Organisatieplan regionale brandweer groningen
2
voo rwoo r d
Met gepaste trots presenteer ik het organisatieplan 2009-2013 voor de brandweerzorg in de regio Groningen. Trots dat we er in geslaagd zijn helder te verwoorden wat we gezamenlijk, met alle gemeenten, de korpsen en het regionaal bureau in onze brandweerregio, willen bereiken. Trots op de mensen die het werk in de praktijk uitvoeren. De brandweer wordt door 93% van de Nederlandse bevolking gezien als meest betrouwbare beroep. Dat is niet voor niets. Ook in de regio Groningen bestaat de brandweer uit betrokken, vakkundige en betrouwbare medewerkers. Medewerkers met hart voor en kennis van hun directe woon- en werkomgeving. En met een regionale organisatie die de beste randvoorwaarden voor deze medewerkers wil creëren. Tegelijkertijd worden er steeds hogere eisen aan ons gesteld. Zowel door onszelf als door onze omgeving. Deze omgeving bestaat niet alleen uit de burgers maar ook uit bijvoorbeeld het ministerie van Binnenlandse Zaken. En de eisen gaan allang niet meer alleen over brandbestrijding en preventie. Ze gaan bijvoorbeeld ook over multidisciplinaire samenwerking met onder andere de GGD en politie. Ze gaan over herkenbaarheid en uitstraling. En ze gaan over het afleggen van verantwoording over al deze zaken.
combineren met het in regionaal verband verzorgen en waarborgen van een uniform, hoog kwaliteitsniveau. Over hoe we kosten kunnen besparen door bijvoorbeeld gezamenlijk materieel in te kopen en onderhoudscontracten te sluiten. De ontwikkelingen binnen onze eigen organisatie en daarbuiten hebben als gevolg dat we continu beslissingen moeten nemen. Afwegen: kunnen we dit op lokaal niveau blijven doen of is het in dit geval beter om het gezamenlijk te doen? Deze afwegingen willen we op een verantwoorde manier maken, met oog voor ieders belang. Samen sterk dus, met behoud van en waardering voor de lokale identiteit. Dit organisatieplan hebben we in juli 2009 geschreven om voor alle betrokkenen duidelijk te maken waar we op dat moment staan/ stonden als organisatie en hoe we ons de komende jaren verder willen ontwikkelen. Ik wens u veel duidelijkheid en leesplezier toe. Ab Meijerman Portefeuillehouder Brandweer
Onder andere deze ontwikkelingen hebben er voor gezorgd dat we in de loop der jaren steeds bewuster zijn gaan nadenken over de organisatie van de brandweerzorg in onze regio. Over hoe we behoud van de eigen identiteit van lokale korpsen kunnen
3
o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
voorwoord
colofon en inhoud
colofon Bezoekadres Brandweer Regio Groningen Sontweg 10 9723 AT Groningen Postadres Postbus 584 9700 AN Groningen T (050) 367 46 90 F (050) 367 46 66
[email protected] Websites www.hulpverleningsdienstgroningen.nl www.brandweergroningen.nl Organisatieplan 2009-2013 Teksten Hulpverleningsdienst Groningen, Brandweer Regio Groningen Fotografie Bert Kamp Raymond Sudmeijer (Coverfoto) Ontwerp en vormgeving WM Veenstra, Groningen Drukwerk WM Veenstra, Groningen Oplage 700
4
INLEIDING
o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
inhoud 7
HOOFDSTUK 1: WIE WIJ ZIJN 1.1 Regionale Brandweer groningen 1.1.1 Samenwerking 1.1.2 Taakverdeling 1.2 Het regionaal bureau 1.2.1 Risicobeheersing 1.2.2 Operationele Voorbereiding 1.2.3 Alarmcentrale Brandweer 1.2.4 Beleid & Ondersteuning 1.2.5 Risico- en crisiscommunicatie 1.2.6 Multidisciplinaire taken 1.3 Samenvatting
9 9 9 10 11 12 12 13 13 13 13 14
HOOFDSTUK 3: WAAR WE NAARTOE WILLEN 3.1 Doel: eenheid en uniforme kwaliteit 3.1.1 Eenheid 3.1.2. Uniforme kwaliteit 3.1.3. Bestedingsvoorstellen 3.2 Wat hebben we nodig? 3.2.1. Ondersteuning 3.2.2. Financiën 3.3. Risico’s 3.4 Planning activiteiten 2009-2013 3.5 Samenvatting
HOOFDSTUK 2: ONZE OMGEVING 2.1 Veiligheidsregio 2.1.1 Wet Veiligheidsregio’s 2.1.2 Koers Regionale Brandweer Groningen 2.2 Overige ontwikkelingen 2.2.1 Omgevingsvergunning 2.2.2 Landelijke projecten 2.2.3 Programmafinanciering Externe Veiligheid 2.2.4 Technologie 2.2.5 Chemische, biologische en radiologische/ nucleaire besmetting (CBRN) 2.2.6 Vrijwilligersmanagement 2.2.7 Samenwerking Noord Nederland 2.2.8 Samenwerking met Duitsland 2.3 Samenvatting
17 17 17 18 18 18 18 18 18 18
BIJLAGEN Bijlage A: 30 Operationele sterkte Regionale Brandweer Groningen Bijlage B: 23 Formatie Brandweer Regio Groningen (regionaal bureau) Bijlage C: 33 Structurele regionale werkgroepen Bijlage D: 34 Overzicht taken ten behoeve van crisismanagement Bijlage E: 36 Perspectieven van het regionaal kwaliteitszorgsysteem Bijlage F: 38 Afkortingen- en begrippenlijst
20 20 20 21
23 23 24 25 25 26 26 26 27 27 28
5
6
inleiding
Voor u ligt het organisatieplan 2009-2013 van de Regionale Brandweer
de implementatie van de Wet Veiligheidsregio’s en de daarmee
Groningen. Dit plan is bedoeld als meerjarenplan voor Brandweer
samenhangende financiering, van invloed zijn op (het tempo van) de
Regio Groningen (het regionaal bureau) én de gemeentelijke
implementatie van dit organisatieplan.
brandweerkorpsen. Het organisatieplan is vastgesteld op 26 juni 2009 door de Bestuurscommissie Regionale Brandweer & GHOR Groningen. In
Bij het schrijven van dit organisatieplan is gebruik gemaakt van de
dit organisatieplan beschrijven we onze visie op de ontwikkeling van de
volgende documenten:
brandweerzorg in onze regio voor de komende vier jaren. We beschrijven
• Ondernemingsplan van Hulpverleningsdienst Groningen (2008);
waar we vandaan komen, waar we naartoe willen en wat we daarvoor
• Vakdirectieplan brandweer (2008-2009);
nodig hebben. Daarbij kijken we dus zowel naar het regionaal bureau als
• Concept Convenant Veiligheidsregio Groningen 2009-2010;
naar de gemeentelijke brandweerkorpsen.
• Brief “versterking fysiek veiligheidsbeleid” die op 30 juni 2008 door het H&OG-bestuur is verzonden aan de minister van BZK;
In dit organisatieplan beschrijven wij ook wat u, als bestuurders,
• Collectief Convenant Crisisbeheersing 2009-2010;
management of partners in crisisbeheersing, de komende jaren van
• Multidisciplinair werkplan crisisbeheersing 2009-2010:
ons kunt verwachten, zowel op monodisciplinair (brandweer) als op
“Crisismanagement Groningen maakt werk van de Veiligheidsregio”.
multidisciplinair (samenwerking met andere disciplines) niveau. Dit organisatieplan bestaat uit vier hoofdstukken. Hoofdstuk 1 geeft een Niet alleen willen we met dit organisatieplan onze koers bepalen en
beschrijving van de organisatie op dit moment (juli 2009). Hoofdstuk
verwachtingen managen, we willen ook voldoen aan onze wettelijke
2 geeft een beschrijving van de ontwikkelingen die de Regionale
verplichting om eens in de vier jaren een organisatieplan vast te stellen,
Brandweer Groningen de komende jaren beïnvloeden. Hoofdstuk 3 is
zoals beschreven in de Brandweerwet, artikel 4 en 4a.
het hoofdstuk waarin de Regionale Brandweer Groningen aangeeft welke visie zij heeft op de komende jaren en op welke manier zij die
Idealiter sluit het organisatieplan aan op het regionaal beleidsplan en
visie wil verwezenlijken. Lezers die vooral geïnteresseerd zijn in de
het regionaal risicoprofiel. Deze documenten worden naar verwachting
richting waarin de Regionale Brandweer Groningen zich wil ontwikkelen
in 2010 vastgesteld. Bij het schrijven van dit organisatieplan is zoveel
en de voorstellen voor nieuw beleid, moeten in ieder geval hoofdstuk 3
mogelijk rekening gehouden met de uitgangspunten en doelstellingen
lezen. Tot slot staat in de bijlagen een aantal gegevens van de Regionale
die al bekend zijn. Toch kan het zo zijn dat ontwikkelingen, zoals
Brandweer Groningen en een afkortingen- en begrippenlijst.
In het kader van de leesbaarheid van het organisatieplan wordt bijna uitsluitend ‘de Regionale Brandweer’ gebruikt wanneer ‘Regionale Brandweer Groningen’ wordt bedoeld.
