38,00

onbepaalde duur

Pierré Tinne


38,00

onbepaalde duur

Wynen Michiel


38,00

onbepaald duur dd 13/10/2014

- onbepaalde duur - in dienst dd 07/04/2014 - onbepaalde duur - voltijds zwangerschapsverwijdering 05/08/2014 - borstvoedingsverlof tot 03/08/2015 vervanging verachtert Katrien

vervangingscontract (zwangerschap) dd 04/08/2014

- onbepaalde duur - dd 05/01/2015 - onbepaalde duur - in dienst dd 07/08/2014 onbepaalde duur - onbepaalde duur - in dienst dd 01/09/2014 - onbepaalde duur - in dienst dd 21/05/2014 - onbepaalde duur - in dienst dd 04/08/2014 - onbepaalde duur - in dienst dd 17/11/2014 - onbepaalde duur - functiewijziging teambegeleidster dd 01/01/2014 de - 1/5 tijdskrediet zonder motief 23/03/2015 – 22/03/2020

65


MOBIEL PUNT CONTEXT

MOBIEL PUNT CAH-KTB

Wynen Silke


38,00

onbepaalde duur

Broeders Paséalle


28,50

onbepaalde duur

Van Wuytswinkel Ellen


38,00

onbepaalde duur dd 21/12/2013 (voorheen vervangingscontract zwangerschap)

Van Rompaey Maarten

pedagogisch begeleider (nacht)

34,20

- onbepaalde duur - van 38u. naar 34,20u. dd 01/09/2014

Peter Callens

coördinator

38,00

- onbepaalde duur - in dienst dd 01/09/2014

Hermans Mil

teambegeleider

38,00

onbepaalde duur

De Clercq Vicky

contextbegeleider

38,00

onbepaalde duur

Janssens Lies

contextbegeleider

38,00

Devet Kim

contextbegeleider

38,00

Britts Anna

contextbegeleider

22,80

onbepaalde duur

Roelen Annelies

contextbegeleider

38,00

- onbepaalde duur de - 1/5 ouderschapsverlof 17/03/2014 – 16/11/2015

Luypaerts Pieter

contextbegeleider

38,00

onbepaalde duur

Sels Lies

contextbegeleider

38,00

- onbepaalde duur de - 1/5 ouderschapsverlof 01/05/2015 – 29/02/2016

Jespers Lore

contextbegeleider

38,00

onbepaalde duur

De Cock Heidi

teambegeleider

38,00

onbepaalde duur

Vermeiren Kevin

begeleider CaH-KTB

38,00

onbepaalde duur

Van Gool Joyce

begeleider CaH-KTB

38,00

onbepaalde duur

Pauwels Anneleen

38,00

Liesl Dierckx

begeleider CaH-KTB

38,00

Wuyts Petra

begeleider CaH-KTB

38,00

Vervanging Lies Janssens

- onbepaalde duur de - 1/5 ouderschapsverlof 14/01/2014 – 15/09/2015 - vervangingscontract (zwangerschap) dd 01/05/2013 - naar afdeling DOTT dd 19/12/2013

- onbepaalde duur - zie ook CANO vervangingscontract voor Pauwels Anneleen dd 01/03/2015: zie ook CANO onbepaalde duur 66


MOBIEL PUNT BZW

PROJECT NBBM

CAFT

Goossens Sijmen

begeleider CaH en kortdurende CB

38,00

- bepaalde duur - in dienst 12/06/2014 - onbepaalde duur dd 14/07/2014

De Pauw Johan

teambegeleider

38,00

onbepaalde duur

Meeus Debra

BZW-begeleider

38,00

onbepaalde duur de - 1/5 tijdskrediet met motief zorg 01/11/2014-31/10/2015

Melis Kimmy

BZW-begeleider

38,00

onbepaalde duur

Geyskens Anja

BZW-begeleider

19,00

onbepaalde duur dd 01/01/2014

Sprangers Jan

BZW-begeleider

38,00

onbepaalde duur

Breugelmans Kelly

begeleider NBBM

19,00 19,00

100% onbepaalde duur dd 01/01/2014

Heselmans Dorien

begeleider NBBM

38,00

onbepaalde duur dd 01/01/2014

Franken Pola

coördinator

38,00

onbepaalde duur

Leynen Griet

teambegeleider

28,50

onbepaalde duur

Geubbelmans Hans

begeleider herstelbemiddeling en leerprojecten

38,00

uit dienst 30/06/2014

Daike Op de beeck

begeleider herstelbemiddeling

30,40

- voltijds vervangingscontract (zwangerschap) tvv van Marit de Vroey 01/10/2013 – 31/07/2014 - deeltijds onbepaalde duur dd 01/08/2014 - volledige zwangerschapsverwijdering dd 01/04/2015

