Lessuggesties
Annie M.G. Schmidt-week 2009 Woensdag 13 t/m zondag 24 mei 2009
9 a hil
200
©P
ip Hop
-we e k
T
n
…
ie m. n n o v er e
dt
Toveren en tinkelen… h c m s . gen tinkelen i
man
Lessuggesties voor groep 1 t/m 6
Door Elle van Lieshout en Erik van Os
Lessuggesties
Annie M.G. Schmidt-week 2009 Woensdag 13 t/m zondag 24 mei 2009
9 hil
200
©P
ip Hop
-we e k
Toveren en tinkelen
…
ie . nnToverem n
dt
sch m ge.n tinkelen i
man
a
Van 13 tot en met 24 mei 2009 is het weer Annie M.G. Schmidt-week. Tien dagen lang staan de boeken van Annie M.G. Schmidt in de boekhandel, in de bibliotheek en op scholen in de schijnwerpers, en in het bijzonder de boeken waarin toveren en tinkelen een grote rol speelt. Bijzondere aandacht dus voor Wiplala en Wiplala weer en voor Het toverstokje!
Annie M.G. Schmidt Wiplala weer
In Wiplala weer kan Wiplala het toveren (‘tinkelen’) nog steeds niet laten. Hij probeert de familie Blom te helpen, maar dat pakt niet altijd even goed uit. Zo gaat hij mee met vader Blom naar zijn werk op de fabriek die Minuutsoep maakt. Daar tinkelt Wiplala de directeur van de soepfabriek tot hond en de tomaten van de soepfabriek tot pruimen. Dat heeft heel onverwachte (en vooral grappige) gevolgen… En Philip Hopman tovert met zijn penseel ook het vervolg op de avonturen van Annie M.G. Schmidts kleine Wiplala om tot een kleurrijk feest voor het oog!
Q
Annie M.G. Schmidt
Wiplala weer Met tekeningen van Philip Hopman
Querido
Prentenboekje met nieuwe tekeningen van meester-illustrator Jan Jutte (drie keer bekroond met het Gouden Penseel!) over een jongetje dat alle volwassenen omtovert in een koe, een hert of paard (en een enkele mokkataart). Nu kunnen de kinderen de hele dag spelen zonder dat iemand zich met hen bemoeit. Maar dat valt toch tegen. Wie geeft ze nu bijvoorbeeld eens een zoen? Gelukkig heeft Hans dat toverstokje nog, en worden alle volwassenen weer gewoon zichzelf. Alhoewel, met de meester van school loopt het niet helemaal goed af… In deze brochure vindt u lessuggesties bij beide nieuwe titels. Met deze suggesties kunt u uw lessen geheel naar eigen inzicht inrichten. Wilt u het beperkt houden, dan leest u een of twee hoofdstukken voor en kiest u bijvoorbeeld voor enkele quizvragen (blz 4+5) en sluit het geheel af met de opdracht ‘Het groepsportret’ (blz 11). Wilt u er een heuse Annie M.G. Schmidt-week van maken in uw klas, dan kunt u de activiteiten met alle suggesties naar believen uitbouwen. We wensen u veel plezier in deze Annie M.G. Schmidt-week!
Lessuggesties
Annie M.G. Schmidt-week 2009 Woensdag 13 t/m zondag 24 mei 2009
Introductie van het boek 1 Bewegende hoed Zet de kinderen in de klas zelfstandig aan het werk. Zet een grote (strooien) hoed op een bestuurbaar autootje. Zorg ervoor dat de wielen niet te zien zijn. Houd de afstandsbediening verborgen en laat de hoed door de klas rijden. Wacht enige reacties af en vertel dan… Er was eens een hoed die kon lopen. Niemand geloofde het. Rijd de auto naar u toe en haal de hoed eraf. Vertel verder. Deze hoed kan bewegen door de auto. Maar in dit boek (laat‘Wiplala weer,’ zien) komt een lopende hoed voor. Het is een hoed met voetjes van Wiplala, een klein ventje dat bij de familie Blom woont. Hij moet zich voortdurend verstoppen omdat niemand hem mag zien. Op een dag verstopt hij zich onder een hoed in een hoedenwinkel. Daar rent hij naar een rek met hoeden. Truus, een klant uit de winkel, gilt: ‘Ik zag een hoed weglopen! Daar… over de grond liep een hoed.’