7
o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
inleiding
8
w i e w i j z i j n e n wa a r w e va n da a n ko m e n
wie wij zijn
En waar we vandaan komen 1.1 REGIONALE BRANDWEER GRONINGEN De Regionale Brandweer Groningen is een gemeenschappelijke regeling op het gebied van de brandweerzorg van de 25 gemeenten in de regio Groningen (H&OG-regeling: Gemeenschappelijke regeling Hulpverlening & Openbare Gezondheid). De uitvoering van de gemeenschappelijke regeling is neergelegd bij Hulpverleningsdienst Groningen. Hulpverleningsdienst Groningen voert zowel de brandweerzorg uit voor de stad Groningen als voor de regio Groningen. Beide onderdelen zijn verenigd in Brandweer Stad & Regio Groningen. Naast de gemeenschappelijke regeling voor de brandweerzorg voert deze hulpverleningsdienst ook de gemeenschappelijke regeling voor Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) uit.
1
De Regionale Brandweer omvat niet alleen het regionaal bureau maar wordt vormgegeven door àl het brandweerpersoneel in de regio. De Regionale Brandweer kent 16 brandweerkorpsen, verdeeld over 39 brandweerposten1. De operationele sterkte van de Regionale Brandweer is weergegeven in bijlage A. De Regionale Brandweer Groningen is verdeeld in vier Rayons: Noord, Midden, West en Oost. Binnen deze Rayons wordt op verschillende manieren samengewerkt, bijvoorbeeld in het piket Officier van Dienst en op het gebied van opleiden en oefenen. 1.1.1 Samenwerking Binnen de regio zijn veel gemeentelijke korpsen die onderling samenwerken. Korpsen met een formele samenwerkingsvorm zijn: • B randweer Rayon Noord (Appingedam, Delfzijl, Eemsmond en Loppersum). Het dagdienstpersoneel van BRN is sinds 2008 in dienst van Hulpverleningsdienst Groningen. • Intergemeentelijke Brandweer Oldambt2 (Reiderland, Scheemda en Winschoten) • Regeling Brandweerzorg Zuid Groningen (Stadskanaal en Vlagtwedde) • Menterwolde, Pekela en Veendam
Per 1 januari 2009. • 2 De Intergemeentelijke Brandweer Oldambt gaat per 1 januari 2010 over naar de gemeente Oldambt.
9
o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
Hoofdstuk 1
w i e w i j z i j n e n wa a r w e va n da a n ko m e n
Andere korpsen die op het moment van het schrijven van dit plan, juli 2009, samenwerken en/of aangestuurd worden door dezelfde commandant zijn: Hoogezand-Sappemeer en Slochteren, Leek en Marum, Groningen en Haren en De Marne en Winsum. Op dit moment, juli 2009, zijn er vijf “zelfstandige” korpsen, namelijk: Bedum, Bellingwedde, Grootegast, Ten Boer en Zuidhorn3. De verwachting is dat de schaalvergroting verder zal doorzetten en dat ook in Rayon Midden en Rayon West (grotere) samenwerkingsverbanden zullen ontstaan. De Regionale Brandweer Groningen heeft een lange historie van samenwerking op regionaal niveau. De korpsen zijn zich altijd bewust geweest van de voordelen van samenwerking, wat heeft geresulteerd in een groot aantal taken dat op regionale schaal wordt uitgevoerd. Deze gezamenlijke taken zijn bijvoorbeeld de regeling commandovoering, de specialismen duiken, ongevalbestrijding gevaarlijke stoffen en technische hulpverlening, en het opleidings- en oefenbeleid. De laatste jaren is het aantal gezamenlijke taken verder uitgebreid, zoals op het gebied van pro-actie en preventie, materieel en planvorming. Daarnaast zijn de genoemde specialismen herijkt en is de verantwoordelijkheid in zijn geheel bij het regionaal bureau neergelegd.
De Regionale Brandweer heeft de ambitie om de regionale samenwerking de komende jaren te borgen en te versterken en zo te komen tot een uniforme kwaliteit in de uitoefening van taken (zie hoofdstuk 3). De hierboven genoemde specialismen vormen een goed voorbeeld van de manier waarop de Regionale Brandweer uniforme kwaliteit in de uitvoering borgt. 1.1.2 Taakverdeling De taakverdeling tussen de lokale korpsen en het regionaal bureau is weergegeven in het model onderaan de pagina. Gemeenten (lokale korpsen) zijn verantwoordelijk voor de taken op het gebied van de basisbrandweerzorg. De basisbrandweerzorg bevat de taken uit de veiligheidsketen die op gemeentelijk niveau kunnen worden uitgevoerd. Het regionaal bureau is verantwoordelijk voor de taken op het gebied van de gezamenlijke en de voorgeschreven brandweerzorg. Gezamenlijke taken zijn taken die op basis van gezamenlijke afspraken door het regionaal bureau worden uitgevoerd. De voorgeschreven brandweerzorg heeft betrekking op de wettelijke taken die vanuit de rijksoverheid bij de H&OG-regeling zijn belegd (zie 1.2). Het bestuur van de H&OG-regeling bepaalt het beleid ten aanzien van de gezamenlijke brandweerzorg. De lokale brandweerkorpsen zijn niet geregionaliseerd en daardoor zijn de colleges van burgemeester en wethouders verantwoordelijk voor de basisbrandweerzorg (voorstel Wet Veiligheidsregio’s (Wet VR), artikel 3).
het regionaal model
3
10
Bellingwedde en Ten Boer onderzoeken mogelijke samenwerking met hun respectievelijke buurgemeenten.
1.2 Het regionaal bureau Het regionaal bureau is onderdeel van Hulpverleningsdienst Groningen en daarmee onderdeel van de gemeente Groningen. Dit houdt in dat het regionaal bureau gebonden is aan het gemeentelijk beleid, bijvoorbeeld op het gebied van inkoop of informatiemanagement. Dit levert voordelen op, maar kan ook leiden tot frictie met regionale belangen. Het regionaal bureau bestaat op 1 januari 2009 uit de volgende afdelingen: • Risicobeheersing • Operationele Voorbereiding • Beleid & Ondersteuning • Alarmcentrale (vanaf 2011 onderdeel van de Meldkamer Noord-Nederland).
Pro-actie
Preventie
o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
De beleidsvorming van de regionale brandweerzorg vindt plaats op drie niveaus, die elkaar wederzijds beïnvloeden: 1. op strategisch niveau bepaalt het bestuur van de H&OGregeling de richting en de beleidskaders; 2. op tactisch niveau geven de commandanten inhoud aan de door het bestuur gestelde beleidskaders; 3. op operationeel niveau doen vakinhoudelijke werkgroepen en commissies de voorbereiding en uitvoering van het vastgestelde beleid. Een overzicht van deze werkgroepen vindt u in bijlage C.
De formatiesterkte van het regionaal bureau op 1 juli 2009 is weergegeven in bijlage B. Met ingang van 1 januari 2009 is de afdeling Crisismanagement niet langer onderdeel van het regionaal bureau. Crisismanagement is onder de naam Veiligheidsbureau een stafsectie van Hulpverleningsdienst Groningen onder de directe leiding van de Algemeen Directeur geworden. De ambtelijke aansturing van het regionaal bureau vindt plaats via de hiërarchische lijn: algemeen directeur hulpverleningsdienst <-> commandant brandweer stad en regio <-> ondercommandant regio. De bestuurlijke aansturing vindt plaats vanuit het bestuur van de H&OG-regeling, specifiek de portefeuillehouder brandweer. Het bestuur wordt daarin geadviseerd door het College van Commandanten in de Regio Groningen (CCRG). De taken van de afdelingen van het regionaal bureau zijn voor een groot deel te herleiden tot de veiligheidsketen (zie onderstaand figuur). De veiligheidsketen kent vijf schakels, waarvan alleen de schakel repressie niet is te herleiden tot een regionale afdeling. De reden daarvoor is dat repressie vooral op lokale schaal wordt uitgevoerd.
Hierna worden de taken per afdeling toegelicht.