Wens Sofie

begeleider herstelbemiddeling, gemeenschapsdienst en hergo

30,40

- onbepaalde duur - zwangerschapsverlof 01/11/2014 – 25/03/2015 - volledig ouderschapsverlof 26/03/2015 – 25/05/2015

Janssens Sanne

begeleider herstelbemiddeling en gemeenschapsdienst

De Vroey Marit

begeleider herstelbemiddeling, hergo en leerprojecten

38,00

13,00

Vervanging Sofie Wens Vervanging Daike Op de beeck

vervangingscontract (zwangerschap) dd 01/10/2014 vervangingscontract (zwangerschap) dd 26/05/2015 - voltijdse zwangerschapsverwijdering 01/01/2014 31/07/2014 - van onbepaalde duur naar bepaalde duur op vraag werknemer: bepaalde duur 01/09/2014 – 31/08/2015 ikv innovatief project CAFT 67


DOTT

PROJECT STO

Bluekens Kathleen

begeleider herstelbemiddeling en hergo

28,50

onbepaalde duur

Hoefnagels Debbie

begeleider herstelbemiddeling, leerprojecten en hergo

38,00

onbepaalde duur

Theeuwes An

begeleider leerprojecten

7,6

Lenaerts Loes

teambegeleider DOTT en STO

28,50

- onbepaalde duur - van 38u naar 28,50u op vraag van werknemer dd 27/04/2014

Renders Eve

DOTT-begeleider

38,00

onbepaalde duur

Goris Lieve

DOTT-begeleider

38,00

onbepaalde duur

Hendrickx Toon

DO TT-begeleider

38,00

onbepaalde duur

Devet Kim

DOTT-begeleider

38,00

Theeuwes An

DOTT-begeleider

30,40

Jacobs Dave

DOTT-begeleider begeleider dagbesteding

30,40 19,00

Palmans Esther

begeleider STO

38,00

Bluekens Lies

begeleider STO

28,50

Scheyving Koen

Begeleider STO

38,00

Vervanging Daike Op de beeck

- vervangingscontract (zwangerschap) dd 01/03/2015

- van Mobiel Punt Context naar DOTT - onbepaalde duur dd 19/12/2013 - onbepaalde duur - in dienst 15/09/2014 - van CANO naar DOTT dd 01/01/2015 - bepaalde duur dd 01/01/2015 – 30/06/2015 (contractwijziging op vraag van werknemer) - onbepaalde duur dd 01/07/2015 - onbepaalde duur - zwangerschapsverlof tem 31/05/2014 de - 1/5 ouderschapsverlof dd 01/06/2014 - uit dienst 17/10/2014 - bepaalde duur 01/07/2013 – 30/06/2014 - onbepaalde duur dd 01/07/2014 - bepaalde duur dd 01/09/2014 – 30/03/2015 - onbepaalde duur dd 01/04/2015

68


6.2. Stagiairs in 2014 (en eventueel doorlopend in 2015) Met dank aan de studenten die er voor kozen om hun stage bij ons te doen.

NAAM STAGIAIR

AFDELING

PERIODE

Ashley Van Herck – Graduaat Orthopedagogie – Karel De de Grote-Hogeschool – 3 jaar

Mobiel Begeleidingspunt Begeleid Zelfstandig Wonen

februari tot juni 2014

Annelies Reniers – Bachelor Orthopedagogie – Karel de Grote e Hogeschool – 3 jaar

CAFT

03/02/2014 – 10/06/2014

e

Igor Box – Graduaat Orthopedagogie – Horito Turnhout 2 jaar DOTT - Dagbesteding

01/09/2014 - 30/05/2015

6.3. Personeelsverloop in 2014 6.3.1. Personeelsverloop vast kader in 2014.

NAAM PERSONEELSLID

IN DIENST

UIT DIENST

FUNCTIE

Van Herck Elien

(13/05/2013)

22/05/2014

begeleider – dagbesteder CANO

Wynen Michiel

13/10/2014

heden

pedagogisch begeleider CANO

Van Craenendonck Els

(01/07/2013)

31/08/2014

pedagogisch begeleider CANO

Geubbelmans Hans

(01/07/2003)

30/06/2014

begeleider CAFT 69


Staes Sonja

(17/02/2005)

02/01/2014

logistiek medewerker CANO

Wijgerde Ellen

(12/07/2010)

05/01/2014

teambegeleider CANO

Broos Britt

(25/03/2011)

18/06/2014


Palmans Esther

(13/02/2012)

17/10/2014

begeleider STO

Scheyving Koen

(01/04/2015)

heden

- begeleider - voorheen tijdelijk in dienst: zie 8.3.2.