2 Pruimensoep Maak soep met de groep of maak de soep van tevoren thuis. Begin met voorlezen van het boek, terwijl iedereen smult van de soep. Voor 24 Wiplala-porties heeft u nodig: 1 kg prei in ringetjes (alleen het lichtgroene en witte gedeelte) 2 gesnipperde uien 2 el kerrie 2 el ketjap Bak de preiringetjes en uisnippers in wat olie met de kerrie en ketjap. Laat 5 minuten smoren. Voeg dan toe: 25 ontpitte gedroogde zwarte pruimen 2 liter groentebouillon (van een tablet) Laat ongeveer 30 minuten koken totdat de pruimen helemaal zacht zijn. Pureer de soep met de staafmixer. Breng de soep op smaak met peper, zout en verse groene kruiden zoals peterselie en selderij. Serveer de soep met een theelepeltje zure room en evt. wat geroosterde geschaafde amandelen in kleine Wiplala-kommetjes met een theelepel als eetlepel.
Lessuggesties
Annie M.G. Schmidt-week 2009 Woensdag 13 t/m zondag 24 mei 2009
Quiz [Luister/kijkoefening] Stel meteen na het voorlezen van elk hoofdstuk een quizvraag. Kinderen noteren in hun schrift de cijfers 1 t/m 17 (= aantal hoofdstukken) en daarachter het juiste antwoord. Hoeveel antwoorden heb je goed, als het hele boek uit is? Hoofdstuk 1: Wat gaat vader doen om aan geld te komen? A een bank beroven B een baan zoeken C bedelen Hoofdstuk 2: Wiplala heeft zich verstopt in een automaat. Hij zat in het laatje van de: A kroketten B gebakjes C garnalenslaatjes Hoofdstuk 3: Waar verstopt Wiplala zich in de klas? A in de tas van de juf B bij het raam C in de open schooltas van Paulientje Hoofdstuk 4: Wiplala betinkelt juffrouw Twiddel in een vogel: bruinig met spikkels. Wat voor vogel is dat? A een lijster B een vink C een merel Hoofdstuk 5: Hoe heet de dokter? A dokter Lijster B dokter Vink C dokter Merel
Hoofdstuk 6: Wat voor soort bril draagt meneer Peters? A een vierkante bruine B een vierkante zwarte C een rechthoekige zwarte Hoofdstuk 7: Mevrouw Peters vindt het niet zo erg dat meneer Peters op reis is. Wat kan ze nu eindelijk eens doen? A kalkoen eten en een DVD kijken B kip eten en een DVD kijken C kip eten en televisie kijken Hoofdstuk 8: Poes Vlieg maakt ruzie met meneer Peters, de hond. Waar vlucht poes Vlieg naartoe? A in de boom B op de kast C op tafel
Lessuggesties
Annie M.G. Schmidt-week 2009 Woensdag 13 t/m zondag 24 mei 2009
Hoofdstuk 9: Kijk goed naar de tekening (Laat de illustratie zien op pag. 54-55 en klap daarna het boek dicht.) Welk cijfer zag je op de voorste tram? A 24 B 25 C 26 Hoofdstuk 10: Wiplala wil de jongens in de winkel betinkelen in grote zwarte ratten, maar het lukt niet. Wat zegt Wiplala tegen Nella Della? A ‘Ik ben een nul.’ B ‘Ik ben een sul.’ C ‘Ik ben een prul.’ Hoofdstuk 11: Wat is de titel van dit hoofdstuk? A We kunnen beter naar huis gaan B We gaan inbreken C Wiplala is daarbinnen Hoofdstuk 12: Waaraan veegt Wiplala zijn vieze voetjes af? A aan een mat B aan een dweil C aan een handdoek Hoofdstuk 13: Mevrouw Parelhoen biedt vader een koekje aan. Wat voor soort koekje? A een kippenpootje B een bokkenpootje C een geitenpootje Hoofdstuk 14: Wat moet de moeder van Kareltje afrekenen bij de schoenmaker? A zeven euro en veertig cent B veertig euro en zeven cent C zeven gulden en veertig cent Hoofdstuk 15: Wat betekent de zin: ‘Op de fabriek krijgen ze argwaan?’ A op de fabriek krijgen ze honger B op de fabriek vertrouwen ze het niet C op de fabriek worden ze ziek
Hoofdstuk 16: Meneer Muizewit gelooft niet dat meneer Peters in Italië zit. Hij vindt in het bureau iets wat je nodig hebt om naar het buitenland te kunnen. Wat vindt hij? A een strikdiploma B een rijbewijs C een paspoort Hoofdstuk 17: Wat zegt juffrouw Twiddel als de brandweerman vraagt: ‘Hoe kwam u in de boom, dame?’ A ‘Ik was aan het broeden.’ B ‘Ik ben erin gevlogen.’ C ‘Mijn hoed was in de boom gewaaid.’.