Preparatie
Repressie
Nazorg
de veiligheidsketen
11
w i e w i j z i j n e n wa a r w e va n da a n ko m e n
1.2.1 Risicobeheersing De afdeling Risicobeheersing is verantwoordelijk voor de (beleids-)ontwikkeling, het beheer en de uitvoering van de onderdelen pro-actie en preventie van de veiligheidsketen en industriële veiligheid, desgewenst ook ter rechtstreekse ondersteuning van lokale korpsen. De afdeling Risicobeheersing heeft de ambitie om vanaf 2010 haar taken op het gebied van pro-actie en preventie bij alle brandweerorganisaties in de brandweerregio Groningen kwalitatief hoogwaardig en regionaal uniform uit te voeren. Pro-actie houdt in het voorkomen én wegnemen van structurele onveiligheid, waarbij ontwikkelingen die risico’s met zich meebrengen zoveel mogelijk beperkt moeten worden. Dit taakveld omvat de advisering over ruimtelijke plannen conform het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en het Besluit transport externe veiligheid (Btev). Preventie is de zorg voor het voorkomen van directe oorzaken van brand en overige onveiligheid én het zoveel mogelijk beperken van de gevolgen van brand en een onveilige situatie. Dit taakveld omvat onder andere het beoordelen van gelijkwaardigheidsoplossingen, advisering over complexe bouwplannen, advisering over vergunningen Wet milieubeheer,
toepassing Vuurwerkbesluit/opslag munitie alsmede het uitvoeren van thematische regionale inspecties. Industriële veiligheid houdt de uitvoering in van het Besluit risico’s zware ongevallen (Brzo), toepassing van artikel 13 van de Brandweerwet (aanwijzing bedrijfsbrandweren) en advisering over vergunningen in het kader van de Wet milieubeheer voor Brzo-bedrijven. De Regionale Brandweer Groningen voldoet aan de kwaliteitseisen die op dit gebied landelijk zijn vastgesteld en verricht deze werkzaamheden op basis van een dienstverleningsovereenkomst ook voor andere regio’s. 1.2.2 Operationele Voorbereiding De afdeling Operationele Voorbereiding is verantwoordelijk voor de (beleids-)ontwikkeling, beheer en uitvoering van de onderdelen ‘preparatie’ en ‘nazorg’ binnen de veiligheidsketen én voor de ondersteuning van de multidisciplinaire rampenbestrijding en crisisbeheersing op het gebied van verbindingen. Preparatie omvat alle activiteiten die moeten worden voorbereid om incidenten te kunnen bestrijden. Voorbeelden hiervan zijn de regionale coördinatie van het competentiegericht opleiden van manschappen en officieren, het ontwikkelen en uitvoeren van regionaal oefenbeleid, onderhoud en beheer van materieel, de repressieve arbotaak
Commandant Brandweer Stad en Regio Groningen
Ondercommandant Brandweer Regio Groningen
Afdeling Beleid & Ondersteuning
organogram regionaal bureau
12
Afdeling Risicobeheersing
Afdeling Operationele Voorbereiding
Afdeling Alarmcentrale
De afdeling Operationele Voorbereiding bestaat uit drie teams: Planvorming, Opleiding & Oefening (O&O) en Techniek. Het team Planvorming is verantwoordelijk voor arbeidsomstandigheden, planvorming en gevaarlijke stoffen/CBRN (chemisch/biologisch/ radiologisch/nucleair). Het team O&O is verantwoordelijk voor het oefenen van basisbrandweerzorg bevelvoerders, opleiden en oefenen commandovoering en operationele leiding, oefenen brandweercompagnie en pelotons, regie op opleiden en oefenen van specialistische taken. Het team Techniek is verantwoordelijk voor materieel, verbindingen, Waarschuwing en Alarmering (WAS) en de Waarschuwings- en Verkenningsdienst (WVD). De afdeling wordt ondersteund door een beleidsmedewerker. 1.2.3 Alarmcentrale Brandweer De Alarmcentrale Brandweer is verantwoordelijk voor het adequaat initiëren en begeleiden van de spoedeisende brandweerhulpverlening. Dit houdt in het alarmeren van noodzakelijke brandweereenheden en functionarissen in geval van een calamiteit. Ook regelt zij de communicatie tussen de verschillende hulpverleners. Met behulp van het Geïntegreerd Meldkamer Systeem (GMS) kunnen de centralisten van de brandweer samenwerken met de andere disciplines. Er wordt landelijk gewerkt aan een nieuw meldkamersysteem. Op dit moment, juli 2009, wordt gewerkt aan de totstandkoming van de Meldkamer Noord- Nederland (MkNN) (zie 2.3). Het is op dit moment, juli 2009, nog niet duidelijk welke organisatorische consequenties dit zal hebben voor de Alarmcentrale Brandweer.
o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
en het opstellen en beheren van rampbestrijdingsplannen. Nazorg omvat de activiteiten die bijdragen aan het zo snel mogelijk terugkeren naar de ‘normale’ situatie. Ook evaluaties, traumaverwerking en het doorvoeren van verbeteringen horen bij nazorg.
1.2.4 Beleid & Ondersteuning De afdeling Beleid & Ondersteuning is verantwoordelijk voor de regiobrede beleidsontwikkeling en commandovoering. Ook biedt de afdeling ondersteuning middels kwaliteitszorg, informatievoorziening en het secretariaat. Deze ondersteuning is zowel voor de andere afdelingen als voor de korpsen in de regio. De afdeling werkt vanuit de ambitie om de korpsen en het regionaal bureau zoveel mogelijk te adviseren en te faciliteren bij het realiseren van de doelstellingen. Vanuit deze afdeling worden afdelingsoverstijgende ontwikkelingen gestuurd, zoals de ontwikkeling van het kwaliteitszorgsysteem, de commandovoering, de incidentevaluatie, het informatiemanagement en de implementatie van de Wet Veiligheidsregio’s. 1.2.5 Risico- en crisiscommunicatie Het regionaal bureau voert ook taken uit op het gebied van risico- en crisiscommunicatie. Deze taken vallen onder de verantwoordelijkheid van de regionaal commandant brandweer en worden uitgevoerd door de stafsectie Voorlichting en Communicatie van Hulpverleningsdienst Groningen. De taken vloeien voort uit het Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding (RBR) (voorloper van het nieuwe beleidsplan) en de verantwoordelijkheid voor externe veiligheid. Tevens is er altijd een piketvoorlichter beschikbaar voor de hele brandweerregio. 1.2.6 Multidisciplinaire taken De Regionale Brandweer is onderdeel van het model Crisismanagement Groningen (zie ook hoofdstuk 2). Dit is het gemeenschappelijke samenwerkingsverband van de partners in de regio (brandweer, GHOR, gemeenten, provincie, politie, waterschappen, Openbaar Ministerie en Defensie). Om de samenwerking te intensiveren hebben de partners binnen crisismanagement het Collectief Convenant Crisisbeheersing 2009-2010 afgesloten. De activiteiten op het gebied van crisisbeheersing, inclusief de rol die de brandweer daarin
13
w i e w i j z i j n e n wa a r w e va n da a n ko m e n
speelt, zijn beschreven in het multidisciplinair werkplan 200920104. Het multidisciplinair werkplan bestaat uit zes concrete projecten: informatiemanagement, opleiden en oefenen, planvorming, evalueren, kwaliteitszorg en fundament. Naast
1.3 Samenvatting De Regionale Brandweer Groningen is een optelsom van het regionaal bureau en de lokale korpsen. Samen hebben ze een lange traditie van samenwerken zowel op regionaal als op rayonaal en/of intergemeentelijk niveau. Op regionaal niveau is het regionaal bureau verantwoordelijk voor de voorgeschreven en gezamenlijke brandweerzorg en zijn de lokale korpsen verantwoordelijk voor de basisbrandweerzorg. De organisatie van het regionaal bureau is gelieerd aan de veiligheidsketen. Daarnaast wil de Regionale Brandweer
4
14
de bijdrage in het werkplan voert de brandweer ook een aantal reguliere taken uit ten behoeve van crisismanagement. In bijlage D vindt u een overzicht van deze taken. Het is onze ambitie om deze taken ook in de komende jaren te kunnen
binnen Crisismanagement Groningen functioneren als een volwaardige partner, op eigen kracht, met eigen projecten en een hoogwaardige kwaliteit. Landelijk ligt er een grote druk op de organisatie en kwaliteit van de brandweer, vooral door de Wet Veiligheidsregio’s. De Regionale Brandweer heeft daarin haar eigen koers uitgezet. In het volgende hoofdstuk wordt beschreven welke ontwikkelingen op de brandweer afkomen. Daarbij wordt vooral ingegaan op de Wet Veiligheidsregio’s en de eigen koers van de Regionale Brandweer Groningen.
Crisismanagement Groningen maakt werk van de Veiligheidsregio’, multidisciplinair werkplan 2009-2010, 11 maart 2009.
15 o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
16
o n z e o m g e v i n g e n wat e r va n o n s v e r wac ht wo r d t
onze omgeving
En wat er van ons verwacht wordt 2.1 Veiligheidsregio De veiligheidsregio is een gebied waarin wordt samengewerkt door verscheidene besturen en diensten ten aanzien van taken op het terrein van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en handhaving van de fysieke veiligheid. Daarvoor wordt een indeling aangehouden die overeenkomt met die van de politieregio’s. De wettelijke basis van de veiligheidsregio is de Wet Veiligheidsregio’s, die in onderstaande paragraaf wordt toegelicht. 2.1.1 Wet Veiligheidsregio’s De Wet Veiligheidsregio’s is bedoeld om, door middel van schaalvergroting en verbeterde samenwerking, betere hulpverlening te bieden bij brand, zware ongevallen, rampen of crises. Door de brandweer, de GHOR, de rampenbestrijding en de crisisbeheersing onder één regionale regie te plaatsen moet de bestuurlijke en operationele slagkracht vergroot worden5. Het wetsvoorstel integreert de Brandweerwet 1985, de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (Wghor) en de Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo). De Wet Veiligheidsregio’s is vastgesteld door de Tweede Kamer en moet op het moment van schrijven van dit plan nog worden vastgesteld door de Eerste Kamer. Waarschijnlijk zal de wet per 1 januari 2010 in werking treden.
5 6
De Wet Veiligheidsregio’s markeert drie belangrijke wijzigingen in de houding ten opzichte van de brandweer. 1 De eerste wijziging is een ontwikkeling die al langer speelt, namelijk de verdere professionalisering van de brandweer. De brandweer moet aan steeds meer wettelijk vastgelegde kwaliteitseisen voldoen. Veel eisen die voorheen tot de zogenaamde ‘zachte regelgeving’ behoorden (zoals de eisen die in de diverse leidraden zijn beschreven), worden nu vastgelegd in de Wet Veiligheidsregio’s en de nadere regelgeving: het Besluit kwaliteit veiligheidsregio’s en het Besluit personeel veiligheidsregio’s. Hierbij passen ook inspecties en onderzoeken die vanuit de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) of andere instanties worden uitgevoerd om de professionaliteit van de brandweerzorg te versterken. 2 De tweede wijziging is dat de brandweer steeds meer wordt gezien als onderdeel van een groter multidisciplinair geheel. Dit heeft gevolgen voor de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld door veranderingen in de financiering vanuit het Rijk6. Ook de landelijke aansturing van de brandweer gebeurt steeds meer vanuit een multidisciplinaire visie. Het Veiligheidsberaad, bestaande uit de 25 (beoogde) voorzitters van de veiligheidsregio’s, speelt daarin een toenemend sturende rol. Het Veiligheidsberaad fungeert als leidend bestuur in de ontwikkeling van veiligheidsregio’s en is het aanspreekpunt voor het Rijk om afspraken met het veld te maken
Brochure “De Veiligheidsregio. Wetsvoorstel van de Wet veiligheidsregio’s: hoe, wat en waarom?”, Ministerie van BZK, 29 oktober 2007. De brede doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen (BDUR) wordt vervangen door de brede doeluitkering veiligheidsregio’s (BDVR).