Daems Lies

07/04/2014

heden

contextbegeleider

Gysels Jans

21/05/2014

heden

pedagogisch begeleider CANTEL

Goossens Sijmen

14/07/2014

heden


Geukens An

04/08/2014

heden


Renty Elio

07/08/2014

heden

coachende teambegeleider CANTEL

Callens Peter

01/09/2014

heden

afdelingscoördinator Mobiel Begeleidingspunt

Mariam El Hindaz

01/09/2014

heden


Theeuwes An

15/09/2014

heden

begeleider DOTT

Buckinx Bram

17/11/2014

heden

pedagogisch begeleider (nacht) CANTEL



Totaal vast in dienst in 2014: 10.



Totaal vast uit dienst in 2014: 7.

70


6.3.2. Personeelsverloop tijdelijk* kader in 2014.

NAAM PERSONEELSLID

IN DIENST

UIT DIENST

FUNCTIE

Robrechts Marjan

(03/06/2013)

14/03/2014

thuisbegeleider

Abdull Rosy

(03/12/2013)

18/12/2014

thuisbegeleider

Hulsmans Farah

22/04/2014

31/10/2014

BZW-begeleider

Goossens Sijmen

12/06/2014 14/07/2014

13/07/2014 heden

- begeleider CaH en kortdurende CB - vast in dienst: zie 8.3.1.

Fransen Gitte

04/08/2014

(04/01/2015)


Dierckx Liesl

04/08/2014

heden


Janssens Sanne

01/10/2014

heden

begeleider CAFT

Janse Steffi

04/08/2014

heden

contextbegeleider

Scheyving Koen

(01/10/2013) 01/06/2014 01/09/2014 01/04/2015

31/05/2014 30/06/2014 30/03/2015 heden

- begeleider STO - begeleider STO - begeleider STO - vast in dienst zie 8.3.1.

* Onder tijdelijk personeel wordt verstaan: alle interimmedewerkers, vervangers, personeel voor bepaalde duur, … gedurende een welbepaalde periode tewerkgesteld binnen één van de afdelingen of werkingen van Cirkant. 

Totaal tijdelijke medewerkers in 2014: 9.



Totaal tijdelijke medewerkers begonnen in 2014: 6.



Totaal tijdelijke medewerkers begonnen en geëindigd in 2014: 1.



Totaal tijdelijke medewerkers begonnen in 2014 en doorlopend in 2015: 6 (waarvan 2 vast in dienst gekomen). 71


6.4. Gevolgde vorming in 2014 6.4.1. Opleiding en studiedagen CAFT . 

Vorming Jeugdhulp, intersectorale kennisdeling in het nieuwe jeugdhulplandschap: 16/01.



Studiedag praktijk drugproblematiek: 11/02.



Terugkomdag groepsdynamica: 20/02.



Interculturele communicatie in de bemiddeling: 16/05.



Forumdag Herstelbemiddeling minderjarigen: 15/10.



Methodiektraining Hergo: 17/06.



SIB bis-emapthie: 08/09.



Proeven van verschillende bemiddelingsmethodieken: 20/11.



Verbindende communicatie: 24/02.



Alcohol en drugs: 21/11.

6.4.2. Opleiding en studiedagen Schooltime-out . 

Basisopleiding EHBO : 5/9, 12/9 en 19/9.



Vorming Jeugdhulp, intersectorale kennisdeling in het nieuwe jeugdhulplandschap: 16/01.



Theatertherapie: 13/01, 17/02, 17/03, 28/04 en 19/05

6.4.3. Opleiding en studiedagen DOTT . 

Suïcide : herkenning en preventie : 17/3.



Basisopleiding hulpverlener: 13/06.



Toelichting werking MSOC Kempen (drughulpverlening) : 19/6.



Signs of Safety : 9/5, 16/5, 6/6, 27/10 en 7/11.