Lessuggesties
Annie M.G. Schmidt-week 2009 Woensdag 13 t/m zondag 24 mei 2009
Wie niet weg is, is gezien [Stiltespel] Wiplala moet zich voor alles en iedereen verstoppen. Hij kruipt in een hoed, in een schooltas, hij verstopt zich achter blikken soep en in de neus van een linkerschoen. Eén kind is Wiplala. Die staat vooraan in de klas met de schoenen uit. Alle andere kinderen hebben hun ogen dicht, maar hun oren wijd open. Kan Wiplala op zijn tenen tot achter in de klas sluipen, zónder dat iemand het hoort? Raakt hij geen enkel tafeltje aan? Raakt hij geen arm van een klasgenoot? Hoe ver komt Wiplala? Haalt hij de hele reis door de klas? Als iemand hem écht hoort bewegen mag hij/zij ‘Wiplala’ fluisteren. Variaties Idem, maar nu heeft Wiplala wel schoenen aan. Idem, nu is de juf of meester Wiplala. Idem, nu met obstakels (tassen, stoelen tussen de rijen). Idem, nu stel je een kookwekker in op een bepaalde tijd. Gaat hij af en is Wiplala nog niet aan de andere kant van de klas, dan mag een ander kind Wiplala zijn.
Lessuggesties
Annie M.G. Schmidt-week 2009 Woensdag 13 t/m zondag 24 mei 2009
Oude woorden (Groep 5/6) [taaloefening] Het boek Wiplala weer is al heel oud. Annie M.G. Schmidt schreef het bijna vijftig jaar geleden. Omdat het boek al zo oud is, staan er hier en daar ook oude woorden in, woorden die we nu niet zo vaak meer gebruiken. In het boek werkt vader op een schrijfmachine. Dat is een ouderwets apparaat om brieven en verhalen op te typen. Tegenwoordig werkt bijna iedereen op een computer. Lees de woorden hieronder. Wat denk je dat ze betekenen? Trek lijnen naar de juiste betekenis.
oud woord
Wat zouden we nu voor woord gebruiken?
kolengruis
spijt
gulden
supermarkt
marmelade
lawaai
onverrichterzake
een oude munt
berouw
kleine stukje steenkool om in een kachel te stoken
tumult
soort jam met stukjes schil
volstrekt
helemaal
kruidenierswinkel
zonder dat het lukt
Kijk voor oplossingen op bladzijde 14
Lessuggesties
Annie M.G. Schmidt-week 2009 Woensdag 13 t/m zondag 24 mei 2009
Ontbijttafel [knutselen] Lees het volgende fragment voor: hoofdstuk 17, pag. 99, 1e alinea. ‘Ze zaten aan het ontbijt…’ Wiplala is een piepklein mannetje. Hoe ziet Wiplala de wereld van vader, Nella Della en Johannes? Voor hem is een stoel een reusachtig bouwwerk en een ontbijttafel een soort speeltuin. Verzamel allerlei grote dozen. Maak hier met de klas een reusachtige ontbijttafel van. Maak van een aantal grote dozen een reuzenstoel, van een grote schoendoos een pak hagelslag, een emmer is het kopje, een groot rond dienblad is het ontbijtbordje, enz. Nu snap je hoe de wereld er voor Wiplala uitziet.
Lessuggesties
Annie M.G. Schmidt-week 2009 Woensdag 13 t/m zondag 24 mei 2009
Oefening baart kunst [taaloefening] Op bladzijde 60 vindt Wiplala vindt zichzelf ‘een prul’. Het lukt hem niet om vervelende jongens te betinkelen in grote zwarte ratten. Er zijn veel dingen in je leven die pas lukken nadat je veel geoefend hebt. Wie kan er een paar noemen? Voor groep 4/5/6 In het boek staan moeilijke woorden. Maar met een beetje oefenen kun je die goed leren schrijven. Schrijf een woord op het bord. Laat alle kinderen het goed bekijken. Klap dan het bord dicht. Wie kan het woord al schrijven? Herhaal dit een paar keer. - collectebus - soepadvertentie - Minuutsoepfabriek - winkelbediende - krantenkiosk - triomfantelijk - bokkenpootje - tinkelventje - rododendrons Variatie Laat een paar kinderen zelf enkele moeilijke woorden uit het boek zoeken. Voor groep 3 Laat deze woorden niet schrijven, maar laat ze op elke lettergreep één klap geven. Doe dit totdat de hele groep precies gelijk klapt bij elke lettergreep.