17
o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
Hoofdstuk 2
o n z e o m g e v i n g e n wat e r va n o n s v e r wac ht wo r d t
op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing. Dit vraagt van de brandweer een duidelijke scheiding met de crisisbeheersing, maar ook een duidelijker positionering van de brandweerkolom. 3 De derde wijziging is dat de Wet Veiligheidsregio’s zowel het college van burgemeester en wethouders als het bestuur van de Veiligheidsregio een verantwoordelijkheid geeft ten aanzien van de brandweer. Het college van burgemeester en wethouders krijgt de verantwoordelijkheid voor onder andere de brandweerzorg (artikel 3, Wet Veiligheidsregio’s). Het bestuur van de Veiligheidsregio krijgt de verantwoordelijkheid voor het instellen en in stand houden van een brandweer (artikel 9, Wet Veiligheidsregio’s). In regio’s waar het personeel niet in regionale dienst is, betekent dit dat gemeenten de brandweerzorg uitvoeren binnen de door de veiligheidsregio gestelde kaders. De minister van Binnenlandse Zaken heeft aangegeven dat een lokaal brandweerkorps dat niet aan de kwaliteitseisen voldoet, gedwongen kan worden tot regionalisering. In dat geval verliest het college van burgemeester en wethouders de verantwoordelijkheid over de brandweerzorg. 2.1.2 Koers Regionale Brandweer Groningen In 2008 heeft de minister van Binnenlandse Zaken de brandweer onder druk gezet om de lokale brandweerkorpsen te regionaliseren. Volgens de minister is regionalisering een voorwaarde om de kwaliteit van de brandweerzorg te verbeteren. De minister heeft convenanten gesloten met regio’s die de intentie uitspraken om op korte termijn te regionaliseren. De Regionale Brandweer Groningen heeft de minister ook een convenant aangeboden met onder meer maatregelen ter verbetering van de brandweerzorg7. In reactie gaf de minister aan dit convenant niet te willen tekenen, aangezien de Regionale Brandweer niet wil overgaan tot regionalisering.
7
18
8
Concept Convenant Veiligheidsregio Groningen 2009-2010, juni 2008. Brief versterking fysiek veiligheidsbeleid, HV08.1650630, 30 juni 2008.
Het bestuur van de H&OG-regeling heeft deze eigen koers toegelicht in een brief aan de minister8. In deze brief staat dat alle partners in de veiligheidsregio een kwaliteitstraject zullen doorlopen. Gericht op de eigen organisatie én op de onderlinge samenwerking. Het bestuur onderstreept daarmee de ambitie om op het terrein van de fysieke veiligheid voorop te lopen. De Regionale Brandweer Groningen vult deze ambitie in door de onderlinge samenwerking te versterken en een regionaal kwaliteitssysteem te ontwikkelen (zie hoofdstuk 3). Hoewel er dus niet is gekozen voor regionaliseren, wil dat niet zeggen dat er op onderdelen geen regionalisatie kan plaatsvinden. Dit moet echter wel ten dienste staan van kwaliteitsverbetering en geen doel op zich vormen. De Regionale Brandweer streeft niet alleen naar verbetering van de kwaliteit van alle onderdelen van Crisismanagement Groningen, maar ook van de onderlinge samenwerking en gezamenlijke aansturing. Mede in dat kader is in 2008 besloten Veiligheidsbureau Groningen direct te laten aansturen door de Algemeen Directeur van Hulpverleningsdienst Groningen. Veiligheidsbureau Groningen is daarom met ingang van 2009 niet langer onderdeel van Brandweer Regio Groningen. De activiteiten ten aanzien van Crisismanagement Groningen zijn al in het vorige hoofdstuk beschreven (zie 1.2.6). 2.2 Overige ontwikkelingen 2.2.1 Omgevingsvergunning Naast de Wet Veiligheidsregio’s zal naar verwachting op 1 januari 2010 ook de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking treden. Deze wet regelt de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. Deze moet leiden tot een efficiëntere en effectievere vergunningverlening en handhaving. De wet
2.2.2 Landelijke projecten De Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) vertegenwoordigt de brandweer op landelijk niveau. In 2008 en 2009 heeft de NVBR zich bezonnen op de toekomstige rol en positie van de brandweer in Nederland. Dit project, “de strategische reis”, zal in de loop van 2009 leiden tot een landelijke visie en strategie. Verder is de NVBR betrokken bij een aantal toonaangevende projecten, zoals de projecten Aristoteles en Cicero en de vernieuwing van het brandweeronderwijs. De projecten Aristoteles en Cicero richten zich op de ontwikkeling van respectievelijk een productbegroting en een model kwaliteitszorg voor de brandweer. De vernieuwing van het brandweeronderwijs behelst de implementatie van een nieuw onderwijsstelsel voor brandweerpersoneel. Dit project heeft een rechtstreekse relatie met het Besluit personeel veiligheidsregio’s. Een ander project dat al enige jaren loopt, maar nog niet tot een afronding is gekomen, is de herijking van de brandweercompagnie (het grootschalig brandweeroptreden). Afhankelijk van de uitkomsten van deze herijking zal de Regionale Brandweer, ondanks de door ons ingediende bezwaren, mogelijk teruggaan van twee naar één brandweercompagnie.
9
“Verplichte omgevingsdienst vervalt”, Binnenlands Bestuur, 27 maart 2009, p.15.
o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
heeft gevolgen voor de organisatie van de taken van de brandweer op het gebied van pro-actie en preventie. In het verlengde van de Wabo zal de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), kwaliteitseisen opstellen. Hier moeten gemeenten aan voldoen bij vergunningverlening, handhaving en toezicht9.
2.2.3 Programmafinanciering Externe Veiligheid Vanaf 2011 zullen de middelen, 20 miljoen euro, die jaarlijks beschikbaar zijn voor provincies en gemeenten voor de financiering van het programma Externe Veiligheid (PF3), via het provinciefonds worden uitgekeerd. Brandweer Regio Groningen moet rekening houden met een geringere bijdrage. Er kan grofweg worden uitgegaan van een heroriëntatie op 0,5 fte op het gebied van Risicocommunicatie en 1 fte op het gebied van Risicobeheersing. 2.2.4 Technologie Voor de brandweer spelen ook technologische ontwikkelingen een belangrijke rol. Zowel op regionaal als lokaal niveau wordt de brandweerzorg in toenemende mate uitgevoerd met behulp van technische en digitale toepassingen. Voorbeelden zijn de ontwikkeling van cell broadcast als aanvulling op het bestaande waarschuwings- en alarmeringsstelsel, de ontwikkeling van mobiele datasystemen voor voertuigen, de ontwikkeling van digitale bereikbaarheidskaarten en het gebruik van innovatieve blusmethoden zoals de blusbom. 2.2.5 Chemische, biologische en radiologische/ nucleaire besmetting (CBRN) De Regionale Brandweer Groningen is één van de zes CBRNsteunpuntregio’s in Nederland en heeft de beschikking over een CBRN-ontsmettingspeloton. Het CBRN-peloton wordt gevormd door de korpsen in Rayon West. De Regionale Brandweer Groningen is verantwoordelijk voor de uitvoering van de CBRN-taak in Noord Nederland. Deze taak wordt door het Rijk gefinancierd. De positionering van de CBRN-taak bij de brandweer kan ter discussie komen te staan omdat ook Defensie op dit vlak taken gaat uitvoeren.
19
o n z e o m g e v i n g e n wat e r va n o n s v e r wac ht wo r d t
2.2.6 Vrijwilligersmanagement In 2007 is de Vakvereniging Brandweervrijwilligers (VBV) opgericht. De VBV wil de belangen van de brandweervrijwilligers behartigen op zowel vakinhoudelijk als rechtspositioneel terrein. Aanleiding voor de oprichting van de VBV is de behoefte van vrijwilligers om zichzelf meer en duidelijker te laten horen, zodat ontwikkelingen beter aansluiten op de praktijk. De VBV werkt met regionale platformen, waaronder een platform in de regio Groningen. De positie van de VBV op landelijk niveau is nog niet duidelijk; op dit moment heeft de VBV (nog) geen formele relatie met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) of de NVBR. Ook binnen de NVBR is aandacht voor de rol van vrijwilligers: de Taskforce Vrijwilligheid ontwikkelt plannen om de vrijwilligers meer en beter te kunnen vertegenwoordigen. De Regionale Brandweer onderhoudt contacten met het regionale platform van de VBV en streeft ernaar al het brandweerpersoneel in de regio te laten vertegenwoordigen in een regionale adviesraad (zie hoofdstuk 3). 2.2.7 Samenwerking Noord Nederland De Regionale Brandweer Groningen werkt op veel terreinen samen met de regio’s Drenthe en Fryslân, onder andere in het leveren van brandweerbijstand en op Brzo-gebied. Daar waar mogelijk wordt informatie uitgewisseld en vindt afstemming plaats. Op twee terreinen wordt heel intensief samengewerkt, namelijk op het gebied van de Meldkamer Noord-Nederland en op het gebied van opleiden en oefenen. De drie noordelijke regio’s werken samen aan de ontwikkeling van de gemeenschappelijke Meldkamer Noord-Nederland. Naar verwachting zal deze interregionale meldkamer in 2011 gereed zijn. De alarmcentrales van de brandweer, politie en ambulance in Groningen zullen dan gehuisvest zijn in Drachten.