Initiatie eerste hulp : 05/12.

6.4.4. Opleiding en studiedagen CBAW . 

Inspiratiemoment interculturele communicatie: uitgangspunten van het TOPOI-model – 1 dag – 2 deelnemers;



Online hulpverlening – 0,5 dag – 1 deelnemer;



Bumpertraining – 0,5 dag – 1 deelnemer;



Vrijwillige terugkeer NBBM – 0,5 dag – 1 deelnemer;

72


Studiedag Minor Ndako & Juna, werken met buitenlandse niet begeleide minderjarigen – 1 dag – 1 deelnemer;



Infomoment Kipeo ivm instrument voor mensen die een zelfmoordpoging achter de rug hebben – 0,5 dag – 2 deelnemers;



Good practices in het begeleiden van NBBM-vluchtelingen uit Afghanistan – 1 dag – 2 deelnemers;



Werken met NBBM – superdiverse werking, veelzijdige hulp – 0,5 dag – 1 deelnemer;



Tevredenheidsmeting cliëntenfeedback – 0,5 dag – 2 deelnemers;



Intersectorale kennisdeling in het nieuwe jeugdhulplandschap – 1 dag – 2 deelnemers;



Thomas More, kwetsbare positie van jongeren die zelfstandig wonen – 0,5 dag – 2 deelnemers;



Solentra-vorming – 1 dag – 2 deelnemers.

6.4.5. Opleiding en studiedagen Contextbegeleiding . 

Supervisiesessie – 1 dag – 7 deelnemers;



Begeleiding in haar context – 1 dag – 3 deelnemers;



Dag van de jeugdhulp – 1 dag – 2 deelnemers;



Kick-off positieve heroriëntering – 1 dag – 2 deelnemers;



Vorming voorzitters cliëntoverleg IJH – 1 dag – 1 deelnemer;



Zelfevaluatie en indicatoren – 1 dag – 1 deelnemer;



Duurzame integrale kwaliteit zorg en schakelholdermanagement – 1 dag – 1 deelnemer;



Inspiratiedag herstelrecht en bemiddeling – 1 dag – 1 deelnemer;



Vorming jeugdhulp, intersectorale kennisdeling in het nieuwe jeugdhulplandschap – 1 dag – 2 deelnemers.

Vorming in company georganiseerd door Cirkant: 

Combi training signalen van welzijn en van veiligheid – practicum – 5 deelnemers Mobiel Punt;



Supervisie context team – De Onderstroom – 3 sessies.

6.4.6. Opleiding en studiedagen CaH . 

Begeleiding in haar context – 1 dag – 1 deelnemer;



Vorming jeugdhulp, intersectorale kennisdeling in het nieuwe jeugdhulplandschap – 1 dag – 3 deelnemers;



Een systemische kijk op gepast geven als hulpverlener – 1 dag – 1 deelnemer;



Succesvol democratisch opvoeden – 2 dagen – 1 deelnemer;



Verhogen van je veerkracht – 2 dagen - 1 deelnemer; 73


Ouderschap na scheiding en in nieuw samengestelde gezinnen – 3 dagen – 1 deelnemer;



Beeldend werken met kinderen en gezinnen – 3 dagen – 1 deelnemer.

Vorming in company georganiseerd door Cirkant: 

Combi training signalen van welzijn en van veiligheid – practicum – 5 deelnemers Mobiel Punt.

6.4.7. Opleiding en studiedagen CANO . 

Theoretische opleiding brandveiligheid met blusoefening – 0,5 dag – 10 deelnemers;



Initiatie eerste hulp voor aangeduide personen – 0,5 dag – 5 deelnemers;



Intersectorale kennisdeling in het nieuwe jeugdhulplandschap – 1 dag – 7 deelnemers;



Mentor op de werkvloer – 1 dag – 1 deelnemer;



Omgaan met agressie binnen een residentiële setting – 3 dagen – 10 deelnemers;



Aan de slag met nieuwe autoriteit vanuit de residentiële setting – 1 dag – 1 deelnemer;



Tevredenheidsmeting naar cliëntenfeedback – 1 dag – 1 deelnemer;



Ouderparticipatie in de residentiële jeugdhulp – 0,5 dag – 2 deelnemers;



Tous ensemble in het voetbal, ook in het samenleven? – 1 dag – 1 deelnemer.

74

A L G E M E N E W E R K I N G

Recommend Documents