Lessuggesties
Annie M.G. Schmidt-week 2009 Woensdag 13 t/m zondag 24 mei 2009
Bekijk het eens van de andere kant [Drama/kringgesprek] Lees het volgende fragment voor: hoofdstuk 16, pag. 98, vanaf ‘Ik moet nu naar mijn eigen huis…’ tot ‘…toen ik nog een hond was.’ Voer eerst met de groep een kringgesprek met als uitgangspunt: waarom doe je tegen mensen vaak beleefder dan tegen dieren? Iedereen lacht als je een hond met Meneer aanspreekt. Maar waarom doe je dat bij een mens wel? Is een dier minder waard dan een mens? Wat zou er gebeuren als de dieren de mensen zouden behandelen zoals de mensen de dieren behandelen? Stel je voor, jij loopt op straat. Maar pas op! Want dan wordt je gevangen met een net, door een grote hond. Je wordt in een busje geduwd en naar een asiel gebracht. Elke dag komen er honden en katten kijken om een leuk kindje uit te kiezen. Ze willen natuurlijk alleen de allerliefste, allermooiste kindjes. Als je niet mooi en lief bent heb je pech, dan blijf je jaren achter de tralies. Toneelstukje Locatie: asiel, niet met honden en katten maar met mensen. Een aantal kinderen uit de klas zitten achter tralies (rechtopstaande bezemstelen). Een paar kinderen zijn geschminkt als hond of kat (of dragen een masker/oortjes/staart). Zij komen een leuk mensje uitzoeken om hen te bewaken, om mee te spelen en te wandelen. Laat de honden een dialoog aangaan met elkaar over de leuke mensjes achter de tralies. De mensen achter de tralies mogen niets zeggen, wel smekend of op zijn allerliefst kijken en piepen en janken.
Lessuggesties
Annie M.G. Schmidt-week 2009 Woensdag 13 t/m zondag 24 mei 2009
Iedereen op de foto [Geheugenoefening, collage maken, het groepsportret] Probeer met de hele groep alle mensen en dieren op te noemen die in het boek voorkomen. Schrijf ze allemaal op het bord. Wie weet nog hoe al die mensen en dieren eruitzien? Bekijk de illustraties van Philip Hopman in het boek. Elk kind tekent/schildert nu een personage uit het boek. Knip al deze personages uit en maak daar één grote ‘groepsfoto/collage’ van. Dit zijn ze: - de spin - meneer Blom/vader - Nella Della - Johannes - Poes Vlieg - Wiplala - Corrie de huishoudelijke hulp - meneer Peters, directeur/hond - mevrouw Peters - de juf - een aantal kinderen uit de klas, zoals Henk, Tineke, Jan, Bas, Paulientje, - juffrouw Twiddel/lijster - dokter Vink - meneer Muizewit, de bedrijfsleider - de groentejuffrouw uit de groentewinkel - een agent op straat van wie Nella Della op het zebrapad moet oversteken - de kapitein (kennis van mevrouw Peters) - de twee jongens die Wiplala willen vangen - de winkelbediende die voor Nella Della opkomt - meneer en mevrouw Parelhoen - schoenmaker - twee dames bij de schoenmaker; één is de moeder van Kareltje (Truus); deze dames zijn ook de dames uit de hoedenwinkel - verkoopster van de hoedenwinkel - de brandweerman die juffrouw Twiddel uit de boom haalt
Lessuggesties
Annie M.G. Schmidt-week 2009 Woensdag 13 t/m zondag 24 mei 2009
Streep door
k
i
k
v
a
a
n
k
i
h
s
p
i
n
o
t
n
p
k
n
i
h
o
e
d
l
e
g
o
e
v
l
i
e
g
[Doorstreeppuzzel groep 3] Streep alle woorden door. Er blijven 5 letters over. Welke naam kun je daarvan maken? En wat heeft die naam met Wiplala te maken? Dit zijn de woorden (zoek en .): vlieg hoed spin kip lego vink kast ik hond Kijk voor oplossingen op bladzijde 14
Lessuggesties
Annie M.G. Schmidt-week 2009 Woensdag 13 t/m zondag 24 mei 2009
Streep door [Doorstreeppuzzel groep 4/5/6] Al deze woorden komen voor in het boek. Streep ze één voor één door in de puzzel. Er blijven 7 letters over. Welke naam kun je daarvan maken? Wat heeft die naam met Wiplala te maken? Dit zijn de woorden (zoek en .): wiplala – helikopter – spoor – alfred – blom – tinkelen – boos – pruimensoep spin - johannes - bed - nella della – peters – corrie – parelhoen
p
r
u
i
m
e
n
s
o
e
p
e
n
e
l
l
a
d
e
l
l
a
t
h
e
l
i
k
o
p
t
e
r
e
s
c
a
l
a
l
p
i
w
e
r
t
i
n
k
e
l
e
n
h
l
s
e
n
n
a
h
o
j
m
i
h
d
e
b
i
a
l
f
r
e
d
o
r
o
o
p
s
c
o
r
r
i
e
b
o
o
s
d
t
b
l
o
m
n
Kijk voor oplossingen op bladzijde 14
Lessuggesties
Annie M.G. Schmidt-week 2009 Woensdag 13 t/m zondag 24 mei 2009
Losse tips Zet een oude schrijfmachine in de klas (kijk op www.marktplaats.nl of www.speurders.nl voor een oude schrijfmachine). Iedereen mag een brief aan Wiplala tikken. Laat kinderen een lego-huisje maken voor Wiplala. Kijk op: www.philiphopman.nl Je vindt daar een zoek-de-verschillen-puzzel bij het boek Wiplala weer.