20
De samenwerking op het gebied van opleiden en oefenen wordt uitgevoerd door stichting Brandweeropleidingen Noord (BON). De stichting BON organiseert opleidingen tot officiersniveau en beheert twee centra voor realistisch oefenen. De implementatie van het nieuwe onderwijsstelsel (en het Besluit personeel veiligheidsregio’s) heeft gevolgen voor de manier waarop de regio’s binnen de BON samenwerken. Op dit moment is nog niet duidelijk hoe de samenwerking binnen de BON de komende jaren vorm krijgt. 2.2.8 Samenwerking met Duitsland De samenwerking met Duitsland vindt op twee terreinen plaats. Allereerst zijn er in 2008 afspraken gemaakt met een Duitse hulpverleningsorganisatie, genaamd Technisches Hilfswerk (THW), over het leveren van bijstand aan onze regio. De THW heeft diverse teams die ingezet kunnen worden bij bijvoorbeeld instortingsgevaar en problemen op het gebied van electriciteitsen drinkwatervoorziening. Ook beschikken zij over pompen, reddingshonden en verlichting. Deze teams, zowel materieel als vrijwilligers, zijn lokaal gestationeerd, ook in het grensgebied (onder andere in Emden, Leer, Aurich, Papenburg en Meppen). Daardoor kan specialistisch materieel met het bijbehorende personeel snel ter plekke zijn. Dit betekent voor de Regionale Brandweer dat er een groot hulpverleningspotentieel vlak over de grens beschikbaar is. Ten tweede is de Regionale Brandweer Groningen betrokken bij de calamiteitenbestrijding in het Eems-Dollard gebied. Hiervoor is een convenant gesloten tussen de Nederlandse en Duitse Rijkswaterstaat en de brandweer van Emden. Voor het bestrijden van calamiteiten wordt onder andere het schip de Gustav Mayer gebruikt. Regionale Brandweer Groningen speelt bij de calamiteitenbestrijding in dit gebied een faciliterende rol. Ook levert de regio ondersteuning bij calamiteiten en worden oefeningen georganiseerd.
o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
2.3 Samenvatting Er komt veel op de brandweer af. Kwaliteit is daarbij het sleutelwoord: onze regio zal moeten voldoen aan de kwaliteitseisen van de Wet Veiligheidsregio’s en de bijbehorende besluiten, tenzij er zwaarwegende motieven zijn om daarvan af te wijken. Tegelijkertijd moet de brandweer een aantal grote veranderingen implementeren, zoals het nieuwe brandweeronderwijs en de Meldkamer Noord-Nederland. Deze veranderingen hebben ook consequenties voor de medewerkers van de brandweer. De Regionale Brandweer bestaat voor 80% uit vrijwilligers en het is belangrijk dat in het bijzonder deze groep
betrokken wordt en blijft bij de ontwikkelingen op regionaal niveau. De Regionale Brandweer heeft gekozen voor een ‘eigen koers’ ten aanzien van de implementatie van de Wet Veiligheidsregio’s: niet regionalisatie als hoogste doel, maar uniforme kwaliteitsverbetering. Regionalisatie (op onderdelen) is alleen bespreekbaar als het de uniforme kwaliteit daadwerkelijk ten goede komt. In het volgende hoofdstuk wordt beschreven wat de eigen koers van de Regionale Brandweer Groningen inhoudt en wat de doelstellingen zijn voor de komende jaren.
21
22
wa a r w e n a a r to e w i l l e n e n wat w e da a r vo o r n o d i g h e b b e n
waar we naartoe willen En wat we daarvoor nodig hebben 3.1 Doel: eenheid en uniforme kwaliteit De Regionale Brandweer heeft een lange traditie van samenwerken. Die traditie heeft al vele vruchten afgeworpen, waardoor de regio vaak voorop loopt op het gebied van de kwaliteit van de brandweerzorg en de crisisbeheersing. Het bestuur van de Regionale Brandweer wil deze positie graag handhaven en versterken, zodat de Regionale Brandweer ook daadwerkelijk als een eenheid gaat functioneren. Waar we dus naartoe willen, is een regionale brandweer die naar binnen en naar buiten toe als een eenheid functioneert. Die eenheid zal vooral moeten blijken uit een uniforme kwaliteit van de brandweerzorg. Zowel op lokaal als regionaal niveau wordt de kwaliteit geleverd die gezamenlijk is afgesproken. Dit wordt geborgd door middel van een kwaliteitszorgsysteem. het INK-model
Het regionaal bureau en de lokale korpsen moeten samen dit doel bereiken. Daarbij heeft het regionaal bureau de rol van uitvoerder van de voorgeschreven en gezamenlijke brandweertaken en de rol van stimulator, coördinator en bewaker van de totale brandweerzorg in de regio10. De rol van de lokale korpsen is die van uitvoerder van de basisbrandweerzorg in de eigen gemeente, met de eigen
10
Vakdirectieplan Brandweer 2008-2009.
couleur locale. Daarnaast dragen de lokale korpsen actief bij aan de ontwikkeling van het regionaal beleid en dragen zij zorg voor het welzijn en het behoud van de vrijwilligers. Binnen de eigen gemeente draagt het lokale korps bij aan de integrale veiligheid. Om te komen tot eenheid en uniforme kwaliteit werkt de Regionale Brandweer aan het formuleren van kwaliteitsafspraken. Het INKmodel, een model van het Instituut Nederlandse Kwaliteit, vormt daarin een belangrijke inspiratiebron omdat daarin niet alleen aandacht is voor de inhoudelijke kant van de bedrijfsvoering (plando-check-act), maar ook voor de menskant (mobiliseren-waarderenreflecteren-inspireren). De binnenste cirkel in het INK-model, wat hier links staat weergegeven, staat symbool voor de uniforme kwaliteit en de buitenste voor de eenheid. In de volgende paragrafen geven we aan op welke manier we de komende beleidsperiode willen werken aan de eenheid en de uniforme kwaliteit binnen de Regionale Brandweer. We doen daarbij een aantal cursief- en vetgedrukte voorstellen voor nieuw beleid. Deze voorstellen hebben zowel betrekking op het regionaal bureau als op de lokale korpsen.
23
o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
Hoofdstuk 3
wa a r w e n a a r to e w i l l e n e n wat w e da a r vo o r n o d i g h e b b e n
3.1.1 Eenheid De Regionale Brandweer Groningen vormt geen organisatorische eenheid. Toch willen we naar buiten en naar binnen wel als zodanig functioneren. Maakten we voorheen afspraken met een zekere vrijblijvendheid, nu is die vrijblijvendheid voorbij. Wanneer we afspraken maken, is het expliciet de bedoeling dat iedereen zich daar aan houdt. Niet alleen op managementniveau, de commandanten en leidinggevenden, maar ook op bestuursniveau. We zullen elkaar daarop gaan aanspreken en dat vraagt een zekere cultuuromslag. Het is daarom nodig draagvlak en betrokkenheid te creëren, op strategisch (bestuurlijk), tactisch (management) en operationeel (werkvloer) niveau. Dat doen we aan de hand van de stappen zoals deze in de buitenste cirkel van het INK-model zijn beschreven: mobiliseren, waarderen, reflecteren en inspireren. Deze stappen vormen een samenhangend en continu proces. Mobiliseren: het bestuur wordt gemobiliseerd door de leden actief te betrekken bij het vaststellen van het kwaliteitsniveau van de brandweerzorg en de jaarlijkse beleidscyclus (zie ook onder reflecteren). Het management wordt gemobiliseerd door het instellen van een regionaal managementteam (RMT). Het RMT krijgt een rol in de dagelijkse aansturing van het regionaal bureau en zal bestaan uit een vertegenwoordiging van de commandanten en het regionaal bureau. Medewerkers worden gemobiliseerd door het instellen van een regionale personeelsvertegenwoordiging. Deze personeelsvertegenwoordiging krijgt een adviserende rol ten aanzien van het regionaal beleid inzake brandweerzorg. Speciale aandacht zal gegeven worden aan de rol van vrijwilligers in de regionale brandweerzorg, door middel van het ontwikkelen van regionaal vrijwilligersbeleid.
24
Waarderen: door bestuur, commandanten en medewerkers meer te betrekken bij regionale aansturing en besluitvorming (zie mobiliseren), laat de Regionale Brandweer ook de waardering zien voor hun rol, positie en inbreng in de regionale brandweerzorg. Daarnaast zal het waarderen vooral tot uiting moeten komen in de communicatie met zowel bestuurders als commandanten en medewerkers, met speciale aandacht voor de vrijwilligers. Daarom zal er vanuit het regionaal bureau regionaal communicatiebeleid worden opgezet. Het regionaal communicatiebeleid zal onder andere gericht zijn op het overdragen van onze doelstellingen en activiteiten. Reflecteren: dit organisatieplan vormt de basis voor het regionaal beleid van de komende jaren. De doelstellingen uit dit plan zullen jaarlijks worden vertaald naar bestuurlijke jaarplannen en – rapportages. Daardoor krijgen bestuurders, management en medewerkers gelegenheid om te reflecteren op behaalde resultaten. Een belangrijke voorwaarde voor het regionaal beleid is dat het de kwaliteit op de werkvloer ten goede komt. Inspireren: we willen als Regionale Brandweer uitdragen dat we trots zijn op wat we doen, dat we als één geheel optrekken en dat we ons voortdurend willen verbeteren. Voorwaarde is wel dat deze boodschap ondersteund wordt door de manier waarop het beleid wordt uitgevoerd. De werkvloer moet zien dat het beleid daadwerkelijk bijdraagt aan een betere kwaliteit. Het is vooral aan het management om deze boodschap voortdurend uit te dragen en te toetsen. We willen dat vanuit het College van Commandanten Regio Groningen, het CCRG, ondersteunen door activiteiten te organiseren die inspireren en bijdragen aan onderlinge betrokkenheid en vertrouwen en door het versterken van de eenheid binnen het CCRG. Daarnaast willen we dit bereiken door het ontwikkelen van regionaal management development beleid (MD-beleid).
In 2009 wordt gewerkt aan het oprichten van dit kwaliteitssysteem. Inmiddels zijn de contouren zichtbaar geworden. Het kwaliteitssysteem heeft vijf perspectieven (zie ook bijlage E), waaruit de kwaliteitsindicatoren gekozen zullen worden: 1. primaire processen (veiligheidsketen); 2. ondersteunende processen; 3. beleidsimplementatie; 4. samenwerking; 5. lerend vermogen en de vernieuwingskracht. De kwaliteitsindicatoren worden gekozen op basis van de volgende overwegingen: 1. belang voor veiligheid van repressief optreden; 2. belang voor veiligheid van de burger; 3. bijdrage aan balans lokaal-regionaal; 4. kracht van de organisatie tonen; 5. inzicht in bestuurlijk gevoelige onderwerpen; 6. tekorten van de organisatie tonen; 7. voldoen aan wetgeving. Het kwaliteitssysteem en de bijbehorende indicatoren en normen zullen door het bestuur moeten worden vastgesteld. Het kwaliteitssysteem is een groeimodel: uitgevoerde audits zullen laten zien of de juiste indicatoren en normen benoemd zijn en of het systeem voldoet aan de verwachtingen van de omgeving. Daarnaast zal het kwaliteitssysteem aan het licht brengen op
11
o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
3.1.2. Uniforme kwaliteit De kurk waar de eenheid op drijft, is het regionaal kwaliteitssysteem. Dit kwaliteitssysteem moet leiden tot uniforme kwaliteit in de hele regio. Onze eerste doelstelling is daarom te beschikken over een regionaal kwaliteitssysteem dat is geïntegreerd in de bedrijfsvoering van zowel het regionaal bureau als de lokale korpsen11.
welke onderdelen van de brandweerzorg wij ons verder kunnen verbeteren. We verwachten daarom dat het kwaliteitssysteem niet alleen inzicht zal bieden in onze kwaliteit, maar ook aanleiding zal zijn tot het doorvoeren van verbeteringen in de komende beleidsperiode. 3.1.3. Bestedingsvoorstellen Naast het ontwikkelen van het kwaliteitssysteem zet de Regionale Brandweer de komende jaren in op nieuwe taken en kwaliteitsverbeteringen die binnen het kader van de Wet Veiligheidsregio’s op ons af komen. Nieuwe wettelijke taken zijn het aanwijzen van bedrijfsbrandweren en het uitvoeren van de gemeentelijke planvorming. Daarnaast worden vanuit de Wet Veiligheidsregio’s (inclusief de besluiten personeel veiligheidsregio’s en kwaliteit veiligheidsregio’s) kwaliteitseisen opgelegd aan zowel de Regionale Brandweer als geheel, als aan de lokale korpsen afzonderlijk. Te denken valt aan de kwaliteitseisen ten aanzien van opleiden en oefenen (vakbekwaam worden en blijven). Om hieraan te voldoen zal de uitvoering voor een deel op regionaal niveau, dus gezamenlijk, en voor een deel op lokaal niveau moeten plaatsvinden. Naast de wettelijke taken en vereisten zijn er de ambities die onze regio binnen het concept Convenant Veiligheidsregio Groningen 2009-2010 heeft benoemd. De hierin opgenomen doelstellingen zijn een uitwerking van de wens van het bestuur om voorop te lopen op het gebied van fysieke veiligheid (zie ook 2.1.2). Al deze wijzigingen vragen een concrete invulling van taken en een concrete financiering. Om aan deze invulling tegemoet te komen, heeft de Regionale Brandweer een aantal bestedingsvoorstellen gedaan. De belangrijkste voorstellen zijn de uitwerkingen van de wettelijke taken en vereisten, en de convenantafspraken. Op het moment van het schrijven van dit organisatieplan zijn
De integratie van het kwaliteitssysteem in de bedrijfsvoering is het beoogde resultaat van de regionale implementatie van de landelijke projecten Aristoteles en Cicero.
25
wa a r w e n a a r to e w i l l e n e n wat w e da a r vo o r n o d i g h e b b e n
de voorstellen onderwerp van bestuurlijke discussie die in het kader van de begroting 2010 wordt gevoerd. Gedeeltelijk worden de extra kosten gedekt door de verhoogde financiering vanuit het Besluit Doeluitkering Veiligheidsregio’s (BDVR) vanaf 2010 (zie 3.2.2.). 3.2 Wat hebben we nodig? In het begin van dit hoofdstuk is aangegeven wat er van het regionaal bureau en van de lokale korpsen verwacht mag worden om te komen tot eenheid en uniforme kwaliteit. Naarmate de genoemde voorstellen verder uitgewerkt worden, zullen ook deze verwachtingen concreter worden. In deze paragraaf gaan we vooral in op onze verwachtingen van de ondersteunende afdelingen. Onze focus ligt daarbij op Hulpverleningsdienst Groningen, maar deze verwachtingen zijn ook toepasbaar op de ondersteunende afdelingen op lokaal niveau. 3.2.1. Ondersteuning In het Ondernemingsplan van Hulpverleningsdienst Groningen (2008) staat beschreven dat de bedrijfsvoering ten dienste moet staan van het primaire proces, de sterke merken GGD en Brandweer (zie kader). “Middelen moet algemene kaders (laten) stellen en afspraken bewaken, maar ook, waar nodig, maatwerk leveren. In deze situaties hoort hij te weten wat moét en moet hij helpen als het beter anders kàn. Zijn ondersteuning moet er op gericht zijn de HVD professioneler te maken. Middelen moet daarom een stabiele factor zijn binnen de HVD, maar wel één die meebeweegt met de ontwikkelingen op haar vakgebieden en die van de GGD en Brandweer.” (Ondernemingsplan Hulpverleningsdienst Groningen 2008) Op het gebied van de bedrijfsvoering van het regionaal bureau onderkennen we de volgende deeltaken: personeel, financiën,
26
informatievoorziening en automatisering, organisatie en huisvesting, communicatie en juridische advisering. Deze taken vallen, met uitzondering van communicatie en juridische advisering, onder de vakdirectie Middelen. De verwachtingen van de Regionale Brandweer ten aanzien van de ondersteunende afdelingen zijn: • dat zij vraaggericht werken (kwalitatief en kwantitatief); • dat zij zoveel mogelijk vanuit de locatie aan de Sontweg werken; • dat zij, waar nodig, deelnemen in het regionaal kwaliteitssysteem; • dat zij bijdragen aan de visie en doelstellingen van de Regionale Brandweer. Per deeltaak vormen de verwachtingen een voortdurend onderwerp van gesprek tussen het regionaal bureau, de betreffende afdeling en/of de vakdirecteur Middelen. In een veranderende omgeving zal steeds in onderling overleg worden gezocht naar een passende afstemming tussen vraag en aanbod. 3.2.2. Financiën De doelstelling om te komen tot eenheid en uniforme kwaliteit in de regionale brandweerzorg komt voor een belangrijk deel voort uit de Wet Veiligheidsregio’s. Om de veiligheidsregio’s in staat te stellen om te kunnen voldoen aan de kwaliteitseisen uit de Wet Veiligheidsregio’s, stelt de minister van Binnenlandse Zaken extra financiële middelen beschikbaar. Het huidige Besluit Doeluitkering bestrijding van Rampen en zware ongevallen (BDUR) wordt vervangen door het Besluit Doeluitkering Veiligheidsregio’s (BDVR) en wordt naar verwachting per regio verhoogd met € 1,2 miljoen (2010) en € 1,8 miljoen (2011 en 2012). Het is op dit moment, juli 2009, nog onduidelijk in hoeverre bepaalde landelijke uitgaven, zoals netcentrisch werken en een nieuw meldkamersysteem, beslag zullen leggen op de regionale BDVR-uitkering.