Oplossingen Quiz antwoorden: 1B, 2C, 3C, 4A, 5B, 6B, 7C, 8A, 9A, 10C, 11B, 12B, 13B, 14C, 15B, 16 C, 17A Oude woorden oud woord
het betekent:
kolengruis marmelade onverrichterzake verstekeling berouw tumult volstrekt gulden kruidenierswinkel
kleine stukje steenkool om in een kachel te stoken soort jam zonder dat het lukt iemand die zich stiekem verstopt in een boot of vliegtuig om gratis te kunnen reizen spijt lawaai helemaal een oude munt supermarkt
Doorstreeppuzzel groep 3 Annie, voornaam schrijfster van Wiplala Doorstreeppuzzel groep 4/5/6 Schmidt, achternaam schrijfster van Wiplala
Lessuggesties
Annie M.G. Schmidt-week 2009 Woensdag 13 t/m zondag 24 mei 2009
Lessuggesties bij Het toverstokje van Annie M.G. Schmidt door Elle van Lieshout en Erik van Os
Introductie van het boekje Koop een mokkataartje. Zet het in de kring op een tafeltje. Leg hiernaast een toverstokje. Vraag de kinderen, terwijl u naar het taartje wijst: Weten jullie wat dit is? En weten jullie ook wie dit is? Vertel dan: Je zult het niet geloven, maar dit taartje is de meester van Hansje Pansje Pingeling. Hansje Pansje Pingeling heeft de meester betoverd. We kunnen proberen om hem terug te toveren. Wie neemt het toverstokje? Oefen de spreuk: ‘Hokus, Pokus, Wielewaal! De meester is weer heel normaal!’ Probeer de meester terug te toveren. Een paar kinderen mogen het toverstokje om de beurt vasthouden. Lukt het niet? Zullen we de meester dan maar met zijn allen lekker opeten? Wie wil er een hapje?
Lessuggesties
Annie M.G. Schmidt-week 2009 Woensdag 13 t/m zondag 24 mei 2009
Heren, beren, vrouwen, pauwen [rijmen] Lees eerst het hele boekje voor. Nu nogmaals, maar laat nu van elke vierde zin het laatste woord weg. Laat de kinderen dit woord invullen. Twee heren worden bruine beren. Twee vrouwen worden witte pauwen. Dat rijmt allemaal. Laat de kinderen rijmen: Mejuffrouw Stip wordt een k… Meneer de Bont wordt een h… Meneer Aart wordt een p… Tante Marloe wordt een k… Mijn grote zus wordt een m… Meester Ad wordt een k… Buurman Hein wordt een ko… En Hansje Pansje wordt een g…
Lessuggesties
Annie M.G. Schmidt-week 2009 Woensdag 13 t/m zondag 24 mei 2009
Klappen en stampen [luister- en bewegingsoefening] Lees het gedicht voor. Als de kinderen hans of hansje horen, klappen ze één keer in hun handen. Als de kinderen dit goed beheersen, varieer dan: steeds als er een dier voorkomt in de tekst (kippen, vogel, mezen, beren, pauwen, paard, koe, hert, muis, mezen, ooievaren) stampen ze één keer met hun voeten op de grond. En nu alle twee tegelijk: klappen op Hans én stampen op een dier.
Jouw familie [tekenen] Vouw een A3 vel in tweeën. Stel de volgende vraag aan kinderen: Met wie woon jij in huis? Teken jullie gezin op de ene helft van het papier. Oei, nu is Hansje Pansje Pingeling bij jullie op bezoek geweest. Hij heeft alle grote mensen in jouw huis omgetoverd in een dier. Teken op de andere helft van het vel nog een keer jouw gezin, maar nu zijn de grote mensen dieren geworden. Hoe ziet jouw papa of mama er nu uit?