3.3. Risico’s De doelstellingen voor de komende jaren zijn duidelijk: 1. we willen, zowel naar binnen als naar buiten, als een eenheid functioneren; 2. we willen kwaliteitsafspraken maken, waar iedereen zich aan houdt. We hebben ook aangegeven wat we daarvoor nodig hebben, zowel van het regionaal bureau en de lokale korpsen als van de ondersteunende afdelingen. In deze paragraaf gaan we in op de factoren die een risico vormen voor het behalen van onze doelstellingen. De Regionale Brandweer functioneert in een maatschappelijke en politieke omgeving die voortdurend in beweging is. Dat heeft als gevolg dat de plannen van vandaag, bij wijze van spreken, morgen gewijzigd kunnen worden. Daarnaast heeft de brandweer een repressieve taak die altijd voorrang heeft op de “normale” dagelijkse werkzaamheden. De organisatie is als crisisorganisatie ingericht op repressieve incidenten, maar het brengt wel als risico met zich mee dat door politieke keuzes of ingrijpende repressieve incidenten onze prioriteiten verlegd moeten worden. Een ander risico is dat lokale korpsen zich niet kunnen of willen conformeren aan regionaal beleid. Zolang de Regionale Brandweer geen organisatorische eenheid vormt, blijft dat mogelijk. De komende beleidsperiode zal daarom moeten blijken of de Regionale Brandweer in staat is om haar eigen koers te houden en toch als een eenheid te kunnen functioneren.
o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
Bij het vaststellen van de begroting voor 2010 zal het bestuur van de Regionale Brandweer ook vaststellen op welke manier de BDVR-uitkering in onze regio besteed zal worden.
Daarnaast zijn er nog andere risico’s die de uitvoering van dit organisatieplan kunnen belemmeren. Hieronder geven we een opsomming van de risico’s die we op dit moment kunnen benoemen: • bezuinigingen bij rijk/ gemeenten/ provincies zullen mogelijk leiden tot bezuinigingen in de begroting van de regionale brandweer; • vacatures of ziekte kunnen leiden tot vertraging in de uitvoering van de doelstellingen; • voor een aantal doelstellingen zijn we afhankelijk van de voortgang van landelijke projecten (productbegroting, informatiemanagement); • voor het behalen van de doelstellingen ten aanzien van de Meldkamer Noord-Nederland en de brandweeropleidingen zijn we afhankelijk van de interregionale samenwerking; • voor de uitvoering van activiteiten ten behoeve van de multidisciplinaire samenwerking is de brandweer afhankelijk van de andere multidisciplinaire partners en het multidisciplinair beleid; • als onderdeel van Hulpverleningsdienst Groningen loopt Brandweer Regio Groningen het risico dat haar belangen niet overeenkomen met die van de gemeente Groningen, waardoor doelstellingen niet of anders uitgevoerd worden. 3.4 Planning activiteiten 2009-2013 Op de volgende pagina geven we een overzicht van de activiteiten die in paragraaf 3.1 beschreven zijn. Daarbij gaan we ervan uit dat de Wet Veiligheidsregio’s per 1 januari 2010 in werking treedt, met als gevolg dat het zwaartepunt van de planning in 2010 ligt. Uiteraard zal deze tabel in de loop van de jaren verfijnd, aangevuld en aangepast worden al naargelang de ontwikkelingen.
27
wa a r w e n a a r to e w i l l e n e n wat w e da a r vo o r n o d i g h e b b e n
Doelstelling
2009
2010
2011
2012
2013
Regionaal kwaliteitssysteem Vaststellen Uitvoeren Uitvoeren Uitvoeren Uitvoeren Regionaal managementteam Vaststellen & Uitvoeren Uitvoeren Uitvoeren Uitvoeren Oprichten Regionale personeelsvertegenwoordiging Onderzoek Vaststellen Uitvoeren Uitvoeren Uitvoeren
& Oprichten
Regionaal vrijwilligersbeleid Uitwerken Vaststellen Uitvoeren Uitvoeren Uitvoeren Regionaal communicatiebeleid Uitwerken & Uitvoeren Uitvoeren Uitvoeren Uitvoeren Vaststellen Jaarplan en jaarrapportage Uitwerken & Uitvoeren Uitvoeren Uitvoeren Uitvoeren Vaststellen Versterken eenheid CCRG Uitvoeren Uitvoeren Uitvoeren Uitvoeren Uitvoeren Regionaal MD-beleid Uitwerken Vaststellen Uitvoeren Uitvoeren Uitvoeren BDVR-voorstellen (nog vast te stellen)
3.5 Samenvatting De Regionale Brandweer Groningen heeft haar eigen koers uitgezet: niet om te komen tot een geregionaliseerde brandweer, maar om, met behoud van de lokale verantwoordelijkheden, naar binnen en naar buiten als een eenheid te functioneren. De komende jaren zullen we moeten laten zien of we dit kunnen waarmaken. Daarom hebben we onszelf een aantal doelen gesteld, zoals de invoering van een regionaal kwaliteitssysteem. Onze doelstellingen zijn ambitieus en voor
28
de uitvoering daarvan zijn we voor een deel afhankelijk van onze omgeving en de prioriteiten die daar gesteld worden. Wat we daarom minimaal van onszelf eisen voor de komende jaren is dat we, ondanks het feit dat we als één van de weinige regio’s geen organisatorische eenheid vormen, laten zien dat we voldoen aan de eisen die de Wet Veiligheidsregio’s aan ons stelt.
29 o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
b i j l ag e A
bijlagen Bijlage A: Operationele sterkte Regionale Brandweer Groningen (per 1 maart 2009)
1. Overzicht taakvelden
30
Taakveld
Omschrijving
Operationele sterkte
Basisbrandweerzorg
Brandweerpost
39 brandweerposten
Specialismen
Bestrijding waterongevallen (duiken)
3 duikteams (Delfzijl, Groningen, Emmen)
Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen (OGS)
3 OGS-teams (Delfzijl, Groningen, Emmen)
Technische Hulpverlening (THV)
4 voertuigen + bemanning (Groningen,
Delfzijl, Winsum, Pekela)
CBRN-peloton
1 peloton t.b.v. Noord Nederland (Rayon West)
Meetploeg
14 meetploegen
Grootschalig
Peloton (een peloton telt in totaal 4 lokale
4 pelotons (Rayon Noord, Midden, West, Oost)
brandweeroptreden
blusvoertuigen + ondersteunend materieel)
Brandweercompagnie
(Een brandweercompagnie bestaat uit twee
pelotons en één ondersteuningspeloton)
Commandovoering
Piket Officier van Dienst (OvD)
4 piketten (1 per Rayon)
Piket Waarschuwings- en Verkenningsdienst (WVD)
1 regionaal piket
Piket Regionaal Officier Gevaarlijke Stoffen
1 regionaal piket
(ROGS) /Hoofdofficier van Dienst (HOvD)
Piket Tactisch Officier Alarmcentrale (TOA)
1 regionaal piket
Piket Regionaal Commandant van Dienst (RCvD)
1 regionaal piket
2 compagnies
o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
2. Materieel Regionale Brandweer Groningen Rijksmaterieel
Aantal Details
47
Brandweercompagnies
2
Redvoertuigen
7
2 pelotons en
Haakarmvoertuigen (lokaal)
1
1 ondersteuningspeloton
Ademluchtcontainers
1
1 peloton:
Watercontainers
2
4 x tankautospuiten (lokaal)
Regionaal
Aantal Details
1 x haakarmvoertuig + dompelpomp
OvD
4
1 ondersteuningspeloton:
TOA
1
dompelpompaanhanger met 3km slangencontainer
RCvD
1
commandocontainer
ROGS/HovD
1
VC-2
WVD
1
3 x hulpverleningscontainer (vanaf 2009)
HV’s met kraan
2
CBRN- peloton
HV‘s zonder kraan
2
1 bevoorradingscontainer
OGS containers
2
2 haakarmvoertuigen
Ontsmettingscontainers
1
Waterongevallenvoertuigen met boot
2
Lokaal
Aantal Details
Tankautospuiten
Vloeistofongevallenvoertuigen en boot 2
(taken voor de
waterschappen)
Haakarmvoertuigen (regionaal)
3
Schuimbluscontainers
2
Schuimvoorraadcontainers
1
1
1 compagnie bestaat uit
1 ontsmettingscontainer
31
b i j l ag e n B e n C
Bijlage B: formatie Brandweer Regio groningen (Regionaal bureau)
Afdeling Risicobeheersing
Fte.
Afdeling Operationele Voorbereiding Fte.
Afdelingshoofd
0,9
Afdelingshoofd
0,9
Brzo-inspecteur
1,9
Techniek
3,6
Veiligheidsconsultant
6,0
Planvorming
3,3
Totaal
8,8
Opleiden en Oefenen
4,6
Overige
3,3
Afdeling Beleid & Ondersteuning
Fte.
Totaal
15,7
Afdelingshoofd
0,9
Administratief- secretarieel medewerker
0,8
Afdeling Alarmcentrale
Fte.
Informatiemanagement
1,7
Afdelingshoofd
0,9
Beleidsmedewerker
3,1
Centralist
14,0
Kwaliteitsmedewerker
1,0
Medewerker gegevensbeheer
1,0
Totaal
7,5
Totaal
15,9
Commandovoering
Fte.
Managementpool
Fte.
Beheer
1,5
Deelnemers
5,7
Deelnemers (37 personen)
2,1
Ondersteuning
0,5
Totaal
3,6
Totaal
6,2
Commando + secretariaat
Fte.
Bedrijfsbureau
Fte.
Commandant
0,45
Inkoop van Stad
0,75
Secretariaat
1,4
Totaal
0,75
Totaal
1,85
De totale formatiesterkte op 1 juli 2009 is 60,3 fte.
32
o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
Bijlage c: Structurele regionale werkgroepen
Schakels veiligheidsketen
Werkgroep(en)
Pro-actie
Geen
Preventie
- Preventiefunctionarissenoverleg
Preparatie
- Materieelcommissie
- Regionaal duikoverleg
- Regionaal THV-overleg
- Regionaal OGS-overleg
- ROC/LOC-overleg
- Raboo-overleg
- Bluswateroverleg
- Planvormingoverleg
- Rijksmaterieeloverleg
Repressie
Commissie Repressie (juli 2009 in oprichting)
Nazorg
Geen
33
b i j l ag e D
Bijlage D: Overzicht taken ten behoeve van Crisismanagement groningen (juli 2009) De Regionale Brandweer Groningen voert de volgende taken uit ten behoeve van de multidisciplinaire rampenbestrijding en crisisbeheersing (Crisismanagement Groningen):
1. De brandweer is verantwoordelijk voor de specifieke
• Risicokaart (bijdrage aan provinciale risicokaart)
brandweerdeelprocessen. Daarnaast is de brandweer met de
• Risicocommunicatie
partners verantwoordelijk voor vier algemene processen van
• Crisiscommunicatie
de in totaal 28 deelprocessen:
• Verbindingen:
• Verbindingen • Evaluatie
- Sectie Verbindingen Operationeel Team (piket voor telefoon en Informatisering & Automatisering)
• Verslaglegging
- Verbindingsinfrastructuur Crisismanagement (CRM) Sontweg
• Logistiek
- Informatie-infrastructuur CRM in OT en Gemeentelijk Beleidsteam
2. De brandweer voert het brandweerdeel uit van de volgende
- Verbindingscentrum: beheer, bemensing, oefeningen
(GBT) gemeente Groningen multidisciplinaire taken: • Beleidsplannen (Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding/ Beleidsplan Veiligheidsregio): - Opstellen Regionaal Risicoprofiel (vervolg op maatramp) - Bijdragen aan opstellen van beleidsplan - Bijdragen aan tot stand komen van Regionaal Crisisplan
- Ondersteunen Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingsProcedure (GRIP) middels Commandohaakarmbak (COH, is Commando Plaats Incident-bak)/ Verbindings Commandovoertuig (VC-2) en bemensing; beleid en beheer/ beheer en uitvoering - Alarmeren GRIP-structuren en –functionarissen en levering functies Operationeel Leider (OL) en Leider Commando Plaats Incident (CoPI)
• Rampbestrijdingsplannen: - Adviseren: sjabloon rampbestrijdingsplannen en oefenen rampbestrijdingsplannen (opgesteld in 2005 en daarna herijken) - Rampbestrijdingsplannen naar regionaal niveau (implementatie Wet VR) - Planvorming beleid en Prioritering rampenbestrijding
• Bedrijfsvoering: - Huisvesten OT, GBT gemeente Groningen, Regionaal Beleidsteam (RBT), actiecentra - Ondersteunen financiële productbegroting en -verantwoording, Personeel en Organisatie: afstemmen vergoedingen, verzekeringen
(2005 en daarna herijken) - Beheer en beleid raamplannen en coördinatieplannen
• Oefenen:
- Beheer en beleid Waddenzee: coördinatie en Waddex
- Multidisciplinaire Oefencoördinatie Groningen (MDOG), afstemming en mee organiseren en uitvoeren van multi-oefeningen - Veiligheidsplan ten behoeve van multi-oefeningen (opstellen/ toetsen)
34
- Bijdrage aan leeragentschap, evaluaties multi-inzet/-oefeningen - Trekker van evaluaties in geval van groene hes of OL uit de rode kolom
o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
• Evalueren:
3. De brandweer voert de volgende monodisciplinaire taken uit ten behoeve van multi: • Beheer en beleid van de monodisciplinaire deelprocessen voortvloeiend uit het rampenplan • Implementeren van CRM in eigen kolom
• Rapportages/ doorlichtingen: - Algemene Doorlichting Rampenbestrijding (ADR)/ Rampenbestrijding Doorlichtingsarrangement (RADAR): doorlichtingoefeningen/audits - Kwaliteitszorgsysteem multi (aan te sluiten op mono/kolommen)
(beleid, oefenen, uitvoering) • Implementeren van planvorming, evaluaties in eigen kolom • Oefenbeleid en aansluiting op multi • Oefenen van sectie brandweer • Bijstand interregionaal afstemmen, beleid, beheer, uitvoering
• Overdracht taken vanuit provincie (implementatie Wet VR):
• Ontwikkelen kwaliteitszorgsysteem, inclusief de bijdrage aan multi
- Toetsen planvorming - Provinciaal coördinatieplan - Evenementen • Special Coverage Location (SCL) loket voor politie, GHOR en brandweer (onderzoek, metingen) • Bijstand met Duitsland, beleid, beheer, uitvoering • Bijdrage aan Veiligheidsbureau Groningen • Evenementenbeleid • Multidisciplinair beleid op gebied van risicobeheersing
35
b i j l ag e E
Bijlage E: Perspectieven van het regionaal kwaliteitszorgsysteem
Bestuurscommissie Regionale Brandweer & GHOR
Brandweer Regio Groningen (regionaal bureau)
Gemeentelijke korpsen
Primaire processen
Ondersteunende processen
Beleidsontwikkeling & implementatie
Samenwerking
Lerend vermogen & innovatie
36
Pro-actie
Preventie
Preparatie
Repressie
Nazorg
Personeel; Informatie; Inkoop; Financiën; Automatisering; Communicatie; Huisvesting; Kwaliteitszorg
Interactie top - werkvloer
In de veiligheidsketen en de bestuurlijke aansturing
Leren van incidenten en het invoeren van nieuwe ideeën, processen, producten
37 o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
b i j l ag e F
Bijlage F: Afkortingen- en begrippenlijst
38
Aristoteles
Landelijk project voor prestatiemeting en -sturing
BDUR
Besluit Doeluitkering bestrijding van Rampen en zware ongevallen
BDVR
Besluit Doeluitkering Veiligheidsregio’s
Bevb
Besluit externe veiligheid buisleidingen
Bevi
Besluit externe veiligheid inrichtingen
BON
Brandweer Opleidingen Noord
Brandweer Regio Groningen
Onderdeel van de vakdirectie brandweer en centrum voor beleid en advies voor de
Regionale Brandweer Groningen
BRN
Brandweer Rayon Noord
Brzo
Besluit risico’s zware ongevallen
Btev
Besluit transport externe veiligheid
BZK
Ministerie van Binnenlandse Zaken
CBRN
Chemisch / Biologisch / Radiologisch / Nucleair
CCRG
College van Commandanten in de Regio Groningen
Cicero
Landelijk project voor kwaliteitszorg
COH
Commandohaakarmbak (CoPI-bak)
Commandovoering
Regeling voor piketfuncties bij de brandweer
CoPI
Commando Plaats Incident
CRM
Crisismanagement (zie Veiligheidsbureau Groningen)
Directieberaad Crisisbeheersing
Multidisciplinair overleg van directeuren binnen het model Crisismanagement Groningen
DO HVD
Directieoverleg van de Hulpverleningsdienst Groningen
GBT
Gemeentelijk Beleidsteam
GGD
Gemeentelijke Gezondheidsdienst
GHOR
Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
GMS
Geïntegreerd Meldkamer Systeem
GRIP
Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure
H&OG-regeling
Gemeenschappelijke regeling Hulpverlening & Openbare Gezondheidszorg
Hulpverleningsdienst Groningen
Dienst van de Gemeente Groningen. Hieronder vallen de vakdirecties brandweer,
GGD en middelen
Industriële Veiligheid
Wettelijke taak ten aanzien van Brzo, bedrijfsbrandweer en advisering over vergunningen
op basis van de Wet Milieubeheer
INK-model
Organisatiemodel van het Instituut Nederlandse Kwaliteit
IOOV
Inspectie voor Openbare Orde en Veiligheid, inspectiedienst van het ministerie van BZK
MD-beleid
Management Development beleid
o r g a n i s at i e p l a n r e g i o n a l e b r a n d w e e r g r o n i n g e n 2 0 0 9 / 2 013
MDOG
Multidisciplinaire Oefencoördinatie Groningen
MkNN
Meldkamer Noord-Nederland
MT Brandweer
Management Team brandweer
NVBR
Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding
OL
Operationeel Leider
OT
Operationeel Team
PF3
Programmafinanciering 3
RADAR
Rampenbestrijding Doorlichtingsarrangement
Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding
Multidisciplinair beleidsplan om de kwaliteit van rampenbestrijding verder te verbeteren
RBT
Regionaal Beleidsteam
Regionale Brandweer Groningen
Samenwerkingsvorm van regionaal bureau en de gemeentelijke korpsen in de regio Groningen
Regionaal Bureau
Zie Brandweer Regio Groningen
RMT
Regionaal Managementteam (nog op te richten)
SCL
Special Coverage Location (een object dat van een radiotechnische installatie is voorzien om
communicatie met C2000 (binnen dat object) mogelijk te maken)
THW
Duitse hulpverleningsorganisatie, genaamd Technisches Hilfswerk
Veiligheidsketen
Vaste structuur voor het denken over veiligheid, bestaande uit de schakels proactie, preventie,
preparatie, repressie en nazorg
Veiligheidsberaad
(In juli 2009 nog niet geformaliseerd) orgaan waarin de voorzitters van de Nederlandse
veiligheidsregio’s zitting hebben
Veiligheidsbureau Groningen
Voorheen afdeling Crisismanagement
Veiligheidsregio
Gebied waarin wordt samengewerkt door verscheidene besturen en diensten op het gebied van
brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, GHOR en handhaving van de openbare orde
en veiligheid
VBV
Vakvereniging Brandweervrijwilligers
VC-2
Verbindings Commandovoertuig
VNG
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
VROM
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Wabo
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
WAS
Waarschuwings- en Alarmerings Systeem
Wghor
Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen
Wet VR
Wet Veiligheidsregio’s
WVD
Waarschuwings- en Verkenningsdienst
Wrzo
Wet rampen en zware ongevallen
39